MiËeMrgscliB Courant. HET OUDE LANDGOED, Brieven uit de Hofstad. -FEUILLETON. BIJVOEGSEL Middelburg 21 Februari. JOHANNA SCHJÖRRING. LETTEREN EN KUNST. VA» ME VA» Maandag 23 Febuari 1891, no. 45. 20 Februari 1891. Waar ons eigen vorstenhuis ongelukkig bjjna uitgestorven is, ligt het voor de hand, dat het bezoek van een vreemden vorst aan onze resi dentie eenigszins de aandacht trekt. Wij zijn langzamerhand aan het verbljjf van prinsen ontwend en dus op dat punt ietwat provinciaal geworden. Al is de bezoeker ook slechts een klein vorstje, eigenlijk niet veel meer dan een adelljjk heer, en al is zijn maatschappelijke positie van dien aard, dat hjj, de teekenen van zjjn raDg dragende, voor iederen Nederland- schen kapitein zou moeten aanslaan, toch is zjjn komst eenigermate een gebeurtenis, omdat hjj den titel van prins voert en zp naam met een cjjfer aanduidtdit plegen toch alleen heusche vorsten en de heeren scheeps bouwmeesters Smit te doen. De laatsten heb ben het echter nog niet tot een zoo hoog nommer gebracht als onze Heinrich XXIV von Reuss. Deze vorst wekt misschien juist door zjjne tegenstelling van prins en luitenant in Pruisischen dienst belangstellingwij Neder landers weten niet bjj ondervinding, hoe een heusche vorst zich voordoet als hij op een leeftjjd, waarop onze prinsen reeds generaal waren, nog den nederigen" rang van luitenant bekleedt, als ware hp een gewoon sterveling. Maar er is meer, waarom prins Heinrich de aandacht trekt: hjj is componist en dirigeert zelf zjjn werken op concerten. Door een zoo danig personage den dirigeerstok te zien han- teeren voor een gewoon publiek is althans voor ons iets buitengewoons. Het overtalrjjk bezoek aan het concert Diligentia op eergisteren avond toonde dit duidelijk aan. Jammer dat, toen eenmaal de vorBteljjke muziekdirecteur daar stond, de aardigheid er eigenljjk af was»het ie precies een gewone man" zei een dame, achter mjj gezeten, en dat ik op die woorden werktuigelijk omkeek, was waarlijk niet, omdat die uitspraak iets anders inhield dan ik ver wacht had. Hoewel onze koninkljjke familie slechts klein is, bemerken wjj toch tegenwoordig meer dat wjj haar in ons midden hebbes. Vooral de jeugdige koningin maakt bjjna dagelijks haar lijtoertje, meestal in een open rijtuig begeleid door eene hofdame en bewaakt door haren grooten, trouwen, bruinen hond, die tegenover zjjn koninkljjke meesteres op de bank van het rjjtuig plaats neemt. Het is dezelfde, dié ook op een der photographische portretten van ons toenmalig prinsesje is afgebeeld, liggende aan hare voeten, Wjj zouden dus ook al van onzen rjjkshond kunnen spreken, even als onze Duitsche naburen deden, toen Bismarck nog rjjks-kanselier was en zich bjjna nooit zonder zijne beide kolossale ulmer-doggen, Caesar en Tiras, vertoonde, zelis bp plechtige gelegenhe den. Ook dan bekommerde de ijzeren kanselier zich niet om het vreemde van een paar der gelijke adjudanten, evenmin als bjj zich bjjv. ontzag om na een diner ten zjjnent als echte Duitscher zjjn lange »moffenpjjp" te rooken in gezelschap zjjner gasten. Behalve aan den deftig vooruit rjjdenden hond kan men de landauer van koningin "Wil- helmina ook nog aan een ander onderschei- dingsteeken uit de verte herkennen. De bekende koninkljjke kroontjes op de lantarens bleken onvoldoende tot sein voor wachten en mili taire posten om tijdig het koninkljjk saluut te brengen. Daarom moest iets worden uitge dacht, wat meer uit de verte zichtbaar zou zjjn. De overleden koning deed gewoonljjk naast den koetsier een jager met groene livrei en een breeden groenen vederbos op zjjn hoed op den bok