9 FEUILLETON*
FONTLUCB,
LETTEREN EN KUNST.
ONDERWIJS.
KERKNIEUWS.
UIT STAD EN PROVINCIE.
RECHTSZAKEN.
die daar geteekend hebben, en een paar onder-
teekenaars nitnoodigen, plaatseljjk het adres
te laten rondgaan, om op die manier te krjjgen
een krachtig en welsprekend protest tegen de
ergerljjke toestanden, die de jachtwet in het
leven roept.
De heer V. d. W. B. toegevende dat de be.
trekking van rijksveldwachter en jachtopziener
niet van gevaar ontbloot is, en dat wanneer
het mogeljjk is hierin verbetering te brengen,
dit «oo spoedig mogelijk moet geschieden, vraagt
in de N. R. Crt van heden den heer De Kanter
echter hoe de door hem gewenschte verbetering
in verband is te brengen met de jachtwet?
Iedereen toch zegt hjj kan tegen be
taling van f 21 het recht krjjgen om op zjjn
grond het wild te schietenhij behoeft das
niet te stroopen.
Hjj wjjst erop dat de gevaarlijke stroopers
dan ook niet zjjn de grondeigenaren of de land
bouwers, maar de stroopers van beroep, die
geen wild schieten om ban veldgewas te be
schermen, mvar om zich het wild toe te eigenen,
dat op een andermans grond loopt.
Ook bjj verandering van de jachtwet, waarin
alsdan bjjv. bepaald werd dat ieder grondeige
naar het recht had het wild op zjjnen grond
te schieten, zullen de gevaarlijke stroopers
bljjven beBtaan. tenminste zoolang men niet aan
een ieder het recht geeft om op alle gronden
waar hjj maar wil te jagen.
Alvorens zjjne instemming met een petition
nement te betuigen zoude de heer v. d. W. B.
gaarne weten op welke wijze schrjjver wil
trachten de veiligheid der jachtopzieners en
veldwachters te verhoogen zonder het eigen
domsrecht te verkorten.
Bjj het 23 December door den raad van mi
nisters aan de Tweede kamer ingediend wets
ontwerp tot regeling van het inkomen der
Kroon wordt het bedrag voorgesteld »op eene
som van zes honderd duizend gulden, alzoo op
hetzelfde cijfer, hetwelk hij de wet van 19 Augus
tus 1849 aan wijlen Koning Willem den Derde
was toegelegd
Raadpleegt men de wet van 1849, dan klop
pen de cjjfers volkomenmaar zoo men de
«aak wat nauwkeuriger bekjjkt is de aange
haalde zinsnede uit de mam. van toelichting
niet geheel juist. Feiteljjk stelt de Regeering
eene verhooging van het inkomen der Kroon
met tweemaal honderd duizend gulden in het
jaar voor. Het geheele inkom m van de Kroon
afgescheiden van de renten van het per
soonlek particulier vermogenwaarmede de
wetgever niets te maken heeft bestaat uit
twee elementende inkomsten van de kroon
domeinen en het rechtstreeksch inkomen uit
's lande kas, waarvan hier de regeling wordt
voorgesteld. In 1849 is, bjj het voorstellen van
dezelfde regeling, als uitgangspunt aangenomen
dat het geheele inkomen van de Kroon één
millioon gulden zou moeten bedragen.
Men had dus het gemiddeld opbrengstcjjfer
van de kroondomeinen te onderzoeken, om te
weten welk bedrag uit 's lands kas gevorderd
werd om dit totaalcijfer vol te maken. In de
mem. van beantwoording van het wetsontwerp
van 1849 deelde de regeering mede, dat deze
opbrengst in de laatste voorafgegane jaren ge
middeld 411,831.21 zuiver had bedragen; tot
een rond cjjfer herleid vier ton dus. In ver
band daarmede werd het door de schatkist
uit te keeren inkomen op zes ton vastgestbld,
en alzoo het millioen bereikt.
Maar in de mem. van toelichting tot het
tegenwoordig wetsontwerp zegt de regeering,
dat de gemiddelde opbrengst van de kroon
domeinen, >gedurende de regeering van koning
Willem III,hebben bedragen gemiddeld ƒ646,456
per jaar", al weder, in een rond cijfer zes ton.
