N°. 46. 134e Jaargang. 1891, Dinsdag 24 Februari Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën20 cent per regel. Bij abonnement lager. Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten, benevens alle dankbetuigingen; van 17 regels 1.50; iedere regel meer ƒ0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Middelburg 23 Februari. LETTEREN EN KUNST. Thermometer. Middelburg 23 Febr. vm. 8 u. 35 gr. m. 12 u. 46 gr., av. 4 u. 47 gr. F. Ver-wacht Z. O. wind. Agenten te Vlissingen P. G. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te KrniningenF. v. d. Peijl, te ZierikzeeA. C. de Mooij, te TholenW. A. van Nleuwenhtjijzen en te TerneuienM. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de advertentie-bureau's van Nijgh Van Dithae, te Rotterdam, de Gebb. Belintante, te 's Gravenhage, en A. de la Mae Azn., te Amsterdam. Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger. Advertentiën moeten des namiddags te één uur aan het bureau bezorgd zjjn, willen zjj des avonds nog worden opgenomen. Wjj hebben dezer dagen het gevoelen van de Tijd omtrent een paar leden van het huidige ministerie meegedeelddat blad deed dit in een serie opstellen, waarin het successievelijk alle ministers de revue zou laten passeeren. Natuurlijk waren wij wie zou dit niet wezen? het meest nieuwsgierig naar het oordeel van dit blad over den minister van oorlog; een oordeel dat in de tegen woordige omstandigheden dubbel de aandacht verdient. Aan hem wjjdde de Tijd dezer dagen eene uitvoerige beschouwingin keurigen vorm, zooals wjj dit steeds van dat katholieke hoofd orgaan gewoon zjjn. Wjj willen ook daaruit onzen lezers een en ander meedeelen. Het blad begint op echt geestige wgze met te salueeren, zooals dit bjj duels gebruikelijk is. »Het is ons" zoo schrjjtt zjjne redactie «aangenaam, de bespreking van dezen minister, dien wjj, meer dan éen zjjner collega's, in deze dagen te bestrjjden hebben, met een oprecht gemeend eeresaluut te kunnen beginnen. «Generaal-majoor Bergansius is een officier, die in [het leger de achting van zjjn kamera den en superieuren steedt in hooge mate genoten en ook ten volle verdiend heeft. Door een samenloop van omstandigheden heeft hjj, wat men noemt, gelukkig gediend, dit wil zeggen: is hjj betrekkeljjk spoedig tothoogere rangen opgeklommen. Zondert men echter zijn laatste promotie uit, omtrent welke wjj geen oordeel wenschen uit te spreken, dan kan vei lig gezegd worden, dat generaal Bergansins aan geen gunst of bevoorrechting, ook niet hoofdzakelijk aan het geluk, maar in de eerste plaats aan nauwgezette plichtsvervulling, jjver en bekwaamheid het hooge standpnnt te danken heeit, hetwelk door hem in het Nederlandsche leger wordt ingenomen. «Daarbjj is het een feit van algemeene be kendheid in het leger en daarbuiten, dat de tegenwoordige minister zich steeds in hoogere en lagere rangen deed kennen als een over tuigd katholiek, die zonder ostentatie, doch te eelfder tpd zonder menscheljjk opzicht te ont zien, getrouw zjjn godsdienstplichten naleefde. «Wat zjjne persoonlijkheid betreft, moest dus de generaal Bergansius, toen hp in het tegen woordige kabinet werd opgenomen, voor de Nederlandsche katholieken een bjj uitstek sym pathiek minister zjjn. Of ook deze omstandig heid niet in rekening is gebracht door degenen, bjj wie de invoering van den persoonlijken dienstplicht en de opdrjjving van militaire las ten reeds in beginsel vast stonden, en die bjj de samenstelling van het tegenwoordige kabi net de kroon met hun advies hebben ter zjjde gestaan of hun rol meer achter de schermen hebben afgespeeld «Wie zal het ons zeggen «Over de omstandigheden, welke de optreding van dit kabinet hebben vergezeld of daaraan zjjn voorafgegaan, hangt nog altjjd een sluier, die misschien nooit geheel zal worden opge heven. «Zóóveel is zeker, dat terstond Da het bekend