MlÉMgsele Courant
HET OUDE LANDGOED,
BIJVOEGSEL
Middelburg 28 Februari.
•«•FEUILLETON.
LETTEREN EN KUNST.
ONDERWIJS.
UIT STAD EN PROVINCIE.
VAN DE
VAN
Maandag 2 Maart 1891, no. 51.
Sprokkelingen uit SchouwenDuiveland.
X.
Een stem kwam tot mjj en zeidesprokkel
weer eens wat, o sprokkelaar Zie het is nu
weder Februari, dus juist de rechte tijd. Ik
kan met den profeet niet zeggenwat zal ik
sprokkelen V Want waarlijk, als ik al de
narigheid bijeen wilde garen, die we deze laatste
drie maanden hebben verduurd, bjjgewoond of
ondervonden, dan kwam ik plaats en vervoer
middelen te kort om al den sprokkel behoorlijk
ter tatel te brengen, zal ik maar zeggen men
brengt tegenwoordig alles ter tafel, zoo diep
gaat het vergaderingsleven er bjj ons al in
zitten. Zoo hebben we zelfs een paar dagen
moeten dulden, dat men ons ongegiste of leeljjk
gezuurde koeken voor brood ter tafel bracht,
on vele donkere dagen dat we geen enkele
courant of brief ter tafel kregen. Wel, wel,
wat was dat een ellende 1 Ten deele daarom
ook schreef ik weinig. Ik dacht: als ik wat
actueels behandel, dan loopen er dagen over
heen voor het aan de pers komt, en dan al
weer dagen voor owe belangstellende lezers
het hier onder de oogen krjjgen, en dan is het
raar er al weer af. We leven niet meer van
den dag op den dag, maar van posttjjd tot
posttjjd. Dat merkten we hier pas recht, toen
we zoo »van 't menschdom afgesloten" zaten
als in Tollens' «Overwintering," waarom ik nu
ook nog beter dan ooit kan beseffen hoe vreeseljjk
die Hollanders daar op Nova-Zembla het land
moeten gehad hebben.
Daar was anders over die felle kou in haar
directe en indirecte gevolgen wat te klagen
geweest. Gelukkig was 't niet zoo allerjjse-
ljjkst naar", om met Piet Paaltjes te spreken,
als men elders in de aangesloten wereld, waar
van wjj zoo treurig afgescheiden waren, wel
heeft verteld. De petroleum is nooit op 75 ct.
geweest, zooals men te Arnhem heeft verteld.
Wel hebben de kolen nog al een grooten sprong
gemaakt om van 65 ct. op 1 te komen, met
de oedreiging dat de handelaars 't daar niet bg
zouden latendoch dat kwam minder van de
kou dan van een geïmproviseerd consortium;
en de sprong was werkelijk misschien nog
hooger gegaan, als er niet éen was geweest,
die niet mee wilde doen dat was een weer
barstige zonderling, zeiden de anderen, doch
hg was geen onnutte zonderling. De prjjzen
van brood en vleesoh maakten maar een aan
loopje, doch geen sprongen. Men ziet daaruit
duideljjk de menschlievendheid en zelibeperking
van de bakkers en Blagers, die bljjkbaar hebben
bedacht dat de prijzen van brood en vleescb
toch al redelijk wel waren wat de hoogte
betreft in verhouding tot de prjjzen van vee
en graan. Onze winkeliers en neringdoenden
hebben zich flink gehouden, dat moet ik zeggen.
