HET OUDE LANDGOED, BUITENLAND. "FEUILLETON. JOHANNA SCHJÖRRING. Algemeen dverxichi Beknopte Mededeelingen. Poster ij en. Verzending Oost-lnd. Mail. POLITIE. iii dezen tjjd ook wel wat noodig. Ik (en hierbjj kreeg hjj zjjne portefeuille uit den zak en lei 4 bankjes van f 1000 op tafel) denk er ook zoo over. Als jjj nu net zooveel hierbij legt, dan zullen wjj die 8000 samen onder de arbeiders verdoelen. Domela Nieuwenhuis antwoordde niet maar droop af. Zoo meldt ten minste een der bladen uit die •treek. Veel geloof hechten wjj aan dit verhaal niet. De „Vuurbaak" the Lighthouse) is de allegorische titel, dien „generaal" Booth heett gegeven aan een groot gebouw in Quakerstreet, Whitechapel, Londen, dat tot een «tehuis" dient voor de mannen, die in de fabriek van het Leger des Heils in Hanburystreet werkzaam zijn. Het eenvoudige gebouw bevat 300 slaap plaatsen. Voor éen nachtverblijf met avond brood en ontbjjt wordt 4 d. (vier stuivers) betaald- Maandag werd deze inrichting geopend en de «generaal" verklaarde bp die gelegenheid, dat dit een tweede stap was om zjjn sociaal plan te verwezeljjken, van welks eindelijk wel slagen hp nog altjjd vol hoop was. «Ofschoon", zeide hjj, «wjj misschien fouten maken in het besteden van dit geld, zjj die er aan geven, kunnen volkomen gerust zjjn." Over de verdere vooruitzichten sprekend, deelde hij mede, dat voor de fabriek of «elevator", die weldra in OldBtreet zou worden geopend, 20,000 p. st. zou noodig zjjn. Een gelijksoortige proefneming zou voor meisjes worden gedaan, aan wie men geene vragen zou doen. Toevluchtsoorden voor voedsel en onderkomen zouden worden opgericht in Bradford, Liver pool, Leeds, Bristol en Glasgow. Eenige moei lijkheid werd ondervonden in betrekking tot de landkolonie, ofschoon Booth het oog had op eene boerderjj die in alle opzichten aan het doel beantwoordde, maar aan de kolonie over de zee was voorloopig nog geen denken. Tot dus verre was voor 110 000 p. st. ingeschreven en dat zou voor de gebouwen gebruikt worden. Maar, voegde de «generaal" er bjj«wjj hebben jaarljjks nog 30.000 p. st. voor onze werkzaam heden noodig en als gijlieden niet het geld bjj elkaar brengt, zal ik een uitnemend excuus hebben als wjj niet slagen." Deze ongewone openhartigheid verwekte heel- wat toejuiching en vrooljjkheid, en de «gene raal" verklaarde het toevluchtsoord «de Vuur baak" geopend. HCt Van den nieuwsten roman van Emile Zola, nauweljjks acht dagen verschenen, werden tot nu toe verkocht 66,000 exemplaren. De grootste oplaag had tot nu toe Nana, met 155,000 exemplaren de kleinste oplaag had zjjn eerste roman, La fortune desRougons, met 22,000 exemplaren. Van al zjjne romans werden tot nu toe verkocht 1,075,000. exempl. Was aanvan kelijk van zjjne eerste romans het debiet niet meer dan van werken van andere schrijvers, na het verschjjnen van zjjn Assommoir ontstond ook naar de vroegere romans groote vraag en beleefden deze tal van drukken. Geen enkel schrjjver van de negentiende eeuw kan zich op zulk een debiet beroemen. Welk een enorme som Zola aan zjjn werken verdient, valt wel af ie leiden uit het feit, dat elk zjjner romans vooraf als feuilleton verschjjnt, waarvoor hij steeds 30,000 frcs ontvangt. Zola, die in zijne jeugd slechts zeer bekrompen kon leven, besteedt thans bjjna al zjjn geld aan de verfraaiing van zjjn landgoed te Medan en voor kunstschatten, waarmede hp zjjne woning in de rue de Bruxelles vult. In het dorpje Erlenbach raakte Zaterdag eensklaps een vervaarljjk, verscheidene duizenden kilogrammen wegend stuk van een rots los en viel, met donderend geraas, op het daaronder staand huis van den