N°. 32.
134" Jaargang.
1891.
Zaterdag
sbruari
Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.
Afzonderlijke noinmers zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën 20 cent pe' regel. Bij abonnement lager.
Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten, benevens alle
dankbetuigingen; van 17 regels 1.50;
iedere regel meer ƒ0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Middelburg 6 Februari.
LETTEREN EN KUNST.
LANDBOUW.
Thermometer.
Middelburg 6 Febr. vm. 8 u. 88 gr.
m. 12 u. 43 gr., av. 4 u. 42 gr. F.
Verwacht W. wind.
Agenten te Vlissingen P. G. de Vey Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te KruiningenF. v. d. Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij, te Tholen: W. A. i AdTertentiën
van F!ietrwenhuijzen en te Terneuzen M. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de i moeten des namiddags te één uur
advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmae, te Rotterdam, de Geer. Belinfante, te 'b Gravenhage, en A. de la Mae Azn., te Amsterdam. aan het bureau bezorgd zpn, willen
Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cle., John F. Jones, opvolger. zp des avonds nog worden opgenomen
Uit 's Gravenhage ontvangen wij het sensatie-
wekkende bericht dat, volgens een telegram
uit Paramaribo aan het Vaderland, een openljjk
conflict is uitgebarsten tusschen den gouverneur
van Suriname, jhr mr M. A. de Savornin
Lohman, en mr J. Kalff, die wederzijds hun
beklag bij den minister van koloniën indienden.
Zooals men weet is mr Kalff indertijd
juist door mr Lohman naar het moederland
gezonden om de houding van den gouverneur
te verdedigen en is hij, in plaats van mr Van
Doorn, tot procurenr-generaal aangesteld.
Dat deze persoon, vroeger in zoo hooge gunBt
staande bjj den gouverneur dat hp als diens
pleitbezorger moest optreden, thans, na zoo
korten tpd in functie te zpn geweest, reeds
met jhr. De Savornin Lohman overhoop ligt,
is een opmerkelijk feit.
Met belangstelling zien wjj omtrent dit con
flict nadere bijzonderheden te gemoet. Dan
eerst zal het mogeljjk zpn een oordeel in deze
uit te spreken.
»Wat er van den grondslag van het samen
gaan der fracties van de rechter <.jjde moge
zijn, zegt de Haigsche correspondent der
Zaanl. 61., het is gebleken, dat zp bitter weinig
hebben uitgevoerd wat in overeenstemming is
met de ware beginselen, waarvoor zp het zoo
vurig opnamen. Op geen enkel gebied is er
iets noemenswaardig tot stand gekomen in
positief-christelpk-historisch-ultramontaanschen
geest, behalve de schoolwet, en die is dan nog
aan de offervaardigheid der liberalen te danken.
Al praten de twee als Brugman en al vinden
zp zooveel excuses als de minister van financiën
spijkers om zpn belastingplannen op te hangen,
het feit is niet weg te redeneeren, dat het po-
gram van '88 bpna geheel onuitgevoerd is
gebleven, èn wat de totstandbrenging der
organieke wetten betreft, door de grondwet
gevorderd, èn wat financieele en sociale her
vormingen aangaat. Men heeft nu wel gezegd,
dat eerst na 20, 30 jaren de anti-liberale be
ginselen vruchtdragend worden, maar dat had
men dan ook bp de stembus aan het Neder-
landsche volk moeten zeggen, in plaats van
een pogram van actie voor 3 jaren voor te
spiegelen, waarvan niets of ongeveer niets is
gekomen.
Thans weten wp hetnog 20 of 30 jaren
clericaal bestuur en men zal eerst bemerken
dat het er is. Of de natie werkeljjk lust zal
hebben in zoo'n lange proef?"
Dit nu zegt een liberaal.
Maar wil men hetzelfde eens hooren van
een katholiek, dus van voorheen bevriende
zjjde, dan leze men het jongste nommer van
de in onze provincie verschijnende Scheldebode,
die in een uitvoerig opstel de grieven tegen en
de tekortkomingen van het kabinet opsomt.
Bp kon. besl. is, zooals nog in een deel der
oplaag van ons vorig nommer is gemeld, P.
J. van der Mandere herbenoemd tot burgemeester
van Kapelle.
