liËÉnrgscle Courant.
BIJVOEGSEL
Maandag 13 April 1891, no. 86.
Middelburg 11 April.
Sprokkelingen uit SchouwenDuiveland.
XI.
LETTEREN EN KUNST.
VAN DE
VAN
Daar zjjn menschen, die elke week zeven
dagen en eiken dag vierentwintig uren vrjj
hebben. Dat komt, volgens de economisten,
van al het overwerk hunner vadereD, of althans
van hen, wier kapitaal zjj hebben overgeno
men geërfd of verworven op de eene of andere
manier. De socialisten spreken daar kwaad
van en vinden dat een gruwel, ofschoon ik in
stilte van meening ben, dat die ook wel gaarne
zooveel vrjjen tijd zouden willen hebben. Ik
voor mjj denk anders over die bevoorrechten.
Als zoo iemand met permanente vacantie en
overvloedig inkomen zjjn tjjd nuttig besteedt
voor zich zelf of voor anderen of zoo half en
half tusschen die twee, dan wenseh ik hem
geluk. Als hjj met zjjn leegen tjjd en zijn
geld geen raad weet en uit verveling allerlei
dwaasheden gaat deen, om wat te doen te
hebben, dan beklaag ik hem en zou niet in
zjjn schoenen willen staan. De meeste menschen
behooren echter niet tot dit hooge uitschot.
Verreweg de meesten moeten arbeiden in
het zweet huns aanscbjjns, in letterlijken of in
figunrljjken zin, want ook vele kapitalisten
maken het zich met hun dageljjkschen arbeid
druk genoeg. Doch velen laat de hittigheid
van den strjjd om 't bestaan schier geen tjjd
om eens uit te blazen, eens tot zichzelven in
te keeren en te beseffen, dat ze toch ook rede
lijke menschen zjjo. Zoo is het met de groote
menigte der menscheljjke mieren. Ik wil hen
daarom nog niet zoo maar gaan beklagenik
behoor er zelf ook onder en ik ervaar dagelijks
de waarheid van de gulden spreuk »wie niet
werkt, zal ook niet eten," al zjjn er ook voor
wie die spreuk niet opgaat, wat trouwens met
de meeste spreuken het geval is. En ik heb
er niet tegen, dat ik werken moet en de rust
eerst vinden zal in het betere land. Al zeg ik
het zelf, ik doe mjjn werk met pleizier, con
amore, om 't eens mooi uit te drukkenen dat
kan ik iedereen aanradendan wordt men
vanzelf verzoend met het lot, dat als een
eeuwige drjjver achter u staat met de zweep
en zegtwerk, zwoeg, voort, immer voort I
van 's morgens tot 's avonds, ja vaak tot diep
in den nacht 1
Doch dit alles weerhoudt mij niet mjjn Zon
dag een heerljjken dag te vinden, een dag die
mjj altoos lief is, al keert hjj ook telkens om
de zeven dagen terug. Die lieve Zondag ver
veelt mjj nooit. Ja, juist dat dageljjks treden in
den rosmolen van den strijd om 't bestaan
verhoogt voor mjj de heerlijkheid van den
Zondag, en van harte beklaag ik die mensche-
ljjke mjjpren, wien door den harden drjjver
zelfs geen Zondagsrust of een beboorljjk equi
valent daarvoor gegund wordt.
Zondag 1 Liefeljjk woord 1 Reeds als kind
had ik dien dag liefdan was 't geen school
voor ordinaire kinderen had men toen nog
niet allerlei Zondagsscholen uitgevonden
dan kreeg ik mijn mooie Kleeren aan; zelfs
vond ik het weêr dan doorgaans mooier dan
in de week, vooral Zondags morgens. Dan
mocht ik ook mede met moeder ter kerke,
't welk ik lang vervelend heb gevonden, omdat
ik niet begreep, waar die zwarte man daar in
de hoogte zoo lamentabel over redeneerde
terwjjl het toch Zondag morgen en daar buiten
znlk mooi weer was en ik door de hooge kerk
ramen de spreeuwen zich zoo grappig zag zitten
uitrekken op het dak van het naburige huis
en dat op Zondag en immers ieder dan bljj en
gelukkig kon zjjn en dus niet zoo moest klagen
en zeuren over allerlei kwaad van andere
menschen of zelfs wel over ingebeelde kwalen.
