INGEZONDEN STUKKEN.
De machinist-leerlingen 2e klasse van het
oudste studiejaar der machinisten-opleiding te
Hellevoetsluis hebben allen met gunstig gevolg
het eind-examen afgelegd. Onder leiding van
den machinist le klasse v. c. J. Maandag is
nu voor hen de uitsluitend practische cursus
op het voormalig jacht Leeuw aangevangen na
afloop daarvan worden zij tot le klasse bevor
derd en overgeplaatst aan boord der in dienst
zjjnde schepen.
De Soc.-Dem. vrouwenvereeniging te Gro
ningen heeft een request by de Koningin-regentes
ingediend om gratie voor Geel.
Dinsdag 11. moesten de beide onderteekenaar-
sters de presidente en secretaresse, voor den
commissaris van politie verschjjnen. Slechts
eerstgenoemde ging er heen. Ze vernam, dat
H. M. omtrent de bedoeling wenschte ingelicht
te worden.
Naar de Echo vernoemt, heeft de heer
mr Herm. J. Keyzer tegen De Tijd en Het
Nieuwsblad een 'isch tot schadeloosstelling
ingesteld van 10000 gulden wegens het plaatsen
van een voor hem beleedigend bericht en tegen
De Standaard en het Haagsche Dagblad die
in het bericht alleen de voorletters van zijn
naam noemden een eiach van 5000 gld.
Te Rotterdam geraakte Vrijdagmiddag
op de Maasbrug een ongeveer löjarige jongen
onder een sleperswagen, beladen met jjzer.
Het achterwiel ging hem ovor het hoofd, dat
geheel verpletterd werd; de knaap bleef op de
plaats dood.
Het ongeluk is niet te wijten aan den sleper
maar aan onvoorzichtigheid van den knaap
zelf.
Te Compascuumveen is een veenarbeider
door duisternis misleid, in het kanaal geraakt
en verdronken, terwjjl te Eist een kind ineen
pot met kokend water viel en aan de gevolgen
daarvan overleed.
Te Zalt-Bommel werd Woensdag aan
boord van een vaartuig de vrouw van een
schipper, tengevolge van het springen van
het vliegwiel der lier, door een stuk ijzer
dermate aan het hoofd verwond, dat de dood
onmiddellijk volgde.
Woensdag namiddag is in den Heikant
(België) by den hoefsmid P. van de Velde,
terwjjt deze met zjjne vrouw op den akker
aan het werk was, een brutale diefstal gepleegd.
De dief is door het keldervenstertje binnen
gekomen, heeft twee beurzen de een bevat
tende f 0.60 aan koperen paBmunt en de
andere ruim ƒ20 in stukken van 5 francs, een
stuk van 2 frs, en een franc van Italië, die
niet gangbaar was uit de kast genomen.
Hij heeft zich vervolgens overtuigd dat er
geen geld in de slaapstee verborgen was, heeft
5 j KG. boter genomen en is er van doorgegaan
door de voordeur, die hjj van binnen gemak
kelijk kon openen. Dit is nu al de derde dief
stal, op deze wjjze gepleegd.
Een ketelboeter te St Janateen wordt ervan
verdscht. Door de bevoegde macht is daar
dan ook bereids huiszoeking gedaan. Een beurs
met geld en een handdoek zjjn in beslag ge
nomen.
In de stad Huil heerscht de influenza in
hevige mate. Het sterftecijfer is viermaal hooger
dan gewoonlyk.
Omtrent de aanvaring tusschen de Caland
en de Glamorgan wordt nog medegedeeld dat
die plaats vond des avonds te half tien uur bij
de Vanebank, gelegen midden in het kanaal,
tusschen Dover en Folkstone. Kapt. Robert,
die met den stuurman cp de brug van de Gla
morgan stond, rapporteert dat zij de vuren van
de P. Caland laDg voordat de aanvaring plaats
vond konden zien en even voor dat deze plaats
vond riep hij de P. Caland toe om achter hem
om te loopen, hetgeen niet gebeurde, waarop
de aanvaring met vreeselyk geweld volgde in
de stuurboordzijde en het schip doorgesne
den werd tot halfweg in de machine-ka
mer. De eerste machinist ontkwam ter nau-
wernood en de »donkeytuan" zat zoo tusschen
de wrakstukken verward dat het groote moeite
en eenigen tjjd kostte hem los te krijgen. De
boeg van de P. Caland werd ongeveer 8 a 10
voet ingedrukt en groote ontsteltenis werd door
de aanvaring onder de passagiers veroorzaakt,
dewyl het niet bekend was of het stoomschip
ook gevaar liep van te zinken. Als oorzaak
van de aanvaring werd opgegeven dat men de
machine van de Caland niet konde doen achter-
uitwerken. Onmiddeljjk na de aanvaring gaf kapt.