worden van den naam van den nieuwen minis ter van oorlog men allerwegen kon vernemen, dat de minister een jjverig voorstander was Van den persoonleken dienstplicht en zich Voorstelde, dien ook in Nederland in te voeren." In het eerst bekommerden de katholieken Zich daarom nietde kwestie der regeling van onze levende strjjdkrachten was nog lang niet aan de ordezjj was commissoriaal gemaakt, en dat wil dikwjjls zeggenop de lange baan geschoven. Daarbjj er was nog zooveel anders te doen. Helaas! Het kleine wolkje werd al grooter en grooterhet onweer kwam al nader en nader en eindeljjk barstte het los. «Wat nu mag vraagt de Tijdeen man met zoo voortreffelijke eigenschappen van hoofd en hart als de heer Bergansius bewogen hebben zich in dergelijke felle tegenspraak te stellen met nagenoeg al zjjne katholieke geestver wanten en met een standvastigheid, een veel betere zaak waardig, het eenmaal door hem ingenomen standpunt te bljjven handhaven, zonder op de tallooze klachten en protesten van zjjn eigen vrienden ook maar in het minst acht te slaan?" Twee eigenaardigheden van den tegenwoor- digen minister geven volgens het katholieke orgaan van dit treurige feit rekenschap. «Vooreerst is de minister ljjdende aan een soort van geestelijke bijziendheid, waardoor al ^etgeen hem zeer nabjj is met buitengewone Bcherpte door hem wordt waargenomen en hem veel grooter schjjnt dan het werkelijk is ter- wjjl omgekeerd alles wat buiten zeker vip nauw getrokken kringetje ligt voor hem óf niet öf zeer onduideljjk zichtbaar is en daarom ook zjjn belangstelling volstrekt niet kan gaande maken. «In de tweede plaats is de minister een onverbeterlijk optimist." Met de z. g. „geesteljjke bijziendheid" be doelt De Tijd, dat de minister alles wat de eischen en belangen van den militairen dienst raakt, tot in de geringste onderdeelen van zeer nabjj en zeer duideljjk, maar alles wat omgaat in het burgerljjk leven van zeer verre ziet. Sommige algemeene beginselen sohjjnen, merkt het blad aan, geheel en al buiten zjjn gezichts veld gelegen te zjjn. «Anderen, welke met ons dezelfde eigenschap bij den minister hadden opgemerkt, hebben die o. i. niet volkomen juist gedefinieerd door te zeggen, dat de minister groot is in het kleine, doch klein in het groote. Het laatste nu is niet geheel waar. Wjj achten den mi nister zeer wel bekwaam om iets groots te verrichten. De zedeljjke en intellectueele krachten daartoe ontbreken hem geenszins alleen, hjj neemt verkeerd waar." Deze bedoeling tracht De Tijd nog nader op te helderen met voorbeelden uit offieieele stukken, die vanjjden minister zijn uitgegaan, en uit discussiën, waaraan hjj heeft deelgeno men, en die, volgens het blad, bewjjzen dat bjj meer oog heeft voor het kleine dan voor het groote. «Ben discussie met den minister over onder werpen van zeer grooten omvang, bjjv. over mobilisatie in oorlogstjjd, doet de talenten en de bekwaamheid van den minister veel minder in het licht komen." Wat het optimisme van den minister betreft «zoo optimistisch, zegt De Tijd, is de heer Bergansius van nature, dat het ons waarlijk niet zou verwonderen, indien hjj in allen ernst en te goeder trouw geloofde, niet slechts, dat zjjne wet met vlag en wimpel bjj de Tweede en de Eerste kamer zal doorgaan, maar ook dat het gèheele Nederlandsche volk, de katholieken in de eerste plaats, hem naderhand een gedenk zuil zal oprichten nit dankbaarheid voor den druk, welken hjj het thans wil opleggen." Het blad zou durven wedden, dat redeneerin gen als deze hem dikwjjls het hootd vervullen: «Wel, de kazerne is toch zóo slecht niet, en de officieren en onderofficieren zjjn toch flinke, fatsoenljjke menschen, die op vaderljjke wijze met hun onderhoorigen omgaan. Het reglement van krjjgstucht immers beveelt het zóo, en de minister zelf, toen hjj nog officier bij den troep was, heeft dat reglement