liËÉnrgscle Courant. BIJVOEGSEL Maandag 13 April 1891, no. 86. Middelburg 11 April. Sprokkelingen uit SchouwenDuiveland. XI. LETTEREN EN KUNST. VAN DE VAN Daar zjjn menschen, die elke week zeven dagen en eiken dag vierentwintig uren vrjj hebben. Dat komt, volgens de economisten, van al het overwerk hunner vadereD, of althans van hen, wier kapitaal zjj hebben overgeno men geërfd of verworven op de eene of andere manier. De socialisten spreken daar kwaad van en vinden dat een gruwel, ofschoon ik in stilte van meening ben, dat die ook wel gaarne zooveel vrjjen tijd zouden willen hebben. Ik voor mjj denk anders over die bevoorrechten. Als zoo iemand met permanente vacantie en overvloedig inkomen zjjn tjjd nuttig besteedt voor zich zelf of voor anderen of zoo half en half tusschen die twee, dan wenseh ik hem geluk. Als hjj met zjjn leegen tjjd en zijn geld geen raad weet en uit verveling allerlei dwaasheden gaat deen, om wat te doen te hebben, dan beklaag ik hem en zou niet in zjjn schoenen willen staan. De meeste menschen behooren echter niet tot dit hooge uitschot. Verreweg de meesten moeten arbeiden in het zweet huns aanscbjjns, in letterlijken of in figunrljjken zin, want ook vele kapitalisten maken het zich met hun dageljjkschen arbeid druk genoeg. Doch velen laat de hittigheid van den strjjd om 't bestaan schier geen tjjd om eens uit te blazen, eens tot zichzelven in te keeren en te beseffen, dat ze toch ook rede lijke menschen zjjo. Zoo is het met de groote menigte der menscheljjke mieren. Ik wil hen daarom nog niet zoo maar gaan beklagenik behoor er zelf ook onder en ik ervaar dagelijks de waarheid van de gulden spreuk »wie niet werkt, zal ook niet eten," al zjjn er ook voor wie die spreuk niet opgaat, wat trouwens met de meeste spreuken het geval is. En ik heb er niet tegen, dat ik werken moet en de rust eerst vinden zal in het betere land. Al zeg ik het zelf, ik doe mjjn werk met pleizier, con amore, om 't eens mooi uit te drukkenen dat kan ik iedereen aanradendan wordt men vanzelf verzoend met het lot, dat als een eeuwige drjjver achter u staat met de zweep en zegtwerk, zwoeg, voort, immer voort I van 's morgens tot 's avonds, ja vaak tot diep in den nacht 1 Doch dit alles weerhoudt mij niet mjjn Zon dag een heerljjken dag te vinden, een dag die mjj altoos lief is, al keert hjj ook telkens om de zeven dagen terug. Die lieve Zondag ver veelt mjj nooit. Ja, juist dat dageljjks treden in den rosmolen van den strijd om 't bestaan verhoogt voor mjj de heerlijkheid van den Zondag, en van harte beklaag ik die mensche- ljjke mjjpren, wien door den harden drjjver zelfs geen Zondagsrust of een beboorljjk equi valent daarvoor gegund wordt. Zondag 1 Liefeljjk woord 1 Reeds als kind had ik dien dag liefdan was 't geen school voor ordinaire kinderen had men toen nog niet allerlei Zondagsscholen uitgevonden dan kreeg ik mijn mooie Kleeren aan; zelfs vond ik het weêr dan doorgaans mooier dan in de week, vooral Zondags morgens. Dan mocht ik ook mede met moeder ter kerke, 't welk ik lang vervelend heb gevonden, omdat ik niet begreep, waar die zwarte man daar in de hoogte zoo lamentabel over redeneerde terwjjl het toch Zondag morgen en daar buiten znlk mooi weer was en ik door de hooge kerk ramen de spreeuwen zich zoo grappig zag zitten uitrekken op het dak van het naburige huis en dat op Zondag en immers ieder dan bljj en gelukkig kon zjjn en dus niet zoo moest klagen en