Roberts bevel om de booten uit te zetten, wat
hartelijkheid hare armen om den hals van
juffrouw Galli, en gaf haar een kus, waarin
deze de siddering van ingehouden snikken
voelde. Daarop vlood zjj heen.
Yan dien dag af merkte de juffrouw op dat
telkens, wanneer Julia bedroefder dan ge
woonlyk op school kwam, haar vader er
gedrukter en vermoeider uitzag en dan juist
zjjn dochter met- grooter innigheid, bjjna
onstuimig tegemoet ging, en zich niet verge
noegde met haar een kus op het voorhoofd te
geven, maar haar hoofd tusschen zjjne handen
nam, en zyne lippen een poos op haar gelaat
liet rusten, met zulk een hartstochtelijk dank
bare uitdrukking, alsof zy hem van een groote
zorg ontheven had.
De juffrouw begreep dat hun beider ver
driet denzelfden oorsprong moest hebben
ongetwyfeld in de moeder, en bet kwam haar
voor dat de liefde van dien vader voor
zjjn kind met den dag toenam en in aan
bidding overging. Hy sprak haar nu bjjna
dagelijks aan, niet zoozeer om inlichtingen te
vragen, als om, meer nog door blikkrn dan
door woorden, te kennen te geven hoe dankbaar
hy was voor de welwillendheid welke zy zjjn
kind betoonde. Eens op een ochtend, toen hy
de gewone loftuitingen op zyn dochtertje ge
hoord had, zag hy juffrouw Galli strak aan,
met vochtige oogen en zei op bjjna wanhopigen
toon »Gy zjjt goed."
De juffrouw bloosde een weinig, wist niet
met de grootste orde gebeurde, doch zy behoefden
niet gebruikt te worden, dewijl de stoomschepen
zoo vast in elkander zaten geklemd dat het
meer dan een uur duurde voor dat door het
vol water loopen van de Glamorgan het vaar
tuig zoo zwaar werd dat het van de Caland
werd losgerukt en zinkende een gedeelte van
de boeg van de Caland wegscheurde. De opvaren
den van de Glamorgan hebben zich allen gered
door over de boeg van de Caland te klimmen, en
waarop de vrouwen en kinderen het eerst
werden overgebracht in hun nachtgewaad, de-
wjjl zy in de kooi lagen, toen de aanvaring
plaats vond. De eerste machinist verklaart
dat hij tjjdens de aanvaring zich in de machi
nekamer bevond en een geweldig gekraak
hoorde, waarna de steven van de Caland door
het brugge- en bovendek en door eene 10 voet
dikke laag kolen drong en ook door de machi
ne tot aan de cylinders.
Het was een wonder dat het machineperso-
neel ontkwam, want groote stukken kolen en
ijzer vlogen in alle richtingen. Hy rapporteert
dat de beide stoomschepen zoo vast in elkander
zaten, dat de Caland twee mijlen achteruit
stoomde, de Glamorgan medesleepende, en dat
deze slechts los kwam, doordat het schip vol
water liep en als boven gemeld zonk.
De Glamorgan (ex Lady Armstrong), groot
2066 ton, werd gebouwd van yzer te Glasgow
in 1883 en was juist verkocht aan een nieuwe
reedery te Greanock, voor wier rekening het
nu de eerste reis deed. (N. R. Crt.)
Woensdag zijn met een der Bchepen van
de Red Star Line te Antwerpen een tachtig
Roodhuiden aangekomen, bestemd voor Buffalo
Bill's Show. Zy maakten een wandeling door
de stad, waarbij zij veel bekijks hadden, en
vertrokken 's namiddags naar Straatsburg en
Berlyn.
