134e Jaargang.
1891.
Dinsdag
13 Januari
N°. 10.
Deze courant verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.
Afzonderlijke noinmers zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën 20 cent per regel. Bij abonnement lager.
Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten, benevens alle
dankbetuigingen: van 17 regels 1.50;
iedere regel meer ƒ0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Middelburg 12 Januari.
De hayen yan Ylissingen
De haven van Terneuzen.
Thermometer.
Middelburg 12 Jan. tm. 8 u. 33 gr.
m. 12 u. 37 gr., av. 4 u. 39 gr F.
Verwacht verand wind.
Agenten te VlissiDgenP. Gr. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te KminingenF. v. d.Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij, te Tholen: W. A.
tan Nleuwenhuijzen en te Ternenzen M de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de
advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmab., te Rotterdam, de Gebr. Belineante, te 's Gravenhage, en A. de la Mar Azn., te Amsterdam.
Hoofdagenten voor het Buitenland: te ParjjB en Londen, de Compagnie générale de Pnblicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger.
Advertentiën
moeten des namiddags te één unr
aan het bureau bezorgd zjjn, willen
zij des avonds nog worden opgenomen
Op de groote keersluis te Vlissingen werd
Zondag qneu gemaakt. Nu eens liet men een
deel der wandelaars van deze, dan weêr die
van gene zjjde over.
En de tram van Middelburg naar Vlissingen
werd als 't ware bestormd. Passagiers voor de
eerste en de tweede klasse moesten plaats nemen
in de derde en waren dan nog gelukkig boven
hen, die moesten big ven staan, wat o. a. bij de
tram van vjjf uur uit Vlissingen met velen
het geval was.
Ron die onderneming haar eigen belang en
dat van het publiek niet gediend hebben met
een paar extra ritten Of waren daartegen
ernstige bezwaren Een voorrecht hadden de
telenrgestelden, die besloten naar Middelburg
te wandelenzjj kregen ten minste warme voe
ten, een geluk dat den rjjdenden niet was ge
gund. De dezer dagen in ons blad geuite klacht
over het gebrek aan warme stoven of hooi
werd dan ook nog al eens gehoord.
Al die beweging, al die drukte had haar
gegronde reden. Het moge een droeve ironie
voor een der beBte havens van Nederland wezen
dat honderden en duizenden zich opmaken
om het zeldzaam gezicht van daar lig
gende Bchepen te aanschouwen, van die
zeldzaamheid te genieten was in ieder geval,
vooral Zondag, een dubbel genot.
Het heerljjke winterweer lokte tot wandelen,
tot schaatsenrijden of tot arren uit. En dan
richt men als van zelf zijn schreden of zijn rit
daarheen waar leven en beweging is.
En zoo was het ook aan de haven te Vlis
singen, vooral op het oogenblik dat een boot
van de Red Star Line, de Noordland, met pas
sagiers uit New-Vork aankwam en aan het
lossen ging. Daarbjj bleek alweer het groote
gemak, dat de haven te Vlissingen aanbiedt.
Vlug en spoedig waren passagiers en bagage
van boord.
En van daar bewogen zich de talr|jke be
zoekers langs de havenbuorden om de schepen
te bezichtigenof om, na de sluis gepasseerd
te zjjn, den weg naar de stad in te slaan.
Van af dien weg heeft men trouwens ook
het verrukkelijkst gezicht op de havende
aanblik daar is zoo frappant, zoo fraai, dat wij
ons zeer goed kunnen begrjjpen, hoe een schil
der den lust niet heeft kunnen wetrstaan daarvan
schetsen te nemen.
Een photographie, van af dat punt der stad
genomen, van de havens, zooals deze thans in
hun schoonsten tooi zjjn gestoken, zou zeker
als herinnering voor menigeen waarde bezitten.
Mocht het zjjn als herinnering tevens aan de
eerste dagen van een nieuw leven voor Vlissingen.
Maar dan moet er nog heel wat veranderen.