zeuren over allerlei kwaad van andere menschen of zelfs wel over ingebeelde kwalen. Die Zondagsliefde is mjj altoos bjjgebleven, en nu nog reken ik mjj gelukkig, dat ik dien lieven dag geheel mijn eigendom mag noemen. Er wordt dan veel minder gescheld en gezanikt aan de deur dan in de week. Ik behoef dan niet ieder oogenblik inlichting, voorlichting, toelichting, aanwjjzing, verwjjzing, raadgeving, vermaning, berisping enz. te geven, die ik al zoo duizendwerf gaf, helaas, zonder dat het dan nog altoos hielp. Men plaagt me dan ook niet zoo met allerlei vragen, waarvan ik soms de oplossing zelf niet weet, of met allerlei aanzoeken, verzoeken en bezoeken, waarin ik niets dan misère zie en die mjj wel eens dwingen mjjn naasten met een kluitje in het riet te sturen. Ik heb dan rust, soms den heelen dag door, zoodat ik dan op mjjn kamer kan bljjven wonen en mjj zelfs wel met bjj- zondere liefhebberpen kan bezig houden. Zoo zit ik bjjv. op dezen huidigen lieven Zondag hier bjj mjjn warme kachel want het lieve zit 'm vandaag nu juist niet in het weer, dat het buiten is en amuseer mjj met het doen van deze sprokkeling. Maar och arme Daar valt toevallig mjjn oog op het Boek der boeken, dat ik' altoos op mjjn rekje heb staan en ik bedenk dat daarin in Numeri XV 32—36 het volgende te lezen staatAls nu de kinderen Israels in de woestjjn waren, zoo vonden zjj een man, hout sprokke lende op den sabbatdag. En die hem vonden, hout sprokkelende, brachten hem tot Mozes en tot Aaron, en tot de gansche vergadering. En zjj stelden hem in bewaring want het was niet verklaard wat hem gedaan zou moeten worden. Zoo zeide de Heere tot MozesDie man zal zeker gedood wordende gansche vergadering zal hem met steenen steenigen bniten het leger. Toen bracht hem de gansche vergadering uit tot buiten het leger, en zjj steenigden hem met steenen dat hp stierf, geljjk de Heere Mozes geboden had." HmDat is een ernstig geval 1 En ik sprokkel nu ook op Zondag. En volgens een door ik weet niet wien uitgevonden sluitrede is Zondag z= Sabbat. En volgens prof. Fabius van de zoogen. Vrjje universiteit dient ieder fatsoenljjk mensch geknield aan den voet van den Sinaï te liggen, vol eerbied voor het Mozaïsche recht, waaraan hjj zelfs een oratie heeft gewjjd, die wel onlangs in de Gids danig is afgetuigd, maar die toch gehouden is en gewis door velen voor heilige waarheid aangenomen. Enfin, 't zal gelukkig nu met mjj zoo'n vaart niet loopen. Ik behoor toch niet tot die oude steeniggrage Israëlieten. Mozes is dood en Aaron ook, en anderen zullen toch niet zoo brutaal wezen om zich, als zp, op te werpen tot woordvoerders en beulen Gods. Bovendien het steenigen met wezenljjke steenen is niet meer gebruikelijkal iB het ook onder het geestelpk Israël en dan met figuurljjke steenen nog niet geheel uit den tjjd Eu ook de »vergadering" zal mjj niet snappen, terwijl ik hier zit te sprokkelen in mjjn studeerwoestjjn. En degenen, die rondgaan van wegen de oversten en oud sten des volks kunnen mjj hier niet op de vingers kjjken, al gluren ze ook hier en daar door de ramen om te zien of de winkeluitstal lingen wel »half werk" doen of geheel »gestopt" liggen. En de hedendaagsche wetgeleerden, schriftgeleerden en farizeeën en het heele Sanhedrin hebben tegenwoordig gelukkig zoo veel materieele macht niet meer, dat zjj de schare kunnen opzetten om een armen sprok kelaar te steenigen. Dus, ik behoef mjj deswegen niet te ver