ISP. 306.
133° Jaargang.
Dinsdag
30 December.
1880j
Decs courant ferscMjnt d a g o 1Q k a
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Frijs per kwartaal in Middelburg en per post franco f
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën20 cent per regel Bf) abonnement lager
Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten benevens alle
dankbetuigingenvan 17 regels f 1.50
iedere regel meer f 0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Middelburg 29 December.
Totaal. 2.228.635 2.882.985 4.511,610
LETTEREN EN KUNST.
UBBELBl RGSÜIE COIIAM.
Vhemomeie*.
•üiitfaetourK 29 Dec. vm. S 15 gi
n. 12 v. 18 g<- av. 4 u. 18 gr F.
Vf.T"W O
Agente* te Vlissingen: P. G.deVbt Mmtdabh Zoon, te Goes: A. A. "W. Bollaxd, te Kruiningen: F. d. Peul, te Zierikzee: A. O. db-Moou teTholen: W. A. va* j
Notjwbotühzb* en te TerneuzenM. db Jokgj. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de j moeten des namiddags te nur
advertentie-burean's van Nijgh Va* Ditxae te Rotterdam, de Gkbk. Belektaktb, te 's Gravenhage, en A. db la Mae Azn, te Amsterdam. I aan het bureau bezorgd zjjn, willen
Hoofdagente» voor het Buitenlandte Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Pnblioité étrangère G. L. Daubb Cie., Joh* F. Jo*bs, opvolger. j zjj des avonds nog woraen opgenomen
Donderdag (IVieuwjaarsda ver
schijnt de Mlddeihnrgsche courant
niet.
De Maasbode schrjjft
»Hebbeii wjj dr Schaapman goed begrepen,
dan is hp van meening dat men katholiek is
.zoolang men trouw is aan de tien geboden>
niet verschilt van deD geest der kerk en ge
trouw blijft aan de heilige katholieke begin
selen".
.Zoolang men hieraan voldoet, is men, vol
gens den heer Schaepman, .volkomen vrjj en
behoort men slechts rekening te houden met
elk gevaar, met elke goede kans, met alle
dingen, welke de toekomst door een sluier te
zien geeftook met de lessen, die het verleden
aanbiedt".
.Deze leer iB o. i. volkomen in overeenstem
ming met die, onlangs door den premier
den heer Maokay verkondigd, toen hjj in
de Tweede kamer zeidewat kunt gjj, katho
lieken, toch hebben tegen de legerwet, welke
immers niet in stijjd is met bet katholieke
dogma?
.Bovendien wanneer die leer in de 'politiek
opging, waartoe dient dan een staatkundig
program En waarom heeft dr Schaepman
dan in 1888 ijverig medegewerkt aan de tot
standkoming van zoo'n program
»Nu zou het antwoord op de laatstgedane
vraag wel kunnen luidenja, ziet gjj, toen
was ik nog in mjjne .groene jaren. Maar
dan was men er nog niet.
.Immers wanneer ieder geloovig katholiek
in het staatkundige op de straks vermelde
voorwaarden volmaakt vrjj is en dit voorop
wordt gesteld, waar bljjft dan de katholieke
,S(aa(spartjj, en waartoe dient het dan dat
katholieke couranten zich met de politiek
bezighouden of dat er politieke redevoeringen
worden gehouden
»En al kon men al deze vragen voldoende
beantwoorden, ook dan was men er nog niet.
Want dan zou alweder de vraag op de lippen
komenwie moet uitmaken met welke gevaren,
met welke tijdsomstandigheden, met welke
goede kansen enz. moet rekening gehouden
worden, om te geraken tot een goed opportu
nisme
.Indien het antwoord hierop luidde: dat
alles moet worden uitgemaakt door den heer
Schaepman, dan zou men toch weder moeten
vragenmaar waar bljjft dan de vooropgestelde
vrjjheid
.Men ziet dus, dat men met al die mooie
redeneeringen over .goed opportunisme" in een
cirkel ronddraait.