Men kan natuurljjk niet vergen dat in een
haven als Vlissingen, waarvan men hoe
uitstekend de gelegenheid daar overigens
moge zjjn tot heden helaas! eens om de
zooveel jaren gebruik maakte, alles voldoet aan
de hoogste eischen, welke de handel stellen
kan. Men mag niet vorderen dat men daar
vindt werkvolk, zoo goed beslagen als dat in
Antwerpen. Dit alles kan slechts de tjjd en
de behoefte brengen. En dit zal ook gebeuren,
wanneer men Vlissingen slechts meer bezoekt.
Maar wat wèl kan en wat wèl moet is dat
alles gedaan worde wat men kan doen
om den schepen het verbljjf te vergemakkelijken
en te waken dat zjj door al te grove eischen
zoo spoedig mogeljjk weer Vlissingen den rug
toekeeren.
Wjj willen gelooven dat de geruchten omtrent
zooals men dit noemt afzetterijen sterk
overdreven zjjn maar dan dienen zjj ten krach
tigste weersproken te worden.
Als het waar is en wjj hebben alleszins
reden om die waarheid aan te nemen dat
voor het vastleggen van een paar trossen en
het vastmeeren van een schip een pond werd
gevraagd; onder bedreiging dat wanneer
men niet spoedig daaraan voldeed het dub
bele zou worden geëischt, dan is zoo iets
ongehoorden had de kapitein dien men
dien eisch stelde het volste recht om zich
daarover krachtig uit te laten. Stel dat voor
zulk werk zes man noodig zijn, dan is toch
voor de daaraan verbonden bezigheden een
eisch van een pond, dunkt ons, nog te hoog.
Wjj doen daarvan mededeeling, opdat zjj, die
tegen zulke overdreven vorderingen kunnen
waken, daarvan kennis mogen nemen en ze
voor het vervolg helpen voorkomen.
De maatschappij De Schelde, die de terreinen
exploiteert, is volstrekt niet overdreven in haar
eischen. Dit is heden nog in de kamer van
koophandel te Middelburg gereleveerd, en
daar zjjn ter bestrijding van allerlei over
dreven geruchten, mededeelingen gedaan, die
zeer de aandacht verdienen. Laat anderen dus
zooveel mogelijk belet worden de haven van
Vlissingen op dit punt te benadeelen 11
Er zjjn echter andere bezwaren voor de
scheepvaart en den handel, waaraan Vlissingen
geen Bchuld heeftdoch wel de directie der
spoorwegen. En een dier bezwaren willen wjj
hier releveeren, wijl wij zelve getuige waren
van een zonderling feit, dat een eigenaardig
licht werpt op den huidigen toestand van ons
spoorwegwezen.
Het toeval bracht ons Zondagavond aan het
havenstation, waar wjj per trein van 5.31
wilden huiswaarts keeren. Daar de boot uit
Engeland door mist enz. nog niet was aange
komen, ging die trein vóór den boottrein van
5.24, en natuuurljjk omdat men eerst nog
had moeten wachten over zjjn tjjd. Nu zou
men denken dat de passagiers de waggons vóór
de wachtkamers zonden vindengeenszins. Zjj
werden door een conducteur beleefd uitgenoodigd
hem te volgen en langs een duisteren weg
gevoerd nabij de Hal vóór den ponton waar
zjj weêr eenigen tjjd moesten wachten vóór de
trein gereed was. Uiterst voorzichtig ging
alles in zjjn werk, dat is waar; de stoer had
iets van een begrafenis maar aangenaam was
het niet. De noodzakelijkheid van dezen
maatregel willen wjj als leeken echter niet
beoordeelen; hjj is misschien nuttig geweest.
Maar bjj die gelegenheid vernamen wjj tevens
een verzoek van een groothandelaar om waggons
voor Duitschland, waaraan door den chef niet
kon worden voldaan.
Komen er dan geen Duitsche waggons aan
was de vraag. Ja zeker zoo luidde het ant
woord iederen dag, maar zij gaan leeg terug,
omdat de chef geen tjjd heeft ze te rangeeren.
Wat is dat voor een toestand vroeg men
zich af.
Terwjjl men hier zeer, zeer verlegen zit om
zulke vervoermiddelen, rjjden deze heel kalm
leeg van Vlissingen weg.
