N°. 126.
134e Jaargang.
1891.
Maandag
1 Juni.
BUITENLAND.
Arie Smit,
J. H. C. Heijse.
J. J. van Kerkwijk,
Mr P. C. J. Hennequin.
Middelburg 30 Mei.
Dene courant verschynt d a g e 1 ij k 8
met uitzondering van Zon- en Feestdagen:
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.i
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën20 cent per regel; Bij abonnement lager:
Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten, benevens aüe
dankbetuigingen; van 17 regels 1.50;
iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Bij deze oourant behooren 2 Bijvoegsels
Algemeen O verzicht.
Beknopte Hlededeelingen.
BB
Hi 1)1) HIK I((.S(!li: (IIIIMM.
The rm (mieter.
Middelburg 30 Mei vm. 8 n. 61 gr.
m. 12 u. 63 gr., av. 4 u. 63 gr. F.
Verwacht Z. wind.
Agenten te Vlissingen: P. G. de Vet Mestdagh Zoo», te Goes: A. A. W.Bolland, teKruiningen: F. v.d.Peul, teZierikzee: A.C. de Mooij, teTholen: W. A. Adrertentlifn
ta» Nieuwxnhuijzbn en te TementenM. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de moeten des namiddags te één uur
advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmar, te Rotterdam, de Gebr. Belintante, te 's Gravenhage, en A. de la Mas Azn., te Amsterdam. aan het bureau bezorgd zjjn, wille*
Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daübe Cie., John F. Jones, opvolger. j tg des avonds nog worden opgenomen.
Voor de zeer belangrijke verkiezingen,
die op Dinsdag 9 Juni moeten
plaats hebben voor leden der Tweede ka
mer, bevelen wij ten dringendste bij de
kiezers aan in het
DISTRICT MIDDELBURG,
DISTRICT GOES,
DISTRICT ZIERIKZEE,
(Aftredend lid.)
DISTRICT OOSTBURG,
Van het eene einde der wereld tot het andere
brengen vrijhandel en protectionisme alles in
rep en roer. Terwjjl Frankrjjk bezig is zich
onder leiding van eenige verwoede protectio-
nisten met een Chineeschen muur te omgeven,
■loten teWeenen de afgevaardigden van Duitsch-
land en Oostenrjjk een handelstractaat, dat
den band tusschen de beide bondgenooten nog
nauwer moet toehalen. Hiermede niet tevre
den zjjn in de Oostenr jjkscbe hoofdstad nieuwe
onderhandelingen aangeknoopt die ten doel
hebben behalve Zwitserland ook Servië en
andere Balkan staten in de nieuwe handels
liga op te nemen. Ja men spreekt er zelfs
van, dat 's keizers reis naar Amsterdam even
eens met deze plannen betrekkelijk een Euro-
peesche tolunie in verband staat, waarin
behalve Nederland ook België zou worden
opgenomen.
Het is alleszins verklaarbaar dat men vooral
in Frankrjjk nauwkeurig deze economische
evolutiën, welker totstandkoming ongetwijfeld
ook gewichtige politieke gevolgen na zich zou.
den sleepen, nauwkeurig gade slaat.
In het bjjzonder vindt de Temps oorzaak om
bjj deze omwenteling op economisch gebied
op twee dingen te wijzen.
In de eerste plaats aanschouwt men een
beweging, die in ljjnrechte tegenspraak staat
met de verklaring van zekere school, volgens
wier beweren Frankrjjk slechts de algemeene
strooming van dezen tjjd volgt door zich met
losmaking van het stelsel der handelstractaten
te omgeven met een dubbel versterkten muur
van minimum en maximum tarieven. Het
tegendeel toch is waar.
De eoonomische reactie, door Bismarck in
1879 ontketend, heeft uitgewoed. Duitschland
keert terug tot de traditie van den Zollverein.
Het wil niet alleen een plaats inruimen voor
zijn bondgenooten: Oostenrjjk en Italië, maar
r alle produceerende naties in opnemen, die
«zich tot hiertoe meer of minder binnen den
handelskring van Frankrjjk bewogen.
