MlÉupcle Courant
HET OUDE LANDGOED,
Middelburg 25 Februari.
"FEUILLETON.
BIJVOEGSEL
JOHANNA SCHJÖRRING-.
ONDERWIJS.
UIT STAD EN PROVINCIE.
VAK DE
VAN
Donderdag 26 Februari 1891, no. 48.
Naar aanleiding van het in de Eerste kamer
bjj de begrooting voor Suriname gesprokene
over den heer Land, lid der Tweede kamer en
zeeofficier, schrijft de Haagsche correspondent
der Zutphensche courant
De minister van marine maakte het in de
Eerste kamer zoo mogelijk nog bonter dan in
de Tweede. Telkens herhaalt hjj, dat hjj het
met de marine zoo goed meent, maar dat hem
alles zoo tegenloopt, omdat hjj te goed van
vertrouwen is. Optimist alB hjj is, zal hjj waar-
schjjnljjk de aanneming zjjner begrooting in de
Eerste kamer nog aanzien voor een bewjjs van
groot vertrouwen in zjjn beleid, want zelfs heeft
hjj beweerd, dat een afgevaardigde tegen de
begrooting van een minister kan stemmen en
toch tot diens voorstanders kan bebooren.
Zoo iets zou echter een minister niet zeggen
als hjj niet in de engte gedreven was, en
dat was dan ook werkeljjk het geval. Uit de
Staatscourant van Woensdagavond was geblekeD,
dat de heer Land, de bekende zeeofficier, die
sinds 1888 den Helder in de Tweede kamer
vertegenwoordigt, bjj de promotie in het corps
gepasseerd was.
Hfi stond als oudste bovenaan op de Ijjst om
benoemd te worden tot kapitein-luitenant ter
zee, inaar in zjjn plaats werd benoemd de
officier, die in de ranglijst op hem volgde. Dat
trok te meer de aandacht, omdat de heer Land
altjjd bekend stond als een bjjzonder geschikt
officier, die oin zjjn wetenschappelijke bekwaam
heden leeraar werd te Willemsoord en voor
zjjn moedig gedrag het ridderkruis van de
Militaire Willemsorde ontving. Geen wonder
derhalve dat de schout-bjj-nacht Van Alphen,
die sinds het vorige jaar door de Staten van
Zuid-Holland naar de Eerste kamer is afge
vaardigd, onmiddelljjk voor zjjn verdienste
lijken wapenbroeder de handschoen opnam en
aan den minister vroeg, waarom de heer
Land was gepasseerd. Bljjkbaar was de mi
nister verlegen met die vraag, want in. bjjna
onverstaanbare taal gaf hjj te kennen, dat de
wet hem niet had toegelaten den heer Land
voor de betrekking voor te dragen en dat de
wet toch moest geëerbiedigd worden. Maar
met zulk een uitvlucht liet de Eerste kamer
zich niet tevreden stellen. »De wet een be
letsel", zeide de heer Fransen van de Putte,
tmaar wat staat er dan toch in de wet, waar
door men in de droeve noodzakelijkheid kwam
een zoo verdienstelijk officier voorbjj te gaan
In het exemplaar, dat hjj bjj zich had, was
daarvan niets te vinden. Aan de wetteljjke
eischen voldeed, naar hjj meende, de heer Land
volkomen, en beleefd werd den min. verzocht
nadere ophelderingen te geven.
Nu kwam de aap uit de mouw. Het was
ook eigenljjk waar, dat de wet de benoeming
niet verbood, maar het hooge woord moest er
nu maar uit, hoe moeiljjk het ook viel het te
zeggende minister had den heer Land voor
promotie niet geschikt geacht
Ik vind het begrjjpeljjk, dat de minister
er erg tegen opzag zoo iets te verklaren, want
hjj kon wel begrjjpen dat de verbazing, om
niet te zeggen de verontwaardiging over
's ministers handeling, algemeen zou zjjn maar
dit gaf aan Z Exc. toch niet het recht om
eerst een reden op te geven, die later bleek
niet de ware te zjjn. Maar hoe dit zjj een
feit is het dan nu, dat de hoogst bekwame
officier Land voor een betrekking, waarin
bjjna nooit van anciënniteit wordt afgeweken)
gepasseerd is met een testimonium van onge
schiktheid, uitgereikt door den minister Dy-
serinckeen feit is het, dat dezelfde mi
nister Dyserinck, aan wiens bekwaamheid
niet alleen wel eens getwjjfeld is, maar wiens
onbekwaamheid als hoofd van het marine
departement ook in de toekomst in de marine
spreekwoordeljjk zal worden, onder zjjn eigen
ministerschap bevorderd is tot schout-bjj-nacht.
