N°. 126. 134e Jaargang. 1891. Maandag 1 Juni. BUITENLAND. Arie Smit, J. H. C. Heijse. J. J. van Kerkwijk, Mr P. C. J. Hennequin. Middelburg 30 Mei. Dene courant verschynt d a g e 1 ij k 8 met uitzondering van Zon- en Feestdagen: Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.i Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën20 cent per regel; Bij abonnement lager: Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten, benevens aüe dankbetuigingen; van 17 regels 1.50; iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Bij deze oourant behooren 2 Bijvoegsels Algemeen O verzicht. Beknopte Hlededeelingen. BB Hi 1)1) HIK I((.S(!li: (IIIIMM. The rm (mieter. Middelburg 30 Mei vm. 8 n. 61 gr. m. 12 u. 63 gr., av. 4 u. 63 gr. F. Verwacht Z. wind. Agenten te Vlissingen: P. G. de Vet Mestdagh Zoo», te Goes: A. A. W.Bolland, teKruiningen: F. v.d.Peul, teZierikzee: A.C. de Mooij, teTholen: W. A. Adrertentlifn ta» Nieuwxnhuijzbn en te TementenM. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de moeten des namiddags te één uur advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmar, te Rotterdam, de Gebr. Belintante, te 's Gravenhage, en A. de la Mas Azn., te Amsterdam. aan het bureau bezorgd zjjn, wille* Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daübe Cie., John F. Jones, opvolger. j tg des avonds nog worden opgenomen. Voor de zeer belangrijke verkiezingen, die op Dinsdag 9 Juni moeten plaats hebben voor leden der Tweede ka mer, bevelen wij ten dringendste bij de kiezers aan in het DISTRICT MIDDELBURG, DISTRICT GOES, DISTRICT ZIERIKZEE, (Aftredend lid.) DISTRICT OOSTBURG, Van het eene einde der wereld tot het andere brengen vrijhandel en protectionisme alles in rep en roer. Terwjjl Frankrjjk bezig is zich onder leiding van eenige verwoede protectio- nisten met een Chineeschen muur te omgeven, ■loten teWeenen de afgevaardigden van Duitsch- land en Oostenrjjk een handelstractaat, dat den band tusschen de beide bondgenooten nog nauwer moet toehalen. Hiermede niet tevre den zjjn in de Oostenr jjkscbe hoofdstad nieuwe onderhandelingen aangeknoopt die ten doel hebben behalve Zwitserland ook Servië en andere Balkan staten in de nieuwe handels liga op te nemen. Ja men spreekt er zelfs van, dat 's keizers reis naar Amsterdam even eens met deze plannen betrekkelijk een Euro- peesche tolunie in verband staat, waarin behalve Nederland ook België zou worden opgenomen. Het is alleszins verklaarbaar dat men vooral in Frankrjjk nauwkeurig deze economische evolutiën, welker totstandkoming ongetwijfeld ook gewichtige politieke gevolgen na zich zou. den sleepen, nauwkeurig gade slaat. In het bjjzonder vindt de Temps oorzaak om bjj deze omwenteling op economisch gebied op twee dingen te wijzen. In de eerste plaats aanschouwt men een beweging, die in ljjnrechte tegenspraak staat met de verklaring van zekere school, volgens wier beweren Frankrjjk slechts de algemeene strooming van dezen tjjd volgt door zich met losmaking van het stelsel der handelstractaten te omgeven met een dubbel versterkten muur van minimum en maximum tarieven. Het tegendeel toch is waar. De eoonomische reactie, door Bismarck in 1879 ontketend, heeft uitgewoed. Duitschland keert terug tot de traditie van den Zollverein. Het wil niet alleen een plaats inruimen voor zijn bondgenooten: Oostenrjjk en Italië, maar r alle produceerende naties in opnemen, die «zich tot hiertoe meer of minder binnen den handelskring van Frankrjjk bewogen. Nog verder wil men gaan. Te Berljjn loopen voortdurend geruchten, dat men alles in het werk stelt om ook met