Die Zondagsliefde is mjj altoos bjjgebleven,
en nu nog reken ik mjj gelukkig, dat ik dien
lieven dag geheel mijn eigendom mag noemen.
Er wordt dan veel minder gescheld en gezanikt
aan de deur dan in de week. Ik behoef dan
niet ieder oogenblik inlichting, voorlichting,
toelichting, aanwjjzing, verwjjzing, raadgeving,
vermaning, berisping enz. te geven, die ik al
zoo duizendwerf gaf, helaas, zonder dat het dan
nog altoos hielp. Men plaagt me dan ook
niet zoo met allerlei vragen, waarvan ik soms
de oplossing zelf niet weet, of met allerlei
aanzoeken, verzoeken en bezoeken, waarin ik
niets dan misère zie en die mjj wel eens
dwingen mjjn naasten met een kluitje in het
riet te sturen. Ik heb dan rust, soms den
heelen dag door, zoodat ik dan op mjjn kamer
kan bljjven wonen en mjj zelfs wel met bjj-
zondere liefhebberpen kan bezig houden. Zoo
zit ik bjjv. op dezen huidigen lieven Zondag
hier bjj mjjn warme kachel want het lieve
zit 'm vandaag nu juist niet in het weer, dat
het buiten is en amuseer mjj met het doen
van deze sprokkeling.
Maar och arme Daar valt toevallig mjjn
oog op het Boek der boeken, dat ik' altoos op
mjjn rekje heb staan en ik bedenk dat daarin
in Numeri XV 32—36 het volgende te lezen
staatAls nu de kinderen Israels in de woestjjn
waren, zoo vonden zjj een man, hout sprokke
lende op den sabbatdag. En die hem vonden,
hout sprokkelende, brachten hem tot Mozes en
tot Aaron, en tot de gansche vergadering. En
zjj stelden hem in bewaring want het was niet
verklaard wat hem gedaan zou moeten worden.
Zoo zeide de Heere tot MozesDie man zal
zeker gedood wordende gansche vergadering
zal hem met steenen steenigen bniten het leger.
Toen bracht hem de gansche vergadering uit
tot buiten het leger, en zjj steenigden hem met
steenen dat hp stierf, geljjk de Heere Mozes
geboden had."
HmDat is een ernstig geval 1 En ik
sprokkel nu ook op Zondag. En volgens een
door ik weet niet wien uitgevonden sluitrede is
Zondag z= Sabbat. En volgens prof. Fabius
van de zoogen. Vrjje universiteit dient ieder
fatsoenljjk mensch geknield aan den voet van
den Sinaï te liggen, vol eerbied voor het
Mozaïsche recht, waaraan hjj zelfs een oratie
heeft gewjjd, die wel onlangs in de Gids danig
is afgetuigd, maar die toch gehouden is en gewis
door velen voor heilige waarheid aangenomen.
Enfin, 't zal gelukkig nu met mjj zoo'n vaart
niet loopen. Ik behoor toch niet tot die oude
steeniggrage Israëlieten. Mozes is dood en
Aaron ook, en anderen zullen toch niet zoo
brutaal wezen om zich, als zp, op te werpen tot
woordvoerders en beulen Gods. Bovendien het
steenigen met wezenljjke steenen is niet meer
gebruikelijkal iB het ook onder het geestelpk
Israël en dan met figuurljjke steenen nog niet
geheel uit den tjjd Eu ook de »vergadering"
zal mjj niet snappen, terwijl ik hier zit te
sprokkelen in mjjn studeerwoestjjn. En degenen,
die rondgaan van wegen de oversten en oud
sten des volks kunnen mjj hier niet op de
vingers kjjken, al gluren ze ook hier en daar
door de ramen om te zien of de winkeluitstal
lingen wel »half werk" doen of geheel »gestopt"
liggen. En de hedendaagsche wetgeleerden,
schriftgeleerden en farizeeën en het heele
Sanhedrin hebben tegenwoordig gelukkig zoo
veel materieele macht niet meer, dat zjj de
schare kunnen opzetten om een armen sprok
kelaar te steenigen.
