N°. 32. 134" Jaargang. 1891. Zaterdag sbruari Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2. Afzonderlijke noinmers zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën 20 cent pe' regel. Bij abonnement lager. Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten, benevens alle dankbetuigingen; van 17 regels 1.50; iedere regel meer ƒ0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Middelburg 6 Februari. LETTEREN EN KUNST. LANDBOUW. Thermometer. Middelburg 6 Febr. vm. 8 u. 88 gr. m. 12 u. 43 gr., av. 4 u. 42 gr. F. Verwacht W. wind. Agenten te Vlissingen P. G. de Vey Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te KruiningenF. v. d. Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij, te Tholen: W. A. i AdTertentiën van F!ietrwenhuijzen en te Terneuzen M. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de i moeten des namiddags te één uur advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmae, te Rotterdam, de Geer. Belinfante, te 'b Gravenhage, en A. de la Mae Azn., te Amsterdam. aan het bureau bezorgd zpn, willen Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cle., John F. Jones, opvolger. zp des avonds nog worden opgenomen Uit 's Gravenhage ontvangen wij het sensatie- wekkende bericht dat, volgens een telegram uit Paramaribo aan het Vaderland, een openljjk conflict is uitgebarsten tusschen den gouverneur van Suriname, jhr mr M. A. de Savornin Lohman, en mr J. Kalff, die wederzijds hun beklag bij den minister van koloniën indienden. Zooals men weet is mr Kalff indertijd juist door mr Lohman naar het moederland gezonden om de houding van den gouverneur te verdedigen en is hij, in plaats van mr Van Doorn, tot procurenr-generaal aangesteld. Dat deze persoon, vroeger in zoo hooge gunBt staande bjj den gouverneur dat hp als diens pleitbezorger moest optreden, thans, na zoo korten tpd in functie te zpn geweest, reeds met jhr. De Savornin Lohman overhoop ligt, is een opmerkelijk feit. Met belangstelling zien wjj omtrent dit con flict nadere bijzonderheden te gemoet. Dan eerst zal het mogeljjk zpn een oordeel in deze uit te spreken. »Wat er van den grondslag van het samen gaan der fracties van de rechter <.jjde moge zijn, zegt de Haigsche correspondent der Zaanl. 61., het is gebleken, dat zp bitter weinig hebben uitgevoerd wat in overeenstemming is met de ware beginselen, waarvoor zp het zoo vurig opnamen. Op geen enkel gebied is er iets noemenswaardig tot stand gekomen in positief-christelpk-historisch-ultramontaanschen geest, behalve de schoolwet, en die is dan nog aan de offervaardigheid der liberalen te danken. Al praten de twee als Brugman en al vinden zp zooveel excuses als de minister van financiën spijkers om zpn belastingplannen op te hangen, het feit is niet weg te redeneeren, dat het po- gram van '88 bpna geheel onuitgevoerd is gebleven, èn wat de totstandbrenging der organieke wetten betreft, door de grondwet gevorderd, èn wat financieele en sociale her vormingen aangaat. Men heeft nu wel gezegd, dat eerst na 20, 30 jaren de anti-liberale be ginselen vruchtdragend worden, maar dat had men dan ook bp de stembus aan het Neder- landsche volk moeten zeggen, in plaats van een pogram van actie voor 3 jaren voor te spiegelen, waarvan niets of ongeveer niets is gekomen. Thans weten wp hetnog 20 of 30 jaren clericaal bestuur en men zal eerst bemerken dat het er is. Of de natie werkeljjk lust zal hebben in zoo'n lange proef?" Dit nu zegt een liberaal. Maar wil men hetzelfde eens hooren van een katholiek, dus van voorheen bevriende zjjde, dan leze men het jongste nommer van de in onze provincie verschijnende Scheldebode, die in een uitvoerig opstel de grieven tegen en de tekortkomingen van het kabinet opsomt. Bp kon. besl. is, zooals nog in een deel der oplaag van ons vorig