N°. 91. 134" Jaargang. 1891, Zaterdag 18 April. Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen: Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën20 cent per regel. Bij abonnement lager: Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten, benevens alle dankbetuigingen; van 17 regels 1.50; iedere regel meer ƒ0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Middelburg 17 April. EENE POLITIEKE VOORDRACHT. goo, en dit topnt vooruitgang in een andere llllliHIIillK.Si Thermometer. Middelbrug 17 April vro. 8u. 47 gr. m. 12 o. 50 gr., av. 4 u. 49 gr. F. Verwacht N. W. wind. Agenten te VlissingenP. G. de Vet Mestdagh Zoon, te GoeBA. A. W. Bolland,teKrniningen:F. v.d.Peijl, te Zierikzee: A.C.deMooij,teTholen: W. A. tan Nieuwenhuijzen en te Terneuzen M. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en ad.vertentiën aan, evenals de advertentie-bnrean's van Nijgh Van Ditmar, te Botterdam, de Geee. Belinfante, te 's Gravenhage, en A. de la Mar Azn., te Amsterdam. Hooidagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cee., John F. Jones, opvolger. Advertentiën moeten des namiddags te één uur aan het bureau bezorgd zjjn, willen zjj des avonds nog worden opgenomen. Donderdagavond trad voor de liberale kies- vereeniging Eendracht maakt Macht te Middel burg als spreker op jbr mr A. J. Bethaan Macaré van Haarlem. De bovenzaal van de concertzaal, waar de politieke voordracht plaats had, was geheel gevuld en zelfs uit omliggende plaatsen waren hoorders opgekomen. De heer mr W. A. van Hoek, voorzitter der kiesvereeniging, opende de bjjeenkomst met den heer Bethaan Macaré hartelijk dank te zeggen dat hp zich bereid had verklaard tot het hou den dezer voordracht en verleende hem daarop het woord. De heer Bethaan Macaré begon met een in leidend woord, waarin bp verklaarde niet te willen verhelen dat, toen het bestuur der vereeniging Eendracht maakt macht hem de eer aandeed eener uitnoodiging om hier zjjne denkbeelden omtrent den tegenwoordigen po- litieken toestand te ontwikkelen, hp in ern- •tigen tweestrpd verkeerde of hp al dan niet aan die uitnoodiging gevolg geven zou. Was het voor hem als Zeeuw een vleiende onder scheiding in zpne vaderstad als spreker te kunnen opdeden, aan den anderen kant wogen er een groot aantal bezwaren. Na rjjp beraad en ernstige overweging meende Bpreker echter aan de roepstem gehoor te moeten geven, omdat zjjn plicht als staatsburger hem dat voorschreef Wp leven toch in een veel bewogen tjjd en staan aan den vooravond van verkiezingen, die zullen beslissen aan wien het bestuur vaD het schip van staat in de eerstvolgende vier jaren zal worden toevertrouwd, terwijl ieder kiezer een deel van de verantwoordelijkheid draagt voor de dingen, die op de verkiezing volgen zullen. Meer dan ooit hebben, naar sprekers meening, de kiezers op dit oogenblik recht op voorlichting; en zjj, die tot die taak geroepen worden, mogen zich daaraan niet onttrekken dan om zeer afdoende redenendie had spreker niet en daarvan is zpn optreden het gevolg. Niet alleen dat de kiezers recht hebben op voorlichting, velen hebben daaraan ook be hoefte. Na in het licht gesteld te hebben dat, waar velen daaraan behoefte hebben, het hier ter stede toch ook zeker niet ontbreekt aan anderen bp wie spreker op politiek gebied veilig kon ter echole gaan en er op gewezen te hebben dat bjj zich niet als een in de politiek volleerd of zelfs maar politiek spreker heeft opge worpen, zeide de Deer Bethaan Macaré geen politiek betoog te willen houden over een of ander onderwerp van staatkundig beleid. Slechts een opwekkend woord verklaarde hp te willen uiten om uiteen te zetten, in welken politieken toestand wp verkeeren, op eene wjjze dat ieder kiezer zich een zelfstandig oordeel kunne vormen over de onderwerpen, die hjj kortelpk wilde aanstippen. Hoe zpn wp in den politieken toestand