N°. 46.
134e Jaargang.
1891,
Dinsdag
24 Februari
Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën20 cent per regel. Bij abonnement lager.
Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten, benevens alle
dankbetuigingen; van 17 regels 1.50;
iedere regel meer ƒ0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Middelburg 23 Februari.
LETTEREN EN KUNST.
Thermometer.
Middelburg 23 Febr. vm. 8 u. 35 gr.
m. 12 u. 46 gr., av. 4 u. 47 gr. F.
Ver-wacht Z. O. wind.
Agenten te Vlissingen P. G. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te KrniningenF. v. d. Peijl, te ZierikzeeA. C. de Mooij, te TholenW. A.
van Nleuwenhtjijzen en te TerneuienM. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de
advertentie-bureau's van Nijgh Van Dithae, te Rotterdam, de Gebb. Belintante, te 's Gravenhage, en A. de la Mae Azn., te Amsterdam.
Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger.
Advertentiën
moeten des namiddags te één uur
aan het bureau bezorgd zjjn, willen
zjj des avonds nog worden opgenomen.
Wjj hebben dezer dagen het gevoelen van
de Tijd omtrent een paar leden van het huidige
ministerie meegedeelddat blad deed dit in
een serie opstellen, waarin het successievelijk
alle ministers de revue zou laten passeeren.
Natuurlijk waren wij wie zou dit niet
wezen? het meest nieuwsgierig naar het
oordeel van dit blad over den minister
van oorlog; een oordeel dat in de tegen
woordige omstandigheden dubbel de aandacht
verdient.
Aan hem wjjdde de Tijd dezer dagen eene
uitvoerige beschouwingin keurigen vorm,
zooals wjj dit steeds van dat katholieke hoofd
orgaan gewoon zjjn.
Wjj willen ook daaruit onzen lezers een en
ander meedeelen.
Het blad begint op echt geestige wgze met
te salueeren, zooals dit bjj duels gebruikelijk is.
»Het is ons" zoo schrjjtt zjjne redactie
«aangenaam, de bespreking van dezen minister,
dien wjj, meer dan éen zjjner collega's, in deze
dagen te bestrjjden hebben, met een oprecht
gemeend eeresaluut te kunnen beginnen.
«Generaal-majoor Bergansius is een officier,
die in [het leger de achting van zjjn kamera
den en superieuren steedt in hooge mate
genoten en ook ten volle verdiend heeft. Door
een samenloop van omstandigheden heeft hjj,
wat men noemt, gelukkig gediend, dit wil
zeggen: is hjj betrekkeljjk spoedig tothoogere
rangen opgeklommen. Zondert men echter zijn
laatste promotie uit, omtrent welke wjj geen
oordeel wenschen uit te spreken, dan kan vei
lig gezegd worden, dat generaal Bergansins
aan geen gunst of bevoorrechting, ook niet
hoofdzakelijk aan het geluk, maar in de eerste
plaats aan nauwgezette plichtsvervulling, jjver
en bekwaamheid het hooge standpnnt te danken
heeit, hetwelk door hem in het Nederlandsche
leger wordt ingenomen.
«Daarbjj is het een feit van algemeene be
kendheid in het leger en daarbuiten, dat de
tegenwoordige minister zich steeds in hoogere
en lagere rangen deed kennen als een over
tuigd katholiek, die zonder ostentatie, doch te
eelfder tpd zonder menscheljjk opzicht te ont
zien, getrouw zjjn godsdienstplichten naleefde.
«Wat zjjne persoonlijkheid betreft, moest dus
de generaal Bergansius, toen hp in het tegen
woordige kabinet werd opgenomen, voor de
Nederlandsche katholieken een bjj uitstek sym
pathiek minister zjjn. Of ook deze omstandig
heid niet in rekening is gebracht door degenen,
bjj wie de invoering van den persoonlijken
dienstplicht en de opdrjjving van militaire las
ten reeds in beginsel vast stonden, en die bjj
de samenstelling van het tegenwoordige kabi
net de kroon met hun advies hebben ter zjjde
gestaan of hun rol meer achter de schermen
hebben afgespeeld
«Wie zal het ons zeggen
«Over de omstandigheden, welke de optreding
van dit kabinet hebben vergezeld of daaraan
zjjn voorafgegaan, hangt nog altjjd een sluier,
die misschien nooit geheel zal worden opge
heven.