Rusland een dergeljjke conventie te sluiten. Dit zou de verwezenlijking «jjn van een vroeger ideaal van Bismarck, lang voordat hjj de groote zwenking in zjjn econo mische politiek maakte. Tegenwoordig toch bezweert de ex-rjjkskan- selierin zjjn Hamburgsch orgaan de agrariërs en vooral de nationaal-liberalen niets onbe proefd te laten om krachtig elk tractaat met Oostenrjjk of Rusland te bestrjjden, dat een verlaging der 'graanrechten in zich zou sluiten. Niemand ontkent echter, dat dez6 verlaging de sleutel is tot alle onderhandelingen. Van de eene zjjde is dit het equivalent, door Duitschland aan te bieden in ruil voor de verlaagde inko mende rechten op zjjn industrieele producten. Van den anderen kant is het een onver mijdelijke noodzakelijkheid, indien men in verband met de slechte vooruitzichten van den aanstaanden oogst een verhooging van de broodprijzen, die met een hongersnood geljjk ■ouden staan, wil vermjjden. Wel is een ver laging van graanrechten nog niet openljjk door de regeering aangekondigd, maar de mogelijk heid schemerde door in hetgeen de ministers g z dagen naar aanleiding van Richter's interpellatie over de opheffing van de graan rechten in het Pruisisch huis van afgevaardigden antwoordde. Onder de agrariërs heerscht schrik en beven over deze mogelijkheid. Vorst Bismarck, tegen woordig bereid uit alleB wapenen te smeden tegen de regeering, schjjnt gereed om zich aan het hoofd eener agrarische fronde te plaatsen. Ten slotte meent de Temps, dat de handels tractaten van 1891 in de politieke geschiedenis wellicht een aera aankondigen geheel verschil lend van die, welke in 1879 begon met de bé- keering van den rijkskanselier tot het protec tionisme. Te Berljjn zelf heerscht over de al of niet opheffing de graanrechten zekere koortsachtige spanning. Binnen weinige dagen verwacht men van de regeering in dezen geest stappen. Officieus wordt bericht, dat tot heden echter betrekkelijk eene schorsing der heffing van graanrechten nog geen besluit genomen is, maar dat dit weldra zal genomen worden. Onverwijld zal dan het te nemen besluit op zoodanige wjjze bekend gemaakt worden, dat er aan de bestaande onzekerheid een einde gemaakt, waardoor aan de operaties in den graanhandel eene vaste basis zal verschaft worden. In afwachting van de maatregelen der regee ring in zake de zoo hoogst gewichtige graan rechten zet Bismarck in zjjn Hamburgsch orgaan onvermoeid den strjjd tegen zjjn op volgers voort, waarbjj af en toe ook de natio- naal-liberale partjj, die zich geretireerd houdt van den gevallen rijkskanselier, enkele Seiten- hiebe ontvangt. Waar Bismarck de tegenwoordige regeering critiseert neemt hjj tegeljjkertjjd de gelegenheid waar om zjjn eigen politiek beleid te prjjzen. Bjj zjjn retrospectieve beschouwingen over zjjn staatkunde behoort het tot zjjn bjjzondere liefhebberij om de huidige regeering haar welwillende houding tegenover het centrum te verwjjten, waarbjj hp dan tevens zich zelf vrjj pleit van schuld aan den Kulturkampf en voor dezen alleen de katholieke partjj verantwoor delijk stelt. Nog een der laatste nommers der Hamb. Nachr. bevatte een artikel van dezen inhoud. Edoch de Duitsche katholieke bladen bljjven hem het antwoord niet schuldig. Met feiten en datums toont o. a. de Köln. Volksztg aan, dat Bismarck en Bismarck alleen de ziel was van de geheele kerkeljjk-politieke wetgeving tegen de katholieken, maar dat hjj, ondanks zjjn trotsche woorden»Wjj gaan niet naar Canossa, noch met het lichaam noch naar den geest," den terugtocht heeft moeten aanvaarden, en den arbeid van Penelope