ISP. 306. 133° Jaargang. Dinsdag 30 December. 1880j Decs courant ferscMjnt d a g o 1Q k a met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Frijs per kwartaal in Middelburg en per post franco f Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën20 cent per regel Bf) abonnement lager Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten benevens alle dankbetuigingenvan 17 regels f 1.50 iedere regel meer f 0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Middelburg 29 December. Totaal. 2.228.635 2.882.985 4.511,610 LETTEREN EN KUNST. UBBELBl RGSÜIE COIIAM. Vhemomeie*. •üiitfaetourK 29 Dec. vm. S 15 gi n. 12 v. 18 g<- av. 4 u. 18 gr F. Vf.T"W O Agente* te Vlissingen: P. G.deVbt Mmtdabh Zoon, te Goes: A. A. "W. Bollaxd, te Kruiningen: F. d. Peul, te Zierikzee: A. O. db-Moou teTholen: W. A. va* j Notjwbotühzb* en te TerneuzenM. db Jokgj. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de j moeten des namiddags te nur advertentie-burean's van Nijgh Va* Ditxae te Rotterdam, de Gkbk. Belektaktb, te 's Gravenhage, en A. db la Mae Azn, te Amsterdam. I aan het bureau bezorgd zjjn, willen Hoofdagente» voor het Buitenlandte Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Pnblioité étrangère G. L. Daubb Cie., Joh* F. Jo*bs, opvolger. j zjj des avonds nog woraen opgenomen Donderdag (IVieuwjaarsda ver schijnt de Mlddeihnrgsche courant niet. De Maasbode schrjjft »Hebbeii wjj dr Schaapman goed begrepen, dan is hp van meening dat men katholiek is .zoolang men trouw is aan de tien geboden> niet verschilt van deD geest der kerk en ge trouw blijft aan de heilige katholieke begin selen". .Zoolang men hieraan voldoet, is men, vol gens den heer Schaepman, .volkomen vrjj en behoort men slechts rekening te houden met elk gevaar, met elke goede kans, met alle dingen, welke de toekomst door een sluier te zien geeftook met de lessen, die het verleden aanbiedt". .Deze leer iB o. i. volkomen in overeenstem ming met die, onlangs door den premier den heer Maokay verkondigd, toen hjj in de Tweede kamer zeidewat kunt gjj, katho lieken, toch hebben tegen de legerwet, welke immers niet in stijjd is met bet katholieke dogma? .Bovendien wanneer die leer in de 'politiek opging, waartoe dient dan een staatkundig program En waarom heeft dr Schaepman dan in 1888 ijverig medegewerkt aan de tot standkoming van zoo'n program »Nu zou het antwoord op de laatstgedane vraag wel kunnen luidenja, ziet gjj, toen was ik nog in mjjne .groene jaren. Maar dan was men er nog niet. .Immers wanneer ieder geloovig katholiek in het staatkundige op de straks vermelde voorwaarden volmaakt vrjj is en dit voorop wordt gesteld, waar bljjft dan de katholieke ,S(aa(spartjj, en waartoe dient het dan dat katholieke couranten zich met de politiek bezighouden of dat er politieke redevoeringen worden gehouden »En al kon men al deze vragen voldoende beantwoorden, ook dan was men er nog niet. Want dan zou alweder de vraag op de lippen komenwie moet uitmaken met welke gevaren, met welke tijdsomstandigheden, met welke goede kansen enz. moet rekening gehouden worden, om te geraken tot een goed opportu nisme .Indien het antwoord hierop luidde: dat alles moet worden uitgemaakt door den heer Schaepman, dan zou men toch weder moeten vragenmaar waar bljjft dan de vooropgestelde vrjjheid .Men ziet dus, dat men met al die mooie redeneeringen over .goed opportunisme" in een cirkel ronddraait. .Daarom is en blijft 0, i. de beste staatkunde voor ons Katholieke volk, dat het zich daarover In zjjn pers en in Syne vereenigingen uitspreekt en zjjn wenschen en verlangens bij gelegenheid der algemeene verkiezingen in een program belichaamt, met