«Zóóveel is zeker, dat terstond Da het bekend
worden van den naam van den nieuwen minis
ter van oorlog men allerwegen kon vernemen,
dat de minister een jjverig voorstander was
Van den persoonleken dienstplicht en zich
Voorstelde, dien ook in Nederland in te voeren."
In het eerst bekommerden de katholieken
Zich daarom nietde kwestie der regeling van
onze levende strjjdkrachten was nog lang niet
aan de ordezjj was commissoriaal gemaakt,
en dat wil dikwjjls zeggenop de lange baan
geschoven. Daarbjj er was nog zooveel anders
te doen.
Helaas! Het kleine wolkje werd al grooter
en grooterhet onweer kwam al nader en
nader en eindeljjk barstte het los.
«Wat nu mag vraagt de Tijdeen man
met zoo voortreffelijke eigenschappen van hoofd
en hart als de heer Bergansius bewogen hebben
zich in dergelijke felle tegenspraak te stellen
met nagenoeg al zjjne katholieke geestver
wanten en met een standvastigheid, een veel
betere zaak waardig, het eenmaal door hem
ingenomen standpunt te bljjven handhaven,
zonder op de tallooze klachten en protesten
van zjjn eigen vrienden ook maar in het minst
acht te slaan?"
Twee eigenaardigheden van den tegenwoor-
digen minister geven volgens het katholieke
orgaan van dit treurige feit rekenschap.
«Vooreerst is de minister ljjdende aan een
soort van geestelijke bijziendheid, waardoor al
^etgeen hem zeer nabjj is met buitengewone
Bcherpte door hem wordt waargenomen en hem
veel grooter schjjnt dan het werkelijk is ter-
wjjl omgekeerd alles wat buiten zeker vip
nauw getrokken kringetje ligt voor hem óf
niet öf zeer onduideljjk zichtbaar is en daarom
ook zjjn belangstelling volstrekt niet kan gaande
maken.
«In de tweede plaats is de minister een
onverbeterlijk optimist."
Met de z. g. „geesteljjke bijziendheid" be
doelt De Tijd, dat de minister alles wat de
eischen en belangen van den militairen dienst
raakt, tot in de geringste onderdeelen van zeer
nabjj en zeer duideljjk, maar alles wat omgaat
in het burgerljjk leven van zeer verre ziet.
Sommige algemeene beginselen sohjjnen, merkt
het blad aan, geheel en al buiten zjjn gezichts
veld gelegen te zjjn.
«Anderen, welke met ons dezelfde eigenschap
bij den minister hadden opgemerkt, hebben
die o. i. niet volkomen juist gedefinieerd
door te zeggen, dat de minister groot is in het
kleine, doch klein in het groote. Het laatste
nu is niet geheel waar. Wjj achten den mi
nister zeer wel bekwaam om iets groots te
verrichten. De zedeljjke en intellectueele
krachten daartoe ontbreken hem geenszins
alleen, hjj neemt verkeerd waar."
Deze bedoeling tracht De Tijd nog nader
op te helderen met voorbeelden uit offieieele
stukken, die vanjjden minister zijn uitgegaan,
en uit discussiën, waaraan hjj heeft deelgeno
men, en die, volgens het blad, bewjjzen dat
bjj meer oog heeft voor het kleine dan voor
het groote.
«Ben discussie met den minister over onder
werpen van zeer grooten omvang, bjjv. over
mobilisatie in oorlogstjjd, doet de talenten en
de bekwaamheid van den minister veel minder
in het licht komen."
Wat het optimisme van den minister betreft
«zoo optimistisch, zegt De Tijd, is de heer
Bergansius van nature, dat het ons waarlijk
niet zou verwonderen, indien hjj in allen ernst
en te goeder trouw geloofde, niet slechts, dat
zjjne wet met vlag en wimpel bjj de Tweede
en de Eerste kamer zal doorgaan, maar ook dat
het gèheele Nederlandsche volk, de katholieken
in de eerste plaats, hem naderhand een gedenk
zuil zal oprichten nit dankbaarheid voor den
druk, welken hjj het thans wil opleggen."
Het blad zou durven wedden, dat redeneerin
gen als deze hem dikwjjls het hootd vervullen:
«Wel, de kazerne is toch zóo slecht niet, en de
officieren en onderofficieren zjjn toch flinke,
fatsoenljjke menschen, die op vaderljjke wijze
met hun onderhoorigen omgaan. Het reglement
van krjjgstucht immers beveelt het zóo, en de
minister zelf, toen hjj nog officier bij den troep
was, heeft dat reglement altjjd trouw nageleefd.