schoenmaker Kraus. In een oogwenk was het gebouw een puinhoop en een wonder mag het heeten, dat geen inen- schenleven vernietigd werd. De beide echtge- nooten waren toevallig juist op een lap grond bjj het huis, waar zjj door de in het rond vliegende baksteenen en stukken balk licht werden gekwetst. De eenige zoon, die zich in huis bevond,ontging door nog grooter wonder den dood. Hjj werd door vallende balken en planken als in een kooi opgesloten, in de onmiddellijke nabjjheid van een vensterdoor dit venster kon men hem gelukkig ongedeerd uit zijn gevaarlijken toestand bevrjjden. De arme menschen hebben door 't ontzettend natuur tafereel alles verloren wat zij bezaten. Uit het Deensch. VJUf ZES EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK. Terwjjl Olaf sprak werd er geklopt en de dokter kwam binnen. «Neem mp niet kwaljjk, juffrouw Hansen maar ik wilde u even vragen of gjj toch mee gaat, niettegenstaande Grace, die zich niet wel gevoelt, liever thuis bljjft vroeg hjj. «Als de dokter niet liever alleen rjjdt, ga ik gaarne mee", zei Anna vriendeljjk. «Dat doet mp genoegen. Laten wjj dan den landauer nemen, Hansen, anders zit uw zuster alleen, en dat is ongezellig," «Dus rijdt gij niet zelf?" «Neen Apropos Hansen, weet gjj ook hoe het staat met dat huisje van den smid, datjufir. Mietje wilde koopen, met een kachel, een stuk aardappelland, en ik weet niet wat noe meer 6 «Ja, ik geloof niet dat er iets van komt, want het schjjnt dat Jochem nog geen lust heeft om zjjn dienst op te zeggen." «Wat blieft gjj James Caroll, een ongeletterde landbou wer van Preston County, W. Va., verzocht een vriend om voor hem een verzoekschrift op te stellen aan den County rechter, om de plaats van opzichter over een publiek werk te beko men. Ongeveer 250 vrienden en naburen van Carroll teekenden het verzoekschrift, zonder dit te lezen. De petitie werd aangeboden en toen de rechter het las, behelsde de petitie het verzoek om ten spoedigste den dag te bepalen, waarop Carroll zou worden opgehangen. Het is geen benijdenswaardige nalatenschap door den heer Crispi aan zijn opvolger ver maakt. Over de financieele moeilijkheden willen wjj ditmaal niet spreken om alleen de aandacht te vestigen op de resultaten van Crispi's koloniale politiek. Het oogenblik schjjnt aangebroken, voor het opmaken der balans van dit belangrpk deel zjjner staatkunde. In de eerste plaats is het onderzoek aan de orde over de onthullingen van luitenant Livraghi. Ofschoon alle uitspraken van deze persoonlijkheid geen onvoorwaardelijk geloof verdienen, staat het thans reeds boven twijfel, dat zjj in hoofdzaak op waarheid berusten. Hoe grooten omvang de begane misbruiken hebben, zal het onderzoek, door een commissie ter plaatse binnenkort in te stellen, aan den dag brengen. Nauweljjks is de kalmte in Italië, zoo wreed verstoord door de mededeelingen over de te Massouah gepleegde gruwelen en afperserjjen, een weinig teruggekeerd, of ernstiger tijdingen komen uit de Afrikaansche kolonie. Koning Menelik maakt aanstalten zjjn betrekkingen met Italië af te breken. Na de jongste berichten schjjnt er geen twjjfel, of de zending van graaf Antonelli is volkomen mislukthij is onverrichter zake en in groote haast naar Massouah teruggekeerd. Bjj het tractaat van 29 September 1889 waren de betrekkingen en de wederzijdsche verplichtingen tusschen Abysinië en Italië geregeld. De grenzen van beider bezittingen waren daarin vastgesteld. Bjj dit verdrag waren verder bepaald de vrijheid der handels verbintenissen, de invoerrechten, de rechten der ltaliaansche onderdanen in Ethiopië en omgekeerd die der Abyssiniërs op het schier