Dus, ik behoef mjj deswegen niet te ver
ontrusten. En ik vind ook al bladerende in
dat zelfde Boek der boeken geheel andere
uitspraken, die mp zelfs volkomen gerust stel
len en vrede geven in mjjn gemoed op dit
punt. Als ketter weet ik ook mjjn letter, en
geduchte ook, veel betere dan Num. XV
32-36, zooals ik misschien straks nog zal
mededeelen.
Maar hiermede is de kwestie niet uit, waar
over ik nu juist eens wat gesprokkeld heb.
We zitten nog steedB met de kwestie van
»Zondagsrust" op den hals, en ik vind dat
ding nog erger in den grond dan den aeht-
uurschen werkdag. In den laatsten tjjd krie-
welt dat ding en scharrelt langs den grond,
en zelfs hier en daar op de tafel en in de
raadkamer en in 's lands zalen en dreigt het
te gaan steken en prikken en lastig te worden.
Men denke maar eens aan den heer Van Asch
van Wjjk, die in de Tweede kamer bp de post-
wetdiscussie voorstelde om de lui. wier verzon
den brieven bjj geval op Zondag aan hun
bestemming kwamen, daarvoor te straffen met
het betalen van dubbel port, en in het voorbjj-
gaan ook de postbeambten met het ophalen
der boetedubbeltjes, zoodat ik uit het eerste
opmaak dat het dien man minder te doen was
om Zondagsrust maar om sabbatisme, en uit
het laatste dat hjj anderen pakken op de
schouders wilde tasten, die bjj zelf niet met
een vinger behoeft aan te raken.
Volgens mjjn idee is de kwestie juist niet
die der Zondagsrust als zoodanigmjj dunkt
dan zou ze al lang in der minne geschikt zjjn.
Zondagsrust of de slavernj) van het sabbatisme,
dat is eigenlijk de vraag, en die twee verschil
len zeer.
Lezer, hebt ge wel eens een Zondag in een
Eagalsche stad doorgebracht, te Londen b. v.
Ja Nu, dan weet ge, waarom ik iets, dat
echt saai, vervelend, innig naar en gepleisterd
graverig is, bp een Engelschen Zondag vergelpk,
en ook dat ik wel niet alle Engelschen voor
huichelaars houd, maar toch meen, dat vormen
dienst, huichelarjj, oogendienst en schjjnheilig-
heid in Engeland tot een ver uiterste gedreven
zjjn, bjjna zoo ver als in de Vereenigde Staten
van N.-Amerika, waar zelfs de grootste algemeen
als zoodanig bekende schurken zich op Zondag
ergerljjk vroom aanstellen. En zoo niet, dan
kunt ge u ook den buitensporigsten graad van
akeligheid, waartoe het sabbatisme kan voeren,
zonder de menschen een haar beter te maken,
niet voorstellen.
Laat ik mjj hierin nu niet verdiepen't zou
mijn Zondag bederven. Liever wil ik vertellen,
hoe wjj hier den Zondag en de officieel of
officieus algemeen erkende Christeljjke feest
dagen doorbrengen. Van mjjn Israëlietische
medeburgers behoef ik niet bpzonder te spreken;
die houden trouw bun sabbat, en dat vind ik
plichtmatig en goed van hen, en ik zou minder
respect voor hen hebben als zjj dit niet deden.
Voor hen is de sabbat nog een feit, voor den
Christen slechts een ingeslopen misbruik.
Welnu, hoe gaat het hier op Zondag? O/er
het algemeen is het hier, vooral op de dorpen,
op Zondag stil en rustig. Men werkt dan niet,
behalve een enkele maal in den hooi- of den
oogsttjjd, wanneer het wel eens onvermjjdeljjk
is en er dispensatie wordt gevraagd voor de
nög steeds niet opgeruimde of belangrijk ge-
wjjzigde wet van 1815. Ook de os en de ezel
hebben het dan vrjj gemakkeljjk, al moeten de
paarden ook wel eens voor hun pleizier met
de menschen uit op Zondagen de knechten
en dienstmaagden doen dan er,kei het onver-
mpdeljjke, dus iets minder dan in de week,
en zjj genieten ook veel vrjjbeurten.