Door nu het inkomen uit de schatkist vast
te stellen mede op zes ton, stelt de regeering
als geheel inkomen van de kroon voor, niet het
millioen 's jaars dat men in 1849 als voldoende
aanmerkte, en dat ook nu wel voldoende zal
ajjn, maar 1,200,000 oftwee ton per jaar
meer. Ziedaar dus feiteljjk eene verhooging van
twee ton. 's jaars, die door geen enkel argument
wordt gedekt of gesteund. Misschien bestaan
daarvoor goede redenen, maar dan had de me
morie van toelichting ze behooren mede te dee-
lenwjj kunnen ze vooralsnog niet bespeuren.
Integendeel gelooven wjj dat de tegenwoordige
verhoudingen en toestanden, zoowel die in de
maatschappjj in het algemeen als die betrekke
ljjk de sohatkist in het bjjzonder, eene goede
aanleiding geven om juist dit cjjfer van staats
uitgaven niet indirect te verhoogen.
Het geldt hier eene kiesche en teedere zaak
zal men zeggen juist daarom is het ieders plicht
om die onpartjjdig en zonder schroom noch
valsche schaamte te beoordeelen.
(Arnh. Crt.)
De aangekondigde feesteljjke vergadering, ter
herdenking van het 25jarig bestaan der kies-
vereeniging Burgerplicht te Amsterdam werd
Maandagavond in het gebouw der Maatschappij
voor den werkenden stand aldaar gehouden. Op
Uit het Fransch.
TAS
LEON DE TINSEAÜ.
VI.
Suzanna sloeg de oogen vol teederheid en
hoop naar Bertrand op, en van dat oogenblik af
wist hjj dat zjj hem toebehoorde. Maar hjj
begreep tevens waarom hjj van het eerste
oogenblik, dat hjj haar gezien had, af geen
anderen wensch gekend had dan haar geluk
kig te zien, haar te zien glimlachen
Intusschen moest hjj de woorden, die zulk een
toovermacht uitoefenden, verklaren.
de estrade waren een kleine versiering van
groen, met een paar trofeën van de Neder
lands jhe driekleur aan weerszjjde, en te midden
daarvan de jaarcjjfers 18661891 aangebracht.
De voorzitter mr J. E. Henny opende
de bjjeenkomst, die door een aanzienlek getal
leden werd bjjgewoond, met de korte vermelding
dat deze kiesvereeniging oorspronkelijk ontstaan
was door ontevredenheid over het gemeente
bestuur en zich toen voorstelde zich enkel met
gemeenteraads-verkiezingen te bemoeien, doch
allengs ook haar bemoeiingen uitbreidde tot
keuze voor leden der prov. staten en Tweede
kamer, en dat zjj thans direct of indirect grooten
invloed uitoefent in de politieke aangelegen
heden van stad en land. Mr J. A. Levy trad
hierna als eerste redenaar op, met eene rede
over het bestaansrecht en de bestaansreden der
staatkundige vereenigingen.
Deze rede, die weldra in druk verschjjnt,
werd langdurig luide toegejuicht.
Na eene korte pooze trad mr W. K. H.
Mouthaan als tweede feestredenaar op, die
korte grepen deed uit de ontwikkelingsge
schiedenis van Amsterdam in de laatste 40
jaren, en er op wees hoe op initiatief van
Sarphati met den toen bestaanden clubgeest
gebroken en de burgerij wakker geschud werd
in welk verband hjj de beteekenis van Burger
plicht schetste en wat deze vereeniging tot
stoffeljjke en verstandelijke ontwikkeling der
burgerjj had verricht, niet in revolutionnairen
geest, maar altjjd binnen de perken wat van
andere zjjden wel eens is betwist. Toch was
er nog veel voor Buigerplicht te doen. Zij had
te jjveren voor invoering van leerplichtuit
breiding van staatszorgvoor de arbeidende klasse;
uitbreiding van kiesbevoegdheidhervorming
van het belastinhstelsel, ofschaffing der patent
belasting, handhaving van het vrjjhandelstelsel,
waar dit bedreigd wordt, verbetering der leger-
wetten met invoering van persoonleken dienst
plicht.
Hiermede was de vergadering afgeloopen.
De heer A. J. Servaas van Roojjen te 's Hage
is zoo beleefd ons een afdruk te zenden van zjjn
Levensschets van dr R. A. Soetbrood Piccardt
opgenomen in de Levensberichten van de Maat
schappij der JVederlandsche letterkunde te Leiden.