nommer is gemeld, P. J. van der Mandere herbenoemd tot burgemeester van Kapelle. Bjj beschikking van den minister van wa terstaat enz. is aan A. G. J. Henkelman, op zpn verzoek, eervol ontslag verleend als op zichter van den waterstaat der le klasse, en bevorderd tot opzichter van den waterstaat der le klasse W. van Enst B.Jz,, tot opzichter 2e kl. J. Bos, en tot opzichter der 3e klasse J. Schol. Als toelichting van het ingekomen wetsont werp tot verlenging van den diensttpd voor de ingelijfden bij de militie te land der lichtingen van 1885 en 1886 en voor de ingeljjfden der zeemilitie der lichting van 1887 zegt de re geering dat het beoogt bestendiging van den toestand en dat in dienst gebonden worden zeven lichtingen bp de militie te land en vpf lich tingen bp de zeemilitie. In den overgangstoestand, waarin de orga nisatie der levende strijdkrachten verkeert, wenscht de regeering, zooals trouwens reeds blptt nit het bp de Tweede kamer der Staten- generaal aanhangige wetsontwerp, houdende bepalingen, regelende het in werking treden van de wet op den dienstplicht enzin deze niet verder te gaan. De minister van oorlog doet hierbp opmer ken dat, bijaldien het tegenwoordig ontwerp tot wet wordt verheven, de in 1890, in ver band met het in dienst houden van zeven lichtingen miliciens, met betrekking tot de organisatie der infanterie en der vesting-artil lerie genomen maatregelen, voorshands zullen moeten worden bestendigd. Ha de stedenwet kwam Donderdag in de Tweede kamer in behandeling het ontwerp tot goedkeuring der overeenkomsten met de Neder- land en de Rotterdamsche Lluyd, betreffende de verzending van de mail. De heer Cremer verklaarde steeds medegewerkt te hebben tot de bevordering der scheepvaarts- belangen. Juist daarom had hp deze contracten verlangend tegemoet gezien, maar ze hebben hem sterk teleurgesteld. Ze kunnen aan Ne derland en Indië belangrpke financieele ver plichtingen opleggen in ruil van onbelangrijke diensten. De minister van financiën had meer moeten waken voor 't geldelijk belang. Hp scbjjnt echter zeer vrijgevig, waar het zjjri ambtgenoot voor waterstaat betreft. En wat het departement van koloniën aangaat de heer Cremer begreep niet, dat de minister eenige tonnen 's jaars wil beschikbaar stel len voor eene zaak, die Indië in deze eeuw niet zal baten. De bestaande maildienst is voldoende voor passagiers en goederen, niet voor het mailvervoer Onhoudbaar is die toestand nietvoor haastige passagiers en brieven zorgt de buitenlandsche mail. Sedert de indiening dezer contracten hebben handel, pers en kamers van koophandel gezwegen over deze veranderingen, omdat zp die niet konden prpzen. De wensch naar verandering is dan ook gekomen van de stoomvaartmaatschappijen. Door deze contracten zullen de belangen der postverzending niet mede worden bevorderd gelijk de regeering beweert, maar de contracten zijn mail-contracten en uitsluitend voor dat doel gemaakt. Voor vervoergelegenheid tus schen Indië en Nederland behoeft trouwens geen vreeB te bestaan. Natuuripk kan de regee ring dat vervoer regelen m haar belang. We hebbendus in hoofdzaak te doen met de poat- contracten. Daarbp wordt gegarandeerd aan de Nederland f 124,000 en aan de Rott. Lloyd ƒ88,200 per jaar. Verandering in de uitreis wordt, wat de Nederland betreft, niet gebracht. Ze moest geschieden in 30 dagen en zal dan plaats hebben in 29 a 30 dagen; een vooruit gang, zegt de regeering. Maar voor een ver schil van minder dan 12 uur in de vaart wordt geen boete geheven. Fcitelpk is de vaarttjjd 12 uur verlengd. De thuisreis is 12 uur ver kort. Met de Rott. Lloyd zal de vaart iets vooruitgaan. De uitreizen zullen varieeren tusschen 29 en 31£, de thuisreizen tusschen 30 en 32|. De Fransche en Engelsche mails doen in 27 dagen de uit- en