gekomen, waarin wp verkeeren Om die vraag te beantwoorden bracht spreker in korte trek ken in herinnering wat op staatkundig gebied na 1840 is gebeurd. Toen was pas doorleetd de gewelddadige af scheiding van Belgiëde opstand was uitgebro ken, het volk te wapen geroepen, detiendaag- gche veldtocht gedaan en, door de tusschenkomst der groote mogendheden, de oorlog beëindigd. Tengevolge van de volharding van het toenmalig hoofd van den staat was gedurende zes jaren steeds een van top tot teen gewapend leger aan de grenzen, wat verbazende sommen eisebte en een gedachten knak aan onze financiën gaf, wat, gevoegd bjj de minder goede resnltaten, niet medewerkte om het prestige van koning Willem I te verhoogen. II riy a que le succes qui couronne zeggen de Franschen terecht. Toen Willem II aan de regeering kwam be vonden zich de financiën in bedroevenden staat en verkeerde het land niet in een toestand van welvaart. Hjj, daarbjj flink gesteund door den minister van financiën, nam de moeilpke taak ter hand orde in de geldmiddelen te brengen, maar dat nam niet weg dat er een geest van verzet en ontevredenheid ontstaan was, die vooral werd gevoed door den geringen invloed, welken de bnrgerp kon uitoefenen op den loop van zaken. Die stemming vond uiting door mannen als Thorbeeke, De Kempenaer, Luzac en anderen, die op constitutiewpziging aandrongen. Na een schets te hebben gegeven van de staatsinrichting dier dagen en van de wjjze waarop de kamers waren samengesteld, de traps- gewjjze verkiezingen, door den adel, de steden en de plattelandsbevolking, herinnerde de spre ker aan den gedurende jaren gevoerden strijd om grondwetsherziening. Na de Februari-omwenteling te Parjjs(1848) besloot koning Willem II toe te geven en zonder de ministers daarvan in kennis te stellen deed hjj van dat besluit mededeeling aan de kamers. Ofschoon mr Thorbeeke in deze zaak eene groote rol speelde, werd hjj aanvankelpk niet geroepen aan de nieuwe grondwet kracht en leven te geven, maar totn hjj als minister optrad, ving een nieuw legislatief tjjdperk aan. Hjj toch riep in het leven eene gansche reeks organieke wetten, die gebleken zpn uiterst degelpk, uiterst goed, uiterst weldadig te hebben gewerkt. Zoo zelfs, dat zpn tegenstan ders, waaronder de minister Van Hall, dit openlpk erkenden. Om Blechts enkele te noemen zpn daar om dit te stavende kieswet, de gemeentewet, de provinciale wet, die alle, heden ten dage nog van kracht, nog hunne goede werking toonen. Hierbjj zouden ook nog de onteigenings wet en die op de telegrafen kunnen gevoegd worden, nevens vele andere. De spreker ontkende niet dat het voor het ministerie betrekkelijk niet zoo moeiljjk was om die wetten tot stand te brengen, waar de Nederlandsche natie den koning dankbaar was voor de grondwet en de regeering veel mede werking ondervond, maar meende toch aan mr Thorbeeke eene welverdiende hulde schuldig te zjjn. Er kwam echter weldra verandering in den toestand. In 1853 brak de Aprilbeweging uit. De aanleiding ertoe is bekend. Als liberaal van den echten stempel meende mr Thorbeeke dat er een eind moest gemaakt worden aan de achteruitzetting van een deel der natie en werkte hjj mede aan het herstel der bisschop pelijke hiërarchiedit was eene concessie aan de katholieken, logisch gevolg van het begin sel der liberalen op het punt van jfewetens- vrjjheid. In die dagen namen de Protestanten daaraan aanstoot en het gevolg was dat eene zoo groote beweging op het getouw werd gezet dat het ministerie, hoeveel goeds het ook had verricht, voor dien drang moest wjjken. Sedert dien tpd is de kracht der liberale partjj gaandeweg afnemend. In 1857 is onder een anti-revolutionnair ministerie de onderwijswet tot stand gekomen. Deze wet, zeker met de edelste bedoelingen in het leven geroepen, heeft veel ontevredenheid gowekt aan den kant der kerkeljjke