Stanley is uit New-York naar Londen
vertrokken. In het geheel heeft hjj 110.000 ds.
als zyn aandeel ontvangen voor 100 door hem
gehouden lezingen in Noord-Amerika. Hy
heeft verklaard, niet naar Afrika als onderzoe
kingsreiziger te willen terugkeeren.
In New York blijft de sterfte aanzienljjk
in de laatste 24 uur bedroeg het getal over
ledenen 227, het hoogste cyfer in dit jaar.
Daarvan waren 25 gevallen van influenza.
Negen maanden zyn nu verloopen sedert
de Santa Margaritha, het schip van Johann
Orth, den ex-aartshertog van Oostenryk zoek
is en nog leeft men in onzekerheid of het ten
gronde is gegaan. Yelen gelooven, dat de
kaptein een liefdes-idylle in een onbekend land
beleeft. Een Pester dagblad deelt zelfs mede,
dat Johann Orth zjjn schip heeft verkocht en
de naam daarvan is veranderd. Verscheidene
mannen der equipage zouden in Dalmatië zyn
aangekomenterwjjl de avontuurlyke gezag
voerder zelf zich in Argentinië zou bevinden.
De bekende Oostenryksche weerprofeet
Falb heeft voorspeld, dat de 8ste Mei a. s.
weder een kritieke dag zal zyn. Naar aanlei
ding van eene opmerking der Arnh. Ct., dat
het niet waarschjjnlyk is, dat ook op dien dag
een sneeuwstorm zal woeden, zooals op den
laatsten door Falb aangewezen dag, deelt een
inzender in genoemde courant een paar aantee-
keningen uit vroegere jaren mede, waaruit men
kan afleiden, dat dit nog niet zoo onmogelijk
zou zijn.
»Den 8sten Mei 1853 was ik te Rozendaal in
Gelderland ofschoon er reeds een paar warme
dagen geweest waren, sneeuwde het den gan-
schen dag en was het zeer koud."
»Op den 8sten Mei 1861 sneeuwde en
hagelde het den geheelen dag en was de vjjver
's morgens bevroren."
Aldus luiden de beide aanteekeningenhet
schjjnt dus dat in het bjjzonder de 8ste Mei een
dag van sneeuw en hagel is
Onlangs werd opnieuw, geljjk men weet,
gewaarschuwd tegen het lichtvaardig aannemen
van betrekkingen door jonge meisjes in Engeland.
Hoe noodig dit is kan het volgende wederom
Ieeren
Ongeveer een half jaar geleden stond in een
der te Berlyn verschijnende kleinere bladen
eene advertentie, waarin een bonne gevraagd
werd door eene Duitsche familie, te Londen
woonachtig.
Een jonge dame, onderwijzeres, die reeds
lang naar eene dergelijke gelegenheid had
uitgezien, om op deze wyze de Engelsche taal
machtig te worden, schreef op deze annonce
en zond zooals gevraagd was haar
portret in. Het duurde niet lang, of zy kreeg
ten antwoord, dat, zoo het gestelde salaris
wat zy antwoorden zou en om er zich uit te
redden vroeg zy met afgewenden blik, als
verstrooid»Gjj houdt zeker veel van uw
dochtertje, niet waar
De vader antwoordde op een gedempten toon,
die haar echter door merg en been heenging
•Zjj is al wat ik heb".
Juffrouw Galli wees hem op de meewarige
vriendschap van Julia voor het kind van den
pakjesdrager en na dien tjjd groette hjj haar
altijd heel vriendelyk en volgde haar dikwjjls
met zjjn goedigen blik, totdat zy de straat
uit was.
Daarna verliepen er eenige dagen, zonder
dat hjj zich liet zienin zyn plaats kwam er
een dienstmaagdmet een brutaal gezicht,
met lange franjes van haar op het voorhoofd.
Op de vraag van de juffrouw antwoordde
Julia op neerslachtigen toon»Vader is niet
wel". Toen hy weer kwam, scheen hjj ver
ouderd.
Maar mevrouw had zich nog al tjjd niet
vertoond.