.Daarom is en blijft 0, i. de beste staatkunde
voor ons Katholieke volk, dat het zich daarover
In zjjn pers en in Syne vereenigingen uitspreekt
en zjjn wenschen en verlangens bij gelegenheid
der algemeene verkiezingen in een program
belichaamt, met dien verstande altijd, dat ons
selfstandig katholieke karakter volkomen bljjve
bewaard.
»Z§, die deze opstellen met aandacht gele
zen hebben, zullen zeiven de vraag kunnen
beantwoorden, of het al dan niet wenscheljjk
is den heer f haepman, met volkomen eerbie
diging van os perBOonljjke overtuiging,
daarbjj als le. in te erkennen."
Het antwr op die fraag kunnen wjj, die
buiten den s'Ujj'd staan, wel even gemakke'jjh
geven. De .geëerde spreker" zooals de
Maasbode hem noemt heeft van die zjjde
genoeg te verduren en wordt op zulk eene
onheusche wjjze bejegend, dat men eer zou
denken met een heftig tegenstander dan met
een strjjder voor eenzelfde geloof te doen te
hebben. En dat de aanvallers den aangeval
lene nog als een leidsman zouden erkennen
geen sterveling, die «enigszins op de hoogte is
van den huidigen toestand, zal daaraan een
oogenblik denken.
Aan het slot eener derde beschouwing over
Suriname zegt het Vaderland het volgende,
Waarmee wjj ons geheel kunnen vereenigen
.Kan deze gouverneur, jhr mr M. A. de
Savornin Lohman, nog goedmaken wat is be
dorven? In den laatsten brief, dien wjj uit
Paramaribo publiceerden, trof ons de opmerking,
dat de gouverneur er blijkbaar op uit is toe
nadering tot de bevolking te zoeken. Onze
briefschrijver voegde er echter bjj, dat hp
Vreesde, dat de verbittering te hoog was ge
stegen. Dit zouden wjj zeer betreuren. Toont
de gouverneur metterdaad, dat hjj op beteren
voet mat de bevolking wenscht te komen, en
op dezelfde bezadigde wjjze wenscht te regeeren,
als gedurende het eerste jaar van zjjn bewind,
waartoe de regeering hier veel kan bjjdragen
door hem met zachten dwang binnen de perken
des rechts terug te brengen, dan behoort het
verbitterde deel der bevolking in te zien, dat
toenadering harerzijds is een eisch van vader
landsliefde en van vroed politiek beleid. De
Nederl. pers, wie het om personen- of partjj-
strjjd niet te doen is, maar om het belang der
kolonie, wenscht niets liever dan verzoening,
en zag de minister van koloniën het belang
der kolonie goed ia, ia stede van den gouverneur
door dik en dun te verdedigen en te insinueeren,
dat die pers een campagne voert om den gou
verneur tot aftreden te dwingen, zou hjj haar
goede diensten dankbaar erkennen."
De Hooge raad heeft, geljjk wjj r eeds mede
deelden, beslist, dat de ambtenaren trouw
moeten zweren aan den Koning en niet aan
de Koningin.
De Regentes heeft trouw gezworen aan de
KoniDgin.
Is nu haar eed niet geldig en zal, om dit
verschil over een paar letters, terwjjl omtrent
de zaak zelve bjj geen sterveling een haar
verschil bestaat, H. M. de Koningin-Regentes
opnieuw den eed moeten afleggen Zoo niet,
dan zal toch met haar het gansche volk be-
grjjpen dat een eed aan de Koningin even
verbindend is als een eed aan den Koning.
Toch zal men het kannen beleven, dat eene
vervolging, door een ambtenaar ingesteld, door
den Hoogen raad wordt vernietigd, op grond,
dat hjj geen ambtenaar is, als hjj trouw ge
zworen heeft aan de Koningin en niet aan
den Koning (die er niet is).
