N°. 56. 134e Jaargang. 1891, Zaterdag 7 Maart. M litaaal manifest aai ie Hem. Armenzorg en organisatie. Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën20 cent per regel. Bij abonnement lager.1 Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten, benevens aïïe dankbetuigingen; van 17 regels f 1.50; iedere regel meer ƒ0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Middelburg 6 Maart. Yoor armenverzorger dient men een goed Daarom heeft de wijze van weldoen tab HI Hi)Oil RGSIIE (.01 SIM'. W Thermometer. Middelburg 6 Maart vm. 8n. 44 gr in. 12 u. 49 gr., av. 4 u. 49 gr. F- Verw. kracht. W. wind en buiigweder- Agenten te Vlissingen: P. G. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te KrniningenF. v. d. Peijx, te ZierikzeeA. C. de Mooij, te TholenW. A. van Nieuwenhuijzen en te Terneuzen M. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de ad verten tie-bureau's van Nijgh Van Ditmae, te Rotterdam, de Gebb. Bebinfante, te 's Gravenbage, en A. de da Mae Azn., te Amsterdam. Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger. Advertentiën moeten des namiddags te één uur aan het bureau bezorgd zjjn, willen zjj des avonds nog worden opgenomen. Het ia ruim elf jaren geleden, dat, na een zeer strengen winter, waarin de liefdadigheid zich niet onbetuigd had gelaten zij het dan ook zooals gewoonlijk niet altijd op even practische wijze een der bladen deze opmerking maakte„jaarlijks nam en neemt het getal personen, voor wie gecol lecteerd, gecirculeerd, genotuleerd, geadres- teerd wordt, toe, eenvoudig omdat, waar een aas is, zich de roofvogels verzameleneen voudig omdat, door onze onberedeneerde en onredeneerende pseudo-menschlievendheid uitgelokt en aangemoedigd, er eene klasse van personen is ontstaan, die zonder schaamte zonder fatsoen, zonder eenig begrip vaD maatschappelijke rechten en plichten het beter en gemakkelijker vinden den last van het onderhouden van henzelven en hun gezin op de maatschappij te schuiven. „„Aan wie de schuld, dat het pauperisme zulke vreeselijke afmetingen aanneemt"" is gevraagden wij onderschrijven het ant woord: „„Aan onze onberedeneerde liefda digheid in de allereerste plaats. Door geven en altijd geven wordt een geslacht van bedelaars gekweekt."" Met eene herinnering aan deze woorden begint het jongste, dezer dagen verschenen blaadje, bevattende mededeelingen van de Vereeniging tot verbetering van armenzorg te Rotterdameene vereeniging die zich met loffelijken ijver kwijt van hare hoogst moeie- lijke taak en wier mededeelingen ook voor andere gemeenten vaak zeer nuttige wenken bevatten, waarop wij een enkele maal de aandacht onzer lezers reeds vestigden. De hierboven aangehaalde woorden zijn voor haar de grondslag voor eene beschou wing, die getuigt van teleurstelling en gebrek aan waardeering en ondersteuning van haar streven. Wat elf jaren geleden werd opge merkt, geldt ook nu nog evenzeer; en is van te meer beteekenis na den buitengewonen winter, welke achter ons ligt. Het bestuur der vereeniging zegt dan ook„Zooals het toen was, is het ook nu. De nieuwsbladen zijn gevuld met betuigingen van sympathie voor de schamele gemeente. Menige kolom behelst de opsomming van giften, groot en klein, die van alle kanten toestroomende liefdegaven zijn kwistig rondgestrooid in allerlei richtingen, in de meest uiteenloopende vormen, mits deze maar behagen konden aan het publiek en geschikt bleken om zijne goedgeefschheid verder op te wekken. „De gemoederen van de meesten zijn door die uitingen van liefdadigheidszin bevredigd. Er is veel gegeven: dat is genoeg. Of er goed gegeven is, die vraag wordt gemeenlijk onbeantwoord gelaten". Én ernstig klinkt het Verwijt wij kunnen helaas! niet zeggen: het geheel ongegronde verwijt dat in het laatste tiental jaren belangrijk vermeerderd is het aantal van hen, die de vraag omtrent goed geven, liefst laten rusten. Woorden, als waarmee dat bestuur ditmaal zijne mededeelingen, en