9 FEUILLETON* FONTLUCB, LETTEREN EN KUNST. ONDERWIJS. KERKNIEUWS. UIT STAD EN PROVINCIE. RECHTSZAKEN. die daar geteekend hebben, en een paar onder- teekenaars nitnoodigen, plaatseljjk het adres te laten rondgaan, om op die manier te krjjgen een krachtig en welsprekend protest tegen de ergerljjke toestanden, die de jachtwet in het leven roept. De heer V. d. W. B. toegevende dat de be. trekking van rijksveldwachter en jachtopziener niet van gevaar ontbloot is, en dat wanneer het mogeljjk is hierin verbetering te brengen, dit «oo spoedig mogelijk moet geschieden, vraagt in de N. R. Crt van heden den heer De Kanter echter hoe de door hem gewenschte verbetering in verband is te brengen met de jachtwet? Iedereen toch zegt hjj kan tegen be taling van f 21 het recht krjjgen om op zjjn grond het wild te schietenhij behoeft das niet te stroopen. Hjj wjjst erop dat de gevaarlijke stroopers dan ook niet zjjn de grondeigenaren of de land bouwers, maar de stroopers van beroep, die geen wild schieten om ban veldgewas te be schermen, mvar om zich het wild toe te eigenen, dat op een andermans grond loopt. Ook bjj verandering van de jachtwet, waarin alsdan bjjv. bepaald werd dat ieder grondeige naar het recht had het wild op zjjnen grond te schieten, zullen de gevaarlijke stroopers bljjven beBtaan. tenminste zoolang men niet aan een ieder het recht geeft om op alle gronden waar hjj maar wil te jagen. Alvorens zjjne instemming met een petition nement te betuigen zoude de heer v. d. W. B. gaarne weten op welke wijze schrjjver wil trachten de veiligheid der jachtopzieners en veldwachters te verhoogen zonder het eigen domsrecht te verkorten. Bjj het 23 December door den raad van mi nisters aan de Tweede kamer ingediend wets ontwerp tot regeling van het inkomen der Kroon wordt het bedrag voorgesteld »op eene som van zes honderd duizend gulden, alzoo op hetzelfde cijfer, hetwelk hij de wet van 19 Augus tus 1849 aan wijlen Koning Willem den Derde was toegelegd Raadpleegt men de wet van 1849, dan klop pen de cjjfers volkomenmaar zoo men de «aak wat nauwkeuriger bekjjkt is de aange haalde zinsnede uit de mam. van toelichting niet geheel juist. Feiteljjk stelt de Regeering eene verhooging van het inkomen der Kroon met tweemaal honderd duizend gulden in het jaar voor. Het geheele inkom m van de Kroon afgescheiden van de renten van het per soonlek particulier vermogenwaarmede de wetgever niets te maken heeft bestaat uit twee elementende inkomsten van de kroon domeinen en het rechtstreeksch inkomen uit 's lande kas, waarvan hier de regeling wordt voorgesteld. In 1849 is, bjj het voorstellen van dezelfde regeling, als uitgangspunt aangenomen dat het geheele inkomen van de Kroon één millioon gulden zou moeten bedragen. Men had dus het gemiddeld opbrengstcjjfer van de kroondomeinen te onderzoeken, om te weten welk bedrag uit 's lands kas gevorderd werd om dit totaalcijfer vol te maken. In de mem. van beantwoording van het wetsontwerp van 1849 deelde de regeering mede, dat deze opbrengst in de laatste voorafgegane jaren ge middeld 411,831.21 zuiver had bedragen; tot een rond cjjfer herleid vier ton dus. In ver band daarmede werd het door de schatkist uit te keeren inkomen op zes ton vastgestbld, en alzoo het millioen bereikt. Maar in de mem. van toelichting tot het tegenwoordig wetsontwerp zegt de regeering, dat de gemiddelde opbrengst van de kroon domeinen, >gedurende de regeering van koning Willem III,hebben bedragen gemiddeld ƒ646,456 per jaar", al weder, in een rond cijfer zes ton. Door nu het inkomen uit de schatkist vast te stellen mede op zes ton, stelt de regeering als geheel inkomen van de kroon voor, niet het millioen 's jaars dat men in 1849 als voldoende aanmerkte, en dat ook nu wel voldoende zal ajjn, maar 1,200,000 oftwee ton per jaar meer. Ziedaar dus feiteljjk eene verhooging van twee ton. 