N°. 91.
134" Jaargang.
1891,
Zaterdag
18 April.
Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen:
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën20 cent per regel. Bij abonnement lager:
Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten, benevens alle
dankbetuigingen; van 17 regels 1.50;
iedere regel meer ƒ0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Middelburg 17 April.
EENE POLITIEKE VOORDRACHT.
goo, en dit topnt vooruitgang in een andere
llllliHIIillK.Si
Thermometer.
Middelbrug 17 April vro. 8u. 47 gr.
m. 12 o. 50 gr., av. 4 u. 49 gr. F.
Verwacht N. W. wind.
Agenten te VlissingenP. G. de Vet Mestdagh Zoon, te GoeBA. A. W. Bolland,teKrniningen:F. v.d.Peijl, te Zierikzee: A.C.deMooij,teTholen: W. A.
tan Nieuwenhuijzen en te Terneuzen M. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en ad.vertentiën aan, evenals de
advertentie-bnrean's van Nijgh Van Ditmar, te Botterdam, de Geee. Belinfante, te 's Gravenhage, en A. de la Mar Azn., te Amsterdam.
Hooidagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cee., John F. Jones, opvolger.
Advertentiën
moeten des namiddags te één uur
aan het bureau bezorgd zjjn, willen
zjj des avonds nog worden opgenomen.
Donderdagavond trad voor de liberale kies-
vereeniging Eendracht maakt Macht te Middel
burg als spreker op jbr mr A. J. Bethaan
Macaré van Haarlem.
De bovenzaal van de concertzaal, waar de
politieke voordracht plaats had, was geheel
gevuld en zelfs uit omliggende plaatsen waren
hoorders opgekomen.
De heer mr W. A. van Hoek, voorzitter der
kiesvereeniging, opende de bjjeenkomst met den
heer Bethaan Macaré hartelijk dank te zeggen
dat hp zich bereid had verklaard tot het hou
den dezer voordracht en verleende hem daarop
het woord.
De heer Bethaan Macaré begon met een in
leidend woord, waarin bp verklaarde niet te
willen verhelen dat, toen het bestuur der
vereeniging Eendracht maakt macht hem de
eer aandeed eener uitnoodiging om hier zjjne
denkbeelden omtrent den tegenwoordigen po-
litieken toestand te ontwikkelen, hp in ern-
•tigen tweestrpd verkeerde of hp al dan niet
aan die uitnoodiging gevolg geven zou. Was
het voor hem als Zeeuw een vleiende onder
scheiding in zpne vaderstad als spreker te
kunnen opdeden, aan den anderen kant wogen
er een groot aantal bezwaren. Na rjjp beraad
en ernstige overweging meende Bpreker echter
aan de roepstem gehoor te moeten geven, omdat
zjjn plicht als staatsburger hem dat voorschreef
Wp leven toch in een veel bewogen tjjd en
staan aan den vooravond van verkiezingen,
die zullen beslissen aan wien het bestuur vaD
het schip van staat in de eerstvolgende vier
jaren zal worden toevertrouwd, terwijl ieder
kiezer een deel van de verantwoordelijkheid
draagt voor de dingen, die op de verkiezing
volgen zullen. Meer dan ooit hebben, naar
sprekers meening, de kiezers op dit oogenblik
recht op voorlichting; en zjj, die tot die taak
geroepen worden, mogen zich daaraan niet
onttrekken dan om zeer afdoende redenendie
had spreker niet en daarvan is zpn optreden
het gevolg.
Niet alleen dat de kiezers recht hebben op
voorlichting, velen hebben daaraan ook be
hoefte.
Na in het licht gesteld te hebben dat, waar
velen daaraan behoefte hebben, het hier ter
stede toch ook zeker niet ontbreekt aan anderen
bp wie spreker op politiek gebied veilig kon
ter echole gaan en er op gewezen te hebben
dat bjj zich niet als een in de politiek volleerd
of zelfs maar politiek spreker heeft opge
worpen, zeide de Deer Bethaan Macaré geen
politiek betoog te willen houden over een
of ander onderwerp van staatkundig beleid.
Slechts een opwekkend woord verklaarde hp
te willen uiten om uiteen te zetten, in welken
politieken toestand wp verkeeren, op eene wjjze
dat ieder kiezer zich een zelfstandig oordeel
kunne vormen over de onderwerpen, die hjj
kortelpk wilde aanstippen.
Hoe zpn wp in den politieken toestand
gekomen, waarin wp verkeeren Om die vraag
te beantwoorden bracht spreker in korte trek
ken in herinnering wat op staatkundig gebied
na 1840 is gebeurd.