Eindeljjk kon juffrouw Galli de verzoeking
niet langer weerstaan om juffrouw Dorini eens
naar die dame te vragen, daar Julia het vorige
jaar in hare klasse gezeten had. Zij Bprak
haar dus in een hoekje van de wachtkamer,
op een ochtend voor den schooltjjd aan, terwjjl
al de dames wat langer babbelden, gebruik
makende van de afwezigheid der directrice, die
haar beviel, zy met den eersten der volgende
maand, d. w. z. 1 December, moest overkomen.
Niemand meer in haar schik dan de jonge
dame, die op deze wjjze een reeds lang ge-
koesterden wensch tot vervulling zag komen*
Den 2en December kwam zjj met de Ham-
burgsche boot te Londen aan en werd ont
vangen door een Duitsche dame, die ver
klaarde de zuster te zjjn van mevrouw. Men
reed naar huis, een prachtige woning in het
West-End, waar de jonge dame op de har
telijkste wyze werd ontvangen. Wel verwon
derde zjj zich, dat zjj den geheelen dag nog
geen kinderen zag, die aan hare zorg zouden
worden toevertrouwddoch toen de vrouw
des huizes haar vertelde, dat de kinderen
voor eenige dagen uit logeeren waren, sloeg
zjj daar verder geen acht op. De eerste dagen
gingen heel gezellig voorbijde dames waren
zelfs zoo vriendelyk de nieuwe bonne mee
naar den schouwburg en de opera te nemen,
iets, wat de gewezen onderwyzeres met het
oog op het aanleeren der Engelsche taal,
uitstekend beviel. Wel hinderde het haar,
dat bij het naar buis gaan, haar al tjjd het
gezelschap werd opgedrongen van een heer,
die de dames naar huis bracht en altjjd nog
een uurtje bleef praten, waarbjj ook de bonne
mocht tegenwoordig zjjn. Het scheen haar
zelfs toe, dat deze heer haar zelfs meer dan
gewone attenties bewees.
Op zekeren dag de kinderen waren nog
niet terug vroeg de »zuster" van de vrouw
des huizes Bethie, zoo heette de bonne, mee
uit wandelen, hetgeen zij niet kon weigeren.
Toevallig" kwimen zy weer denzelfden heer
tegendie mee opwandelde eneveneens
•toevallig" langs zijn huis komende, de dames
verzocht een oogenblik binnen te komen.
Wat er toen gebeurd is, weet de bonne zich
niet meer te herinneren. Wel weet ze, dat
ze na het gebruik van een glas sherry duize
lig werd en in slaap viel, en dat de dame
toen vertrokken was en zjj zich in een keu
rig net salon bevond, geheel alleen met den
bewusten mynheer.
De verdere beschrjjving harer avonturen kan
gerust worden overgelaten aan de verbeelding
van den lezer. Wjj kunnen volstaan met de
mededeehng, dat het 't arme meisje, na een
week of drie opgesloten te zyn geweest, gelukte
die woning te ontvluchten. Zjj besloot geen
dag langer in Londen te bljjven, en vertrok
dan ook den volgenden dag naar Hamburg, na
aan hare ouders getelegrafeerd te hebben, dat
zjj op de terugreis was.
Toen zjj te Berljjn aankwam, waar zjj door
hare ouders hartelijk werd ontvangen, hoewel
ze verwonderd waren over hare plotselinge
terugkomst, barstte het arme meisje in tranen
uit, en vertelde wat haar overkomen was. Het
bleek eenige dagen later, dat haar zenuwge-
S'el door het voorgevallene zoodanig was ge
schokt, dat zy onophoudelijk toevallen kreeg,
eindelijk zwaar ziek werd en nu voor eenige
dagen overleed na een hevige zenuwzinking
koorts.
Dit vreeselyk geval kan opnieuw ter waar
schuwing strekken.
Tinvergiftigingen door in blikken gecon
serveerde levensmiddelen en het
voorbehoedmiddel daartegen.
Op uitnoodigiDg van den redacteur der Revue
International des Falsifications en va,n het Maand
blad tegen de vervalschingen laten wij hier een
uittreksel volgen uit een redevoering, door dr
P. F. van Hamel Roos, gehouden op het derde
natuur- en geneeskundig congres te Utrecht
in de eerste sectie.