verrichtend stuk voor stuk zjjn kerkeljjk-politieke wetgeving weer heeft afgebroken. Wat nu het verwjjt van den ex-rjjkskanselier betreft, dat zjjn opvolgers op goeden voet met het centrum staan, zoo vraagt het katholieke blad, of niet Bismarck den heer Windthorst ernstiger voor zich heeft zoeken te winnen, dan eenig ander staatsman dit heeft gedaan. En is niet de onmiddeljjke aanleiding tot het ontslag van den rijkskanselier geweest de in tieme verhandelingen van hem met den heet Winl horst na de rjjksdagverkiezingen Bljjkbaar heeft de kluizenaar van Friedrichs- ruh bjj het opmaken zjjner politieke rekening deze als zoovele andere feiten uit het geheugen verloren. Nu de New-Foundlandsohe kwestie met Frankrjjk tot een goed einde is gebracht, schjjnt de Engelsche regeering ook ten opzichte van de robbenvangst in de Behringzee met de Vereenigde Staten een regeling te bespoedigen. Door het lagerhuis werd de bill op de rob benvangst, door den kanselier der schatkist ingediend, waarbjj voor de Engelsche visschers een tjjdperk zal worden bepaald voor de rob benvangst in de Behringzee, met haastigen spoed in eerste lezing aangenomen. Zoodra president Harrison in kennis was ge steld van Goschen's wetsontwerp, heeft hjj een ministerraad bijeengeroepen, ter overweging van het zenden van oorlogsschepen naar de Behringzee, teneinde de robbenvangst te belet ten, voor het geval besloten mocht worden de vangst gedurende zekeren tjjd des jaars te ver bieden. De vloot zou dan met de Engelsche samenwerken. Het voorstel van Goschen wordt door de Amerikaansche regeering beschouwd als eene aanwijzing, dat het Engelsche kabinet genegen is de voorstellen van president Har rison aan te nemen. Koningin Wilhelmina en hare vorstelijke moeder in de Maasstad. Na Amsterdam: Rotterdam. Uit die volgorde spreekt bijzondere, wp zon den haast zeggen vrouwelpke takt. Rotterdam, dat de stad aan den Amstel en het IJ naar den kroon steekt met zjjn handel en scheepvaart, zal, hoe napvrig ook op hare zuster in andere opzichten, haar het jaarlpksch bezoek, dat van tjjden her de vorstelpke per sonen haar brengen, niet misgunnen, want dat komt haar als hoofdstad eerljjk toe. Maar of de fiere stad aan de Maas het wel aardig gevonden zou hebben, wanneer er geruime tjjd verliep tusschen het eersfe bezoek van Neerland's koningin aan Amsterdam en het bewjjzen van eene zelfde beleefdheid aan haar, de groote handelstad dat betwpfelen wjj. De Rotterdammers dragen het hart hoog vooral waar het hun stad geldt, met hare be koorlijke, voordeelige ligging, haar toenemenden bloei, haar grooten handel. De Rotterdam mers zjjn gevoelig. Wee hem die hen mis kent, of hun niet de eer bewjjst, die hun toe komt. Zp vertegenwoordigen een machtvraagt het slechts in de kabinetten der ministers. Maar wie hen erkent in al hun waarde hun stad verheft, hun energie prjjst en voor hun macht zich gevoelig toont, die vindt bp hen wederkeerig sympathieen eenmaal die geschonken worden zp iemand niet licht on trouw. Zouden de raadslieden der kroon dit begrepen hebben, toen zp H.H. M.M. opwekten tot het bezoek, dat heden werd gebracht Zp toonden zich dan voorzeker goede raadgeversal valt niet gansch te miskennen het bezwaar voor de jonge koningin, of na het bezoek aan Am sterdam zulk een drukke dag niet al te veel van haar jeugdige krachten zou vergen. Rotterdam toonde zich de eer van het be zoek waardig en dit op prjjs te stellen. Trouwens, behalve dat van wijlen prins Hen drik, die eertjjds bjj vele gelegenheden in de stad kwam, vooral voor zeevaart-belangen, en een maal bjj een