altjjd trouw nageleefd. Zoo'n jaartje in de kazerne is voor de jongelui wel eens eene aangename afwisseling en zal daarbjj uiterst nuttig en leerzaam bljjken voor het latere leven. En wat verleent de ingediende wet niet eenige prachtige vrijstellingen voor geestelj]ken, seminaristen en kloosterlingen Welke andere minister zou deze allen zóo ge nadig behandeld hebben En die vrjjstellingen blpven natuurlijk in de wet staan, als ze maar eenmaal is aangenomen. Alleen bjj wantrou wende en zwartgallige lui kan het opkomen, te veronderstellen, dat er ooit een ministerie of eene meerderheid zal gevonden worden, die de handen naar die vrijstellingen zullen uitsteken." «En ziehier zegt De Tijd ten slotte op psychologische gronden verklaard, hoe een zóe braaf en flink officier en tevens zóo oprecht katholiek man als generaal-majoor Bergansius, volgens ons begrip, er toe gekomen is, een zóo verderfelijke wet in te dienen en zóo verderfe lijke militaristische beginselen voor te staan." In den jongsten Brief uit de Hofstad in de Arnh. courant zegt de schrjjver, in verband met het dwaze denkbeeld van het instellen eener nieuwe ordeNu wil ik mij eens voor een oogenblik op het standpunt stellen, dat er wer kelijk behoefte aan eenig nieuw kunstmiddel tot aankweeking van ijdelheid bestaat, en vraag dan waarom zou men het voorbeeld van En geland niet volgen, en ridderorden stichten voor koloniale (aan- of in de koloniën, bewezen diensten. Engeland heeft de Star of India en zjjn Order of the Indian Empire. Ziedaar een voorbeeld ter overweging of navolging, wanneer men dan dien weg op wil. Men zou er hier ook gerust twee kunnen instellen éen voor de Oost en éen voor de West. En aan die laatste zou men dan, in navolging van onzen Zuid- Amerikaanschen nabuur, die zeker wel de be hoeften van die streek kennen zal, den naam kunnen geven van «Orde van het borstbeeld van den voortreffeljjken Nederlander, den gouver neur de Savlo". Vooral de laatste heldenfeiten van den moedigen gouverneur geven hem recht op zulk eene onderscheiding. Want ofschoon de dagbladen het beter gevroden hebben daar van maar de helft mede te deelen, is 't mjj uit een particulier bericht, waarvan men mjj inzage heeft gegeven, gebleken dat het «verschil van gevoelen" tusschen den gouverneur en den pro cureur-generaal van Suriname aan het licht is gekomen in den weinig gebruikeljjken en met het prestige van het gezag weinig strookenden vorm van eene vechtpartjj op straat. De beide hooge heeren zjjn eenvoudig ten aanschouwen der voorbijgangers handgemeen geweest! Wie de geschiedenis van Suriname in oude tjjden ge lezen heeft, weet maar al te best dat daar wel eens vreemde dingen zjjn gebeurdmaar zulk een treurig feit zal toch wel eenig zijn in de historiebladen onzer Zuid-Ametikaansche kolo nie. Mij dunkt, dat het nu eindeljjk tjjd wordt voor de regeering om het eenig middel aan te wenden, dat aan dezen staat van zaken een einde maakt. Het is mogelijk dat de minister president ook deze feiten ontkenthjj kan althans gerust zeggen, dat hij de gewisselde klappen niet gehoord heefteen minister voor Indië is natuurljjk een beetje Oost-Indisch doof, en zjjn collega voor het binnenland, anders scherp genoeg van gezicht en gehoor, draagt watjes van broederlietde en familiezwak in de ooren. Toch ben ik benieuwd, of men na deze laatste gebeurtenissen, de leer van het laissez faire op den toestand in Suriname zal bljjven toepassen. Bjj Kon. beBl. zjjn bjj de rustende Bchutterjj in de provincie Zeeland benoemd: bjj het 1ste bataljon, tot kapitein J. P. Van den Heuvel, thans lste-luitenanttot lste-luitenant M. De Kan, thans 2de-luitenant, en tot 2de-luitenant H. Djjkstra 5de bataljon, tot lste-luitenant- kwartiermeester F. M. Verwilghen, thans lste- luitenant tot 2de-luitenant F. C. O. M. Hom- bach, thans Bergeant, en A. .1. Blankert, thans schutter. Tot