Verreweg de meeste ambachtslui zjjn hier
Zondags vrjj. Den molen ziet men dan hoogst
zelden draaien en hamerslagen worden niet
geboord, Barbiers oefenen in den voormiddag
nog wel hun vak uit, daar zjj vele klanten in
de week niet bp den neus kunnen krjjgen.
Ook deze en gene arme schoenlapper of kleer
maker of naaister zit 's Zondagsmorgens wel
eens aan het werk, omdat 'de 'nood van het
gezin dit vordert. Voerlui en personeel der
booten doen op Zondag doorgaans meer dienst
dan in de week. Ja zelfs vele vrome kerkgan
gers van buiten doen, wat loopen betreft, op
Zondag meer werk dan in de week, en de vele
sabbattisten, die daaronder loopen, vergeten
zeker dat een sabbatsreize hoogstens 2000
schreden ver mag gaan volgens het Mozaïsche
recht.
Ik voor mij zal h9n echter daarover niet hard
vallen, als ze mjj maar niet veroordeelen,
omdat ik op dit oogenblik zit te sprokkelen.
Zoo zjjn er verder nog een aantal vooral
kerkeljjke-beambten, die op Zondag schier al
hun werk doen en in de week rusten, dus jaist
het omgekeerde van de voorschriften der
Mozaïsche wetwant zij zjjn geen Levieten,
doch behooren tot allerlei andere stammen.
Ook hen oordeel ik nietwant zjj doen goed
werk en ik ben het volkomen eens met
Math. XII.
Over het algemeen gaan de menschen hier
Zondags vrjj trouw ter kerke; zjj, voor wie
kerkgaan schier hun eenige godsdienst is, zelfs
zeer trouw, tot driemaal toe soms. Niettemin
klagen sommige predikanten nog dat de men
sehen te weinig kerksoh zjjn hierin zjjn ze als
de boeren, die ook altoos over hun kudde klagen,
al doen de beesten wat ze kunnen.*
Aan publieke vermakeljjkheden doet men hier
op Zondag niet. Alleen gaan sommigen dan
wel eens een uurtje naar de sociëteit of naar
't koffiehuis, waartoe zjj in de week geen tjjd
hebben. Met kermis kon men vroeger op
Zondagavond het café chauisnt ia enkele zalen
gaan bezoeken het was dan een deftige avond,
zelfs de artisten waren dan op hun Zondagsch,
de dames er onder met stemmig korte rokjes,
de décente maat niet te binnengaande. De
overige vermakeljjkheden, mitsgaders de kramen
bleven dan potdicht. Nu heb ik hooren zeggen,
dat het houden van soirée musicale of café-
chantant op Zondagavond in de kermiz hier
verleden jaar voor het laatst is toegelaten, en
dat vind ik goed, om der wille van galjjk recht
voor allen. Gelijke monniken, geljjke kappen.
Als de lui, die het betalen kunnen, op Zondag
avond naar 't café-chantant mogen gaan,
waarom mogen dan de arm6 drommels op
straat niet luisteren naar de goedkoope muziek,
die daar met kermis te hooren is
Als er hier met kermis een schouwburgtent
is, dan speelt die op Zondag ook niet en de
tooneelisten gingen dan wel eens dien dag te
Middelburg een voorstelling geven. Dit rjjmt
echter niet met het zeggen, dat men hier wel
hoort, dat men te Middelburg veel meer Zon
dagsch of Sabbatistisch is dan hier. Als men
de kunst echter uitzondert vaD de forbidden
fare, dan vat ik het wel en maak den Mid
delburgers mjjn compliment over hunne goede
opvatting.
Er wordt hier 's zomers op Zondag ook ge
schutterd; doch wie daar gemoed»- of andere
bezwaren tegen heeft kan dat ontgaan door
's winters op Maandagavond te exerceeren.