muziekfeest, maar wien natuurljjk, hoe hartelpk en vol sympathie men hem altjjd be groette, niet eenzelfde ontvangst te beurt viel als aan een koning, behoorden vorsteljjke be zoeken in de laatste twintig jaren tot de hooge zeldzaamheden. Na den 15en Mei 1849, toen Willem IH, dadelpk na zjjn intocht in 's Gra venhage, zich haastte om van zjjne belangstel ling te doen bljjken in een ramp een hevigen brand die Rotterdam trof, heeft onze, het vorig jaar overleden vorst Rotterdam slechts enkele malen bezocht, o. a. bp het onthullen van het standbeeld van Tollens, bjj het groote Oranje feest, de onthulling van het standbeeld voor 'graaf Van Hogendorp en de laatste maal bjj de opening van de schietbaan voor de scherp schutters, toen Z. M. de gast was van den commandant van dat corps, den heer A. van Stolk. Des te meer reden was er dus heden zich te verheugen in de beleefdheid, die de koningin-regentes en onze koningin de stad bewezen. Van versieringen, eerebogen of lnidruchtige festiviteiten was ditmaal natuurlpk geen sprake met het oog op den rouw, die voor de vorste ljjke personen nog niet is geëindigd. Ware dit het geval niet geweest men had op het gebied van uiterlpke teekenen van vreugde en ingenomenheid zeker nog wat anders gezien. Wp herinneren ons nog het laatste vorsteljjk bezoek in 1871, toen koning Willem III en koningin Sophie na hun zilve ren huwelijksfeest hun joyeuse entree maak ten in de stad. Welke sierlpke eerebogen waren er toen opgericht, welke fraaie versierin gen zelfs, en vooral in de minste buurten, bad men aangebracht 1 Nu bepaalde het zich tot een algemeenen vlaggentooi, tot het dragen van Oranje, tot smaakvolle uitstallingen. Maar wat vooral trof was de hartelijkheid, de ongekuntstelde opgewondenheid, waarmee het publiek overal de beide vorstinnen be groette. Eigenaardig is de gedachte geweest om de hooge bezoeksters de stad van den Maaskant te doen naderen. Wie laat zich niet gaarne van zjjn schoonste zjjde zien 1 Bovendien van uit en naar de zee ligt im« mors Rotterdam's heil en voorspoed 11 r Daarom geen jagend stoompaardgeen vliegende trein geen druk en meestal somber station maar een sierljjko stoomboot, een fris- eche, open vaart, een helder en ruim uitzicht. Na des morgens te negen uren met gevolg van 's Gravenhage over Loosduinen, Monster, waar van paarden werd verwisseld, en 's Gra- vezande naar den Hoek van Holland te zjjn gereden, vonden de beide koninginnen, daar de fraaie salonboot Merwede I van de bekende reederjj der heeren Fop Smit Co geheel tot ontvangst van zulk voornaam bezoek in orde gebracht, en te acht uren met de gemeenteljjke en andere autoriteiten aan boord van Rotter dam vertrokken. Na de plechtige verwelko ming bp monde van den burgemeester van Rotterdam, den heer mr S. A. Yening Meinesz, waren" de vorstelpke bezoeksters aan boord gegaan, en werd de tocht aanvaard, terwijl haar tevens aan boord een lunch werd aan geboden. Wp hadden het voorrecht, dank zp de wel willendheid van genoemde heeren Fop Smit om het hooge gezelschap te kunnen te gemoet varen. Er waren natuurljjk met het oog op het hooge bezoek beperkende bepalingen voor de scheepvaart op de Maas gemaakt; maar aan een zestigtal booten en vaartuigen was het vergund een eigenaardig en sierljjk escorte te vormen voor de boot, waarop de koninginnen zich bevonden. Aan dat escorte was het alleen veroorloofd de koniokljjke boot bjj het opvaren van de rivier te volgen tot aan de Wil lemsbrug en tot dat escorte behoorden ook eenige booten van dezelfde heeren Fop Smit Co. Deze hadden de zeer aardige attentie gehad twee