Vit het Deensch.
TAS
TIENDE HOOFDSTUK.
Host mompelde iets van naar het kantoor
te gaan en daar alles te bepraten.
»Neen 1" zeide Dul spreek hier
maar vrjj uit, geneer je niet. Als ik u goed
begrjjp is hjj, die Amerikaan, op dit oogen-
blik heer en meester in de fabriek
»Niet geheel half wij staan geljjk,"
stamelde Host.
»Een mooie gelijkheid, als hjj het bestuur
in handen heeft, en buitendien de hypotheek
op het gebouw, niet waar
»Ja zoowat."
»Gjj noemdet ook uw villa behoort die
hem misschien ook vroeg Dal buiten zich
zelf, terwjjl zjjn vrouw sprakeloos van verba
zing zat te luisteren.
»Nog nietmaar die verkoop ik hem
aiuohien ook,"
Naar den maatstaf, dien deze minister gewoon
is aan te leggen, zou nog wel eens het tes
timonium van ongeschiktheid, den heer Land
uitgereikt, voor dien officier een eereteeken
kunnen worden. Toch vraagt men onwille
keurig in welk opzicht wordt deze officier door
den minister voor een hoogere betrekking
ongeschikt geacht, maar op die vraag is al
thans in de Eerate kamer het antwoord niet
gegeven. Mjj is .verzekerd, dat de heer Land
een dienststaat kan overleggen zooals slechts
weinigen van het korps en men dacht dan ook
dat hjj bestemd was tot den hoogsten rang
op te klimmen. Er wordt gefluisterd, dat de
reden van het passeeren alleen moet gezocht
worden in het schrjjveu van een paar met
zjjn naam onderteekende artikels over de
behandeling van het personeel, maar dit is
toch niet aan een officier verboden; en al vond
de minister die artikels, waardoor groote ge
breken aan 't licht kwamen, niet aangenaam,
dat moet toch nooit een reden zjjn om de
carrière van een verdiensteljjk hoofdofficier met
26 jaren trouwen dienst, te breken. Waar
schijn ljjk zal dus in de Tweede kamer wel
nader licht worden gevraagd. Als de minister
zegt in gemoede te kunnen verklaren, dat hjj
zich iiiet heeft laten leiden door misnoegen
over de. afkeuring, die de heer Land over
's ministers beleid heeft uitgesproken, dan moet
men dat natuurljjk aannemen, maar de zaak
bljjft in hooge mate raadselachtig, en des te
treuriger, omdat het nier een antecedent be
treft, dat ook uit een politiek oogpunt men
denke aan de onafhankelijkheid van ambtenaren-
volksvertegenwoordigers bedroevende ge
volgen kan hebben.
Bjj bon. brsluit;
is mr J. Paulus, adj.-commies aan het dep.
van buitenl. zaken, bevorderd tot commies;
is benoemd tot notaris binnen het arr. Hee
renveen, ter standplaats Gorredjjk, gem. Opster-
land, M. L Spruyt, cand.-not. te Ouderkerk
aan den IJsel
zjjn benoemd tot commiezen der posterijen
van de 4e kl. K. A. Heyblom en A. Wichers
Hoeth, thans surnumerairs der posterjjen; en
zjjn met ingang van 1 April bevorderd: tot
commies der posterjjen van de le kl. C. van
Ghert, thanB commies der posterpen van de 2e
kl.tot commies der posterpen van de 2e kl.
J. Roeters van Lennep, thans commies der
posterjjen van de 3e kl., en tot commiezen der
posterjjen van de 3e kl. J. J. van Munnekrede
en F. W. Immink, thans commiezen der pos
terjjen van de 4e kl.
en is de tjjd van duur der detacheering bp de
landm. in W.-Indië van den sedert tot le-luit.
bevorderden 2e-luit. P. C. A. Krugers, van het
wapen der inf. van het leger hier te lande,
aanvankeljjk bjj besluit van 3 Mei 1888 no. 17
vastgesteld op drie jaren, verlengd met een
jaar en zes maanden en alzoo nader bepaald
op vier jaar en zes maanden.