wij op zijn voetspoor ons opstel, aanvingen, hoort men zelden meer. „Zij zijn vervangen door woorden van aanmoediging tot allen, die in geheel anderen geest de armenzorg willen leiden. Niet van beneden wil men door beteugeling van hartstocht en ondeugd, door versterking van het gevoel van verantwoordelijkheid bij den huisvader, beterschap voorbereiden neen, van boven wordt herstel verwacht; der gemeenschap wordt de ellende voor de voeten geworpen en in die gemeenschap wordt den meergegoede de eisch gesteld, dat h^ de taak van slordige en zorgelooze ouders overneme. En iets verder klinkt de stem der ver eeniging „Hoe wil men organisatie mogelijk maken tusschen genootschappen, die zonder aanzien des persoons koffie en brood uit- tfeelen, kinderen roeden en kleeden Deze vormen van hulp verbieden elke samen werking. „Waar organisatie is moet van zelf de macht op enkelen zijn overgedragen. Wie organisatie wil moet ook zijn zelfstandig op treden willen prijsgeven, en dat zal hij alleen dan doen, indien hij vertrouwen stelt in het orgaan, dat voor hem werkzaam is. Hoe menigvuldiger de vormen, waaronder de liefdadigheid aan hare roeping wil voldoen, hoe moeilijker de arbeid om overeenstem ming te bevorderen. Indien er tot voor ziening in eene bepaalde behoefte, in de be hoefte b. v. aan versterkend voedsel, aan soep, aan andere levensmiddelen, aan brand stoffen, aan goedkoope of kostelooze huis vesting, aan hulpmiddelen bij het grootbren gen van kinderen, bij bevallingen, een reeks van genootschappen in het leven wordt ge roepen indien niet aan éene vereeniging de zorg is overgelaten voor elk gezin in zijn geheel, dan is geen organisatie tei we reld bij machte haren invloed ten zegen te doen zijn voor den arme." Voor ons doel meenen wij met deze aan halingen te kunnen volstaan. Uit het laatste zien onze lezers welk eene moeilijke, ruime, veelomvattende taak de vereeniging wenscht te volbrengenen geen wonder dat zij nog verre is van haar doel, al erkent zij ten slotte dankbaar de ondersteuning, haar verleend èn door geldelijke èn doorpersoon- ljjke medewerkingen al is zij erkentelijk jegens hen, die het nut van organisatie hebben bepleit en zullen bepleiten. Bij zulk eene grootsche roeping als de Rotterdamsche vereeniging zich voor oogen stelt ligt het voor de hand dat er jaren zullen moeten voorbijgaan, vóór zij daaraan ten volle kan beantwoorden. Ja zonder aan de waarde van dat edel pogen iets te kort te willen doenen allerminst om haar van haar streven terug te houden, zouden wij haast durven betwijfelen of dat doel wel ooit bereikt zal worden. De armenzorg is een der moeilijkste vraagstukken; vooral waar zij de grenzen der uiterste noodzakelijkheid overschrijdt waar zij buiten den kring der z. g. politie zorg valt. Want dan komt het woord niet meer aan de ijskoude wet en het verstand dan laat men het gevoel, het hart spreken, vaak al te veel. Maar bovendiendan heeft men te ma ken met de verschillende inzichten omtrent de beste wijze van hulp verleenen. Er vallen op niet éen gebied, dunkt ons, zoovele uitersten waar te nemen als juist op het terrein der openbare liefdadigheid, Aan de zijde der beweldadigden staan de meest brutale eischen tegenover de grootst mogelijke bescheidenheid. Hier zijn er die het als een recht vorderen bedeeld te wordendie de gemeenschap aansprakelijk stellen voor hunne tegenspoeden, de gevolgen van hunne luiheid, losbandigheid en licht zinnigheid. Daar treft men er echter aan, wien de bede om hulp niet over de lippen kandie liever gebrek lijden dan te vragen, die uit schaamte eerder zouden ten onder gaan dan redding afsmeeken. Onder die allen den juisten weg te vindende rechte middelen tot redding, tot behoud dus niet alleen tot tijdelijke hulp, die slechts voor het oogenblik werkt aan te wijzen is het groote geheim der armenzorg. Zullen wij hard vallen hen, die zich door het gevoel alleen laten beheerschen Onver standig noemen wij zeker