Nog verder wil men gaan. Te Berljjn loopen
voortdurend geruchten, dat men alles in het
werk stelt om ook met Rusland een dergeljjke
conventie te sluiten. Dit zou de verwezenlijking
«jjn van een vroeger ideaal van Bismarck, lang
voordat hjj de groote zwenking in zjjn econo
mische politiek maakte.
Tegenwoordig toch bezweert de ex-rjjkskan-
selierin zjjn Hamburgsch orgaan de agrariërs
en vooral de nationaal-liberalen niets onbe
proefd te laten om krachtig elk tractaat met
Oostenrjjk of Rusland te bestrjjden, dat een
verlaging der 'graanrechten in zich zou sluiten.
Niemand ontkent echter, dat dez6 verlaging de
sleutel is tot alle onderhandelingen. Van de eene
zjjde is dit het equivalent, door Duitschland
aan te bieden in ruil voor de verlaagde inko
mende rechten op zjjn industrieele producten.
Van den anderen kant is het een onver
mijdelijke noodzakelijkheid, indien men in
verband met de slechte vooruitzichten van
den aanstaanden oogst een verhooging van de
broodprijzen, die met een hongersnood geljjk
■ouden staan, wil vermjjden. Wel is een ver
laging van graanrechten nog niet openljjk door
de regeering aangekondigd, maar de mogelijk
heid schemerde door in hetgeen de ministers
g z dagen naar aanleiding van Richter's
interpellatie over de opheffing van de graan
rechten in het Pruisisch huis van afgevaardigden
antwoordde.
Onder de agrariërs heerscht schrik en beven
over deze mogelijkheid. Vorst Bismarck, tegen
woordig bereid uit alleB wapenen te smeden
tegen de regeering, schjjnt gereed om zich aan
het hoofd eener agrarische fronde te plaatsen.
Ten slotte meent de Temps, dat de handels
tractaten van 1891 in de politieke geschiedenis
wellicht een aera aankondigen geheel verschil
lend van die, welke in 1879 begon met de bé-
keering van den rijkskanselier tot het protec
tionisme.
Te Berljjn zelf heerscht over de al of niet
opheffing de graanrechten zekere koortsachtige
spanning. Binnen weinige dagen verwacht
men van de regeering in dezen geest stappen.
Officieus wordt bericht, dat tot heden echter
betrekkelijk eene schorsing der heffing van
graanrechten nog geen besluit genomen is,
maar dat dit weldra zal genomen worden.
Onverwijld zal dan het te nemen besluit op
zoodanige wjjze bekend gemaakt worden, dat
er aan de bestaande onzekerheid een einde
gemaakt, waardoor aan de operaties in den
graanhandel eene vaste basis zal verschaft
worden.
In afwachting van de maatregelen der regee
ring in zake de zoo hoogst gewichtige graan
rechten zet Bismarck in zjjn Hamburgsch
orgaan onvermoeid den strjjd tegen zjjn op
volgers voort, waarbjj af en toe ook de natio-
naal-liberale partjj, die zich geretireerd houdt
van den gevallen rijkskanselier, enkele Seiten-
hiebe ontvangt.
Waar Bismarck de tegenwoordige regeering
critiseert neemt hjj tegeljjkertjjd de gelegenheid
waar om zjjn eigen politiek beleid te prjjzen.
Bjj zjjn retrospectieve beschouwingen over zjjn
staatkunde behoort het tot zjjn bjjzondere
liefhebberij om de huidige regeering haar
welwillende houding tegenover het centrum te
verwjjten, waarbjj hp dan tevens zich zelf vrjj
pleit van schuld aan den Kulturkampf en voor
dezen alleen de katholieke partjj verantwoor
delijk stelt.
Nog een der laatste nommers der Hamb.
Nachr. bevatte een artikel van dezen inhoud.
Edoch de Duitsche katholieke bladen bljjven
hem het antwoord niet schuldig. Met feiten
en datums toont o. a. de Köln. Volksztg aan,
dat Bismarck en Bismarck alleen de ziel was van
de geheele kerkeljjk-politieke wetgeving tegen
de katholieken, maar dat hjj, ondanks zjjn
trotsche woorden»Wjj gaan niet naar Canossa,
noch met het lichaam noch naar den geest,"
den terugtocht heeft moeten aanvaarden, en
den arbeid van Penelope verrichtend stuk voor
stuk zjjn kerkeljjk-politieke wetgeving weer
heeft afgebroken.