Pas toen al de voorraad ging opraken, zaten
ook zjj met de handen in het haar. Wat
hadden velen, ja allen toen dolgraag zulk een
onderaardschen schietblaasbalg gezien als die
waarvan het schippertje vertelde in de Camera
Obscura. Nu zjjn er zulke onderaarasche schiet-
blaasbalgen wel hier en daar in de wjjde
werelddoch wat hebben wjj daaraan als we
er hier ook niet een eindje buis van kunnen
gebruiken
Wat zou die buis prachtig gewerkt hebben
gedurende die lange ijsperiode 1 Als uit een
repeteergeweer zouden de vurig begeerde arti
kelen naar ons toegeblazen of door ons naar
hier gezogen zijnproppen van dit en van dat,
dat opraakte in de winkelsproppen kranten
en brievenmassieve proppen geld op 't laatst
vooral ook proppen gist! Verbeeld n ons ge-
heele dubbel-eiland zonder gistMaar zoo
iets kunt ge u te Middelburg niet voorstellen 1
Een geïsoleerd stuk van de tegenwoordige
maatschappij zonder gist, 'tis een onding! Ik
weet zeker dat als madame Quenu nit de Ventre
de Paris van Zola er van gehoord had, ze zon
gezegd hebben dat moeten daar wel erg god-
delooze menschen zjjn, dat ze zoo zonder gist
moeten zittenzoo dagen lang zonder gist
daar moet een steekje aan los wezen, aan hen'
of aan hunne vaderen. Niettemin zon zjj
ongelijk gehad hebben, want de goeden moesten
het met de kwaden bekoopen. IJ had al die
betrokken en bedrukt neergeslagen gezichten
eens moeten zien, terwjjl men elkaar met
springende en van kou bibberende lippen toe-
blies nu is er geen gist ook meer, waar moet
het nu heen Men ging al aan 't uitdenken
van surragaten voor gist, en enkelen kwamen
reeds tot het uiterste van azjjn- en brande-
wjjnpadding in plaats van brood.
En dan kon wjjlen de heer Groen nog met
een koperen voorhoofd zich schrap zetten te
gen den heerschenden wind en den stroom
des tjjüs en den loop der dingen, en zeggen
in onB isolement ligt onze krachtHg is vast
nooit ingevroren geweest. We hebben hier heel
wat anders ondervonden hier gaf het isolement
enkel zwakheid en narigheid. Gelukkig dat
we niet als de zich noemende discipelen van
Groen ons isolement door paardemiddelen hebben
behoeven onwaar te maken. Alleen die poging
om met azjjn en brandewjjn een namaak van
gist te vervaardigen uitgezonderd, hebben we
ons tot geen wanhopige en immoreele stappen
laten meesleepen door den drang der tjjden.
We hebben ons wat bekrompen en gewacht
in plaats van met zoete en bevroren aardappelen
hebben we ons gespijsd met erwten en boonen.
We hebben ook een paar van de honderden
vette koeien opgegeten, die anders om dezen tjjd
al naar de Rotterdamsche markt zouden ge
zonden zjjn. De nood klom hoog; doch einde-
ljjk kwam de gist en de kranten en alles.
En nu is alle nood vergeten. Neen, dat
niet, ganscheljjk niet. Geloof mjj, we zullen
den winter van '90-'91 niet licht vergeten;
die winter zal velen in menig opzicht nog lang
heugen. Moge een goed, voordeelig jaar er
maar eenige vergoeding voor brengen
Ook was niet alles misère en narigheid met
die kou. Wat hebben we een schaatsen gereden
Trots alle kon en bekrimping zag men de
ijsbanen weken lang wemelen van schaatsen
rijders. We lieten de jeugd met een barmhar
tige bedoeling bij heele scharen op het jjs
rijden en loopen. En ieder deed aan ijsver
maak. Zou u gelooven dat ik ouden van dagen
op de gladde jjzers heb zien zwieren, van wie
ik nooit zou hebben kunnen gelooven dat zjj
ooit aan dit vermaak hadden meegedaan En
nuffige, fijne jongen van dagen, van wie ik
niet had darven vermoeden, dat zjj zich ook
zoo op die echt wereldsche slag- en zwaaibee-
nige, luchtige en vaardig lichte (om met de
Nieuwe Gids te spreken) bewegingen van haar
lichaam zouden hebben kunnen verslingeren?