ontrusten. En ik vind ook al bladerende in dat zelfde Boek der boeken geheel andere uitspraken, die mp zelfs volkomen gerust stel len en vrede geven in mjjn gemoed op dit punt. Als ketter weet ik ook mjjn letter, en geduchte ook, veel betere dan Num. XV 32-36, zooals ik misschien straks nog zal mededeelen. Maar hiermede is de kwestie niet uit, waar over ik nu juist eens wat gesprokkeld heb. We zitten nog steedB met de kwestie van »Zondagsrust" op den hals, en ik vind dat ding nog erger in den grond dan den aeht- uurschen werkdag. In den laatsten tjjd krie- welt dat ding en scharrelt langs den grond, en zelfs hier en daar op de tafel en in de raadkamer en in 's lands zalen en dreigt het te gaan steken en prikken en lastig te worden. Men denke maar eens aan den heer Van Asch van Wjjk, die in de Tweede kamer bp de post- wetdiscussie voorstelde om de lui. wier verzon den brieven bjj geval op Zondag aan hun bestemming kwamen, daarvoor te straffen met het betalen van dubbel port, en in het voorbjj- gaan ook de postbeambten met het ophalen der boetedubbeltjes, zoodat ik uit het eerste opmaak dat het dien man minder te doen was om Zondagsrust maar om sabbatisme, en uit het laatste dat hjj anderen pakken op de schouders wilde tasten, die bjj zelf niet met een vinger behoeft aan te raken. Volgens mjjn idee is de kwestie juist niet die der Zondagsrust als zoodanigmjj dunkt dan zou ze al lang in der minne geschikt zjjn. Zondagsrust of de slavernj) van het sabbatisme, dat is eigenlijk de vraag, en die twee verschil len zeer. Lezer, hebt ge wel eens een Zondag in een Eagalsche stad doorgebracht, te Londen b. v. Ja Nu, dan weet ge, waarom ik iets, dat echt saai, vervelend, innig naar en gepleisterd graverig is, bp een Engelschen Zondag vergelpk, en ook dat ik wel niet alle Engelschen voor huichelaars houd, maar toch meen, dat vormen dienst, huichelarjj, oogendienst en schjjnheilig- heid in Engeland tot een ver uiterste gedreven zjjn, bjjna zoo ver als in de Vereenigde Staten van N.-Amerika, waar zelfs de grootste algemeen als zoodanig bekende schurken zich op Zondag ergerljjk vroom aanstellen. En zoo niet, dan kunt ge u ook den buitensporigsten graad van akeligheid, waartoe het sabbatisme kan voeren, zonder de menschen een haar beter te maken, niet voorstellen. Laat ik mjj hierin nu niet verdiepen't zou mijn Zondag bederven. Liever wil ik vertellen, hoe wjj hier den Zondag en de officieel of officieus algemeen erkende Christeljjke feest dagen doorbrengen. Van mjjn Israëlietische medeburgers behoef ik niet bpzonder te spreken; die houden trouw bun sabbat, en dat vind ik plichtmatig en goed van hen, en ik zou minder respect voor hen hebben als zjj dit niet deden. Voor hen is de sabbat nog een feit, voor den Christen slechts een ingeslopen misbruik. Welnu, hoe gaat het hier op Zondag? O/er het algemeen is het hier, vooral op de dorpen, op Zondag stil en rustig. Men werkt dan niet, behalve een enkele maal in den hooi- of den oogsttjjd, wanneer het wel eens onvermjjdeljjk is en er dispensatie wordt gevraagd voor de nög steeds niet opgeruimde of belangrijk ge- wjjzigde wet van 1815. Ook de os en de ezel hebben het dan vrjj gemakkeljjk, al moeten de paarden ook wel eens voor hun pleizier met de menschen uit op Zondagen de knechten en dienstmaagden doen dan er,kei het onver- mpdeljjke, dus iets minder dan in de week, en zjj genieten ook veel vrjjbeurten. Verreweg de meeste ambachtslui