partjj, eene ontevredenheid, die telken jare stpgende, heeft geleid tot den onder'wpsstrpd, een strpd die wel eens genoemd is een strpd tusschen openbaar en bijzonder onderwjjs, waarbjj het onderwijs werd vergeten. Waar het vaststaat dat het onderwjjs intus- schen zeer is vooruit gegaan, mag het aan den anderen kant niet ontkend worden dat de schoolstrpd verlammend op den politieken toe stand heeft gewerkt en kan het een gelukkig verschjjnsel genoemd worden dat die strpd nu niet meer zoo op den voorgrond staat als vroeger. Ofschoon spreker niet de meening deelt van dr Schaepman, dat die strpd nu is uitgestreden, erkent hjj dat deze is achteruitgeschoven met het oog op andere kwesties, die reeds te lang op den achtergrond bleven. Waar het thans dan geheel andere vraag stukken geldt mag zeker wel met het oog op de aanstaande verkiezing in de eerste plaats deze vraag gedaan wordenaan welke partjj zal ik mjj aansluiten Alvorens die vraag te beantwoorden stelde de heer Bethaan Macaré in het licht dat elk partjj kiezen moet en toonde hp aan dat ieder, die geen overleg pleegt met geestverwanten, zpne stem vermorst, ja erger nog misschien, de baan breekt voor candidaten, die hjj niet begeert. Welke partjj moot gekozen worden Aan keuze ontbreekt het nietaan vreemde namen evenmin, want de politieke partpen tooien zich bjj voorkeur met uitheemsche titulatuur. Zoo bestaan ultramontanen, antirevolution- nairen, radicalen, landnationalisten, sociaal democraten en liberalen, alle vreemde namen, voor een kiezer niet altpd even gemakkelpk verstaanbaar. Om dat beter begrppelpk te maken, karak teriseerde de spreker de verschillende partpen, door aan te toonen, welke idealen de onder scheidene richtingen nastreven; naar welke uitkomst de leiders der verschillende partpen streven en waarheen zp telkens en telkens weer den steven wenden. Spreker begon met de partjj, die het minst moeiljjk is te karakteriseeren, nl. de ultra- raontaansche pf roomsch-katholieke, Pit is eene zuiver kerkeljjke en zjj ontveinst dat niet; zjj verwacht alle heil van de volgens haar alleen zaligmakende kerk en baar ideaal is de zegepraal van die kerk. Daar wil zjj heen, vooral sinds in December 1864 door paus Pius IX een encycliek is verschenen met een syllabus, waarin hjj als hoofd der kerk ver klaart een vjjand te zjjn van de vrpheden waarop de Nederlander zoo prat is. Op deze encycliek is den 18 Juni 1870 gevolgd de onfeil- baarheidsverklaring van het hoofd der katho lieke kerk, en het logisch gevolg dezer beide feiten is en dat wordt niet door de B. E ontkend, al komen zjj er niet allen zoo rond voor uit als de kiesvereenigiDg Recht en orde te Amsterdam dezer dagen bjj haar concept programma het deed, dat zjj het wachtwoord te Bome gaan halen voor wat hier in Neder land moet geschieden. Eene tweede partjj, die echter niet zoo rond voor haar doel uitkomt en niet zoo ridderljjk haar vaandel ontplooit, is de anti-re volutionn lire. Vreemd genoeg dat die partjj, welke steeds de rechten der protestantsche partjj voorstond en in de vorige eeuw de katholieken het meest verdrukte, thans naast de kath. partjj plaats heeft genomen en met haar een verbond heeft gesloten. Maar dat verbond is slechts tpdelpk, de twee prrtjjen kunnen maar een eind weegs samen afleggen en moeten dan van elkander gaan. Wat is het ideaal der anti-revolutionnaire partjj Zjj bestaat uit verschillende elementen de oude kern zpn de leden der orthodox kerke lpke partjj, waarbjj zp zich aansloten, die meenden dat de liberale partjj den godsdienst vijandig is, welke meening, dit merkte de heer Macaré uitdrnkkelpk op, zeer zeker onjuist is Eindeljjk hebben zich bjj de anti-revolutionnaire partjj aangesloten verschillende elementen uit de aristocratische kringen, die de meening zpn toegedaan dat de liberalen vjjanden zpn aan alle aristocratie. Bij oeiïo zoo