Het is een met warmte, sympathie en nauw
keurigheid geschreven schets, die bjj ons ook
verlevendigde de herinnering aan een goed,
een talentvol man.
Wie dr. S. Piccardt heeft gekend en in de
gelegenheid is dit boekje te verkrijgen, zie
zich dit te verschaffen. Het beeld van den voor-
maligen Goeschen predikantden bekwamen
redenaar wordt daarin naar waarheid geschetst
en het was ons bjj het lezen van die schets,
evenals den schrjjver, waar hjj ten slotte zegt
»lk zie hem daar voor mjj, rustig gezeten in
den gemakkeljjken leunstoelde oogen on
afgebroken gericht op hem, tot wien hjj
spreektzjj schitteren en tintelen van
geestdrift en genot, nu het geliefkoosde on
derwerp hem bezighoudt, bezielt en vaardig
maakt. Hjj weet in het debat zich handig
te verdedigen, en met beleid en voorzichtigheid
zjjne meening voor te schuiven. Hjj tracht te
overtuigente overreden. Hjjhelaas
mjjn oude, gemoedeljjke vriend is niet meer.
Niettemin bljjft zjjn geest mjj omzweven, en
waar teleurstellingen en tegenstand mjjn deel
zjjn, spiegel ik mjj aan hem, die sterk was in
ljjden, die kracht kreeg naar kruis 1"
De Avondpost meldt dat uit de verzame
ling schilderpen, door den heer L. V. Ledeboer
Bzn. nagelaten, drié doeken zjjn gelegateerd
aan het museum Boymans. Een is een zeestuk
van Théodore Gudin, den Fransehen zeeschilder,
wiens werk in Frankrjjk rjjk vertegenwoordigd
is in het museum te Versailles. Het doek stelt
een gezicht op de reede van Vlissingen voor,
tijdens eene vlootinspectie, onder bevel van
prins Hendrik, door Willem II.
De Parjjsche beeldhouwer Aimé Millet
ligt op het uiterste.
Te Parjjs is op 55 jarige leeftjjd overleden
de bekende beeldhouwer Eugène Delaplanche.
Delaplanche, die officier was van het Legioen
van Eer, werd herhaalde malen bekroond door
de jury van den Salon, het eerst in 1866, het
laatst in 1878. Bjj de groote tentoonstelling
in 1889 exposeerde Delaplanche een groot aantal
zjjner jongste kunstwerken, waarvan eenige
werden aangekooht door de regeering.
De voordracht ter benoeming van een
leeraar in de geschiedenis aan de H. B. S. te
Goes bestaat uit de heeren A. J. L. Croiset,
thans leeraar aan de bijzondere handelsschool
te Amsterdam; J. Kunst te Leiden en M. Ten
Bouwhuys, te 't Gravenhage.
»Wel zeker," zei hjj, zich inspannende om
kalm te blijven, »zjjt gjjzijt gjj geen bru
nette met blauwe oogen, xooals deze schoone
van de Musset
Mejuffrouw de Frézolles boog opnieuw het
hoofd. De toespeling, welke zjj zooeven had
meenen te verstaan, en die haar van aandoening
deed trillen, betrof niet de kleur harer oogen.
Even daarna nam Bertrand afscheid en liep
met groote stappen het bosch indoch zoodra
hjj uit het gezicht was vertraagde hjj zjjn stap
en kwam dien dag weer te laat aan tafel,
waar echter geen rjjke, noch arme Amerikaan-
sche logée hem wachtte. Zjjn moeder zat met
een bejaarde nicht, haar eenige gast op het
oogenblik, in het salon toen bjj veel over zjjne
tjjd binnen kwam.
»0 1 die hedendaagsche jongelieden," riep
de afhankeljjke bloedverwante uit, »wat moet
men veel geduld met hen hebben!"
De heer J. van Belkum, predikant bjj de
hervormde gemeente te Zierikzee, heeft het
beroep naar die gemeente te Rustenburg en
Marice in Zuid-Afrika aangenomen.
Door het Roomsch katholieke kerkbestuur
te Sas van Gent is besloten tot het bouwen
eener nieuwe kerk, waarvan de kosten op
60.000 zjjn geraamd.