Er komt hier hoogst zelden brand op Zon
dag. Gebeurt het een enkele maal dan doen
spuitgasten, schutters en verdere betrokkenen
wakker hun plicht, daarin zeer verschillende
van de Turken die felle sabbatisten zjjn en op
Vrijdag zeggen laat maar branden tot morgen!
Het straatrumoer en luidruchtig lawaai en
getier, dat men in sommige steden op gewone
Zondagavonden hoort, komt hier niet voor.
Over het algemeen kan men dus zeggen, dat
het op straat hier des Zondags betameljjk
rustig is. Uitstallingen en verkoopingen ziet
men dan op de straat ook niet. Alleen zag
men vroeger op den 2en Paaschdag en 2en
Pinksterdag wel menschen op straat of aan
de stadspoorten, die gebruik maakten van de
vrjjheid, hun verleend in art. 2 der meerge
melde wet van 1815, ofschoon die menschen
niet dachten aan die wet, maar alleen getrouw
de gewoonte der vaderen volgden, bjj wie de
zuiver Heidensche oorsprong der zoogenaamde
christeljjke leesten er nog wat dieper in zat
dan bij het hedendaagsche vergeetachtige ge
slacht.
Vele winkels sluiten danalthans een groot
gedeelte van den daganderen doen alsof ze
sluiten. Het eerste zou ik ook liefst doen, als
ik winkelier washet laatste vind ik niet
geheel in den haak. Wil men op Zondag ver-
koopen, men doe het. Aan sommige artikelen
is dan evenzeer behoefte als in de week. Som
mige artikelen, als sigaren, worden dan ook het
meest gevraagd, terwjjl het voor de vreemdelin
gen, die in onze poorten zjjn, en die komen
's zomers op Zondag wel met stoombooten vol,
ook allertreurigst is als ze niets krjjgen kunnen.
Doch de schjjn van Zondagsrust verkwikt niet.
De Zondagsrust moet toch dienen voor .het
individu zelf en niet voor de toeschouwers en
voorbijgangers, tenzjj men sabbatisme verwar re
met Zondagsrust, hetwelk wel eens geschiedt
Zoo ondervonden het een paar mjjuer vrienden
eens op een uitstapje in Walcheren. Dat was
ook op een Zondag, aangezien die menschen
in de week daarvoor nooit den tjjd hebben.
Op zeker dorp gekomen, gevoelden zjj groote
behoefte aan wat ruBt en lafenis van spijs en
drank. Zjj vervoegden zich daartoe aan een
huis, dat er, naar het uithangbord te oordee-
len, voor bestemd scheen. Doch alles was
geslotende baas des huizes stond aan zjjn
deur en zei dat hp Zondags altoos slootdoch
hjj gaf den heeren een wenk, dat de achterdeur
misschien wel open zou zjjn, en dit bleek ook
zoo te wezen, zoodat zjj terecht kwamen en
vonden wat zjj zochten en verlangden. En zoo
was die neringdoende man half een barmhar
tige Samaritaan en half een Farizeeër. Op
een andere plaats liet een tolbaaB hen zonder
tolgeld te willen aannemen door, omdat het
Zondag was en hjj dan geen geld mocht ver
handelen. Die was beelemaal een Farizeeër en
een slecht tollenaar bovendienwant hp deed
öf zjjn eigen beurs te kort öf die dergenen die
hem daar gesteld hadden om de tolgelden te
innen.
Dergelijke bjjdragen tot de nare geschiedenis
van het sabbatisme kan men hier ook wel
verzamelen. Toen dezen winter eens op een
kouden avond de post met ljjfagevaar, door en
over het jjs van Stavenisse komende, eindeljjk
hier bjj het havenhoofd belandde, waar de
menschen verkleumd aankwamen, was de naast-
bjjwouende voerman niet te bewegen om paard
en wagen te verhuren teneinde de post naar
de stad te brengen, want het was Zaterdag
avond en hjj kon dan hoogstwaatechpnlpk niet
voor twaalven terug zjjn en dan zou het Zondag
zjjn. Of die man op Zondag zjjn os of ezel
eventueel uit de sloot zou willen halen valt
te betwjjfelen.