booten de Quakernaat I en de Johan II beschikbaar te stellen voor ruim 800 weezen uit Rotterdam, het voormalig Delfsha- ren en Charlois die daardoor een karakteristiek eeregeleide voor de kleine koningin vormden, Een derde boot de Merwede 11 was voor genoodigden, en vertegenwoordigers der pers. die allen op heusche wjjze werden geregaleerd. Zoo voeren wp te half elf van Rotterdam af de boot te gemoet, die met reikhalzend ver langen door duizenden werd opgewacht. Het was een verrnkkelpk schouwspel, al die drukte aan de afvaart verbonden, waarbjj tegenover de vroolpke menigte een naar Indië vertrekkend transport kolonialen, onder wie, wie weet hoevelen, als laatste redmiddel tot heengaan besloten, een scherp contrast vormde, Na een blik op de tallooze menigte, die over de bruggen trok, welke oud en nieuw Rotterdam van elkaar scheiden, voeren wjj langs tal van versierde schepen, langs het uitgestrekte nieuwe gebied van Rotterdam, voorheen Delfshaven, voorbjj Schiedam, waar honderden zich aan den oever der Maas ver- eenigd hadden en de schutterp met muziek aan het hoofd stond geschaard, tot dat wp Vlaardingen in het gezicht hadden. Toen bleven wp liggen. De weezen gaven hun vreugde te kennen door het zingen van een lied of brachten een ovatie aan den heer Arie Smit, die boten op de brug der Merwede II stond, als dank aan de firma Fop Smit voor hare attentie. In de verlustiging van dat alles werden wjj gestoord, toen de Merwede I in het gezicht kwam, kenbaar aan de koninklpke standaards, Er heerschte algemeene belangstelling. Het kostte natuurlpk moeite de passagiers te doen gehoorzamen aan het bevel om te bljjven zitten. Luide hoerah's van de schepen weerklonken, hoewel van de vorstinnen natuurlpk voor wei- nigen iets te zien was. De koningin was gekleed in witte japon met zwarten strik, zwart manteltje, witte hoed met veer. Zp wuifde vriendeljjk met den zakdoek naar de juichende menigte op de booten, wier aantal nabjj Rotterdam steeds toenam en ten slotte een zeer belangwekkende flotille vormde. Jammer dat, hoewel het weer goed was, juist dat fafereeltje niet met eenige stralen der zon werd beschenen. Ontelbaar waren de menschen-hoofden in het Park Rotterdam en langs de boorden der rivier en bjj de rjjk versierde keurige aanlegplaats. Op de daken der huizen aanschouwde men overal menschen. Nadat de vorstelpke boot eerst nog langs de havens was gevaren om "de koninginnen van het eenig schouwspel, dat door een photograai aan boord onzer boot werd opgenomen, te doen genieten, werd aangelegd en verlieten HH. MM. de boot. Te een uur waren wjj de Prinsessekade te Fejjenoord genaderd, waar de hoofdpleoh- tigheid van den dag zou plaats hebben: het leggen van een gedenksteen door koningin Wilhelmina op een plek, die weer spreekt van vooruitgang en uitbreiding van Rotter dam op het gebied van handel en scheepvaart. Die Prinsessekade zou heden herdoopt worden Koningin WHhelminakade f en was daarvoor in feestdosch gestoken. Tal van vlaggen en versieringen waren aangebracht. Bjj het aan wal komen heette de burgemeester de koningin welkom en noodigde haar uit tot de steenlegging over te gaan door de teeke- uing der oorkonde, welke hp voorlas. De regentes antwoordde en betuigde haar warme belangstelling in Rotterdam. Daarna werd aan Koningin Wilhelmina een prachtige zilveren kalkbak, truffel en hamer aangeboden en volbracht zp de steenlegging. De kleine vorstin kweet zich op allerliefste, kinderlpke wjjze van de haar opgedragen taak. Tjjdens de plechtigheid brak op eens weer de zon door en verhoogde door haar glans het