Indien dit zoo is, dan zulien ook alle be
sluiten van de Koningin-Regentes verbindende
kracht missen, daar zjj en hare raadslieden,
het gezond verstand boven de letter stellend,
trouw gezworen had aan de Koningin en niet,
geljjk de Hooge raad nn beslist keeft dat moest
geschieden aan den ontbrekenden Koning.
(Arnh. Crt.)
Bij kon. besluit zjjn bjj het departement van
binnenlandsche zaken benoemdtot hoofd
commies mr C. Telders, thans commies tot
commies G. J. van Oort, thans adjunct-commies.
De minister van financiën brengt ter kennis
van belanghebbenden, dat in Februari 1891,
op nader te bepalen tjjd en plaats, een verge-
ljjkend examen zal gehouden wordena. voor
80 plaatsen als kommies der 4e klasse der
directe belastingen, invoerrechten en accjjnzen,
op eene belooning van 480 's jaarsb. voor
de betrekking van deurwaarder der directe
belastingen.
De minister van waterstaat enz. brengt ter
kennis van belanghebbenden, dat in de maand
Maart of April 1891 een vergeljjkend onder,
zoek zal plaats vinden van adspiranten voor
de betrekking van surnumerair bjj het vak der
posterjjen, waartoe vjjttien plaatsen ter ver
vulling worden opengesteld.
Een tweede examen zal gehouden worden in
October of November 1801.
Voor nadere inlichtingen verwjjzen wjj naar
de St.Ct. van heden.
Dezer dagen werd in de zitting der Tweede
kamer door den heer Goekoop een en ander
ter sprake gebracht dat aan de Militaire Aca
demie te Breda gebruikeljjk is en verbetering
eischt.
Daarbjj kwamen ook te berde de reeds
vroeger vermelde feiten over natte voeten, den
toestand der slaapzalen en het rjjden; maar
balangrjjk vooral was het volgende, dat ge
noemde afgevaardigde in het midden bracht
over het zg. .baren" en de .ziekenverpleging".
Omtrent het eerste zeide hjj
.Als bekend meen ik te mogen aannemen -
en anders zjj het, voor zooveel noodig, gecon
stateerd dat de zoogenaamde .baren", de
cadetten van bet jongste jaar, slapen in afdee-
lingen waar 9 bedden zjjn, 8 voor de baren en
1 voor den zoogenaamden escouade-commandant,
dat is een sergeant- of korporaal-cadet, dus
een van het oudste jaar.
Waar ik nu voorop wensch te stellen, dat ik
voor mjj in een ontgroenen een zoogenaamd
baren in den zin van een ontbolsteren en
manieren leeren geen bezwaar zie wensch
ik 't uit te spreken dat ik echter ernstig be
zwaar heb tegen ieder .baren", dat in lichame
lijke kwelling, in eenige mishandeling ontaardt.
Heb ik voor mjj zelfs geen bezwaar tegen
een .baren" dat medebrengt; boodschappen
doen, een balen van boeken, snoeperijen, siga
retten en dergelijke, uit de kastjes der ouderen;
in het weder opbergen diefzaken, in het maken
van Bchrjjfwerk, gedichtjes, teekeningen, ja
zelfs van minnebrieven, ja zelfs niet in de ver
plichting om zoogenaamde .moppen" te deoi-
reeren wel, mijnheer de voorzitterheb ik
ernstig bezwaar in het water in den nek
gooien, zoodat het buis en broek of op de
slaapkamer bjj voorkeur gepleegd het hemd
uitloopt, met last om daarna te gaan kikkeren.
fin dat dit feit geen legende is, wensch ik
te staven door de mededeeling der woorden,
ter zake opgenomen in een schrjjven, van den
zoo vroeg ontslapen laatsten cadet aan mijzelf
gericht, woorden als ik het zoo eens uit
drukken mag door den dood beveBtigd.