Terwjjl en dit hoorden wjj ook bjj deze
gelegenheid men overal klaagt over het
vervoer; en men zich verbergt achter het gebrek
aan materieel, verzuimt men waggons tejhuren,
b. v. van Belgische maatschappijen, omdat dit
natuurljjk eenige onkosten na zich slepen zou,
die de handel wellicht niet ongeneigd is te
vergoeden, als hjj maar geholpen wordt.
Onze lezers weten dat wij de spoorwegmaat
schappijen niet zoo hard vielen als vele anderen
dedendat wjj zelfs allerlei verzachtende
omstandigheden aanhaalden voor hetgeen zoo
veel ergernis geeftmaar met bet oog op
zulke raadselachtige feiten vragen wjj ons af
zou de minister van waterstaat niet een goed
werk doen om in het belang van het algemeen
iich eens op de hoogte testellen van de waarheid
dier feiten? Zou hjj zich de moeite niet eens willen
getroosten door een persoonlijk onderzoek aan
Vlissingen, aan welks werken het rijk zoo
veel ten koste heeft gelegd en waarbij dus het
algemeen belang is betrokken, zjjne belang
stelling te toonen en te zien hoe door de hou
ding van den staatsspoor veel schade wordt
berokkend aan den handel maar ook aan de
repntatie van deze uitstekende Nederlandsche
haven
Naar aanleiding van het in ons nomn>er van
Dinsdag 1.1. voorkomend bericht »De vaart
naar Terneuzen is als zeer gevaarlijk voor de
scheepvaart gesloten Geen loodsen werden
tot nader order meer verstrekt", brengt de
Terneuzensche Crt. het een en ander in het
midden omtrent het belang dier gemeente.
Er heerschte daar vreugde en bljjde verwach
ting de laatste dagen van 't verloopen jaar, toen
de tijding was gekomen dat de Antwerpsche
haven voor alle schepen door het ijs was afge
sloten, want men had niet vergoten, hoeveel
voordeel dergeljjse afsluiting van die haven
vroeger meer dan eens had gebracht aan de
Terneuzensche werkgevers en werklieden.
En daar kwam op 4 dezer, te midden der
vreugde en veel bedrjjvigheid, de tjjding dat
zoowel het Nederlandsch als het Belgisch loods-
bestuur te Ylissingen de loodsbediening op de
Schelde hadden gestaakt.
Algemeene teleurstelling niet alleen, maar
ook verbazing en ontstemmingNiemand die
van die beslissing iets begreep! Te minder,
wjjl die tjjding te Terneuzen aankwam of be
kend werd, toen drie Vlissingsche loodsen,
van Terneuzen per sleepboot naar VlissiDgen
teruggekeerd, reeds eenige uren goed en wel
hunne bestemming hadden bereiktTe minder
nog wijl bet te Terneuzen gevestigde onderge
schikte loodspersoneel niet alleen geen bezwaar
maakte maar er ook geen gevaar in zag om
bij gunstig tjj te varen 1
Door onmiddelljjk belanghebbenden werd
terstond bjj den betrokken ambtenaar te Ylis
singen tegen het genomen besluit geprotesteerd
en verzekerd dat de Schelde niet gevaarljjb
was. Geen antwoord
Per telegram wendden zjj zich daarop tot
den minister van marine en zelfs tot den
minister van W., handel en njjverheid. Het
antwoord van den eersten luidde »Moet eerst
rapport van den inspc.sVmr te Ylissingen
inwachten 1"
Dinsdag voormiddag kwam het jacht van
den Nederl. inspectenr van Vlissingen de
Schelde opstoomen over de ebbe en bereikte
boei 5 na bjj den Terneuzenschen polder. Men
dacht dat het jacht door zijn tocht de proef
op de som leveren zon, dat de Schelde en de
haven van Terneuzen wel bevaarbaar was,
doch helaas 1 een uur later berichtte die amb
tenaar, dat hjj zijn verbod moest handhaven
Hjj had zjjn schelpje niet durven wagen aan
een jjsachaaltje, dat in de verte aandrjjven
kwam 1
's Middags werd door den burgemeester en
eenige cargadoors de tusachenkomst van den
heer mr F. Walter, lid van de Tweede kamer,
die te Terneuzen vertoefde, ingeroepen en toe
gezegd.