Zoo'n jaartje in de kazerne is voor de jongelui
wel eens eene aangename afwisseling en zal
daarbjj uiterst nuttig en leerzaam bljjken voor
het latere leven. En wat verleent de ingediende
wet niet eenige prachtige vrijstellingen voor
geestelj]ken, seminaristen en kloosterlingen
Welke andere minister zou deze allen zóo ge
nadig behandeld hebben En die vrjjstellingen
blpven natuurlijk in de wet staan, als ze maar
eenmaal is aangenomen. Alleen bjj wantrou
wende en zwartgallige lui kan het opkomen, te
veronderstellen, dat er ooit een ministerie of
eene meerderheid zal gevonden worden, die de
handen naar die vrijstellingen zullen uitsteken."
«En ziehier zegt De Tijd ten slotte op
psychologische gronden verklaard, hoe een zóe
braaf en flink officier en tevens zóo oprecht
katholiek man als generaal-majoor Bergansius,
volgens ons begrip, er toe gekomen is, een zóo
verderfelijke wet in te dienen en zóo verderfe
lijke militaristische beginselen voor te staan."
In den jongsten Brief uit de Hofstad in de
Arnh. courant zegt de schrjjver, in verband met
het dwaze denkbeeld van het instellen eener
nieuwe ordeNu wil ik mij eens voor een
oogenblik op het standpunt stellen, dat er wer
kelijk behoefte aan eenig nieuw kunstmiddel
tot aankweeking van ijdelheid bestaat, en vraag
dan waarom zou men het voorbeeld van En
geland niet volgen, en ridderorden stichten voor
koloniale (aan- of in de koloniën, bewezen
diensten. Engeland heeft de Star of India en
zjjn Order of the Indian Empire. Ziedaar een
voorbeeld ter overweging of navolging, wanneer
men dan dien weg op wil. Men zou er hier
ook gerust twee kunnen instellen éen voor de
Oost en éen voor de West. En aan die laatste
zou men dan, in navolging van onzen Zuid-
Amerikaanschen nabuur, die zeker wel de be
hoeften van die streek kennen zal, den naam
kunnen geven van «Orde van het borstbeeld van
den voortreffeljjken Nederlander, den gouver
neur de Savlo". Vooral de laatste heldenfeiten
van den moedigen gouverneur geven hem recht
op zulk eene onderscheiding. Want ofschoon
de dagbladen het beter gevroden hebben daar
van maar de helft mede te deelen, is 't mjj uit
een particulier bericht, waarvan men mjj inzage
heeft gegeven, gebleken dat het «verschil van
gevoelen" tusschen den gouverneur en den pro
cureur-generaal van Suriname aan het licht is
gekomen in den weinig gebruikeljjken en met
het prestige van het gezag weinig strookenden
vorm van eene vechtpartjj op straat. De beide
hooge heeren zjjn eenvoudig ten aanschouwen
der voorbijgangers handgemeen geweest! Wie
de geschiedenis van Suriname in oude tjjden ge
lezen heeft, weet maar al te best dat daar wel
eens vreemde dingen zjjn gebeurdmaar zulk
een treurig feit zal toch wel eenig zijn in de
historiebladen onzer Zuid-Ametikaansche kolo
nie. Mij dunkt, dat het nu eindeljjk tjjd wordt
voor de regeering om het eenig middel aan te
wenden, dat aan dezen staat van zaken een
einde maakt. Het is mogelijk dat de minister
president ook deze feiten ontkenthjj kan
althans gerust zeggen, dat hij de gewisselde
klappen niet gehoord heefteen minister voor
Indië is natuurljjk een beetje Oost-Indisch doof,
en zjjn collega voor het binnenland, anders
scherp genoeg van gezicht en gehoor, draagt
watjes van broederlietde en familiezwak in de
ooren. Toch ben ik benieuwd, of men na deze
laatste gebeurtenissen, de leer van het laissez
faire op den toestand in Suriname zal bljjven
toepassen.
Bjj Kon. beBl. zjjn bjj de rustende Bchutterjj
in de provincie Zeeland benoemd: bjj het 1ste
bataljon, tot kapitein J. P. Van den Heuvel,
thans lste-luitenanttot lste-luitenant M. De
Kan, thans 2de-luitenant, en tot 2de-luitenant
H. Djjkstra 5de bataljon, tot lste-luitenant-
kwartiermeester F. M. Verwilghen, thans lste-
luitenant tot 2de-luitenant F. C. O. M. Hom-
bach, thans Bergeant, en A. .1. Blankert, thans
schutter.