Bjj de ontvangst van den president en de
leden van de Eerste kamer met den griffier en
den commies-griffier ten paleize, op Maandag,
werden de gasten bjj hunne komst ontvangen
door den grootmeester en opperkamerheer mr
R. J. Schimmelpenninck. Nadat cercle was
gemaakt, traden Hare Majesteiten de Koningin-
Regentes en de jeugdige Koningin binnen.
De Koningin-Regentes sprak elk der aanwezige
heeren toe, terwjjl Koningin Wilhelmina hun
de hand gaf.
Na de ontvangst werd in de groote eetzaal
de maaltjjd gebruikt, waarbjj voor 64 couverts
was aangerecht.
H. M. de Koningin-Regentes was in het mid
den aan de lange zijde der tafel gezeten, aan
hare rechterhand hare dochter, terwjjl ter linker-
zjjde van de Koningin-Regentes den voorzitter
der Eerste kamer, den heer mr Yan Naamen
van Eemnes, plaats was aangewezen en tegen
over de vorsteljjke gastvrouw de oud-voorzitter
mr Van Eysinga zat. De leden waren verder
gerangschikt naar hunne anciënniteit als. lid
van het hooge staatscollege.
Na afloop van den maaltjjd vereenigden de
gasten zich opnieuw in eene der nevenzalen,
waar Koningin Wilhelmina met freule Van de
Poll nog een oogenblik vertoefde, om daarna
afscheid te nemen, terwjjl zjj zich met enkele
heeren, o.a. de burgemeesters van Amsterdam
en Rotterdam, onderhield.
De Koningin-Regentes voerde met elk der
»Hoe dat, als ik vragen mag Trekt
gij u geheel terug
»Uw aandeel is overgegaan op den
dokter, die zoo soliede is als iemand hier
ter stede. En mjj heeft uw dochter van elke
verplichting tegenover u ontheven", antwoordde
Host met al den heldenmoed, dien zijn ge
krenkte pdelheid hem ingaf.
Nu volgde er een hoogst onaangenaam too-
neel, waarin Host den ouders alles verweet wat
hjj van de luimen en grillen der dochter had
moeten lijdenterwjjl zjj beweerden dat hjj haar
niet begrepen had, dat hij zich beter en rijker
had voorgedaan dan hjj was, en voor niets ge
voel had dan voor zijn eigen persoon. De toorn
voerde hen alle drie over de grenzen der wel-
voogelpkheid en de eerste, die tot bezinning
kwam, was mevrouw Dal, die na eenige vergeef -
sche pogingen tot verzoening de kamer verliet.
Een half uur later kwam haar man bjj haar,
in een stemming die haar met huivering aan
dien zekeren morgen herinnerde. »Wat een
kerel 1 Wat een geschiedenis 1 Nu zit ik in
de klauwen van dien Amerikaanschen dokter,
wiens naam ik verfoei. Waarom liet gjj mp
met hem alleen Wist gjj niets van dit
alles
»Ik ging heen, omdat wjj te ver gingen
en omdat mjjn poging om vrede te stichten
mislukte."
»Weet ge wel dat ik bjj die gelegenheid
weer een heele boel geld verlies, en daardoor
aanwezigen afzonderlijk allerminzaamst een
gesprek.
Tegen 9 uren verlieten de gasten het paleis.
Volgens mailberichten dt. 23 Januari heeft
de gouverneur van Atjeh voorgesteld om de
Oostkust aldaar te verheffen tot een assistent
residentie, met Edi als hoofdplaats. Aan den
assistent-resident wordt een controleur toege
voegd.
Te Edi komt een recherchepersoneel en een
telegraafkantoor, een tusschenbureau voor de
aan te leggen ljjn van Koita-Radja naar Medan.
Aan de regeering is voorgesteld om den leeraar
in de Maleische taal aan het gymnasium
Willem III, den heer D. Gerth van Wjjk,voor
het samenstellen van een grammatica der
Maleische taal en van andere werken in die
taal, ten dienste van het inlandsch onderwjjs,
de gouden medaille toe te kennen.
Te Atjeh hebben vóór eenigen tjjd twee offi
cieren met elkaar geduelleerdeen hunner
kreeg een houw over het hoofd, terwjjl een
zjjner handen bjjna werd afgehakt.
De Russische Grootvorst-Troonopvolger werd
den 24n Februari te Batavia verwacht.