's jaars, die door geen enkel argument wordt gedekt of gesteund. Misschien bestaan daarvoor goede redenen, maar dan had de me morie van toelichting ze behooren mede te dee- lenwjj kunnen ze vooralsnog niet bespeuren. Integendeel gelooven wjj dat de tegenwoordige verhoudingen en toestanden, zoowel die in de maatschappjj in het algemeen als die betrekke ljjk de sohatkist in het bjjzonder, eene goede aanleiding geven om juist dit cjjfer van staats uitgaven niet indirect te verhoogen. Het geldt hier eene kiesche en teedere zaak zal men zeggen juist daarom is het ieders plicht om die onpartjjdig en zonder schroom noch valsche schaamte te beoordeelen. (Arnh. Crt.) De aangekondigde feesteljjke vergadering, ter herdenking van het 25jarig bestaan der kies- vereeniging Burgerplicht te Amsterdam werd Maandagavond in het gebouw der Maatschappij voor den werkenden stand aldaar gehouden. Op Uit het Fransch. TAS LEON DE TINSEAÜ. VI. Suzanna sloeg de oogen vol teederheid en hoop naar Bertrand op, en van dat oogenblik af wist hjj dat zjj hem toebehoorde. Maar hjj begreep tevens waarom hjj van het eerste oogenblik, dat hjj haar gezien had, af geen anderen wensch gekend had dan haar geluk kig te zien, haar te zien glimlachen Intusschen moest hjj de woorden, die zulk een toovermacht uitoefenden, verklaren. de estrade waren een kleine versiering van groen, met een paar trofeën van de Neder lands jhe driekleur aan weerszjjde, en te midden daarvan de jaarcjjfers 18661891 aangebracht. De voorzitter mr J. E. Henny opende de bjjeenkomst, die door een aanzienlek getal leden werd bjjgewoond, met de korte vermelding dat deze kiesvereeniging oorspronkelijk ontstaan was door ontevredenheid over het gemeente bestuur en zich toen voorstelde zich enkel met gemeenteraads-verkiezingen te bemoeien, doch allengs ook haar bemoeiingen uitbreidde tot keuze voor leden der prov. staten en Tweede kamer, en dat zjj thans direct of indirect grooten invloed uitoefent in de politieke aangelegen heden van stad en land. Mr J. A. Levy trad hierna als eerste redenaar op, met eene rede over het bestaansrecht en de bestaansreden der staatkundige vereenigingen. Deze rede, die weldra in druk verschjjnt, werd langdurig luide toegejuicht. Na eene korte pooze trad mr W. K. H. Mouthaan als tweede feestredenaar op, die korte grepen deed uit de ontwikkelingsge schiedenis van Amsterdam in de laatste 40 jaren, en er op wees hoe op initiatief van Sarphati met den toen bestaanden clubgeest gebroken en de burgerij wakker geschud werd in welk verband hjj de beteekenis van Burger plicht schetste en wat deze vereeniging tot stoffeljjke en verstandelijke ontwikkeling der burgerjj had verricht, niet in revolutionnairen geest, maar altjjd binnen de perken wat van andere zjjden wel eens is betwist. Toch was er nog veel voor Buigerplicht te doen. Zij had te jjveren voor invoering van leerplichtuit breiding van staatszorgvoor de arbeidende klasse; uitbreiding van kiesbevoegdheidhervorming van het belastinhstelsel, ofschaffing der patent belasting, handhaving van het vrjjhandelstelsel, waar dit bedreigd wordt, verbetering der leger- wetten met invoering van persoonleken dienst plicht. Hiermede was de vergadering afgeloopen. De heer A. J. Servaas van Roojjen te 's Hage is zoo beleefd ons een afdruk te zenden van zjjn Levensschets van dr R. A. Soetbrood Piccardt opgenomen in de Levensberichten van de Maat schappij