zjjn hier Zondags vrjj. Den molen ziet men dan hoogst zelden draaien en hamerslagen worden niet geboord, Barbiers oefenen in den voormiddag nog wel hun vak uit, daar zjj vele klanten in de week niet bp den neus kunnen krjjgen. Ook deze en gene arme schoenlapper of kleer maker of naaister zit 's Zondagsmorgens wel eens aan het werk, omdat 'de 'nood van het gezin dit vordert. Voerlui en personeel der booten doen op Zondag doorgaans meer dienst dan in de week. Ja zelfs vele vrome kerkgan gers van buiten doen, wat loopen betreft, op Zondag meer werk dan in de week, en de vele sabbattisten, die daaronder loopen, vergeten zeker dat een sabbatsreize hoogstens 2000 schreden ver mag gaan volgens het Mozaïsche recht. Ik voor mij zal h9n echter daarover niet hard vallen, als ze mjj maar niet veroordeelen, omdat ik op dit oogenblik zit te sprokkelen. Zoo zjjn er verder nog een aantal vooral kerkeljjke-beambten, die op Zondag schier al hun werk doen en in de week rusten, dus jaist het omgekeerde van de voorschriften der Mozaïsche wetwant zij zjjn geen Levieten, doch behooren tot allerlei andere stammen. Ook hen oordeel ik nietwant zjj doen goed werk en ik ben het volkomen eens met Math. XII. Over het algemeen gaan de menschen hier Zondags vrjj trouw ter kerke; zjj, voor wie kerkgaan schier hun eenige godsdienst is, zelfs zeer trouw, tot driemaal toe soms. Niettemin klagen sommige predikanten nog dat de men sehen te weinig kerksoh zjjn hierin zjjn ze als de boeren, die ook altoos over hun kudde klagen, al doen de beesten wat ze kunnen.* Aan publieke vermakeljjkheden doet men hier op Zondag niet. Alleen gaan sommigen dan wel eens een uurtje naar de sociëteit of naar 't koffiehuis, waartoe zjj in de week geen tjjd hebben. Met kermis kon men vroeger op Zondagavond het café chauisnt ia enkele zalen gaan bezoeken het was dan een deftige avond, zelfs de artisten waren dan op hun Zondagsch, de dames er onder met stemmig korte rokjes, de décente maat niet te binnengaande. De overige vermakeljjkheden, mitsgaders de kramen bleven dan potdicht. Nu heb ik hooren zeggen, dat het houden van soirée musicale of café- chantant op Zondagavond in de kermiz hier verleden jaar voor het laatst is toegelaten, en dat vind ik goed, om der wille van galjjk recht voor allen. Gelijke monniken, geljjke kappen. Als de lui, die het betalen kunnen, op Zondag avond naar 't café-chantant mogen gaan, waarom mogen dan de arm6 drommels op straat niet luisteren naar de goedkoope muziek, die daar met kermis te hooren is Als er hier met kermis een schouwburgtent is, dan speelt die op Zondag ook niet en de tooneelisten gingen dan wel eens dien dag te Middelburg een voorstelling geven. Dit rjjmt echter niet met het zeggen, dat men hier wel hoort, dat men te Middelburg veel meer Zon dagsch of Sabbatistisch is dan hier. Als men de kunst echter uitzondert vaD de forbidden fare, dan vat ik het wel en maak den Mid delburgers mjjn compliment over hunne goede opvatting. Er wordt hier 's zomers op Zondag ook ge schutterd; doch wie daar gemoed»- of andere bezwaren tegen heeft kan dat ontgaan door 's winters op Maandagavond te exerceeren. Er komt hier hoogst zelden brand op Zon dag. Gebeurt het een enkele maal dan doen spuitgasten, schutters en verdere betrokkenen wakker hun plicht, daarin zeer verschillende van de Turken die felle sabbatisten zjjn en op Vrijdag zeggen laat maar branden tot morgen! Het straatrumoer en luidruchtig