MlÉMgsele Courant HET OUDE LANDGOED, BIJVOEGSEL Middelburg 28 Februari. •«•FEUILLETON. LETTEREN EN KUNST. ONDERWIJS. UIT STAD EN PROVINCIE. VAN DE VAN Maandag 2 Maart 1891, no. 51. Sprokkelingen uit SchouwenDuiveland. X. Een stem kwam tot mjj en zeidesprokkel weer eens wat, o sprokkelaar Zie het is nu weder Februari, dus juist de rechte tijd. Ik kan met den profeet niet zeggenwat zal ik sprokkelen V Want waarlijk, als ik al de narigheid bijeen wilde garen, die we deze laatste drie maanden hebben verduurd, bjjgewoond of ondervonden, dan kwam ik plaats en vervoer middelen te kort om al den sprokkel behoorlijk ter tatel te brengen, zal ik maar zeggen men brengt tegenwoordig alles ter tafel, zoo diep gaat het vergaderingsleven er bjj ons al in zitten. Zoo hebben we zelfs een paar dagen moeten dulden, dat men ons ongegiste of leeljjk gezuurde koeken voor brood ter tafel bracht, on vele donkere dagen dat we geen enkele courant of brief ter tafel kregen. Wel, wel, wat was dat een ellende 1 Ten deele daarom ook schreef ik weinig. Ik dacht: als ik wat actueels behandel, dan loopen er dagen over heen voor het aan de pers komt, en dan al weer dagen voor owe belangstellende lezers het hier onder de oogen krjjgen, en dan is het raar er al weer af. We leven niet meer van den dag op den dag, maar van posttjjd tot posttjjd. Dat merkten we hier pas recht, toen we zoo »van 't menschdom afgesloten" zaten als in Tollens' «Overwintering," waarom ik nu ook nog beter dan ooit kan beseffen hoe vreeseljjk die Hollanders daar op Nova-Zembla het land moeten gehad hebben. Daar was anders over die felle kou in haar directe en indirecte gevolgen wat te klagen geweest. Gelukkig was 't niet zoo allerjjse- ljjkst naar", om met Piet Paaltjes te spreken, als men elders in de aangesloten wereld, waar van wjj zoo treurig afgescheiden waren, wel heeft verteld. De petroleum is nooit op 75 ct. geweest, zooals men te Arnhem heeft verteld. Wel hebben de kolen nog al een grooten sprong gemaakt om van 65 ct. op 1 te komen, met de oedreiging dat de handelaars 't daar niet bg zouden latendoch dat kwam minder van de kou dan van een geïmproviseerd consortium; en de sprong was werkelijk misschien nog hooger gegaan, als er niet éen was geweest, die niet mee wilde doen dat was een weer barstige zonderling, zeiden de anderen, doch hg was geen onnutte zonderling. De prjjzen van brood en vleesoh maakten maar een aan loopje, doch geen sprongen. Men ziet daaruit duideljjk de menschlievendheid en zelibeperking van de bakkers en Blagers, die bljjkbaar hebben bedacht dat de prijzen van brood en vleescb toch al redelijk wel waren wat de hoogte betreft in verhouding tot de prjjzen van vee en graan. Onze winkeliers en neringdoenden hebben zich flink gehouden, dat moet ik zeggen. Pas toen al de voorraad ging opraken, zaten ook zjj met de handen in het haar. Wat hadden velen, ja allen toen dolgraag zulk een onderaardschen schietblaasbalg gezien als die waarvan het schippertje vertelde in de Camera Obscura. Nu zjjn er zulke onderaarasche schiet- blaasbalgen wel hier en daar in de wjjde werelddoch wat hebben wjj daaraan als we er hier ook niet een eindje buis van kunnen gebruiken Wat zou die buis prachtig gewerkt hebben gedurende die lange ijsperiode 1 Als uit een repeteergeweer zouden de vurig begeerde arti kelen naar ons toegeblazen of door ons naar hier gezogen zijnproppen van dit en van dat, dat opraakte in de winkelsproppen kranten en brievenmassieve proppen geld op 't laatst vooral ook proppen gist! Verbeeld n ons ge- heele dubbel-eiland zonder gistMaar zoo iets kunt ge u te Middelburg niet voorstellen 1 Een geïsoleerd stuk van de tegenwoordige maatschappij zonder gist, 'tis een onding! Ik weet zeker