N°. 23. 134e Jaargang. 1891. Woensdag 28 Januari Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën 20 cent per regel. Bij abonnement lager. Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten, benevens alle dankbetuigingen; van 17 regels 1.50; iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Middelburg 27 Januari. FEUILLETON. Het likeurglaasje van tante. LETTEREN EN KUNST. m lllllilllltl li(.S( Thermometer. Middelburg 27 Jan. vm. 8 n. 34 gr. m. 12 u. 40 gr., av. 4 u. 41 gr. F. Verwacht Z. W. wind. Agenten te Vlissingen F. G. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te KrniningenF. v. d. Peul, te Zierikzee: A. C. de Mooij, te Tholen: W. A. tan Nieuwenhüijzen en te TemeuzenM de Jonge. teerder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de advertentie-bureau's van Nijgh Van Dithab, te Rotterdam, de Gebb. Belineante, te 's Gravenbage, en A. de la Mab Azn., te Amsterdam. Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen.de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger. Advertentiën moeten des namiddags te één uur aan het bureau bezorgd zjjn, willen zjj des avonds nog worden opgenomen Een onzer correspondenten uit het land van Hulst vond in de dezer dagen gevoerde be spreking van onze jachtwet aanleiding ons het volgende te schreven over wijziging van die wet In de Midd. Ct van Maandag 19 Januari heeft zekere P. een ingezonden stuk geplaatst, naar aanleiding der druk besproken jacht- kwestie. Hjj geeft daarin den raad, om den bezoldigden en on bezoldigden jachtopzieners het recht te geven na herhaalde aanroeping op de stroopers te schieten, teneinde dezen te dwingen zich te laten bekeuren, en om door aanhoudend bekeuren hen van ban hartstocht te genezen. Ik ken de Btroopers, en meen daarom tegen zulk O.n maatregel, die ons van de Scylla in den Chary b- diB voeren zou, te moeten waarschuwen. Het aantal processen-verbaal zou ongetwijfeld ge ducht Btjjgen, maar nog geduchter (ik gebruik de woorden in geduchten zin) dat der slachtoffeis, zoowel aan de zjjde van het toezicht, als aan die der overtreders van de jachtwet. En dat wil P. zeker evenmin als ik en zeer veel anderen. De heer De Eanter heeft het ongetwijfeld bjj het rechte eind de jacht dient vrjj te zjjn, met dien verstande, dat men van den gebruiker van den grond toestemming moet hebben om op dien grond te loopen. Het aantal jagers zal dan gaandeweg grooter en het wild gedurig zeldzamer worden et faut de gibier pas de bracon- niers. Zoolang echter een Btrooper in éen winter 50 of meer hazen kan bemachtigen en, om eens een enkel voorbeeld te noemen, de prinsen van Aremberg er honderden op een dag schieten in hunne jacht bp Kieldrecht, zoolang de tegenwoordige jachtwet vigeerende is zóólang zullen er bloedige botsingen in grooten getale plaats vinden tusschen opzieners van de jaoht en wildstrooperB. En ik vrees, dat dit nog lang, zeer lang zoo bljjven zal. Immers, van alle zjjden komen de verdedigers van den om wraak roependen toe stand opdagen. Daar is ook de heer Van Tujjll. Hp beweert dat de heer De Kanter over de kwestie niet kalm heeft nagedacht, en dat hij zich door zjjn gevoel laat meeslepen. Een heel leger van boschwachters, drjjvers etc., die bjj de jacht brood nebben en werk, is z. i. door den opgewonden Haarlemmer vergeten. Maar och, mpnheer Van Tujjll, verdienen die opzieners •ons medelpden niet driewerf Zjjn die drpvers meestal geen boschwachters, rijksveldwachters, kommiezen en maréchaussées zelfs, of wel andere personen die dat doen om zich te amusee- ren? Of om een haas te krpgen? Moet de zoutaccpns behouden bljjven, omdat een groot aantal