.Ik werd zoo schrjjft de arme jongen
dien avond verzopen (dit is, ik kreeg water
in mjjn nek) en toen mocht ik gaan kikkeren,
dit is op je hurken vooruit springentoen ik
nu niet meer kon, moest ik op mjjn eene been
gaan hinken en toen ik daarop ook niet meer
kon, op het andere".
Ziedaar, mijnheer de voorzitter, de woorden
van het kind; hier ligt de brief voor teder, die
het zelf lezen wil.
Heb ik tegen deze lichameljjke kwelling be
zwaar, mynheer de voorzitter, niet minder is
dat het geval, als men kinderen, die om 10 uur
's avonds naar bed gaan en om half zes 's mor
gens moeten zjjn opgestaan, bjj dat naar bed
gaan nog 3 it 4 kwartier blootstelt aan aller
lei ondervragingen van den escouade-comman.
dantook wanneer men die kinderen want
dat zjjn het inderdaad uit 't bed doet zet
ten, om een kwartier in 't hemd te Btaan of
te kikkeren alles op last van den kamer
chef en om, als aan dezen en dergeljjken
last niet voldaan wordt, door den baar hem een
schop toe te dienen, of met een eindje touw,
of water in den nek, d.iafloe te brengen, of
hem bjj den kraag te pakken en heen en weer
te schudden.
Wèl heb ik ook bezwaar in het door het
besteld zijn bjj de zoogenaamde .oudjes"
dwingen tot het uitstellen van een gaan naar
no. 100, binnen het daartoe aangewezen tijds
verloop wel heb ik bezwaar in het doen
excerceeren met eene bank, als ware 't een
geweer, op de slaapzaal den .baar" uitputten
de, en zulks alles op last van den escouade-
commandant of een ouderen.
Ik houd mjj trouwens verzekerd, mjjnheer
de voorzitter, dat de minister evenals deze
vergadering dergeljjke handeling met my af
keurt, en ik acht het niet onwaarschijnlijk,
dat men er mjj op wjjzen zal, dat om derge
lijke handelingen escouade-commandanten zjjn
gedegradeerd, dat is dat hun de sergeant- of
korporaalstrepen zjjn afgenomen. Maar mag
ik dan met alle bescheidenheid vragen ei die
aangebrachte remedie niet te zwak was Ik
wensch het niet te beslissen, maar meen de
vraag toch in ernstige overweging te moeten
geven."
Met betrekking tot de ziekenverpleging con
stateerde de heer Goekoop eenige feiten, be
trekking hebbende op den laatst ontslapen
cadet, J. H. Stuffken, van het jongste studie
jaar, overleden in den nacht tusschen 9 en
10 December.
Dit kind werd op de ziekenzaal gebracht op
Dinsdag 11 November. En het eerste bericht,
dat de buitenwereld omtrent zyne ziekte be
reikte, is gedateerd 24 Nov., dus juist 13 dagen
later. Dat bericht was een door hem zelf in
potlood en in stilte geschreven brief
kaart, hier mede aanwezig, ter inzage van ieder
die het wenscht. Die briefkaart was een ge
volg van de toevallige omstandigheid, dat,
nadat aan hem 2 pakjes met ingesloten schry-
ven, waarop niets van hem werd vernomen,
waren afgezonden, doch die hem en ik twjj
fel er niet aan, zeer zeker te recht met het
oog op zjjnen zielstoestand, niet waren ter
hand gesteld ik zeg, na dat hem bjj het
stilzwygen dienaangaande, een afzonderlyk
schrjjven was toegezonden om de reden van
dat stilzwygen te vragen.
^En na die briefkaart van den patiënt zelf,
die ik herhaal het in den nacht van 9
op 10 Dec. overleed, werd van wege de Aca
demie de eerste mededeeling omtrent zynen
toestand gedaan op 3en Dec. nadat hjj 11 Nov.
reeds ziek was geworden.