thuisreis. Die versnel ling voor onze vaart te verkrpgen is het doel van de contracten. De vraag is: zullen wp versnelling krjjgen van 3 a 4 dagen, en onze maildienst even snel worden als de buitenlandsche Neen, ant woordt de heer Cremer op beide vragen. Ner gens is in art. 12 bepaald dat de schepen op zekertn termijn het maximum van snelheid zullen moeten verkrpgen. Het is geheel over gelaten au bonplaisir der maatschappij. Waarom ook ongelijkheid gebracht in de eischen voor de Rott. Lloyd en de Nederland 1 vroeg hp. De twee dagen versnelling hangen ook geheel in de lucht, ze zullen geleidelijk verkregen wor den over 13 jaar. De heer Geertsema kon zich aansluiten bij het betoog van den vorigen spreker. De staat krpgt hier geene waar voor zpn geld. Dit komt door de tweeslachtige manier van handelen. Onze krachten worden verdeeld over twee maatschappijen. Wij moeten onze krachten concentreerendan krpgen wp iets goeds. Wat wp nu verkrpgen staat niet in verhouding tot de offers, die wij brengen. De regeering had het advies van de Indische regeering en van de kamers van koophandel moeten vragen. Het is bier eene protectie aan twee maatschap pijen zonder dat het werkelpk doel wordt bereikt. De heer Levyssohn Norman rangschikt zich ook onder de bestrpders. Wp eischen hier meer dan wij noodig hebben. Wp behoeven zulke groote snelheid niet als de vreemde Maatschap pijen. Onze maildiensten zpn goed Wagenpaar- den kunnen geen racepaarden zpn, en onze Maatschappijen kunnen wjj geen 7c«res-vleugelen aanbinden. Wp moeten dus de bepaling omtrent de premie voor meerdere snelheid uit de con tracten lichten en eenvoudig eene hoogere uitkeering aan de Lloyd bedingen als deze op gelijken voet zal zpn gekomen met de Nederland. Dan zullen de geldeljjke gevolgen veel minder zpn en wp jaarlpks niet meer dan ƒ64.000 hooger bijdrage geven en anders ruim 260,000 en meer moeten geven. Wp moeten ook de bevoegdheid hebben de stoomschepen te huren. De heer Goyot, ofschoon erkennende, dat de voorgespiegelde voord.eelem niet zullen bereikt worden, vond daarin echter geene reden om de contracten af te stemmen. Na de eerste stelling n het breede te hebben toegelicht, zeide hp, idat wp als koloniale mogendheid er groot be- ang bp hebben, dat de tegenwoordige Neder- andsche maildienst bljjve bestaan in ge- lljjke verhouding tot de buitenlandsche, zoodat wp blpvenconcurreeren met het geregeld vervoer van den vreemde, en daartoe is hooger subsidie tot dekking van hoogere exploitatiekosten on- vermjjdeljjk. Op het bedrag van subsidie komt het bier minder aan. Het voornaamste is dat w|j ons tegenover het buitenland in onze positie handhaven. De minister van waterstaat verdedigde de overeenkomsten, naar welke herhaaldelijk ie gevraagd door de belanghebbenden. De Maat schappijen zouden op den bestaanden voet niet hebben kunnen voortgaan. Wp krpgen thans, zeide de minister, eene meerdere snelheid van ongeveer anderhalven dag in beide richtingen. Men denke hierbp ook aan het goederenvervoer. Men zon moeie- Ijjk, na gewend te zpn aan zevendaagschen dienst, kunnen terugkeeren tot een veerlien- daagschen. Dat wp voor betrekkelijk langen tpd contraoteeren is onvermjjdeljjk wegens de opgelegde belangrijke kosten van het materieel door de uitbreiding. Maar feitelpk contracteeren wij eigenljjk met éene Maatschappij, omdat beide zevendaagscbe diensten elkander aan vullen. De minister van koloniën verklaarde dit offer uit de Indische financiën door de te verkrpgen voordeelen gerechtvaardigd, aange zien wp verkrpgen een van het buitenland geheel onafhankelpken Nederlandschen dienst, ook voor het vervoer van mindere militairen. Heden voortzetting van het debat. (Men zie laatste berichten.) Door den heer mr H. Ph. de Kanter en eenige andere heeren is ontworpen het