ridder in de orde van den Nederland- schen Leeuw is benoemd de kolonel der artil lerie Le Loup de Sancy, chef van het 2de bu reau van den generalen staf van het Fransche leger. Nog is benoemd bjj den grooten staf, tot genevaal-majoor, commandant der stelling van Amsterdam, tevens bevelhebber in de 1ste mi litaire atdeeling, de kolonel jhr L. J. Van Tey- lingen, van den staf der genie, thans comman dant in het 2de genie-commandement. Aanstaanden Donderdag verleent de minister van oorlog geene audiëntie. Na aanneming van het ontwerp, vaststellende bepalingen tot bescherming vanrjjkswaterstaats- werken, werd Zaterdag in de Eerste k a m e r de spooruiegbegrooting goedgekeurd en kwam daarna de begrooting van waterstaat aan de orde. De heer Wertheim gaf hierbjj te kennen, hoe hij gaarne zien zou dat de minister bleef bjj zjjn primitief denkbeeld om de verzekering van werklieden tegen ongelukken door de aanne mers te doen plaats hebben bij eene bepaalde verzekering-maatschappij en dat hun geene vrij heid werd gelaten om zelve eene maatschappjj te kiezen of de verzekering op zich te nemen. De lotsverbetering van de ambtenaren der pos terpen en telegrafie toejuichende, zag de heer Wertheim echter geene reden, waarom de tele grafisten lager zouden behoeven beloond te worden. Hij verzocht den minister om bjj de bepaling der verschillende tractementen voor de telegrafisten ook wat vreugde en zonneschjjn in hunne gezinnen te brengen, geljjk hjj in de woningen der postbeambten gedaan heeft. De heer Prins besprak de verwarring, welke dezen winter in het spoorwegvervoer heeft geheerscht, waarin hij aanvankeljjk nog niet de zegenrjjke vruchten van de nieuwe con tracten kon waardeeren. Hjj vond de oorzaak van de stoornis niet alleen in den exceptioneelen winter, maar vooral ook in de weinige zorg voor het vervoer, hetgeen tot t air jjke vergis singen aanleiding heeft gegeven. Het passa giersvervoer mag z. i. ook niet ondergeschikt wordqp gemaakt aan het goederenvervoer. En toch weet ieder bjj ondervinding hoe slecht bet dezeD winter ook met het personenvervoer is gegaan. De maatschappijen bljjken niet op gewassen voor hare taak. Op den minister rust echter de plicht Je belangen van het publiek streng te behartigen. De heer Yening Meinesz was niet het gevoelen van den heer Wertheim toegedaan omtrent de verzekering van werklieden. Hjj was meer voor de laatstelijk door den minister uitgesproken gedachte om den aannemer vrjj te laten, hetzjj de verzekering te doen bjj eene maatschappij te zjjner keuze, hetzjj de verplichting tot uit- keering der schadeloosstelling, naar de door de regeering te stellen regelen, zelf op zioh te nemen, in het laatste geval met aanvaarding der daaraan verbonden kosten. Een onderzoek in eene groote gemeente heeft geleerd dat het laatste de voorkeur verdient. De heer Vlielander Hein deed opmerken dat men den aannemer die óok een werkman is niet mag blootstellen aan de verplichting tot schadevergoeding, wanneer eene maat schappij, die men reden had te vertrouwen, niet aan hare verplichtingen voldoet. De heer Van Royen vroeg wegruiming voor staatsrekening van de zandbank in de Lauwerzee. Hjj waarschuwde voorts tegen benadeeling van het publiek belang door overdreven Zondags rust bjj de posterjjen. De minister beloofde alle moggljjke pogingen te zullen aanwenden om voortaan de Nieuwe Merwede bij jjsgang te doen openhouden. Ten opzichte van de verzekering van werk lieden sloot de minister zich bjj het denkbeeld des heeren Wertheim aan, om zooveel mogeljjk vrjjheid aan de meeste zekerheid te paren De belangen van den aannemer zouden nevens die van den werkman behartigd worden, doch om den laatste is het hier voornamelijk te doen. Geheele gelijkstelling van telegraaf- en post ambtenaren ging, volgens den minister, niet op Laatstgenoemden hebben meer werk en grooter