In Batavia is een huweljjk gesloten tus-
schen een Turk, nog Mohammedaan, met een
Ind. Europeesch en naar men meende nog
christen meisje. Dit is zeker wel iets zeldzaams.
Te Breda is bjj het examen nuttige"*hand-
werken geslaagd mej. C. P. Filius, Arne, bjj
Middelburg.
Bjj beschikking van den minister van
binnenlandsche zaken, afdeeling onderwjjs, zjjn
benoemd in de commissie, in 1891 belast met
het afnemen der examens ter verkrjjging van
de akte van bekwaamheid, bedoeld in art. 56,
onder a van de wet tot regeling van het lager
onderwjjs, in Zeelanda. tot lid en voorzitter,
de schoolopziener in het district Middelburg
b. tot leden, de schoolopzieners in het district
Goes en in de arrondissementen Middelburg,
Oostburg en Zierikzee c. tot leden-plaatBver-
vangers, de schoolopzieners in de arrondisse
menten Axel, Goes en Tholen.
De St.-Ct. bevat een Kon. besluit van den
16en Februari 1891, waarbjj, met vernietiging
van de beslissing van Gedeputeerde staten van
Zeeland, van 5 September 1890, goedkeu
ring wordt onthouden aan het besluit
van den raad der gemeente Zaamslag, van 11
Juli 1890, betreffende het verhuren van loka
len der openbare school in den
Grooten Huissenspolder aan de
vereeniging voor Christeljjk
schoolonderwjjs te Zaamslag.
De overwegingen van dit besluit zjjn de
volgende
dat bjj zjjn bovenbedoeld besluit de raad der
gemeente Zaamslag aan de Vereeniging voor
christeljjk schoolonderwjjs aldaar, voor eene
jaarljjksche huursom van ƒ60 en voor onbe-
paalden tjjd, heeft verhuurd de beide zuideljjke
achter elkander gelegen lokalen der openbare
school in den Grooten Huisenspolder, tot het
verstrekken van bjjzonder onderwjjs, met bepa
ling o. a. dat die vereeniging het kosteloos
gebruik van Bchoolmeubelen hebben zal, dat
het onderhoud der verhuurde lokalen voor
rekening der gemeente zal bljjven en dat de
gemeente wpzigingen in het gebouw zal aan
brengen
dat Gedeputeerde staten hebben geweigerd
dat raadsbesluit goed te keuren, op grond dat
ten aanzien dier lokalen niet gehandeld was
geljjk voorgeschreven is in het eerste lid van
art. 230 der gemeentewet en met mededeeling
dat, wanneer aan dat voorschrift was voldaan,
het raadsbesluit om andere redenen niet zou
worden goedgekeurd;
dat echter art. 230, 1ste lid der gemeentewet
niet voorschrijft, dat ook bjj verhuring een
afzonderljjk raadsbesluit tot onttrekking van
de zaak aan den openbaren dienst de rechts
handeling moet voorafgaan
dat dus dat wetsartikel hier niet van toe
passing kon zijn en de wet in geen ander
artikel den gemeenteraad verplicht tot eene
voorafgaande verklaring als door Gedeputeerde
staten is verlangd
dat derhalve op den aangevoerden grond
misschien in groote moeiljjkheden kan komen
Ik die nooit geweten heb wat bekrimpen be-
teekent 1 En onderwjjl doet mijn dochter het
eene schandaal na het andere", hernam hjj op
uitdagenden toon.
»Na hetgeen wjj nu van Host ondervinden,
kunnen wjj Bennett niets meer verwijten, en
gjj zijt een te goed vader om dat te doen.
Wat uw geld betreft, dat staat zeker even
veilig als te voren."
»Onnoozel schepsel 1" mompelde hjj. »Ik
heb La Superba immers bjjna heelemaal ge
bouwd en geen voldoende zekerheid voor mjjn
geld geëischt, omdat ik altjjd dacht dat het
voor Bennett was. 't Is ellendig dat ze niet
met hem getrouwd was, voordat dit gebenrde."
»Beste man, ik geloof veeleer dat het
een geluk is dat zjj niet getrouwd is."
»Dan had ze weer van hem kunnen
scheiden en de villa behouden, daar de lat
haar die als bruidsgeschenk gegeven had."