plaats nemen. Koningin Emma reed veelal met vier paarden, bestuurd door jockey's, waardoor haar rjjtuig een bepaald vorstelijk Uit het Deensch. VA» ACHTSTE HOOFDSTUK. »Vindt gjj mjj zeer onbeduidend, zeer wereldsch, zeer onvolmaakt, zeer ten halve ontwikkeld vroeg Bennett haar zwager. >Wat een massa vragen; die kan ik niet alle in eens beantwoorden, gjj moet er een te geljjk doen." »Nu goed; vindt gp mjj erg onont wikkeld »Gij begint met de laatste, dus vindt gjj die de belangrijkste vroeg hjj met een glim lach, die zjjn ernstig gelaat zeer aangenaam verhelderde. »Gjj hebt mp nog niet geantwoord", her nam zjj ongeduldig. »Ja zeker, vind ik u ten halve ontwik keld en juist daarom ben ik er zoo voor dat gjj n met een andere helft vereenigt, opdat gp een geheel vormt. Maar, alle gekheid daarge laten, die halfheid bestaat bjj u in sommige aanzien erlangde. Sedert 's konings dood zagen wjj echter het vierspan niet meer en nu heeft men het herkenningsteeken in de livrei trachten te vinden. Gelukkig is men daarin niet ge slaagd. De kraagmantel van den koetsier is omzoomd met drie breede gouden galons, die van den palfrenier met éen dergeljjk galon. Die uitmonstering moge aan het doel beant woorden, mooi is zjj zeker niet, en een vreem deling zou ook eerder meenen, dat een rjjtuig van een directeur van een paardenspel naderde dan de koets van onze koningin. De hof-dig nitaris, die H. M. in deze zoo gewichtige zaak van advies diende, heeft getoond niet veel goeden smaak te bezitten. Indien men niet, geljjk aan andere hoven wel gebruikelijk is, een livrei uit een vorige eeuw wilde invoeren, had men toch wel wat anders kunnen bedenken, bjjv. hoeden met pluimen of iets dergelijks. Alles zou licht beter zpn geweest dan die af schuwelijke galons. Gewichtig is de zaak in mjju oog niet; waarschjjnljjk wel volgens het inzicht van den betrokken hof-dignitaris, maar dan had deze ook zich beter van zjjn taak moeten kwjjten voor mjj is de zaak alleen daarom van belang geworden, omdat het mjj hindert dat onze koningin met bedienden rpdt, uitgedoscht op een wjjze, die meer de kermistent dan het paleis in herinnering brengt. Er is wel vrees gekoesterd voor Duitschen invloed op de koningin-regentes. Ik geloof dat H M. te verstandig is om door Duitsche oogen de Nederlandsche belangen te bezien, en ook te zelfstandig om te dulden, dat vreem den haar de richting zouden aangeven van haar bestuur. Dat intusschen uit Duitschland wel eenB beproefd wordt om hier te lande wenken te geven, is nog onlangs gebleken ten tjjde van het invallen van het dooiweder. Het is bekend dat toen de Duitsche regeering hulp heett geboden aan de onze tot het opruimen van het ps in de groote rivieren. Onze mi nister van waterstaat heeft echter fier daar voor bedankt, vol vertrouwen op onze ambte naren, die op waterstaatgebied toch waarljjk geen kinderen zpn en zich nog wel met onze naburen kunnen meten. Bjj die officieele briefwisseling is het evenwel niet gebleven. Zeer laat in den avond ontving op zekeren dag de Koningin-Regentes een tele gram van den Duitschen keizer, aandringende om toch vooral voor de jjsopruiming te doen zorgen. H. M. ontbood den volgenden morgen den minister Havelaar bp zich en deelde hem het telegram mede. Deze, gelukkig minder zenuwachtig dan keizer Wilhelm, verzekerde H. M. dat alle voorzorgen genomen waren en dat de keizer niet ongerust behoefde te zpn voor overstrooming van zpn Rijk door onze schuld. Het Bpreekt tevens van zelf, dat wp hier aller eerst belang hebben bjj goede maatregelen, zoodat de wenk van den keizer geheel over bodig was. Zjjne inmenging bewjjst