INGEZONDEN STUKKEN. De machinist-leerlingen 2e klasse van het oudste studiejaar der machinisten-opleiding te Hellevoetsluis hebben allen met gunstig gevolg het eind-examen afgelegd. Onder leiding van den machinist le klasse v. c. J. Maandag is nu voor hen de uitsluitend practische cursus op het voormalig jacht Leeuw aangevangen na afloop daarvan worden zij tot le klasse bevor derd en overgeplaatst aan boord der in dienst zjjnde schepen. De Soc.-Dem. vrouwenvereeniging te Gro ningen heeft een request by de Koningin-regentes ingediend om gratie voor Geel. Dinsdag 11. moesten de beide onderteekenaar- sters de presidente en secretaresse, voor den commissaris van politie verschjjnen. Slechts eerstgenoemde ging er heen. Ze vernam, dat H. M. omtrent de bedoeling wenschte ingelicht te worden. Naar de Echo vernoemt, heeft de heer mr Herm. J. Keyzer tegen De Tijd en Het Nieuwsblad een 'isch tot schadeloosstelling ingesteld van 10000 gulden wegens het plaatsen van een voor hem beleedigend bericht en tegen De Standaard en het Haagsche Dagblad die in het bericht alleen de voorletters van zijn naam noemden een eiach van 5000 gld. Te Rotterdam geraakte Vrijdagmiddag op de Maasbrug een ongeveer löjarige jongen onder een sleperswagen, beladen met jjzer. Het achterwiel ging hem ovor het hoofd, dat geheel verpletterd werd; de knaap bleef op de plaats dood. Het ongeluk is niet te wijten aan den sleper maar aan onvoorzichtigheid van den knaap zelf. Te Compascuumveen is een veenarbeider door duisternis misleid, in het kanaal geraakt en verdronken, terwjjl te Eist een kind ineen pot met kokend water viel en aan de gevolgen daarvan overleed. Te Zalt-Bommel werd Woensdag aan boord van een vaartuig de vrouw van een schipper, tengevolge van het springen van het vliegwiel der lier, door een stuk ijzer dermate aan het hoofd verwond, dat de dood onmiddellijk volgde. Woensdag namiddag is in den Heikant (België) by den hoefsmid P. van de Velde, terwjjt deze met zjjne vrouw op den akker aan het werk was, een brutale diefstal gepleegd. De dief is door het keldervenstertje binnen gekomen, heeft twee beurzen de een bevat tende f 0.60 aan koperen paBmunt en de andere ruim ƒ20 in stukken van 5 francs, een stuk van 2 frs, en een franc van Italië, die niet gangbaar was uit de kast genomen. Hij heeft zich vervolgens overtuigd dat er geen geld in de slaapstee verborgen was, heeft 5 j KG. boter genomen en is er van doorgegaan door de voordeur, die hjj van binnen gemak kelijk kon openen. Dit is nu al de derde dief stal, op deze wjjze gepleegd. Een ketelboeter te St Janateen wordt ervan verdscht. Door de bevoegde macht is daar dan ook bereids huiszoeking gedaan. Een beurs met geld en een handdoek zjjn in beslag ge nomen. In de stad Huil heerscht de influenza in hevige mate. Het sterftecijfer is viermaal hooger dan gewoonlyk. Omtrent de aanvaring tusschen de Caland en de Glamorgan wordt nog medegedeeld dat die plaats vond des avonds te half tien uur bij de Vanebank, gelegen midden in het kanaal, tusschen Dover en Folkstone. Kapt. Robert, die met den stuurman cp de brug van de Gla morgan stond, rapporteert dat zij de vuren van de P. Caland laDg voordat de aanvaring plaats vond konden zien en even voor dat deze plaats vond riep hij de P. Caland toe om achter hem om te loopen, hetgeen niet gebeurde, waarop de aanvaring met vreeselyk geweld volgde in de stuurboordzijde en het schip doorgesne den werd tot halfweg in de machine-ka mer. De eerste machinist ontkwam ter nau- wernood en de »donkeytuan" zat zoo tusschen de wrakstukken verward dat het groote moeite en eenigen tjjd kostte hem los te krijgen. De boeg van de P. Caland werd ongeveer 8 a 10 voet ingedrukt en groote ontsteltenis werd door de aanvaring onder de passagiers veroorzaakt, dewyl het niet bekend was of het stoomschip ook gevaar liep van te zinken. Als oorzaak van de aanvaring werd opgegeven dat men de machine van de Caland niet konde doen achter- uitwerken. Onmiddeljjk na de aanvaring gaf kapt. Roberts bevel om de booten uit te zetten, wat hartelijkheid hare armen om den hals van juffrouw Galli, en gaf haar een kus, waarin deze de siddering van ingehouden snikken voelde. Daarop vlood zjj heen. Yan dien dag af merkte de juffrouw op dat telkens, wanneer Julia bedroefder dan ge woonlyk op school kwam, haar vader er gedrukter en vermoeider uitzag en dan juist zjjn dochter met- grooter innigheid, bjjna onstuimig tegemoet ging, en zich niet verge noegde met haar een kus op het voorhoofd te geven, maar haar hoofd tusschen zjjne handen nam, en zyne lippen een poos op haar gelaat liet rusten, met zulk een hartstochtelijk dank bare uitdrukking, alsof zy hem van een groote zorg ontheven had. De juffrouw begreep dat hun beider ver driet denzelfden oorsprong moest hebben ongetwyfeld in de moeder, en bet kwam haar voor dat de liefde van dien vader voor zjjn kind met den dag toenam en in aan bidding overging. Hy sprak haar nu bjjna dagelijks aan, niet zoozeer om inlichtingen te vragen, als om, meer nog door blikkrn dan door woorden, te kennen te geven hoe dankbaar hy was voor de welwillendheid welke zy zjjn kind betoonde. Eens op een ochtend, toen hy de gewone loftuitingen op zyn dochtertje ge hoord had, zag hy juffrouw Galli strak aan, met vochtige oogen en zei op bjjna wanhopigen toon »Gy zjjt goed." De juffrouw bloosde een weinig, wist niet met de grootste orde gebeurde, doch zy behoefden niet gebruikt te worden, dewijl de stoomschepen zoo vast in elkander zaten geklemd dat het meer dan een uur duurde voor dat door het vol water loopen van de Glamorgan het vaar tuig zoo zwaar werd dat het van de Caland werd losgerukt en zinkende een gedeelte van de boeg van de Caland wegscheurde. De opvaren den van de Glamorgan hebben zich allen gered door over de boeg van de Caland te klimmen, en waarop de vrouwen en kinderen het eerst werden overgebracht in hun nachtgewaad, de- wjjl zy in de kooi lagen, toen de aanvaring plaats vond. De eerste machinist verklaart dat hij tjjdens de aanvaring zich in de machi nekamer bevond en een geweldig gekraak hoorde, waarna de steven van de Caland door het brugge- en bovendek en door eene 10 voet dikke laag kolen drong en ook door de machi ne tot aan de cylinders. Het was een wonder dat het machineperso- neel ontkwam, want groote stukken kolen en ijzer vlogen in alle richtingen. Hy rapporteert dat de beide stoomschepen zoo vast in elkander zaten, dat de Caland twee mijlen achteruit stoomde, de Glamorgan medesleepende, en dat deze slechts los kwam, doordat het schip vol water liep en als boven gemeld zonk. De Glamorgan (ex Lady Armstrong), groot 2066 ton, werd gebouwd van yzer te Glasgow in 1883 en was juist verkocht aan een nieuwe reedery te Greanock, voor wier rekening het nu de eerste reis deed. (N. R. Crt.) Woensdag zijn met een der Bchepen van de Red Star Line te Antwerpen een tachtig Roodhuiden aangekomen, bestemd voor Buffalo Bill's Show. Zy maakten een wandeling door de stad, waarbij zij veel bekijks hadden, en vertrokken 's namiddags