smokkelaars en kommiezen daarbjj hun brood verdienen En gjj, heeren jagers, ik geloof, dat gjj allen goede menschen zjjtmaar gjj zoudt uwe menschlievendheid vooral kunnen toonen door niet te hard te protesteeren tegen de edele zaak van den heer De Kanter, zjj het ook met het vooruitzicht u misschien in de toekomst met een langoor of wat minder te moeten ver maken. Als in de 17e eeuw prins Willem III Uit het Deensch. VAN HANS PFEILBCHMIDT. Het was geschied de zes glaasjes en de tweede karaf waren gekochtwat kon ik er nu nog tegen zeggen Ik schikte mjj dns in het geval, en wjj hadden twee likeurstelletjes in plaats van een. Daarin moest ik mjjn vrouw geljjk gevende nieuwe karaf met de zes nieuwe glaasjes en dat van tante er bjj Btond prachtig. Ik vond de glaasjes wel niet heel goedkoop, maar daarentegen kostte die fraaie kristallen karaf ook bjjna niets. Het nieuwe stel kreeg de eereplaats midden op het buffet; maar nu was daar geen plaats meer voor het oude. Waar moest dat nu heen Mjjn prak tisch vrouwtje had die vraag reeds overdacht, eer ik haar uitsprak. In de eetkamer stond een sierljjk rond tafeltje en daarop werd het oude stel gezet. »Staat het daar niet heel netjes Men moet er maar Blag van hebben iets te schikken maar nu pas op dat gjj ip het voorbjjgaan niet tegen bet taieltje stoot; met zjjne vorstelijke bezoekers ter jacht trok moesten tij zich wel met éen enkel haasje en éen enkel konjjntje vergenoegen. En de jacht was er niet minder interessant om. De bewe ging is dus niet tegen u gericht. Maar tegen die barbaarsche tooneelen om niet schier In de Tijd bespreekt de heer Van Nunen, lid der Tweede kamer, het aanhangige wetsont werp omtrent den accjjns op de suiker; een ontwerp dat, volgens hem, den landbouw on berekenbare schade berokkenen zal. Deze gedragsljjn der regeering verwondert hem te meer, omdat men leze dit vooral zjj, of liever gezegd de katholieke en de anti-re- volutionnaire partjj, haar steun grootendeeh vindt op het platteland, en men dus had mogen verwachten, dat op de belangen van den land bouwer tegenwoordig bjjzonder zou worden gelet. Dit gebeurt evenwel nietzelfs zou, bp aanneming van bedoeld wetsontwerp, aan den landbouw, althans in veel streken, een slag worden toegebracht, waarvan bjj zich in de tegenwoordige omstandigheden moeiljjk zal kunnen herstellen. Zonderling vindt de heer Van Nunen het, dat het voorstel daartoe gedaan wordt ongeveer tegel jjk met een ander tot het Bluiten van een overeenkomst met de Maatschappjj Nederland en de Rotterdamsche Lloyd, waarbjj aan deze een vrjj groote directe bescherming wordt verleend in den vorm van premiën voor het brievenvervoer. Dit geschiedt niet, omdat die Maatschappjjen zoo'n bescherming nu reeds noodig hebben, maar bljjkbaar alleen om haar in de toekomst te wapenen tegen vreemde con currentie. De heer Van Nunen wjjst op art. 2 van het ontwerp, dat luidt Omslag volgens artikel 1 heeft niet plaats, indien de gezamenlijke hoeveelheid droge witte broodsuiker, waarvan de fabrikanten in het bjj dat artikel bedoelde werkjaar volgens art. 56 der voormelde wet van 7 Juli 1867 zjjn aan geslagen, met inbegrip der verhoogingen krachtens art. 77 dier wet, 29 millioen kilo gram niet te boven gaat. »Bjj een hooger aanslagstotaal bedraagt de omslag hoogstens 6 per 1000 kilogram over het meerdere." Het spreekt volgens den schrjjver van zelf, dat de suikerfabrikanten voortaan slechts voor zoodanige hoeveelheid beetwortelen met de landbouwers zullen kunnen contracteeren, dat zjj te zamen vóór niet meer dan 29,000,000 kilogram droge witte broodsuiker zullen wor den aangeslagen. Want zoodra