den man, die zijn jas uiftrekt om dat kleedingstuk den eer sten den besten vrager aan te biedenen als armenverzorger heeten wij hem onprac- tischmastr te verkiezen is hij o. i. toch boven een ander, die liefst zich verschuilt achter de slechtheid van menigen arme om zijn beurs steeds gesloten te houden. Wat in den afgeloopen winter der Rotter damsche vereeniging stof tot ergernis gaf, schrijve zij op rekening van de felle koude. Daardoor gaf menigeen slechts gehoor aan oogenblikkelijke opwellingen de strengheid van de wintervorst maakte menig hart week; menig mensch nog onpractischer dan gewoonlijk. hart en een practisch verstand, maar bovenal groote menschenkennic te bezitten. Eene organisatie, zooals de Rotterdamsche vereeniging die wenscht, zal echter ook afstuiten op de verschillende inzichten om trent de wijze van weldoen. In kerkelijke philanthropie zullen wij ons niet verdiepenzij vraagt en schijnt alleen te moeten vragen naar de huisgenooten des geloofs. Een andere kwestie is echter en zij wordt op zeer te waardeeren wijze meer en meer besproken of zij niet vaak beter en meer kon doen dan zij doet En of in haar kring niet aan andere doeleinden gelden besteed worden, die den armen ten goede konden komen. Maar dit terrein betreden wij bij voorkeur niet; er ligt bovendien nog een zeer ruim veld open, waarop allerlei pogingen worden aangewend om den nood te lenigen. De Vereeniging tot verbeteri?ig van armen zorg te Rotterdam breekt den staf over den thans heerschenden geest, „die spot met waarschuwingen tegen onberedeneerd geven aan onbekende armendie spot met voor spellingen, dat zorgeloosheid en ontevreden heid worden aangewakkerd door tal van philanthropische vereenigingen die het aan zijn geeft aan koffie- en brooduitdeelingen, aan kindervoeding, aan kinderkleeding, waarhij dan niet meer gevraagd wordt naar kennis van het gezin, dat in die gunsten deelt, waarbij uitsluitend wordt gelet op de behoefte aan voedsel en kleeding, die zich openbaart." Al gevoelen wij eenigszins de gegrondheid van deze woordenal bevatten zij veel waars toch zijn daartegen bedenkingen te opperen, waarvan wij ons tot echo van enkele willen maken. Wij weten niet hoe het in andere, in grootere gemeenten gaatmaar wel weten wij dat in Middelburg b.v. de kindervoeding plaats heeft niet op zulk eene zorgelooze wijze als hierboven is aangewezen. Daarbij wordt wel degelijk een onderzoek ingesteld naar de gezinnen, waartoe de kinderen be- hooren; terwijl bovendien de onderwijzers hunne voorlichting verleenen. Maar dan nog staat men vaak voor de gewichtige kwestie of men ter wille van de zonden der ouders den kinderen onthouden zal, wat voor hen zoo noodig is Dat is ook een moeilijk vraagstuk, hetwelk, in verband met de zor geloosheid waarmee huwelijken gesloten wor den, niet zoo gemakkelijk is op te lossen, maar waaromtrent wij de gevestigde opinie hebben dat men menig kleine door hem goed te doen kan redden en voor zjjn vol gend leven geschikt maken voor de maat schappij. Zal men verder bij vereenigingen voor ondersteuning van zieken, die versterkend voedsel behoeven, de weegschaal der gerech tigheid in de hand nemen, waar barmhar tigheid balsem en versterking brengen kan Doet men dan niet beter naar den raad van den dokter te luisteren, die krachtig voedsel voorschrijft, dan naar de eischen der recht vaardigheid, die alleen spreekt van strenge plichtsbetrachting en deugdzaam leven Eer in zulke gevallen, na zulk een onderzoek, hulp verleend werd zou het künnen zijn dat het slachtoffer reeds was bezweken. Dit zelfde geldt ook in menig opzicht van die koffie- en brooduitdeelingen, waarvan wij de werking niet kennenen die in groote plaatsen nog te korten tijd zijn toe gepast om een juist oordeel te kunnen vellen, in hoever de nadeelen daarvan het nut, dat zij stichten, overschaduwen. Als men daartegen de bedenking oppert dat zij het voedsel-verkrijgen al te ge makkelijk maakt, dan vergete