naar Straatsburg en Berlyn. Stanley is uit New-York naar Londen vertrokken. In het geheel heeft hjj 110.000 ds. als zyn aandeel ontvangen voor 100 door hem gehouden lezingen in Noord-Amerika. Hy heeft verklaard, niet naar Afrika als onderzoe kingsreiziger te willen terugkeeren. In New York blijft de sterfte aanzienljjk in de laatste 24 uur bedroeg het getal over ledenen 227, het hoogste cyfer in dit jaar. Daarvan waren 25 gevallen van influenza. Negen maanden zyn nu verloopen sedert de Santa Margaritha, het schip van Johann Orth, den ex-aartshertog van Oostenryk zoek is en nog leeft men in onzekerheid of het ten gronde is gegaan. Yelen gelooven, dat de kaptein een liefdes-idylle in een onbekend land beleeft. Een Pester dagblad deelt zelfs mede, dat Johann Orth zjjn schip heeft verkocht en de naam daarvan is veranderd. Verscheidene mannen der equipage zouden in Dalmatië zyn aangekomenterwjjl de avontuurlyke gezag voerder zelf zich in Argentinië zou bevinden. De bekende Oostenryksche weerprofeet Falb heeft voorspeld, dat de 8ste Mei a. s. weder een kritieke dag zal zyn. Naar aanlei ding van eene opmerking der Arnh. Ct., dat het niet waarschjjnlyk is, dat ook op dien dag een sneeuwstorm zal woeden, zooals op den laatsten door Falb aangewezen dag, deelt een inzender in genoemde courant een paar aantee- keningen uit vroegere jaren mede, waaruit men kan afleiden, dat dit nog niet zoo onmogelijk zou zijn. »Den 8sten Mei 1853 was ik te Rozendaal in Gelderland ofschoon er reeds een paar warme dagen geweest waren, sneeuwde het den gan- schen dag en was het zeer koud." »Op den 8sten Mei 1861 sneeuwde en hagelde het den geheelen dag en was de vjjver 's morgens bevroren." Aldus luiden de beide aanteekeningenhet schjjnt dus dat in het bjjzonder de 8ste Mei een dag van sneeuw en hagel is Onlangs werd opnieuw, geljjk men weet, gewaarschuwd tegen het lichtvaardig aannemen van betrekkingen door jonge meisjes in Engeland. Hoe noodig dit is kan het volgende wederom Ieeren Ongeveer een half jaar geleden stond in een der te Berlyn verschijnende kleinere bladen eene advertentie, waarin een bonne gevraagd werd door eene Duitsche familie, te Londen woonachtig. Een jonge dame, onderwijzeres, die reeds lang naar eene dergelijke gelegenheid had uitgezien, om op deze wyze de Engelsche taal machtig te worden, schreef op deze annonce en zond zooals gevraagd was haar portret in. Het duurde niet lang, of zy kreeg ten antwoord, dat, zoo het gestelde salaris wat zy antwoorden zou en om er zich uit te redden vroeg zy met afgewenden blik, als verstrooid»Gjj houdt zeker veel van uw dochtertje, niet waar De vader antwoordde op een gedempten toon, die haar echter door merg en been heenging •Zjj is al wat ik heb". Juffrouw Galli wees hem op de meewarige vriendschap van Julia voor het kind van den pakjesdrager en na dien tjjd groette hjj haar altijd heel vriendelyk en volgde haar dikwjjls met zjjn goedigen blik, totdat zy de straat uit was. Daarna verliepen er eenige dagen, zonder dat hjj zich liet zienin zyn plaats kwam er een dienstmaagdmet een brutaal gezicht, met lange franjes van haar op het voorhoofd. Op de vraag van de juffrouw antwoordde Julia op neerslachtigen toon»Vader is niet wel". Toen hy weer kwam, scheen hjj ver ouderd. Maar mevrouw had zich nog al tjjd niet vertoond. Eindeljjk kon juffrouw Galli de verzoeking niet langer weerstaan om juffrouw Dorini eens naar die dame te vragen, daar Julia het vorige jaar in hare klasse gezeten had. Zij Bprak haar dus in een