Bjj beschikking van den minister van wa
terstaat enz. is aan A. G. J. Henkelman, op
zpn verzoek, eervol ontslag verleend als op
zichter van den waterstaat der le klasse, en
bevorderd tot opzichter van den waterstaat der
le klasse W. van Enst B.Jz,, tot opzichter 2e
kl. J. Bos, en tot opzichter der 3e klasse J.
Schol.
Als toelichting van het ingekomen wetsont
werp tot verlenging van den diensttpd voor de
ingelijfden bij de militie te land der lichtingen
van 1885 en 1886 en voor de ingeljjfden der
zeemilitie der lichting van 1887 zegt de re
geering dat het beoogt bestendiging van den
toestand en dat in dienst gebonden worden zeven
lichtingen bp de militie te land en vpf lich
tingen bp de zeemilitie.
In den overgangstoestand, waarin de orga
nisatie der levende strijdkrachten verkeert,
wenscht de regeering, zooals trouwens reeds
blptt nit het bp de Tweede kamer der Staten-
generaal aanhangige wetsontwerp, houdende
bepalingen, regelende het in werking treden
van de wet op den dienstplicht enzin deze
niet verder te gaan.
De minister van oorlog doet hierbp opmer
ken dat, bijaldien het tegenwoordig ontwerp
tot wet wordt verheven, de in 1890, in ver
band met het in dienst houden van zeven
lichtingen miliciens, met betrekking tot de
organisatie der infanterie en der vesting-artil
lerie genomen maatregelen, voorshands zullen
moeten worden bestendigd.
Ha de stedenwet kwam Donderdag in de
Tweede kamer in behandeling het ontwerp tot
goedkeuring der overeenkomsten met de Neder-
land en de Rotterdamsche Lluyd, betreffende de
verzending van de mail.
De heer Cremer verklaarde steeds medegewerkt
te hebben tot de bevordering der scheepvaarts-
belangen. Juist daarom had hp deze contracten
verlangend tegemoet gezien, maar ze hebben
hem sterk teleurgesteld. Ze kunnen aan Ne
derland en Indië belangrpke financieele ver
plichtingen opleggen in ruil van onbelangrijke
diensten. De minister van financiën had meer
moeten waken voor 't geldelijk belang. Hp
scbjjnt echter zeer vrijgevig, waar het zjjri
ambtgenoot voor waterstaat betreft. En wat
het departement van koloniën aangaat de
heer Cremer begreep niet, dat de minister
eenige tonnen 's jaars wil beschikbaar stel
len voor eene zaak, die Indië in deze eeuw
niet zal baten. De bestaande maildienst is
voldoende voor passagiers en goederen, niet
voor het mailvervoer Onhoudbaar is die
toestand nietvoor haastige passagiers en
brieven zorgt de buitenlandsche mail. Sedert
de indiening dezer contracten hebben handel,
pers en kamers van koophandel gezwegen over
deze veranderingen, omdat zp die niet konden
prpzen. De wensch naar verandering is dan
ook gekomen van de stoomvaartmaatschappijen.
Door deze contracten zullen de belangen der
postverzending niet mede worden bevorderd
gelijk de regeering beweert, maar de contracten
zijn mail-contracten en uitsluitend voor dat
doel gemaakt. Voor vervoergelegenheid tus
schen Indië en Nederland behoeft trouwens geen
vreeB te bestaan. Natuuripk kan de regee
ring dat vervoer regelen m haar belang. We
hebbendus in hoofdzaak te doen met de poat-
contracten. Daarbp wordt gegarandeerd aan de
Nederland f 124,000 en aan de Rott. Lloyd
ƒ88,200 per jaar. Verandering in de uitreis
wordt, wat de Nederland betreft, niet gebracht.
Ze moest geschieden in 30 dagen en zal dan
plaats hebben in 29 a 30 dagen; een vooruit
gang, zegt de regeering. Maar voor een ver
schil van minder dan 12 uur in de vaart wordt
geen boete geheven. Fcitelpk is de vaarttjjd
12 uur verlengd. De thuisreis is 12 uur ver
kort. Met de Rott. Lloyd zal de vaart iets
vooruitgaan. De uitreizen zullen varieeren
tusschen 29 en 31£, de thuisreizen tusschen 30
en 32|. De Fransche en Engelsche mails doen
in 27 dagen de uit- en thuisreis. Die versnel
ling voor onze vaart te verkrpgen is het doel
van de contracten.