Dit was meer dan zjj kon aanhooren, maar
gelukkig kwam juist de postbode met den
oljjftak, in den vorm van een brief van
Knudsen, waardoor Dal tevens herinnerd werd
aan zjjn gesprek met zjjn schoonzoon, daags
na diens huwelijk.
Terwjjl hjj ongeduldig het zegel verbrak,
waardoor zjjne gedachten een anderen loop
namen, kreeg zjjn vrouw een ingeving: zjj
boog zich over hem heen en zei»Gp moogt,
wanneer ik mjjn toestemming geef, over de
Gedeputeerde staten de gevraagde goedkeuring
niet hadden mogen weigeren
dat alsnu te beoordeelen is of het raadsbesluit
overigens voor goedkeuring vatbaar is
dat het Se lid van art. 3 der wet op het
lager onderwjjs bepaalt, dat aan bjjzondere
scholen van wege de gemeente geene geldeljjke
bjjdragen of eenige andere ondersteuning mid-
delljjk of onmiddelljjk mogen worden toege
kend, dan in de"gevallen, in die wet genoemd
dat dit wetsvoorschrift, ook bljjkens de ge
schiedenis der wet, geenszins bedoelt elke
handeling van wege de gemeente, waarbjj eene
bjjzondere school wordt gebaat, te verbieden,
doch alleen eene zoodanige middellijke of on
middellijke ondersteuning der bjjzondere school
van wege de gemeente wraakt, waardoor het
bjjzonder onderwjjs eenigermate ten laste der
gemeente zou komen
dat dit laatste niet het geval is voor zooveel
het bedrag van den huurprjjs voor de school
lokalen betreft, daar niet bljjkt en ook niet
aannemeljjk is, dat tot een hooger bedrag dan
f 60 de schoollokalen, deel uitmakende van een
bjj de gemeente in gebruik zjjnd gebouw, hadden
kunnen worden verhuurd
dat echter de andere hierboven vermelde
voorwaarden der huur aan de gemeente finan-
cieele lasten ten behoeve van het bjjzonder
onderwjjs opleggen
dat hier geen geval aanwezig is waarin de
wet dit bjj uitzondering toestaat
dat mitsdien bovenvermeld raadsbesluit strjjdt
met art. 3 der wet op het lager onverwjjs
Gezien de wet van 29 Juni 1851 (Stbl no 85)
en de wet tot regeling van het lager onderwjjs,
van 17 Aug. 1878 Stbl no 127), laatsteljjk ge-
wjjzigd by die van 8 Dec. 1889 Stbl no 175)
Hebben goedgevonden en verstaan, met ver
nietiging van de bestreden beslissing van Ged.
staten van Zeeland, Onze goedkeuring te ont
houden aan bovenvermeld besluit van den
raad der gemeente Zaamslag, wegens strjjd
met art. 3 van de wet op het lager onderwjjs.
De Vereeniging tot bevordering van land
en tuinbouwbelang of z. n. musschengilde te
Goes, hield Dinsdag in de Prins van Oranje
haar eerste jaarvergadering. De vereeniging
die met 22 leden begon, telt thans 40 leden.
33 leden daarvan brachten in 2334 musschen,
358 ratten en 162 zwarte mollen tot musschen
herleid, bedraagt dit een totaal van 3374 stuks.
De hoogste inbrenger, J. van Zweeden, met 595
stuks, werd als koning gehuldigd en met een
tastbaar bljjk vereerd. Voorts werden bjj de
herziening van 't reglement ook daarin zwarte
kraaien en eksters opgenomen, als zjjade groote
vjjanden voo%tuinman en landbouwer bjj ge
zaaide groote boonen en erwten. De boete, die
éen cent per te weinig ingebrachte musschen
was, werd op 2£ cent gesteld. Als bestuurs
leden werden herkozen de heeren J. Sandee,
A. J. Hendrikse, J. de Dreu, M. Rjjk en P.de
Jonge Jz.
De vijfde wintervergadering van het de
partement Zierikzee der Nederlandsche Maat
schappij ter bevordering van nijverheid was Maan
dag zeer goed bezocht.
Vöor de pauze werden zoo schrjjft men
ons verschillende ingekomen stukken be
handeld, o. a. het adreB van den gemeenteraad
van Bronwershaven, ter verkrjjging van eene
betere verbinding van Schouwen en Duiveland
met deD vasten wal. Het departement moest
zich bepalen tot eene betuiging van ingeno
menheid met de door Brouwershaven gedane
poging, om verbetering te verkrjjgen in den
staat van isolement der eilanden, daar de wet
der maatschappjj het afzonderljjk petitioneeren
der departementen verbiedt.