Wat nu het verwjjt van den ex-rjjkskanselier
betreft, dat zjjn opvolgers op goeden voet met
het centrum staan, zoo vraagt het katholieke
blad, of niet Bismarck den heer Windthorst
ernstiger voor zich heeft zoeken te winnen, dan
eenig ander staatsman dit heeft gedaan. En
is niet de onmiddeljjke aanleiding tot het
ontslag van den rijkskanselier geweest de in
tieme verhandelingen van hem met den heet
Winl horst na de rjjksdagverkiezingen
Bljjkbaar heeft de kluizenaar van Friedrichs-
ruh bjj het opmaken zjjner politieke rekening
deze als zoovele andere feiten uit het geheugen
verloren.
Nu de New-Foundlandsohe kwestie met
Frankrjjk tot een goed einde is gebracht,
schjjnt de Engelsche regeering ook ten opzichte
van de robbenvangst in de Behringzee met de
Vereenigde Staten een regeling te bespoedigen.
Door het lagerhuis werd de bill op de rob
benvangst, door den kanselier der schatkist
ingediend, waarbjj voor de Engelsche visschers
een tjjdperk zal worden bepaald voor de rob
benvangst in de Behringzee, met haastigen
spoed in eerste lezing aangenomen.
Zoodra president Harrison in kennis was ge
steld van Goschen's wetsontwerp, heeft hjj een
ministerraad bijeengeroepen, ter overweging
van het zenden van oorlogsschepen naar de
Behringzee, teneinde de robbenvangst te belet
ten, voor het geval besloten mocht worden de
vangst gedurende zekeren tjjd des jaars te ver
bieden. De vloot zou dan met de Engelsche
samenwerken. Het voorstel van Goschen wordt
door de Amerikaansche regeering beschouwd
als eene aanwijzing, dat het Engelsche kabinet
genegen is de voorstellen van president Har
rison aan te nemen.
Koningin Wilhelmina en hare vorstelijke
moeder in de Maasstad.
Na Amsterdam: Rotterdam.
Uit die volgorde spreekt bijzondere, wp zon
den haast zeggen vrouwelpke takt.
Rotterdam, dat de stad aan den Amstel en het
IJ naar den kroon steekt met zjjn handel en
scheepvaart, zal, hoe napvrig ook op hare
zuster in andere opzichten, haar het jaarlpksch
bezoek, dat van tjjden her de vorstelpke per
sonen haar brengen, niet misgunnen, want dat
komt haar als hoofdstad eerljjk toe. Maar of
de fiere stad aan de Maas het wel aardig
gevonden zou hebben, wanneer er geruime
tjjd verliep tusschen het eersfe bezoek van
Neerland's koningin aan Amsterdam en het
bewjjzen van eene zelfde beleefdheid aan haar,
de groote handelstad dat betwpfelen wjj.
De Rotterdammers dragen het hart hoog
vooral waar het hun stad geldt, met hare be
koorlijke, voordeelige ligging, haar toenemenden
bloei, haar grooten handel. De Rotterdam
mers zjjn gevoelig. Wee hem die hen mis
kent, of hun niet de eer bewjjst, die hun toe
komt.
Zp vertegenwoordigen een machtvraagt
het slechts in de kabinetten der ministers.
Maar wie hen erkent in al hun waarde
hun stad verheft, hun energie prjjst en voor
hun macht zich gevoelig toont, die vindt bp
hen wederkeerig sympathieen eenmaal die
geschonken worden zp iemand niet licht on
trouw.
Zouden de raadslieden der kroon dit begrepen
hebben, toen zp H.H. M.M. opwekten tot het
bezoek, dat heden werd gebracht Zp toonden
zich dan voorzeker goede raadgeversal valt
niet gansch te miskennen het bezwaar voor de
jonge koningin, of na het bezoek aan Am
sterdam zulk een drukke dag niet al te veel
van haar jeugdige krachten zou vergen.
Rotterdam toonde zich de eer van het be
zoek waardig en dit op prjjs te stellen.