der JVederlandsche letterkunde te Leiden. Het is een met warmte, sympathie en nauw keurigheid geschreven schets, die bjj ons ook verlevendigde de herinnering aan een goed, een talentvol man. Wie dr. S. Piccardt heeft gekend en in de gelegenheid is dit boekje te verkrijgen, zie zich dit te verschaffen. Het beeld van den voor- maligen Goeschen predikantden bekwamen redenaar wordt daarin naar waarheid geschetst en het was ons bjj het lezen van die schets, evenals den schrjjver, waar hjj ten slotte zegt »lk zie hem daar voor mjj, rustig gezeten in den gemakkeljjken leunstoelde oogen on afgebroken gericht op hem, tot wien hjj spreektzjj schitteren en tintelen van geestdrift en genot, nu het geliefkoosde on derwerp hem bezighoudt, bezielt en vaardig maakt. Hjj weet in het debat zich handig te verdedigen, en met beleid en voorzichtigheid zjjne meening voor te schuiven. Hjj tracht te overtuigente overreden. Hjjhelaas mjjn oude, gemoedeljjke vriend is niet meer. Niettemin bljjft zjjn geest mjj omzweven, en waar teleurstellingen en tegenstand mjjn deel zjjn, spiegel ik mjj aan hem, die sterk was in ljjden, die kracht kreeg naar kruis 1" De Avondpost meldt dat uit de verzame ling schilderpen, door den heer L. V. Ledeboer Bzn. nagelaten, drié doeken zjjn gelegateerd aan het museum Boymans. Een is een zeestuk van Théodore Gudin, den Fransehen zeeschilder, wiens werk in Frankrjjk rjjk vertegenwoordigd is in het museum te Versailles. Het doek stelt een gezicht op de reede van Vlissingen voor, tijdens eene vlootinspectie, onder bevel van prins Hendrik, door Willem II. De Parjjsche beeldhouwer Aimé Millet ligt op het uiterste. Te Parjjs is op 55 jarige leeftjjd overleden de bekende beeldhouwer Eugène Delaplanche. Delaplanche, die officier was van het Legioen van Eer, werd herhaalde malen bekroond door de jury van den Salon, het eerst in 1866, het laatst in 1878. Bjj de groote tentoonstelling in 1889 exposeerde Delaplanche een groot aantal zjjner jongste kunstwerken, waarvan eenige werden aangekooht door de regeering. De voordracht ter benoeming van een leeraar in de geschiedenis aan de H. B. S. te Goes bestaat uit de heeren A. J. L. Croiset, thans leeraar aan de bijzondere handelsschool te Amsterdam; J. Kunst te Leiden en M. Ten Bouwhuys, te 't Gravenhage. »Wel zeker," zei hjj, zich inspannende om kalm te blijven, »zjjt gjjzijt gjj geen bru nette met blauwe oogen, xooals deze schoone van de Musset Mejuffrouw de Frézolles boog opnieuw het hoofd. De toespeling, welke zjj zooeven had meenen te verstaan, en die haar van aandoening deed trillen, betrof niet de kleur harer oogen. Even daarna nam Bertrand afscheid en liep met groote stappen het bosch indoch zoodra hjj uit het gezicht was vertraagde hjj zjjn stap en kwam dien dag weer te laat aan tafel, waar echter geen rjjke, noch arme Amerikaan- sche logée hem wachtte. Zjjn moeder zat met een bejaarde nicht, haar eenige gast op het oogenblik, in het salon toen bjj veel over zjjne tjjd binnen kwam. »0 1 die hedendaagsche jongelieden," riep de afhankeljjke bloedverwante uit, »wat moet men veel geduld met hen hebben!" De heer J. van Belkum, predikant bjj de hervormde gemeente te Zierikzee, heeft het beroep naar die gemeente te Rustenburg en Marice in Zuid-Afrika aangenomen. Door het Roomsch katholieke kerkbestuur te Sas van Gent is besloten tot het bouwen eener nieuwe kerk, waarvan de kosten op 60.000 zjjn geraamd. In verband met de mededeeling, gisteren in ons opstel over De haven van Vlissingen gedaan, over den tocht, dien de reizigers voor den trein van 5.31 naar den ponton moesten maken, is men zoo beleefd ons de opheldering te