intusschen, dat hjj niet terugdeinst ons zoo nu en dan eens de wet te willen voorschrijven. Het is te hopen dat onze regeering daarvan steeds zoo weinig notitie zal nemen als zjj nu in dit geval deed. Eenmaal dien weg op, zouden wjj niet vooruit weten waar te zullen terecht komen. Gelukkig is ook niet waar gebleken het ge rucht, dat H. M. het subsidie voor de Kon. Vereeniging het A ederlandsch Tooneel zou heb ben ingetrokken. Dat zou ook een weinig Ne derlandsche daad zjjn en de tooneelspeelkunst in groot gevaar brengen. Een ander nieuwtje op tooneelgebied, dat wel waar is, is dit, dat de plannen en teekeningen voor den nieuwen schouwburg gereed zpn en bjj burg. en weth. in studie. Bjj den heer Laurens van Hulst is ver. schenen het eerste 'nommer van Vliegende Blaadjes door Nemo. Acht en twintig jaren geleden gaf dezelfde schrjjver ook dergeljjke blaadjes uiten destjjds werden daardoor onver schilligen wakker geschud en wist Nemo door zjjn schrjjven belangstelling te wekken voor de publieke zaak en liefde voor beginselen. Deze getuigenis nemen wp geloovig aan; wp kunnen niet meespreken over de dagen, welke zoover achter ons liggen. Maar des te meer waarde hebben de nieuwe Vliegende opzichten in andere niet. Eigenljjk bezit gjj een zeer ontwikkeld persoonljjk karakter; maar men merkt van den anderen kant zeer weinig van uw innerljjk leven, in zooverre zjjt gp dus maar half. Gjj zegt het zelf in uw brief; de heele wereld, die u kent, en die is niet zoo klein meent dat de schoone, ge vierde juffrouw Dal een zeer gelukkig, hoogst weltevreden persoontje is, en uw brief bewjjst mjj dat er achter dit uiterljjke wezen een ander, droefgeestig, twjjfeleud, zoekend wezen leeft, waarvan niemand iets vermoedt. Is dat geen halfheid Waarom vertoont gjj u niet, zooals gjj zjjt, dan zou men weten wat men aan u heeft." Waarom ik dat niet doe Weet ik dat zelf vroeg Bennett somber, »er is geen eigenschap, die ik in anderen hooger acht dan openhartigheid en trouw. Vindt gjj dat ik mjj beter voordoe dan ik ben »Dat heb ik vroeger misschien gedacht, nu weet ik dat het niet zoo is; maar waarom moet men zich slechter of anders voordoen? Dat is een gebrek, ik kan het niet anders noemen. Gjj hebt behoefte aan meerder kracht, aan duidelijker christeljjke begrippen," sprak de dominé op eenigszins zalvenden toon. Bennett merkte dit terstond op en, met het gemak, waarmede zjj alle mogelpke dingen kon zeggen, haalde zjj de schouders op en antwoordde »Gjj denkt den heelen tjjd aan mjjne christelijke onvolmaaktheid; daar spre. blaadjes, omdat zjj zpn van de hand van iemand, die op grond van zooveel ervaring spreken kan als Nemo. Er is veel veranderd in die jaren, ook in Nederland, zegt hp terecht. Wp willen hopen dat die verandering het Ne derlandsche volk, vooral het kiezersvolk, niet onverschillig zal hebben gemaakt voor het geen Nemo te zeggen heeftwant voor velen zal het nog wel waard zijn en nuttig dat zp naar zjjn stem eens luisteren. De minister van buitenlandsche zaken ves tigt de aandacht op bet volgende, door hem van den consul-generaal te Pretoria ontvangen bericht. »Met het oog op de vele Hollanders, die tegenwoordig hier buiten betrekking zjjn, en wier aantal gedurig door nieuwe aankomelingen wordt vermeerderd, gevoel ik mjj verplicht een waarschuwend woord te doen hooren ten einde ondoordachte emigratie naar de Transvaal zooveel mogeljjk tegen te gaan. >Gedurende het afgeloopen jaar was de toe stand hier zeer bevredigend, waartoe allerlei oorzaken hebben samengewerkt, niet het minst de inkrimping van het mjjnwezen in sommige deelen van het land, waardoor het gouverne