hoekje van de wachtkamer, op een ochtend voor den schooltjjd aan, terwjjl al de dames wat langer babbelden, gebruik makende van de afwezigheid der directrice, die haar beviel, zy met den eersten der volgende maand, d. w. z. 1 December, moest overkomen. Niemand meer in haar schik dan de jonge dame, die op deze wjjze een reeds lang ge- koesterden wensch tot vervulling zag komen* Den 2en December kwam zjj met de Ham- burgsche boot te Londen aan en werd ont vangen door een Duitsche dame, die ver klaarde de zuster te zjjn van mevrouw. Men reed naar huis, een prachtige woning in het West-End, waar de jonge dame op de har telijkste wyze werd ontvangen. Wel verwon derde zjj zich, dat zjj den geheelen dag nog geen kinderen zag, die aan hare zorg zouden worden toevertrouwddoch toen de vrouw des huizes haar vertelde, dat de kinderen voor eenige dagen uit logeeren waren, sloeg zjj daar verder geen acht op. De eerste dagen gingen heel gezellig voorbijde dames waren zelfs zoo vriendelyk de nieuwe bonne mee naar den schouwburg en de opera te nemen, iets, wat de gewezen onderwyzeres met het oog op het aanleeren der Engelsche taal, uitstekend beviel. Wel hinderde het haar, dat bij het naar buis gaan, haar al tjjd het gezelschap werd opgedrongen van een heer, die de dames naar huis bracht en altjjd nog een uurtje bleef praten, waarbjj ook de bonne mocht tegenwoordig zjjn. Het scheen haar zelfs toe, dat deze heer haar zelfs meer dan gewone attenties bewees. Op zekeren dag de kinderen waren nog niet terug vroeg de »zuster" van de vrouw des huizes Bethie, zoo heette de bonne, mee uit wandelen, hetgeen zij niet kon weigeren. Toevallig" kwimen zy weer denzelfden heer tegendie mee opwandelde eneveneens •toevallig" langs zijn huis komende, de dames verzocht een oogenblik binnen te komen. Wat er toen gebeurd is, weet de bonne zich niet meer te herinneren. Wel weet ze, dat ze na het gebruik van een glas sherry duize lig werd en in slaap viel, en dat de dame toen vertrokken was en zjj zich in een keu rig net salon bevond, geheel alleen met den bewusten mynheer. De verdere beschrjjving harer avonturen kan gerust worden overgelaten aan de verbeelding van den lezer. Wjj kunnen volstaan met de mededeehng, dat het 't arme meisje, na een week of drie opgesloten te zyn geweest, gelukte die woning te ontvluchten. Zjj besloot geen dag langer in Londen te bljjven, en vertrok dan ook den volgenden dag naar Hamburg, na aan hare ouders getelegrafeerd te hebben, dat zjj op de terugreis was. Toen zjj te Berljjn aankwam, waar zjj door hare ouders hartelijk werd ontvangen, hoewel ze verwonderd waren over hare plotselinge terugkomst, barstte het arme meisje in tranen uit, en vertelde wat haar overkomen was. Het bleek eenige dagen later, dat haar zenuwge- S'el door het voorgevallene zoodanig was ge schokt, dat zy onophoudelijk toevallen kreeg, eindelijk zwaar ziek werd en nu voor eenige dagen overleed na een hevige zenuwzinking koorts. Dit vreeselyk geval kan opnieuw ter waar schuwing strekken. Tinvergiftigingen door in blikken gecon serveerde levensmiddelen en het voorbehoedmiddel daartegen. Op uitnoodigiDg van den redacteur der Revue International des Falsifications en va,n het Maand blad tegen de vervalschingen laten wij hier een uittreksel volgen uit een redevoering, door dr P. F. van Hamel Roos, gehouden op het derde natuur- en geneeskundig congres te Utrecht in de eerste sectie. Het komt mjj voor, zeide de spreker, dat tot voor weinige jaren in te geringe mate de aan dacht