samengestelde partjj bestaan tweeërlei stroomingen, de een in democratische, de ander in aristocratische rich ting. Deze twee elementen zjjn echter samen geperst en worden samengehouden door den krachtigen wil van een leider, die die partjj beheerscht en beveelt, nl. dr A. Kuyper. En wat mag nu het ideaal wezen van dezen Geen ander dan dat de doleerende partjj in den lande triomfeere. Dr Kuyper wil de kerkeljjke met de politieke twisten vermen gen, wat spreker zeer verderfeljjk voor het land acht, daar de geschiedenis bewjjst, hoe noodlottig daarvan de gevolgen zpn. Het twaalfjarig bestand en de in die dagen ge voerde twisten tusschen remonstranten eD contra-remonstranten en eindeljjk de dood op het schavot van den staatsman Oldenbarneveldt zjjn daarvan sprekende voorbeelden. Een der kenmerkende hoedanigheden van de anti-revolutionnaire partjj is dat zjj en spre ker wil aannemen dat zjj dit te goeder trouw doet steeds den godsdienst vermengt met de politiek. Ieder die onbevooroordeeld den bpbel voor zich neemt en daarin tracht te vinden het antwoord op de vragen van den dag als leerplicht, dienstplicht, belasting-hervorming of de sociale kwestie, die zal te vergeefs zoeken, terwjjl zjj, die zich diets maken wel het antwoord gevonden te hebben, verwarren het geen geschreven staat en hetgeen zjj daaruit meenen te mogtn afleiden. Die partjj stuurt naar de doleerendenniet meer naar Dordt, maar naar Amsterdam, om der vrjje universiteit de zegepraal te bezorgen. Een geheel ander ideaal stelt zich dé sociaal democratische partjj. Deze wil van onze be staande maatschappij niets meer weten. Zp acht die door en door rot en eene omkeering dringend noodig. Is dat juist In onze tegenwoordige maat schappij zpn ontegenzeggelijk diepe wonden, die men moet trachten te heelen, ja die volstrekt ei- schen dat de heelmeester er de hand aan slaat, maar omdat hier en daar zich eene wond bevindt is nog niet bewezen dat het geheele organisme het oprapen niet meer waard is. Wanneer ge reizen gaat zult ge overal wel vaart opmerken, zien hoe de Bteden zich uit breiden en de handel evenzeer vooruitgaat, maar misschien zult ge ook zien dat het pro letariaat zich uitbreidt. En is dat voor de centra's niet te ontkennen, aan den anderen kant valt er toeh een en ander op te merken, dat gunstiger stemt. Zoo is, hoofdzakeljjk door de verbeterde hygiënische bepalingen op woningen, de levens duur toegenomen, terwjjl ook, wat sterkte en lengte betreft, gunstige statistische mededeelin- gen te doen zjjn. Bv. wat de lotelingen voor de militie betreft waren er in 1870 van de 100 9 beneden de maat van 1.55 M,, nu, 20 jaren later, slechts 4 te klein. richting, konden er in 1865 van do 100 ingedeelde lotelingen lezen noch schrjjven 18 en in 1888 nog maar 7. In Zeeland konden in 1865 van de 100 lotelin gen 27 niet lezen of schrjjven; in 1888 waB dat cjjfer gekrompen tot 10. Dit is zeker nog te veel; het cjjfer moet tot nul gereduceerd worden en daarom zjjn de liberaleD voor leerplicht. Na alzoo aangetoond te hebben dat de maat schappij nog niet zoo rot is als de sociaal democraten het willen doen voorkomen, zette spreker uiteen dat het uitgangspunt dezer partj) niet juist is. Zjj meenen het recht aan hunne zjjde te hebben om een nieuw gebouw van staatsregeling op te trekken en willen str jjd voeren tegen het kapitaal. Zonderling mag het genoemd worden dat zp, die heeten te strjjden tegen het kapitaal, volgens hen de bron van zoovele ellende, in het leven willen roepen een zoo reus achtig kapitalist als nooit bestaan heeft, nl. den staat. Wanneer de Btaat niet ware een denk beeldig maar een belichaamd persoon en men de zekerheid had van eene onkreukbare eer- ljjkheid, dan zou de mogeljjkheid bestaan dat de utopieën der sociaal-democraten werden verwezenljjkt, maar waar de staat altpd zal moeten werken door personen is