lawaai en getier, dat men in sommige steden op gewone Zondagavonden hoort, komt hier niet voor. Over het algemeen kan men dus zeggen, dat het op straat hier des Zondags betameljjk rustig is. Uitstallingen en verkoopingen ziet men dan op de straat ook niet. Alleen zag men vroeger op den 2en Paaschdag en 2en Pinksterdag wel menschen op straat of aan de stadspoorten, die gebruik maakten van de vrjjheid, hun verleend in art. 2 der meerge melde wet van 1815, ofschoon die menschen niet dachten aan die wet, maar alleen getrouw de gewoonte der vaderen volgden, bjj wie de zuiver Heidensche oorsprong der zoogenaamde christeljjke leesten er nog wat dieper in zat dan bij het hedendaagsche vergeetachtige ge slacht. Vele winkels sluiten danalthans een groot gedeelte van den daganderen doen alsof ze sluiten. Het eerste zou ik ook liefst doen, als ik winkelier washet laatste vind ik niet geheel in den haak. Wil men op Zondag ver- koopen, men doe het. Aan sommige artikelen is dan evenzeer behoefte als in de week. Som mige artikelen, als sigaren, worden dan ook het meest gevraagd, terwjjl het voor de vreemdelin gen, die in onze poorten zjjn, en die komen 's zomers op Zondag wel met stoombooten vol, ook allertreurigst is als ze niets krjjgen kunnen. Doch de schjjn van Zondagsrust verkwikt niet. De Zondagsrust moet toch dienen voor .het individu zelf en niet voor de toeschouwers en voorbijgangers, tenzjj men sabbatisme verwar re met Zondagsrust, hetwelk wel eens geschiedt Zoo ondervonden het een paar mjjuer vrienden eens op een uitstapje in Walcheren. Dat was ook op een Zondag, aangezien die menschen in de week daarvoor nooit den tjjd hebben. Op zeker dorp gekomen, gevoelden zjj groote behoefte aan wat ruBt en lafenis van spijs en drank. Zjj vervoegden zich daartoe aan een huis, dat er, naar het uithangbord te oordee- len, voor bestemd scheen. Doch alles was geslotende baas des huizes stond aan zjjn deur en zei dat hp Zondags altoos slootdoch hjj gaf den heeren een wenk, dat de achterdeur misschien wel open zou zjjn, en dit bleek ook zoo te wezen, zoodat zjj terecht kwamen en vonden wat zjj zochten en verlangden. En zoo was die neringdoende man half een barmhar tige Samaritaan en half een Farizeeër. Op een andere plaats liet een tolbaaB hen zonder tolgeld te willen aannemen door, omdat het Zondag was en hjj dan geen geld mocht ver handelen. Die was beelemaal een Farizeeër en een slecht tollenaar bovendienwant hp deed öf zjjn eigen beurs te kort öf die dergenen die hem daar gesteld hadden om de tolgelden te innen. Dergelijke bjjdragen tot de nare geschiedenis van het sabbatisme kan men hier ook wel verzamelen. Toen dezen winter eens op een kouden avond de post met ljjfagevaar, door en over het jjs van Stavenisse komende, eindeljjk hier bjj het havenhoofd belandde, waar de menschen verkleumd aankwamen, was de naast- bjjwouende voerman niet te bewegen om paard en wagen te verhuren teneinde de post naar de stad te brengen, want het was Zaterdag avond en hjj kon dan hoogstwaatechpnlpk niet voor twaalven terug zjjn en dan zou het Zondag zjjn. Of die man op Zondag zjjn os of ezel eventueel uit de sloot zou willen halen valt te betwjjfelen. Wel Zondagsrust, doch geen sabbatisme, zoo is mjjn meening. Voor den Christen bestaat geen sabbathjj moet, evenals zijn verheven Heer, ook heer van den sabbat zjjn. En wat sommigen ook mogen praten, de Zondag rz de sabbat is een valsche stelling. Hoezeer