De vraag is: zullen wp versnelling krjjgen
van 3 a 4 dagen, en onze maildienst even snel
worden als de buitenlandsche Neen, ant
woordt de heer Cremer op beide vragen. Ner
gens is in art. 12 bepaald dat de schepen op
zekertn termijn het maximum van snelheid
zullen moeten verkrpgen. Het is geheel over
gelaten au bonplaisir der maatschappij. Waarom
ook ongelijkheid gebracht in de eischen voor
de Rott. Lloyd en de Nederland 1 vroeg hp. De
twee dagen versnelling hangen ook geheel in
de lucht, ze zullen geleidelijk verkregen wor
den over 13 jaar.
De heer Geertsema kon zich aansluiten bij
het betoog van den vorigen spreker. De staat
krpgt hier geene waar voor zpn geld. Dit komt
door de tweeslachtige manier van handelen.
Onze krachten worden verdeeld over twee
maatschappijen. Wij moeten onze krachten
concentreerendan krpgen wp iets goeds.
Wat wp nu verkrpgen staat niet in verhouding
tot de offers, die wij brengen. De regeering
had het advies van de Indische regeering en
van de kamers van koophandel moeten vragen.
Het is bier eene protectie aan twee maatschap
pijen zonder dat het werkelpk doel wordt
bereikt.
De heer Levyssohn Norman rangschikt zich
ook onder de bestrpders. Wp eischen hier meer
dan wij noodig hebben. Wp behoeven zulke
groote snelheid niet als de vreemde Maatschap
pijen. Onze maildiensten zpn goed Wagenpaar-
den kunnen geen racepaarden zpn, en onze
Maatschappijen kunnen wjj geen 7c«res-vleugelen
aanbinden. Wp moeten dus de bepaling omtrent
de premie voor meerdere snelheid uit de con
tracten lichten en eenvoudig eene hoogere
uitkeering aan de Lloyd bedingen als deze op
gelijken voet zal zpn gekomen met de Nederland.
Dan zullen de geldeljjke gevolgen veel minder
zpn en wp jaarlpks niet meer dan ƒ64.000 hooger
bijdrage geven en anders ruim 260,000 en meer
moeten geven. Wp moeten ook de bevoegdheid
hebben de stoomschepen te huren.
De heer Goyot, ofschoon erkennende, dat de
voorgespiegelde voord.eelem niet zullen bereikt
worden, vond daarin echter geene reden om de
contracten af te stemmen. Na de eerste stelling
n het breede te hebben toegelicht, zeide hp,
idat wp als koloniale mogendheid er groot be-
ang bp hebben, dat de tegenwoordige Neder-
andsche maildienst bljjve bestaan in ge-
lljjke verhouding tot de buitenlandsche, zoodat
wp blpvenconcurreeren met het geregeld vervoer
van den vreemde, en daartoe is hooger subsidie
tot dekking van hoogere exploitatiekosten on-
vermjjdeljjk. Op het bedrag van subsidie komt
het bier minder aan. Het voornaamste is dat
w|j ons tegenover het buitenland in onze
positie handhaven.
De minister van waterstaat verdedigde de
overeenkomsten, naar welke herhaaldelijk ie
gevraagd door de belanghebbenden. De Maat
schappijen zouden op den bestaanden voet niet
hebben kunnen voortgaan.
Wp krpgen thans, zeide de minister, eene
meerdere snelheid van ongeveer anderhalven
dag in beide richtingen. Men denke hierbp
ook aan het goederenvervoer. Men zon moeie-
Ijjk, na gewend te zpn aan zevendaagschen
dienst, kunnen terugkeeren tot een veerlien-
daagschen. Dat wp voor betrekkelijk langen
tpd contraoteeren is onvermjjdeljjk wegens de
opgelegde belangrijke kosten van het materieel
door de uitbreiding. Maar feitelpk contracteeren
wij eigenljjk met éene Maatschappij, omdat
beide zevendaagscbe diensten elkander aan
vullen. De minister van koloniën verklaarde
dit offer uit de Indische financiën door de te
verkrpgen voordeelen gerechtvaardigd, aange
zien wp verkrpgen een van het buitenland geheel
onafhankelpken Nederlandschen dienst,
ook voor het vervoer van mindere militairen.
Heden voortzetting van het debat. (Men zie
laatste berichten.)
Door den heer mr H. Ph. de Kanter en eenige
andere heeren is ontworpen het volgende
concept-adres aan de Tweede kamer in zake
de jachtwet, waarvan hjj ons opname verzocht
Het luidt.