Het vleescb was dan sterker dan de leer, en
dat vond ik recht goed in dat geval. Over
dat ijsvermaak zou ik genoegeljjke ontboeze
mingen kunnen ten beste gevendoch dat is
nu al mosterd na den maaltjjd. Het was anders
alleraardigst, recht gezellig, recht natuurljjk
in den zin van humaan en ongedwongen, 't Was
of alle verschil en verscheidenheid van stand
en kerk en richting waren te niet gedaan.
Men zag enkel menschen op 't jjs, die het jjs
waarnamen nu het er was en die dus practisch
de dingen namen en genoten zooals ze waren,
wat toch eigenljjk wel beschouwd, het eenig
ware is. Nu zeg ik niet dat totaal alle middel
muren des afscheidsels waren weggeruimd, en
dat de wet der natnurkeuze door Darwin ont
dekt, zoo in allen deele opgiDg.
Dat kan ook niet; er vormen zich als er
banen zjjn als van zelf zekere baanpartjjen,
of er ontstaan partjjbanen, wat op 't zelfde
neerkomt. En er zjjn op iedere baan altoos
ongezellige elementen, die afstooten of aan-
stooten, wat ook alweer op 't zelfde neerkomt.
Doch genoeg daarvan de schaatsen zjjn nu
toch weer opgeborgen tot een volgenden win
ter wil ik hopen.
Maar over ons miserabel isolement zjjn we
lang niet uitgepraat. Het is u bekend, dat de
gemeenteraad van Brouwershaven een adres
tot de Tweede kamer heeft gericht, dat alle
gemeenten van Schouwen— Duiveland daaraan
hun adhaesie geschonken hebben en dat nu
ook de gemeenteraad van Zierikzee het zenden
van een adres heeft gestemd eenigszins in
den geest van dat van Brouwershaven. Nu,
baat het niet, het schaadt niet Maar men
Uil het Deensch.
TAN
JOHANNA SCHJÖRRING-.
DERTIENDE HOOFDSTUK.
Bennett ging dien avond vroeg naar boven
om brieven te schrjjven, zooals zjj zeidedoch
zoodra zjj op haar kamer was, deed zij de deur
op slot en stak een papiertje in het sleutelgat,
opdat men het licht niet daardoor zou zien
schjjnen. Zjj had behoefte om alleen te zijn
en na te denkenwant zjj voelde meer en
meer dat haar zwager geljjk had met te zeggen
•dat haar innerljjk leven geen goede richting,
hadmaar lag dat niet grootendeels aan haar
opvoeding Zjj besefte dat zjj heel andets
zon geworden zijn, indien zjj opgegroeid ware
in een omgeving als waarin zjj zich thans
bevond.
Terwjjl zjj hierover bg het vuur zat te schreien
werd er op haar deur getikt, en Grace vroeg
met een zachte stem of zjj binnen mocht komen.
Haar eerste opwelling was om het licht uit te
blazen, maar zjj bedacht zich en draaide den
eleutel om.
«Ik wilde zoo gaarne even met u praten'
als gij niet te moe zjjt", zei Grace. «Maar wat
zie ik, hebt gjj geschreid? Juffrouw Bennett,
neem mjj niet kwaljjk", vervolgde zjj, en
wilde zich terugtrekken.
«Neen blijf gerust; het is heel vrien-
deljjk van u", zei Bennett, maar dacht bjj zich
zelf, zie daar weer een bewjjs mjjner dubbel-
harfigheid, want ik bleef veel liever alleen.
«Hinder ik u waarljjk niet, als gjj zoo
bedroefd zijt
«O, dat heeft niets te beduiden, neem
plaats".
Eerst spraken zjj over den afgeloopen dag,
en Grace kon niet genoeg zeggen, hoe veel
pleizier zjj gehad haddaarna kwamen de
personen aan de beurt, vooral de oude dame
werd lang besproken en georezen, op den heer
Sandborg hadden zjj daarentegen heel wat aan
te merken, ofschoon Grace hem toch heel
goedig vond.
