W oensdag
20 Mei.
N°. 116
134e Jaargang.
1891;
Middelburg 19 Mei
Dene courant verschijnt d a g e 1 k
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën20 cent per regel: Bij abonnement lager:
Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten, benevens aïïa
dankbetuigingen; van 17 regels 1.50;
iedere regel meer ƒ0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
VOOR EN TEGEN.
MDDELBIRGSGRECOURANT.
The nunmeter.
Middelburg 19 Mei tm. 8 u. 48 gr.
m. 12 u. 50 gr., av. 4 u. 58 gr. F.
Verwacht W. wind.
Agenten te Vlissingen: P. G. de Vet Mestdagh Zoo», te Goes: A. A. W. Bolland, te KrainingenF. y. d. Peijl, te Zieriksee: A. C. de Mooij, teTholen: W. A.
tan Nieuwïnhtjijzï» en te Terneusen: M. de Joh&e. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de
adverten tie-bureau's van Nijgh Vak Ditkak, te Botterdam, de Gebb. Beliktante, te 's Gravenhage, en A. de la Mae. Azk., te Amsterdam.
Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publieité étrangère G. L. Dal be Cie., Johk F. Jokes, opvolger.
Advertentiën
moeten des namiddags te één uur
aan het bureau bezorgd zjjn, wille»
zjj des avonds nog worden opgenomen.
Den heer mr W. A, van Hoek.
Amice
Het zou onbeleefd zijn uw amicaal briefje
niet te beantwoorden.
Ik was dus niet mors dood door het na
schrift van den hoofdredacteur, maar het
was noodig dat gij, hoofdcommissaris van
de Middelburgsche courant en voorzitter der
liberale kiesvereeniging Eendracht maakt
machtals vriend mij iu het openbaar nog
den genadestoot kwaamt geven.
Met een Franschen slag hebt gij getracht
de aandacht van de hoofdkwestie af te leiden.
Het constateeren van het feit, dat de leus
voor uitbreiding van het kiesrecht tot de
uiterste grens, die de grondwet toelaat, door
de keuzen, die de liberalen deden, zoo van
bestuurders als van candidaten, wordt tegen
gesproken, wordt door u genoemd eene
appreciatie.
Mg wel.
Wijselijk, van uw standpunt, wijst gij ech
ter mijn voorstel af om de proef op de som
te nemen en ruiterlijk aan de leden uwer
kiesvereeniging de vraag te onderwerpen
wat is uw beginsel in zake kieswet-uitbreiding?
De liberale partij of liever bare koks en
dat is mijn grief maken een schoteltje klaar
voor de verkiezingen en doen daar een
sausje van algemeen kiesrecht bij, voor de
leus.
En familie wordt de spijs echter zonder
de saus genuttigd en dat noemt mep
opportunistische politiek.
Toch houd ik mij overtuigd, dat, zoodra
de splitsing in de liberale partij, die komen
moet, tot stand gekomen zal zijn, gij zelf
een van de eersten zult wezen om u te ver'
heugen, dat de dampkring gezuiverd is van
alle dubbelzinnigheid.
Middelburg, Steeds gaarne,
18 Mei 1891. tt.
M. JACQ. DE WITT HAMER.
Zaterdag namiddag hield de antirevolution
naire kiesvereeniging Vreest God en eert den
Koning te Serooskerke eene buitengewone,
voor de kiezers toegankelijke vergadering,
waarin de heer mr C. Lucasse, afgevaardigde
ter Tweede kamer voor net kiesdistrict Mid
delburg, zich bereid verklaard had eene spreek
beurt te vervullen.
De opkomst was goedde zaal waé gevuld,
naar onze schatting, door een zestig- of zeven
tigtal hoorders, waaronder ook eenige uit de
omliggende gemeenten-.