Wel Zondagsrust, doch geen sabbatisme, zoo
is mjjn meening.
Voor den Christen bestaat geen sabbathjj
moet, evenals zijn verheven Heer, ook heer van
den sabbat zjjn. En wat sommigen ook mogen
praten, de Zondag rz de sabbat is een valsche
stelling. Hoezeer ik ook de Zondagsrust op
prjjs stel voor iedereen, en hoe lief mjj de
Zondag als rustdag ook is, er is in dien dag
niets speciaal Christeljjks of heiligs. Zondags
heiliging, stichteljjke Zondagsviering, dag des
Heeren en dergel. zjjn altemaal phrasen, die
vormendienst en farizeïsme kunnen bemantelen,
doch met wezenljjke godsdienstigheid niets te
maken hebben.
Het is hier de plaats niet om uit te weiden
over de geschiedenis van den Zondag als zoo
genaamde christeljjke sabbat Voor de des
kundigen is dit niet noodig en voor de onwe
tenden zou ik te langwjjlig moeten zjjn. Maar
iets Bpecifiak christeljjks zit er niet in dit
Zondaghouden als ware het dan sabbat.
Het N. Testament is toch geen gesloten boek
voor de christenen geworden Zjj kunnen toch
lezen dat nergens den christenen Zondagsviering
als godsdienstige handeling wordt voorgeschre
ven en dat daarentegen op tal van plaatsen
tegen sabbatisme gewaarschuwd wordt. Men
zie het reeds aangehaalde Matth. Xil en verder
Rom. XIV 6; Gal. IV 10—11 en meer
andere plaatsen.
Waarlpk, als ik mjj scherp aankant tegen
sabbatisme als leidende tot huichalarjj, het is
niet uit ongodsdienstigheid. Integendeel, ik
vind den- Zondag bp uitnemendheid den dag
voor de godsdienstige samenkomsten en voor
godsdienstige en allerlei belangrjjke ernstige
overdenkingen, waartoe trouwens de rust van
dageljjkschen slommer als an zelf een zedeljjk
mensch moet voeren. Het spreekt ook van
zelf, dat dan in den omtrek der kerken en huizen
van godsdienstige samenkomst alles rustig en
stil dient te zjjn, en dat de politie daarvoor
heeft te waken Doch is dit niet ook het geval
op Zaterdag voor de bedehuizen der Israëlieten
en op iederen dag der week, als dat zoo valt,
voor de katholieke kerken? Eu op de biddagen
der afgescheidenen ook voor hun kerken
Als van zelf raken we hier aan de wordings
geschiedenis der wet van 1815. Over den staat
kundigen autooratendroom van Willem I om
na de stormen der republiek en van het keizer
rijk en bjj den aanvang der reactie voor de
restauratie hier een eigenaardigen Nederland,
schen Gereformeerden staat, wat de Zondags
viering betreft op Eugelsohe leest geschoeid,
te grondvesten, behoeft hier weinig gezegd te
worden. Die droom is niet verwezenlijkt. Men
vrage het maar eens aan hen, die zich, met
uitsluiting van alle andersdenkenden, de ware
Gereformeerden noemen, en die op hun manier
ook van zulk een staat droomen. Onze ver-
eeniging met België en het groot aantal katho
lieke inwonerB, die ons eigen land toch reeds
telde, maakten dat onmogeljjk. De katholieken
verzuimen hun godsdienstplichten niet, doch
zjjn geen sabbatisten. Ook de meerderheid van
ons volk was dit niet en is het nu nog niet.
Zoo is ook de zoogenoemde Zondagswet als
zoodanig mislukt en de excepties op die wet
zjjn talrjjker dan de regel. Zelfs is van 1830—
1839 in de rjjkswerkplaatsen meest op Zondag
druk gewerkt. Niettemin bestaat die wet
nog en dient men zich er naar te schikken.