ik ook de Zondagsrust op prjjs stel voor iedereen, en hoe lief mjj de Zondag als rustdag ook is, er is in dien dag niets speciaal Christeljjks of heiligs. Zondags heiliging, stichteljjke Zondagsviering, dag des Heeren en dergel. zjjn altemaal phrasen, die vormendienst en farizeïsme kunnen bemantelen, doch met wezenljjke godsdienstigheid niets te maken hebben. Het is hier de plaats niet om uit te weiden over de geschiedenis van den Zondag als zoo genaamde christeljjke sabbat Voor de des kundigen is dit niet noodig en voor de onwe tenden zou ik te langwjjlig moeten zjjn. Maar iets Bpecifiak christeljjks zit er niet in dit Zondaghouden als ware het dan sabbat. Het N. Testament is toch geen gesloten boek voor de christenen geworden Zjj kunnen toch lezen dat nergens den christenen Zondagsviering als godsdienstige handeling wordt voorgeschre ven en dat daarentegen op tal van plaatsen tegen sabbatisme gewaarschuwd wordt. Men zie het reeds aangehaalde Matth. Xil en verder Rom. XIV 6; Gal. IV 10—11 en meer andere plaatsen. Waarlpk, als ik mjj scherp aankant tegen sabbatisme als leidende tot huichalarjj, het is niet uit ongodsdienstigheid. Integendeel, ik vind den- Zondag bp uitnemendheid den dag voor de godsdienstige samenkomsten en voor godsdienstige en allerlei belangrjjke ernstige overdenkingen, waartoe trouwens de rust van dageljjkschen slommer als an zelf een zedeljjk mensch moet voeren. Het spreekt ook van zelf, dat dan in den omtrek der kerken en huizen van godsdienstige samenkomst alles rustig en stil dient te zjjn, en dat de politie daarvoor heeft te waken Doch is dit niet ook het geval op Zaterdag voor de bedehuizen der Israëlieten en op iederen dag der week, als dat zoo valt, voor de katholieke kerken? Eu op de biddagen der afgescheidenen ook voor hun kerken Als van zelf raken we hier aan de wordings geschiedenis der wet van 1815. Over den staat kundigen autooratendroom van Willem I om na de stormen der republiek en van het keizer rijk en bjj den aanvang der reactie voor de restauratie hier een eigenaardigen Nederland, schen Gereformeerden staat, wat de Zondags viering betreft op Eugelsohe leest geschoeid, te grondvesten, behoeft hier weinig gezegd te worden. Die droom is niet verwezenlijkt. Men vrage het maar eens aan hen, die zich, met uitsluiting van alle andersdenkenden, de ware Gereformeerden noemen, en die op hun manier ook van zulk een staat droomen. Onze ver- eeniging met België en het groot aantal katho lieke inwonerB, die ons eigen land toch reeds telde, maakten dat onmogeljjk. De katholieken verzuimen hun godsdienstplichten niet, doch zjjn geen sabbatisten. Ook de meerderheid van ons volk was dit niet en is het nu nog niet. Zoo is ook de zoogenoemde Zondagswet als zoodanig mislukt en de excepties op die wet zjjn talrjjker dan de regel. Zelfs is van 1830— 1839 in de rjjkswerkplaatsen meest op Zondag druk gewerkt. Niettemin bestaat die wet nog en dient men zich er naar te schikken. Doch hoe meer het in onze hedendaagsche maatschappjj een erkend feit wordt, dat niet enkel sommige machines in fabrieken, maar ook de geheele rusteloos werkende machine dier maatschappjj zelf niet telkens kan gestopt worden, zond' r door die schokken schade te lijden, des te meer zal het blijken, dat de Zondagswet herziening noodig heeft, en dat deze geheele materie eens goed moet ge regeld wordenof de wet afgeschaft, daar de gewone politie genoegzaam voor de