eiland. Bovendien bevatte het bepalingen betreffende de rechtspraak en den handel in slaven. Artikel 17, voor Italië het kostbaarste uit het geheele tractaat, stelde vast, dat »Z. M. de koning der koningen over Ethiopië" er in toestemde door tusschenkomst van de ltali aansche regeering alle aangelegenheden te behandelen, welke hjj met andere mogend heden of regeeringen te regelen zou hebben. Dit beteekende eenvoudig het protectoraat van Italië over Abyssinië. Zoolang koning Menelik niets anders dan de voordeelen en geneugten van de vriendschap met Italië ervoer, ging alles goed, Italië bezat geen beter vriend en graaf Antonelli was persona gratissima bij den Abyssinischen sou- verein. Maar eindelijk brak het oogenblik aan dat ook koning Menelik eenige verplichtingen moest vervullen. Graaf Antonelli kwam weer en verlangde betaling van de rente en aflossing eener ten voordeele der Abyssinische schatkist aangegane leeninghjj vorderde uitvoering van de bepaling in het bewuste tractaat betrekkelijk Italië's protectoraat. Deze eisch was te veel voor den koning der koningen; hjj gaf graaf Antonelli te verstaan, dat hp alleen souverein in Abys- sinië wilde zjjn en niet onder gezag van Italië wilde staan. Tegenover deze weigering van koning Menelik bleet den Italiaanschen afge zant niets anders over dan Abyssinië te verlaten en naar Massouah terug te keeren. Of hij en zijn geleide zelfs genoodzaakt waren terwille van hun veiligheid een overhaaste vlucht te nemen, geljjk gemeld is, weet men nog niet met zekerheid. Ziedaar dan het jongste resultaat van Crispi's koloniale politiekeen volkomen echec van een met glorie aangekondigde onderneming, Eén troost bljjft den Italianenindien de heer Crispi nog minister-president was zouden op nieuw millioenen en millioenen verspild worden «Die twee schjjnen al zin in elkaar gehad te hebben toen Sandborg nog leefde." «Heb ik ooit van mjjn levenJochem is nog een flinke kerel; maar die juffrouw Mietje zouden wij wel kunnen missen, niet waar «O ja, best; maar de dokter wil immers geen oude dienstboden afdanken, anders hiel den wjj haar zeker niet. Ik had juist al gedacht u voor te stellen om haar het huis een vjjftig daalders goedkooper aan te bieden; die besparen wjj spoedig genoeg op het huis houden." «Doe dat uit mjjn naam! Maar de koetsier «Dien moesten wjj 'nog zien te houden en hij blijft ook wel, als hij geen turf meer behoeft te rjjden." «Dus is hg eerzuchtig vroeg de dokter. «Ja, en ik heb hem iederen dag aan den vgver noodig, als hg geen ander werk heeft." Anna verdween om zich te gaan kleeden en de dokter sprak nog eenige vriendelgke woorden tot Olaf, over de voortreffelgke manier, waarop al de veranderingen aange vangen waren. Was het nog vóór gisteren geweest, dan zou Hansen zeker opgetogen geweest zgn, nu was zgn blgdschap zeer vermengd, 'tgeen de dokter niet kon of niet wilde zien. Intusschen merkte Anna aan haar moeder dat zg de hand in een wespennest gestoken om dit fiasco te herstellen. Nog in de laatste zitting der kamer beroemde de gevallen minister president er zich op, dat hg de eer der nationale vlag in Afrika had gered. Bovendien is het een geluk voor Italië, dat de minister Di Rudini er geenerlei belang bg heeft de waarheid omtrent deze aangelegenheid te ver bergen. Er bestaat thans geenerlei oorzaak meer om de feiten te verdraaien, het land te begoochelen met een schitterende staatkunde, die tot heden niets dan teleurstelling en nadeel voor Italië heeft opgeleverd. Gemakkelgk zal het werk niet zgn, doch het is ongetwgfeld een dankbare taak, wanneer de tegenwoordige regeering den waren toestand voor het