Doch hoe meer het in onze hedendaagsche
maatschappjj een erkend feit wordt, dat niet
enkel sommige machines in fabrieken, maar
ook de geheele rusteloos werkende machine
dier maatschappjj zelf niet telkens kan
gestopt worden, zond' r door die schokken
schade te lijden, des te meer zal het blijken,
dat de Zondagswet herziening noodig heeft, en
dat deze geheele materie eens goed moet ge
regeld wordenof de wet afgeschaft, daar de
gewone politie genoegzaam voor de handhaving
van de beginselen, die alleen waarde hebben,
kan waken, nl. rust rondom de plaatsen van
openbare godsdienstoefening van alle gezind
ten, zoowel in de week als op Zondag. Verder
kan inderdaad in Nederland de wetgever niet
gaan, zonder den eenen te bezwaren met de
geloofsopvattingen van den anderen.
Beperking van alle openbare diensten aan
rjjk, provincie of gemeente op Zondag is zeker
goed en gewenschtdoch zp is goed in het
belang der betrokken individu's en de open
bare dienst moet er zoo weinig mogeljjk, liefst
in 't geheel niet onder ljjden. En dat alles
kan geschikt worden als er voldoende perso
neel of hulppersoneel is en op die wjjze aan
de ambtenaren een vrjjen dag verzekerd wordt.
Maar nimmer mag de wet bjj ons zeggen gjj
zult heden rusten of houden of gjj rust, want
het is sabbat.
Voor de stedenwet stemden Vrijdag in de
Eerste kamer de heeren Smits v. Oyen,
F. v. Nispen, Smitz, Verbeyen, Merkelbach,
Prinzen, Regout, Magnée, Van Lynden, Van
Hemmen, De Bruyn, L. v. Nispen, Melvil v.
Lynden, Pjjls en v. Pallandt.
Tegen stemden alle liberale leden.
Een ministriëele crisis is gelukkig naar
aanleiding van deze beslissing niet te ver
wachten. De minister van binnenlandsche
zaken toch verklaarde dat hjj van eene ver
werping geene portefeuille-kwestie maakte.
Hp herinnerde er Vrjjdag aan reeds in zjjn
antwoord gezegd te hebben dat hjj het lot
van het ontwerp zeer kalm zou opnemen. Eene
regeering moet kalm bljj ven, ook bjj de grootste
onrechtvaardigheid. Met dit ontwerp is de
regeering zich alleen bewust haren plicht te
hebben gedaan.
De heer Van Marken heeft in de door hem
sedert jaren niet als gewoon persorgaan, maar
als blad voor zjjne fabriek geschreven Fabrieks
bode een artikel geplaatst, dat men eene toe
lichting zou kunnen noemen op den door hem
aan het bestuur der kiesvereeniging Burger
plicht te Delft geschreven brief. Hjj spreekt
daarin van het »individualisme" als het begin
sel der liberale partjj. Het individualisme woidt
daar door hem omschreven als het beginsel van
het laissez faire laissez passer, volgens hetwelk
men gelooft dat, zoo men de individuen maar
vrjj laat begaan en ieder voor zjjn eigen belang
laat zorgen, alles ten beste keeren en het
resultaat goed zjjn moet. Dat beginsel, zegt
hjj, heeft fiasco gemaakt; het heeft bjj de ont
wikkeling der industrie geleid tot een toestand,
waarin de groote meerderheid verdrukt werd
tot verwaarloozing der belangen van den arbei
dersstand. Dat er thans liberalen zjjn, welke
die belangen meer op den voorgrond willen
brengen, is voor hem geene reden zich langer
bjj de liberale partjj aan te sluiten hjj meent,
dat de strpd voor die belangen moet worden
gestreden onder een andere vlag.
Hierbjj teekent de Haarl. Ct in haar pers
overzicht de volgende juiste opmerking aan
Volgens den heer Van Marken is dus bet
»individualisme" in den zin, waarin wjj hem.
dat hoorden omsehrjjven, zoozeer het beginsel
van het liberalisme, dat hjj zich van de liberale
partjj wil afscheiden. Maar de opmerking zal
niet uitbljjven, en wjj meenen die reeds ergens
ter loops naar aanleiding van het door hem
geschrevene gevonden te hebben, dat hjj eeu
wig gehandeld heeft, met aldus een door
vele liberalen reeds verlaten beginsel, en dan
nog wel een louter staathuishoudkundig be
ginsel zoozeer op den voorgrond te brengen
en te spreken alsof dat »het" beginsel der
liberale partjj was.