De spreker begon met uiteéïi te zetten wat
naar zjjne meening de antirevolutionnaire
partjj is en wil- ZÖ is zeide bjj die
staatkundige party, die de souvereiniteit Gods
stelt boven die der menscheljjfee rede en zjj
-staat principieel tegenover de beginselen en
ideeën der revolutie, die zich na de om-wen-
-Jteling op het laatBt der vorige eeuw vooral
ï.in Frankrijk ontwikkelden. Die partjj verzet
■aich tegen de leuze: >geen God, geen mees
ter tegen de richting die geen meester
boven zich wil en vrjjheid, geljjkheid en
broederschap als kernspreuk voert. De anti
revolutionnaire party wil het volk terugbren
gen tot het karakter, dat het droeg sedert den
tjjd der hervorming, zooals het geleid is onder
het bestuur der vorsten van Oranje. Het ge
loof onzer vaderen wenscht de antirevolution
naire partjj te behouden en dat geloof wil zjj
niet alleen binnenskamers belgden, maar ook
op het maatschappeljjk en op het staatkundig
terrein. Wat we zjjn moeten we geheel zjjn
en al naar mate men zich op geloovig chris-
teljjk standpunt stelt, zal men willen dat het
bestuur des lands in dien geest worde gevoerd,
want bjj slot van rekening zjjn de bestuurders
ook menachen, wier beginselen van invloed
zjjn op hunne handelingen.
.Na die uiteenzetting zeide de spreker dat
In .tegenstelling met de antirevolutionnaire
party de liberale, zoolang zjj aan het be
wind was, getoond heeft geen ander begin
sel op staatkundig terrein te hebben dan dat
van het ongeloof.
Om dat te bewyzen behoefde spreker slechts
te wjjzea op de mayier, w»«op bet pnderwjjs
in ons land geregeld is en hoe men van liberale
zjjde er steeds op nit was om het onderwjjs
afkeerig te maken van den godsdienst, los te
maken van alle godsdienstig geloof.
Daarom is het plicht, als men meent dat
zulk eene richting ons volk ten verderve voert,
die beginselen met alle geoorloofde middelen
te bestrjjden.
De anti-revolutionnaire partjj is, gesteund
door de Boomsch-katholieke, sinds een drietal
jaren aan het roer geweest en heeft samen
met die partjj de meerderheid in de Tweede
kamer, tengevolge waarvan de regeering des
lands in handen van anti-liberale personen
gekomen is.
Na erop gewezen te hebben dat de beginselen,
door Groen van Prinsterer in woord en gesohrift
uiteengezet, in ons volk wortel geschoten heb
ben en het door hem gestrooide zaad ontkiemd
is, stelde de heer Lucasse in het licht dat
vooral de wet-Kappeyne, die van de scherpe
resolutie, veel heeft toegebracht om het volk
de oogen te openen voor wat de liberale partij
verlangde en velen, die tot 1878 niet met de
anti-revolutionnaire party konden medegaan,
dat nadien wel deden, omdat zjj de weelderige
wjjze, waarop de liberale party het onderwjjs
inrichtte en waardoor zjj de schatkist uitputte,
niet goedkeurden.
De liberale partjj had met de dure onderwjjs-
wet haar graf gedolvenen toen na de grond
wetsherziening van 1887 en het uitbreiden van
het kiesrecht in 1888 de stembus geopend werd
bleek dat de meerderheid van de liberale party
was overgeslagen naar de anti-liberalen.
De party verhouding maakte samenwerking
van anti-revolutionnairen en Roomsch-katho-
lieken noodig en daarover is van de tegen
standers heel wat kwaads gezegdzelfs werd
beweerd dat de anti-revolutionnairen met Rome
een monsterverbond hadden gesloten. Wat
daarvan aan is leert de behandeling van de
iegerwet.
Br bestond geen verbond tusschen Rome en
Dordt, maar tengevolge van het bestuur der
liberalen, die eene richting heen wilden, welke
tot ongeloof leiden moeBt, konden de Roomsch-
katholieken niet meer met de liberalen mede
gaan en kwam samenwerking tusschen hen
en de anti-revolutionnairen tot stand. Zulke
samenwerking is volstrekt niet ongeoorloofd;
ook Groen van Prinsterer was daar niet tegen
Die samenwerking had tengevolge dat niet
een zuiver anti-revolutionnair ministerie kon
optredende anti-revolutionnaire party telde
28 kamerleden, de roomsch-katholieken waren
27 leden sterk en de liberale party had nog
45 vertegenwoordigers. Alleen vereenigd hadden
de anti-liberalen de meerderheid.