deze hoeveel heid overschreden wordt, zullen zjj (afgeschei den van den gewonen suikeraccjjns) moeten bjjpassen hetgeen die accpns minder dan 8$ millioen per jaar heeft opgebracht, tot een bedrag van hoogstens 6 per 100 kilogram over hetgeen boven de 29 millioen kilogram suiker is geproduceerd. Bp aanneming van art. 2 zou dus de productie can beetwortelen aanzienljjk moeten worden ingekrompen. En van hoeveel beteekenis dit zou wezen, wordt duideljjk, als men bedenkt dat de aanslag, die voortaan tot 29 millioen kilogram zal moeten worden teruggebracht, want het heeft maar éen_ poot in het midden en kantelt nog al licht." Nu leidden wjj bjjna vier weken lang een prettig leven. Eiken dag gingen wjj naar de eetkamer (niet om te eten, dat deden wjj in de huiskamer) en bekeken onze likeurstelletjes. In de vierde week komt mjjn vrouw mjj op zekeren dag, toen ik van het bureau thuis kom, doodeljjk ontsteld te gemoet en zegt »01 Robert het was vreeseljjk >Lieve hemel kind, wat is u overkomen?" »Ik heb dadeljjk bruispoeder genomen. Gelukkig is het nietgebroken maar de schrik Na lang aarzelen vertelde zjj mjj eindeljjb hoe het gekomen was. Zjj had in het voorbjj gaan even aan het tafeltje met het oudste stelletje gestooten en het had geen haar ge scheeld of de heele boel was omgevallen en gebroken. Toen ik dat ontzettende bericht vernomen had, moest ik mijn vrouw in de eetkamer volgen en een aanschou welijke dramatische voorstelling bjjwonen, waarbjj mjj de haren te bergen rezen. »Gp begrijpt, Robert," voegde zjj er ten slotte bjj. »dat het hier niet kan blijven staan. Geen uur langer, het is te onpractisch." »Zeker," zei ik met beslistheid, »geen minuut langer, wjj zullen het stelletje terstond van het tafeltje nemen en weg sluiten." »Weg sluiten Hoe komt gij er aan in 1889 circa 46£ milioen kilogram bedroeg en voor de nu nagenoeg geëindigde campagne ver moedelijk 52 millioen kilogram bedragen zal. De bietencultuur zal bjj onveranderde aan neming van het ontwerp-suikerwet dus tot ongeveer de helft moeten worden ingekrompen, waarvan nog het gevolg zal wezen, dat de prjjs, welke voor de beetwortelen aan de land bouwers zal worden betaald, aanzienlijk zal worden verlaagd. Reeds nu doen zich de gevolgen van de in diening van het wetsontwerp op onrustbarende wjjze gevoelen. Het sluiten van contracten met de landbouwers tenzjj op voor dezen geheel onaannemelijke voorwaarden voor de volgende campagne ondervindt er de. droe vigste gevolgen van. En die gevolgen zullen in het najaar voor de duizenden overige be langhebbenden, als schippers, fabriekarbeiders enz. op nog ergere wjjze aan het licht komen. Terwjjl dus niet kan worden ontkend, dat het wetsontwerp bjj aanneming een doodeljjken invloed zon oefenen op den bloei van onze landbouw- en suiker-industrie, moet men zoo schrjjtt de heer Van Nunen aan dén ande ren kant toch toegeven, dat een voortdurende uitbreiding der beetwortel-cultuur nadeelig zou terugwerken op de opbrengst van den accpns. De ondervinding, in het afgeloopen jaar opgedaan, heeft dit reeds geleerd, toen die opbrengst, ten gevolge van den zeer voordee- ligen beetworteloogst der vorige campagne, circa 7j ton beneden de raming bleef. Die voordeelige oogst had ten gevolge, dat in 1890 zeer veel land voor beetwortelteelt werd bestemd, met het resultaat, dat, al was de opbrengst per hectare ook minder dan in 1889, de totale hoeveelheid in 1890 geoogste beetwortelen toch nog grooter was dan in 1889. Ging dit altpd voort, dan zon, evenals in België is geschied, de opbrengst van den suiker accpns weldra onrustbarend verminderen. Ten einde daarom de belangen