In verband met de mededeeling, gisteren
in ons opstel over De haven van Vlissingen
gedaan, over den tocht, dien de reizigers voor
den trein van 5.31 naar den ponton moesten
maken, is men zoo beleefd ons de opheldering
te geven dat dit geschiedt in het belang van
de reizigers uit Engeland, die naar Holland
moeten. Komt op het laatste oogenblik soms
nog de boot aan, dan kunnen dezen nog direct
in de waggons stappen, welks nabjj de pon
ton staan.
Hen, die van uit Vlissingen mede willen,
moeten «ich, in gevallen dat die boot te laat
komt, de moeite van haar de hal te wandelen
getroosten.
Wjj merken nog eens op dat het door ons
geschrevene slechts eene mededeeling wasdat
wij een oordeel daarover niet uitsprakenen
dat wjj zelfs op het nut ervan zinspeelden. Wjj
schreven slechts over éen bezwaar, de waggons
voor Duitschland betreffende.
Eene opmerking veroorloven wjj ons echter,
n. 1. deze: is er dan niet voor wat meer licht
te zorgen, wat bjj dergelijke excursies hoogst
noodig is
Naar aanleiding van dezelfde beschouwing
was de heer G. Hiemstra, photograaf te Mid
delburg, zoo beleefd ons een stel uitstekend
geslaagde photographieen van gezichten op de
haven en de sluis te Vlissingen te zenden. Zjj
doen het atelier van genoemden heer alle eer
aanwjj bevelen de kennismaking daarmee
onzen lezerskring zeer aan en willen hopen
dat wat lang niet altjjd met dergelijke
ondernemingen het geval is de moeite en
arbeid, daaraan besteed, ruimschoots beloond
mogen worden.
Ook de heer C. W. Bauer, photograaf te Mid
delburg, was zoo vriendelijk ons eenige, in
groot formaat vervaardigde gesichten, genomen
zooals wjj ons dit voorstelden van den
overkant der havens, te laten bezichtigen.
Deze photographieën, waaronder er ook een is
van de haven in de stad, zjjn vervaardigd voor
de maatschappjj de Scheldeen doen weer
zooals Bteeds al wat het atelier van den
heer Bauer verlaat onzen stadgenoot alle
eer aan.
Geheel in den geest van de rubriek zelve,
die velen aanstoot geeft en in niet éen
fatsoenljjk blad in en buiten Zeeland een
plaats vindt, heeft het Zierikzeesche orgaan,
dat algemeen eene bjjzondere reputatie verwierf,
doen blijken, hoe het eigenlijk er een eer in
stelt dat de rubriek Gemengde berichten nog in
zjjne kolommen behouden blijft.
Waar het dus nu bljjkt dat het niet alleen
de noodzakelijkheid, de strijd om het bestaan
is, die het dwingt tot dit behoud maar dat er
zelfs op gestoft wordt als op iets bjjzonders,
daar zjjn wjj gerechtigd niet langer onze
meening op dit punt te verbergen, al staan
wjj dan ook in deze tegenover medestanders op
politiek gebied. Want het is juist ook vooral
daarom dat wjj niet langer in de pen willen
houden, wat wjj injbet belang der liberale party
meenen te moeten zeggen.
Toen indertjjd in ons blad in een paar inge
zonden stukken zeer ernstige grieven tegen het
behoud van die rubriek in een liberaal blad
werden geopperd, hebben wij die met instem
ming gelezen, omdat zjj zooveel waarheid bevat
ten en omdat wjj meenden dat zjj konden
meewerken tot een gewenschte verandering.
Die verwachting, dachten wjj, werd verwe-
zenljjkt, toen wjj kort geleden eenige achtereen
volgende nommers van het Zierikzeesche blad
zagen zonder dat de bewuste Gemengde be
richten daarin voorkwamen. Billykheids-
halve, uit rechvaardigheids oog
punt dus, vonden wjj het noodig onzen
lezerskring, die meermalen ernstige bestrjjding
van die berichten onder de oogen kreeg, erop
te wjjzen dat die gelukkige verandering tot
stand was gekomen.
Voor die beleefdheid, voor dit bewijs van
eere te willen geven wien eere toekomtvoor
dit pogen om de billjjkheid te betrachten
worden wjj beloond met eene flauwe grofheid.
De markies, die koortsachtig droomerig was,
hoorde dien bitter zoeten uitroep niet, evenmin
als het antwoord zjjner moeder, dat van een
zonderlingen blik gepaard ging»Ja, veel
geduld, veel geduld, dat is waar."