dat als madame Quenu nit de Ventre de Paris van Zola er van gehoord had, ze zon gezegd hebben dat moeten daar wel erg god- delooze menschen zjjn, dat ze zoo zonder gist moeten zittenzoo dagen lang zonder gist daar moet een steekje aan los wezen, aan hen' of aan hunne vaderen. Niettemin zon zjj ongelijk gehad hebben, want de goeden moesten het met de kwaden bekoopen. IJ had al die betrokken en bedrukt neergeslagen gezichten eens moeten zien, terwjjl men elkaar met springende en van kou bibberende lippen toe- blies nu is er geen gist ook meer, waar moet het nu heen Men ging al aan 't uitdenken van surragaten voor gist, en enkelen kwamen reeds tot het uiterste van azjjn- en brande- wjjnpadding in plaats van brood. En dan kon wjjlen de heer Groen nog met een koperen voorhoofd zich schrap zetten te gen den heerschenden wind en den stroom des tjjüs en den loop der dingen, en zeggen in onB isolement ligt onze krachtHg is vast nooit ingevroren geweest. We hebben hier heel wat anders ondervonden hier gaf het isolement enkel zwakheid en narigheid. Gelukkig dat we niet als de zich noemende discipelen van Groen ons isolement door paardemiddelen hebben behoeven onwaar te maken. Alleen die poging om met azjjn en brandewjjn een namaak van gist te vervaardigen uitgezonderd, hebben we ons tot geen wanhopige en immoreele stappen laten meesleepen door den drang der tjjden. We hebben ons wat bekrompen en gewacht in plaats van met zoete en bevroren aardappelen hebben we ons gespijsd met erwten en boonen. We hebben ook een paar van de honderden vette koeien opgegeten, die anders om dezen tjjd al naar de Rotterdamsche markt zouden ge zonden zjjn. De nood klom hoog; doch einde- ljjk kwam de gist en de kranten en alles. En nu is alle nood vergeten. Neen, dat niet, ganscheljjk niet. Geloof mjj, we zullen den winter van '90-'91 niet licht vergeten; die winter zal velen in menig opzicht nog lang heugen. Moge een goed, voordeelig jaar er maar eenige vergoeding voor brengen Ook was niet alles misère en narigheid met die kou. Wat hebben we een schaatsen gereden Trots alle kon en bekrimping zag men de ijsbanen weken lang wemelen van schaatsen rijders. We lieten de jeugd met een barmhar tige bedoeling bij heele scharen op het jjs rijden en loopen. En ieder deed aan ijsver maak. Zou u gelooven dat ik ouden van dagen op de gladde jjzers heb zien zwieren, van wie ik nooit zou hebben kunnen gelooven dat zjj ooit aan dit vermaak hadden meegedaan En nuffige, fijne jongen van dagen, van wie ik niet had darven vermoeden, dat zjj zich ook zoo op die echt wereldsche slag- en zwaaibee- nige, luchtige en vaardig lichte (om met de Nieuwe Gids te spreken) bewegingen van haar lichaam zouden hebben kunnen verslingeren? Het vleescb was dan sterker dan de leer, en dat vond ik recht goed in dat geval. Over dat ijsvermaak zou ik genoegeljjke ontboeze mingen kunnen ten beste gevendoch dat is nu al mosterd na den maaltjjd. Het was anders alleraardigst, recht gezellig, recht natuurljjk in den zin van humaan en ongedwongen, 't Was of alle verschil en verscheidenheid van stand en kerk en richting waren te niet gedaan. Men zag enkel menschen op 't jjs, die het jjs waarnamen nu het er was en die dus practisch de dingen namen en genoten zooals ze waren, wat toch eigenljjk wel beschouwd, het eenig ware is. Nu zeg ik niet dat totaal alle middel muren des afscheidsels waren weggeruimd, en dat de wet der natnurkeuze door Darwin ont dekt, zoo in allen deele opgiDg. Dat kan ook niet; er vormen zich als er banen zjjn als van zelf zekere baanpartjjen, of er ontstaan partjjbanen, wat op 't zelfde neerkomt. En er zjjn op iedere baan altoos ongezellige elementen, die afstooten of aan- stooten, wat ook alweer op 't