van landbouw en industrie in overeenstemming met elkaar te brengen, komt het mp wenscheljjfc voor, be halve art. 1ook art. 2 van het wetsontwerp te wjj- zigen in dien zin, dat daarin het cjjfer 29,000,000 wordt veranderd in 45,000,000. Daardoor zou, als men rekening houdt met het toenemen der consumtie, het tekort van den suiker-accjjns over 1892 worden gereduceerd tot 325,000, oiu reeds in 1894 in een overschot te veranderen. Na dien tjjd zou de suiker- accjjns regelmatig bljjven toenemen met het bedrag van de gemiddelde toeneming der consumtie. Voor den landbouw enz. zou de geschetste regeling het voordeel opleveren, dat voorloopig de toestand zou kunnen bljjven zooals hjj thans is. Van een uitbreiding der totale met beet wortelen beplante oppervlakte zou in Neder land wel weinig of geen sprake meer kunnen zjjn, doch voor een inkrimping der ciltuur, met al de daaraan verhonden hoogst nadeelige gevolgen, zou men evenmin beducht behoeven te wezen, terwjjl de fiscus daarvan slechts een paar jaren lang een nadeel van eenige tonnen zou ondervinden. Men heeft er nog niet aan gedacht om terug te komen op de maatregelen, ettelijke jaren geleden ten opzichte der Indisehe suiker-cultuur genomen, waarvan, zooals men weet, het gevolg En als mevrouw Knietsch dan eens een visife" kwam maken 1" »Wat moeten wij dan doen?" »Wat zpt gjj toch onpractisch 1 Ziet gjj dan niet dat het stelletje daar best kan bljjven staan; maar het moet een steviger tafeltje hebben." »Ja o ja dat is waar 1" »Een heel eenvoudig, goedkoop tafeltje natuurljjk, dat vast staat op vier pooten. O, hemel 1 ik ril nog als ik er aan denk, hoe de glaasjes tegen elkaar rammelden Ik vreesde een herhaling van het voorgeval lene en om die te voorkomen begaf ik mp snel naar een meubelmaker, kocht een heel stevig tafeltje op vier pooten, eenvoudig maar nieuwerwetsch, een zoogenaamd boerentafeltje. Dit weid nu op de plaats van het gevaarljjke ronde gezet, terwjjl dat naar de andere zjjde van het buffet verhuisde. Nu waren de twee likeurstelletjes in veiligheid, maar ik kon niet ontkennen dat die twee verschillend gevormde tafeltjes, aan weerszjjden van het buffet, geen zeer fraaien indruk maakten. In den beginne hield ik die opmerking voor mjj, doch toen ik uit de toespelingen napner vrouw begreep dat ook zjj niet geheel tevreden was met de schikking, bestond er voor mjj geen reden meer om te z wjj gen. »Wjj zouden dat verschil in vorm in alle geval kunnen verbergen door eendere, lang neer was, dat de schatkist eenige millioenen per jaar moest derven. Zou men nn, althans in de overgangsperiode, waarin de suiker-induBtrie alom verkeert, niet gedurende een paar jaar hetzelfde, maar op veel kleinere schaal, willen doen voor den Neder- landschen landbouw en industrie Dit zou zoo'n in het oog loopend meten met twee maten wezen ten nadeele van de Neder- landsche belangen, dat ik niet aarzel, als mpn gevoelen uit te spreken, dat noch de regeering, noch de volksvertegenwoordiging daarmede genoegen zouden nemen, en derhalve een wjjzi- ging van het ontwerp suikerwet in den boven aangegeven zin geen ernstige bezwaren zal ontmoeten. Bjj kon. besluit zjjn benoemd S. Rademaker, tot dpkgraaf van den Willem-Adriaanpolder, en A. A. van der Maas Fdz.tot gezworen van den Thoornpolder. Verder is de heer P. J. Eldering, arts, benoemd en aangesteld tot officier van gezondheid der 2e klasse bjj het pers. van den geneeskundigen dienst van het leger in N.