«O, ik geloof dat hjj zich heel wat ver
beeldt, als hjj daar'zoo over zjjne akkers en
velden stapt," zei Bennett.
«Hg is vriendeljjk en gastvrjj, maar on
beholpen."
Bennett was op het punt van nog iets
ondeugends over zjjn houding te zeggen, doch
beet zich op de lippen en zweeg, en daar Grace
voelde dat het niet goed was -om over anderen
te spreken met iemand, die zjj nog zoo weinig
kende, schoof zjj haar stoel iets naderbjj en vroeg:
zou kunnen vragen of Brouwershaven zich
niet liever tot de regeering had moeten wen
den in plaats van tot de kamer. Nu zullen
de klachten over ons jammerljjk isolement wel
ook even in de kamer gehoord worden, althans
ter griffie van dat lichaam worden nedergelegd;
doch het laat zich niet denken, dat iemand
van de leden het initiatief zal nemen om met
een wetsvoorstel te komen om ons in dezen
uithoek aan een goede verbinding met het
vaste land te helpen. De regeering echter
zou, als er mogeljjk eens eene uitdeeling van
locaal- of tramsporen onder de belastingbeta
lende en zuchtende uithoekers gehouden werd,
om ons kunnen denkenofschoon ik daar niet
veel moed op heb in deze op het laatst loo-
pende eeuw, doch van de kamer hebben wjj,
vrees ik, in deze niets te wachten.
Trouwens, als het niet nu en dan met de
postgemeenschap zoo treurig ging door vorst,
mist, weer en wind, en de personentarieven
aan de veren, bjj zulke gelegenheden niet zoo
buitensporig boog waren, dan zon het hier nog
wel gaan. Men moet zich van een eventueele
aansluiting door middel van een tramweg door
Duiveland—St. Philipsland, over den Slaakdam
naar Noord-Brabant, of van een ljjn door
Tholen, voor ons bewoners van Schouwen
Duiveland, niet zoo veel voorstellen, dunkt
mjj, als sommigen wel dcon, nu deze zaak weder
voor de zooveelste maal aan de orde is. Ik
zou niet graag voor een kniesoor aangezien
worden en verklaar dus gaarne, dat ik met
pleizier een tramlijn door ons eiland zou zien
met een stoompont aan Zjjpe of Yianen, of
nog liever met een brug over het Zjjpe, want
die treinponten laten het juist het eerBt zit
ten als het er bet meest op aan komt, zooals
men dit ziet in de ljjn Elten—Kleef. Doch
vraagt men zich af, wat die tram zooal ge-
gemiddeld, het geheele jaar door zou moeten
vervoeren en of dat goedkooper zou kunnen
geschieden dan met onze bestaande ver
bindingen te water, dan zal men de schouders
moeten ophalen en moeten erkennen, dat zoo
het Rjjk bet geld niet geeft, de particulieren
het wel niet zulleD verschaffen. Als de Russen
een beetje menscheljjk gevoel in het Igf hadden
en bedachten hoe wjj hun aan kapitaal helpen
voor hun spoorwegen, die dan zelfs nog groo
tendeels strategische wegen zjjn, dan zouden
die ons misschien met een paar millioen roebels
willen bjjspringen. Doch als men bedenkt,
hoe onbarmhartig die lui zelfs met arme Joden,
en met Duitsch sprekende, doch niet Grieksch
geloovende eigen landgenooten omspringen,
dan is er van dien kant niets te hopen. Als het
rjjk rentegarantie wilde verleenen, ja, dan zou
het wel gaandan zou ik de tram er wel
weten te brengen, maar hoe christeljjk het ook
zou wezen ons arme afgeslotenen te helpen,
als 't op rente aankomt, zwjjgen alle gelooven.