het beslist onmogeljjk. Een gansch heir van ambtenaren toch zou noodig zpn om alles te regelen en te controleeren. Bjjvoorbeeld in den bedoelden staat zou men geen geld hebben maar zon alles worden betaald in arbeidsbons, grooter of kleiner naar mate van den door ieder burger gepresteerden arbeid. Men gevoelt dadelijk het reusachtige van de taak om ieders arbeid te waardeeren Maar, gesteld al dat die bezwaren konden wordeD weggenomen, dan bljjft er nog een ander; de menschelpke hartstocht. Yoor hunne propo- ganda hebben de soc. democraten njjd, jaloezie en afgunst tot bondgenooten genomen en ge dachtig aan het altjjd bewaarheide »men oogst wat men gezaaid heeft" ligt het voor de hand dat zich in den socialistischen staat al spoedig njjd en afgunst bjj de verdeeling openbaren en tot uiteenspatting leiden zullen. Naast de partjj der Bociaal-democraten staat de Friesche volkspartij, die land-nationalisatie in hare banieren schrpft. Deze leer, verkondigd door Henry George, wil afschaffing van het individueel grondbezit. Het is een theorie van zeer jongen datum, zoodat het voorbarig zou zpn daarover reeds thans te oordeelen, voor toepassing is zp zeker nog niet rpp. Alleen ver dient het opmerking dat het gemeenschappelijk bezit, zooals dat bestond in de marken, geble ken is niet te voldoen, zoodat er merle moest gebroken worden terwjjl ook in onze Oost, waar communaal bezit bestond, in 1871 het individueel bezit is ingevoerd. Die partjj wil er komen door de invoe ring van algemeen kies- en stemrecht. De liberalen zpn daartegen, omdat het algemeen kiesrecht onder de tegenwoordige grondwet niet te verkrpgen is en zjj op dit oogenblik niet tot grondwetsherziening willen overgaan. Zoo danige herziening toch, de ondervinding heeft het geleerd, is zeer tjjiroovenJ en de liberalen zpn van meening dat er thans andere dringende zaken zpn, die in de eerste plaats voorziening eischen. Verder schjjnt ook die partjj niet afkee- rig te zpn van eene republiek. Daarover wil spieker niet veel zeggen; de Zeeuwen waren altpd trouw aan Oranje en zullen die oude deugd allerminst nu verloochenen, nu de laatste spruit uit den Oranjestam op den troon zit; zjj zullen den zwaren en moeiljjken plicht, die nu op de schouders der koningin-moeder rust en die weldra op de koningin zelve zal komen, zeker zooveel mogelpk willen verlichten. (Ap plaus.) Daarna vroeg spreker: wat is het ideaal der liberale partjj En hjj antwoordde erop dat dit z. i. iszooveel mogeljjk gelnk verschaffen aan een zoo groot mogelpk aantal ingezetenen als onder de bestaande omstandigheden te bereiken is. Dat ideaal, hoe oud ook, is als nieuw uitge kreten door de jeugdige radicale partjj, een loot van den liberalen stam, die de eigen aardigheid heeft hare moeder te verloochenen, hoewel het verschil tusschen beide partpen niet zoo groot is en eigenljjk slechts betreft de wjjze waarop en het tempo waarin men voor uit wil. Waarom noemen wp ons liberalen? vroeg spreker. Liber beteekent vrjj en wp bedoelen daar mede dat wp vrjj willen zpn in ons oordeel op staatkundig gebied; vrjj en onbevooroordeeld willen wp elke vraag op staatkundig gebied beslissen na een onbevangen nauwgezet onder zoek. Vrjj willen wp zjjn van eiken band; wp willen geen wachtwoord ontvangen nooh van lome, nooh nit Dordt, nooh uit Manchester. Set welzjjn van het volk is onze hoogste wet. Daar wp er van overtuigd zijn dat wp niet onfeilbaar zjjn hebben wjj eerbied voor elke meening die op oraelpke wjjze wordt uitgesproken en verdedigd; daarom wenschen wjjt volledige openbaarheiddaarom zpn wjj voorstanders eener vrjje pers, die, al zien wjj tiet voorbjj dat de koniDgin der aarde vrjj wat kwaads sticht, bij slot van rekening toch meer goed dan kwaad doet. Wjj weten dat stilstand achteruitgang is en waar wp naar het goede zoeken zjjn wp niet blind voor het betere. De tpd van