HET OUDE LANDGOED,
BUITENLAND.
"FEUILLETON.
JOHANNA SCHJÖRRING.
Algemeen dverxichi
Beknopte Mededeelingen.
Poster ij en.
Verzending Oost-lnd. Mail.
POLITIE.
iii dezen tjjd ook wel wat noodig. Ik (en
hierbjj kreeg hjj zjjne portefeuille uit den zak
en lei 4 bankjes van f 1000 op tafel) denk er
ook zoo over. Als jjj nu net zooveel hierbij
legt, dan zullen wjj die 8000 samen onder
de arbeiders verdoelen.
Domela Nieuwenhuis antwoordde niet maar
droop af.
Zoo meldt ten minste een der bladen uit die
•treek. Veel geloof hechten wjj aan dit verhaal
niet.
De „Vuurbaak" the Lighthouse) is de
allegorische titel, dien „generaal" Booth heett
gegeven aan een groot gebouw in Quakerstreet,
Whitechapel, Londen, dat tot een «tehuis"
dient voor de mannen, die in de fabriek van
het Leger des Heils in Hanburystreet werkzaam
zijn. Het eenvoudige gebouw bevat 300 slaap
plaatsen. Voor éen nachtverblijf met avond
brood en ontbjjt wordt 4 d. (vier stuivers) betaald-
Maandag werd deze inrichting geopend en
de «generaal" verklaarde bp die gelegenheid,
dat dit een tweede stap was om zjjn sociaal
plan te verwezeljjken, van welks eindelijk wel
slagen hp nog altjjd vol hoop was. «Ofschoon",
zeide hjj, «wjj misschien fouten maken in het
besteden van dit geld, zjj die er aan geven,
kunnen volkomen gerust zjjn." Over de verdere
vooruitzichten sprekend, deelde hij mede, dat
voor de fabriek of «elevator", die weldra in
OldBtreet zou worden geopend, 20,000 p. st.
zou noodig zjjn.
Een gelijksoortige proefneming zou voor
meisjes worden gedaan, aan wie men geene
vragen zou doen.
Toevluchtsoorden voor voedsel en onderkomen
zouden worden opgericht in Bradford, Liver
pool, Leeds, Bristol en Glasgow. Eenige moei
lijkheid werd ondervonden in betrekking tot de
landkolonie, ofschoon Booth het oog had op eene
boerderjj die in alle opzichten aan het doel
beantwoordde, maar aan de kolonie over de
zee was voorloopig nog geen denken. Tot dus
verre was voor 110 000 p. st. ingeschreven en
dat zou voor de gebouwen gebruikt worden.
Maar, voegde de «generaal" er bjj«wjj hebben
jaarljjks nog 30.000 p. st. voor onze werkzaam
heden noodig en als gijlieden niet het geld
bjj elkaar brengt, zal ik een uitnemend excuus
hebben als wjj niet slagen."
Deze ongewone openhartigheid verwekte heel-
wat toejuiching en vrooljjkheid, en de «gene
raal" verklaarde het toevluchtsoord «de Vuur
baak" geopend. HCt
Van den nieuwsten roman van Emile Zola,
nauweljjks acht dagen verschenen, werden tot
nu toe verkocht 66,000 exemplaren.
De grootste oplaag had tot nu toe Nana, met
155,000 exemplaren de kleinste oplaag had zjjn
eerste roman, La fortune desRougons, met 22,000
exemplaren. Van al zjjne romans werden tot nu
toe verkocht 1,075,000. exempl. Was aanvan
kelijk van zjjne eerste romans het debiet niet
meer dan van werken van andere schrijvers, na
het verschjjnen van zjjn Assommoir ontstond
ook naar de vroegere romans groote vraag en
beleefden deze tal van drukken. Geen enkel
schrjjver van de negentiende eeuw kan zich op
zulk een debiet beroemen. Welk een enorme
som Zola aan zjjn werken verdient, valt wel af
ie leiden uit het feit, dat elk zjjner romans
vooraf als feuilleton verschjjnt, waarvoor hij
steeds 30,000 frcs ontvangt.
Zola, die in zijne jeugd slechts zeer bekrompen
kon leven, besteedt thans bjjna al zjjn geld aan
de verfraaiing van zjjn landgoed te Medan en
voor kunstschatten, waarmede hp zjjne woning
in de rue de Bruxelles vult.