-I. De Eerste kamer der Staten-generaal heeft Maandag avond ten half negen uur hare werk zaamheden hervat. Een aantal leden had bericht van verhinde ring ingezonden, deels wegens het dooiwêer, deels wegens jjsbezetting, deels wegens ver traging in de communicatie door den sneltrein. Nadat de geloofsbrieven van de nieuwbenoemde leden voor Zuid-Holland, de heeren Cremers en Nebbens Sterling, door eene commissie waren onderzocht en de Kamer tot hunne toelating had besloten, werden genoemde heeren door den voorzitter, daartoe bjj Kon. besluit ge machtigd, beëedigd en werden zjj geluk ge- wenscht, waarop zp zitting namen. Onder de ingekomen stukken behoorden de door de Tweede kamer aangenomen begrootin gen van Koloniën en Suriname, welke naar de afdeelingen werden verzonden. Na afloop der openbare zitting kwam de centrale afdeeling bpeen tot verdere regeling der werkzaamheden. De verkiezing voor een lid der Tweede kamer in het district Rotterdam vacature-Verniers van der Loeff zal plaats hebben op Dins dag 17 Februari e. k.en eene eventueele herstemming op Dinsdag 3 Maart. Door de arrondissements-rechtbank te Zwolle is, ter vervulling van eene vacature van rechter in dat college, opgemaakt de navolgende alpha- betische ljjst van aanbevelingmr S. A. Hulst, griffier der arr.-rechtbank te Heerenveenmr F. G. Kool, rechter in de arr.-rechtbank te Dordrecht, en mr W. H. Rojjer, substituut griffier bjj de arr.-rechtbank te Zwolle. Het goed slot der staatsrekening van Ned.- Indië over 1871 bedraagt ƒ19.694.945.01J, heb bende de ontvangsten bedragen 135.530.969.35 en de uitgaven 115.836.024.34J. Tot vast stelling van dat slot heeft de regeering een wetsontwerp bjj de Tweede kamer ingediend. Een gelijksoortig wetsontwerp was reeds den hangende tafelkleedjesmaar dat moesten pluche kleedjes zjjn en het zon toch een heele uitgaaf wezen om die aan te schaffen, niet waar Robert?" »Zeker," zei ik, niet zonder eenige bitsheid en telkens wanneer mjjn vrouw die zaak ter sprake bracht, bleef ik daarbjj. Ik kocht geen pluche kleedjes, maar wel een tweede vierkan ten tafeltje. Nu was alles naar den eisch. Aan weerszpden van het buffet stonden eendere tafeltjes, op het eene prjjkte het likeurstelletje van de kostschool-vriendin en op het andere plaatsten wjj het stelletje, dat tot nogtoe op het buffet had gestaan, met het glaasje van tante. De leêge plek op het buffet werd na eenigen tjjd ingenomen door een fraaien Bowl, dien Gnsta voor haar verjaardag gewenscht had, omdat (en zjj had niet geheel ongelpk) het oog iets hoogs miste in het midden van dien wand der eetkamer. Nu was alles in orde, behalve dat het ver dreven ronde tafeltje ons veel last bezorgde. In de eetkamer was er geen plaats meer voor, en het kwam in de huiskamer, maar daar stond het in den weg als de bloemen buiten begoten moesten worden. Wjj zetten het dus achter in de kamer, doch telkens als de meid de kachel aan maakte gooide zjj het om. Toen plaatste ik het bjj de piano om het als muziektafeltje te gebruiken, maar daar was het niet groot genoeg voor. Veertien dagen 5en Juli 1881 aanhangig gemaakt; daarover was den 25en Augustus 1885 een voorloopig verslag uitgebrachtter beantwoording daarvan werden de noodige inlichtingen in het laatst van 1887 ontvangen een tweede wetsontwerp verviel door de ontbinding der Kamer in Mei 1886, en thans wordt het voor de derde maal ingediend met een kleine wjjziging in de cjjfers. De toelichting van dat wetsontwerp bevat tevens eene beantwoording van de straks bedoelde, in 1885 gemaakte opmerkingen. Hierin worden voornameljjk eenige verschillen opgehelderd in de cjjfers, tegen welke de Kamer indertjjd be zwaar maakte. Van de 135 bedenkingen, in Indië gerezen, zouden er zegt de regeering vele zpn opgelost als de rekenkamer niet geweigerd had die vóór