volgende concept-adres aan de Tweede kamer in zake de jachtwet, waarvan hjj ons opname verzocht Het luidt. Geven eerbiedig te kennen de ondergeteekenden, meerderjarige ingezete nen der gemeentedat zp zich gedron gen gevoelen uwe aandacht te vestigen op de wet van 13 Juni 1857 Stbl. no 87, regelende de jacht en visscherij, speciaal voor dat gedeelte, wat op do jacht betrekking heeft dat zp met den meesten nadruk wijziging van deze wet moeten aanbevelen en mitsdien verzoeken op de volgende gronden lo die wet beschermt geen Siaaisbelang, doch eenvoudig het genot van enkelen. Het financiëel voordeel, dat de Staat trekt uit de jachtacten, weegt op verre na niet op tegen de kosten, die de bescherming van het jachtver maak na zich sleept. Het in wezen houden van den wildstand op zich zelf kan evenmin een staatsbelang heeten, daar hierdoor noch ter wille van de industrie, noch ter wille van het volksvoedsel gelpk de visscherp nut ge sticht wordt, doch integendeel groot en onover komelijk nadeel, gelpk door ons zal worden aangetoond 2o. de bescherming, die de wet aan het jachtvermaak verleent, is hoogst nadeelig voor landbouw, tuinbouw en bloementeelt, daar het wild leeft en onder bescherming der jachtwet kunstmatig wordt voortgeteeld van hetgeen deze takken van industrie met de grootste kosten uit den grond te voorschijn brengen. Requeatranten rekenen 'net onnoodig deze na- deelen opnieuw uitvoerig uiteen te zetten, waar de kamer reeds herhaaldelijk door adressen van verschillende vereenigingen, die deze indus trieën als 'tware vertegenwoordigen, op dat nadeel is gewezen. Zp vragen echter nogmaals welk Ntoaisbelang eischt, dat de wet hun ge durende 8 maanden van het jaar geheel verbiedt gedierte te dooden, dat deze uitgebreide takken van het volksbestaan voortdurend benadeelt, om dan gedurende 4 maanden, mits onder zeer onereuse voorwaarden, en nog wel alleen, indien zp niet gedrukt zijn onder heerljjke jacbtrecbten, tot het dooden daarvan te mogen overgaan, doeh alleen in een tpd, als het wild weinig schade doet, omdat de oogst van het veld is 3o de bescherming van het jachtvermaak door de jachtwet demoraliseert ons volk. Men gehoorzaamt onwillig eene wet, die onnoodige offers vergt, vooral indien er geen algemeen belang, doch slechts een particulier belang mee gediend wordt. Men maakt het niemand dui delijk, dat de eigenaar van den grond een strafbaar feit pleegt als hp van de hem door de burgerlijke wet (art. 641 B. W.) in beginsel toegekende bevoegdheid gebruik maakt, om zich het op dien grond zich bevindend wild toe te eigenen, en dat h|j lpdelpk de schade, hem door dat wild veroorzaakt, moet aanzien om aan anderen het genot te laten dit te dooden. En wanneer men dan tot die overtuiging ge bracht moet worden door de straffende hand der overheid, dan komt het volksgeweten in verzetmen zoekt op allerlei wpzen die wet te ontduiken; men gaat de overheid haten, die deze wet handhaaft, en onder bepaalde omstandigheden kan dat verzet zoodanig worden geprikkeld dat de voorbeelden zpn trouwens talloos misdaad het gevolg wordt. En die omstandigheden worden inzake hand having van de jachtwet kunstmatig in het leven geroepen en het zedebederf mitsdien verergerd a. door het veelvuldig uitreiken van de bevoegdheid als onbezoldigd rijksveldwachter, waardoor een heirleger politie-ambtenaren ont staat, niet ten dienste van 'l algemeen, maar ten dienste van enkele particulieren, terwpl hun bevoegdheid van verbaliseeren met dat van gewone politiedienaren gelpk staat. Het ontzag voor dezen neemt af, naarmate het aantal dezer dienaren der openbare macht in particulieren dienst toeneemt b. door het premiestelsel, hetgeen mogelpk maakt dat üpfcsambtenaren door particulieren worden bezoldigd, om ten strengste eene wet toe te passen, die