In het dorpje Erlenbach raakte Zaterdag
eensklaps een vervaarljjk, verscheidene duizenden
kilogrammen wegend stuk van een rots los en
viel, met donderend geraas, op het daaronder
staand huis van den schoenmaker Kraus. In
een oogwenk was het gebouw een puinhoop
en een wonder mag het heeten, dat geen inen-
schenleven vernietigd werd. De beide echtge-
nooten waren toevallig juist op een lap grond
bjj het huis, waar zjj door de in het rond
vliegende baksteenen en stukken balk licht
werden gekwetst. De eenige zoon, die zich in
huis bevond,ontging door nog grooter wonder den
dood. Hjj werd door vallende balken en planken
als in een kooi opgesloten, in de onmiddellijke
nabjjheid van een vensterdoor dit venster
kon men hem gelukkig ongedeerd uit zijn
gevaarlijken toestand bevrjjden. De arme
menschen hebben door 't ontzettend natuur
tafereel alles verloren wat zij bezaten.
Uit het Deensch.
VJUf
ZES EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK.
Terwjjl Olaf sprak werd er geklopt en de
dokter kwam binnen.
«Neem mp niet kwaljjk, juffrouw Hansen
maar ik wilde u even vragen of gjj toch mee
gaat, niettegenstaande Grace, die zich niet
wel gevoelt, liever thuis bljjft vroeg hjj.
«Als de dokter niet liever alleen rjjdt,
ga ik gaarne mee", zei Anna vriendeljjk.
«Dat doet mp genoegen. Laten wjj dan
den landauer nemen, Hansen, anders zit uw
zuster alleen, en dat is ongezellig,"
«Dus rijdt gij niet zelf?"
«Neen Apropos Hansen, weet gjj ook hoe
het staat met dat huisje van den smid, datjufir.
Mietje wilde koopen, met een kachel, een stuk
aardappelland, en ik weet niet wat noe
meer 6
«Ja, ik geloof niet dat er iets van komt,
want het schjjnt dat Jochem nog geen lust
heeft om zjjn dienst op te zeggen."
«Wat blieft gjj
James Caroll, een ongeletterde landbou
wer van Preston County, W. Va., verzocht een
vriend om voor hem een verzoekschrift op te
stellen aan den County rechter, om de plaats
van opzichter over een publiek werk te beko
men. Ongeveer 250 vrienden en naburen van
Carroll teekenden het verzoekschrift, zonder
dit te lezen. De petitie werd aangeboden en
toen de rechter het las, behelsde de petitie het
verzoek om ten spoedigste den dag te bepalen,
waarop Carroll zou worden opgehangen.
Het is geen benijdenswaardige nalatenschap
door den heer Crispi aan zijn opvolger ver
maakt. Over de financieele moeilijkheden
willen wjj ditmaal niet spreken om alleen de
aandacht te vestigen op de resultaten van
Crispi's koloniale politiek. Het oogenblik
schjjnt aangebroken, voor het opmaken der
balans van dit belangrpk deel zjjner staatkunde.
In de eerste plaats is het onderzoek aan de
orde over de onthullingen van luitenant
Livraghi. Ofschoon alle uitspraken van deze
persoonlijkheid geen onvoorwaardelijk geloof
verdienen, staat het thans reeds boven twijfel,
dat zjj in hoofdzaak op waarheid berusten.
Hoe grooten omvang de begane misbruiken
hebben, zal het onderzoek, door een commissie
ter plaatse binnenkort in te stellen, aan den
dag brengen.
Nauweljjks is de kalmte in Italië, zoo wreed
verstoord door de mededeelingen over de te
Massouah gepleegde gruwelen en afperserjjen,
een weinig teruggekeerd, of ernstiger tijdingen
komen uit de Afrikaansche kolonie. Koning
Menelik maakt aanstalten zjjn betrekkingen met
Italië af te breken.
Na de jongste berichten schjjnt er geen
twjjfel, of de zending van graaf Antonelli is
volkomen mislukthij is onverrichter zake en
in groote haast naar Massouah teruggekeerd.
Bjj het tractaat van 29 September 1889
waren de betrekkingen en de wederzijdsche
verplichtingen tusschen Abysinië en Italië
geregeld. De grenzen van beider bezittingen
waren daarin vastgesteld. Bjj dit verdrag
waren verder bepaald de vrijheid der handels
verbintenissen, de invoerrechten, de rechten
der ltaliaansche onderdanen in Ethiopië en
omgekeerd die der Abyssiniërs op het schier
eiland. Bovendien bevatte het bepalingen
betreffende de rechtspraak en den handel in
slaven.