zelfde neerkomt. Doch genoeg daarvan de schaatsen zjjn nu toch weer opgeborgen tot een volgenden win ter wil ik hopen. Maar over ons miserabel isolement zjjn we lang niet uitgepraat. Het is u bekend, dat de gemeenteraad van Brouwershaven een adres tot de Tweede kamer heeft gericht, dat alle gemeenten van Schouwen— Duiveland daaraan hun adhaesie geschonken hebben en dat nu ook de gemeenteraad van Zierikzee het zenden van een adres heeft gestemd eenigszins in den geest van dat van Brouwershaven. Nu, baat het niet, het schaadt niet Maar men Uil het Deensch. TAN JOHANNA SCHJÖRRING-. DERTIENDE HOOFDSTUK. Bennett ging dien avond vroeg naar boven om brieven te schrjjven, zooals zjj zeidedoch zoodra zjj op haar kamer was, deed zij de deur op slot en stak een papiertje in het sleutelgat, opdat men het licht niet daardoor zou zien schjjnen. Zjj had behoefte om alleen te zijn en na te denkenwant zjj voelde meer en meer dat haar zwager geljjk had met te zeggen •dat haar innerljjk leven geen goede richting, hadmaar lag dat niet grootendeels aan haar opvoeding Zjj besefte dat zjj heel andets zon geworden zijn, indien zjj opgegroeid ware in een omgeving als waarin zjj zich thans bevond. Terwjjl zjj hierover bg het vuur zat te schreien werd er op haar deur getikt, en Grace vroeg met een zachte stem of zjj binnen mocht komen. Haar eerste opwelling was om het licht uit te blazen, maar zjj bedacht zich en draaide den eleutel om. «Ik wilde zoo gaarne even met u praten' als gij niet te moe zjjt", zei Grace. «Maar wat zie ik, hebt gjj geschreid? Juffrouw Bennett, neem mjj niet kwaljjk", vervolgde zjj, en wilde zich terugtrekken. «Neen blijf gerust; het is heel vrien- deljjk van u", zei Bennett, maar dacht bjj zich zelf, zie daar weer een bewjjs mjjner dubbel- harfigheid, want ik bleef veel liever alleen. «Hinder ik u waarljjk niet, als gjj zoo bedroefd zijt «O, dat heeft niets te beduiden, neem plaats". Eerst spraken zjj over den afgeloopen dag, en Grace kon niet genoeg zeggen, hoe veel pleizier zjj gehad haddaarna kwamen de personen aan de beurt, vooral de oude dame werd lang besproken en georezen, op den heer Sandborg hadden zjj daarentegen heel wat aan te merken, ofschoon Grace hem toch heel goedig vond. «O, ik geloof dat hjj zich heel wat ver beeldt, als hjj daar'zoo over zjjne akkers en velden stapt," zei Bennett. «Hg is vriendeljjk en gastvrjj, maar on beholpen." Bennett was op het punt van nog iets ondeugends over zjjn houding te zeggen, doch beet zich op de lippen en zweeg, en daar Grace voelde dat het niet goed was -om over anderen te spreken met iemand, die zjj nog zoo weinig kende, schoof zjj haar stoel iets naderbjj en vroeg: zou kunnen vragen of Brouwershaven zich niet liever tot de regeering had moeten wen den in plaats van tot de kamer. Nu zullen de klachten over ons jammerljjk isolement wel ook even in de kamer gehoord worden, althans ter griffie van dat lichaam worden nedergelegd; doch het laat zich niet denken, dat iemand van de leden het initiatief zal nemen om met een wetsvoorstel te komen om ons in dezen uithoek aan een goede verbinding met het vaste land te helpen. De regeering echter zou, als er mogeljjk eens eene uitdeeling van locaal- of tramsporen onder de belastingbeta lende en zuchtende uithoekers gehouden werd, om ons kunnen denkenofschoon ik daar niet veel moed op heb in deze op het laatst loo- pende eeuw, doch van de kamer hebben wjj, vrees ik, in deze niets te wachten. Trouwens, als het niet nu en dan met de postgemeenschap zoo treurig ging door vorst, mist, weer en wind, en de personentarieven aan de veren, bjj zulke gelegenheden niet zoo buitensporig boog waren, dan zon het hier nog wel gaan. Men moet zich van een eventueele