geven dat dit geschiedt in het belang van de reizigers uit Engeland, die naar Holland moeten. Komt op het laatste oogenblik soms nog de boot aan, dan kunnen dezen nog direct in de waggons stappen, welks nabjj de pon ton staan. Hen, die van uit Vlissingen mede willen, moeten «ich, in gevallen dat die boot te laat komt, de moeite van haar de hal te wandelen getroosten. Wjj merken nog eens op dat het door ons geschrevene slechts eene mededeeling wasdat wij een oordeel daarover niet uitsprakenen dat wjj zelfs op het nut ervan zinspeelden. Wjj schreven slechts over éen bezwaar, de waggons voor Duitschland betreffende. Eene opmerking veroorloven wjj ons echter, n. 1. deze: is er dan niet voor wat meer licht te zorgen, wat bjj dergelijke excursies hoogst noodig is Naar aanleiding van dezelfde beschouwing was de heer G. Hiemstra, photograaf te Mid delburg, zoo beleefd ons een stel uitstekend geslaagde photographieen van gezichten op de haven en de sluis te Vlissingen te zenden. Zjj doen het atelier van genoemden heer alle eer aanwjj bevelen de kennismaking daarmee onzen lezerskring zeer aan en willen hopen dat wat lang niet altjjd met dergelijke ondernemingen het geval is de moeite en arbeid, daaraan besteed, ruimschoots beloond mogen worden. Ook de heer C. W. Bauer, photograaf te Mid delburg, was zoo vriendelijk ons eenige, in groot formaat vervaardigde gesichten, genomen zooals wjj ons dit voorstelden van den overkant der havens, te laten bezichtigen. Deze photographieën, waaronder er ook een is van de haven in de stad, zjjn vervaardigd voor de maatschappjj de Scheldeen doen weer zooals Bteeds al wat het atelier van den heer Bauer verlaat onzen stadgenoot alle eer aan. Geheel in den geest van de rubriek zelve, die velen aanstoot geeft en in niet éen fatsoenljjk blad in en buiten Zeeland een plaats vindt, heeft het Zierikzeesche orgaan, dat algemeen eene bjjzondere reputatie verwierf, doen blijken, hoe het eigenlijk er een eer in stelt dat de rubriek Gemengde berichten nog in zjjne kolommen behouden blijft. Waar het dus nu bljjkt dat het niet alleen de noodzakelijkheid, de strijd om het bestaan is, die het dwingt tot dit behoud maar dat er zelfs op gestoft wordt als op iets bjjzonders, daar zjjn wjj gerechtigd niet langer onze meening op dit punt te verbergen, al staan wjj dan ook in deze tegenover medestanders op politiek gebied. Want het is juist ook vooral daarom dat wjj niet langer in de pen willen houden, wat wjj injbet belang der liberale party meenen te moeten zeggen. Toen indertjjd in ons blad in een paar inge zonden stukken zeer ernstige grieven tegen het behoud van die rubriek in een liberaal blad werden geopperd, hebben wij die met instem ming gelezen, omdat zjj zooveel waarheid bevat ten en omdat wjj meenden dat zjj konden meewerken tot een gewenschte verandering. Die verwachting, dachten wjj, werd verwe- zenljjkt, toen wjj kort geleden eenige achtereen volgende nommers van het Zierikzeesche blad zagen zonder dat de bewuste Gemengde be richten daarin voorkwamen. Billykheids- halve, uit rechvaardigheids oog punt dus, vonden wjj het noodig onzen lezerskring, die meermalen ernstige bestrjjding van die berichten onder de oogen kreeg, erop te wjjzen dat die gelukkige verandering tot stand was gekomen. Voor die beleefdheid, voor dit bewijs van eere te willen geven wien eere toekomtvoor dit pogen om de billjjkheid te betrachten worden wjj beloond met eene flauwe grofheid. De markies, die koortsachtig droomerig was, hoorde dien bitter zoeten uitroep niet, evenmin als het antwoord zjjner moeder, dat van een zonderlingen blik gepaard ging»Ja, veel geduld, veel