Tot ridder in de orde van den Nederland-
schen Leeuw is benoemd de kolonel der artil
lerie Le Loup de Sancy, chef van het 2de bu
reau van den generalen staf van het Fransche
leger.
Nog is benoemd bjj den grooten staf, tot
genevaal-majoor, commandant der stelling van
Amsterdam, tevens bevelhebber in de 1ste mi
litaire atdeeling, de kolonel jhr L. J. Van Tey-
lingen, van den staf der genie, thans comman
dant in het 2de genie-commandement.
Aanstaanden Donderdag verleent de minister
van oorlog geene audiëntie.
Na aanneming van het ontwerp, vaststellende
bepalingen tot bescherming vanrjjkswaterstaats-
werken, werd Zaterdag in de Eerste k a m e r
de spooruiegbegrooting goedgekeurd en kwam
daarna de begrooting van waterstaat aan de orde.
De heer Wertheim gaf hierbjj te kennen, hoe
hij gaarne zien zou dat de minister bleef bjj
zjjn primitief denkbeeld om de verzekering van
werklieden tegen ongelukken door de aanne
mers te doen plaats hebben bij eene bepaalde
verzekering-maatschappij en dat hun geene vrij
heid werd gelaten om zelve eene maatschappjj
te kiezen of de verzekering op zich te nemen.
De lotsverbetering van de ambtenaren der pos
terpen en telegrafie toejuichende, zag de heer
Wertheim echter geene reden, waarom de tele
grafisten lager zouden behoeven beloond te
worden. Hij verzocht den minister om bjj de
bepaling der verschillende tractementen voor
de telegrafisten ook wat vreugde en zonneschjjn
in hunne gezinnen te brengen, geljjk hjj in de
woningen der postbeambten gedaan heeft.
De heer Prins besprak de verwarring, welke
dezen winter in het spoorwegvervoer heeft
geheerscht, waarin hij aanvankeljjk nog niet
de zegenrjjke vruchten van de nieuwe con
tracten kon waardeeren. Hjj vond de oorzaak
van de stoornis niet alleen in den exceptioneelen
winter, maar vooral ook in de weinige zorg
voor het vervoer, hetgeen tot t air jjke vergis
singen aanleiding heeft gegeven. Het passa
giersvervoer mag z. i. ook niet ondergeschikt
wordqp gemaakt aan het goederenvervoer. En
toch weet ieder bjj ondervinding hoe slecht
bet dezeD winter ook met het personenvervoer
is gegaan. De maatschappijen bljjken niet op
gewassen voor hare taak. Op den minister rust
echter de plicht Je belangen van het publiek
streng te behartigen.
De heer Yening Meinesz was niet het gevoelen
van den heer Wertheim toegedaan omtrent de
verzekering van werklieden. Hjj was meer voor
de laatstelijk door den minister uitgesproken
gedachte om den aannemer vrjj te laten, hetzjj
de verzekering te doen bjj eene maatschappij
te zjjner keuze, hetzjj de verplichting tot uit-
keering der schadeloosstelling, naar de door de
regeering te stellen regelen, zelf op zioh te
nemen, in het laatste geval met aanvaarding
der daaraan verbonden kosten. Een onderzoek
in eene groote gemeente heeft geleerd dat het
laatste de voorkeur verdient.
De heer Vlielander Hein deed opmerken dat
men den aannemer die óok een werkman
is niet mag blootstellen aan de verplichting
tot schadevergoeding, wanneer eene maat
schappij, die men reden had te vertrouwen,
niet aan hare verplichtingen voldoet.
De heer Van Royen vroeg wegruiming voor
staatsrekening van de zandbank in de Lauwerzee.
Hjj waarschuwde voorts tegen benadeeling van
het publiek belang door overdreven Zondags
rust bjj de posterjjen.
De minister beloofde alle moggljjke pogingen
te zullen aanwenden om voortaan de Nieuwe
Merwede bij jjsgang te doen openhouden.
Ten opzichte van de verzekering van werk
lieden sloot de minister zich bjj het denkbeeld
des heeren Wertheim aan, om zooveel mogeljjk
vrjjheid aan de meeste zekerheid te paren
De belangen van den aannemer zouden nevens
die van den werkman behartigd worden, doch
om den laatste is het hier voornamelijk te doen.