land open legt en dan een bezadigde politiek in Afrika volgt, welke een einde maakt aan alle verdachtmakingen, die het volk verdere teleur stellingen bespaart en verhindert, dat nog meer geld en bloed verkwist worden aan een onderneming, welke Italië reeds zooveel on vruchtbare opofferingen heeft gekost. Terwgl in Italië de meeste dagbladen aan niets anders aandacht schenken dan aan de slechte tijdingen uit Afrika en Crispi verant- wooröelgk stellen voor het mislukken van de zending van graaf Antonelli bg koning Menelik, houden de Duitsche bladen zich nog altgd voornamelgk bezig met het Welfen- fonds en het gebruik- of misbruik door Bismarck van deze geheime geldmiddelen gemaakt. Het feit dan ook dat een minister in den loop van 1868 tot 1890 over een som van 30 millioen Mrk de vrge beschikking heett gehad zonder eenige verantwoordelgkheid daarmede aan het parlement verschuldigd te zgn verdient voor zeker de aandacht. Naar de Hamb. Corr, verneemt is de regeering voornemens binnen kort een wetsontwerp be- trekkelgk het Welfenfonds in te dienen. In ieder goval zal de landdag zich nog in deze zitting ex officio met deze aangelegenheid bezig houden. Begrgpelgk is het dat het den ex-reptielen, die onder Bismarck's beheer zoo ruimschoots mede genoten hebben uit de rgke bronnen van het ge confisqueerde vermogen der Hannoversche koningsfamilie, niet wel te moede is bg het algemeen geroep om nadere ophelderingen over de wgze, waarop de inkomsten uit het Welfenfonds in de laatste jaren zgn besteed. Als gewoonlgk weet de Köln. Ztg. het juiste middel aan de hand te doen om den verant- woordelgken persoon te onttrekken aan de ernstige gevolgen, welke de discussie over het gebeurde met den minister Von Boet- ticher voor hem kunnen hebben. Het blad Btelt het geval dat Bismarckter wille van personen, die in moeilgkheden verkeerden, riemen heeft gesneden uit een ander mans leer; het geeft toe dat dit feit ongetwgfeld op iederen Duitschen man een droevigen en be- schamenden indruk zou maken. «Wg zgn veel te zeer overtuigd van de waarde onzer monar chistische instellingen zoo luidt het verder wg denken veel te hoog over de strenge recht vaardigheid van onzen eerlgken ambtenaars stand, wg hebben ons tegenover onaangename voorvallen in het republikeinsche en vaak onder den invloed van beursspeculatiën Btaande buitenland te dikwgls trotsch en hooghartig getoond, dan dat onze teederste gewaarwor dingen niet een pgnlgken schok zonden onder gaan, wanneer wg ons eene handeling als feitelgk waar moesten voorstellen, die op onze geheele gedachtenwereld een verbluffenden indruk maakt." «Maar en hier komt des Pudels Kern wg zouden uit nationaal schaamtegevoel dit pjjn- lgk overleg met ons vroeger denken en gevoelen in de stille binnenkamer doen plaats hebben, en daaruit te voorschgn treden als mannen, voor wie de man der eeuw ook dan nog de geweldige belichamelgking van Duitschen zin, Duitsche energie en geestesmacht iB en blgft, wanneer zgne menschelgke natuur eigenaar digheden mocht vertoonen, die eene gegronde critiek uitlokken. Een volk, dat zich zelf acht, houdt bg den grondvester der nationale een heid geen huiszoeking naar een paar honderd duizend mark." Voor het Duitsche volk zelve is het te hopen, dat het een anderen maatstaf bg de achting voor zichzelven aanlegt dan de beginsellooze Köln. Ztg. Het bevordert de waardigheid van een volk geenszins, wanneer het uit blinde, afgodische vereering voor een man, die tegen over zgn volk groote verdiensten mag bezitten doch tevens het meer dan in éen opzicht be had, en bg deze gelegenheid werd mevrouw Hansen bggestaan door Grace, die ook