Toen was pas doorleetd de gewelddadige af
scheiding van Belgiëde opstand was uitgebro
ken, het volk te wapen geroepen, detiendaag-
gche veldtocht gedaan en, door de tusschenkomst
der groote mogendheden, de oorlog beëindigd.
Tengevolge van de volharding van het toenmalig
hoofd van den staat was gedurende zes jaren
steeds een van top tot teen gewapend leger
aan de grenzen, wat verbazende sommen eisebte
en een gedachten knak aan onze financiën gaf,
wat, gevoegd bjj de minder goede resnltaten,
niet medewerkte om het prestige van koning
Willem I te verhoogen.
II riy a que le succes qui couronne zeggen de
Franschen terecht.
Toen Willem II aan de regeering kwam be
vonden zich de financiën in bedroevenden staat
en verkeerde het land niet in een toestand van
welvaart. Hjj, daarbjj flink gesteund door den
minister van financiën, nam de moeilpke taak
ter hand orde in de geldmiddelen te brengen,
maar dat nam niet weg dat er een geest van
verzet en ontevredenheid ontstaan was, die vooral
werd gevoed door den geringen invloed, welken
de bnrgerp kon uitoefenen op den loop van zaken.
Die stemming vond uiting door mannen als
Thorbeeke, De Kempenaer, Luzac en anderen,
die op constitutiewpziging aandrongen.
Na een schets te hebben gegeven van de
staatsinrichting dier dagen en van de wjjze
waarop de kamers waren samengesteld, de traps-
gewjjze verkiezingen, door den adel, de steden
en de plattelandsbevolking, herinnerde de spre
ker aan den gedurende jaren gevoerden strijd
om grondwetsherziening.
Na de Februari-omwenteling te Parjjs(1848)
besloot koning Willem II toe te geven en
zonder de ministers daarvan in kennis te stellen
deed hjj van dat besluit mededeeling aan de
kamers.
Ofschoon mr Thorbeeke in deze zaak eene
groote rol speelde, werd hjj aanvankelpk niet
geroepen aan de nieuwe grondwet kracht en
leven te geven, maar totn hjj als minister
optrad, ving een nieuw legislatief tjjdperk aan.
Hjj toch riep in het leven eene gansche reeks
organieke wetten, die gebleken zpn uiterst
degelpk, uiterst goed, uiterst weldadig te
hebben gewerkt. Zoo zelfs, dat zpn tegenstan
ders, waaronder de minister Van Hall, dit
openlpk erkenden.
Om Blechts enkele te noemen zpn daar om
dit te stavende kieswet, de gemeentewet,
de provinciale wet, die alle, heden ten dage
nog van kracht, nog hunne goede werking
toonen. Hierbjj zouden ook nog de onteigenings
wet en die op de telegrafen kunnen gevoegd
worden, nevens vele andere.
De spreker ontkende niet dat het voor het
ministerie betrekkelijk niet zoo moeiljjk was
om die wetten tot stand te brengen, waar de
Nederlandsche natie den koning dankbaar was
voor de grondwet en de regeering veel mede
werking ondervond, maar meende toch aan
mr Thorbeeke eene welverdiende hulde schuldig
te zjjn.
Er kwam echter weldra verandering in den
toestand. In 1853 brak de Aprilbeweging uit.
De aanleiding ertoe is bekend. Als liberaal
van den echten stempel meende mr Thorbeeke
dat er een eind moest gemaakt worden aan
de achteruitzetting van een deel der natie en
werkte hjj mede aan het herstel der bisschop
pelijke hiërarchiedit was eene concessie aan
de katholieken, logisch gevolg van het begin
sel der liberalen op het punt van jfewetens-
vrjjheid.
In die dagen namen de Protestanten daaraan
aanstoot en het gevolg was dat eene zoo groote
beweging op het getouw werd gezet dat het
ministerie, hoeveel goeds het ook had verricht,
voor dien drang moest wjjken.
Sedert dien tpd is de kracht der liberale
partjj gaandeweg afnemend.
In 1857 is onder een anti-revolutionnair
ministerie de onderwijswet tot stand gekomen.
Deze wet, zeker met de edelste bedoelingen in
het leven geroepen, heeft veel ontevredenheid
gowekt aan den kant der kerkeljjke partjj,
eene ontevredenheid, die telken jare stpgende,
heeft geleid tot den onder'wpsstrpd, een strpd
die wel eens genoemd is een strpd tusschen
openbaar en bijzonder onderwjjs, waarbjj het
onderwijs werd vergeten.