de aiBluiting van den dienst aan het departement van koloniën mede te deelen en de stukken ter verbetering ot aan vulling terug te zenden. De verschillende punten, die in de memorie van toelichting worden behandeld, betreffen over het geheel tal van onderwerpen, cjjfer- splitsingen oi cpferspecificatiën, welker toe lichting thans grootendeels hare actueele waarde heeft verloren. Wjj kannen er ons toe bepalen om o. a. van twee meer algemeene punten de volgende mededeelingen aan het regeerings- besluit te ontleenen. Men leest daarin nameljjk: - Wat er ook moge zjjn van de grieven, die in vroegere jaren wel tegen de werkzaamheid der Indische rekenkamer zpn te berde gebracht, men behoeft er niet aan te twijfelen dat het gewicht der taak, waarioe dit college geroepen is, door de Regeering ten volle wordt erkend. Wat van hare zijde kan worden gedaan om de rekenkamer tot het volbrengen van die taak in de gelegenheid te stellen, wordt niet ver zuimd. Dat vroeger dikwjjls hoofdcommiezen en referendarissen bjj de rekenkamer werden aangesteld, die niet in lagere rangen bjj hare bureau's gediend hadden, was een gevolg van de opvatting, dat tot die betrekkingen alleen personen konden worden benoemd, die aan het groot ambtenaars-examen voldaan hadden. Aan deze grief van de rekenkamer is sinds lang te gemoet gekomen, bljjkens het mede deelde in de koloniale verslagen van 1881. Nadat bjj het koninkljjk besluit van 27 Au gustus 1880 regelen waren afgekondigd om trent de vervolging van en het verbaal op ambtenaren, die den lande schade hebben toege bracht, zpn de meeste bljjvende bedenkingen der Algemeene Rekenkamer betreffende de dienstjaren vóór 1874 opgelost, hetzjj door in vordering langs minneljjken weg en daarop gevolgde storting, hetzjj door de verklaring der regeering in elk bjjzonder geval, dat geen schade waB toegebracht ot wel dat de sohade niet aan plichtverzuim was te wjjten. Wjj ontvingen heden een boekwerk van zeer practisch nut, nl. een Alphabetisch register op de notulen van de Provinciale staten van Zeeland over de jaren 1850 tot 1889. Dit register is, onder toezicht van Ged. staten, vervaardigd door den adjunct-commies H. J. G. Hartman, die zich op» zjjne gewone accurate wjjze van zjjne niet ge lang stond het in mpn studeerkamer, daarna overtuigde ik mpn vrouw dat de eeuwige tabaks rook binnen een paar maanden de fraaie poli toer zou bederven. Het ronde tafeltje wandelde letterlpk het geheele huis door; ik ontmoette het zooals men badplaatskennissen op de ochtendwandelingen, nu eens aan het begin der laan, dan in het midden, of aan het einde tegenkomt. Eindeljjk vond ik het op zekeren dag in de gang, en daar die des winters vrjj donker is, en ik aan bjjziendheid ljjd, schopte ik er bjj ongeluk tegen, er volgde een hevig gekraak en gestommel en eindeljjk een kern achtige vloekwant het ding was jnist op mpn linkervoet gevallen. Mpn vrouw kwam aanloopen en trachtte mjj met vergoêljjkende woorden tot ^bedaren te brengendoch toen die zonder uitwerking bleven werd zjj boos en riep uit»Lieve hemel, ik kan toch niet helpen dat deze woning te klein voor u is." Dat is nn zeven maanden geleden. Thans staan de drie tafeltjes, het oude ronde en de twee nieuwe, met de twee stelletjes en het likeurglaasje van tante, in een nieuwe woning die wjj sedert drie maanden betrokken hebben. Zjj is wel ruim honderd gulden duurder dan de oude, maar daarvoor hebben wjj ook gas in alle kamers en oneindig meer plaats dan in de vroegere woning. In den beginne was de ruimte zelf» wel wat heel groot voor ono

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1891 | | pagina 1