gewjjd is geworden aan de verontreini ging van geconserveerde levensmiddelen en de vergiftiging door tin verbindingen, en mijn doel is, zoo beknopt mog-ljjk, de tot op heden ge constateerde feiten te vermelden en tevens een uitnemend voorbehoedmiddel tegen dergeljjke verontreinigingen aan te geven. Daarop vermeldde -de heer Van Hamel Roos wat door verschillende geleerden te dezer zake is opgemerkt en medegedeeld. Naar aanleiding van die feiten wees spreker op de wenschelijkheid van het overtrekken van het inwendige der conserveerbussen met het een ot andere vernis of voor zwakke zure en organische stoffen onaantastbaar materiaal, en het is hem aangenaam te kunnen mededeelen, dat het een Nederlandschen industrieel, nl. den heer C. Verwer te Krommenie, gelukt is, een vernis te vervaardigen, hetwelk bljjkens gedane onderzoekingen uitnemend aan de te Btellen in de hulpscholen was. »Mevrouw Orveggi antwoordde juf frouw Dorini met hare gewone luchthartigheid, zich spiegelende in de glazen der boekenkast. •Kent gjj die niet Zy is altijd op straat. Een knappe vrouw. En wat een toiletMaar zjj heeft een allerslechtsten smaak, un gout abominable" Daarop begon zy haar manier van kleeden te critiseerenzjj kende al de japonnen van de dames, die zjj op school zag of gezien had, van buiten en meette daarnaar hare waardeering at; gelukkig wanneer zjj met een van de smaakvolsten gemeenzaam genoeg werd om vjjf minuten per dag bij het aan- en uitgaan der school over koetjes en kaltjes met haar. te kunnen praten. Mevrouw Orveggi kende zy, evenals zooveel anderen, alleen aan de kleeren. De laatste maal toen zy haar gezien had, droeg zy een groene japon met strooken, die haar volstrekt niet beviel, volstrekt niet. »En toch koopt zy alles bjj Perichetta. Maar als men nu eenmaal geen oogen heeft, h e e 11 men geen oogen. Cest de la peine perdue, begrjjpt gjj?" Juffrouw Galli vroeg of zy mevrouw Orveggi verleden jaar wel eens in de les gezien had Ja, in het heele jaar was zy eens in de les gekomen. De Napolitaansche leerares, die dit hoorde, kwam naderbjj en zei met een veelbeteekenend lachje»0, mevrouw Orveggi heelt wel wat anders aan het hoofd dan de school." eischen voldoet. Vooral ook door de wijze waarop het op het blik is aangebracht. Spreker wees met nadruk hierop, daar de toepassing dezer nuttige uitvinding, behalve op de samenstelling van het vernis, juist berust op het doelmatig aanbrengen er van op de vertinde binnenvlakte. Niet onbelangrjjk is het, zoo ging de heer Van Hamel Roos voort, hierbjj te vermelden dat, terwjjl vroeger een dergeljjk vernist blik uit Frankrjjk betrokken werd, dit vernis tegen woordig door genoemden fabrikant aan Fran- 8ehe industrieelen geleverd wordt. Het is duideljjk dat bjj het oplossen der inwendige tin-oppervlakte van de blikken bussen de tjjd een groote factor is. Zeer over tuigend wordt dit bewezen door een bus as perges, die in 1860, dus 31 jaar geleden, ge conserveerd werd. Het tin dezer bus was nagenoeg geheel verdwenen en in de zure vloestot opgelost. Zoo vond spreker in een bus ossenvleesch, acht jaar geleden geconser veerd, wegende 976 gram (vocht en vleesch), 77 milligram tin-oxyde opgelost. Een bus asperges, zeB j :ar oud, bevatte 56 milligr. tin- oxyde, terwjjl een andere bus, niet ouder dan circa 4 maanden, 11 gram inhield. Abrikozen bevatten per bus 20 mgr. en uit Singapore ingevoerde ananas niet minder dan 178 mgr. per blik. Deze laatste vrucht had door het hooge tingehalte een zoodanig onaangenamen smaak, dat