Waar het vaststaat dat het onderwjjs intus-
schen zeer is vooruit gegaan, mag het aan den
anderen kant niet ontkend worden dat de
schoolstrpd verlammend op den politieken toe
stand heeft gewerkt en kan het een gelukkig
verschjjnsel genoemd worden dat die strpd nu
niet meer zoo op den voorgrond staat als vroeger.
Ofschoon spreker niet de meening deelt van dr
Schaepman, dat die strpd nu is uitgestreden,
erkent hjj dat deze is achteruitgeschoven met het
oog op andere kwesties, die reeds te lang op
den achtergrond bleven.
Waar het thans dan geheel andere vraag
stukken geldt mag zeker wel met het oog op de
aanstaande verkiezing in de eerste plaats deze
vraag gedaan wordenaan welke partjj zal ik
mjj aansluiten
Alvorens die vraag te beantwoorden stelde
de heer Bethaan Macaré in het licht dat elk
partjj kiezen moet en toonde hp aan dat ieder,
die geen overleg pleegt met geestverwanten,
zpne stem vermorst, ja erger nog misschien, de
baan breekt voor candidaten, die hjj niet begeert.
Welke partjj moot gekozen worden Aan
keuze ontbreekt het nietaan vreemde namen
evenmin, want de politieke partpen tooien
zich bjj voorkeur met uitheemsche titulatuur.
Zoo bestaan ultramontanen, antirevolution-
nairen, radicalen, landnationalisten, sociaal
democraten en liberalen, alle vreemde namen,
voor een kiezer niet altpd even gemakkelpk
verstaanbaar.
Om dat beter begrppelpk te maken, karak
teriseerde de spreker de verschillende partpen,
door aan te toonen, welke idealen de onder
scheidene richtingen nastreven; naar welke
uitkomst de leiders der verschillende partpen
streven en waarheen zp telkens en telkens
weer den steven wenden.
Spreker begon met de partjj, die het minst
moeiljjk is te karakteriseeren, nl. de ultra-
raontaansche pf roomsch-katholieke, Pit is
eene zuiver kerkeljjke en zjj ontveinst dat
niet; zjj verwacht alle heil van de volgens
haar alleen zaligmakende kerk en baar ideaal
is de zegepraal van die kerk. Daar wil zjj
heen, vooral sinds in December 1864 door paus
Pius IX een encycliek is verschenen met een
syllabus, waarin hjj als hoofd der kerk ver
klaart een vjjand te zjjn van de vrpheden
waarop de Nederlander zoo prat is. Op deze
encycliek is den 18 Juni 1870 gevolgd de onfeil-
baarheidsverklaring van het hoofd der katho
lieke kerk, en het logisch gevolg dezer beide
feiten is en dat wordt niet door de B. E
ontkend, al komen zjj er niet allen zoo rond
voor uit als de kiesvereenigiDg Recht en orde
te Amsterdam dezer dagen bjj haar concept
programma het deed, dat zjj het wachtwoord
te Bome gaan halen voor wat hier in Neder
land moet geschieden.
Eene tweede partjj, die echter niet zoo rond
voor haar doel uitkomt en niet zoo ridderljjk
haar vaandel ontplooit, is de anti-re volutionn lire.
Vreemd genoeg dat die partjj, welke steeds de
rechten der protestantsche partjj voorstond en
in de vorige eeuw de katholieken het meest
verdrukte, thans naast de kath. partjj plaats
heeft genomen en met haar een verbond heeft
gesloten. Maar dat verbond is slechts tpdelpk,
de twee prrtjjen kunnen maar een eind weegs
samen afleggen en moeten dan van elkander
gaan.