Artikel 17, voor Italië het kostbaarste uit
het geheele tractaat, stelde vast, dat »Z. M.
de koning der koningen over Ethiopië" er
in toestemde door tusschenkomst van de ltali
aansche regeering alle aangelegenheden te
behandelen, welke hjj met andere mogend
heden of regeeringen te regelen zou hebben.
Dit beteekende eenvoudig het protectoraat van
Italië over Abyssinië.
Zoolang koning Menelik niets anders dan de
voordeelen en geneugten van de vriendschap
met Italië ervoer, ging alles goed, Italië bezat
geen beter vriend en graaf Antonelli was
persona gratissima bij den Abyssinischen sou-
verein. Maar eindelijk brak het oogenblik aan
dat ook koning Menelik eenige verplichtingen
moest vervullen. Graaf Antonelli kwam weer
en verlangde betaling van de rente en aflossing
eener ten voordeele der Abyssinische schatkist
aangegane leeninghjj vorderde uitvoering van
de bepaling in het bewuste tractaat betrekkelijk
Italië's protectoraat. Deze eisch was te veel voor
den koning der koningen; hjj gaf graaf Antonelli
te verstaan, dat hp alleen souverein in Abys-
sinië wilde zjjn en niet onder gezag van Italië
wilde staan. Tegenover deze weigering van
koning Menelik bleet den Italiaanschen afge
zant niets anders over dan Abyssinië te verlaten
en naar Massouah terug te keeren. Of hij en
zijn geleide zelfs genoodzaakt waren terwille
van hun veiligheid een overhaaste vlucht te
nemen, geljjk gemeld is, weet men nog niet
met zekerheid.
Ziedaar dan het jongste resultaat van Crispi's
koloniale politiekeen volkomen echec van
een met glorie aangekondigde onderneming,
Eén troost bljjft den Italianenindien de heer
Crispi nog minister-president was zouden op
nieuw millioenen en millioenen verspild worden
«Die twee schjjnen al zin in elkaar
gehad te hebben toen Sandborg nog leefde."
«Heb ik ooit van mjjn levenJochem
is nog een flinke kerel; maar die juffrouw
Mietje zouden wij wel kunnen missen, niet
waar
«O ja, best; maar de dokter wil immers
geen oude dienstboden afdanken, anders hiel
den wjj haar zeker niet. Ik had juist al
gedacht u voor te stellen om haar het huis
een vjjftig daalders goedkooper aan te bieden;
die besparen wjj spoedig genoeg op het huis
houden."
«Doe dat uit mjjn naam! Maar de
koetsier
«Dien moesten wjj 'nog zien te houden
en hij blijft ook wel, als hij geen turf meer
behoeft te rjjden."
«Dus is hg eerzuchtig vroeg de dokter.
«Ja, en ik heb hem iederen dag aan den
vgver noodig, als hg geen ander werk heeft."
Anna verdween om zich te gaan kleeden
en de dokter sprak nog eenige vriendelgke
woorden tot Olaf, over de voortreffelgke
manier, waarop al de veranderingen aange
vangen waren. Was het nog vóór gisteren
geweest, dan zou Hansen zeker opgetogen
geweest zgn, nu was zgn blgdschap zeer
vermengd, 'tgeen de dokter niet kon of niet
wilde zien.
Intusschen merkte Anna aan haar moeder
dat zg de hand in een wespennest gestoken
om dit fiasco te herstellen. Nog in de laatste
zitting der kamer beroemde de gevallen minister
president er zich op, dat hg de eer der nationale
vlag in Afrika had gered. Bovendien is
het een geluk voor Italië, dat de minister
Di Rudini er geenerlei belang bg heeft de
waarheid omtrent deze aangelegenheid te ver
bergen. Er bestaat thans geenerlei oorzaak
meer om de feiten te verdraaien, het land te
begoochelen met een schitterende staatkunde,
die tot heden niets dan teleurstelling en nadeel
voor Italië heeft opgeleverd. Gemakkelgk zal
het werk niet zgn, doch het is ongetwgfeld een
dankbare taak, wanneer de tegenwoordige
regeering den waren toestand voor het land
open legt en dan een bezadigde politiek in
Afrika volgt, welke een einde maakt aan alle
verdachtmakingen, die het volk verdere teleur
stellingen bespaart en verhindert, dat nog
meer geld en bloed verkwist worden aan een
onderneming, welke Italië reeds zooveel on
vruchtbare opofferingen heeft gekost.