dien verstande altijd, dat ons selfstandig katholieke karakter volkomen bljjve bewaard. »Z§, die deze opstellen met aandacht gele zen hebben, zullen zeiven de vraag kunnen beantwoorden, of het al dan niet wenscheljjk is den heer f haepman, met volkomen eerbie diging van os perBOonljjke overtuiging, daarbjj als le. in te erkennen." Het antwr op die fraag kunnen wjj, die buiten den s'Ujj'd staan, wel even gemakke'jjh geven. De .geëerde spreker" zooals de Maasbode hem noemt heeft van die zjjde genoeg te verduren en wordt op zulk eene onheusche wjjze bejegend, dat men eer zou denken met een heftig tegenstander dan met een strjjder voor eenzelfde geloof te doen te hebben. En dat de aanvallers den aangeval lene nog als een leidsman zouden erkennen geen sterveling, die «enigszins op de hoogte is van den huidigen toestand, zal daaraan een oogenblik denken. Aan het slot eener derde beschouwing over Suriname zegt het Vaderland het volgende, Waarmee wjj ons geheel kunnen vereenigen .Kan deze gouverneur, jhr mr M. A. de Savornin Lohman, nog goedmaken wat is be dorven? In den laatsten brief, dien wjj uit Paramaribo publiceerden, trof ons de opmerking, dat de gouverneur er blijkbaar op uit is toe nadering tot de bevolking te zoeken. Onze briefschrijver voegde er echter bjj, dat hp Vreesde, dat de verbittering te hoog was ge stegen. Dit zouden wjj zeer betreuren. Toont de gouverneur metterdaad, dat hjj op beteren voet mat de bevolking wenscht te komen, en op dezelfde bezadigde wjjze wenscht te regeeren, als gedurende het eerste jaar van zjjn bewind, waartoe de regeering hier veel kan bjjdragen door hem met zachten dwang binnen de perken des rechts terug te brengen, dan behoort het verbitterde deel der bevolking in te zien, dat toenadering harerzijds is een eisch van vader landsliefde en van vroed politiek beleid. De Nederl. pers, wie het om personen- of partjj- strjjd niet te doen is, maar om het belang der kolonie, wenscht niets liever dan verzoening, en zag de minister van koloniën het belang der kolonie goed ia, ia stede van den gouverneur door dik en dun te verdedigen en te insinueeren, dat die pers een campagne voert om den gou verneur tot aftreden te dwingen, zou hjj haar goede diensten dankbaar erkennen." De Hooge raad heeft, geljjk wjj r eeds mede deelden, beslist, dat de ambtenaren trouw moeten zweren aan den Koning en niet aan de Koningin. De Regentes heeft trouw gezworen aan de KoniDgin. Is nu haar eed niet geldig en zal, om dit verschil over een paar letters, terwjjl omtrent de zaak zelve bjj geen sterveling een haar verschil bestaat, H. M. de Koningin-Regentes opnieuw den eed moeten afleggen Zoo niet, dan zal toch met haar het gansche volk be- grjjpen dat een eed aan de Koningin even verbindend is als een eed aan den Koning. Toch zal men het kannen beleven, dat eene vervolging, door een ambtenaar ingesteld, door den Hoogen raad wordt vernietigd, op grond, dat hjj geen ambtenaar is, als hjj trouw ge zworen heeft aan de Koningin en niet aan den Koning (die er niet is). Indien dit zoo is, dan zulien ook alle be sluiten van de Koningin-Regentes verbindende kracht missen, daar zjj en hare raadslieden, het gezond verstand boven de letter stellend, trouw gezworen had aan de Koningin en niet, geljjk de Hooge raad nn beslist keeft dat moest geschieden aan den ontbrekenden Koning. (Arnh. Crt.) Bij kon. besluit zjjn bjj het departement van binnenlandsche zaken benoemdtot hoofd commies mr C. Telders, thans commies tot commies G. J. van Oort, thans adjunct-commies. De minister van financiën brengt ter kennis van belanghebbenden, dat in Februari 1891, op nader te bepalen tjjd