Dien avond verloor mevrouw de Fontluce
haar zoon geen oogenblik uit het oog. En
de kamerdienaar fluisterde de verklaring harer
vorschende blikken, in het oor der geduchte
Josephine, toen hjj zich naast haar aan tafel
zette.
»Er broeit onraad in het salon."
»0", prevelde de vertrouweling tusschen
de tanden, »'t zjjn toch altjjd maar spiegel
gevechten."
VII.
Den volgenden dag bleef Bertrand vol
Daarom willen wjj thans veler oogen openen
voor het gevaar, dat er voor de liberale party
bestaat in het behoud van zulk een onzedeljjk,
demoraliseerend element in de liberale jour
nalistiek.
Het is en daarop wjjzen wjj nog eens
zoover ons bekend, eenig in de liberale pers
in Nederland dat er gespeculeerd wordt op
de karakterloosheid en onzedeljjkheid van het
volk. Wjj, die vooral op den voorgrond stellen
volksontwikkeling en volksbeschavingwjj die
protesteeren als eene andere party het volk
verleugent en ongevoelig maakt voor recht
vaardigheid en billjjkheidwjj ten minste
eenige onzer helpen mee om een deel er
van onzedeljjk te doen zjjn 1
Want die Gemengde berichten zjjn onzedeljjk
zoowel om hun oorsprong als om hun inhoud.
Men heeft slechts aan genoemd blad een
briefje te zenden, des verkiezende ongeteekend,
en de inhoud er van al grjjpt die ook in
het, particuliere leven wordt niet zelden
opgenomen. Zoo was het vroeger en zoo is
het naar wjj geinformeerd zjjn, gebleven. Men
begint dus met het volk te gewennen aan
eene zekere gluiperige tactiek; men biedt de
gelegenheid om elkaar op bedekte maar daarom
toch zeer doorzichtige manier aan te tasten in
eer en goeden naam, in eikaars bjjzonder leven.
En dat alles kan geschieden onder de vleu
gels van een deel der liberale partynog wel
in het eenige bolwerk van het liberalisme in
Zeeland.
Toen indertjjd het blad, dat aan dit perfide
stelsel zjjn renommee te wjjten had, nog par
ticulier eigendom was, kon men zich verschui
len achter de gegronde redeneering, dat ieder
baas was in zjjn eigen huisdat het hierbij
gold een daad, waarover men zich ergeren
kon maar waarmee men eigentljjk niets had
te maken.
Thans nu het blad is overgegaan in handen
van een vennootschap, waarbjj, naar algemeen
bekend is, corypheeën der liberale partjj in
Zierikzee zjjn betrokken, nu is dit geheel anders
geworden.
De schande eener speculatie werpt nu haar
schaduw op onze geheele partyonze tegen
standers hebben het recht op dit eenige en
z> ldzame feit in de Nederlandsche journalistiek
te wjjzen als een parodie op ons hooggeroemd
streven.
Daarom schreven wjj dat het behoud dier
berichten zoo jammer was voor de liberale party.
Bovendien is het algemeen bekend dat de
Liberale Unie, die zeer lofwaardig voor
het propageeren van onze beginselen artikelen
laat schrjjven en zendt naar verschillende
kleine bladen, in Zeeland daarvoor gekozen
heeft juist hetzelfde blad, dat op andere wjjze
het volk demoraliseert.
Haar eer is dus ook bjj deze kwestie eenigB
zins betrokkenen zjj zou wellicht in deze
pressie ten goede kunnen uitoefenen.
Er is een tjjd geweest dat in 'hetzelfde Zie
rikzee een eenvoudig, bescheiden, maar flink,
degeljjk en eerljjk liberaal blad verscheer. Dat
speculeerde niet op volksondeugden, op de
slechte eigenschappen van de plattelands
bevolking. Dit kon eohter in de minder goede
atmosfeer van het bestaande niet bljjven leven
en smolt ten slotte daarmee samen. Jammer
dat die geest van degeljjkheid en eerljjkheid,
welke dit blad kenmerkte, niet tegeljjk is
overgegaan
Als de liberalen zelve niet toonen, desnoods
met opoffering van financieel belang, dat zjj
eerljjke beginselen op prjjs stellendat zjj dien
geest willen eeren, dan is het eigen schuld,
wanneer hun verweten wordt dat zjj de gele
genheid lieten voorbjjgaan, om een groot mis
bruik te fnuiken.