schade doet aan 't algemeen. Dit fooienstelsel bederft niet alleen de politie te velde, doordien zp tuk op meerdere ver dienste voornamelpk de particulieren helpt, aan wie wat te verdienen is, maar zp ontneemt ook aan de menigte het laatste ontzag voor die dienaren, omdat in haar oog, wat belooning is voor extra diensten, eenvoudig met omkooping gelpk staat. Waar onder deze omstandigheden het aantal overtredingen der wet op de jacht en visscherp reeds in 1887 tot over de 6000 gestegen was tegen 1300 in 1854, daar kweekt die wet eene zekere vertrouwdheid met, eene stellige onder schatting van het begrip misdrijf, die almede zeer demoraliseerend werken op het volk, daargelaten nog de kolossale uitgaven, die deze veroordeelingen voor 't rjjk medebrengen, daar bpna alle opgelegde geldboeten door het ondergaan van hechtenis worden gekweten. Re quest ran ten komen op bovenstaande gron den tot u met het verzoek, om door eene uit spraak van uwe vergadering bp de regeering aan te dringen op zoodanige wjjziging van de wet op de jacht en visscherp, dat de kunstmatige bescherming van den wildstand en daarmede van het jachtvermaak een einde neme en het in art. 641 B. W. uitgesproken beginsel einde lijk tot zpn recht kometerwpl zp tevens ten dringendste aanbevelen, om, ter inkrimping van de schade, door den land- en tuinbouw van heerljjke jachtrechten te Ijjden, de afkoop- baarstelling daarvan te vergemakkelijken. Getrouw aan onze toezegging wenschen wjj nog eenigszins meer uitvoerig melding te maken van het vroeger kortelpk genoemde Jaarboekje voor de oudheidkunde en geschiedenis van Zeeland en Zeeuwsch-Vlaanderen, Scaldis, onder redactie van den heer G. A. Vorsterman van Open te Aardenburg. Behalve de gewone in de meeste jaarboekjes voorkomende opgaven en mededeelingen bevat Scaldis in de eerste en voornaamste plaats een verhaalDe zustermoord, een paar bladzpden nit de lijfstraffelijke rechtspleging te Aarden burg. Hoe interessant voor sommigen de ver schillende bijzonderheden over de jurisprudentie in vroeger tpd mogen zpn, toch zpn wp van meening dat bp de meeste weetgierige lezers door het te veel uitspinnen van de onderschei dene gerechtelijke stukken de belangstelling in het verhaal niet wordt vermeerderd. Een tweede bjjdrage Een vorstelijk bezoek te Middelburg in 1515, is, bedriegt onze herinnering ons niet, vroeger door een Middelburgsch ge- schiedvorscher op ongeveer dezelfde wjjze be handeld. De stukken betreffende besmettelijke ziekten onder vee en de mededeelingen omtrent vroe gere schoolreglementen zpn in dit boekje zeker op hun plaats, evenals bet in memoriam van wjjlen den admiraal A. J. de Smit van den Broeckein dit laatste hadden wjj gaarne ook breedvoeriger gewag gemaakt zien van de door dezen echten Zeeuw bedreven wapenfeiten. Ten slotte vinden wp in het werkje eene zeer uitvoerige, o. i. wel wat te uitvoerige, levensbeschrijving van wjjlen koning Willem III. Waar wp op enkele leemten of gebreken meenden te moeten wpzen deden wp dit niet om te laken, integendeel, wp stellen het werk van den heer Yorsterman van Oyen daartoe op hoogen prjjs en spreken gaarne de hoop uit dat hjj op den ingeslagen weg zal voortgaan en het hem niet aan ondersteuning en mede werking zal ontbreken om deze Zeeuwsche uitgave te kunnen voortzetten. De geschiedenis van onze provincie levert stof voor belangwekkende en voor het nage slacht: wetenswaardige mededeelingen te over. Behalve te Berljjn en te St. Petersburg zal Thermidor ook te Londen gegeven worden en wel in het Engelsch en het Franscb. Het laatste in het Lyceum Theatre met Coquelin. Naar men verzekert zal de Fransche re geering binnen kort het verbod tegen Thermidor opheffen. Sardou heeft aangeboden zpn stuk te wjjzigen. De Woensdag te Tholen gehouden alge- meene vergadering