en plaats, een verge- ljjkend examen zal gehouden wordena. voor 80 plaatsen als kommies der 4e klasse der directe belastingen, invoerrechten en accjjnzen, op eene belooning van 480 's jaarsb. voor de betrekking van deurwaarder der directe belastingen. De minister van waterstaat enz. brengt ter kennis van belanghebbenden, dat in de maand Maart of April 1891 een vergeljjkend onder, zoek zal plaats vinden van adspiranten voor de betrekking van surnumerair bjj het vak der posterjjen, waartoe vjjttien plaatsen ter ver vulling worden opengesteld. Een tweede examen zal gehouden worden in October of November 1801. Voor nadere inlichtingen verwjjzen wjj naar de St.Ct. van heden. Dezer dagen werd in de zitting der Tweede kamer door den heer Goekoop een en ander ter sprake gebracht dat aan de Militaire Aca demie te Breda gebruikeljjk is en verbetering eischt. Daarbjj kwamen ook te berde de reeds vroeger vermelde feiten over natte voeten, den toestand der slaapzalen en het rjjden; maar balangrjjk vooral was het volgende, dat ge noemde afgevaardigde in het midden bracht over het zg. .baren" en de .ziekenverpleging". Omtrent het eerste zeide hjj .Als bekend meen ik te mogen aannemen - en anders zjj het, voor zooveel noodig, gecon stateerd dat de zoogenaamde .baren", de cadetten van bet jongste jaar, slapen in afdee- lingen waar 9 bedden zjjn, 8 voor de baren en 1 voor den zoogenaamden escouade-commandant, dat is een sergeant- of korporaal-cadet, dus een van het oudste jaar. Waar ik nu voorop wensch te stellen, dat ik voor mjj in een ontgroenen een zoogenaamd baren in den zin van een ontbolsteren en manieren leeren geen bezwaar zie wensch ik 't uit te spreken dat ik echter ernstig be zwaar heb tegen ieder .baren", dat in lichame lijke kwelling, in eenige mishandeling ontaardt. Heb ik voor mjj zelfs geen bezwaar tegen een .baren" dat medebrengt; boodschappen doen, een balen van boeken, snoeperijen, siga retten en dergelijke, uit de kastjes der ouderen; in het weder opbergen diefzaken, in het maken van Bchrjjfwerk, gedichtjes, teekeningen, ja zelfs van minnebrieven, ja zelfs niet in de ver plichting om zoogenaamde .moppen" te deoi- reeren wel, mijnheer de voorzitterheb ik ernstig bezwaar in het water in den nek gooien, zoodat het buis en broek of op de slaapkamer bjj voorkeur gepleegd het hemd uitloopt, met last om daarna te gaan kikkeren. fin dat dit feit geen legende is, wensch ik te staven door de mededeeling der woorden, ter zake opgenomen in een schrjjven, van den zoo vroeg ontslapen laatsten cadet aan mijzelf gericht, woorden als ik het zoo eens uit drukken mag door den dood beveBtigd. .Ik werd zoo schrjjft de arme jongen dien avond verzopen (dit is, ik kreeg water in mjjn nek) en toen mocht ik gaan kikkeren, dit is op je hurken vooruit springentoen ik nu niet meer kon, moest ik op mjjn eene been gaan hinken en toen ik daarop ook niet meer kon, op het andere". Ziedaar, mijnheer de voorzitter, de woorden van het kind; hier ligt de brief voor teder, die het zelf lezen wil. Heb ik tegen deze lichameljjke kwelling be zwaar, mynheer de voorzitter, niet minder is dat het geval, als men kinderen, die om 10 uur 's avonds naar bed gaan en om half zes 's mor gens moeten zjjn opgestaan, bjj dat naar bed gaan nog 3 it 4 kwartier blootstelt aan aller lei ondervragingen van den escouade-comman. dantook wanneer men die kinderen want dat zjjn het inderdaad uit 't bed doet zet ten, om een kwartier in 't hemd te Btaan of te kikkeren alles op last van den kamer chef en om, als aan dezen en dergeljjken last niet voldaan wordt, door den baar hem een schop toe te dienen, of met een eindje touw, of