geduld, dat is waar." Dien avond verloor mevrouw de Fontluce haar zoon geen oogenblik uit het oog. En de kamerdienaar fluisterde de verklaring harer vorschende blikken, in het oor der geduchte Josephine, toen hjj zich naast haar aan tafel zette. »Er broeit onraad in het salon." »0", prevelde de vertrouweling tusschen de tanden, »'t zjjn toch altjjd maar spiegel gevechten." VII. Den volgenden dag bleef Bertrand vol Daarom willen wjj thans veler oogen openen voor het gevaar, dat er voor de liberale party bestaat in het behoud van zulk een onzedeljjk, demoraliseerend element in de liberale jour nalistiek. Het is en daarop wjjzen wjj nog eens zoover ons bekend, eenig in de liberale pers in Nederland dat er gespeculeerd wordt op de karakterloosheid en onzedeljjkheid van het volk. Wjj, die vooral op den voorgrond stellen volksontwikkeling en volksbeschavingwjj die protesteeren als eene andere party het volk verleugent en ongevoelig maakt voor recht vaardigheid en billjjkheidwjj ten minste eenige onzer helpen mee om een deel er van onzedeljjk te doen zjjn 1 Want die Gemengde berichten zjjn onzedeljjk zoowel om hun oorsprong als om hun inhoud. Men heeft slechts aan genoemd blad een briefje te zenden, des verkiezende ongeteekend, en de inhoud er van al grjjpt die ook in het, particuliere leven wordt niet zelden opgenomen. Zoo was het vroeger en zoo is het naar wjj geinformeerd zjjn, gebleven. Men begint dus met het volk te gewennen aan eene zekere gluiperige tactiek; men biedt de gelegenheid om elkaar op bedekte maar daarom toch zeer doorzichtige manier aan te tasten in eer en goeden naam, in eikaars bjjzonder leven. En dat alles kan geschieden onder de vleu gels van een deel der liberale partynog wel in het eenige bolwerk van het liberalisme in Zeeland. Toen indertjjd het blad, dat aan dit perfide stelsel zjjn renommee te wjjten had, nog par ticulier eigendom was, kon men zich verschui len achter de gegronde redeneering, dat ieder baas was in zjjn eigen huisdat het hierbij gold een daad, waarover men zich ergeren kon maar waarmee men eigentljjk niets had te maken. Thans nu het blad is overgegaan in handen van een vennootschap, waarbjj, naar algemeen bekend is, corypheeën der liberale partjj in Zierikzee zjjn betrokken, nu is dit geheel anders geworden. De schande eener speculatie werpt nu haar schaduw op onze geheele partyonze tegen standers hebben het recht op dit eenige en z> ldzame feit in de Nederlandsche journalistiek te wjjzen als een parodie op ons hooggeroemd streven. Daarom schreven wjj dat het behoud dier berichten zoo jammer was voor de liberale party. Bovendien is het algemeen bekend dat de Liberale Unie, die zeer lofwaardig voor het propageeren van onze beginselen artikelen laat schrjjven en zendt naar verschillende kleine bladen, in Zeeland daarvoor gekozen heeft juist hetzelfde blad, dat op andere wjjze het volk demoraliseert. Haar eer is dus ook bjj deze kwestie eenigB zins betrokkenen zjj zou wellicht in deze pressie ten goede kunnen uitoefenen. Er is een tjjd geweest dat in 'hetzelfde Zie rikzee een eenvoudig, bescheiden, maar flink, degeljjk en eerljjk liberaal blad verscheer. Dat speculeerde niet op volksondeugden, op de slechte eigenschappen van de plattelands bevolking. Dit kon eohter in de minder goede atmosfeer van het bestaande niet bljjven leven en smolt ten slotte daarmee samen. Jammer dat die geest van degeljjkheid en eerljjkheid, welke dit blad kenmerkte, niet tegeljjk is overgegaan Als de liberalen zelve niet toonen, desnoods met opoffering van financieel belang, dat zjj eerljjke beginselen op prjjs stellendat zjj dien geest willen