Onze relaties met Rotterdam, Dordrecht en
Amsterdam worden in gewone tjjden voldoende
onderhouden door de bestaande stoomboot
diensten en zeilschepen. Daarmede zal een
stoomtram als de gedroomde wel niet kunnen
concurreeren. Voor den afvoer van vee zal de
waterweg altoos te verkiezen zjjn boven dien
per spoor met herhaalde overlading, die immers
niet te vermjjden zou zjjn. Voor den afvoer
onzer granen en peulvruchten, ons hooi en vlas
is alsmede de waterweg de beste en voordee-
ligste. En voor de suikerbieten Bedenkt
men wel of een eventueele tramonderneming
zulk een enorm materieel zal kunnen aanschaffen
als er voor dit artikel dan gedurende eenige
weinige weken per jaar zoude noodig zjjn
Ook daarvoor bljjft de waterweg nog de beste.
Dan hebben we nog de oesters en mosselen
van Bruinisse en Zierikzee; doch al reken ik
het belang van dat artikel gansch niet gering,
en al zou een tram voor den afvoer daarvan groot
nut hebben, bet is de vraag ot dit een tram-
dienst zou kunnen doen leven en rendeeren.
Daar komt alles toch ten slotte op aan; het
is de geldkwestie.
Aan de technische uitvoerbaarheid van de
zaak valt niet te twjjfelen stoomponten kun
nen gemaakt worden ook zou een brug over
het Zjjpe met een beweegbaar gedeelte voor de
scheepvaart best te bouwen zjjnde breedte
der wegen is slechts op enkele plaatsen onvol
doende en dit zou te verbeteren zjjn. Het is
enkel de finaneieele vraag, die de zaak be-
heerscht. Er is geld genoeg in onze belang
hebbende eilanden om het kapitaal voor een
tramljjn bjjeen te brengen doch er moet ook
lust bestaan om het er aan te wagen. Was
«Waarom zjjt gjj eigenlijk bedroefd? Geloof
mjj, ik stel oprecht belang in u."
«Dat is heel lief van n, te meer daar
gjj zeker niet op een zeer aangename wjjze over
mjj hebt hooren spreken".
Grace had een gelaat, waarop al hare indruk
ken zich afspiegelden en Bennett zag terstond
dat zjj zulk een uitdrukking niet verwacht had.
Zjj antwoordde dan ook eenigszins verlegen
«Ik heb juist veel over uw uiterljjk en
uw beminneljjkheid geboord".
«En nog iets, niet waar mjjn lichtzin
nigheid
«Neen, lichtzinnigheid niet", zei Grace
blozende.
«Nu dan wispelturigheid misschien Dat
is ook beter".
Grace werd verlegen onder den kalmen blik
van Bennett en wenschte dat zjj haar lust om
binnen te bomen bedwongen had.
«Waarom spreekt gjj zoo?" vroeg zjj.
«Waarom wilt gjj de waarheid niet zeg
gen Eer gjj kwaamt, zat ik er juist over te
denken dat men veel meer waar moest zjjn,
dan men gewoonljjk is en gjj kunt mjj niets
zeggen, dat ik mjj zeiven niet gezegd heb".
«Wat mout ik zeggen Ik ben hier
vreemd en ken bjjna niemand. Waaruit maakt
gjj op dat ik ongunstig over u heb hooren
spreken, gjj die door een ieder bewonderd wordt
«Bewonderd 1" riep Bennett spottend uit.
«Dat staat op de eene zjjde der medaille
er uitzicht op tameljjke, liefst hooge rente, dan
zou het geld er wel komendoch als daaraan
twjjfel moet rjjzen, dan houdt men het geld
thuis of belegt het in vreemde ondernemingen,
die hooge rente geven of beloven.
Ook als met de bestaande vervoermiddelen
concurreerende onderneming zon een tram hier
niet op onverdeelde sympathie kunnen re
kenen.
Immers de bestaande wakkere Zierikzeesche
Stoomvaartmaatschappij is opgericht voornamelijk
door winkeliers, neringdoenden, handelaars en
eenige particulieren, meerendeels menschen die
persoonljjk bjj een goede verbinding met Hol
land belang hadden. Later is daarnaast de
concurreerende dienst de Schelde opgetreden
en dientengevolge zoowel het tarief voor het
personenvervoer als dat voor goederen en vee
tot een minimum herleid. Nu kan men, nit een
algemeen oeconomiBch oogpunt ziende, dit
verschijnsel toejuichen, omdat de voordeelen
der concurrentie het publiek ten goede komen.