Terwgl in Italië de meeste dagbladen aan
niets anders aandacht schenken dan aan de
slechte tijdingen uit Afrika en Crispi verant-
wooröelgk stellen voor het mislukken van
de zending van graaf Antonelli bg koning
Menelik, houden de Duitsche bladen zich
nog altgd voornamelgk bezig met het Welfen-
fonds en het gebruik- of misbruik door Bismarck
van deze geheime geldmiddelen gemaakt. Het
feit dan ook dat een minister in den loop van
1868 tot 1890 over een som van 30 millioen
Mrk de vrge beschikking heett gehad zonder
eenige verantwoordelgkheid daarmede aan het
parlement verschuldigd te zgn verdient voor
zeker de aandacht.
Naar de Hamb. Corr, verneemt is de regeering
voornemens binnen kort een wetsontwerp be-
trekkelgk het Welfenfonds in te dienen. In
ieder goval zal de landdag zich nog in deze
zitting ex officio met deze aangelegenheid bezig
houden.
Begrgpelgk is het dat het den ex-reptielen, die
onder Bismarck's beheer zoo ruimschoots mede
genoten hebben uit de rgke bronnen van het ge
confisqueerde vermogen der Hannoversche
koningsfamilie, niet wel te moede is bg het
algemeen geroep om nadere ophelderingen
over de wgze, waarop de inkomsten uit het
Welfenfonds in de laatste jaren zgn besteed.
Als gewoonlgk weet de Köln. Ztg. het juiste
middel aan de hand te doen om den verant-
woordelgken persoon te onttrekken aan de
ernstige gevolgen, welke de discussie over
het gebeurde met den minister Von Boet-
ticher voor hem kunnen hebben. Het blad
Btelt het geval dat Bismarckter wille
van personen, die in moeilgkheden verkeerden,
riemen heeft gesneden uit een ander mans
leer; het geeft toe dat dit feit ongetwgfeld op
iederen Duitschen man een droevigen en be-
schamenden indruk zou maken. «Wg zgn veel
te zeer overtuigd van de waarde onzer monar
chistische instellingen zoo luidt het verder
wg denken veel te hoog over de strenge recht
vaardigheid van onzen eerlgken ambtenaars
stand, wg hebben ons tegenover onaangename
voorvallen in het republikeinsche en vaak
onder den invloed van beursspeculatiën Btaande
buitenland te dikwgls trotsch en hooghartig
getoond, dan dat onze teederste gewaarwor
dingen niet een pgnlgken schok zonden onder
gaan, wanneer wg ons eene handeling als
feitelgk waar moesten voorstellen, die op onze
geheele gedachtenwereld een verbluffenden
indruk maakt."
«Maar en hier komt des Pudels Kern wg
zouden uit nationaal schaamtegevoel dit pjjn-
lgk overleg met ons vroeger denken en gevoelen
in de stille binnenkamer doen plaats hebben,
en daaruit te voorschgn treden als mannen,
voor wie de man der eeuw ook dan nog de
geweldige belichamelgking van Duitschen zin,
Duitsche energie en geestesmacht iB en blgft,
wanneer zgne menschelgke natuur eigenaar
digheden mocht vertoonen, die eene gegronde
critiek uitlokken. Een volk, dat zich zelf acht,
houdt bg den grondvester der nationale een
heid geen huiszoeking naar een paar honderd
duizend mark."