Of die tusschenkomBt geholpen heeft, weet
de Tem. Crt. niet maar een feit is het, dat
reeds in den morgen van den volgenden dag
de inspecteur berichtte, dat de loodsbediening
mocht worden hervat met inachtneming van
ebbe en vloed.
Aan het slot van dit artikel acht de Tem.
Crt. de vraag niet ongewettigd of de betrokKen
Nederlandsche ambtenaar te Ylissingen, bp het
uemen van zjjn overijld besluit tot staking van
de loodsbediening, zij *t dan ook onbewust en te
goeder trouw, onder den invloed heeft verkeerd
eener oneerlijke concurrentie van andere havens.
Van Antwerpen is het overbekend, dat het
de verbetering der loskade te Terneuzen en
de toename der scheepvaart naar die gemeente
en Gent met leede en jaloersehe oogen aan
schouwt. Da Antwerpsche bladen van allerlei
politieke richting slaan dikwjjls genoeg alarm,
met zelden te heftig alarm. De Koophandel
waarschuwde verleden jaar, dat de Antwerpsche
houtstapel zich naar Terneuzen dreigde te ver.
plaatsen 1 Van uit Antwerpen kan best een
wenk zjjn gegeven aan
En kan men te Vlissingen niet geloofd hebben,
wat door zoovele jaren reeds een vrome wensch
is gebleven Indien al de schepen, die daar
voor anker lagen of nu doorgingen naar Rot
terdam of elders, aan die prachtige, millioenen
gekost hebbende kaden en losplaatsen eens
hadden gelost, het ware misschien, geloofde
men, de eerste stap tot de vervulling van dien
wensch, waaraan zich de wensch en het geloof
wel zal gepaard hebben, dat de Schelde onbe
vaarbaar en onze haven ontoegankelijk was.
Zou 't zoo wonderbaarlijk zijn, indien een
ambtenaar, nog slechts enkele maanden te
Vlissingen verbljjveud, 't geloot zijner omgeving
had gedeeld, 't geloof ook van zijn Belgischen
collega
Eindelijk acht het blad het wenscheljjk dat
het stedelijk bestuur van Terneuzen een verslag
van het gebeurde bij de regeering indiende.
In hetzelde nommer der Tem. Ct bespreekt
ook de heer H. C. E. van IJ. de onnoodig ge
bleken ambtelijke sluiting van Terneuzen en
Sent,
Volgens zjjne meening berustte het bevel van
de loodsautoriteiteiten te Vlissingen om geen
loodsen meer af te geven op geen enkelen
grond, of misschien op praatjes van vier Neder
landsche loodsen, die zeker eraan dachten, dat,
als de vaart op Terneuzen doorging, zjj langs
een omweg naar Vlissingen terug zouden moeten,
en hjj zegt dit alleen omdat die menschen te
Terneuzen al vertelden »Ja, Terneuzen zal nu
ook wel gesloten worden, want als wjj te
Vlissingen terugkomen, zullen wij den com
missaris zeggen dat de vaart op Terneuzen
onmogeljjk isEen ervan kwam evenwel met
de Commercial, een bootje van ongeveer honderd
ton, in anderhalf uur van Vlissingen daarheen,
door al dat ijs Onderzocht werd het in ieder
geval niet of de vaart naar en van Terneuzen
gevaarljjk werd vóór Dinsdag, toen de Neder
landsche inspecteur met de 6'oertzen, een klein
stoomjacht, een proeftocht deed van Vlissingen
naar Terneuzen en de vaart onmogeljjk ver
klaarde.
Deze proeftocht geschiedde bljjkbaar op last
van den minister van marine, tot wien de handel
zich gewend had. Doch hoe en wanneer werd
die gedaan? Volgens des schrjj vers meening ten
onrechte gedurende ebtjjd, omdat men dan na
tuurljjk alle afkomende jjsschollen ontmoette.
Dit werd dan ook den minister van marine
medegedeeld en waarschijnlijk tengevolge daar
van kwam dan ook Woensdagmorgen een tele
gram van den Nederl. inspecteur uit Vlissingen
dat loodsen konden en moesten gegeven worden,
in overleg met de Belgische administratie, naar
omstandigheden.