Doch daarom juicht niet ieder, die er van
profiteert die concurrentie toe, want velen of
schoon van de lage prjjzen profiteerende, moeten
nu de vroeger genoten flinke rente derven.
Hoe zou het nu gaan, als er nog meer con
currentie kwam Ja, men zou er als 't zoo
uitkwam van profiteeren, doch de ondernemingen
zouden gewis in ongunstige positie komen en
kapitaalverlies kan nooit publiek voordeel zjjn.
Er is nog iets. Als ik daaraan roer, loop
ik gevaar voor een ouderwetsch mensch aan
gezien te worden, heel lokaal, bekrompen en
wat al meer. Toch wil ik het doen, omdat
mjj het belang mjjner plaatsgenooten en mede
eilanders meer ter harte gaat dan persoonljjke
bjjzondere appreciaties.
Ik sprak boven van dien onderaardschen
schietblaasbalg. Schetsenderwjjs prees ik dat
ding, omdat we dan zeker nooit gistnood zon
den hebben. Maar zou u wel gelooven dat
als '.oo'n ding hier bestond er nog menschen
zouden gevonden worden, die uit loutere lief
hebberij en verkeerd begrepen zuinigheid
proppen koffie, thee, suiker en andere winkel
waren uit Rotterdam zouden laten overblazen
En dat wel menschen, die door hun vermogen
en hun aanwezigheid hier toch wel eenigszins
verplicht geacht kunnen worden om ook op
hun omgeving te letten en te leven en te
laten leven. Reeds nu worden de meeste
kleine plaatsen buitengemeenten of buurten
van de enkele groote en over een kleine eeuw
zullen we waarschgnljjk maar een paar wezen-
ljjk welvarende steden in ons land hebben
en verder een aantal schatplichtige arbeiders
buurten. Is het wel zaak daaraan zoo hals
over kop mede te werken?
Zoolang er zelfstandige gemeenten bestaan
met eigene finaneieele lasten, zullen die ook
zekere eigene oeconomische belangen hebben,
die men niet mag verwaarloozen of uit het oog
verliezen.
Men lette eens op de onrustbarende verar
ming der provincie Friesland. Dat gewest gaat
den toestand van Ierland tegemoet. De voor
name reden zal wel zjjn, dat een groot deel
van hen, die de vruchten van den Frieschen
arbeid trekken, niet meer in Friesland wonen.
En men denke ook aan ons eigen gewest. Waar
is de oude Zeeuwsche welvaart, die stevige
eenvoudige weigezetenheid van stedeling en
landbewoner, die men vroeger kende en genoot?
Onze neringdoenden en allerlei tusschenpersonen
moeten kunnen bljjven leven of er schieten
niets dan arme pachters en arme arbeiders over
altemaal in 't krjjt staande bg den winkelier
en handelaar te Rotterdam en elders.
Ik wil maar zeggen, dat wjj, hier speciaal te
Zierikzee. ons nog wel wat als marktplaats
zouden willen handhaven. Daar zou weinig
van overbljjven, als we alleen maar een station
waren van den onderaardschen of bovenaard-
schen schietblaasbalg. Laat de Goesche nering
doenden eens biechten. Laat ook de Tholenaars
eens biechten, waarom zjj een brug over de
Eendracht wel heel mooi en lief zouden vinden,
doch er persoonlijk liever niet aan willen
helpen bouwen.
Doch, zoo als ik zeide, nu word ik ouder
wetsch en zal er wel van langs krjjgen. Eufin,
ik maak mjj nu maar tot het orgaan der
gemoedsbezwaarden in dit opzicht. Mogeljjk
lokt het verzet nit en wordt dan de levens
vatbaarheid en bet nut van den gedroomden
nieuwen stoomweg bewezen. Dan heb ik toch
iets goeds uitgelokt.