de verongelgkte speelde, omdat Anna durfde uit gaan zonder h'**r. Doch deze liet zich niet van haar stuk brengen; zg voelde de kracht van haar goed geweten en het gesprek met haar broeder had haar nog daarin versterkt; buitendien had zg de beste voornemens om vriendelgk te zgn tegen den dokter, dien grooten man, zooals zg hem bg zich zeiven noemde. Deze was onder het rgden de be- minnelgkheid in persoon en dus kwam zg zeer opgewekt in de pastorie aan, waar Nelly hen ontving; zg werd hoe langer hoe meer het lieve, aardige domineesvrouwtje, dat alleen nog maar moeite had om met de boerinnen te praten, wanneer zg kippen, eenden, ganzen enz. kwamen brengen. Zoolang Bennett er was, ging het goed, maar dan De dominé en Bennett kwamen ook spoedig binnen en zoodra de dokter er gelegenheid toe had zei hg «Ik heb van morgen brieven uit Amerika gekregen, juffrouw Bennettmgn zwager schrgft dat Host zich zoo goed in zgn nieuwe betrekking schikt, dat hjj niet begrgpt, hoe men ooit aan hem heeft kunnen twgfelen. Hg spreekt ook over een grappigen knecht, dien Host bg zich heeft, die zoo vermakelgk en tevens bruikbaar moet zgn, dat hg er zelf gaarne zoo een in dienst zou nemen, indien Denemarken octrooi had om hem te leveren." «Ja, dien ken ik", zei Bennett, «dat is nadeeld heeft, het bewustzgn voor wat recht is uit het oog verliest. Een volk niet van slaven, maar een volk van lakeien, noemde Ludwig Börne vol bitteren weemoed, zestig jaar geleden zgn landgenooten. Reeds lang is de Duitsche natie uit haar toen- maligen doodslaap ontwaakt, zg heeft voor haar politieke rechten, voor haar vrgheid ge streden, zoodat het een beleediging jegens haar is te veronderstellen, dat zg bereid zou zgn raadgevingen als die der Köln. Ztg, welke haar weder tot een volk van bedienden zou verlagen, op te volgen. In een interview met een redacteur der Réforme verklaarde de voorzitter der Belgische kamer, de heer De Lantsheere, dat niemand er aan dacht de herziening der grondwet uit te stellen. De centrale afdeeling is met het oprechte verlangen bezield, zoo spoedig mogelgk tot de herziening van art. 47 der grondwet over te gaan. Maar de leden der rechterzgde zgn overtuigd dat, wanneer de ontbinding der kamers thans moest plaats grgpen, hunne kiezers eene anti-herzieniDgsgezinde kamer zouden benoemen. Het is dus om het clericale land aan de gedachte der herziening te ge wennen, en deze te doen aanvaarden, dat de centrale afdeeling eene formule voor kiesrecht uitbreiding heeft opgezocht, die 600.000 kiezers zou geven met toevoeging van zekere werklie den bg de huidige kiezers voor den gemeenteraad. Wanneer de centrale afdeeling, tusschen de verschillende ontwerpen van dien aard, eene keus zal gedaan hebben, zal zg aan de regee ring vragen een voorstel over te leggen, waarbg de kieshervorming op provinciaal en gemeente- gebied zou toegepast worden; dit ontwerp zou onmiddellgk ter behandeling worden ingediend niet om er over te stemmen maar, om te zien of het nieuwe stelsel geen onoverkomelgken tegenstand zou ontmoeten. Zoodra men daar omtrent zekerheid had, zouden de kamers de herziening stemmen. Volgens den heer De Lantsheere zou de stem ming tenzg er onvoorziene voorvallen tusschen kwamen plaats hebben in de maand Juli. De nieuwe kamers zouden dan art. 47 derwgze te wgzigen hebben, dat het grond wettelijke karakter van den cgns verdween. Daarna zouden zg de kieswet Btemmen. Naar men verneemt is Jules Ferry voor nemens vóór het slot der kamerzitting een voorstel te doen tot instelling van een atzon- derlgk ministerie voor koloniën. Men beweert, dat hg op deze nieuwe portefeuille aanspraak zou