De heer van IJ. komt uit het gebeurde tot
de conclusie, dat het verbod tot afgeven van
loodsen met overjjling is geschied, en in ieder
geval zonder behoorljjk onderzoek door de
Nederlandsche en Belgische commissie, zooals
dat, alvorens Antwerpen gesloten werd, is ge
schied.
Of er onbekende beweegredenen hebben be
staan om tot dien maatregel te besluiten, wil
nij thans liever niet onderzoeken maar zeker is
het dat door dien ongegrond gebleken maatregel
groote belangen zjjn geschaad, zoo te Terneuzen
als elders, en de heer van IJ. drukt de ver
wachting uit, die stellig door alle onbevoor-
oordeelden zal worden gedeeld, dat voortaan
tot sluiting van eene haven, die van natuur
zoo allergunstigst is gelegen, niet meer zal
worden overgegaan, dan na een grondig en
onpartijdig deskundig onderzoek.
Aan het in deze geuite, hoogst billjjke ver
langen om een onderzoek naar het voorgevallene
zal, naar wjj hopen, voldaan worden. Er staan
hierbjj voor de haven van dit deel van Zeeland
te hooge belangen op het spel om niet met
allen ernst een onderzoek te doen naar feiten,
die deze belangen zoo zeer schaadden.
Een opmeiking veroorlove men onswaartoe
slaat men bjj het bespreken van dergeljjke zaken
ook meestal den weg van verdachtmaking in;
en zinspeelt men op geheime bedoelingen;
zonder daartoe gronden aan te geven De feiten
op zichzelve spreken duideljjk genoeghet is
dus vrjj overbodig tot minder loyale middelen
zjjn toevlucht te nemen
zoek, eervol ontslag verleend als onderwijzer
aan de rijkskweekschool voor onderwijzers te
Groningen.
De heer H. M. C. Kessler, arts, is benoemd
en aangesteld tot officier van gezondh. 2de kl.
bjj het personeel van den geneesk. dienst van
het leger in N.-I.
Eindeljjk zjjn bevorderd tot commandeur in
de orde van den hederlandschen Leeuw de
heeren jbr. mr. G. L. M. H. Ruya van Beeren-
broek, minister van justitiemr. A. van Naa-
men van Eemnes, voorzitter van de Eerste
kamer der Staten-Generaal, en jbr. mr. G. J.
Th. Beelaerts van Blokland, voorzitter van de
Tweede kamer der staten-generaal.
Aan de Haagsche Courant wordt de zeer
gegronde vraag gedaan
sOp alle spoorwegen heerscht nu, met de
vorst, een meer dan ergerljjke verwarring.
ïWie kan antwoord geven op deze vragen
»Wat zou er geschieden, indien er eens
oorlog uitbrak en gemobiliseerd moest worden
Heeft men aan oorlog daarover al wel eens
gedacht
Van de Belgische regeering is een voorstel
uitgegaan tot oprichting van een internationaal
bureau, dat alle berichten omtient tariefsbepa
lingen rechtstreeks van de regeeringen zou ont
vangen en terstond in de meest bekende talen
publiceeren. In eene in Juli gehouden confe
rentie, op welke onze regeering vertegenwoor
digd was, is een overeenkomst tot stand gekomen
nupens eene Internationale Unie voor de uitgave
van douane-tarieven met reglement van uit
voering en proces-verbaal van onderteekening.
Besloten is tot vestiging van een bureau met
een jaarljjksch budget van 125,000 francs
maximum, teiwjjl 50.000 francs noodig zullen
zjjn voor oprichtingskosten. Dat bureau, het
welk zjjne opgaven steeds dadeljjk van de
regeeringen zal ontvangen, zal die met den
meesten spoed publiceeren in een bulletin. Tot
de oprichting werken 41 staten mede. Voor-
loopig zal als bjjdrage van Nederland ten
hoogste gevorderd worden 4100 francs 's jaars
en ongeveer 1600 francs in de kosten van eerste
oprichting. Daarvoor zullen wjj ontvangen
274 exemplaren van het bulletin, welker ge-
deelteljjke verkoop in mindering zal komen
van de uitgaven.