men niet dat een diep gezonken persoon met een ge vulde maag eerder zal luisteren naar een goed woord dan een die van honger bijna omkomt. In groote steden vooral is zulk eene wijze van goed doen zeker nuttigen de stad Parijs heeft dezen winter op uitste kende wijze getoond te begrijpen dat in sommige buitengewone gevallen theorieën moeten zwijgen en de hand aan het werk dient geslagen te worden. generaal Booth, den man van het Leger des Reils, voor ons zooveel aantrekkelijks. Zijn plan om in het „duistere Londen" de ellende te lenigen, maar tevens de ellendigen op te heffen, is o. i. het ware, het juiste. Hij en het Leger des Ileüs geeft op dat gebied waarlijk het prijzenswaardige voorbeeld van niet te vra gen naar iemands geloof, maar alle menschen te willen redden en helpen wil eerst voeden dan opheffen. Zoo stelt hij zijn lokalen open voor allen om daarna hen, die hij ondersteunde en laafde, verder te brengen op den goeden weg, door hen'te leeren werken. Met dit idee zal toch zeker ook wel de Rotterdamsche vereeniging zich kunnen ver eenigen want ook haar hoofddoel is aldus wèl te doen. Wij zouden haar daarom willen toeroepen: laat u niet te veel ont moedigen door de ervaring van dezen winter, want waarlijk in zulke buitengewone om standigheden doen vele menschen buitenge woon lieve, zij 't ook onverstandige daden. Laat zij op personen, die dat doen, zich vooral niet al te boos makenwant zij zal juist onder hen, eerder dan onder die hartelooze wezens, die alleen erop bedacht zijn de hand op hun zakken te houden, elementen vinden om haar te steunen. De tijd zal haar en hen wel tot elkaar brengen. Laat zij verder voortgaan met haar plan van orga nisatie en trachten alle vereenigingen, die op de eene of andere wijze philanthropie betrachten, met haar samen te doen werken. Hetzelfde zouden ook wij in groote en kleine gemeenten verlangen. Naast het burgerlijk armbestuur en de kerkelijke be' sturen, stellen wij in de eerste plaats hoog vereenigingen als die tot het bezoeken der armen te Middelburg; vooral waar zij opgetreden is als dezen winter. In die richting, om hare bescherming uit te strekken over z. g. stille armen, en vooral om te helpen opheffen en voor diepen val te behoeden, ligt naar onze meening de weg, waarop de particuliere liefdadigheid zich bij voorkeur moet bewegen. En juist van die vereeniging kon het idéé van samenwerken uitgaan. Zij heeft voor lichting noodigzij moet die dan hier dan daar vragen zij moet dat doen met bescheiden heid. En daarin zou zij op ongezochte wijze kunnen geholpen worden, wanneer zij het initiatief nam tot het in het leven roe pen van eene vereeniging zooals de Rotter damsche die zich voorstelt; en waarin van eiken philanthropischen kring een paar be stuursleden zitting hadden. Die allen ge zamenlijk zouden dan kunnen overleggen, wat er in het belang van sommige behoeftige gezinnen kon geschieden om ze los te maken, als 't kon of moest, uit de armen der lief dadigheid. Elke vereeniging bleef zelfstandig waar het gold de eerste hulp te verleenen zij konden vervolgens samenwerken om eene verdere gedragslijn te bepalen. En de Vereeniging tot het bezoeken der armen zou zich altijd kunnen houden binnen de grenzen der geheimhouding, die de noodzakelijkheid haar oplegt: Is er in die richting niet nog veel of weinig te verrichten Wij gelooven van ja. Én wij bieden daarom allen belangstellenden in armenzorg het bovenstaande ter overweging aan, dat ons in de pen gegeven werd door eene verzuchting van eene nuttige instelling als de Rotterdamsche Vereeniging tot verbetering van armenzorg. Door het bestuur der Liberale Unie iB aan de besturen der kiesvereenigingen, leden van de Unie, verzonden een ontwerp van een manifest, hetwelk het voorstelt van wege de Unie tot de kiezers te richten met het oog op de aanstaande verkiezingen voor de Tweede kamer. Het bestuur noodigt de kiesvereenigingen uit ter bespreking van dit ontwerp eene