Voor het Duitsche volk zelve is het te hopen,
dat het een anderen maatstaf bg de achting
voor zichzelven aanlegt dan de beginsellooze
Köln. Ztg. Het bevordert de waardigheid van
een volk geenszins, wanneer het uit blinde,
afgodische vereering voor een man, die tegen
over zgn volk groote verdiensten mag bezitten
doch tevens het meer dan in éen opzicht be
had, en bg deze gelegenheid werd mevrouw
Hansen bggestaan door Grace, die ook de
verongelgkte speelde, omdat Anna durfde uit
gaan zonder h'**r. Doch deze liet zich niet
van haar stuk brengen; zg voelde de kracht
van haar goed geweten en het gesprek met
haar broeder had haar nog daarin versterkt;
buitendien had zg de beste voornemens om
vriendelgk te zgn tegen den dokter, dien
grooten man, zooals zg hem bg zich zeiven
noemde. Deze was onder het rgden de be-
minnelgkheid in persoon en dus kwam zg zeer
opgewekt in de pastorie aan, waar Nelly hen
ontving; zg werd hoe langer hoe meer het
lieve, aardige domineesvrouwtje, dat alleen
nog maar moeite had om met de boerinnen
te praten, wanneer zg kippen, eenden, ganzen
enz. kwamen brengen. Zoolang Bennett er
was, ging het goed, maar dan
De dominé en Bennett kwamen ook spoedig
binnen en zoodra de dokter er gelegenheid
toe had zei hg «Ik heb van morgen brieven
uit Amerika gekregen, juffrouw Bennettmgn
zwager schrgft dat Host zich zoo goed in zgn
nieuwe betrekking schikt, dat hjj niet begrgpt,
hoe men ooit aan hem heeft kunnen twgfelen.
Hg spreekt ook over een grappigen knecht,
dien Host bg zich heeft, die zoo vermakelgk
en tevens bruikbaar moet zgn, dat hg er zelf
gaarne zoo een in dienst zou nemen, indien
Denemarken octrooi had om hem te leveren."
«Ja, dien ken ik", zei Bennett, «dat is
nadeeld heeft, het bewustzgn voor wat recht
is uit het oog verliest.
Een volk niet van slaven, maar een volk van
lakeien, noemde Ludwig Börne vol bitteren
weemoed, zestig jaar geleden zgn landgenooten.
Reeds lang is de Duitsche natie uit haar toen-
maligen doodslaap ontwaakt, zg heeft voor
haar politieke rechten, voor haar vrgheid ge
streden, zoodat het een beleediging jegens
haar is te veronderstellen, dat zg bereid zou
zgn raadgevingen als die der Köln. Ztg, welke
haar weder tot een volk van bedienden zou
verlagen, op te volgen.
In een interview met een redacteur der
Réforme verklaarde de voorzitter der Belgische
kamer, de heer De Lantsheere, dat niemand
er aan dacht de herziening der grondwet uit
te stellen.
De centrale afdeeling is met het oprechte
verlangen bezield, zoo spoedig mogelgk tot
de herziening van art. 47 der grondwet over
te gaan. Maar de leden der rechterzgde zgn
overtuigd dat, wanneer de ontbinding der
kamers thans moest plaats grgpen, hunne
kiezers eene anti-herzieniDgsgezinde kamer
zouden benoemen. Het is dus om het clericale
land aan de gedachte der herziening te ge
wennen, en deze te doen aanvaarden, dat de
centrale afdeeling eene formule voor kiesrecht
uitbreiding heeft opgezocht, die 600.000 kiezers
zou geven met toevoeging van zekere werklie
den bg de huidige kiezers voor den gemeenteraad.
Wanneer de centrale afdeeling, tusschen de
verschillende ontwerpen van dien aard, eene
keus zal gedaan hebben, zal zg aan de regee
ring vragen een voorstel over te leggen, waarbg
de kieshervorming op provinciaal en gemeente-
gebied zou toegepast worden; dit ontwerp zou
onmiddellgk ter behandeling worden ingediend
niet om er over te stemmen maar, om te zien
of het nieuwe stelsel geen onoverkomelgken
tegenstand zou ontmoeten. Zoodra men daar
omtrent zekerheid had, zouden de kamers de
herziening stemmen.
Volgens den heer De Lantsheere zou de stem
ming tenzg er onvoorziene voorvallen tusschen
kwamen plaats hebben in de maand Juli.
De nieuwe kamers zouden dan art. 47
derwgze te wgzigen hebben, dat het grond
wettelijke karakter van den cgns verdween.
Daarna zouden zg de kieswet Btemmen.
Naar men verneemt is Jules Ferry voor
nemens vóór het slot der kamerzitting een
voorstel te doen tot instelling van een atzon-
derlgk ministerie voor koloniën. Men beweert,
dat hg op deze nieuwe portefeuille aanspraak
zou maken. Tegen dit laatsten zouden de
radicalen zich zeker met alle kracht verzetten.