Trouwens, behalve dat van wijlen prins Hen
drik, die eertjjds bjj vele gelegenheden in de stad
kwam, vooral voor zeevaart-belangen, en een
maal bjj een muziekfeest, maar wien natuurljjk,
hoe hartelpk en vol sympathie men hem altjjd be
groette, niet eenzelfde ontvangst te beurt viel
als aan een koning, behoorden vorsteljjke be
zoeken in de laatste twintig jaren tot de hooge
zeldzaamheden. Na den 15en Mei 1849, toen
Willem IH, dadelpk na zjjn intocht in 's Gra
venhage, zich haastte om van zjjne belangstel
ling te doen bljjken in een ramp een hevigen
brand die Rotterdam trof, heeft onze, het
vorig jaar overleden vorst Rotterdam slechts
enkele malen bezocht, o. a. bp het onthullen van
het standbeeld van Tollens, bjj het groote Oranje
feest, de onthulling van het standbeeld voor
'graaf Van Hogendorp en de laatste maal bjj de
opening van de schietbaan voor de scherp
schutters, toen Z. M. de gast was van den
commandant van dat corps, den heer A. van
Stolk. Des te meer reden was er dus heden
zich te verheugen in de beleefdheid, die de
koningin-regentes en onze koningin de stad
bewezen.
Van versieringen, eerebogen of lnidruchtige
festiviteiten was ditmaal natuurlpk geen sprake
met het oog op den rouw, die voor de vorste
ljjke personen nog niet is geëindigd.
Ware dit het geval niet geweest men
had op het gebied van uiterlpke teekenen van
vreugde en ingenomenheid zeker nog wat
anders gezien. Wp herinneren ons nog het
laatste vorsteljjk bezoek in 1871, toen koning
Willem III en koningin Sophie na hun zilve
ren huwelijksfeest hun joyeuse entree maak
ten in de stad. Welke sierlpke eerebogen
waren er toen opgericht, welke fraaie versierin
gen zelfs, en vooral in de minste buurten, bad
men aangebracht 1 Nu bepaalde het zich tot
een algemeenen vlaggentooi, tot het dragen
van Oranje, tot smaakvolle uitstallingen.
Maar wat vooral trof was de hartelijkheid,
de ongekuntstelde opgewondenheid, waarmee
het publiek overal de beide vorstinnen be
groette.
Eigenaardig is de gedachte geweest om de
hooge bezoeksters de stad van den Maaskant
te doen naderen.
Wie laat zich niet gaarne van zjjn schoonste
zjjde zien 1
Bovendien van uit en naar de zee ligt im«
mors Rotterdam's heil en voorspoed 11
r Daarom geen jagend stoompaardgeen
vliegende trein geen druk en meestal somber
station maar een sierljjko stoomboot, een fris-
eche, open vaart, een helder en ruim uitzicht.
Na des morgens te negen uren met gevolg
van 's Gravenhage over Loosduinen, Monster,
waar van paarden werd verwisseld, en 's Gra-
vezande naar den Hoek van Holland te zjjn
gereden, vonden de beide koninginnen, daar de
fraaie salonboot Merwede I van de bekende
reederjj der heeren Fop Smit Co geheel tot
ontvangst van zulk voornaam bezoek in orde
gebracht, en te acht uren met de gemeenteljjke
en andere autoriteiten aan boord van Rotter
dam vertrokken. Na de plechtige verwelko
ming bp monde van den burgemeester van
Rotterdam, den heer mr S. A. Yening Meinesz,
waren" de vorstelpke bezoeksters aan boord
gegaan, en werd de tocht aanvaard, terwijl
haar tevens aan boord een lunch werd aan
geboden.
Wp hadden het voorrecht, dank zp de wel
willendheid van genoemde heeren Fop Smit
om het hooge gezelschap te kunnen te gemoet
varen. Er waren natuurljjk met het oog op
het hooge bezoek beperkende bepalingen voor
de scheepvaart op de Maas gemaakt; maar
aan een zestigtal booten en vaartuigen was
het vergund een eigenaardig en sierljjk escorte
te vormen voor de boot, waarop de koninginnen
zich bevonden. Aan dat escorte was het alleen
veroorloofd de koniokljjke boot bjj het opvaren
van de rivier te volgen tot aan de Wil
lemsbrug en tot dat escorte behoorden ook
eenige booten van dezelfde heeren Fop Smit
Co. Deze hadden de zeer aardige attentie
gehad twee booten de Quakernaat I en de
Johan II beschikbaar te stellen voor ruim 800
weezen uit Rotterdam, het voormalig Delfsha-
ren en Charlois die daardoor een karakteristiek
eeregeleide voor de kleine koningin vormden,
Een derde boot de Merwede 11 was voor
genoodigden, en vertegenwoordigers der pers.
die allen op heusche wjjze werden geregaleerd.