Wat is het ideaal der anti-revolutionnaire
partjj Zjj bestaat uit verschillende elementen
de oude kern zpn de leden der orthodox kerke
lpke partjj, waarbjj zp zich aansloten, die
meenden dat de liberale partjj den godsdienst
vijandig is, welke meening, dit merkte de heer
Macaré uitdrnkkelpk op, zeer zeker onjuist is
Eindeljjk hebben zich bjj de anti-revolutionnaire
partjj aangesloten verschillende elementen uit
de aristocratische kringen, die de meening zpn
toegedaan dat de liberalen vjjanden zpn aan
alle aristocratie. Bij oeiïo zoo samengestelde
partjj bestaan tweeërlei stroomingen, de een in
democratische, de ander in aristocratische rich
ting. Deze twee elementen zjjn echter samen
geperst en worden samengehouden door den
krachtigen wil van een leider, die die partjj
beheerscht en beveelt, nl. dr A. Kuyper. En
wat mag nu het ideaal wezen van dezen
Geen ander dan dat de doleerende partjj in
den lande triomfeere. Dr Kuyper wil de
kerkeljjke met de politieke twisten vermen
gen, wat spreker zeer verderfeljjk voor het
land acht, daar de geschiedenis bewjjst, hoe
noodlottig daarvan de gevolgen zpn. Het
twaalfjarig bestand en de in die dagen ge
voerde twisten tusschen remonstranten eD
contra-remonstranten en eindeljjk de dood op
het schavot van den staatsman Oldenbarneveldt
zjjn daarvan sprekende voorbeelden.
Een der kenmerkende hoedanigheden van de
anti-revolutionnaire partjj is dat zjj en spre
ker wil aannemen dat zjj dit te goeder trouw
doet steeds den godsdienst vermengt met
de politiek. Ieder die onbevooroordeeld den
bpbel voor zich neemt en daarin tracht te
vinden het antwoord op de vragen van den dag
als leerplicht, dienstplicht, belasting-hervorming
of de sociale kwestie, die zal te vergeefs
zoeken, terwjjl zjj, die zich diets maken wel het
antwoord gevonden te hebben, verwarren het
geen geschreven staat en hetgeen zjj daaruit
meenen te mogtn afleiden.
Die partjj stuurt naar de doleerendenniet
meer naar Dordt, maar naar Amsterdam, om
der vrjje universiteit de zegepraal te bezorgen.
Een geheel ander ideaal stelt zich dé sociaal
democratische partjj. Deze wil van onze be
staande maatschappij niets meer weten. Zp
acht die door en door rot en eene omkeering
dringend noodig.
Is dat juist In onze tegenwoordige maat
schappij zpn ontegenzeggelijk diepe wonden, die
men moet trachten te heelen, ja die volstrekt ei-
schen dat de heelmeester er de hand aan slaat,
maar omdat hier en daar zich eene wond
bevindt is nog niet bewezen dat het geheele
organisme het oprapen niet meer waard is.
Wanneer ge reizen gaat zult ge overal wel
vaart opmerken, zien hoe de Bteden zich uit
breiden en de handel evenzeer vooruitgaat,
maar misschien zult ge ook zien dat het pro
letariaat zich uitbreidt. En is dat voor de
centra's niet te ontkennen, aan den anderen
kant valt er toeh een en ander op te merken,
dat gunstiger stemt.
Zoo is, hoofdzakeljjk door de verbeterde
hygiënische bepalingen op woningen, de levens
duur toegenomen, terwjjl ook, wat sterkte en
lengte betreft, gunstige statistische mededeelin-
gen te doen zjjn. Bv. wat de lotelingen voor
de militie betreft waren er in 1870 van de 100
9 beneden de maat van 1.55 M,, nu, 20 jaren
later, slechts 4 te klein.
richting, konden er in 1865 van do 100 ingedeelde
lotelingen lezen noch schrjjven 18 en in 1888
nog maar 7.
In Zeeland konden in 1865 van de 100 lotelin
gen 27 niet lezen of schrjjven; in 1888 waB dat
cjjfer gekrompen tot 10.
Dit is zeker nog te veel; het cjjfer moet tot nul
gereduceerd worden en daarom zjjn de liberaleD
voor leerplicht.
Na alzoo aangetoond te hebben dat de maat
schappij nog niet zoo rot is als de sociaal
democraten het willen doen voorkomen, zette
spreker uiteen dat het uitgangspunt dezer partj)
niet juist is. Zjj meenen het recht aan hunne
zjjde te hebben om een nieuw gebouw van
staatsregeling op te trekken en willen str jjd voeren
tegen het kapitaal. Zonderling mag het genoemd
worden dat zp, die heeten te strjjden tegen het
kapitaal, volgens hen de bron van zoovele
ellende, in het leven willen roepen een zoo reus
achtig kapitalist als nooit bestaan heeft, nl. den
staat. Wanneer de Btaat niet ware een denk
beeldig maar een belichaamd persoon en men
de zekerheid had van eene onkreukbare eer-
ljjkheid, dan zou de mogeljjkheid bestaan
dat de utopieën der sociaal-democraten werden
verwezenljjkt, maar waar de staat altpd
zal moeten werken door personen is het
beslist onmogeljjk. Een gansch heir van
ambtenaren toch zou noodig zpn om alles te
regelen en te controleeren. Bjjvoorbeeld in
den bedoelden staat zou men geen geld hebben
maar zon alles worden betaald in arbeidsbons,
grooter of kleiner naar mate van den door
ieder burger gepresteerden arbeid.