Spreker toonde verder aan dat de veranderde
regeering bjj hare voorstanders veel vreugde
wekte en de liberalen zeer ontstemde. De
laatsten beweerden dat weldra de openbare
school zou worden leeggepompt, de onderwjjzers
aan den dyk gezet en de kweekscholen opgehe
ven zouden wordendat de benoemingen den
geestverwanten zonden ten goede komendat
de inquisitie zou ingevoerd worden en brand
stapels zouden verrjjzen. Wat is van alles
uitgekomen? vroeg spreker en het antwoord
daarop luidde: niets. Hjj wees er op dat wat
benoemingen betreft het bestuur der anti
liberalen getoond heeft strikt eerljjk te zjjn
door èn geestverwanten èn tegenstanders te
benoemenvan de laatsten zelfs meer dan van
de eersten.
Ook werd van liberale zjjde beweerd dat de
rechterzijde niet tot regeeren bekwaam was en
toen bleek dat die bewering geen steek hield
kwam men met de klacht dat de anti-liberale
regeering weinig of niets deed.
Om dit tegen te spreken ging de heer Lucasse,
aan de hand van het regeeringsprogram van
2 Mei 1888, ha, wat door de tegenwoordige
regeering tot stand is gebracht.
Zy beloofde dat het openbaar onderwjjs haar
een voortdurende zorg zon zjjn. Welnu zy heeft
eene wjjziging in de onderwjjswet tot stand
gebracht, waardoor haar een monument is ge
sticht in het hart van het volk en waardoor
zjj den feilen strjjd op onderwysgebied temperde
en verzachtte. De anti-revolntionnairen zjjn
daarmede tevreden doch niet voldaan, want het
Christeljjk onderwjjs staat nog niet geheel geljjk
met het staatsonderwys, wat spreker door cjjfers
aantoonde.
Nu is wel beweerd dat een onderwyswet als
de onderhavige ook van de liberalen had kunnen
komen, maar, vroeg spreker, waarom deden ze
het dan niet?
De regeering beloofde verder verbetering van
verschillende wetten te bevorderen. Op sociaal
gebied bracht zjj tot stand de wet op den over»
matigen arbeid van vrouwen en kinderen en
riep zy een staatscommissie in het leven om
bowetoJffen je verzamelen teneinde te ftuanen
overwegen wat voor den workman kan worden
gedaan zjj gaf de 'wet óp de pensioenen voor
burgerljjke ambtenaren, die de liberale partjj
zoo lang ze aan 't roer was niet aanroerde, en
zjj diende in een ontwerpwet tot waarborging
van het loon van den werkman.
Verder is de regeering niet ongenegen kamers
van arbeid op te richten en wil zy trachten
den landbouw meer tegemoet te komen.
Dat laatste toonde zjj reeds door de wet tot
voorkoming van bedrog in den boterhandel tot
stand te brengen, drie landbouw-proefstations
op te richten, landbouw-leeraars aan te stellen
40.000 te geven tot ondersteuning van de
paardenfokkerij en door het x. g. n. paarden
wetje den landbouwer tegemoet te komen en
een belemmering weg te nemen. Voorts is in
uitzicht gesteld eene hèrziening der personeele
belasting en hoewel een daartoe strekkend
voorstel nog niet is ingekomen zal dat
als de spreker wel iB ingelicht zeer ten
voordeele van den landbouw strekken.
De heer Lucasse gaf gaarne toe dat de land
bouwende stand daarmede nog niet geheel en
al is geholpen, want, ook al heeft de regeering
veel gedaan, de landbouw bljjft in kwijnenden
toestand.
Spreker, hoezeer voor vrjjen handel zijnde
zou er daarom niet op tegen hebben in buiten
gewone omstandigheden buitengewone middelen
toe te passen en zich niet verklaren tegen een
matig invoerrecht op granen, waardoor de
landbouwers eenigszins konden worden geholpen.
Mogeljjk zal deze regeering in dien geest ook
voor den landbouw werkzaam willen zjjn en
daarvoor in de gelegenheid wezen bjj de herzie
ning onzer handelstarieven. Voor die herziening
is reeds eene commissie benoemd en daarin
hebben vier leden zitting, die wel voor protectie
zjjn.
Na er nog op gewezen te hebben, hoe ook
door oprichting van kamers van landbouw de
landbouw zou kunnen gebsbt worden, stelde
spreker in het licht wat de regeering voor
handel en ny verheid deed. Hjj wees op de
spoorwegovereenkomsten, waardoor een belem
mering in het verkeer is weggenomen, op de
afschaffing der rechten op het Noordzee-kanaal,
voor den handel van belang, als ook op de
postwet, waardoor de kosten van het brieven
vervoer verminderd zjjn en de Zondagsrust
toegenomen.