Geven eerbiedig te kennen
de ondergeteekenden, meerderjarige ingezete
nen der gemeentedat zp zich gedron
gen gevoelen uwe aandacht te vestigen op de
wet van 13 Juni 1857 Stbl. no 87, regelende
de jacht en visscherij, speciaal voor dat gedeelte,
wat op do jacht betrekking heeft
dat zp met den meesten nadruk wijziging
van deze wet moeten aanbevelen en mitsdien
verzoeken op de volgende gronden
lo die wet beschermt geen Siaaisbelang,
doch eenvoudig het genot van enkelen. Het
financiëel voordeel, dat de Staat trekt uit de
jachtacten, weegt op verre na niet op tegen de
kosten, die de bescherming van het jachtver
maak na zich sleept. Het in wezen houden
van den wildstand op zich zelf kan evenmin een
staatsbelang heeten, daar hierdoor noch ter
wille van de industrie, noch ter wille van het
volksvoedsel gelpk de visscherp nut ge
sticht wordt, doch integendeel groot en onover
komelijk nadeel, gelpk door ons zal worden
aangetoond
2o. de bescherming, die de wet aan het
jachtvermaak verleent, is hoogst nadeelig voor
landbouw, tuinbouw en bloementeelt, daar het
wild leeft en onder bescherming der jachtwet
kunstmatig wordt voortgeteeld van hetgeen
deze takken van industrie met de grootste
kosten uit den grond te voorschijn brengen.
Requeatranten rekenen 'net onnoodig deze na-
deelen opnieuw uitvoerig uiteen te zetten, waar
de kamer reeds herhaaldelijk door adressen van
verschillende vereenigingen, die deze indus
trieën als 'tware vertegenwoordigen, op dat
nadeel is gewezen. Zp vragen echter nogmaals
welk Ntoaisbelang eischt, dat de wet hun ge
durende 8 maanden van het jaar geheel verbiedt
gedierte te dooden, dat deze uitgebreide takken
van het volksbestaan voortdurend benadeelt,
om dan gedurende 4 maanden, mits onder zeer
onereuse voorwaarden, en nog wel alleen,
indien zp niet gedrukt zijn onder heerljjke
jacbtrecbten, tot het dooden daarvan te mogen
overgaan, doeh alleen in een tpd, als het wild
weinig schade doet, omdat de oogst van het
veld is
3o de bescherming van het jachtvermaak
door de jachtwet demoraliseert ons volk. Men
gehoorzaamt onwillig eene wet, die onnoodige
offers vergt, vooral indien er geen algemeen
belang, doch slechts een particulier belang mee
gediend wordt. Men maakt het niemand dui
delijk, dat de eigenaar van den grond een
strafbaar feit pleegt als hp van de hem door
de burgerlijke wet (art. 641 B. W.) in beginsel
toegekende bevoegdheid gebruik maakt, om
zich het op dien grond zich bevindend wild
toe te eigenen, en dat h|j lpdelpk de schade,
hem door dat wild veroorzaakt, moet aanzien
om aan anderen het genot te laten dit te dooden.
En wanneer men dan tot die overtuiging ge
bracht moet worden door de straffende hand
der overheid, dan komt het volksgeweten in
verzetmen zoekt op allerlei wpzen die wet
te ontduiken; men gaat de overheid haten,
die deze wet handhaaft, en onder bepaalde
omstandigheden kan dat verzet zoodanig worden
geprikkeld dat de voorbeelden zpn trouwens
talloos misdaad het gevolg wordt.
En die omstandigheden worden inzake hand
having van de jachtwet kunstmatig in het
leven geroepen en het zedebederf mitsdien
verergerd
a. door het veelvuldig uitreiken van de
bevoegdheid als onbezoldigd rijksveldwachter,
waardoor een heirleger politie-ambtenaren ont
staat, niet ten dienste van 'l algemeen, maar
ten dienste van enkele particulieren, terwpl hun
bevoegdheid van verbaliseeren met dat van
gewone politiedienaren gelpk staat. Het ontzag
voor dezen neemt af, naarmate het aantal dezer
dienaren der openbare macht in particulieren
dienst toeneemt
b. door het premiestelsel, hetgeen mogelpk
maakt dat üpfcsambtenaren door particulieren
worden bezoldigd, om ten strengste eene wet
toe te passen, die schade doet aan 't algemeen.