Men gevoelt dadelijk het reusachtige van
de taak om ieders arbeid te waardeeren Maar,
gesteld al dat die bezwaren konden wordeD
weggenomen, dan bljjft er nog een ander; de
menschelpke hartstocht. Yoor hunne propo-
ganda hebben de soc. democraten njjd, jaloezie
en afgunst tot bondgenooten genomen en ge
dachtig aan het altjjd bewaarheide »men oogst
wat men gezaaid heeft" ligt het voor de hand
dat zich in den socialistischen staat al spoedig
njjd en afgunst bjj de verdeeling openbaren
en tot uiteenspatting leiden zullen.
Naast de partjj der Bociaal-democraten staat
de Friesche volkspartij, die land-nationalisatie
in hare banieren schrpft. Deze leer, verkondigd
door Henry George, wil afschaffing van het
individueel grondbezit. Het is een theorie van
zeer jongen datum, zoodat het voorbarig zou
zpn daarover reeds thans te oordeelen, voor
toepassing is zp zeker nog niet rpp. Alleen ver
dient het opmerking dat het gemeenschappelijk
bezit, zooals dat bestond in de marken, geble
ken is niet te voldoen, zoodat er merle moest
gebroken worden terwjjl ook in onze Oost,
waar communaal bezit bestond, in 1871 het
individueel bezit is ingevoerd.
Die partjj wil er komen door de invoe
ring van algemeen kies- en stemrecht. De
liberalen zpn daartegen, omdat het algemeen
kiesrecht onder de tegenwoordige grondwet niet
te verkrpgen is en zjj op dit oogenblik niet
tot grondwetsherziening willen overgaan. Zoo
danige herziening toch, de ondervinding heeft
het geleerd, is zeer tjjiroovenJ en de liberalen
zpn van meening dat er thans andere dringende
zaken zpn, die in de eerste plaats voorziening
eischen.
Verder schjjnt ook die partjj niet afkee-
rig te zpn van eene republiek. Daarover wil
spieker niet veel zeggen; de Zeeuwen waren
altpd trouw aan Oranje en zullen die oude
deugd allerminst nu verloochenen, nu de laatste
spruit uit den Oranjestam op den troon zit;
zjj zullen den zwaren en moeiljjken plicht, die nu
op de schouders der koningin-moeder rust en
die weldra op de koningin zelve zal komen,
zeker zooveel mogelpk willen verlichten. (Ap
plaus.)
Daarna vroeg spreker: wat is het ideaal der
liberale partjj En hjj antwoordde erop dat
dit z. i. iszooveel mogeljjk gelnk verschaffen
aan een zoo groot mogelpk aantal ingezetenen
als onder de bestaande omstandigheden te
bereiken is.
Dat ideaal, hoe oud ook, is als nieuw uitge
kreten door de jeugdige radicale partjj, een
loot van den liberalen stam, die de eigen
aardigheid heeft hare moeder te verloochenen,
hoewel het verschil tusschen beide partpen
niet zoo groot is en eigenljjk slechts betreft de
wjjze waarop en het tempo waarin men voor
uit wil.
Waarom noemen wp ons liberalen? vroeg
spreker. Liber beteekent vrjj en wp bedoelen daar
mede dat wp vrjj willen zpn in ons oordeel op
staatkundig gebied; vrjj en onbevooroordeeld
willen wp elke vraag op staatkundig gebied
beslissen na een onbevangen nauwgezet onder
zoek. Vrjj willen wp zjjn van eiken band; wp
willen geen wachtwoord ontvangen nooh van
lome, nooh nit Dordt, nooh uit Manchester. Set
welzjjn van het volk is onze hoogste wet. Daar
wp er van overtuigd zijn dat wp niet onfeilbaar
zjjn hebben wjj eerbied voor elke meening
die op oraelpke wjjze wordt uitgesproken en
verdedigd; daarom wenschen wjjt volledige
openbaarheiddaarom zpn wjj voorstanders
eener vrjje pers, die, al zien wjj tiet voorbjj
dat de koniDgin der aarde vrjj wat kwaads
sticht, bij slot van rekening toch meer goed
dan kwaad doet.