aansluiting door middel van een tramweg door Duiveland—St. Philipsland, over den Slaakdam naar Noord-Brabant, of van een ljjn door Tholen, voor ons bewoners van Schouwen Duiveland, niet zoo veel voorstellen, dunkt mjj, als sommigen wel dcon, nu deze zaak weder voor de zooveelste maal aan de orde is. Ik zou niet graag voor een kniesoor aangezien worden en verklaar dus gaarne, dat ik met pleizier een tramlijn door ons eiland zou zien met een stoompont aan Zjjpe of Yianen, of nog liever met een brug over het Zjjpe, want die treinponten laten het juist het eerBt zit ten als het er bet meest op aan komt, zooals men dit ziet in de ljjn Elten—Kleef. Doch vraagt men zich af, wat die tram zooal ge- gemiddeld, het geheele jaar door zou moeten vervoeren en of dat goedkooper zou kunnen geschieden dan met onze bestaande ver bindingen te water, dan zal men de schouders moeten ophalen en moeten erkennen, dat zoo het Rjjk bet geld niet geeft, de particulieren het wel niet zulleD verschaffen. Als de Russen een beetje menscheljjk gevoel in het Igf hadden en bedachten hoe wjj hun aan kapitaal helpen voor hun spoorwegen, die dan zelfs nog groo tendeels strategische wegen zjjn, dan zouden die ons misschien met een paar millioen roebels willen bjjspringen. Doch als men bedenkt, hoe onbarmhartig die lui zelfs met arme Joden, en met Duitsch sprekende, doch niet Grieksch geloovende eigen landgenooten omspringen, dan is er van dien kant niets te hopen. Als het rjjk rentegarantie wilde verleenen, ja, dan zou het wel gaandan zou ik de tram er wel weten te brengen, maar hoe christeljjk het ook zou wezen ons arme afgeslotenen te helpen, als 't op rente aankomt, zwjjgen alle gelooven. Onze relaties met Rotterdam, Dordrecht en Amsterdam worden in gewone tjjden voldoende onderhouden door de bestaande stoomboot diensten en zeilschepen. Daarmede zal een stoomtram als de gedroomde wel niet kunnen concurreeren. Voor den afvoer van vee zal de waterweg altoos te verkiezen zjjn boven dien per spoor met herhaalde overlading, die immers niet te vermjjden zou zjjn. Voor den afvoer onzer granen en peulvruchten, ons hooi en vlas is alsmede de waterweg de beste en voordee- ligste. En voor de suikerbieten Bedenkt men wel of een eventueele tramonderneming zulk een enorm materieel zal kunnen aanschaffen als er voor dit artikel dan gedurende eenige weinige weken per jaar zoude noodig zjjn Ook daarvoor bljjft de waterweg nog de beste. Dan hebben we nog de oesters en mosselen van Bruinisse en Zierikzee; doch al reken ik het belang van dat artikel gansch niet gering, en al zou een tram voor den afvoer daarvan groot nut hebben, bet is de vraag ot dit een tram- dienst zou kunnen doen leven en rendeeren. Daar komt alles toch ten slotte op aan; het is de geldkwestie. Aan de technische uitvoerbaarheid van de zaak valt niet te twjjfelen stoomponten kun nen gemaakt worden ook zou een brug over het Zjjpe met een beweegbaar gedeelte voor de scheepvaart best te bouwen zjjnde breedte der wegen is slechts op enkele plaatsen onvol doende en dit zou te verbeteren zjjn. Het is enkel de finaneieele vraag, die de zaak be- heerscht. Er is geld genoeg in onze belang hebbende eilanden om het kapitaal voor een tramljjn bjjeen te brengen doch er moet ook lust bestaan om het er aan te wagen. Was «Waarom zjjt gjj eigenlijk bedroefd? Geloof mjj, ik stel oprecht belang in u." «Dat is heel lief van n, te meer daar gjj zeker niet op een zeer aangename wjjze over mjj hebt hooren spreken". Grace had een gelaat, waarop al hare indruk ken zich afspiegelden en Bennett zag terstond dat zjj zulk een uitdrukking niet verwacht had. Zjj antwoordde dan ook eenigszins verlegen «Ik heb juist veel over uw uiterljjk en uw beminneljjkheid