Dit fooienstelsel bederft niet alleen de politie
te velde, doordien zp tuk op meerdere ver
dienste voornamelpk de particulieren helpt,
aan wie wat te verdienen is, maar zp ontneemt
ook aan de menigte het laatste ontzag voor
die dienaren, omdat in haar oog, wat belooning
is voor extra diensten, eenvoudig met omkooping
gelpk staat.
Waar onder deze omstandigheden het aantal
overtredingen der wet op de jacht en visscherp
reeds in 1887 tot over de 6000 gestegen was
tegen 1300 in 1854, daar kweekt die wet eene
zekere vertrouwdheid met, eene stellige onder
schatting van het begrip misdrijf, die almede
zeer demoraliseerend werken op het volk,
daargelaten nog de kolossale uitgaven, die deze
veroordeelingen voor 't rjjk medebrengen, daar
bpna alle opgelegde geldboeten door het
ondergaan van hechtenis worden gekweten.
Re quest ran ten komen op bovenstaande gron
den tot u met het verzoek, om door eene uit
spraak van uwe vergadering bp de regeering
aan te dringen op zoodanige wjjziging van de
wet op de jacht en visscherp, dat de kunstmatige
bescherming van den wildstand en daarmede
van het jachtvermaak een einde neme en het
in art. 641 B. W. uitgesproken beginsel einde
lijk tot zpn recht kometerwpl zp tevens ten
dringendste aanbevelen, om, ter inkrimping
van de schade, door den land- en tuinbouw
van heerljjke jachtrechten te Ijjden, de afkoop-
baarstelling daarvan te vergemakkelijken.
Getrouw aan onze toezegging wenschen
wjj nog eenigszins meer uitvoerig melding te
maken van het vroeger kortelpk genoemde
Jaarboekje voor de oudheidkunde en geschiedenis
van Zeeland en Zeeuwsch-Vlaanderen, Scaldis,
onder redactie van den heer G. A. Vorsterman
van Open te Aardenburg.
Behalve de gewone in de meeste jaarboekjes
voorkomende opgaven en mededeelingen bevat
Scaldis in de eerste en voornaamste plaats een
verhaalDe zustermoord, een paar bladzpden
nit de lijfstraffelijke rechtspleging te Aarden
burg. Hoe interessant voor sommigen de ver
schillende bijzonderheden over de jurisprudentie
in vroeger tpd mogen zpn, toch zpn wp van
meening dat bp de meeste weetgierige lezers
door het te veel uitspinnen van de onderschei
dene gerechtelijke stukken de belangstelling
in het verhaal niet wordt vermeerderd.
Een tweede bjjdrage Een vorstelijk bezoek te
Middelburg in 1515, is, bedriegt onze herinnering
ons niet, vroeger door een Middelburgsch ge-
schiedvorscher op ongeveer dezelfde wjjze be
handeld.
De stukken betreffende besmettelijke ziekten
onder vee en de mededeelingen omtrent vroe
gere schoolreglementen zpn in dit boekje zeker
op hun plaats, evenals bet in memoriam van
wjjlen den admiraal A. J. de Smit van den
Broeckein dit laatste hadden wjj gaarne ook
breedvoeriger gewag gemaakt zien van de door
dezen echten Zeeuw bedreven wapenfeiten.
Ten slotte vinden wp in het werkje eene
zeer uitvoerige, o. i. wel wat te uitvoerige,
levensbeschrijving van wjjlen koning Willem III.
Waar wp op enkele leemten of gebreken
meenden te moeten wpzen deden wp dit niet
om te laken, integendeel, wp stellen het werk
van den heer Yorsterman van Oyen daartoe op
hoogen prjjs en spreken gaarne de hoop uit
dat hjj op den ingeslagen weg zal voortgaan
en het hem niet aan ondersteuning en mede
werking zal ontbreken om deze Zeeuwsche
uitgave te kunnen voortzetten.
De geschiedenis van onze provincie levert
stof voor belangwekkende en voor het nage
slacht: wetenswaardige mededeelingen te over.
Behalve te Berljjn en te St. Petersburg
zal Thermidor ook te Londen gegeven worden
en wel in het Engelsch en het Franscb. Het
laatste in het Lyceum Theatre met Coquelin.
Naar men verzekert zal de Fransche re
geering binnen kort het verbod tegen Thermidor
opheffen. Sardou heeft aangeboden zpn stuk
te wjjzigen.