water in den nek, d.iafloe te brengen, of hem bjj den kraag te pakken en heen en weer te schudden. Wèl heb ik ook bezwaar in het door het besteld zijn bjj de zoogenaamde .oudjes" dwingen tot het uitstellen van een gaan naar no. 100, binnen het daartoe aangewezen tijds verloop wel heb ik bezwaar in het doen excerceeren met eene bank, als ware 't een geweer, op de slaapzaal den .baar" uitputten de, en zulks alles op last van den escouade- commandant of een ouderen. Ik houd mjj trouwens verzekerd, mjjnheer de voorzitter, dat de minister evenals deze vergadering dergeljjke handeling met my af keurt, en ik acht het niet onwaarschijnlijk, dat men er mjj op wjjzen zal, dat om derge lijke handelingen escouade-commandanten zjjn gedegradeerd, dat is dat hun de sergeant- of korporaalstrepen zjjn afgenomen. Maar mag ik dan met alle bescheidenheid vragen ei die aangebrachte remedie niet te zwak was Ik wensch het niet te beslissen, maar meen de vraag toch in ernstige overweging te moeten geven." Met betrekking tot de ziekenverpleging con stateerde de heer Goekoop eenige feiten, be trekking hebbende op den laatst ontslapen cadet, J. H. Stuffken, van het jongste studie jaar, overleden in den nacht tusschen 9 en 10 December. Dit kind werd op de ziekenzaal gebracht op Dinsdag 11 November. En het eerste bericht, dat de buitenwereld omtrent zyne ziekte be reikte, is gedateerd 24 Nov., dus juist 13 dagen later. Dat bericht was een door hem zelf in potlood en in stilte geschreven brief kaart, hier mede aanwezig, ter inzage van ieder die het wenscht. Die briefkaart was een ge volg van de toevallige omstandigheid, dat, nadat aan hem 2 pakjes met ingesloten schry- ven, waarop niets van hem werd vernomen, waren afgezonden, doch die hem en ik twjj fel er niet aan, zeer zeker te recht met het oog op zjjnen zielstoestand, niet waren ter hand gesteld ik zeg, na dat hem bjj het stilzwygen dienaangaande, een afzonderlyk schrjjven was toegezonden om de reden van dat stilzwygen te vragen. ^En na die briefkaart van den patiënt zelf, die ik herhaal het in den nacht van 9 op 10 Dec. overleed, werd van wege de Aca demie de eerste mededeeling omtrent zynen toestand gedaan op 3en Dec. nadat hjj 11 Nov. reeds ziek was geworden. Ziedaar, mynheer de voorzitter, data en fei ten, die voor zich zelf spreken, beter dan ik kan doen. fin hoewel ik nu, Goddankgeen enkele reden heb om te twyfelen aan eene uitstekende verleening van geneeskundige hulp op de zieken- inrichtingen, en ik constateer dat dank baar hoewel ik gaarne aanneem, dat alles jdaar wordt aangewend, wat de wlmchap be reikbaar heeft gesteld, zoo moet ik daaraan toch de vraag aanknoopenof men 't eene goede verpleging mag noemen, wanneer gedu rende een veertiental dagen niet voorzien wordt in de lichaamsreiniging der patiënten wanneer zjj niet gewasschen, niet verschoond en van trissche lakens voorzien worden En dit was met den genoemden patiënt het geval. Ik wil 't gevraagd hebben of het met de eiscben eener goede ziekenverpleging is overeen te brengen, dat een patiënt met 39° koorts, en die dus niet meer getransporteerd kan worden, zonder voortdurend toezicht gelaten wordt, en in een zelfde vertrek met anderen, die licht ongesteld zjjn Veizwjjgen mag en wil ik het echter niet, mynheer de voorzitter, hoe juist de omstandig heid, dat een minder zieke kameraad zioh op hetzelfde ziekenvertrek bevond, den laatsten in de gelegenheid stelde zjjne hulpeloos lig- genden jongeren mede-cadet, toen hjj brakende was, te helpen." Naar aanleiding van die beweringen schreven de Tolgende gepensioneerde hoofdofficieren, de beeren L. E. F. Bolomey, J. R. de