ment verplicht is ge vreest enkele kantoren ge. heel op te heffen, of bjj andere in de nabjjheid gelegen te voegen. Bezuiniging van ambte naren, ook bjj post- en telegraafdienst, stond hiermede in het nauwste verband. Het aantal personen, die prospecteer- en delverslicenties namen, is ook, veelal door ge brek aan ondernemingsgeest en middelen van bestaan, zeer verminderd, waardoor handel cd verkeer gevoelig hebben geleden. Als een gevolg vaneen en ander zjjnde inkom sten van den staat ver achtergebleven bij de cijfers van vorige jaren, en is de regeering genoodzaakt geweest de uitvoering van som mige publieke werken voorloopig uit te stel len, tot groot nadeel van vele ambachts lieden, die daarop hadden gehooptook de algemeene opmeting van het land, waartoe reeds voor jaren was besloten en die aan velen eene ruime verdienste beloofde, is verschoven tot betere tjjden. »Werd in 1888 en '89 bjjna iedereen spoedig geplaatst, tegenwoordig is het omgekeerd, het geen voor degenen, die hier zonder middelen komen, aanleiding geeft tot groote teleurstel ling niet alleen, maar meermalen ook tot ge heel verval. >Daarom wie in Holland een bestaan heeft bljjve voorloopig ten minste gerust daar, en wie na lezing van het bovenstaande het toch wil wagen hierheen te emigreeren, zorge ten minste 500 in den zak te hebben bjj aan komst, om gedurende de eerste maanden, zoo noodig, zonder verdienste te kunnen leven". In het Februari-nommer van de Economist bespreekt de heer mr M. Mess de Mc Kinley- wet, die, zooals men weet, ten doel heeft de jnlandsche njjverheid in de Vereenigde staten van Noord-Amerika te beschermen, en speciaal de gevolgen die zjj voor Nederland zal hebben. Na te hebben uiteengezet vat met de wet wordt beoogd en hoe zjj in het buitenland, met name in Engeland, wordt beoordeeld, gaat de schrpver na welke gevolgen de wet voor onzen uitvoerhandel kan hebben. Aangezien de sta tistiek van onzen uitvoerhandel »hoegenaamd geen vertrouwen verdient", heeft de heer Mees bjj bevoegde personen inlichtingen ingewonnen betreffende de werking van het tarief op de voornaamste artikelen. De uitkomst dier on derzoeking is als volgt. Allereerst komt hjj op den jenever. Daarop is het inkomend recht verhoogd met 31 cent per liter, of 45 pet. Het spreekt van zelf, zoo zegt hjj, dat een verhooging van 31 cent op een kostprijs van 0.22 belangrjjk zal druk ken en misschien aanleiding zal geven tot minder verbruik of meerdere voortbrenging in de Vereenigde stater, Onze uitvoer van jenever zal dus zeker daaroider Ijjden. Wat de tabak aangaat, deze, die vroeger be ken wjj een andermaal over." »Ja, natuurljjldat moet altjjd uitgesteld worden dat komt altjjd het laatst." sMen bewairt immers altjjd het beste voor het laatst »0, die vrouven, die vrouwen wanneer bljjven die een antooord schuldig Op dat oogenbik werd er heel bescheiden op de deur getikl en Nelly trad binnen. Zjj schrikte een beetje, van Bennett hier te zien, daar zjj meende dit die uit was maar ging naar haar man t«e en fluisterde hem iets in het oor, dat hem tljjkbaar genoegen deed. Het was een verontschuldiging over gisterenavond. Het debat over Host werd nu nog levendiger voortgezet en Nely kon niet nalaten haar bljjdschap te kernen te geven over het ver breken dier verbintenis, daar kost nooit een goede man voor Bennet kon zpn, al had hjj tien fabrieken. Knudsen had hit hard te verantwoorden tegen die twee fc zonder zjjn priesterljjke waardigheid, waarii hjj zich, zooals Bennett beweerde, »hullen" kon, zon hjj geheel over bluft zpn. Hjj hield zich echer dapper en brak nog een lans voor Host, of liver