Eindelijk heeft de regeering nog de bank-
wet tot stand gebracht, waardoor de schatkist
belangrjjk iB bevoordeeld.
Een regeling van de administratieve recht
spraak heeft de regeering nog niet tot stand
gebracht, doch dat mag haar niet geweten
worden, wijl het een hoogst moeilyk en veel
tjjd vereischend werk is. Trouwens de liberalen
hebben het reeds in 1848 beloofd en tot 1888
hebben zjj het niet gedaan.
Daarna zette de heer Lucasse uiteen hoede
regeering de nieuwe voorschriften der grondwet
in uitvoering bracht. Ingediend of tot stand
gebracht werden de wet, regelende de verkies
baarheid voor leden der Eerste kamer, het
wetsontwerp op de inundatiën, dat op den
staat van oorlog en beleg, de wet op 's rjjks
waterstaat en het wetsontwerp tot régeling
van den krygsdienst. Al deed zjj niets anders,
dan deed zy hiermede reedB iets, waarop de
liberalen jaloersch moeten zjjn waren die aan
het roer geweest, dan zouden die wetsontwerpen
er nog niet gekomen zjjn.
Van liberalen kant is beweerd dat de regeering
reeds met een kieswet had moeten komen
dooh het is 'zeer de vraag of het wenschelyk
was kort na de verkiezing in 1888 een nieuwe
kieswet te ontwerpen. Bovendien schrjjft de
grondwet voor dat rekening moet gehouden
worden met zekeren maatschappeljjken welstand
der kiezers. Eene regeling der personeele be
lasting is daarvoor mogeljjk noodig. Eindelyk
heeft er, doordien de liberalen dén minister
van koloniën lieten vallen, eene verandering
in de hoofden van de departementen plaats
gehad, die hier van invloed zjjn kan.
De regeering heeft verder bjj haar optreden
beloofd te zullen trachten vermeerdering van
uitgaven tegen te gaan, te streven naar bezui
niging en verhooging van lasten te voorkomen.
De lasten zjjn niet verzwaard, ofschoon het
vrjj onderwijs een millioen heeft geëiBcht en
zonder dat leeningen behoefden gesloten te
worden.
De regeering zal ook niet ongeneigd zjjn de
belastingen op zout en zeep af te schaffen, ten
minste gedeeltelijk, mits zjj maar een equiva
lent vinden kan. Misschien dat de herziening
der handelstarieven daarin voorziet.
Wat betreft eene belasting op het roerend
vermogen, daarvan was spreker een voorstan
der. De regeering heeft beloofd een wetsont
werp in te dienen en zal dat ook doen als zy
aan bat roer bljjft. Verder isookde regeering
niet ongenegen de staatsloterij af te schaffen
dit is niet dadelijk doenlykdaarom wil zjj
langzatne inkrimping.
Den minister van financiën is verweten dat
hjj heeft stilgezeten. Hjj heeft echter, zeide de
heer Lucasse, de bankwet en de pensioenwet
tot stand gebracht, een wetsontwerp ingediend
op de belasting op de ongebouwde eigendom
men en een tot herziening van de regeling der
plaatselijke belastingen.
Ook op koloniaal gebied heeft de regeering
niet stilgezeten. Zjj is met gematigdheid te
werk gegaan bjj de heffing en invordering van
de belastingen en heeft die beter geregeld,
Voorts heeft zjj openbare werken aangelegd,
de zending in lndië bevorderd en het opium
gebruik tegengegaan.
Op koloniaal gebied is nog niet gedaan wat
gedaan moest worden en wat men by het op
treden van den minister Keuchenius verwachtte
De liberalen hebben hem echter den 31 Januari
1890 het ministerieel leven ontnomen en daar
door het ministerie verhinderd uit te voeren
wat het wilde.
Achtereenvolgens noemde spreker nog ver
schillende wetten op, die buiten de reeds ge
noemde door de regeering zjjn tot stand gebracht
en ingediend en beriep hjj zich verder op prof.