Geheele gelijkstelling van telegraaf- en post
ambtenaren ging, volgens den minister, niet op
Laatstgenoemden hebben meer werk en grooter
verantwoordelijkheid. Het verschil tusschen
de tractementen der post- en telegraafdirec-
teuren verklaart zich hierdoor, dat eerstgenoem-
den veel grooter personeel onder zich hebben.
Het oordeel van den heer Prins over spoor
wegexploitatie was, volgens den minister, niet
zeer billjjk. Men kan natuurljjk vele verbete
ringen verwachten, maar niet aan de Maat
schappijen de verplichting opleggen met haar
materieel op zeer buitengewone gevallen voor
bereid te zjjn. Men zou dan ook dubbel per
soneel moeten hebben, en geschikte machinisten,
couducteurs enz. zjjn niet zoo overvloedig.
Verwarring ontstond ook door ziekte, tengevolge
van groote inspanning van verschillende hoofd
ambtenaren. Ook de vertraging in het perso
nenverkeer was niet de schuld der Maatschap
pijen in elk geval pleiten voor haar ver
zachtende omstandigheden.
De kosten van de opruiming der zandbank in
de Lauwerzee moeten gedeeltelijk door de pro
vincie Groningen gedragen worden,
De postdienst op Zondag wordt zooveel
mogeljjk geregeld in het belang van het publiek.
Nadat de heer Fransen van de Putte omtrent
dit laatste punt nog gewaarschuwd had tegen
ziekelijke navolging van Engeland, en de minister
ontkend had dat wjj daarvoor gevaar loopen, is
de begrooting van Waterstaat aangenomen.
De heeren Gebr. E. M. Cohen, die reeds
zoo dikwjjls de boekenminnaars verbaasd heb
ben door de onbegrijpelijk lage prijzen, waarvoor
zp de beste werken onder ieders bereik brengen,
zenden ons ditmaal een keurig stel dictionnaires
voor de Fransche, Duitsche en Engelscbe talen
met de mededeeling dat zjj die drie fraai ge
bonden boekdoelen, ieder bevattende een dui
zendtal over twee kolommen gedrukte bladzij
den, aanbieden te zamen voor slechts 6.75
of 2 50 per stuk.
Waar bjjna ieder eenigszins gevorderde schóól-
leerling, ieder die studeert, bijna iedere koop
man en bjjna elk beambte zoo'n stel woorden
boeken kan gebruiken vestigen wjj de aandacht
onzer lezers op deze nuttige uitgave.
De dictionaires, alle uniform gedrukt en ge
bonden, zijn herzien, verbeterd en vermeerderd
door de heeren I. M. Calisch en N. S. Calisch,
werden vroeger uitgegeven door de firma A.
W. Sythofi te Leiden en beleefden reeds een
vierde uitgave, wat zeker voor de degelijkheid
ervan pleit.
In de in het nommer van heden voorkomende
annonce vinden onze lezers nog meerdere me-
dedeelingen omtrent de in mooie banden gevatte
en met fraaie sprekende letter gedrukte, onbe-
grjjpeljjk goedkoope woordenboeken.
Op het classiek concert, Vrjjdagavond in
het Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam gege
ven, werden twee werken, een Symphonie in
D mol en een Concert voor orgel met orkest
ten gehoore gebracht, beide gecomponeerd door
den heer H. M. van 't Krujjs, organist der
Groote kerk te Rotterdam.
Hierover schrjjft Albert, de muziekrecen9ent
van het Hbld., het volgende
«Om over deze Symphonie, na haar slechts
eenmaal gehoord te hebben en zonder kennis
der partituur, een bepaald oordeel uit te spre
ken, is zeer moeiljjk. Daarbjj kwam nog, dat
het werk voor de uitvoerenden alles bt halve
gemakkelijk is, de voorbereiding mjj niet ge
noegzaam voorkwam en de musici met hun
aanvoerder (de componist dirigeerde persoon
lek) nies geheel vertrouwd schenen te zjjn,
althans de uitvoering was niet altjjd onberis
pelijk en enkele vergissingen en onvolkomen
heden werkten nadeelig op den indruk van 't
geheel. Dit bleek echter, dat de heer Van
't Krujjs een beslist volgeling der moderne
richting is en de kunst van instrumenteeren
meesterljjk verstaat. Hjj heeft verschillende
kleuren op zjjn palet en durft daarvan gebruik
te maken, soms wat al te kwistig, waardoor
de schilderjj wat bout wordt. Op rjjperen leeftjjd
zal hjj misschien de leer der zelfbeperking
weten toe te passen, thans bruist en stroomt
alles nog in ongebreidelde vaart en weet men
dikwjjls niet waar de componist heen wil.