eeren, dan is het eigen schuld, wanneer hun verweten wordt dat zjj de gele genheid lieten voorbjjgaan, om een groot mis bruik te fnuiken. Juist de overgang van het blad had daartoe zulk eene uitstellende gelegenheid geboden. Een Ekster heeft men indertjjd het leven onmogeljjk gemaakteen Asmodee, een Argus draait men den rug toe. Als Recht voor allen hard, scherp, vaak min der juist, maar dikwyls ook terecht de maat- Bchappeljjke toestanden geeselt, haalt menig liberaal met minachting de schouders op. De Gemengde berichten in het Zierikzee sche blad neemt een deel der liberale party in bescherming; tot schande van het geheel, tot oneer van Zeeland, dat deze uitzondering in zjjn midden heeft. Dit is een harde waarheid maar het bljjft elaas toch de waarheid. Door den onbezoldigden rjjksveldwaohter A. VermaBt is in den z. g. »Poel" onder Nisse een groote vogel geschoten met grjjsachtigen kop, bruine, schitterende vederen en alle ken merken der hoenderachtigen (gallinae.) Men noemt het dier in Zuid-Beveland een wilde kalkoen en slechts ouden van dagen herinne ren zich bjj buitengewoon strenge winters een dergeljjken vogel gezien te hebben. Ook zjjn in den »Poel" herhaaldeljjk wilde zwanen en zelfs een arend gezien, allen lui, zegt onze berichtgever, die ons slechts de eer van een verrukking en bewondering staan, zoodra hjj het dak van het Huisje der Bretten tusschen het geboomte door ontwaarde, en riep met de hand op zjjn hart uit: Dierbaar huil." In die twee woorden lag alles opgesloten, wat hjj sedert den vorigen dag gedacht had en dat door den ernst van «jjn karakter en den dwang, dien hjj zich oplegde, veel verschilde van de gewone opgetogenheid van jongelieden die pas verliefd zjjn. Maar ziekten, waarvan de eerste verschijnselen in een soort van teruggetrokkenheid bestaan, zjjn gewoonljjk niet de minst langdurige »0 mjjn God!" dacht hjj, >die liefde, zoo rein als versch gevallen sneeuw, dat hart, dat nooit geklopt heeft, die zeldzame schoonheid, die bekoorlyke geest, dit alles ontmoet ik in een woestjjn, ver van alle najjverige blikken, ver van elke mededingingZjj bemint mjj Haar geheele wezen ontplooit zich voor mjj bezoek gunnen, als een fatsoenlijk mensch dood- vriest. In de Maandag avond te IJerseke ge houden raadsvergadering nam zoo sohrjjft men ons de burgemeester, de heer D. Koe- leman, die reeds met ingang van 15 Jan. be noemd is tot burgemeester van Krommenie, afscheid van de raadsleden. Hjj ontkende^ niet dat zjjne benoeming in eene gemeente van Noord-Holland, waar hjj geboren en opgevoed is, hem hoogst aangenaam was, doch dit nam niet weg, dat hjj vele aan gename herinneringen van IJerseke zou mee nemen. Met voldoening verklaarde hjj dat hjj de achting en vriendschap van velen, met name ook van het meerendeel der raadsleden, had verworven en daardoor was het hem ook gelukt eenig goeds tot stand te brengen. Dat ging wel niet altjjd zonder strjjd, maar zonder de medewerking van den raad was het toch niet mogeljjk geweest. In het belang van IJer seke hoopte hjj dat in de raadsvergaderingen steeds een zelfde toon, als onder zjjne leiding zou bljjven heerschen. Hjj hoopte dat er steeds eendracht en samenwerking zouden bljjven be staan en later nog meermalen iets van zjjne vrienden te zullen vernemen. Zich in de voortdurende vriendschap der achterbljjvenden aanbevelende, eindigde hy meteen wensch voor den bloei en de welvaart van IJerseke. De heer Sinke, oudste wethouder, achtte zich gerechtigd den vertrekkenden burgemeester dank te zeggen uit aller naam voor het goede, dat deze voor de gemeente had verricht. Alle menschenwerk is onvolmaakt en niet