voor het beginsel, dat men iets, wat men ees begonnen heeft, niet mag opgeven ware bjj ichter niet de zwager van Bennett geweest, da: zou zjj zich nog heel anders verzet hebbenma* nu kreeg zjj toch gedaan dat Frits en Nellybeiden beloofden hun best last was met D. 0,35 a D. 0,75 per Amerik. pond, is nu belast met 2 dollar per pond. Zoo als men weet is dit een belangrjjk uitvoerar tikel bjj ons, vooral Sumatratabak. Die tabak heeft een bjjzonder fjjn blad, er wordt gebruikt voor dekblad van sigaren. Hoe fjjner het blad is, des te meer sigaren kan men met éen pond dekken. Men berekent, dat men voor 1000 sigaren van Sumatra dekblad noodig heett 3 Amerikaansche ponden, zoodat dit verhoogde recht een verschil zal maken van 14 per 1000 sigaren. Die verhooging van 1§ cent per sigaar is wel belangrjjk, maar aangezien eenigs zins bruikbare sigaren in de V. S. f 0,25 per stuk kosten, is de verhooging niet zoo belang rjjk als zjj schjjnt. De meesten gelooven, dat daardoor de sigarentabrikanten in de V. S. niet zullen worden afgeschrikt van het koopen van de Sumatratabak, omdat het gebruik daarvan ook dan nog voordeeliger zal wezen dan het gebruik van Amerikaansche tabak voor dekblad. Omtrent de overige artikelen merkt de heer Mees het volgende opDe rechten op boonen zjjn met 130 pCt. verhoogd, wat den uitvoer wel geheel zal doen ophouden de planten zjjn nu met 20 pCt. der waarde belastmaar daar alle planten, die onder glas in bloem getrokken worden of tot versiering dienen, vrjj zjjn, hangt het er veel van af hoe de nieuwe wet zal worden toegepastwat de kaas betreft, zal onze uitvoer ook niet weinig benadeeld wor den, nu het nieuwe recht uitkomt op 17^ cent per Edammer baasje. De verhooging op groenten zal wel van invloed zpn, maar toch meent men dat de uitvoer niet zal ophouden. Op touw van vlas en hennep bljjven de rechten ongeveer gelpk deskundigen schatten, dat er elk jaar voor een waarde van 450,000 gld. naar de Vereenigde staten gaat. Vele artikelen zjjn, voor wat het invoerrecht aangaat, stationnair geblevensommigen met een klein bedrag slechts verhoogdandere daarentegen, als cacaoboter en turfstrooisel, verlaagd. Ten slotte komt de heer Mees tot deze con clusie. »Men ziet uit hetgeen voorafgaat, dat wel bjj enkele artikelen een schadeljjke werking van het Mc. Kinley tarief gevreesd wordt, maar dat er toch geen reden is, om zich bovenmate ongerust te maken. Allerminst bestaat er aan leiding voor ons, om maatregelen van retorsie tegen de V. S. te nemen door ons tarief tegen over de V. S. te verhoogen. Vooreerst zouden wjj ons zeiven daardoor het allermeest schaden, omdat wjj van de V. S. krijgen wat wjj noodig hebben voor voeding en als grondstoffen voor onze fabrieken. Verder zou zulk ee& differen tieel tarief in de toepassing bjjna onmogeljjk zjjn. En eindeljjk zouden wp kans hebben, dat door de V. S. op ons werden toegepast de reciprocity clauses. Volgens die bepalingen kan de president na 1 Jan. 1892 op suiker, koffie, thee, huiden en andere artikelen een differen tieel tarief toepassen, wanneer die komen van landen, die op producten van de V. S. rechten heffen »whieh he (de president) m»y deem to be reciprocally unequal and unreasonable." »Volkomen ongemotiveerd is de verontwaar- waardiging over dit tarief in Duitschland, Frankrijk en Italië, want die landen zjjn voor gegaan op den weg, die de V. S. nu volgen. Wjj, even als Engeland, hebben wel recht om ons te beklagenmaar geen van beiden zullen zoo dwaas zjjn uit verontwaardiging zich zeiven te benadeelen, door het verkeerde voorbeeld te volgen." Nadat Vrjjdag in de Eerste kamer bjj de behandeling