handhaving van de beginselen, die alleen waarde hebben, kan waken, nl. rust rondom de plaatsen van openbare godsdienstoefening van alle gezind ten, zoowel in de week als op Zondag. Verder kan inderdaad in Nederland de wetgever niet gaan, zonder den eenen te bezwaren met de geloofsopvattingen van den anderen. Beperking van alle openbare diensten aan rjjk, provincie of gemeente op Zondag is zeker goed en gewenschtdoch zp is goed in het belang der betrokken individu's en de open bare dienst moet er zoo weinig mogeljjk, liefst in 't geheel niet onder ljjden. En dat alles kan geschikt worden als er voldoende perso neel of hulppersoneel is en op die wjjze aan de ambtenaren een vrjjen dag verzekerd wordt. Maar nimmer mag de wet bjj ons zeggen gjj zult heden rusten of houden of gjj rust, want het is sabbat. Voor de stedenwet stemden Vrijdag in de Eerste kamer de heeren Smits v. Oyen, F. v. Nispen, Smitz, Verbeyen, Merkelbach, Prinzen, Regout, Magnée, Van Lynden, Van Hemmen, De Bruyn, L. v. Nispen, Melvil v. Lynden, Pjjls en v. Pallandt. Tegen stemden alle liberale leden. Een ministriëele crisis is gelukkig naar aanleiding van deze beslissing niet te ver wachten. De minister van binnenlandsche zaken toch verklaarde dat hjj van eene ver werping geene portefeuille-kwestie maakte. Hp herinnerde er Vrjjdag aan reeds in zjjn antwoord gezegd te hebben dat hjj het lot van het ontwerp zeer kalm zou opnemen. Eene regeering moet kalm bljj ven, ook bjj de grootste onrechtvaardigheid. Met dit ontwerp is de regeering zich alleen bewust haren plicht te hebben gedaan. De heer Van Marken heeft in de door hem sedert jaren niet als gewoon persorgaan, maar als blad voor zjjne fabriek geschreven Fabrieks bode een artikel geplaatst, dat men eene toe lichting zou kunnen noemen op den door hem aan het bestuur der kiesvereeniging Burger plicht te Delft geschreven brief. Hjj spreekt daarin van het »individualisme" als het begin sel der liberale partjj. Het individualisme woidt daar door hem omschreven als het beginsel van het laissez faire laissez passer, volgens hetwelk men gelooft dat, zoo men de individuen maar vrjj laat begaan en ieder voor zjjn eigen belang laat zorgen, alles ten beste keeren en het resultaat goed zjjn moet. Dat beginsel, zegt hjj, heeft fiasco gemaakt; het heeft bjj de ont wikkeling der industrie geleid tot een toestand, waarin de groote meerderheid verdrukt werd tot verwaarloozing der belangen van den arbei dersstand. Dat er thans liberalen zjjn, welke die belangen meer op den voorgrond willen brengen, is voor hem geene reden zich langer bjj de liberale partjj aan te sluiten hjj meent, dat de strpd voor die belangen moet worden gestreden onder een andere vlag. Hierbjj teekent de Haarl. Ct in haar pers overzicht de volgende juiste opmerking aan Volgens den heer Van Marken is dus bet »individualisme" in den zin, waarin wjj hem. dat hoorden omsehrjjven, zoozeer het beginsel van het liberalisme, dat hjj zich van de liberale partjj wil afscheiden. Maar de opmerking zal niet uitbljjven, en wjj meenen die reeds ergens ter loops naar aanleiding van het door hem geschrevene gevonden te hebben, dat hjj eeu wig gehandeld heeft, met aldus een door vele liberalen reeds verlaten beginsel, en dan nog wel een louter staathuishoudkundig be ginsel zoozeer op den voorgrond te brengen en te spreken alsof dat »het" beginsel der liberale partjj was. Bjj kon. besluit is, zooals wjj nog in een deel