De polietieke toestand zal zich zoo
schrjjft men uit Den Haag aan de Zwolsche
crt. na de bjjeenkomst van de Tweede ka
mer waarschjjnljjk nog wel scherper afteekenen
dan nu het geval is. Dit staat intusschen vast,
dat er groot verschil van zienswjjze in het
koste)jjk kabinet» heerscht. Alle collega's
gevoelen dat deze minister van marine on
houdbaar is; zóóveel onbekwaamheid, dat
loopt de spuigaten uit. De titularis zelf schjjnt
dit nog niet in te zienzag hjj 't in, dan zon
hjj ook niet zoo onbekwaam zijn. Het schjjnt
een paradox, het is toch ten deele waar.
Ook de dagen van jhr. Hartsen schijnen ge
teld te zjjn, maar niet vóór eene bespreking der
Congozaak. De minister van financiën is er ook
niet fel op om aan te bleven, en de minister van
justitie wordt aangespoord om een crisis niet
tegen te hondendan raakt de gehate leger-
wet van de baan.
Dat de kansen dier wet sterk dalen is geen
geheim meer. De heer Van Houten met een
smaldeel der linkerzjjde zal haar ook beBto
ken, en het gaat in de regeeringskringen al
bjj de spoorwegen »men verliest den kop.
Rumor in casa, het is de juiste kenschet
niet alleen ter rechterzijde, maar ook ten lin
ker, zoodra men van het veld der critiek op
dat der practjjk wil overstappen.
By kon, besl. is aan J. Ensing, op zjjn ver
De minister van financiën heeft beslist dat
verplaatsing van ambtenaren, gevolg van be
vordering, niet is te beschouwen als verande.
ring van woonplaats in 'srjjks belang, zoodat
wegens zoodanige verplaatsing geen reis- en
verblijfkosten, volgens het kon. besluit van 5
Januari 1884, in rekening gebracht kunnen
worden.
Het wetsontwerp tot wjjziging van art. 96
der kieswet ter voorziening in het geval dat
een lid der EarBte kamer ophoudt tot de hoogst
aangeslagenen te behooren, heeft bjj het onder
zoek aer afdeelingen m de Tweede kamer nog
al bedtnkingen uitgelokt.
In de eerste plaats werd door onderscheidene
leden een grondwettelijk bezwaar aangevoerd,
hierop nederkomende dat de grondwet voor
schrijft aan welke vereischten men moet vol
doen om lid der Eerste kamer te kunnen zjjn,
in de wet van 12 Aug. 1890 het lidmaatschap
zelf der Eerste kamer onder de hooge en ge
wichtige openbare betrekkingen is genoemd,
welke men moet bekleeden of bekleed hebben
om lid der Eerste kamer te zijn, waaruit volgt
dat een zoodanig lid, aan die vereischten be
antwoordende, niet behoeft af te treden als hjj
niet meer tot de hoogst aangeslagenen behoort,
De grondwet heeft zelfs uitdrukkelijk gewild
dat van iemand, die, onder de bedoelde omstan
digheden gekozen, het lidmaatschap niet vervalt,
wanneer hjj ophoudt hoogstaangealagene te zjjn.
Het bljjkt ook niet dat, geljjk de regeering
meent, art. 96: der kieswet de zelfstandigheid
der grondslagen voor de verkiesbaarheid eischt
integendeel strekt dat artikel om een ondeel-
oare groep van bevoegden tot het lidmaat-
sjhap der kamer te vormen. Ging het systeem
der regeering door, dan zou iemand, al bleef
hjj bevoegd lid der kamer te zjjn, ter zake hjj
de hooge betrekking bekleed had om welke hjj
kon gekozen zjjn, toch moeten ai te tre
den, omdat hjj de kwaliteit van hoogsta n-
geslagene verloren had. Daarenboven achtte
men het regeerings-voorstel eene bedenkeljjke
reactie tegen art. 96 der kieswet, omdat was
men eenmaal lid aer Eerste kamer en ve dween
men van de ljjst der hoogstaangeslagenen, men
volgens dat artikel lid bljjft, wanneer men.
Onverschillig vóór of na zjjn optreden, eene
hoo^e of gewichtige openbare betrekking bi»
kleedde of bekleed had,