Ik heb nog een mededeeliug. Men gaat te
maar zjj heeft ook een keerzjjde, waarop]veel meer
gegrift is, en die kan u niet onbekend zjjn."
«Nu ja, als gij meent als gjj meent
dat gjj verloofd geweest zjjt met den
heer Host, ja dat heb ik bij de Hansens ge
hoord." Dit zeggende werd Grace vuurrood,
waaruit Bennett begreep dat er zeer ongunstig
over gesproken was.
«Wien zjjn dat, de Hansens vroeg zjj
onverschillig.
«De weduwe Hansen. Haar zoon
«Haar zoon viel Bennett in.
«Was directeur van
«Van de Spinx, dat weet ik" vulde Bennett
aan, zich met moeite beheerschende. «Kent
gjj bem Ik meen den zoon
«Ja, uit Chicago," zei Grace, blozende,
't geen Bennett niet ontging.
«Uit Amerika 1" herhaalde de andere
zacht«Is hg erg ziek geweest
»Ja," antwoordde Grace en vertelde van
lieverlede alles wat zjj in het kleine huisje
beleefd had, tot zelfs het jjlen van Olaf over
het paard Bennett was verbleekt en zei niets,
behalve nu en dan een woord, om Grace aan
te moedigen.
«Hebt gij met hem te Chicago paard ge.
reden?" vroeg zij, terwjjl zjj in haar verbeel.
ding het heele tooneel voor La Superba zag,
hoe bi) de gesp van het zadel vastmaakte en
zjj zich in zjjne oogen spiegelde.
«Ja een keer of tienhjj is een volmaakt
Zierikzee het tweede perceel van de Oude- o
Binnenhaven dempen anders zouden wellicht
te avond of te morgen de instortende kaden
en de dan voorover buitelende mooie huizen
die demping van zelf gaan volbrengen, en dat
zou gevaarljjk kunnen worden. Het is twintig
jaar geleden dat het eerste perceel gedempt
werd. Toen liet men het daar bjj, omdat
men vreesde geen sljjk genoeg te zullen
vinden in de overbljjvende havens, ofschoon
later bleek dat er zooveel sljjk waB, dat men
er geen raad mee wist en het met klepschui-
ten naar de Schelde moest brengen. Dat is
zoo erg niet als hetgeen indertjjd met Vatel
gebeurde, den beroemden kok van Lodewjjk XIV,
die zich overhoop stak, omdat hg meende dat
er geen visch genoeg was en later bleek het
dat er wol genoeg was. Het is geenszins zoo erg.
Het toen uitgespaarde kapitaal heeft intusschen
ook rente gedragen. Wel becjjferd zal de dem
ping dus sooveel niet kosten als het cjjter zegt
en Zieriksee zal er een fraaie beplante straat
ot allés mede winnen en nog een flink plein
om kermis op te houden ook.
In den Tivoli-schouwburg te Rotterdam
is Donderdagavond opgevoerd het laatste werk
van Ibsen, Hedda Gabler, naar het oorspronke-
ljjke handschrift Vertaald door den heer C.
Honigh. Mevrouw Mulder-Roelofsen, te wier
benefice de voorstelling was, gaf de titelrol.
Meer dan 6en succès d'estime is, volgens den
berichtgever van het Hbld. niet behaald, Me
vrouw Mulder ontving als benificiante tal van
bloemgeschenken, doch met het stuk toonde
het publiek zich zeer weinig ingenomen.
Hedda Gabler is voor het eerst den 25n
te Kopenhagen opgevoerd. De titelrol werd door
mevr. Hennings voortreffjljjk gespeeld. Men
was bljjkbaar teleurgesteld. In de 3a acte en
aan het slot werd gesist.