maken. Tegen dit laatsten zouden de radicalen zich zeker met alle kracht verzetten. De minister Bourgeois heeft den heer Claretie opgedragen den heer Sardou' onder be tuiging van zgn leedwezen mede te deelen, dat hg hem op zgn onderzoek tot wederopvoering van Thermidor op dit oogenblik geen gunstig antwoord kan geven. Naar aanleiding van de kwestie over het Welfenfonds is de bekende Pargsche correspon dent van de Times van meening, dat een verzoening tusschen keizer Wilhelm en Bismarck minder waarschgnlgk is dan ooit. De keizer stelt den ex-rgkskanselier verantwoordelgk voor het bekendmaken van de geschiedenis betrek- kelgk het verleenen eener dotatie uit het Welfenfonds aan den minister Von Boetticher. Keizer Wilhelm beschouwt dit als een laag hartige poging van Bismarck om den heer Von Boetticher ten val te brengen. Te meer is de keizer hierover verontwaardigd, wgl de wet tot confiscatie van het vermogen van den koning van Hannover het werk is geweest van vorst Bismarck. Keizer Wilhelm I keurde den maatregel af, doch daar Bismarck met zgn ontslag dreigde, indien zgn voorstel niet werd goedgekeurd, zag zgn souverein zich genoopt zgn toestemming tot de wet te geven. Volgens den heer De Blowitz werd gedu rende het Berlgnsch congres in 1878 met En geland onderhandeld over de grondslagen van een schikking met den hertog van Cumberland in zake het Welfenfonds, doch stootte het tot stand komen van een compromis op den tegen stand van den pretendent af. Het is eindelgk tot een volkomen breuk in de linkerzgde van het Deensche Folkething gekomen. De radicalen hebben zich onder natuurlgk Michelsen hg hield niet van mg en daarom hield ik van hem want hg had volstrekt geen reden om van mg te houden." Zg was opgewekter dan de dokter haar ooit gezien had. Nadenkende over de sombere stemming van mevrouw Hansen en haar zoon, gisteren en van daag, begon hg te veronder stellen dat hg zich vergist kon hebben ten opzichte der genegenheid van Bennett voor Hansen. Die gedachte hield hem zoodanig bezig dat hg niet eens merkte dat Bennett met Anna de kamer verlaten had. Toen de jonge meisjes boven waren, werden zg spoedig vertrouwelgk, daar zg vele punten van aanraking hadden en voelden dat zg elkaar genegen waren. Het duurde niet lang of Olaf kwam ter sprake en Bennett hoorde met belangstelling, hoe veel hg nu te doen kreeg. «En dat ik nu weer naar dat vervelende Kopenhagen moet, juist nu gg allen hier zgt en wg zulk een heerlgken zomer konden hebben 1" klaagde Bennett. «Gg moet uw best doen om spoedig terug te komendan zult gg zienhoe Fjordendaal veranderd is. Olaf zegt dat hg den heelen zomer geen tgd zal hebben om aan tafel te komen, behalve 's Zondags." Zwgg toch 1 Ik kan er niet van hooren 1 Maar hg mocht zich toch wel een beetje ontzienweet de dokter dat «De dokter 1 Denkt gg dat Olaf zich aan Hörnp en Berg tot een nieuwe groep afgeschei den. Deze fractie is 35 man sterk, waarbg zich bg stemmingen gewoonlgk twee «wilden" en drie sociaal-democraten zullen aansluiten. De gematigde linkerzgde telt 37 en de rechterzgde 25 leden. Ex-koning Milan heeft het verdrag, be palende zgn verblgf in het buitenland tot de meerderjarigheid van zgn zoon, onderteekend. Indien Nathalie blgft weigeren zal zg door de regeering uit Servië worden verbannen. Overzicht aangaande de werking der Rijks-postspaarbank, gedurende het eerste tienjarig tijdperk van haar bestaan. (1 April 1881—1 April 1891). Aangezien met betrekking tot de maand Maart 1891 pas aan het einde van April 1891 volkomen juiste gegevens te verstrekken zgn, wordt, in dat overzicht, ten opzichte dier maand bg wgze van benadering te