geboord". «En nog iets, niet waar mjjn lichtzin nigheid «Neen, lichtzinnigheid niet", zei Grace blozende. «Nu dan wispelturigheid misschien Dat is ook beter". Grace werd verlegen onder den kalmen blik van Bennett en wenschte dat zjj haar lust om binnen te bomen bedwongen had. «Waarom spreekt gjj zoo?" vroeg zjj. «Waarom wilt gjj de waarheid niet zeg gen Eer gjj kwaamt, zat ik er juist over te denken dat men veel meer waar moest zjjn, dan men gewoonljjk is en gjj kunt mjj niets zeggen, dat ik mjj zeiven niet gezegd heb". «Wat mout ik zeggen Ik ben hier vreemd en ken bjjna niemand. Waaruit maakt gjj op dat ik ongunstig over u heb hooren spreken, gjj die door een ieder bewonderd wordt «Bewonderd 1" riep Bennett spottend uit. «Dat staat op de eene zjjde der medaille er uitzicht op tameljjke, liefst hooge rente, dan zou het geld er wel komendoch als daaraan twjjfel moet rjjzen, dan houdt men het geld thuis of belegt het in vreemde ondernemingen, die hooge rente geven of beloven. Ook als met de bestaande vervoermiddelen concurreerende onderneming zon een tram hier niet op onverdeelde sympathie kunnen re kenen. Immers de bestaande wakkere Zierikzeesche Stoomvaartmaatschappij is opgericht voornamelijk door winkeliers, neringdoenden, handelaars en eenige particulieren, meerendeels menschen die persoonljjk bjj een goede verbinding met Hol land belang hadden. Later is daarnaast de concurreerende dienst de Schelde opgetreden en dientengevolge zoowel het tarief voor het personenvervoer als dat voor goederen en vee tot een minimum herleid. Nu kan men, nit een algemeen oeconomiBch oogpunt ziende, dit verschijnsel toejuichen, omdat de voordeelen der concurrentie het publiek ten goede komen. Doch daarom juicht niet ieder, die er van profiteert die concurrentie toe, want velen of schoon van de lage prjjzen profiteerende, moeten nu de vroeger genoten flinke rente derven. Hoe zou het nu gaan, als er nog meer con currentie kwam Ja, men zou er als 't zoo uitkwam van profiteeren, doch de ondernemingen zouden gewis in ongunstige positie komen en kapitaalverlies kan nooit publiek voordeel zjjn. Er is nog iets. Als ik daaraan roer, loop ik gevaar voor een ouderwetsch mensch aan gezien te worden, heel lokaal, bekrompen en wat al meer. Toch wil ik het doen, omdat mjj het belang mjjner plaatsgenooten en mede eilanders meer ter harte gaat dan persoonljjke bjjzondere appreciaties. Ik sprak boven van dien onderaardschen schietblaasbalg. Schetsenderwjjs prees ik dat ding, omdat we dan zeker nooit gistnood zon den hebben. Maar zou u wel gelooven dat als '.oo'n ding hier bestond er nog menschen zouden gevonden worden, die uit loutere lief hebberij en verkeerd begrepen zuinigheid proppen koffie, thee, suiker en andere winkel waren uit Rotterdam zouden laten overblazen En dat wel menschen, die door hun vermogen en hun aanwezigheid hier toch wel eenigszins verplicht geacht kunnen worden om ook op hun omgeving te letten en te leven en te laten leven. Reeds nu worden de meeste kleine plaatsen buitengemeenten of buurten van de enkele groote en over een kleine eeuw zullen we waarschgnljjk maar een paar wezen- ljjk welvarende steden in ons land hebben en verder een aantal schatplichtige arbeiders buurten. Is het wel zaak daaraan zoo hals over kop mede te werken? Zoolang er zelfstandige gemeenten bestaan met eigene finaneieele lasten, zullen die ook zekere eigene oeconomische belangen hebben, die men niet mag verwaarloozen of uit het oog verliezen. Men lette eens op de onrustbarende verar ming der provincie Friesland. Dat gewest gaat den toestand van Ierland tegemoet. De voor name reden zal wel zjjn, dat een groot deel van hen, die de vruchten van den Frieschen arbeid trekken, niet meer in