De Woensdag te Tholen gehouden alge-
meene vergadering van de afdeeling Zeeland
der vereeniging Iiet Ned. Paarden-Stamboek was,
ofschoon de agenda zeer veel punten ter be
handeling vermeldde, tengevolge van de moei
lijke reisgelegenheden niet zeer druk bezocht.
De voorzitter, de heer Job. van der Have Az.,
bracht verslag uit omtrent den toestand der
afdeeling, die, vergeleken bjj andere afdeelingen,
zeer gunstig is en het hoogst aantal leden telt.
Verder bracht de heer F. J. Voorbejjtel als
afgevaardigde op de algemeene vergadering, op
11 Sept. 1890 te Dordrecht gehouden, verslag
uit van het daar verhandelde.
Als commissaris, lid van het hoofdbestuur
werd benoemd de heer C. A. H. Wagtho te
Tholen, die zich bereid verklaarde deze functie
op zich te nemen.
Tot afgevaardigden ter algemeene vergade
ring in 1891 werden gekozen de heeren T. J.
Voorbejjtel en J. J. van Weel en als plaats
vervangers de heeren J. W. Wagtho en L. J.
DorBt. Oorspronkelijk was het idee er vier te
benoemen, doch met het oog op de financieele
bezwaren en om andere reden besloot men
zich tot twee te bepalen.
Voor de volgende vergadering kwam Noord-
Beveland aan de beurt en werd Colpnsplaat
als plaats aangewezen, terwpl de heeren J.
Swemer, P. Tazelaar Nz. en G. J. van der
Linde, op voorstel van den heer De Wit Andries-
sen, bjj acclamatie benoemd werden als com
missie tot onderzoek der rekening over 1890.
De voorzitter deelde mee, dat het bestuur
besloot als proef in afgelegen plaatsen te
keuren en dat daartoe in Juni ook te St. Philips-
land, Krabbendjjke, Yzendjjke en Axel eene keu
ring tot opname van paarden in het N. P. S. zal
plaats hebben.
Art. 2 der bepalingen werd vervolgens
gewjjzigd in overeenstemming met het regle
ment op de rijkssubsidie en zal als volgt gelezen
worden»Jaarljjks hebben daartoe keuringen
plaats lo telkenmale bjj of vóór die, door de com
missie ter bevordering en ter aanmoediging van
de verbetering der paardenfokkerij in Zeeland
voor het toekennen van subsidiën of premiën
uit 't crediet, door 't rijk, de provincie en het
hoofdbestuur der Zeeuwsche Landbouw-MaaU
schappij beschikbaar gesteld, en 2o bp gelegenheid
van de landbouwtentoonstelling ter plaatse
waar die gehouden zal worden."
Wordt in de een of andere plaats eene keu
ring tot opname in het Ned. Paarden-Stamboek
gehouden, dan heeft ieder lid het recht paarden
aan te bieden. Verlangt men kennisgeving
van den dag, de plaats en het uur der keuring
dan geeft men bp behoorlijk ingevulde formu
lieren, welke op aanvrage gratis bp den secre
taris verkrijgbaar zpn, aan dezen daarvan
kennis. Zoo het bestuur voorafgaande aangifte
wenacheljjk acht, zal den leden een formulier
tot aanvrage worden toegezonden. Tusschen-
tjjds inkomende aanvragen bljjven liggen tot
de volgende keuring, tenzp de aanvrager deze
geheel ten zpnen kosten wil laten verrichten,,
Tjjd en plaats der keuringen worden door
het bestuur bepaald en bjj advertentie in de
locale bladen of door eene bpzondtre kennis
geving aan de aanvragers bekend gemaakt.
Nog werd goedgevonden in art. 4 van de
bepalingen de 4e alinea op den 4en regel na
svoldaan", te lezen »voor hengsten en merriën
afkomstig van stamboekouders (uit de veulen-
boeken bljjkende) zpn de insehrpvingskosten
respectievelijk 7.50 en f 1.50 en in art. 5
van de bepalingen na de 2e alinea eene nieuwe
alinea te plaatsen van dezen inhoud»De in
het Ned. Paarden Stamboek ingeschreven heng
sten moeten jaarlpks in de maand Februari
ter herkeuring worden aangeboden, waartoe
de eigenaar zal worden uitgenoódigd; verzuimt
men zonder opgaaf van geldige redenen het
dier ter keuring te brengen, dan kan door het
bestuur gehandeld worden overeenkomstig de
bepaling in de eerste alinea van dit artikel.
Naar aanleiding van een voorstel van het