van hoofdstuk VII B. der staats- begrooting Financiënde minister erkend had dat eene rijks-inkomstenbelasting bestaanbaar is naast de grondbelasting, maar dat dan bjj de inkomstenbelasting de grond niet nogmaals kon worden getroffen, zoodat men slechts kan denken aan eene belasting op het roerend ver mogen en de heer Vening Meinesz hot denk beeld opperde om, gelijk in België, een deel van de rpksaccjjnzen aan de gemeenten af te staan en verder verteringsbelastingen in de gemeenten te heffenis genoemd hoofdstuk en hoofdstuk XI Onvoorziene uitgavengoedgekeurd. Hierop kwam de vestingbegrooting aan de orde. Daarbjj wees de heer Wertheim op bet gewicht der stelling van Amsterdamen op perde daaromtrent eenige bezwaren, die door den minister van oorlog werden weerlegd. Ook die begrooting werd aangenomen. te doen om haar bjj zich te houden. Zp ver zekerden haar echter dat dit een zeer zelf zuchtige belofte wa«. NEGENDE HOOFDSTUK. Wjj verlieten Olaf Hansen op het oogenblik, dat zjjn leven aan een zjjden draad hing. Die toestand hield ongeveer zes weken aan, gedu rende welke zpn moeder geen oogenblik vaB zjjne zjjde week en onbeschrjjfeljjk veel leed. In den beginne lag hjj vaak te sluimeren, doch toen de koorts toenam, jjlde hjj zoo wild dat het zeer moeilpk was hem in bedwang te houdenvooral des nachts was hjj bjj zonder onrustig, zoodat het waken zeer ver moeiend was. De moederliefde zegevierde echter altjjd weer over de uitputting en toen het eindeljjk zoover kwam dat hare krachten haar dreigden te begeven, kreeg zjj onverwachts hulp en steun. Het was in de vierde week en de nacht was weer zeer onrustig geweest, zoodat moeder en dochter, teneinde raad, besloten een waakster te laten komen, daar zjj het niet langer konden volhouden. Anna was juist een poos naar bed gegaan, toen er op de buitendeur geklopt werd. Mevrouw Hansen deed open en zag een lang, knap, bedaard heer voor zich Btaan, die zich zelf voorstelde als dr Ernsten haar meedeelde dat hjj, met den heer Host in onderhandeling Bjj de behandeling van hoofdstuk VIII oorlog vroeg de heer Wertheim, of voor de krjjgsra- den nog altjjd de provisioneele instructie van 1814 geldt. Bjj de krjjgsraden gaat het nog altjjd huishoudeljjk toe. Wordt het geen tjjd daarin te voorzien De heer Van der Breggen deed den minister de vraag, in hoever deze het noodzakeljjk acht de remonte commissie in stand te houden. Waar zjjn zoo vroeg hjj verder de door haar gekochte paarden verkregen; en heeft zjj wel licht als binnenlandscbe paarden aangemerkt die van buitenlandsch ras De minister verklaarde dat bij den Raad van state aanhangig is eene wijziging van het wetboek van militair strafrecht, met opdracht om de rechtsprocedure te wjjzigen, waarna de strafrechtspleging zal volgen. Dit is ook voor het civiele geschied. Ook een ontwerp tot vervanging van het reglement op de krjjgstucht is aanhangig. De minister verklaarde zich tegen de opheffing der remonte commissie. Van de aangeschafte paarden zpn 50 in Gelderland aangekocht. Na repliek werd de begrooting van Oorlog eveneens aangenomen. Hierna ving aan de behandeling der voor dracht betrekkelijk de regeling van 's rjjks waterstaatswerken, die door den heer Moolen- burgh werd bestreden. De Duitsche opera te Rotterdam is voor loopig gestaakt. Volgens de N. R. Crt had de heer Saalborn aan de artisten aangeboden, van de achterstal lige gages 50 percent uit te keeren en tegen geljjke vermindering der salarissen de onder neming tot het einde van het seizoen voort te zetten. Een gedeelte van het personeel was bereid, met deze schikking genoegen te nemen, maar het