Friesland wonen. En men denke ook aan ons eigen gewest. Waar is de oude Zeeuwsche welvaart, die stevige eenvoudige weigezetenheid van stedeling en landbewoner, die men vroeger kende en genoot? Onze neringdoenden en allerlei tusschenpersonen moeten kunnen bljjven leven of er schieten niets dan arme pachters en arme arbeiders over altemaal in 't krjjt staande bg den winkelier en handelaar te Rotterdam en elders. Ik wil maar zeggen, dat wjj, hier speciaal te Zierikzee. ons nog wel wat als marktplaats zouden willen handhaven. Daar zou weinig van overbljjven, als we alleen maar een station waren van den onderaardschen of bovenaard- schen schietblaasbalg. Laat de Goesche nering doenden eens biechten. Laat ook de Tholenaars eens biechten, waarom zjj een brug over de Eendracht wel heel mooi en lief zouden vinden, doch er persoonlijk liever niet aan willen helpen bouwen. Doch, zoo als ik zeide, nu word ik ouder wetsch en zal er wel van langs krjjgen. Eufin, ik maak mjj nu maar tot het orgaan der gemoedsbezwaarden in dit opzicht. Mogeljjk lokt het verzet nit en wordt dan de levens vatbaarheid en bet nut van den gedroomden nieuwen stoomweg bewezen. Dan heb ik toch iets goeds uitgelokt. Ik heb nog een mededeeliug. Men gaat te maar zjj heeft ook een keerzjjde, waarop]veel meer gegrift is, en die kan u niet onbekend zjjn." «Nu ja, als gij meent als gjj meent dat gjj verloofd geweest zjjt met den heer Host, ja dat heb ik bij de Hansens ge hoord." Dit zeggende werd Grace vuurrood, waaruit Bennett begreep dat er zeer ongunstig over gesproken was. «Wien zjjn dat, de Hansens vroeg zjj onverschillig. «De weduwe Hansen. Haar zoon «Haar zoon viel Bennett in. «Was directeur van «Van de Spinx, dat weet ik" vulde Bennett aan, zich met moeite beheerschende. «Kent gjj bem Ik meen den zoon «Ja, uit Chicago," zei Grace, blozende, 't geen Bennett niet ontging. «Uit Amerika 1" herhaalde de andere zacht«Is hg erg ziek geweest »Ja," antwoordde Grace en vertelde van lieverlede alles wat zjj in het kleine huisje beleefd had, tot zelfs het jjlen van Olaf over het paard Bennett was verbleekt en zei niets, behalve nu en dan een woord, om Grace aan te moedigen. «Hebt gij met hem te Chicago paard ge. reden?" vroeg zij, terwjjl zjj in haar verbeel. ding het heele tooneel voor La Superba zag, hoe bi) de gesp van het zadel vastmaakte en zjj zich in zjjne oogen spiegelde. «Ja een keer of tienhjj is een volmaakt Zierikzee het tweede perceel van de Oude- o Binnenhaven dempen anders zouden wellicht te avond of te morgen de instortende kaden en de dan voorover buitelende mooie huizen die demping van zelf gaan volbrengen, en dat zou gevaarljjk kunnen worden. Het is twintig jaar geleden dat het eerste perceel gedempt werd. Toen liet men het daar bjj, omdat men vreesde geen sljjk genoeg te zullen vinden in de overbljjvende havens, ofschoon later bleek dat er zooveel sljjk waB, dat men er geen raad mee wist en het met klepschui- ten naar de Schelde moest brengen. Dat is zoo erg niet als hetgeen indertjjd met Vatel gebeurde, den beroemden kok van Lodewjjk XIV, die zich overhoop stak, omdat hg meende dat er geen visch genoeg was en later bleek het dat er wol genoeg was. Het is geenszins zoo erg. Het toen uitgespaarde kapitaal heeft intusschen ook rente gedragen. Wel becjjferd zal de dem ping dus sooveel niet kosten als het cjjter zegt en Zieriksee zal er een fraaie beplante straat ot allés mede winnen en nog een flink plein om kermis op te houden ook. In den Tivoli-schouwburg te Rotterdam is Donderdagavond opgevoerd het laatste werk van Ibsen, Hedda Gabler, naar het oorspronke- ljjke handschrift Vertaald door den heer C. Honigh. Mevrouw Mulder-Roelofsen, te wier benefice de voorstelling was, gaf