der oplaag van ons vorig nommer meldden, wegens woonplaatsverandering op verzoek eer vol ontslagen als 2e-luit. bjj de dd. schutterij te Middelburg C. D. Nagtglas Versteeg en als zoodanig benoemd A. R. Vermeulen, thans sergeant. Verder zjjn bevorderd tot kapitein ter zee, de kapitein-luitenant ter zee P. G. Bruchtot luitenant ter zee der le klasse, de luitenant ter zee der 2e klasse G. P. van Heoking Colen brander en tot luitenant ter zee der 2e klasse, de adelborst der le klasse E. van Assum. Aanstaanden Dinsdag verleent de minister van justitie geen an dien tie. De Kamer van koophandel en fabrieken te Zutphen heeft zich tot de Tweede kamer ge wend met het verzoek het aanhangige wets ontwerp op de regeling der faillissements procedure op enkele punten te wjjzigen. De Kamer heeft in beginsel niets tegen een commissie (art. 74) van bjjstand en contróle naast den curator, doch meer hecht zjj aan een imperatief voorschrift, dat bjj het vonnis van faillietverklaring worde benoemd minstens éen deskundige naast den curator-rechtsgeleerde en dien bg voorkeur uit de schuldeischers te benoemen. Verder zou de Kamer zeer gewenscht achten een imperatief voorschrift aan den curator om voor de rekening en verantwoording aan alie schuldeischers, wier vorderingen geverifieerd zijn, uiteenzetting te doen van de liquidatie des boedels en opgaaf van het te verwachten dividend onmiddeljjk na het afleggen dier rekening en verantwoording. De Kamer toch moet het constateeren, dat de schuldeischers m een faillissement na de oproepingen tot bjj- woning der verificatie-vergaderingen vaak niets meer daarvan vernemen, hetgeen zeer zeker niet in het belang der schuldeischers kan ge acht worden. Door den minister van waterstaat is bjj be schikking van 31 Maart bepaald, dat, in geval ojj de uitvoering van eenig werk onder het beheer van zjjn departement de verzekering van werklieden tegen ongelukken zal worden voorgeschreven, daaromtrent in het bestek of ie overeenkomst de volgende bepaling zal vorden opgenomen De aannemer is verplichta al de onderbazen, opzichters, werklieden en zoovoort (niemand uitgezonderd), welke op het door hem aange nomen werk, hetzjj middelljjk, hetzjj onmid- i'lljjk, in zjjn dienst werkzaam zjjn, voor den gcheelen duur van het werk, met inbegrip van den onderhoudstermjjn bjj een verzekeringmaat- achappjj tegen ongelukken te verzekeren, volgens de bjj genoemde beschikking vastgestelde voor schriften b. vóór den aanvang van het werk aan de directie de polis der verzekering over te leggen en bjj het verschenen van eiken betalingstermijn het bewjjs te toonen dat de tot op dat tjjdstip verschuldigde premiën en le door de Verzekeringsmaatschappij aan de verzekerden verschuldigde uitkteringen tjjn be'aald. De aannemer bljjft bovendien jegens de verzekerden aansprakelijk, ook na afloop van het werk, voor de uitbetaling van het overeenkomstig de beschikking verschuldigde voor het geval de Verzekeringmaatschappij niet aan haar verplichtingen mocht voldoen. In de Vrjjdag gehouden vergadering der Rotterdamsche afdeeling van het Nederlandsch Tooneelverbond is eene wjjdloopige discussie gevoerd over eene opmerking van een tweetal der aanwezigen, die meenden te moeten klagen over partijdigheid der N. R. Ct tegenover het gezelschap Le Gras en Haspels. Zjj wenschten, dat de afdeeling zich tot genoemde courant zou

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1891 | | pagina 5