Het komt mjj voor, zeide de spreker, dat tot
voor weinige jaren in te geringe mate de aan
dacht gewjjd is geworden aan de verontreini
ging van geconserveerde levensmiddelen en de
vergiftiging door tin verbindingen, en mijn doel
is, zoo beknopt mog-ljjk, de tot op heden ge
constateerde feiten te vermelden en tevens een
uitnemend voorbehoedmiddel tegen dergeljjke
verontreinigingen aan te geven.
Daarop vermeldde -de heer Van Hamel Roos
wat door verschillende geleerden te dezer
zake is opgemerkt en medegedeeld.
Naar aanleiding van die feiten wees spreker
op de wenschelijkheid van het overtrekken van
het inwendige der conserveerbussen met het
een ot andere vernis of voor zwakke zure en
organische stoffen onaantastbaar materiaal, en
het is hem aangenaam te kunnen mededeelen,
dat het een Nederlandschen industrieel, nl. den
heer C. Verwer te Krommenie, gelukt is, een
vernis te vervaardigen, hetwelk bljjkens gedane
onderzoekingen uitnemend aan de te Btellen
in de hulpscholen was.
»Mevrouw Orveggi antwoordde juf
frouw Dorini met hare gewone luchthartigheid,
zich spiegelende in de glazen der boekenkast.
•Kent gjj die niet Zy is altijd op straat.
Een knappe vrouw. En wat een toiletMaar
zjj heeft een allerslechtsten smaak, un gout
abominable" Daarop begon zy haar manier
van kleeden te critiseerenzjj kende al de
japonnen van de dames, die zjj op school zag
of gezien had, van buiten en meette daarnaar
hare waardeering at; gelukkig wanneer zjj
met een van de smaakvolsten gemeenzaam
genoeg werd om vjjf minuten per dag bij het
aan- en uitgaan der school over koetjes en
kaltjes met haar. te kunnen praten. Mevrouw
Orveggi kende zy, evenals zooveel anderen,
alleen aan de kleeren. De laatste maal toen
zy haar gezien had, droeg zy een groene japon
met strooken, die haar volstrekt niet beviel,
volstrekt niet. »En toch koopt zy alles bjj
Perichetta. Maar als men nu eenmaal geen
oogen heeft, h e e 11 men geen oogen. Cest de
la peine perdue, begrjjpt gjj?"
Juffrouw Galli vroeg of zy mevrouw Orveggi
verleden jaar wel eens in de les gezien had
Ja, in het heele jaar was zy eens in de les
gekomen.
De Napolitaansche leerares, die dit hoorde,
kwam naderbjj en zei met een veelbeteekenend
lachje»0, mevrouw Orveggi heelt wel wat
anders aan het hoofd dan de school."
eischen voldoet. Vooral ook door de wijze
waarop het op het blik is aangebracht.
Spreker wees met nadruk hierop, daar de
toepassing dezer nuttige uitvinding, behalve
op de samenstelling van het vernis, juist berust
op het doelmatig aanbrengen er van op de
vertinde binnenvlakte.
Niet onbelangrjjk is het, zoo ging de heer
Van Hamel Roos voort, hierbjj te vermelden
dat, terwjjl vroeger een dergeljjk vernist blik
uit Frankrjjk betrokken werd, dit vernis tegen
woordig door genoemden fabrikant aan Fran-
8ehe industrieelen geleverd wordt.
Het is duideljjk dat bjj het oplossen der
inwendige tin-oppervlakte van de blikken
bussen de tjjd een groote factor is. Zeer over
tuigend wordt dit bewezen door een bus as
perges, die in 1860, dus 31 jaar geleden, ge
conserveerd werd. Het tin dezer bus was
nagenoeg geheel verdwenen en in de zure
vloestot opgelost. Zoo vond spreker in een
bus ossenvleesch, acht jaar geleden geconser
veerd, wegende 976 gram (vocht en vleesch),
77 milligram tin-oxyde opgelost. Een bus
asperges, zeB j :ar oud, bevatte 56 milligr. tin-
oxyde, terwjjl een andere bus, niet ouder dan
circa 4 maanden, 11 gram inhield. Abrikozen
bevatten per bus 20 mgr. en uit Singapore
ingevoerde ananas niet minder dan 178 mgr.