Zoo voeren wp te half elf van Rotterdam
af de boot te gemoet, die met reikhalzend ver
langen door duizenden werd opgewacht.
Het was een verrnkkelpk schouwspel, al
die drukte aan de afvaart verbonden, waarbjj
tegenover de vroolpke menigte een naar Indië
vertrekkend transport kolonialen, onder wie,
wie weet hoevelen, als laatste redmiddel tot
heengaan besloten, een scherp contrast vormde,
Na een blik op de tallooze menigte, die
over de bruggen trok, welke oud en nieuw
Rotterdam van elkaar scheiden, voeren wjj
langs tal van versierde schepen, langs het
uitgestrekte nieuwe gebied van Rotterdam,
voorheen Delfshaven, voorbjj Schiedam, waar
honderden zich aan den oever der Maas ver-
eenigd hadden en de schutterp met muziek
aan het hoofd stond geschaard, tot dat wp
Vlaardingen in het gezicht hadden.
Toen bleven wp liggen. De weezen gaven
hun vreugde te kennen door het zingen van
een lied of brachten een ovatie aan den heer
Arie Smit, die boten op de brug der Merwede
II stond, als dank aan de firma Fop Smit voor
hare attentie.
In de verlustiging van dat alles werden wjj
gestoord, toen de Merwede I in het gezicht
kwam, kenbaar aan de koninklpke standaards,
Er heerschte algemeene belangstelling. Het
kostte natuurlpk moeite de passagiers te doen
gehoorzamen aan het bevel om te bljjven zitten.
Luide hoerah's van de schepen weerklonken,
hoewel van de vorstinnen natuurlpk voor wei-
nigen iets te zien was.
De koningin was gekleed in witte japon met
zwarten strik, zwart manteltje, witte hoed met
veer. Zp wuifde vriendeljjk met den zakdoek naar
de juichende menigte op de booten, wier aantal
nabjj Rotterdam steeds toenam en ten slotte
een zeer belangwekkende flotille vormde.
Jammer dat, hoewel het weer goed was,
juist dat fafereeltje niet met eenige stralen
der zon werd beschenen. Ontelbaar waren de
menschen-hoofden in het Park Rotterdam en
langs de boorden der rivier en bjj de rjjk
versierde keurige aanlegplaats. Op de daken
der huizen aanschouwde men overal menschen.
Nadat de vorstelpke boot eerst nog langs de
havens was gevaren om "de koninginnen van
het eenig schouwspel, dat door een photograai
aan boord onzer boot werd opgenomen, te
doen genieten, werd aangelegd en verlieten
HH. MM. de boot.
Te een uur waren wjj de Prinsessekade
te Fejjenoord genaderd, waar de hoofdpleoh-
tigheid van den dag zou plaats hebben: het
leggen van een gedenksteen door koningin
Wilhelmina op een plek, die weer spreekt
van vooruitgang en uitbreiding van Rotter
dam op het gebied van handel en scheepvaart.
Die Prinsessekade zou heden herdoopt worden
Koningin WHhelminakade f en was daarvoor
in feestdosch gestoken. Tal van vlaggen en
versieringen waren aangebracht.
Bjj het aan wal komen heette de burgemeester
de koningin welkom en noodigde haar uit tot
de steenlegging over te gaan door de teeke-
uing der oorkonde, welke hp voorlas. De
regentes antwoordde en betuigde haar warme
belangstelling in Rotterdam.
Daarna werd aan Koningin Wilhelmina een
prachtige zilveren kalkbak, truffel en hamer
aangeboden en volbracht zp de steenlegging.
De kleine vorstin kweet zich op allerliefste,
kinderlpke wjjze van de haar opgedragen taak.
Tjjdens de plechtigheid brak op eens weer
de zon door en verhoogde door haar glans het
schitterend geheel.