Buys, die verklaarde dat de tegenwoordige
regeering wel degelyk veel had gedaan en veel
had gewerkt. De heer Lucasse gaf toe dat de
regeering nog meer had kunnen doen, maar hjj
meende als verzachtende omstandigheden te
mogen noemen, dat zjj bjj haar optreden vreemd
was aan het staatsbeleid en dat de regeering
toen zjj 't roer in handen kreeg geene
ambtenaren harer richting aan de departementen
waren. De val van den minister Keuchenius
de ziekte en de dood van Z. M. den koning
hadden voorts ook invloed op hun arbeid.
Verder besprak de heer Lucasse de stedenwet,
hoe die in de Tweede kamer, met behulp van
enkele liberalen, aangenomen ia en hoe sjj docr
de Eerste kamer werd verworpen; en hjj uitte
de vrees dat, wanneer de ingediende vaccine-
wet in behandeling komt, haar een geljjk lot
zal besehoren zjjn. Aan die wet toch is te
veel een anti-revolutionnair reukje voor de libe
rale Eerste kamer.
Spreker keurde het voorts af dat de Eerste
kamer niet dezelfde kleur heeft als de Tweede.
Hjj zou het daarom wenschelyk vinden dat de
Eerste kamer werde gekozen door dezelfde kie
zers, die de leden der Tweede kamer aanwyzen,
uit eene zekere groep van personen en desnoods
met een trap.
Na deze uiteenzetting van wat de anti
liberale regeering heeft beloofd en gewrocht
vroeg spreker wat van de liberalen te wach
ten is, en hjj antwoordde er op dat deze het
alleen eens zjjn over leerplicht en over eene
progressieve inkomsten-belasting. Tegen leer
plicht is spreker ten zeerste gekant, omdat het
niets anders zal zjjn dan schoolplicht, die de
macht van de ouders overbrengt op den staat
Ook tegen een progressieve inkomsten-belasting
had Bpreker bezwaar, wjjl hjj vreesde dat uit
eene zoodanige rjjks-inkomsten-belasting nood
wendig ongeljjke druk zou volgen, wat hjj door
eenige voorbeelden te noemen verduideljjkte.
Ten laatste herhaalde spreker nog dat de
beginselen der liberalen op ongeloof gebaseerd
zjjn of daarop nitloopen. Hjj heeft onder de
liberalen vrienden, die niet afkeerig zjjn van
den godsdienst, maar toch bljjft bjj volhouden
dat het beginsel tot den weg naar het onge
loof leidt en dat sociaal-democraten, leden der
Volksparty, radicalen en liberalen, hoezeer de
een verder gaat dan de ander, allen leden zyn
van éen gezin.
Spreker ontkende verder dat de anti-revo
lutionnaire party in de kamer een zekere kerk
dient, wat reeds door hare samenstelling be
wezen wordtzjj omvat ongeveer 20 leden der
N. H., 4 of 5 der N. Ger. en 2 der Chr, Ger.
kerk.
Met eene opwekking aan de kiezers om de
regeering te steunen bjj de aanstaande ver
kiezingen besloot de heer Lucasse zjjne voor
dracht.
Hierop werd door den voorzitter der kies
vereeniging, den heer J. K. M. G. Wolf, pre
dikant bjj de Ned. ger. kerk (doleerende) te
Serooskerke, gelegenheid tot debat gegeven.
De heer Herm. Supers uit Middelburg,
aan wien het eerst het woord werd verleend,
zei vooraf dat 'het onbescheiden zyn zou de
rede van den heer Lucasse op den voet te
volgen en te weerleggen, wjjl dit te veel tjjd
eischen zou; daarom verklaarde hjj, er op
wyzende dat men elke zaak van twee kanten
bekjjken kan, zich tot slechts enkele punten
te zullen bepalen.
Er is beweerd dat de tegenwoordige regeering
vay liberale zjjde beschuldigd ig niets of ?oo
goed als niets verricht te hebben. Een derge-
Ijjke beschuldiging is echter niet geuit, maar
wèl i&' verklaiird dat de beloften, die gedaan
zjjn aan de stembus van 1888 door de leiders
der anti-revolutionnairen in het program van
actie van 1888 en in de organen der party,
niet zyn vervuld.
Zeker heeft de tegenwoordige regeering eene
reeks wetten, waaronder vele nuttige, tot stand
gebracht, maar spreker beweerde dat eene
liberale meerderheid dat evengoed had kun
nen doen, wjjl geen dier wetten met het eigen
lijk anti-revolutionnair beginsel iets gemeen
heeft.