verantwoordelijkheid. Het verschil tusschen de tractementen der post- en telegraafdirec- teuren verklaart zich hierdoor, dat eerstgenoem- den veel grooter personeel onder zich hebben. Het oordeel van den heer Prins over spoor wegexploitatie was, volgens den minister, niet zeer billjjk. Men kan natuurljjk vele verbete ringen verwachten, maar niet aan de Maat schappijen de verplichting opleggen met haar materieel op zeer buitengewone gevallen voor bereid te zjjn. Men zou dan ook dubbel per soneel moeten hebben, en geschikte machinisten, couducteurs enz. zjjn niet zoo overvloedig. Verwarring ontstond ook door ziekte, tengevolge van groote inspanning van verschillende hoofd ambtenaren. Ook de vertraging in het perso nenverkeer was niet de schuld der Maatschap pijen in elk geval pleiten voor haar ver zachtende omstandigheden. De kosten van de opruiming der zandbank in de Lauwerzee moeten gedeeltelijk door de pro vincie Groningen gedragen worden, De postdienst op Zondag wordt zooveel mogeljjk geregeld in het belang van het publiek. Nadat de heer Fransen van de Putte omtrent dit laatste punt nog gewaarschuwd had tegen ziekelijke navolging van Engeland, en de minister ontkend had dat wjj daarvoor gevaar loopen, is de begrooting van Waterstaat aangenomen. De heeren Gebr. E. M. Cohen, die reeds zoo dikwjjls de boekenminnaars verbaasd heb ben door de onbegrijpelijk lage prijzen, waarvoor zp de beste werken onder ieders bereik brengen, zenden ons ditmaal een keurig stel dictionnaires voor de Fransche, Duitsche en Engelscbe talen met de mededeeling dat zjj die drie fraai ge bonden boekdoelen, ieder bevattende een dui zendtal over twee kolommen gedrukte bladzij den, aanbieden te zamen voor slechts 6.75 of 2 50 per stuk. Waar bjjna ieder eenigszins gevorderde schóól- leerling, ieder die studeert, bijna iedere koop man en bjjna elk beambte zoo'n stel woorden boeken kan gebruiken vestigen wjj de aandacht onzer lezers op deze nuttige uitgave. De dictionaires, alle uniform gedrukt en ge bonden, zijn herzien, verbeterd en vermeerderd door de heeren I. M. Calisch en N. S. Calisch, werden vroeger uitgegeven door de firma A. W. Sythofi te Leiden en beleefden reeds een vierde uitgave, wat zeker voor de degelijkheid ervan pleit. In de in het nommer van heden voorkomende annonce vinden onze lezers nog meerdere me- dedeelingen omtrent de in mooie banden gevatte en met fraaie sprekende letter gedrukte, onbe- grjjpeljjk goedkoope woordenboeken. Op het classiek concert, Vrjjdagavond in het Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam gege ven, werden twee werken, een Symphonie in D mol en een Concert voor orgel met orkest ten gehoore gebracht, beide gecomponeerd door den heer H. M. van 't Krujjs, organist der Groote kerk te Rotterdam. Hierover schrjjft Albert, de muziekrecen9ent van het Hbld., het volgende «Om over deze Symphonie, na haar slechts eenmaal gehoord te hebben en zonder kennis der partituur, een bepaald oordeel uit te spre ken, is zeer moeiljjk. Daarbjj kwam nog, dat het werk voor de uitvoerenden alles bt halve gemakkelijk is, de voorbereiding mjj niet ge noegzaam voorkwam en de musici met hun aanvoerder (de componist dirigeerde persoon lek) nies geheel vertrouwd schenen te zjjn, althans de uitvoering was niet altjjd onberis pelijk en enkele vergissingen en onvolkomen heden werkten nadeelig op den indruk van 't geheel. Dit bleek echter, dat de heer Van 't Krujjs een beslist volgeling der moderne richting is en de kunst van instrumenteeren meesterljjk verstaat. Hjj heeft verschillende kleuren op zjjn palet en durft daarvan gebruik te maken, soms wat al te kwistig, waardoor de schilderjj wat bout wordt. Op rjjperen leeftjjd zal hjj misschien de leer der zelfbeperking weten toe te passen, thans bruist en stroomt alles nog in ongebreidelde vaart en weet men dikwjjls niet waar de componist heen