per blik. Deze laatste vrucht had door het
hooge tingehalte een zoodanig onaangenamen
smaak, dat de verkoop of ten minste het ver
bruik er van, gelukkig onmogeljjk was. Ver
schillende andere geconserveerde groenten od
vruchten, o. a. postelein (ik herinner hier aan
de waarschuwing van den burgemeester van
Amsterdam,speciaal tegen deze groente),zuurkool,
peren, wortelen enz., benevens soepen en
vleeschspjjzen, bleken allen in meerdere ot
mindere mate tinhoudend te zjjn, voornameljjk
(bjj groenten en vruchten natuur! jjk) afhanke
lijk van de hoeveelheid en hoedanigheid der
plantenzuren. Ik deel in deze geheel de mee
ning van prof. H. Wefers Bettink te Utrecht
dat nl. het in groenten en vruchten aanwezige,
zeer verbreidende appelzuur in hoofdzaak de
oplossende stof is.
Ten einde nu na te gaan in hoeverre het
bovenvermelde vernis dienstig was, om den
invloed der zuren op tin te verhinderen, wer
den de meest zure spjjzen. o. a. zuurkool,
karnemelk, peren en wjjn, in verniste blikken
geconserveerd, na 4 a 9 maanden onderzocht.
Het bleek mjj bjj onderzoek dat geen weegb tre
hoeveelheden tin door de zure spijzen opgenomen
waren geworden. Een dergeljjk resultaat ver
kreeg ik bjj het onderzoek van tuinboonen, uit
Frankrijk afkomstig, en aldaar 12 jaar geleden
in een verniste bus geconserveerd. Al pleit
dit ook ten zeerste voor het vernissen, ik
hecht hieraan evenwel minder gewicht, daar
boonen en erwten het tin toch slechts zeer
weinig oplossen. Zure spjjzen van denzelfdin
ouderdom, in verniste blikken geconserveerd,
heb ik niet kunnen krijgen, doch ik acht de
proef na 4 a 9 maanden reeds voldoende om
het vernis-procédé met warmte aan te bevelen,
tegenover de sterke tin-reactiën bjj het niet
aanwenden van vernist blik. De eenige groente,
waaraan het vernis geen weerstand bood, bleek,
voor zoover myne onderzoekingen reiken, de
zuring te zynreeds na een paar maanden
had het vernis losgelaten en waren groote
hoeveelheden tin opgelost.
Met het oog op de uitkomsten mjjner onder
zoekingen cn daar nu juist het seizoen der
conserveering op handen is, zou het m. i. uit
een hygiënisch oogpunt van dringend belang zijn,
indien de fabrikanten van geconserveerde levens
middelen er toe besloten, zich uitsluitend van derge
lijk vernist blik te bedienennatuurlijk voor zoover
geen flesschen aangewend worden. Reeds heeft
een Amsterdamsche firma mjj haar voornemen
te kennen gegeven in dien zin hare conser-
veering te bewerkstelligen, zooals zjj o. a.
reeds nu met verschillende zure spyz6n en
dranken gedaan heeft, en het lydt geen twjj-
ftl, dat dit goede voorbeeld navolging zal
vinden, indien het publiek, en dit is van ge
wicht, zich slechts de moeite wil getroosten,
in zijn welbegrepen eigenbelang, te vragen naar
bussen met verniste binnenvlakte.
Een wetteljjke regeling dezer zoo hoogst be-
langryke aangelegenheid, d. i. dus het ver
plichtend stellen der verniste bussen, zoude m.
i. ten zeerste de aandacht onzer regecring ver
dienen; men loopt werkeljjk gevaar anders,
zooals dikwjjls geschied is, door ernstige ver
giftigingen opgeschrikt te worden dus als
het voor de slachtoffers te laat is.
Handenarbeid als opvoedingsmiddel.
The whole man must move together.
Van bevoegde zjjde hooren wjj meer en meer
de (nog vaak stille) klacht, dat ons onderwijs
niet meer geschikt is, om den mensch op te
leiden tot zyn wezenlijke bestemmingdat de
grondslag »oefening van het verstand, inspan
ning van het hoofd alleen" tot verderfelijke
eenzjjdigheid leidtdat onze maatschappjj niet
alleen denkende hoofden maar vooral normale
Nu voegde zich ook mevrouw Massi bjj het
groepje en zei»Ja, dat is een slechte moeder."