Gaarne bracht de heer Snijders hulde aan
de regeering dat zy door hare onderwyswet
een twistappel voor eenigen tjjd op zjjde heeft
gezet, maar by mocht niet onvermeld laten
dat die wet tot stand gekomen is door
medeweking van vele .liberalen
inde Tweede kamer, welke medewer
king door de leiders der anti-revolutionnaire
party wel degelyk is gewaardeerd.
Verder wees spreker erop dat ook de liberale
Eerste kamer die wet met groote
meerderheid aannam en daardoor
medehielp tot het temperen van den feilen
strjjd op onderwijs gebied.
Op de vraag waarom de liberale partjj der
gelijke wet niet tot stand bracht antwoordde
spreker dat dit niet kon, omdat vroeger de
anti-revolutionnairen en nltramontanen altjjd
hunne heftigste eischen op den voorgrond
stelden. Hjj Btelde in het licht dat door de
opneming van een, van een liberaal, den heer
Do Beaufort, afkomstig, amendement bjj de
behandeling der grondwet, door de liberalen
de weg geopend had kunnen worden om
tegemoet te komen aan de grieven van anti-
revolutionnairen en nltramontanen. Deze
spraken echter hun non possumusen eischten
altjjd alles of niets.
De regeering heeft zeker een goede daad
gedaan met de benoeming eener staatscom
missie voor een enquête in zake de arbeids-
kwestie maar reedB vóór dit ministerie optrad
heeft, op initiatief van den heer Goeman Bor-
gesius, de eerste enquête plaats gehad, waar
van deze slechts eene voortzetting is. En de
heer De Savornin Lohman stemde toen tegen
het voorstel-Borgesius 11 Het idéé is dus
van de liberalen.
Ook de pensioenwet is onder vroegere
regeeringen voorbereid; deze mi
nister heeft alleen eer van de uitwerking en
bovendien hebben de leden van alle partyen
medegewerkt om haar tot stand te helpen
brengen.
By de stembus van 1888 zyn aan de land
bouwers, ook in ons district, beschermende
rechten op granen toegezegd; en nu moge de
regeering een boterwet, en paardenwet, bene
vens proefstations gegeven hebben, aan die
belofte van welker vervulling men zich zooveel
had voorgesteld, is niet voldaan en de minister
Mackay heeft zioh zelfs meermalen minder
gunstig over beschermende rechten uitgelaten
De heer Lucasse heeft verschillende bezwaren
te berde gebracht tegen de progressieve in
komsten-belasting. Maar het program van
actie der antirevolutionnairen belooft onder
den naam van degressieve belasting precies
hetzelfde. Spreker toonde aan dat ^progressief1
en »degressiel" in de praktyk vrjjwel op het
zelfde neer zullen komen.
Het is een veel geliefkoosde bewering dat
de liberale party gekeerd is tegen het geloof;
maar spreker behoefde ter bestrjjding daarvan
slechts te wjjzen op het groot aantal mannen
in die party die gelooventerwjjl die party
zelf ten allen tjjde heeft gestreden voor vrijheid
van geweten en geloof.
Sociaal-democraat-worden is een natuurlyk
gevolg van het liberalisme wordt beweerd
maar die bewering mag zeker vreemd heeten
als men weet, hoe hevig de liberale party, bjj v.
door Domela Nieuwenhuis, wordt bestreden.
Spreker herinnerde hier tevens nog eens aan
de geschiedenis, die ter gelegenheid van de
verkiezing in 1888 te Schoterland plaats had.
Hoe daar met de hulp der anti-revolutionnairen
de sociaal-democraat gekozen werd. Hoe het
centraal-comité der anti-revolutionnare party
in eene geheime circulaire voor Wolvega en
Schoterland geen advies gat doch zeidestemt
in geen geval op Heldt, want dat is een ge
wone liberale mynheer.
Er is gezegd dat de liberalen het niet eens
zyn, maar bjj hunne tegenpartij is bet ook
treurig gesteld; heftige woorden worden tusschen
anti-revolutionnairen en roomsch-katholieken
gewisseld en in den boezem van de anti-revo
lutionnaire party zelf getuige o. a. hetgeen
in Patrimonium plaats had, toen de heer Kuyper
moest tusschenbeide komen om den heer
ïater tot zwjjgen te brengen bljjkt var?