schitterend geheel. De gedenksteen, van hardsteen in den vorm van een cartouche, is breed 2 M., hoog 1.30 M. en dik 0.70 M.; hjj bevat het volgende opschrift H. M. Wilhelmina Koningin der Nederlanden plaatste 30 Mei 1891 dezen gedenksteen bjj den bouw der kade, die ter herinnering aan H. eerste beioek aan Rotterdam Wilbelminakade" werd genoemd. Vervolgens begaven de koninginnen zich naar haar zetel. Op een estrade tegenover de vorsteljjke tribune stonden een drieduizend kinderen van openbare en bjjzondere scholen, die, haar het Koninginnelied, gedicht van 1c. Bikkers, muziek van G. B. van Krieken toezongen. Daarna richtte de burgemeester weder het woord tot de koningin. Hjj herinnerde er aan dat Willem III vóór 40 jaren vergunde de eerste kade Willems kade te noemendat Z. M. 23 jaar later bjj de nieuwe uitbreiding den eersten steen voor de Willemsbrug legde en thans weer bjj de nieuwe uitbreiding Koningin Wil helmina dezen gedenksteen legde. Hjj ein digde met de betuiging van warme liefde en trouw van Rotterdam aan de koningin en de koningin-regentes. De koningin bedankte voor het gesprokene en gaf andermaal de verzekering van haar belangstelling in den bloei van Rotterdam. Daarna zongen de kinderen het liedBlijf een, woorden van Nio. Beets en muziek van Alex. W. A. Hejjblom, Het: «Heil Nassau-telg, Oranjebloem I Heil, onze Koningin" klönFkrachtig en liefzooals steeds het geval is, waar talrpke kinderstemmen zich doen hooren. Zoo ook trof vooral het couplet uit Blijf één, waarin onze Beets, na eewt tot eendracht te hebben aangespoord, die door »geen staats party, geen godsdiensttwist" moge worden ver- seheurd, den kinderen deze woorden in den mond legt: "Blijf één, blijf één, mjjn vaderland 1 Laat niets die kracht u rooven. Schraag, als een eenig man den troon, En meng geen wanklank in den toon Yan 't oud "Oranje boven," Nadat de heer Bunk, de leider der kinderen4 aan de koningin was voorgesteld, begaven HH. MM. zieh onder zingen van liederen door de kinderen naar de rptuigen. Na deze plechtigheid begaven de koningin en de koningin-regentes zich in een rjjtuig; bespannen met vier paarden, met een voor rijder, gevolgd door zes andere rptuigen, waarin het gevolg, en geëscorteerd door een detache ment cavallerie, naar de driejaarljjksche schil- derpen-tentoonstelling in de Academie van beel dende kunsten en technische wetenschappen aan de Coolvest, waar HH. MM. een half uur ver toefden en alles met de meeste belangstelling bezichtigden, om vervolgens een bezoek te brengen aan de nieuwgebouwde burger-bewaar school aan de Luthersche vest, waar zp ver welkomd werden door den wethouder vaa onderwjjs, jhr F. van Citters. Op weg naar de teekenacademie zagen wjj HH. MM. in de Boompjes, waar overal hartelpke toejuichingen weerklonken en de fluiten der itt de Maas liggende booten een oorrerdoovend en vooral voor vrouwelpke ooren overweldigend geluid maakten bjj wjjze van saluut. Toen werden de hooge bezoeksters overvallen door een hevige stortbui, die een kwartier aanhield en zeer veel van het fraaie gezicht op de Maas en het aangename van den tocht benam. In de Teekenacademie was een prachtige trophee in de eerste zaal opgericht, waarin de buste der koningin. De koningin-regentes gaf haar bjjzondere ingenomenheid met de geljj» kenis te kennen, Yerder werden aan beide vorstinnen bou- quetten aangeboden door de jonge juffrouwen Lëder en Van Mol. Aan beide Koninginnen werd een catalogus, in wit natgn gebonden es op violet papier gedrukt ter hand gesteldi

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1891 | | pagina 1