het laissez faire laissez aller ii voorbjjop wetgevend gebied moet verbetering gebracht worden in dien zin dat de wet steeds aller welzjjn moet beoogen. Da liberale partjj toch kent geen standen of klassenieder is voor de wet geljjk. Een tweede groot beginsel der liberale partjj is eerbiediging van het individu. Zjj is allerminst voorstander van het»ieder voor zich en God voor ons allen", want zp is er diep van doordrongen dat ieder mensch een deel uitmaakt van de groote maatschappjj, dat wp allen uitmaken de be manning van het schip van staat en dat wjj allen belang hebben bjj hetgeen ieder onzer wedervaart. Wjj zjjn dan ook overtuigd dat, waar we verbetering willen van den toestand, we moeten beginnen met het individu; wetten zjjn allerminst panaceen tegen elke kwaal; door een wet te maken krjjgt men het kwaad niet uit de wereld, wel kan van de wetten eene groote opvoedende kracht uitgaan. Een eerste beginsel is dat elke liberaal streng zjjn plicht betrachte, dat hp matigheid, zelf verloochening en toewpding hebbe, want wie van die beginselen uitgaat zal den arbeider niet uitzuigen en geen vjjand zjjn van hen, die onder hem staan, maar zal integendeel trachten bet geluk van allen te bevorderen. Och waren alle rnenschen wijs En deden allen wel, üeez' aarde was een Paradjjs Nu is ze vaak een hel. Lang nog intusschen, eeuwen misschien, zal het duren eer de onvolmaakte mensch zpne tekortkomingen zoover heeft weggenomen dat geene wetten meer noodig zpn. Thans kannen deze echter nog niet gemist worden en om die op doeltreffende wjjze te kunnen maken is het noodig, dat de regeering voort durend het oog houde op den gang van zaken in alle klassen der maatschappjj. Daarom is het zóo noodig dat de vertegenwoordiging hare brieven ontleene aan alle lagen der maatscnappjj en daarom is de liberale partjj voor uitbrei ding van het kiesrecht op zeer ruime schaal. Thans zpn nog te veel burgers uitgesloten, wat sommigen aanleiding geeft dit de bron van veel ellende te noemen. Aan dien toestand moet een einde komen. De spreker toonde hierop aan dat de grond wet de gelegenheid tot uitbreiding van het kiesrecht in wjjden kring geeft en besprak daarbij art. 80 der grondwet, wat betreft de eischen om kiesbevoegd te zjjn. Hjj wees erop dat daarbjj niet geldt de dub bele eisoh van geschiktheid en welstand maar dat ieder atzonderljjk voldoende is. De bepaling omtrent tpdeljjke uitsluiting van het kiesrecht van actief dienende mili tairen lichtte spreker toe door te wjjzen, hoe men heeft getracht daardoor de kazernes van den verkiezingstrjjd vrjj te houden. Ook besprak hjj kortelpk de bepaling omtrent de bedeelden, die reeds tot critiek aanleiding gaf. Hjj erkende dat deze zaak misschien bjj eene eventueele grondwetsherziening zal kunnen verbeterd worden, doch vond aan den anderen kant er een prikkel in om hem die prjjs stelt op het kiesrecht op te wekken tot het nemen van voorzorgen voor de toekomst. Verder de wenschen der liberale partjj ie het licht stellende, noemde de heer Rethaan Macaré de invoering van arbeids- en zóo noodig landbouwraden, als door de regeering erkende organen, bestemd om haar op de hoogte te houden. De regeering toch heeft een groote kennis van feiten en toestanden noodig om haar plicht te vervullen. Ook de drnk der belastingen moet meer ge- ljjkmatig verdeeld worden; 't is een erkend feit dat de belasting niet geljjk drukt, dat et leemten zpn en dat nog belastingen op de levensbehoeften dienen afgeschaft, zooals reeds door de liberalen is afgeschaft die op het ge maal, tengevolge waarvan het brood thans in plaats van 23 cent voor 12§ te bekomen is. Ook door afsohaffing der gemeente-accjjnzen heeft de liberale partp ons volk een grootea dienst gedaan. Maar 't is er verre van af, dat alles gg daan i»l

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1891 | | pagina 1