de verkoop of ten minste het ver bruik er van, gelukkig onmogeljjk was. Ver schillende andere geconserveerde groenten od vruchten, o. a. postelein (ik herinner hier aan de waarschuwing van den burgemeester van Amsterdam,speciaal tegen deze groente),zuurkool, peren, wortelen enz., benevens soepen en vleeschspjjzen, bleken allen in meerdere ot mindere mate tinhoudend te zjjn, voornameljjk (bjj groenten en vruchten natuur! jjk) afhanke lijk van de hoeveelheid en hoedanigheid der plantenzuren. Ik deel in deze geheel de mee ning van prof. H. Wefers Bettink te Utrecht dat nl. het in groenten en vruchten aanwezige, zeer verbreidende appelzuur in hoofdzaak de oplossende stof is. Ten einde nu na te gaan in hoeverre het bovenvermelde vernis dienstig was, om den invloed der zuren op tin te verhinderen, wer den de meest zure spjjzen. o. a. zuurkool, karnemelk, peren en wjjn, in verniste blikken geconserveerd, na 4 a 9 maanden onderzocht. Het bleek mjj bjj onderzoek dat geen weegb tre hoeveelheden tin door de zure spijzen opgenomen waren geworden. Een dergeljjk resultaat ver kreeg ik bjj het onderzoek van tuinboonen, uit Frankrijk afkomstig, en aldaar 12 jaar geleden in een verniste bus geconserveerd. Al pleit dit ook ten zeerste voor het vernissen, ik hecht hieraan evenwel minder gewicht, daar boonen en erwten het tin toch slechts zeer weinig oplossen. Zure spjjzen van denzelfdin ouderdom, in verniste blikken geconserveerd, heb ik niet kunnen krijgen, doch ik acht de proef na 4 a 9 maanden reeds voldoende om het vernis-procédé met warmte aan te bevelen, tegenover de sterke tin-reactiën bjj het niet aanwenden van vernist blik. De eenige groente, waaraan het vernis geen weerstand bood, bleek, voor zoover myne onderzoekingen reiken, de zuring te zynreeds na een paar maanden had het vernis losgelaten en waren groote hoeveelheden tin opgelost. Met het oog op de uitkomsten mjjner onder zoekingen cn daar nu juist het seizoen der conserveering op handen is, zou het m. i. uit een hygiënisch oogpunt van dringend belang zijn, indien de fabrikanten van geconserveerde levens middelen er toe besloten, zich uitsluitend van derge lijk vernist blik te bedienennatuurlijk voor zoover geen flesschen aangewend worden. Reeds heeft een Amsterdamsche firma mjj haar voornemen te kennen gegeven in dien zin hare conser- veering te bewerkstelligen, zooals zjj o. a. reeds nu met verschillende zure spyz6n en dranken gedaan heeft, en het lydt geen twjj- ftl, dat dit goede voorbeeld navolging zal vinden, indien het publiek, en dit is van ge wicht, zich slechts de moeite wil getroosten, in zijn welbegrepen eigenbelang, te vragen naar bussen met verniste binnenvlakte. Een wetteljjke regeling dezer zoo hoogst be- langryke aangelegenheid, d. i. dus het ver plichtend stellen der verniste bussen, zoude m. i. ten zeerste de aandacht onzer regecring ver dienen; men loopt werkeljjk gevaar anders, zooals dikwjjls geschied is, door ernstige ver giftigingen opgeschrikt te worden dus als het voor de slachtoffers te laat is. Handenarbeid als opvoedingsmiddel. The whole man must move together. Van bevoegde zjjde hooren wjj meer en meer de (nog vaak stille) klacht, dat ons onderwijs niet meer geschikt is, om den mensch op te leiden tot zyn wezenlijke bestemmingdat de grondslag »oefening van het verstand, inspan ning van het hoofd alleen" tot verderfelijke eenzjjdigheid leidtdat onze maatschappjj niet alleen denkende hoofden maar vooral normale Nu voegde zich ook mevrouw Massi bjj het groepje