De minister Bourgeois heeft den heer
Claretie opgedragen den heer Sardou' onder be
tuiging van zgn leedwezen mede te deelen, dat
hg hem op zgn onderzoek tot wederopvoering
van Thermidor op dit oogenblik geen gunstig
antwoord kan geven.
Naar aanleiding van de kwestie over het
Welfenfonds is de bekende Pargsche correspon
dent van de Times van meening, dat een
verzoening tusschen keizer Wilhelm en Bismarck
minder waarschgnlgk is dan ooit. De keizer
stelt den ex-rgkskanselier verantwoordelgk voor
het bekendmaken van de geschiedenis betrek-
kelgk het verleenen eener dotatie uit het
Welfenfonds aan den minister Von Boetticher.
Keizer Wilhelm beschouwt dit als een laag
hartige poging van Bismarck om den heer
Von Boetticher ten val te brengen.
Te meer is de keizer hierover verontwaardigd,
wgl de wet tot confiscatie van het vermogen
van den koning van Hannover het werk is
geweest van vorst Bismarck. Keizer Wilhelm
I keurde den maatregel af, doch daar Bismarck
met zgn ontslag dreigde, indien zgn voorstel
niet werd goedgekeurd, zag zgn souverein zich
genoopt zgn toestemming tot de wet te geven.
Volgens den heer De Blowitz werd gedu
rende het Berlgnsch congres in 1878 met En
geland onderhandeld over de grondslagen van
een schikking met den hertog van Cumberland
in zake het Welfenfonds, doch stootte het tot
stand komen van een compromis op den tegen
stand van den pretendent af.
Het is eindelgk tot een volkomen breuk
in de linkerzgde van het Deensche Folkething
gekomen. De radicalen hebben zich onder
natuurlgk Michelsen hg hield niet van mg
en daarom hield ik van hem want hg had
volstrekt geen reden om van mg te houden."
Zg was opgewekter dan de dokter haar ooit
gezien had. Nadenkende over de sombere
stemming van mevrouw Hansen en haar zoon,
gisteren en van daag, begon hg te veronder
stellen dat hg zich vergist kon hebben ten
opzichte der genegenheid van Bennett voor
Hansen. Die gedachte hield hem zoodanig
bezig dat hg niet eens merkte dat Bennett
met Anna de kamer verlaten had.
Toen de jonge meisjes boven waren, werden
zg spoedig vertrouwelgk, daar zg vele punten
van aanraking hadden en voelden dat zg
elkaar genegen waren. Het duurde niet lang
of Olaf kwam ter sprake en Bennett hoorde
met belangstelling, hoe veel hg nu te doen
kreeg.
«En dat ik nu weer naar dat vervelende
Kopenhagen moet, juist nu gg allen hier zgt
en wg zulk een heerlgken zomer konden
hebben 1" klaagde Bennett.
«Gg moet uw best doen om spoedig terug
te komendan zult gg zienhoe Fjordendaal
veranderd is. Olaf zegt dat hg den heelen
zomer geen tgd zal hebben om aan tafel te
komen, behalve 's Zondags."
Zwgg toch 1 Ik kan er niet van hooren 1
Maar hg mocht zich toch wel een beetje
ontzienweet de dokter dat
«De dokter 1 Denkt gg dat Olaf zich aan
Hörnp en Berg tot een nieuwe groep afgeschei
den. Deze fractie is 35 man sterk, waarbg zich
bg stemmingen gewoonlgk twee «wilden" en
drie sociaal-democraten zullen aansluiten. De
gematigde linkerzgde telt 37 en de rechterzgde
25 leden.
Ex-koning Milan heeft het verdrag, be
palende zgn verblgf in het buitenland tot de
meerderjarigheid van zgn zoon, onderteekend.
Indien Nathalie blgft weigeren zal zg door de
regeering uit Servië worden verbannen.
Overzicht aangaande de werking der
Rijks-postspaarbank, gedurende het
eerste tienjarig tijdperk van
haar bestaan.
(1 April 1881—1 April 1891).
Aangezien met betrekking tot de maand
Maart 1891 pas aan het einde van April 1891
volkomen juiste gegevens te verstrekken zgn,
wordt, in dat overzicht, ten opzichte dier maand
bg wgze van benadering te werk gegaan en
als maatstaf genomen de resultaten, verkregen
over de maand Maart 1890, welke resultaten
naar alle waarschgnlgkheid door die over Maart
1891 zullen geëvenaard, wellicht overtroffen
worden.