Juist de overgang van het blad had daartoe
zulk eene uitstellende gelegenheid geboden.
Een Ekster heeft men indertjjd het leven
onmogeljjk gemaakteen Asmodee, een Argus
draait men den rug toe.
Als Recht voor allen hard, scherp, vaak min
der juist, maar dikwyls ook terecht de maat-
Bchappeljjke toestanden geeselt, haalt menig
liberaal met minachting de schouders op.
De Gemengde berichten in het Zierikzee
sche blad neemt een deel der liberale party
in bescherming; tot schande van het geheel,
tot oneer van Zeeland, dat deze uitzondering
in zjjn midden heeft.
Dit is een harde waarheid maar het bljjft
elaas toch de waarheid.
Door den onbezoldigden rjjksveldwaohter
A. VermaBt is in den z. g. »Poel" onder Nisse
een groote vogel geschoten met grjjsachtigen
kop, bruine, schitterende vederen en alle ken
merken der hoenderachtigen (gallinae.) Men
noemt het dier in Zuid-Beveland een wilde
kalkoen en slechts ouden van dagen herinne
ren zich bjj buitengewoon strenge winters een
dergeljjken vogel gezien te hebben. Ook zjjn
in den »Poel" herhaaldeljjk wilde zwanen en
zelfs een arend gezien, allen lui, zegt onze
berichtgever, die ons slechts de eer van een
verrukking en bewondering staan, zoodra hjj
het dak van het Huisje der Bretten tusschen
het geboomte door ontwaarde, en riep met de
hand op zjjn hart uit: Dierbaar huil." In
die twee woorden lag alles opgesloten, wat hjj
sedert den vorigen dag gedacht had en dat
door den ernst van «jjn karakter en den
dwang, dien hjj zich oplegde, veel verschilde
van de gewone opgetogenheid van jongelieden
die pas verliefd zjjn. Maar ziekten, waarvan
de eerste verschijnselen in een soort van
teruggetrokkenheid bestaan, zjjn gewoonljjk
niet de minst langdurige
»0 mjjn God!" dacht hjj, >die liefde, zoo
rein als versch gevallen sneeuw, dat hart, dat
nooit geklopt heeft, die zeldzame schoonheid,
die bekoorlyke geest, dit alles ontmoet ik in
een woestjjn, ver van alle najjverige blikken,
ver van elke mededingingZjj bemint mjj
Haar geheele wezen ontplooit zich voor mjj
bezoek gunnen, als een fatsoenlijk mensch dood-
vriest.
In de Maandag avond te IJerseke ge
houden raadsvergadering nam zoo sohrjjft
men ons de burgemeester, de heer D. Koe-
leman, die reeds met ingang van 15 Jan. be
noemd is tot burgemeester van Krommenie,
afscheid van de raadsleden.
Hjj ontkende^ niet dat zjjne benoeming in
eene gemeente van Noord-Holland, waar hjj
geboren en opgevoed is, hem hoogst aangenaam
was, doch dit nam niet weg, dat hjj vele aan
gename herinneringen van IJerseke zou mee
nemen. Met voldoening verklaarde hjj dat
hjj de achting en vriendschap van velen, met
name ook van het meerendeel der raadsleden,
had verworven en daardoor was het hem ook
gelukt eenig goeds tot stand te brengen. Dat
ging wel niet altjjd zonder strjjd, maar zonder
de medewerking van den raad was het toch
niet mogeljjk geweest. In het belang van IJer
seke hoopte hjj dat in de raadsvergaderingen
steeds een zelfde toon, als onder zjjne leiding
zou bljjven heerschen. Hjj hoopte dat er steeds
eendracht en samenwerking zouden bljjven be
staan en later nog meermalen iets van zjjne
vrienden te zullen vernemen. Zich in de
voortdurende vriendschap der achterbljjvenden
aanbevelende, eindigde hy meteen wensch voor
den bloei en de welvaart van IJerseke.
De heer Sinke, oudste wethouder, achtte zich
gerechtigd den vertrekkenden burgemeester
dank te zeggen uit aller naam voor het goede,
dat deze voor de gemeente had verricht. Alle
menschenwerk is onvolmaakt en niet alles, wat
de heer Koeleman gedaan heeft, zal algemeene
instemming vinden, zooals het trouwens altjjd
gaat, maar er is toch veel, waarvoor iedereen
hem dankbaar zou zjjn. Hjj hoopte, dat de
heer Koeleman ten zegen zou zjjn voor zjjne
nieuwe gemeente.