meerendeel heeft de voorstellen van den directeur afgewezen. Dientengevolge heeft de heer Saalborn de directie neergelegd. Toch schjjnt de heer Saalborn den moed niet geheel te laten zakken. Over de aanlei ding tot de catastrophe en de naaste vooruit zichten schrjjft hjj ten minste in bovengenoemd blad. »Ik stel op den voorgrond dat bovenstaand bericht de volle waarheid bevat. »Mjjne soli en het koorpersoneel zouden in eene schikking getreden zjjn, maar de absolute weigering van het orkest maakte de voort zetting onmogeljjk, waardoor thans vooral de koristen in een traurigen toestand zjjn geraakt. »In December konden de ontvangsten de uitgaven niet meer dekken en had ik het recht, de onderneming te ontbinden, krachtens mjjn contract. Ik heb toen zooveel steun on dervonden, dat ik tot 15 Januari '91 mjjne uitgaven kon bestrjjden. »Wat ik bezat, heb ik te gelde gemaakt om mjjne verplichtingen na te komen; doch niets mocht mjj baten. Tegen den nationalen rouw en het jjsvermaak kon ik niet strjjden. De recettes hier waren laag, buiten de stad was het nog treuriger gesteld. >Toen kwamen de voorstellingen met den heer d' Andrade. Daarop hadden zich al mjjne illusiën gevestigd De recettes hadden voor mjj circa 14,000 moeten bedragen. Dat cjjfer is echter niet bereikt, en daardoor heeft de ca tastrophe plaats gehad. »Nadat ik alles had opgeofferdnadat ik rusteloos tegen het noodlot had gestreden na dat ik aan geen der leden van mjjn personeel éen cent gage ooit schuldig was gebleven, had ik op eene algemeene medewerking gerekend. Dit is nu anders. De geringste mjjner onder geschikten heeft meer uit de exploitatie ge noten dan ik. Met een gernst geweten kan ik op mjjne loopbaan terugzien. Ik deed wat ik doen kon, en doen moest. »Nog wanhoop ik niet, met algemeene mede werking nog in staat te worden gesteld dit seizoen teneinde te spelen, en daardoor het minder goed gesalarieerd personeel tegen gebrek te behoeden." Het is te hopen dat de Rotterdammers den heer Saalborn helpen. Hun stad zou anders in de Aert van Nesstraat een prachtigen schouwburg hebbenmaar zonder een opera, die eenmaal de roem der stad was, en misschien ten slotte zonder eenig gezelschap want ook het Nederlandsch tooneel mag zich daar niet in bloei verheugen, te minder daar de financieele zjjnde over de fabriek, gaarne wilde verne men, hoe het met Olaf Hansen ging, teneinde eenigszins na te kunnen gaan, hoe lang het nog zou duren, eer hjj met hem over zaken kon spreken. „Och, lieve tjjdzei de arme moeder en barstte in tranen uit»het ziet er niet naar uit alsof hjj ooit weer over wereldsche zaken zal kannen spreken." »Dat kan men niet weten. Ik ben zelf artsveroorlooft gjj mjj hem even te zien" vroeg de dokter vriendeljjk. »0, wees zoo goed 1 Deze deur." De zieke lag onbewegeljjk. De dokter sprak niet tegen hem, maar voelde hem den pols en on derzocht hem nauwkeurig. De moeder be spiedde zjjne trekken om te zien, wat bjj er van dacht, maar die zeiden niets, en zjj durfde niets vragen. Eindeljjk was de dokter gereedhjj dekte den zieke weer toe, vroeg hoe dikwjjls de huis dokter kwam, bekeek de medicijnen, en ging naar de deur eer hjj weg ging keerde hjj zich om en zei: »Hjj ia erg ziek natuurlpk maar hp kan er nog bovenop (komen, als men die koortsaanvallen slechts kan overwinnen ik zie dat hp er onlangs weer een gehad heeft.' Gelooft gp heusch dat hp nog beter kan worden, dokter Men zegt dat gjj zoo knap zjjt Ik zie toch wel dat gp niet veel hoop meer kunt geven" snikte de arme ziel. »Van leven en dood weet ik evenmin

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1891 | | pagina 5