Voegt men nu, bg de volkomen vaststaande
gegevens, de bedoelde benaderingscgfers, dan
verkrggt men, over bovengemeld tgdvak, het
navolgende resultaat:
Er werd ingelegd 66.355.972.19 (zegge
ruim 661 millioen gulden) en terugbetaald
46.394 966.75$.
Er werd derhalve meer ingelegd dan terug
betaald 19.961.005.43J.
Op de 281870 boekjes, den len Januari
1891 in omloop, was alstoen (met inbe
grip van de later bggeschreven rente over
1890, ad 473.529.16) in totaal verschuldigd
21.250.500.65J.
Het getal uitgegeven boekjes beloopt 390.474.
Daarvan werden geheel terugbetaald 97.385.
Bleven derhalve in omloop 293.089. Het
aantal, inlagen beloopt 3.447 086. Het aantal
terugbetalingen 915.143.
Gelgk uit bovenstaande cgfers volgtis het
gemiddeld tegoed der inleggers op 1 April
1891 75 11.
Het aantal inleggers in verband brengende
met het bevolkingscijfer, verkrijgt men, voor
het gansche rijk, 64 inleggers per 1000 inwoners.
Wat de onderscheidene provinciën betreft
bekomt men de navolgende verhoudingen
Het aantal inleggers per 1000 inwoners be
draagt in: Noord-Brabant 67; Gelderland 61;
Zuid-Holland 69Noord-Holland 97Zeeland
67 Utrecht 71Friesland 31Overjjsel 49
Groningen 21Drenthe 24 en Limburg 66.
Geljjk men ziet, is het aantal inleggers per
1000 inwoners het grootste in Noord-Holland,
het kleinste in Groningen.
Eene algemeene beroepstatistiek is nog niet
aanwezig, doch, wél kan (óók uit de laatste
Verslagen aan den Koning bleek dit reeds) ge
constateerd wordenin welke verhouding het
aantal werklieden, gebruik makende van de
Rijkspostspaarbank, staat tot het totaal der
inleggeis. Die verhouding is ten opzichte van
het gansche rjjk wat betreft het jaar 1881 25;
1882 26; 1883 26; 1884 28; 1885 27 1886 27;
1887 20; 1888 17 1889 19 1890 22; en le
kwartaal 1891 25 percent.
Laatste
6 busliehting
van
aan net
Middelburg
hoofdkantoor
Rotterdam (I.loyd)3 April. 5.80 's avond».
Marseille (Fr. dienst) 4 April. 7. morgens
Genua (Nederl.)7 April. 5.30 's avonds.
Marseille Lloyd)7 April. 5.80 's avonds.
Amsterdam (Nederl.). 10 April. 5.80 's avonds.
Brindisi (Eng. dienst) 10 April. 1.15 'snam,
Brindisi (Duitsche jdienst) 14 April, 1.15 'mam.
De Franscne mailbooten doen Riouw, Banka en
Palembang niet aan.
Aan het bureau van politie alhier zjjn als
gevonden gedeponeerd twee kindermantels en
een meisjeshoed, een houten kokertje waarin
een instrumentje, een kinderschoentje, een
ijzeren ringetje waaraan zeven sleuteltjes, een
witte zakdoek, een paar kinderhandschoentjes,
een blauw polsmofje, een zwarte handschoen
en een paar sleutels.
den dokter stoort, als hjj iets ernstig wil?"
Bennett kreeg een kleurhet beviel haar
dat hjj zoo zelfstandig was, en zei zacht«Ja,
maar wanneer zjjn gezondheid gevaar loopt."
«Olaf vertelde mjj van daag dat hjj zich
nog nooit zoo flink en sterk gevoeld had, als
in deze krachtige Jutlandsche lucht, met zoo
veel werk", zti Anna zegevierend en dat
overtuigde Bennett nog meer, hoe schadeljjk
het voor haar was dat zjj die «krachtige
Jutlandsche lucht" moest verlaten, die ook
haar zooveel goed deed.
«Het moet een trotsch gevoel wezen een
man te zgn, die zooveel op zgne schouders kan
nemen," zei zjj.
«Ja, niet waar?"
«Ik zou toch niet willen ruilen, dat wil
zeggen ik behoor niet tot die jonge meisjes,
die vaak wenschen een man te zgn."
(Wordt vervolgd.)
Gedrukt bjj D. G. Kröber Jr., te Middelburg,