Wjj weten dat stilstand achteruitgang is en
waar wp naar het goede zoeken zjjn wp niet
blind voor het betere.
De tpd van het laissez faire laissez aller ii
voorbjjop wetgevend gebied moet verbetering
gebracht worden in dien zin dat de wet steeds
aller welzjjn moet beoogen. Da liberale partjj
toch kent geen standen of klassenieder is
voor de wet geljjk.
Een tweede groot beginsel der liberale
partjj is eerbiediging van het individu. Zjj
is allerminst voorstander van het»ieder
voor zich en God voor ons allen", want
zp is er diep van doordrongen dat ieder
mensch een deel uitmaakt van de groote
maatschappjj, dat wp allen uitmaken de be
manning van het schip van staat en dat wjj
allen belang hebben bjj hetgeen ieder onzer
wedervaart. Wjj zjjn dan ook overtuigd dat, waar
we verbetering willen van den toestand, we
moeten beginnen met het individu; wetten
zjjn allerminst panaceen tegen elke kwaal;
door een wet te maken krjjgt men het kwaad
niet uit de wereld, wel kan van de wetten eene
groote opvoedende kracht uitgaan.
Een eerste beginsel is dat elke liberaal streng
zjjn plicht betrachte, dat hp matigheid, zelf
verloochening en toewpding hebbe, want wie
van die beginselen uitgaat zal den arbeider
niet uitzuigen en geen vjjand zjjn van hen, die
onder hem staan, maar zal integendeel trachten
bet geluk van allen te bevorderen.
Och waren alle rnenschen wijs
En deden allen wel,
üeez' aarde was een Paradjjs
Nu is ze vaak een hel.
Lang nog intusschen, eeuwen misschien, zal
het duren eer de onvolmaakte mensch zpne
tekortkomingen zoover heeft weggenomen dat
geene wetten meer noodig zpn.
Thans kannen deze echter nog niet gemist
worden en om die op doeltreffende wjjze te kunnen
maken is het noodig, dat de regeering voort
durend het oog houde op den gang van zaken
in alle klassen der maatschappjj. Daarom is
het zóo noodig dat de vertegenwoordiging hare
brieven ontleene aan alle lagen der maatscnappjj
en daarom is de liberale partjj voor uitbrei
ding van het kiesrecht op zeer ruime schaal.
Thans zpn nog te veel burgers uitgesloten,
wat sommigen aanleiding geeft dit de bron
van veel ellende te noemen. Aan dien toestand
moet een einde komen.
De spreker toonde hierop aan dat de grond
wet de gelegenheid tot uitbreiding van het
kiesrecht in wjjden kring geeft en besprak
daarbij art. 80 der grondwet, wat betreft de
eischen om kiesbevoegd te zjjn.
Hjj wees erop dat daarbjj niet geldt de dub
bele eisoh van geschiktheid en welstand maar
dat ieder atzonderljjk voldoende is.
De bepaling omtrent tpdeljjke uitsluiting
van het kiesrecht van actief dienende mili
tairen lichtte spreker toe door te wjjzen, hoe
men heeft getracht daardoor de kazernes van
den verkiezingstrjjd vrjj te houden.
Ook besprak hjj kortelpk de bepaling omtrent
de bedeelden, die reeds tot critiek aanleiding
gaf. Hjj erkende dat deze zaak misschien bjj
eene eventueele grondwetsherziening zal kunnen
verbeterd worden, doch vond aan den anderen
kant er een prikkel in om hem die prjjs stelt
op het kiesrecht op te wekken tot het nemen
van voorzorgen voor de toekomst.
Verder de wenschen der liberale partjj ie
het licht stellende, noemde de heer Rethaan
Macaré de invoering van arbeids- en zóo noodig
landbouwraden, als door de regeering erkende
organen, bestemd om haar op de hoogte te
houden. De regeering toch heeft een groote
kennis van feiten en toestanden noodig om
haar plicht te vervullen.
Ook de drnk der belastingen moet meer ge-
ljjkmatig verdeeld worden; 't is een erkend
feit dat de belasting niet geljjk drukt, dat et
leemten zpn en dat nog belastingen op de
levensbehoeften dienen afgeschaft, zooals reeds
door de liberalen is afgeschaft die op het ge
maal, tengevolge waarvan het brood thans in
plaats van 23 cent voor 12§ te bekomen is.
Ook door afsohaffing der gemeente-accjjnzen
heeft de liberale partp ons volk een grootea
dienst gedaan.
Maar 't is er verre van af, dat alles gg
daan i»l