van de afdeeling Zeeland der vereeniging Iiet Ned. Paarden-Stamboek was, ofschoon de agenda zeer veel punten ter be handeling vermeldde, tengevolge van de moei lijke reisgelegenheden niet zeer druk bezocht. De voorzitter, de heer Job. van der Have Az., bracht verslag uit omtrent den toestand der afdeeling, die, vergeleken bjj andere afdeelingen, zeer gunstig is en het hoogst aantal leden telt. Verder bracht de heer F. J. Voorbejjtel als afgevaardigde op de algemeene vergadering, op 11 Sept. 1890 te Dordrecht gehouden, verslag uit van het daar verhandelde. Als commissaris, lid van het hoofdbestuur werd benoemd de heer C. A. H. Wagtho te Tholen, die zich bereid verklaarde deze functie op zich te nemen. Tot afgevaardigden ter algemeene vergade ring in 1891 werden gekozen de heeren T. J. Voorbejjtel en J. J. van Weel en als plaats vervangers de heeren J. W. Wagtho en L. J. DorBt. Oorspronkelijk was het idee er vier te benoemen, doch met het oog op de financieele bezwaren en om andere reden besloot men zich tot twee te bepalen. Voor de volgende vergadering kwam Noord- Beveland aan de beurt en werd Colpnsplaat als plaats aangewezen, terwpl de heeren J. Swemer, P. Tazelaar Nz. en G. J. van der Linde, op voorstel van den heer De Wit Andries- sen, bjj acclamatie benoemd werden als com missie tot onderzoek der rekening over 1890. De voorzitter deelde mee, dat het bestuur besloot als proef in afgelegen plaatsen te keuren en dat daartoe in Juni ook te St. Philips- land, Krabbendjjke, Yzendjjke en Axel eene keu ring tot opname van paarden in het N. P. S. zal plaats hebben. Art. 2 der bepalingen werd vervolgens gewjjzigd in overeenstemming met het regle ment op de rijkssubsidie en zal als volgt gelezen worden»Jaarljjks hebben daartoe keuringen plaats lo telkenmale bjj of vóór die, door de com missie ter bevordering en ter aanmoediging van de verbetering der paardenfokkerij in Zeeland voor het toekennen van subsidiën of premiën uit 't crediet, door 't rijk, de provincie en het hoofdbestuur der Zeeuwsche Landbouw-MaaU schappij beschikbaar gesteld, en 2o bp gelegenheid van de landbouwtentoonstelling ter plaatse waar die gehouden zal worden." Wordt in de een of andere plaats eene keu ring tot opname in het Ned. Paarden-Stamboek gehouden, dan heeft ieder lid het recht paarden aan te bieden. Verlangt men kennisgeving van den dag, de plaats en het uur der keuring dan geeft men bp behoorlijk ingevulde formu lieren, welke op aanvrage gratis bp den secre taris verkrijgbaar zpn, aan dezen daarvan kennis. Zoo het bestuur voorafgaande aangifte wenacheljjk acht, zal den leden een formulier tot aanvrage worden toegezonden. Tusschen- tjjds inkomende aanvragen bljjven liggen tot de volgende keuring, tenzp de aanvrager deze geheel ten zpnen kosten wil laten verrichten,, Tjjd en plaats der keuringen worden door het bestuur bepaald en bjj advertentie in de locale bladen of door eene bpzondtre kennis geving aan de aanvragers bekend gemaakt. Nog werd goedgevonden in art. 4 van de bepalingen de 4e alinea op den 4en regel na svoldaan", te lezen »voor hengsten en merriën afkomstig van stamboekouders (uit de veulen- boeken bljjkende) zpn de insehrpvingskosten respectievelijk 7.50 en f 1.50 en in art. 5 van de bepalingen na de 2e alinea eene nieuwe alinea te plaatsen van dezen inhoud»De in het Ned. Paarden Stamboek ingeschreven heng sten moeten jaarlpks in de maand Februari ter herkeuring worden aangeboden, waartoe de eigenaar zal worden uitgenoódigd; verzuimt men zonder opgaaf van geldige redenen het dier ter keuring te brengen, dan kan door het bestuur gehandeld worden overeenkomstig de bepaling in de eerste alinea van dit artikel. Naar aanleiding van een voorstel van het

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1891 | | pagina 1