Jong, M. A. Kuytenbrouwer, P. Peereboom, H. L. Kilian, H. W. O. de Brnyn, H. K. L. Pené, L. W. A, Kessler en W. de Rochemont in de Hollandsche bladen een ingezonden stuk. Daarbjj verklaren zjj dat door het vorige bestuur, en zeker niet minder door het tegenwoordige, zooveel mogelijk maatregelen zjjn genomen tegen het baren maar dat zulks niettegenstaande het strengste toezicht toch enkele malen gebeurt en onbe kend bljjft, wie kan dat verwonderen? Waar worden nooit geboden oversohreden vragen zjj Zeker is het evenwel, dat, wanneer het blijkt dat misdaan is, strenge maatregelen niet achter wege bljjven. Of daaronder zoo maar dadelyk yerwjjdering van den deliquent moet gebracht worden, zouden zjj niet gaarne onvoorwaardeljjk toe stemmend beantwoorden, wanneer zjj bedenken dat men veelal met jongens te doen heeft, wier geheele toekomst op het spel staat, en door eene verwydering de ouders of voogden mis schien wel het meest zouden getroffen worden Mogeljjk zou zelfs de spreker in de Kamer minder streng in zjjn oordeel geweest zjjn, wanneer een pupil van hem, in plaats van gebaard te zjjn, gebaard had, want het men- scheljjk gevoel wordt voor een groot gedeelte beheerscht door persoonlyke invloeden. Wat zij vooral met hun schry ven bedoelen is de ouders en voogden gerust te Btellen omtrent de verpleging van hunne zoons en pupillen in de ziekenzaal. ZooalB hun herhaaldelyk in vertrouwelyke gesprekken met cadets verzekerd an by bezoeken in de ziekenzaal meermalen gebleken is, is daar, bjj een streng toezicht op alles waarvoor en waartegen in het belang der zieken moet gewaakt worden, hunne ver zorging zoo zorgvol en zoo liefderjjk als van eene moeder voor haren zoon zou kunnen ver wacht worden. Meer kan tot geruststelling niet gezegd worden en toch verklaren zjj dit met de grootste gerustheid als hun innige overtuiging. Wy achten het een voorrecht dat de heer Ooekoop op de door hem aangehaalde feiten eens weesbeschouwen de tegenspraak van bovengenoemde heeien slechts eene zeer zwakke poging tot vergoelyking en zien daarom met des te meer belangstelling te gemoet het on derzoek, dat de minister van oorlog in deze toezeide. Blijken! de zevende algemeene tienjaarlyk- sche volkstelling was de werkelyke bevolking van het ryk op 31 December 1889 Provinciën. Mannen. Vrouwen. Totaal, Noord-Brabant. 255.787 253.841 509.628 Gelderland. 258.789 253 413 512.202 Zuid-Holland. 456.455 493.186 949 641 Noord-Holland. 400.631 428.858 829 489 Zeeland. 98.270 100.964 199 234 Utrecht. 109.100 111.907 221.007 Friesland. 166.632 168.926 335.558 Overysel. 150.366 145 079 295 445 Groningen. - 134.217 138.569 272.786 Drenthe. 68.650 62.054 130.704 Limburg. 129.590 126.131 255.721 JDe beer Julius Barnett, te Paramaribo, heeft zioh met een uitvoerig adres vergezeld van bylagen tot de Eerste en Tweede kamer gewend tot mededeeling en toelichting van feiten en omstandigheden, welke, in onderling verband en samenhang beschouwd, requestrant tot de overtuiging hebben geleid omtrent het hierna volgende: Op last van den gonvernenr zou, nadat het verslag waB verschenen van de zitting der Koloniale staten, waarin de heeren H. Barnett en mr C. H. van Meurs (vennooten der maat- schappy, welker vertegenwoordiger adressant is) in afkeurenden zin over het beleid van den gouverneur hebben gesproken, het appèl zjjn ingetrokken, door den gouverneur-generaal ingesteld tegen eene uitspraak van den om- gaanden rechter, houdende afkeuring van de ryst, die door requestrant zou worden mede gegeven aan een ploeg door hem aangenomen arbeiders, die naar een placer zouden vertrek ken. Die arbeiders werden ook niet vervolgd, toen zjj op