In eene Vrjjdag avond te 's Hage plaats
gehad hebbende uitvoering van de Nederland -
sche Toonkunstenaarsvereeniging maakte men
kennis met een nieuw trio van den Rotterdam-
sohen organist Van 'tKruys, waarvan het laat
ste gedeelte het meest voldeed. De componist
speelde zelf de pianopartjj en ook eenige stuk
jes voor piano-solo, o. a. een nocturne van hem
zelf, waarmede hjj veel bjjval vond.
In de Tribune, een te Edam verscbjjnend
weekblad, komt een brief voor van den heer
Eduard Douwes Dekker, waarin deze zjjn af
keuring uitspreekt over het uitgeven van do
brieven zjjns vaders door mevr. Dekker-Schepel.
Door den raad der gemeente Haarlemmer-
liede en Spaarnwoude is tot onderwjjzeres aan
de op?nbare school aldaar benoemd mej.B.M.
Blumendal te Winschoten.
De in 1819 door het departement Mid
delburg der Maatschappij tot Nut van '1 Algemeen
opgerichte spaarbank vergoedde in 1890 aan
de inbrengers 4, 3 en 2 pet. rente. In dat
jaar werd ingebracht 112604.34, aan rente
bjjgeschreven 23365.041 en terugbetaald
103187.93.
Op 31 December was aan de inbrengers ver
schuldigd 682680.981, terwjjl de bezittingen
eene waarde vertegenwoordigden van/825342.03j
Deze bestonden in
Nederlandsche Staatsschuld f 145260; Obliga
tion laste provinciën en gemeenten ƒ113081.67
Dito laste polders en waterschappen 47432.50
Pandbrieven van zeven hypotheekbanken
139106.24 Hypotheken 68444.73)Obli-
gatiën van Nederlandsche ondernemingen
f 145930.41; Beleening door de Associatie-Casaa
te Amsterdam 124500Voorschot aan de Hulp
bank te Middelburg 4000 Dito Departement
Middelburg Maatsch' tot Nut van 't Algemeen
12593.75 Kas-saldo bjj den kassier en
gedepon. bjj de Crediet-Vereeniging 24992.73.
Aan renten is ontvangen f 28907.46 de kos
ten van administratie en lokaal bedroegen
1730.48en het waarborgfonds bedraagt
f 142661.05 ot over het kapitaal aan de in
brengers verschuldigd 20.90 pet.
Het aantal ingebrachte posten is 3901, dat
der terugbetaalde posten 2279; nieuwe inbren-
ruiter," antwoordde Grace, met fonkelende
oogen.
Bennett draaide haar hologeketting zoo
stjjf om haar vinger dat die brak.
«Wat was dat riep Grace, «O, uw
ketting
«Er ia slechts een schakel gebroken
maar al is die weg, dan kan de ketting toch
weer aan elkaar gemaakt wordenhet hindert
niet als zij wat korter wordtzjj was zoo lang."
- «O dan is het niets," zei Grace vergenoegd
«Neen, het doet er niets toe, als men
het maar niet ziet," zei Bennett met eeni-
gen nadruk. Grace vertelde verder en
Bennett wikkelde de ketting zóo stjjf om haar
hand, dat die geheel rood werd en zjj haar tus-
schen de plooien van haat japon verborg.
Toen Grace uitverteld had, en er nog een
poos over onverschillige zaken gesproken was,
zei Bennett; «Nu moesten wjj naar bed gaan.
Morgen zal uw vader mjj vergezellen naar
mjjn oude vriendin te Fjordendaal, die mjj
allerlei lariteiten op haar kamer wil wjjzen.
Gaat gjj mede?"
«Neen, zjj wacht slechts u beiden en ik heb
brieven te schrjjven, naar Chicago en aan juf
frouw Hansenik heb beloofd haar van u te
vertellen, van uw beminneljjkheid. Zjj hebben
een verkeerden indruk van u gekregen."
«Van mjj Zjj hebben mjj nooit gezien en
kennen mjj dus alleen door hetgeen de heet
Hansen van mjj verteld heeft."