werk gegaan en als maatstaf genomen de resultaten, verkregen over de maand Maart 1890, welke resultaten naar alle waarschgnlgkheid door die over Maart 1891 zullen geëvenaard, wellicht overtroffen worden. Voegt men nu, bg de volkomen vaststaande gegevens, de bedoelde benaderingscgfers, dan verkrggt men, over bovengemeld tgdvak, het navolgende resultaat: Er werd ingelegd 66.355.972.19 (zegge ruim 661 millioen gulden) en terugbetaald 46.394 966.75$. Er werd derhalve meer ingelegd dan terug betaald 19.961.005.43J. Op de 281870 boekjes, den len Januari 1891 in omloop, was alstoen (met inbe grip van de later bggeschreven rente over 1890, ad 473.529.16) in totaal verschuldigd 21.250.500.65J. Het getal uitgegeven boekjes beloopt 390.474. Daarvan werden geheel terugbetaald 97.385. Bleven derhalve in omloop 293.089. Het aantal, inlagen beloopt 3.447 086. Het aantal terugbetalingen 915.143. Gelgk uit bovenstaande cgfers volgtis het gemiddeld tegoed der inleggers op 1 April 1891 75 11. Het aantal inleggers in verband brengende met het bevolkingscijfer, verkrijgt men, voor het gansche rijk, 64 inleggers per 1000 inwoners. Wat de onderscheidene provinciën betreft bekomt men de navolgende verhoudingen Het aantal inleggers per 1000 inwoners be draagt in: Noord-Brabant 67; Gelderland 61; Zuid-Holland 69Noord-Holland 97Zeeland 67 Utrecht 71Friesland 31Overjjsel 49 Groningen 21Drenthe 24 en Limburg 66. Geljjk men ziet, is het aantal inleggers per 1000 inwoners het grootste in Noord-Holland, het kleinste in Groningen. Eene algemeene beroepstatistiek is nog niet aanwezig, doch, wél kan (óók uit de laatste Verslagen aan den Koning bleek dit reeds) ge constateerd wordenin welke verhouding het aantal werklieden, gebruik makende van de Rijkspostspaarbank, staat tot het totaal der inleggeis. Die verhouding is ten opzichte van het gansche rjjk wat betreft het jaar 1881 25; 1882 26; 1883 26; 1884 28; 1885 27 1886 27; 1887 20; 1888 17 1889 19 1890 22; en le kwartaal 1891 25 percent. Laatste 6 busliehting van aan net Middelburg hoofdkantoor Rotterdam (I.loyd)3 April. 5.80 's avond». Marseille (Fr. dienst) 4 April. 7. morgens Genua (Nederl.)7 April. 5.30 's avonds. Marseille Lloyd)7 April. 5.80 's avonds. Amsterdam (Nederl.). 10 April. 5.80 's avonds. Brindisi (Eng. dienst) 10 April. 1.15 'snam, Brindisi (Duitsche jdienst) 14 April, 1.15 'mam. De Franscne mailbooten doen Riouw, Banka en Palembang niet aan. Aan het bureau van politie alhier zjjn als gevonden gedeponeerd twee kindermantels en een meisjeshoed, een houten kokertje waarin een instrumentje, een kinderschoentje, een ijzeren ringetje waaraan zeven sleuteltjes, een witte zakdoek, een paar kinderhandschoentjes, een blauw polsmofje, een zwarte handschoen en een paar sleutels. den dokter stoort, als hjj iets ernstig wil?" Bennett kreeg een kleurhet beviel haar dat hjj zoo zelfstandig was, en zei zacht«Ja, maar wanneer zjjn gezondheid gevaar loopt." «Olaf vertelde mjj van daag dat hjj zich nog nooit zoo flink en sterk gevoeld had, als in deze krachtige Jutlandsche lucht, met zoo veel werk", zti Anna zegevierend en dat overtuigde Bennett nog meer, hoe schadeljjk het voor haar was dat zjj die «krachtige Jutlandsche lucht" moest verlaten, die ook haar zooveel goed deed. «Het moet een trotsch gevoel wezen een man te zgn, die zooveel op zgne schouders kan nemen," zei zjj. «Ja, niet waar?" «Ik zou toch niet willen ruilen, dat wil zeggen ik behoor niet tot die jonge meisjes, die vaak wenschen een man te zgn." (Wordt vervolgd.) Gedrukt bjj D. G. Kröber Jr., te Middelburg,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1891 | | pagina 6