den 12 Aug., ondanks het wettig gesloten contract, niet waren vertrokkendrie hunner werden toegelaten op het bureau van politie om contracten met andere gouddelvers te slui ten, niettegenstaande het contract met reques trant nog geldig en niet ontbonden was. De gouverneur, zegt adressant, heeft daardoor in stryd met het regeeringsreglement gehandeld, dat in art. 139 al. 2 de tusschenkomst der regeering in rechtszaken verbiedt. Door be doelde) behandelingen wordt, zegt de adressant voorts, »de loop der justitie gestremd, de hand having van orde en wet in de kolonie onder- mjjnd", en het algemeen zoowel als het parti culier belang in de hoogste mate benadeeld. Vermits de regeering tot dusver gemeend heeft geen gehoor te moeten geven aan al de grieven der ingezetenen tegen den gouverneur achtte requestrant zich verplicht, waar zoowel het algemeen belang als de onder zjjn beheer (taande onderneming getroffen wordt, de tns- schenkomst in te roepen van de Staten-gene- raal, opdat er een einde kome van dergeljjke onduldbare handelingen". 2.228.487 2.282.928 4.511.415 Personen, die bjj de volkstel ling verklaard hebben in het Ryk te wonen, doch in geen ge meente konden geacht worden werkelyke woon- pla ts te hebben. 138 57 195 Het nommer van Eigen Haard van deze weekbevat een verbeterde gravure Koninklijke Rouwkamer op het Loo, ter vervanging van de laatst gegeven plaat, welke, tengevolge der haastige bewerking, zeer onvolkomen de fraaie teekening weergaf, door den heer De Josselin de Jong vervaardigd. Tevens bevat dit nommer eene gravure, voorstellende den koninkljjken rouwstoet op het oogenblik van vertrek van het paleis, naar eene photographie van den heer A. W. Heynen te V Gravenhage, welke als titelplaat vóór den thanB completen zes tienden jaargang eene goede plaats kan vinden. By de firma Holdert en Co. te Amster dam ii het eerste nommer verschenen van het geillustreerd weekblad De Illustratie, dat in formaat en uitvoering zooveel mogeljjk de Fransche VIllustration tot voorbeeld nemen zal. De verbalen in het eerste nommer zjjn ge ïllustreerd met de oorspronkelijke elichés, die in het Fransche weekblad eene plaats vonden. Het geheel maakt een goeden indruk. De ook te Middelburg zoo bekende con certzanger, de heer F. Litzinger uit Düssel- dorf, is benoemd tot hofkamerzanger van den Groot-Hertog van Saksen-Memingen. Onze schilders hebben weder te Munchen een goed figuur gemaakt, wat bljjkt uit de verschillende onderscheidingen, door hen aldaar verworven. De prins-regent benoemde lozef Israels tot commandeur in de Orde van Verdienste van den Heil. Michael van Beieren, tot officier Julius van de Sande Bakhujjzen, tot ridders B. J. Blommers, Fred, J. du Chattel en J; Hendr. Weissenbruch. Op de knnsttentoon stelling in de Beiersche hoofdstad werd verder aan Nederlanders toegekendeen gouden me daille le klasse aan Alb. Neuhuys en drie 2e klasse aan Théophile de Bock, Thérèse Schwartze en Alex. Strujja. De Beiersche regeering kocht voor de Pinakotheek een ka- puaal schildery van C. Bisschop en de heer J, H. L. de Haas werd door den prins-regent benoemd tot koninklyk professor honoris causa Verder vonden verschillende schilderyen van Nederlandsohe kunstenaars koopers. De Fransche Académie des Beaux Arte heeft Meisonnier tot voorzitter gekozen. Tengevolge van een wjjziging m het bestuur der Sociéti des artistes francais bestaat er voor uitzicht dat het geschil tusschen de Fransche kunstenaars, tengevolge waarvan in 1890 een salon in het Palais de VIndustrie en een op het Qharnpi 4* Margeopend werd, wordt opgs*

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1890 | | pagina 3