alles, wat de heer Koeleman gedaan heeft, zal algemeene instemming vinden, zooals het trouwens altjjd gaat, maar er is toch veel, waarvoor iedereen hem dankbaar zou zjjn. Hjj hoopte, dat de heer Koeleman ten zegen zou zjjn voor zjjne nieuwe gemeente. De voorzitter dankte den heer Sinke voor 't gesprokene. Te voren was o. a. nog medegedeeld dat het aandeel in de vergoeding voor de werkzaam heden aan de laatste tienjarige volkstelling voor Terseke bedraagt 52.54j; dat de gemeen terekening over 1889 van Ged Btaten was teruggekomen met eenige aanmerkingendat de heer C. D. Klos zjjne herbenoeming tot lid van 't algemeen armbestuur heeft aangenomen; dat de wjjziging in het traktement eener on derwijzeres aan school 1 is goedgekeurd en dat in de volgende vergadering eene voordracht tot benoeming eener onderwijzeres zal kunnen ingeleverd worden, daar het aantal sollicitanten nu tot 3 is gestegen. —De o ffieier van gezondheid 2e kl. van het Indische leger Fideldy, thans geneesheer te Yerseke, zal 's lands dienst met pensioen verlaten. In de stoomboot de Zierikzeesche Koop handel, liggende aan het Westhavenhoofd te Zierikzee, geladen met steenkolen en petroleum, werd Zondagmorgen brand ontdekt in de Bteen- kolen, welke echter spoedig werd gebluscht, ook door het nsaken van een gat in de boot. Esn gedeelte der lading was reeds den vorigen dag gelost, wat men Zondag voortzette. Tot gemeenteveldwachter te Noordgouwe is benoemd Geert ten Veen, politieagent te Rotterdam. Men schrjjft ons uit St. Jansteen Behalve de gebroeders De Moor, die de vorige week aangehouden zjjn als verdacht van ge schoten te hebben op de heeren Lauwers en Speens uit Mechelenwerd Zondagavond nog een pirsoon opgebracht, bjjgenaamd De Rommel. Een ander berucht «trooper is, naar men zegt, vertrokken naar Parjjs. Deze Pank- huizen genaamd, maakt met bovengenoemd drietal de kern uit der booswichten, die allerlei wandaden bedryven, en het is dus wenscheljjk, dat zjj aan een streng verhoor worden onder worpen. De veelbelovende achttienjarige Van Gassen van Het Kalf, die door Van Landeghem in de djj geschoten werd, wordt in het gesticht te St. Gilles verpleegd en is herstellende. Hjj was op Zaterdag 26 Dec. 11. met een paar makkers aan het jagen. Toen zjj door Van L. werden betrapt gingen zjj op de vlucht, doch daar zjj vermomd waren meende L. gerechtigd te zjjn een hunner door een lichte kwetsuur te ontmaskeren. Een geroutineerd strooper moet men weten keert zjjn jas het bui tenste binnen en maakt zjjn aangezicht zwart. Onze Biervlietsche correspondent verzoekt ons eene fout te verbeteren, die geslopen is in een in het nommer van Zaterdag opgenomen bericht omtrent het aftreden van den heer Dossche als lid van het Roomsche kerkbestuur. Zjjn naam is niet S. L. maar P. L. Dossche. Arrondissements-rechtbank te Middelburg. Heden (Dinsdag) zjjn veroordeeld we gens huisvredebreuk en bedreiging In hare schoone oogen vloeit haar ziel over maar zjj gelooft dat haar wil de sterkste is en meent dat haar geheim wel bewaard is Owelk een hemel sche gelukzaligheid is ons weggelegd, maar mjj vooral, om haar te mogen zeggen dat zjj bemind wordt, haar nog meer te veroveren, langzamerhand dat hart geheel in te nemen, en haar dan voor het oog der geheele wereld voor altjjd de mjjne te mogen noemen. Het geluk te smaken dat zjj al hare genoegens aan mjj te danken heeft, zelfs het brood dat zjj dageljjks eet 1 en dan eindeljjk een nuttig leven te beginnen, voor anderen, een onafbankeljjk, achtenswaardig bestaan voor mjj zei ven een fatsoenlijk man waardig (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1891 | | pagina 2