Daarop trad de kleine Frosetti naar voren,
en zei, terwjjl de godvruchtige leerares zich
gebelgd over dat kwaadspreken terugtrok, tot
juffrouw Galli: »Op een mooien dag zult gjj
haar op deze wijze de school zien binnen
komen." En zjj bootste de kleine passen der
dame na, en haar manier van de lieden te
groeten als zij voorbjj waren, met gesloten
oogen het hoofd omdraaiende, als om te zien
of een spin over haar rug liep. Het was
sprekend. Al de leeraressen die haar kenden
schaterden het uit.
Eensklaps riep een stem van buiten»de
directrice 1"
Juffrouw Frosetti gilde»Maakt dat gjj
weg komt", en allen stoven uit elkaar, behalve
juffrouw Galli, die zich bedaard naar hare
klasse begaf. De directrice haalde haar in,
hield haar het horloge voor, zei: »Weet gjj
wel, juffrouw, dat gjj reeds anderhalve minuut
in de klasse moest zynZy bleef met het
horloge in de band voor haar staan, als bood
zjj het haar te koop.
Er viel niets op te antwoorden.
Juffrouw Galli boog, sloeg de oogen neer,
en ging verlegen verder, terwjjl de directrice
zich naar haar kamer begaf. Doch een onge
wone aanblik maakte spoedig een einde aan
haar verlegenheid: voor de deur der klasse
stond mevrouw Orveggi met haar dochtertje
menschen noodig heeft, 9n dat deze eisch vooral
bjj het onderwjjs op de lagere school schromeljjk
wordt over het hoofd gezien. Yandaar dat
het onderwys zoo weinig vat heeft op onze
jeugdvandaar dat zoovelen worden gemaakt
tot mislukte geleerden, en zoo weinig tot
praktische, degeljjke menschen.
Maar ook bjj het middelbaar onderwjjs
heerscht het kwaad in hooge mate. Opvullen
met vele noodelooze kennis, dressuur voor
examens is daar hoofdzaak.
Ik heb het voorrecht gehad deel te nemen in
een overleg van belangstellenden, waaronder
hooggeachte deskundigen, die eene wensche-
ljjfce hervorming van het geheele onderwjjs
bedoelden doch welk overleg helaas niet is
voortgezet. Een der resultaten van dat overleg
was, dat niet minder dan 8 leervakken als
overbodig van het programma der H. B. school
zyn geschrapt. En zoo was het bjj de audere
afdeelingen in geljjke mate.
Sedert ik in 1887 in het Noorden de nieuwe
richting van het onderwys heb leeren waar-
deeren, waarbjj handenarbeid als een der
voornaamste grondslagen voor alle scholen is
aangenomen, heb ik in die richting het eenige
middel gezien tot het verkrjjgen van een
beteren toestand en medegewerkt tot het be
kendmaken van die richting hier te lande in
mjjn boekje Noorderlicht en door de aan
beveling van het geschrift van J. Franzen,
Handenarbeid als opvoedingsmiddel, uit het
Zweedsch vertaald door C. J. Prins en ver
krijgbaar bjj den uitgever Grouw te Ouderkerk
bjj Amsterdam.
Ik heb ook niet opgehouden mijn landgenooten
op te wekken tot een bezoek aan het Seminarium
van dr Salomon op Niias bjj Göteborg in Zwe
den, een der meest beroemde instellingen waar
leeraren en leeraressen zich de bekwaamheid
tot het onderwys in de Slöjd (handvaardigheid)
in een cursuB van 6 weken, op zeer aanneme
lijke voorwaarden kunnen eigen maken.
Tot mjjn groot genoegen begint thans ook
in ons land (en 't is waarljjk tjjd) de geestdrift
voor deze onwaardeerbare verbetering in het
onderwjjs te ontwaken. De heeren J. Stam en
P. Evenink hebben te Amsterdam en Arnhem
verdienstelijke stappen in die richting gedaan.