De voorzitter dankte den heer Sinke voor
't gesprokene.
Te voren was o. a. nog medegedeeld dat het
aandeel in de vergoeding voor de werkzaam
heden aan de laatste tienjarige volkstelling
voor Terseke bedraagt 52.54j; dat de gemeen
terekening over 1889 van Ged Btaten was
teruggekomen met eenige aanmerkingendat
de heer C. D. Klos zjjne herbenoeming tot lid
van 't algemeen armbestuur heeft aangenomen;
dat de wjjziging in het traktement eener on
derwijzeres aan school 1 is goedgekeurd en
dat in de volgende vergadering eene voordracht
tot benoeming eener onderwijzeres zal kunnen
ingeleverd worden, daar het aantal sollicitanten
nu tot 3 is gestegen.
—De o ffieier van gezondheid 2e kl. van
het Indische leger Fideldy, thans geneesheer
te Yerseke, zal 's lands dienst met pensioen
verlaten.
In de stoomboot de Zierikzeesche Koop
handel, liggende aan het Westhavenhoofd te
Zierikzee, geladen met steenkolen en petroleum,
werd Zondagmorgen brand ontdekt in de Bteen-
kolen, welke echter spoedig werd gebluscht,
ook door het nsaken van een gat in de boot.
Esn gedeelte der lading was reeds den vorigen
dag gelost, wat men Zondag voortzette.
Tot gemeenteveldwachter te Noordgouwe
is benoemd Geert ten Veen, politieagent te
Rotterdam.
Men schrjjft ons uit St. Jansteen
Behalve de gebroeders De Moor, die de vorige
week aangehouden zjjn als verdacht van ge
schoten te hebben op de heeren Lauwers en
Speens uit Mechelenwerd Zondagavond
nog een pirsoon opgebracht, bjjgenaamd De
Rommel. Een ander berucht «trooper is, naar
men zegt, vertrokken naar Parjjs. Deze Pank-
huizen genaamd, maakt met bovengenoemd
drietal de kern uit der booswichten, die allerlei
wandaden bedryven, en het is dus wenscheljjk,
dat zjj aan een streng verhoor worden onder
worpen.
De veelbelovende achttienjarige Van
Gassen van Het Kalf, die door Van Landeghem
in de djj geschoten werd, wordt in het gesticht
te St. Gilles verpleegd en is herstellende. Hjj
was op Zaterdag 26 Dec. 11. met een paar
makkers aan het jagen. Toen zjj door Van L.
werden betrapt gingen zjj op de vlucht, doch
daar zjj vermomd waren meende L. gerechtigd
te zjjn een hunner door een lichte kwetsuur
te ontmaskeren. Een geroutineerd strooper
moet men weten keert zjjn jas het bui
tenste binnen en maakt zjjn aangezicht zwart.
Onze Biervlietsche correspondent verzoekt
ons eene fout te verbeteren, die geslopen is in
een in het nommer van Zaterdag opgenomen
bericht omtrent het aftreden van den heer
Dossche als lid van het Roomsche kerkbestuur.
Zjjn naam is niet S. L. maar P. L. Dossche.
Arrondissements-rechtbank te Middelburg.
Heden (Dinsdag) zjjn veroordeeld we
gens
huisvredebreuk en bedreiging
In hare schoone oogen vloeit haar ziel over
maar zjj gelooft dat haar wil de sterkste is
en meent dat haar geheim wel bewaard is
Owelk een hemel sche gelukzaligheid is ons
weggelegd, maar mjj vooral, om haar te mogen
zeggen dat zjj bemind wordt, haar nog meer
te veroveren, langzamerhand dat hart geheel
in te nemen, en haar dan voor het oog der
geheele wereld voor altjjd de mjjne te mogen
noemen. Het geluk te smaken dat zjj al hare
genoegens aan mjj te danken heeft, zelfs het
brood dat zjj dageljjks eet 1 en dan eindeljjk
een nuttig leven te beginnen, voor anderen,
een onafbankeljjk, achtenswaardig bestaan voor
mjj zei ven een fatsoenlijk man waardig
(Wordt vervolgd)