Doet de instrumentatie veel aan Wagner den
ken, vooral in het eerste deel, overigens bevat
het werk veel oorspronkelijks zoowel in melo
die als bewerking en behoort de karakteris
tieke menuet met haar fijn geïnstrumenteerd
trio, niet tot de minst geslaagde gedeelten.
Ik hoop dit werk, onder betere omstandigheden
nog eens te kunnen hooren.
«Wat het Concert voor orgsl met begeleiding
van orkest aangaat, over dat toondicht aarzel
ik niet al dadeljjk een gunstige meening te
uiten. Dit is eene zeer belangrjjke compositie,
flink gedacht en uitgewerkt, met prachtige
klankeffectenzoowel wanneer het orkeBt zich
afzonderljjk doet hooren als wanneer het kon.
instrument zjjne machtige tonen daaraan paart.
Het eerste deel allegro maestoso) staat in alle
opzichten het hoogst, doch het liefeljjk andante
met zjjne lyrische zangen en de breede marche
triomphale, waarmede het werk besloten wordt,
pakken den hoorder onmiddeiljjk. De uitvoering
slaagde veel gelukkiger dan die der Symphonie
niettegenstaande men door een stoornis, ver
oorzaakt door een der bezoekers, een oogenblik
moest ophouden. De heer Coenen dirigeerde
en de componist vervulde de orgelpartjj op
meesterljjke wjjze, en deed zich bovendien in
een Allegro Cantabile en Toccata uit de 5e
Symphonie voor orgel van C. M. Widor kennen
als een bekwaam executant. Hjj werd na elk
der door hem gecomponeerde werken toegejuicht
en teruggeroepen."
Zaterdag middag had te Rotterdam een
vergadering plaats van belangstellenden in de
Duitsche opera, bijeengeroepen door den heer
Alexander Saalborn, waarin deze den oogen»
blikkeljjken toestand uiteenzette. Daaruit bleek
volgens bericht in het Hbld. dat de heer
Saalborn uit eigen middelen reeds 22.000
heeft bjjgepast en nu volslagen uitgeput is.
Hjj zou geholpen zjjn wanneer onmiddeljjk
7000 bjj elkander werd gebracht om het nog
verschuldigde te dekken en daarna zou men
zien met de voorhanden middelen het seizoen
ten einde te brengen. Het was echter absolnut
onmogeljjk om voor volgende jaren de opera
in stand te houden, wanneer niet gegarandeerd
werden 20.000 subsidie, evenveel abonnement
en evenveel reductie-kaarten, te zamen dus een
bedrag van 60.000. Vooralsnog moesten
echter f 7000 worden gevonden, doch niemand
van de aanwezigen wist daarop een middel.
Wel sprak een der aanwezigen de meening uit,
dat het verwonderljjk mocht heeten dat in
een stad, waar zich zooveel welgestelde Duitsche
tamiliën ophouden, er slechts een twaalftal
werden gevonden op de ljjst der subsidies,
terwjjl zjj zich moesten haasten een onderne
ming van hun landgenooten op de been te
houden. Een tweede meende dat men de ver
tegenwoordigers uit de burgerjj moest hebben,
die de brug vormen tusschen directie en pu
bliek, doch met dat al waren de zevenduizend
gulden niet te krjjgen en zjjn ook niet ver
kregen. Misschien dat nog een compromis
tusschen de artisten gesloteH kon worden, doch
hiervan stelde de heer Saalborn zich niet veel
voor, terwjjl hjj ook bjj allen, die hjj had aan
gezocht een commissie te vormen, aan doove-
mans deuren had geklopt.
Zondag had een benefietvoorstelling voor het
koor plaats, waarbjj het orkest zjjn medewer
king belangeloos verleende.
Volgens bekendmaking van een paar solisten
wil het geheele gezelschap onder directie van
den heer Saalborn dit seizoen wel bljjven wer
ken, als er f 5000 wordt bjjeengebracht.
In het jongste nommer van Eigen Haard
geeft dr R. P. Mees R. Az. een zeer waardee-
rende schets van den persoon en 't nuttig leven
van wjjlen mr H. C. Verniers van der Loeff.
Een fraai portret van den te vroeg aan het
vaderland ontvallen afgevaardigde van Rotter
dam is erbjj gevoegd. Ook een portret van
generaal Sherman en een afbeelding van den
tweeden gedenkpenning, ter gelegenheid van
•8 Konings overlijden geslagen dogr de