Nog werd vóór de pauze door den heer W.
Koole eene mededeeling gedaan omtrent het
heien van palen. Eene ingekomen vraag werd
door den heer Koole op even heldere als aan
gename wjjze beantwoord.
Na de pauze Bprak de heer J. A. de Brujjne
over »Het maken van boeken." Op zeer onder
houdende, vaak geestige wjjze behandelde hjj
de taak van den schrjjver, den nitgever, den
boekdrukker, den boekbinder en den boekhan
delaar. Het meest uitvoerig stond de spreker
stil bjj de behandeling van de boekdrukkerjj.
Eene expositie van den heer H. Lakenman
(lid der firma Ochtman, Van Dishoeck en
Lakenman) verduideljjkte de voordracht, die
door de talrjjke opgekomen leden met onver
deelde b dangstelling werd gevolgd.
helft van mjjn vermogen beschikken. Dat is
toch altjjd twintigduizend daalderskunnen
die u helpen
»Lieve Malvine, zulk een edelmoedigheid
had ik nooit van u verwacht, maar ik zal
haar ook nooit vergeten", riep bjj verrast uit.
»Waarom hebt gjj niet lang geleden
gezegd dat gjj in geldverlegenheid waart
gierig hen ik toch nooit geweest".
Haar man zette breedvoerig uiteen dat een
ongelukkige samenloop van omstandigheden
hem in het laatBte half jaar groote verliezen
berokkend had en indien hjj nu het geld bjj
Host ook kwijt was, zou dat alles misschien
meer zjjn dan hjj dragen kon, doch de som,
die zjj tot zjjn beschikking stelde, was meer
dan voldoende en, bleek Host hem niet bedrogen
te hebben, dan had hjj haar hulp niet eens
noodig.
»Ik begrjjp toch niet dat gjj niet eerder
gesproken hebt", herhaalde zjj en Dal, die door
en door koopman was, voelde zich getroffen
door dien edelen trek zjjner gade, van wie
hjj in den laatsten tjjd meer en meer ver
vreemd was. »Begrjjpt gjj niet dat alleen de
nood er mjj toe kon brengen uwe hulp in te
roepen Vergeet niet dat het de compagnon
van mjjn vader was, die deze bepalingen bjj
mjjn huweljjk met zjjn eenige dochter maakte;
zoodat gjj wel begrjjpen kunt dat ik niet aan
dit geld wil en kan komen, zonder dat
gjj het aanbiedt en dan nog sleohts in
Aan het einde der vergadering bracht de
voorzitter van het departement aan de heeren
Koole, De Brujjne en Lakenman harteljjk dank
voor hunne belangrjjke bjjdragen tot de ver
gadering.
De toegang van het kanaal door
Walcheren, bij Veere.
In de heden middag gehouden zitting van
den Middelburgschen gemeenteraad, waarvan
het verslag in de courant zelve is opgeno
men, geschiedde overlegging van het rapport
van den burgemeester en de beide wethouders
aangaande eene conferentie met den minister
van waterstaat, handel en njjverheid omtrent
de middelen tot verbetering van den n o o r-
deljjken toegang van het kanaal
door Walcheren, bjj Veere.
Op den 17 Jan. werd aan die heeren gele
genheid verstrekt de bedoelde samenkomst te
hebben.
De minister antwoordde op het dezerzjjds
aangevoerde, dat op de staatsbegrooting voor
1891 een post ad f 12,000 voorkomt voor bag-
gerwerk daar ter plaatse, dat dit baggerwerk
nu geschiedt in verband mot zjjne gevestigde
overtuiging, welke ook gedeeld wordt door den
hoofdingenieur, dat het nameljjk zeer gewenscht
is de richting, welke de natuur aan de hand
geeft, te volgen. In den laatsten tjjd toch
heeft zich in de zandbank, welke het invaren
van het kanaal zoozeer bemoeilijkt, eene nei
ging tot het vormen van een geul vertoond en
nu heeft het baggerwerk, hetwelk daar plaats
heeft, ten doel na te gaan of er goede resultaten
kunnen worden verkregen door deze geul te
vergrooten.