de titelrol. Meer dan 6en succès d'estime is, volgens den berichtgever van het Hbld. niet behaald, Me vrouw Mulder ontving als benificiante tal van bloemgeschenken, doch met het stuk toonde het publiek zich zeer weinig ingenomen. Hedda Gabler is voor het eerst den 25n te Kopenhagen opgevoerd. De titelrol werd door mevr. Hennings voortreffjljjk gespeeld. Men was bljjkbaar teleurgesteld. In de 3a acte en aan het slot werd gesist. In eene Vrjjdag avond te 's Hage plaats gehad hebbende uitvoering van de Nederland - sche Toonkunstenaarsvereeniging maakte men kennis met een nieuw trio van den Rotterdam- sohen organist Van 'tKruys, waarvan het laat ste gedeelte het meest voldeed. De componist speelde zelf de pianopartjj en ook eenige stuk jes voor piano-solo, o. a. een nocturne van hem zelf, waarmede hjj veel bjjval vond. In de Tribune, een te Edam verscbjjnend weekblad, komt een brief voor van den heer Eduard Douwes Dekker, waarin deze zjjn af keuring uitspreekt over het uitgeven van do brieven zjjns vaders door mevr. Dekker-Schepel. Door den raad der gemeente Haarlemmer- liede en Spaarnwoude is tot onderwjjzeres aan de op?nbare school aldaar benoemd mej.B.M. Blumendal te Winschoten. De in 1819 door het departement Mid delburg der Maatschappij tot Nut van '1 Algemeen opgerichte spaarbank vergoedde in 1890 aan de inbrengers 4, 3 en 2 pet. rente. In dat jaar werd ingebracht 112604.34, aan rente bjjgeschreven 23365.041 en terugbetaald 103187.93. Op 31 December was aan de inbrengers ver schuldigd 682680.981, terwjjl de bezittingen eene waarde vertegenwoordigden van/825342.03j Deze bestonden in Nederlandsche Staatsschuld f 145260; Obliga tion laste provinciën en gemeenten ƒ113081.67 Dito laste polders en waterschappen 47432.50 Pandbrieven van zeven hypotheekbanken 139106.24 Hypotheken 68444.73)Obli- gatiën van Nederlandsche ondernemingen f 145930.41; Beleening door de Associatie-Casaa te Amsterdam 124500Voorschot aan de Hulp bank te Middelburg 4000 Dito Departement Middelburg Maatsch' tot Nut van 't Algemeen 12593.75 Kas-saldo bjj den kassier en gedepon. bjj de Crediet-Vereeniging 24992.73. Aan renten is ontvangen f 28907.46 de kos ten van administratie en lokaal bedroegen 1730.48en het waarborgfonds bedraagt f 142661.05 ot over het kapitaal aan de in brengers verschuldigd 20.90 pet. Het aantal ingebrachte posten is 3901, dat der terugbetaalde posten 2279; nieuwe inbren- ruiter," antwoordde Grace, met fonkelende oogen. Bennett draaide haar hologeketting zoo stjjf om haar vinger dat die brak. «Wat was dat riep Grace, «O, uw ketting «Er ia slechts een schakel gebroken maar al is die weg, dan kan de ketting toch weer aan elkaar gemaakt wordenhet hindert niet als zij wat korter wordtzjj was zoo lang." - «O dan is het niets," zei Grace vergenoegd «Neen, het doet er niets toe, als men het maar niet ziet," zei Bennett met eeni- gen nadruk. Grace vertelde verder en Bennett wikkelde de ketting zóo stjjf om haar hand, dat die geheel rood werd en zjj haar tus- schen de plooien van haat japon verborg. Toen Grace uitverteld had, en er nog een poos over onverschillige zaken gesproken was, zei Bennett; «Nu moesten wjj naar bed gaan. Morgen zal uw vader mjj vergezellen naar mjjn oude vriendin te Fjordendaal, die mjj allerlei lariteiten op haar kamer wil wjjzen. Gaat gjj mede?" «Neen, zjj wacht slechts u beiden en ik heb brieven te schrjjven, naar Chicago en aan juf frouw Hansenik heb beloofd haar van u te vertellen, van uw beminneljjkheid. Zjj hebben een verkeerden indruk van u gekregen." «Van mjj Zjj hebben mjj nooit gezien en kennen mjj dus alleen door hetgeen de heet Hansen van mjj verteld heeft."

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1891 | | pagina 5