De gedenksteen, van hardsteen in den vorm
van een cartouche, is breed 2 M., hoog 1.30
M. en dik 0.70 M.; hjj bevat het volgende
opschrift
H. M. Wilhelmina
Koningin der Nederlanden
plaatste 30 Mei 1891 dezen gedenksteen bjj den bouw
der kade, die ter herinnering aan H. eerste beioek
aan Rotterdam Wilbelminakade" werd genoemd.
Vervolgens begaven de koninginnen zich
naar haar zetel. Op een estrade tegenover de
vorsteljjke tribune stonden een drieduizend
kinderen van openbare en bjjzondere scholen,
die, haar het Koninginnelied, gedicht van 1c.
Bikkers, muziek van G. B. van Krieken toezongen.
Daarna richtte de burgemeester weder het woord
tot de koningin.
Hjj herinnerde er aan dat Willem III vóór
40 jaren vergunde de eerste kade Willems
kade te noemendat Z. M. 23 jaar later bjj
de nieuwe uitbreiding den eersten steen
voor de Willemsbrug legde en thans weer
bjj de nieuwe uitbreiding Koningin Wil
helmina dezen gedenksteen legde. Hjj ein
digde met de betuiging van warme liefde
en trouw van Rotterdam aan de koningin en
de koningin-regentes.
De koningin bedankte voor het gesprokene
en gaf andermaal de verzekering van haar
belangstelling in den bloei van Rotterdam.
Daarna zongen de kinderen het liedBlijf
een, woorden van Nio. Beets en muziek van
Alex. W. A. Hejjblom,
Het:
«Heil Nassau-telg, Oranjebloem I
Heil, onze Koningin"
klönFkrachtig en liefzooals steeds het geval
is, waar talrpke kinderstemmen zich doen hooren.
Zoo ook trof vooral het couplet uit Blijf één,
waarin onze Beets, na eewt tot eendracht te
hebben aangespoord, die door »geen staats
party, geen godsdiensttwist" moge worden ver-
seheurd, den kinderen deze woorden in den
mond legt:
"Blijf één, blijf één, mjjn vaderland 1
Laat niets die kracht u rooven.
Schraag, als een eenig man den troon,
En meng geen wanklank in den toon
Yan 't oud "Oranje boven,"
Nadat de heer Bunk, de leider der kinderen4
aan de koningin was voorgesteld, begaven
HH. MM. zieh onder zingen van liederen door
de kinderen naar de rptuigen.
Na deze plechtigheid begaven de koningin
en de koningin-regentes zich in een rjjtuig;
bespannen met vier paarden, met een voor
rijder, gevolgd door zes andere rptuigen, waarin
het gevolg, en geëscorteerd door een detache
ment cavallerie, naar de driejaarljjksche schil-
derpen-tentoonstelling in de Academie van beel
dende kunsten en technische wetenschappen aan
de Coolvest, waar HH. MM. een half uur ver
toefden en alles met de meeste belangstelling
bezichtigden, om vervolgens een bezoek te
brengen aan de nieuwgebouwde burger-bewaar
school aan de Luthersche vest, waar zp ver
welkomd werden door den wethouder vaa
onderwjjs, jhr F. van Citters.
Op weg naar de teekenacademie zagen wjj
HH. MM. in de Boompjes, waar overal hartelpke
toejuichingen weerklonken en de fluiten der itt
de Maas liggende booten een oorrerdoovend en
vooral voor vrouwelpke ooren overweldigend
geluid maakten bjj wjjze van saluut.
Toen werden de hooge bezoeksters overvallen
door een hevige stortbui, die een kwartier
aanhield en zeer veel van het fraaie gezicht
op de Maas en het aangename van den tocht
benam.
In de Teekenacademie was een prachtige
trophee in de eerste zaal opgericht, waarin de
buste der koningin. De koningin-regentes gaf
haar bjjzondere ingenomenheid met de geljj»
kenis te kennen,
Yerder werden aan beide vorstinnen bou-
quetten aangeboden door de jonge juffrouwen
Lëder en Van Mol. Aan beide Koninginnen
werd een catalogus, in wit natgn gebonden es
op violet papier gedrukt ter hand gesteldi