Later hebben twee Nederlandsche leeraren, de
heeren J. F. Hondius van Middelburg en P. F.
van der Meulen van Zaandjjk den cursus op
Niias bygewoond, en hoe de indruk daar op
hen geweest is, bljjkt dezer dagen duideljjk
genoeg. In de Gids van Maart heeft de heer
Hondius een opstel over de Slöjd gegeven, dat
wel geschikt is om de weidenkenden wakker
te schudden, en waarin alles te vinden is wat
het onderwerp voldoende in zyne waarde kan
toelichten.
De heer Yan der Meulen heeft de zaak op
praktische wjjs aangepakt en op verschillende
plaatsen voordrachten voor het volk gehouden,
die groote belangstelling gewekt hebben.
Bovendien wordt door hem te Zaandjjk ook
reeds onderricht in de Slöjd gegeven en neemt
daar vooral de waardeering der nieuwe methode
toe.
De heer Van der Meulen heeft het voorne
men dit jaar weder naar Naas te gaan, ditmaal
vergezeld door elf landgenooten, 3 dames en 8
heeren, die allen met hem den cursus zullen
medemaken.
Nu acht ik de zaak voor Nederland behouden
en twjjfel ik geen oogenblik of dit twaalftal
zal gevolgd worden door vele twaalftallen, die
de goede beginselen met onweerstaanbare macht
over hot land zullen verspreiden en zullen
zorgen dat Nederland niet al te erg achter
aankomt.
Want hoe meer ik van het Slöjd-onderwjjs
verneem, hoe inniger ik overtuigd word, dat
daaruit een hervorming van het onderwys zich
zal ontwikkelen, die een grooten en welda-
digen invloed zal hebben op de sociale toe
standen, meer zelfs, dan menigeen zich nu
nog voorstelt.
Ik wenBch den heer Yan der Meulen geluk
met die gunstige uitkomst van zyne pogingen.
Hjj en zjjn reisgezellen zjjn in waarheid pioniers,
baanbrekers voor eene beschaving, die niet
vraagt naar wandelende hoofden, maar naar
handelende menschen.
En ik ben zeker, dat in myne overtuiging,
al is 't ook in stilte, door duizenden landge
nooten wordt gedeeld, die vurig verlangen naar
verlossing van eene onderwysmanie, die alleen
in hoofdgeblok, in boek en pen en lessenaar
de grondslagen der samenleving ziet, die de
vrjje, normale ontwikkeling belemmert, vele
jeugdige krachten ondermjjnt en vele oorspron
kelijk gezonde lichamen sloopt door de droevige
gevolgen van een grootendeels zittend doorge
brachte jeugd.
Van meer dan een leeraar, en bevoegd be-
oordeelaar heb ik zelfs het gevoelen gehoord,
dat handenarbeid niet alleen een der grond
slagen, maar de voornaamste grondslag moet
worden voor het onderwjjs.
Haarlem April 1891.
F. W. van Eeden.
op haar te wachten.
De leerares en de moeder wisselden een van
die snelle, doordringende blikken, waarmede
twee vrouwen elkaar in een ommezien van het
hoofd tot de voeten opnemen en beoordeelen
het gelaat zoowel als de kleeren, het gemoed
en de gestalte, het heden en het verleden.
Op dat oogenblik schoot juffrouw Galli blik
semsnel iets door het hoofdde herinnering
aan een rjjtuig, dat haar een paar maanden
geleden, op een regendag, genoodzaakt had
even op den hoek van den Corso Umberto stil
te staan en waarin zy terloops, door de reet
van een opwaaiend zeiltje, het gelaat eener
blonde vrouw gezien had, met gesloten oogen
tegen een zwarten baard aangedrukt. »Zjj is
het", zei zy bjj zich zelve, zonder een zweem
van twjjfel, en beantwoordde haar groet met
een buiging.
Mevrouw was langen blond, en had een mooi,
ovaal, blozend gelaat, bedorven door een te
langen neus, heel lichte grjjze oogen, waarvan
men byna de appels niet zag, en breede schou
ders. Zy was zeer ryk gekleed, met een
grooten mantel met marter gevoerd.
Bjj den eersten blik doorliep beiden een
stroom van wederzydschen afkeer.
(Wordt vervolgd.)
Gedrukt bjj D. G. Kröber Jr., te Middelburg,