en zei»Ja, dat is een slechte moeder." Daarop trad de kleine Frosetti naar voren, en zei, terwjjl de godvruchtige leerares zich gebelgd over dat kwaadspreken terugtrok, tot juffrouw Galli: »Op een mooien dag zult gjj haar op deze wijze de school zien binnen komen." En zjj bootste de kleine passen der dame na, en haar manier van de lieden te groeten als zij voorbjj waren, met gesloten oogen het hoofd omdraaiende, als om te zien of een spin over haar rug liep. Het was sprekend. Al de leeraressen die haar kenden schaterden het uit. Eensklaps riep een stem van buiten»de directrice 1" Juffrouw Frosetti gilde»Maakt dat gjj weg komt", en allen stoven uit elkaar, behalve juffrouw Galli, die zich bedaard naar hare klasse begaf. De directrice haalde haar in, hield haar het horloge voor, zei: »Weet gjj wel, juffrouw, dat gjj reeds anderhalve minuut in de klasse moest zynZy bleef met het horloge in de band voor haar staan, als bood zjj het haar te koop. Er viel niets op te antwoorden. Juffrouw Galli boog, sloeg de oogen neer, en ging verlegen verder, terwjjl de directrice zich naar haar kamer begaf. Doch een onge wone aanblik maakte spoedig een einde aan haar verlegenheid: voor de deur der klasse stond mevrouw Orveggi met haar dochtertje menschen noodig heeft, 9n dat deze eisch vooral bjj het onderwjjs op de lagere school schromeljjk wordt over het hoofd gezien. Yandaar dat het onderwys zoo weinig vat heeft op onze jeugdvandaar dat zoovelen worden gemaakt tot mislukte geleerden, en zoo weinig tot praktische, degeljjke menschen. Maar ook bjj het middelbaar onderwjjs heerscht het kwaad in hooge mate. Opvullen met vele noodelooze kennis, dressuur voor examens is daar hoofdzaak. Ik heb het voorrecht gehad deel te nemen in een overleg van belangstellenden, waaronder hooggeachte deskundigen, die eene wensche- ljjfce hervorming van het geheele onderwjjs bedoelden doch welk overleg helaas niet is voortgezet. Een der resultaten van dat overleg was, dat niet minder dan 8 leervakken als overbodig van het programma der H. B. school zyn geschrapt. En zoo was het bjj de audere afdeelingen in geljjke mate. Sedert ik in 1887 in het Noorden de nieuwe richting van het onderwys heb leeren waar- deeren, waarbjj handenarbeid als een der voornaamste grondslagen voor alle scholen is aangenomen, heb ik in die richting het eenige middel gezien tot het verkrjjgen van een beteren toestand en medegewerkt tot het be kendmaken van die richting hier te lande in mjjn boekje Noorderlicht en door de aan beveling van het geschrift van J. Franzen, Handenarbeid als opvoedingsmiddel, uit het Zweedsch vertaald door C. J. Prins en ver krijgbaar bjj den uitgever Grouw te Ouderkerk bjj Amsterdam. Ik heb ook niet opgehouden mijn landgenooten op te wekken tot een bezoek aan het Seminarium van dr Salomon op Niias bjj Göteborg in Zwe den, een der meest beroemde instellingen waar leeraren en leeraressen zich de bekwaamheid tot het onderwys in de Slöjd (handvaardigheid) in een cursuB van 6 weken, op zeer aanneme lijke voorwaarden kunnen eigen maken. Tot mjjn groot genoegen begint thans ook in ons land (en 't is waarljjk tjjd) de geestdrift voor deze onwaardeerbare verbetering in het onderwjjs te ontwaken. De heeren J. Stam en P. Evenink hebben te Amsterdam en Arnhem verdienstelijke stappen in die richting gedaan. Later hebben twee Nederlandsche leeraren, de heeren J. F. Hondius van Middelburg en P. F. van der Meulen van Zaandjjk den cursus op Niias bygewoond, en hoe de indruk daar op hen geweest