vergadering uit te schrjjven, waarin tevens afgevaardigden benoemd zullen worden ter algemeene verga dering,^ die 11 April te Amsterdam wordt gehouden. Dit ontwerp-manifest nu luidt: De Tweede kamer der staten-generaal, voort gekomen uit de verkiezingen van 1888, zal weldra hare loopbaan hebben volbracht. Nog enkele maanden en wederom zullen de kiezers geroepen worden tot samenstelling van dien tak der vertegenwoordiging. Het Nederland- sche volk heeft zich dus rekenschap te geven van hetgeen het thans ten einde spoedend tjjd- perk voor 's lands belang heeft opgeleverd. Met de daarin opgedane ervaring voor oogen, zal het hebben te beslissen, in welke richting 's lands zaken zullen worden bestuurd in de eerstvolgende wetgevende periode. Het beleid der tegenwoordige meerderheid heeft alom teleurstelling gebaard. Bedriegen niet alle teekenen, dan wendt het land zich af van partpen, die getoond hebben zjjne be hoeften niet te begrijpen, veel minder die te kunnen bevredigendan verlangt het niet anders, dan zjjn vertrouwen te hergeven aan eene waarljjk liberale staatkunde. En voor zeker zal de natie bereid zjjn dat te doen, wanneer deze staatkunde bljjk geeft van hare ernstige begeerte om zich te wjjden aan het tot stand brengen van de hervormingen, die het belang van het Nederlandsche volk eischt. Welke die hervormingen zjjn, wat dus het wachtwoord moet wezen bjj de aanstaande verkiezingen, ons schjjnt het niet twjjfelachtig. De kiesbevoegdheid voor de Tweede kamer der Staten-Generaal worde door onbe krompen toepassing van het voorschrift der Grondwet uitgebreid ook tot den kring der werklieden, die reeds te lang daarvan versto ken bleef. De wetgever ga aanstonds zoover, als eene eerljjke uitlegging der Grondwet hem veroorlooft. Onder vaststelling van de noodige waarborgen tegen misbruik, geve hp het kiesrecht aan alle meerderjarige manneljjke Nederlanders, die, bjj eene eigenhandig geschre ven aanvrage aan het plaatseljjk bestuur hunner inwoning, hun verlangen te kennen geven om op de kiezerslijst te worden geplaatst, of op eene andere door de wet voor te schrp- ven wjjze toonen te kunnen lezen en schrpven en belang te stellen in de openbare zaak. Behalve de bedeelden en de overige in de Grondwet aangewezenen, bljjven daarbjj echter uitgesloten zjj, van wie bljjkt, dat zjj niet in staat zjjn zelf in hun onderhoud en in dat van hun gezin te voorzien. Persoonlpke in vulling van het stembiljet in het lokaal des stemming worde voorgeschreven. Hervorming' van kei samenstel on« zer belastingen worde met alle kracht ter hand genomen. Niet langer worde gedraald met de invoering eener progressieve directe belasting, die een einde maakt aan het onduld baar privilege, dat het roerend vermogen thana geniet. In verband daarmede moet de patent belasting hetzjj opgeheven, hetzjj vervormd worden i de accpnzen op eerste levensbehoeften moeten vervallen, de druk der mutatierechten moet worden verlicht. Zoo noodig worde de successiebelasting uitgebreid, echter zoodanig, dat, voor zoover zjj in de rechte lpn wordt geheven, de kleine vermogens in geen geval zwaarder worden belast. In het algemeen worde gewaakt tegen te zware belasting van den kleinen middelstand en rekening gehouden met de belangen van den landbouw, dien ge- wichtigen tak van onze volkswelvaart. Met deze hervormingen moeten maatregelen gepaard gaan, om de gemeenten in hare fi- nancieele moeilijkheden te gemoet te komen. Wordt uwe en onze wenseh vervuld, dan zal, als straks de stembus wordt geopend, het aanhangig ontwerp tot regeling van den krijgsdienst» in hoofdbeginselen ongewijzigd, dank zjj de medewerking van de meerderheid der liberalen, reeds tot wet zijn verheven. Mocht dit onverhoopt niet het geval zijn» dan neme op het liberale program eene voor name plaats in j eene legerinrichting, in hoofd zaak overeenkomende met het stelsel, in he|

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1891 | | pagina 1