Bjj kon. besluit is, zooals wjj nog in een
deel der oplaag van ons vorig nommer meldden,
wegens woonplaatsverandering op verzoek eer
vol ontslagen als 2e-luit. bjj de dd. schutterij
te Middelburg C. D. Nagtglas Versteeg en als
zoodanig benoemd A. R. Vermeulen, thans
sergeant.
Verder zjjn bevorderd tot kapitein ter zee, de
kapitein-luitenant ter zee P. G. Bruchtot
luitenant ter zee der le klasse, de luitenant
ter zee der 2e klasse G. P. van Heoking Colen
brander en tot luitenant ter zee der 2e klasse,
de adelborst der le klasse E. van Assum.
Aanstaanden Dinsdag verleent de minister
van justitie geen an dien tie.
De Kamer van koophandel en fabrieken te
Zutphen heeft zich tot de Tweede kamer ge
wend met het verzoek het aanhangige wets
ontwerp op de regeling der faillissements
procedure op enkele punten te wjjzigen.
De Kamer heeft in beginsel niets tegen een
commissie (art. 74) van bjjstand en contróle
naast den curator, doch meer hecht zjj aan
een imperatief voorschrift, dat bjj het vonnis
van faillietverklaring worde benoemd minstens
éen deskundige naast den curator-rechtsgeleerde
en dien bg voorkeur uit de schuldeischers te
benoemen.
Verder zou de Kamer zeer gewenscht achten
een imperatief voorschrift aan den curator om
voor de rekening en verantwoording aan alie
schuldeischers, wier vorderingen geverifieerd
zijn, uiteenzetting te doen van de liquidatie
des boedels en opgaaf van het te verwachten
dividend onmiddeljjk na het afleggen dier
rekening en verantwoording. De Kamer toch
moet het constateeren, dat de schuldeischers
m een faillissement na de oproepingen tot bjj-
woning der verificatie-vergaderingen vaak niets
meer daarvan vernemen, hetgeen zeer zeker
niet in het belang der schuldeischers kan ge
acht worden.
Door den minister van waterstaat is bjj be
schikking van 31 Maart bepaald, dat, in geval
ojj de uitvoering van eenig werk onder het
beheer van zjjn departement de verzekering
van werklieden tegen ongelukken zal worden
voorgeschreven, daaromtrent in het bestek of
ie overeenkomst de volgende bepaling zal
vorden opgenomen
De aannemer is verplichta al de onderbazen,
opzichters, werklieden en zoovoort (niemand
uitgezonderd), welke op het door hem aange
nomen werk, hetzjj middelljjk, hetzjj onmid-
i'lljjk, in zjjn dienst werkzaam zjjn, voor den
gcheelen duur van het werk, met inbegrip van
den onderhoudstermjjn bjj een verzekeringmaat-
achappjj tegen ongelukken te verzekeren, volgens
de bjj genoemde beschikking vastgestelde voor
schriften b. vóór den aanvang van het werk
aan de directie de polis der verzekering over
te leggen en bjj het verschenen van eiken
betalingstermijn het bewjjs te toonen dat de
tot op dat tjjdstip verschuldigde premiën en
le door de Verzekeringsmaatschappij aan de
verzekerden verschuldigde uitkteringen tjjn
be'aald. De aannemer bljjft bovendien jegens
de verzekerden aansprakelijk, ook na afloop
van het werk, voor de uitbetaling van het
overeenkomstig de beschikking verschuldigde
voor het geval de Verzekeringmaatschappij niet
aan haar verplichtingen mocht voldoen.
In de Vrjjdag gehouden vergadering der
Rotterdamsche afdeeling van het Nederlandsch
Tooneelverbond is eene wjjdloopige discussie
gevoerd over eene opmerking van een tweetal
der aanwezigen, die meenden te moeten klagen
over partijdigheid der N. R. Ct tegenover het
gezelschap Le Gras en Haspels. Zjj wenschten,
dat de afdeeling zich tot genoemde courant zou