Volgens den minister is het nameljjk geheel
doelloos te trachten dwars door de zandbank
heen naar diep water eene geul te baggeren,
welke wjjze van w rken, volgens mededeeling
des ministers, vroeger werd gevolgd.
Hjj deelde omtrent het plan nog het vol
gende mede
Wanneer het bljjkt, dat men gegronde ver
wachtingen mag koesteren, dat het vergrooten
van genoemde geul kan leiden tot het wegne
men der nu bestaande grieven tegen den
toegang tot het kanaal, dan is het zjjn vast
voornemen die baggering op groote
schaal te doen plaats hebben en de daar
voor benoodigde sommen bjj de volksvertegen
woordiging aan te vragen. Deze oplossing der
moeiljjke kwestie zou volgen» hem de meest
gewenschto zjjn, daar deze wj)ze van werken
voorzeker de minst kostbare en het spoedigst
afdoend zou zjjn. Mocht echter bljjken dat hjj
zich in zjjne verwachtingen ten opzichte van
het practische nut van het baggerwerk heeft
vergist dan stelt de minister zich voor ter
uitvoering van de twee volgende werken gel
den aan te vragen:
lo. Voor het openen van den ouden mond der
Middelburgsche haven, om daar ter plaatse den
toegang tot het kanaal te maken.
Aangaande dit plan deelde bjj den gedele
geerden mede dat het echter wel eens kon
gebeuren dat de aanzienlijke diepte water, die
nu voor den ouden havenmond staat, verdwjjnt
en dat aldaar eene ondiepte ontstaat, die het
uitvoeren van dit plan in den weg zou staan.
De tegenover den voormaligen havenmond
gelegen Zandplaat toch vertoont eene neigiDg
om grootere verhoudingen aan te nemen, zoodat,
wanneer deze vergrooting van genoemde plaat
blijft aanhouden, het volvoeren van dit werk
geheel nutteloos zoude zjjn, omdat dan aldaar
dezelfde toestand zoude in het leven geroepen
worden als welke nabjj Veere bestaat.
2o Voor het maken van een paralel-kanaal
tusschen Veere en de voormalige Oude haven.
De minister meende de commissie echter op
merkzaam te moeten maken op de mogelijkheid
dat door het uitbouwen van hoofden daar ter
plaatse de stroom zich zou verleggen en dat
het nut ook van dit werk hersenschimmig
zou kunnen bljjken te zjjn.
De minister deelde verder mede dat hjj niet
rustte om zoo mogeljjk nog andere oplossingen
van het moeilijke vraagstuk te vinden, maar
dat het zijn vast voornemen was om, bjjaldien
geene andere aannemelijke plannen ter tafel
werden gebracht, voor een der drie genoemde
werken gelden aan te vragen, wanneer hem
maar eenigszins was gebleken dat hjj gegronde
den uitersten nood. Nogmaals danklieve
Malvine 1"
»0 1 zwjjg toch stil 1" Zjj was zoo weinig
gewoon harteljjk met hem te Bpreken, dat
hetgeen in een gelukkig huweljjk iets heel
natuurljjks zou geweest zjjn, nu hare zenuwen
zoodanig overspande, dat zjj bjjna in tranen
uitbarstte; en zjj vreesde dat hjj dan zou denken
dat zjj schreide over het geld en de eenigszins
benarde omstandigheden. Dal ls« den brief
van Knudsen, die kort en duideljjk was; over
Bennett schreef hjj
Ofschoon ik nooit het verbreken van der
gelijke verbintenissen goedkeur, moet ik zeggen
dat Bennett in deze geljjk heeft; want ik ge
loof dat zjj op weg ia de oogen te openen voor
veel, waarvoor zjj tot nog toe blind was, en daar
ik nu duideljjk inzie dat zjj met Host nooit
gelukkig had kunnen zjjn, zal ik haar niet
langer daarmede kwellen. Zjj verzoekt intus-
schen haren ouders haar toe te staan dezen
winter bjj ons te blijven
»Is bjj mal
»Heb ik ooit zoo iets beleefd 1" riep
mevrouw uit en sloeg de handen in elkaar.
»Daatoe geef ik nooit mijn toestemming! Lee»
verder 1"
,»bjj ons te bljjven, omdat zjj behoefte
heeft aan rust, om tot zich zeiven te komen
»Het schjjnt een heerljjk plekje te zjjn,
waar zjj heengegaan is. Waarom kan een
dominë toch nooit spreken als andere men-