wil. Doet de instrumentatie veel aan Wagner den ken, vooral in het eerste deel, overigens bevat het werk veel oorspronkelijks zoowel in melo die als bewerking en behoort de karakteris tieke menuet met haar fijn geïnstrumenteerd trio, niet tot de minst geslaagde gedeelten. Ik hoop dit werk, onder betere omstandigheden nog eens te kunnen hooren. «Wat het Concert voor orgsl met begeleiding van orkest aangaat, over dat toondicht aarzel ik niet al dadeljjk een gunstige meening te uiten. Dit is eene zeer belangrjjke compositie, flink gedacht en uitgewerkt, met prachtige klankeffectenzoowel wanneer het orkeBt zich afzonderljjk doet hooren als wanneer het kon. instrument zjjne machtige tonen daaraan paart. Het eerste deel allegro maestoso) staat in alle opzichten het hoogst, doch het liefeljjk andante met zjjne lyrische zangen en de breede marche triomphale, waarmede het werk besloten wordt, pakken den hoorder onmiddeiljjk. De uitvoering slaagde veel gelukkiger dan die der Symphonie niettegenstaande men door een stoornis, ver oorzaakt door een der bezoekers, een oogenblik moest ophouden. De heer Coenen dirigeerde en de componist vervulde de orgelpartjj op meesterljjke wjjze, en deed zich bovendien in een Allegro Cantabile en Toccata uit de 5e Symphonie voor orgel van C. M. Widor kennen als een bekwaam executant. Hjj werd na elk der door hem gecomponeerde werken toegejuicht en teruggeroepen." Zaterdag middag had te Rotterdam een vergadering plaats van belangstellenden in de Duitsche opera, bijeengeroepen door den heer Alexander Saalborn, waarin deze den oogen» blikkeljjken toestand uiteenzette. Daaruit bleek volgens bericht in het Hbld. dat de heer Saalborn uit eigen middelen reeds 22.000 heeft bjjgepast en nu volslagen uitgeput is. Hjj zou geholpen zjjn wanneer onmiddeljjk 7000 bjj elkander werd gebracht om het nog verschuldigde te dekken en daarna zou men zien met de voorhanden middelen het seizoen ten einde te brengen. Het was echter absolnut onmogeljjk om voor volgende jaren de opera in stand te houden, wanneer niet gegarandeerd werden 20.000 subsidie, evenveel abonnement en evenveel reductie-kaarten, te zamen dus een bedrag van 60.000. Vooralsnog moesten echter f 7000 worden gevonden, doch niemand van de aanwezigen wist daarop een middel. Wel sprak een der aanwezigen de meening uit, dat het verwonderljjk mocht heeten dat in een stad, waar zich zooveel welgestelde Duitsche tamiliën ophouden, er slechts een twaalftal werden gevonden op de ljjst der subsidies, terwjjl zjj zich moesten haasten een onderne ming van hun landgenooten op de been te houden. Een tweede meende dat men de ver tegenwoordigers uit de burgerjj moest hebben, die de brug vormen tusschen directie en pu bliek, doch met dat al waren de zevenduizend gulden niet te krjjgen en zjjn ook niet ver kregen. Misschien dat nog een compromis tusschen de artisten gesloteH kon worden, doch hiervan stelde de heer Saalborn zich niet veel voor, terwjjl hjj ook bjj allen, die hjj had aan gezocht een commissie te vormen, aan doove- mans deuren had geklopt. Zondag had een benefietvoorstelling voor het koor plaats, waarbjj het orkest zjjn medewer king belangeloos verleende. Volgens bekendmaking van een paar solisten wil het geheele gezelschap onder directie van den heer Saalborn dit seizoen wel bljjven wer ken, als er f 5000 wordt bjjeengebracht. In het jongste nommer van Eigen Haard geeft dr R. P. Mees R. Az. een zeer waardee- rende schets van den persoon en 't nuttig leven van wjjlen mr H. C. Verniers van der Loeff. Een fraai portret van den te vroeg aan het vaderland ontvallen afgevaardigde van Rotter dam is erbjj gevoegd. Ook een portret van generaal Sherman en een afbeelding van den tweeden gedenkpenning, ter gelegenheid van •8 Konings overlijden geslagen dogr de

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1891 | | pagina 1