is, bljjkt dezer dagen duideljjk genoeg. In de Gids van Maart heeft de heer Hondius een opstel over de Slöjd gegeven, dat wel geschikt is om de weidenkenden wakker te schudden, en waarin alles te vinden is wat het onderwerp voldoende in zyne waarde kan toelichten. De heer Yan der Meulen heeft de zaak op praktische wjjs aangepakt en op verschillende plaatsen voordrachten voor het volk gehouden, die groote belangstelling gewekt hebben. Bovendien wordt door hem te Zaandjjk ook reeds onderricht in de Slöjd gegeven en neemt daar vooral de waardeering der nieuwe methode toe. De heer Van der Meulen heeft het voorne men dit jaar weder naar Naas te gaan, ditmaal vergezeld door elf landgenooten, 3 dames en 8 heeren, die allen met hem den cursus zullen medemaken. Nu acht ik de zaak voor Nederland behouden en twjjfel ik geen oogenblik of dit twaalftal zal gevolgd worden door vele twaalftallen, die de goede beginselen met onweerstaanbare macht over hot land zullen verspreiden en zullen zorgen dat Nederland niet al te erg achter aankomt. Want hoe meer ik van het Slöjd-onderwjjs verneem, hoe inniger ik overtuigd word, dat daaruit een hervorming van het onderwys zich zal ontwikkelen, die een grooten en welda- digen invloed zal hebben op de sociale toe standen, meer zelfs, dan menigeen zich nu nog voorstelt. Ik wenBch den heer Yan der Meulen geluk met die gunstige uitkomst van zyne pogingen. Hjj en zjjn reisgezellen zjjn in waarheid pioniers, baanbrekers voor eene beschaving, die niet vraagt naar wandelende hoofden, maar naar handelende menschen. En ik ben zeker, dat in myne overtuiging, al is 't ook in stilte, door duizenden landge nooten wordt gedeeld, die vurig verlangen naar verlossing van eene onderwysmanie, die alleen in hoofdgeblok, in boek en pen en lessenaar de grondslagen der samenleving ziet, die de vrjje, normale ontwikkeling belemmert, vele jeugdige krachten ondermjjnt en vele oorspron kelijk gezonde lichamen sloopt door de droevige gevolgen van een grootendeels zittend doorge brachte jeugd. Van meer dan een leeraar, en bevoegd be- oordeelaar heb ik zelfs het gevoelen gehoord, dat handenarbeid niet alleen een der grond slagen, maar de voornaamste grondslag moet worden voor het onderwjjs. Haarlem April 1891. F. W. van Eeden. op haar te wachten. De leerares en de moeder wisselden een van die snelle, doordringende blikken, waarmede twee vrouwen elkaar in een ommezien van het hoofd tot de voeten opnemen en beoordeelen het gelaat zoowel als de kleeren, het gemoed en de gestalte, het heden en het verleden. Op dat oogenblik schoot juffrouw Galli blik semsnel iets door het hoofdde herinnering aan een rjjtuig, dat haar een paar maanden geleden, op een regendag, genoodzaakt had even op den hoek van den Corso Umberto stil te staan en waarin zy terloops, door de reet van een opwaaiend zeiltje, het gelaat eener blonde vrouw gezien had, met gesloten oogen tegen een zwarten baard aangedrukt. »Zjj is het", zei zy bjj zich zelve, zonder een zweem van twjjfel, en beantwoordde haar groet met een buiging. Mevrouw was langen blond, en had een mooi, ovaal, blozend gelaat, bedorven door een te langen neus, heel lichte grjjze oogen, waarvan men byna de appels niet zag, en breede schou ders. Zy was zeer ryk gekleed, met een grooten mantel met marter gevoerd. Bjj den eersten blik doorliep beiden een stroom van wederzydschen afkeer. (Wordt vervolgd.) Gedrukt bjj D. G. Kröber Jr., te Middelburg,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1891 | | pagina 6