Ziedaar, mynheer de voorzitter, data en fei
ten, die voor zich zelf spreken, beter dan ik
kan doen.
fin hoewel ik nu, Goddankgeen enkele
reden heb om te twyfelen aan eene uitstekende
verleening van geneeskundige hulp op de zieken-
inrichtingen, en ik constateer dat dank
baar hoewel ik gaarne aanneem, dat alles
jdaar wordt aangewend, wat de wlmchap be
reikbaar heeft gesteld, zoo moet ik daaraan
toch de vraag aanknoopenof men 't eene
goede verpleging mag noemen, wanneer gedu
rende een veertiental dagen niet voorzien wordt
in de lichaamsreiniging der patiënten wanneer
zjj niet gewasschen, niet verschoond en van
trissche lakens voorzien worden En dit was
met den genoemden patiënt het geval. Ik wil
't gevraagd hebben of het met de eiscben eener
goede ziekenverpleging is overeen te brengen,
dat een patiënt met 39° koorts, en die dus
niet meer getransporteerd kan worden, zonder
voortdurend toezicht gelaten wordt, en in een
zelfde vertrek met anderen, die licht ongesteld
zjjn
Veizwjjgen mag en wil ik het echter niet,
mynheer de voorzitter, hoe juist de omstandig
heid, dat een minder zieke kameraad zioh op
hetzelfde ziekenvertrek bevond, den laatsten
in de gelegenheid stelde zjjne hulpeloos lig-
genden jongeren mede-cadet, toen hjj brakende
was, te helpen."
Naar aanleiding van die beweringen schreven
de Tolgende gepensioneerde hoofdofficieren, de
beeren L. E. F. Bolomey, J. R. de Jong, M. A.
Kuytenbrouwer, P. Peereboom, H. L. Kilian,
H. W. O. de Brnyn, H. K. L. Pené, L. W. A,
Kessler en W. de Rochemont in de Hollandsche
bladen een ingezonden stuk. Daarbjj verklaren
zjj dat door het vorige bestuur, en zeker niet
minder door het tegenwoordige, zooveel mogelijk
maatregelen zjjn genomen tegen het baren
maar dat zulks niettegenstaande het strengste
toezicht toch enkele malen gebeurt en onbe
kend bljjft, wie kan dat verwonderen? Waar
worden nooit geboden oversohreden vragen zjj
Zeker is het evenwel, dat, wanneer het blijkt
dat misdaan is, strenge maatregelen niet achter
wege bljjven.
Of daaronder zoo maar dadelyk yerwjjdering
van den deliquent moet gebracht worden,
zouden zjj niet gaarne onvoorwaardeljjk toe
stemmend beantwoorden, wanneer zjj bedenken
dat men veelal met jongens te doen heeft, wier
geheele toekomst op het spel staat, en door
eene verwydering de ouders of voogden mis
schien wel het meest zouden getroffen worden
Mogeljjk zou zelfs de spreker in de Kamer
minder streng in zjjn oordeel geweest zjjn,
wanneer een pupil van hem, in plaats van
gebaard te zjjn, gebaard had, want het men-
scheljjk gevoel wordt voor een groot gedeelte
beheerscht door persoonlyke invloeden.
Wat zij vooral met hun schry ven bedoelen is
de ouders en voogden gerust te Btellen omtrent
de verpleging van hunne zoons en pupillen in
de ziekenzaal. ZooalB hun herhaaldelyk in
vertrouwelyke gesprekken met cadets verzekerd
an by bezoeken in de ziekenzaal meermalen
gebleken is, is daar, bjj een streng toezicht op
alles waarvoor en waartegen in het belang
der zieken moet gewaakt worden, hunne ver
zorging zoo zorgvol en zoo liefderjjk als van
eene moeder voor haren zoon zou kunnen ver
wacht worden. Meer kan tot geruststelling
niet gezegd worden en toch verklaren zjj dit
met de grootste gerustheid als hun innige
overtuiging.
Wy achten het een voorrecht dat de heer
Ooekoop op de door hem aangehaalde feiten
eens weesbeschouwen de tegenspraak van
bovengenoemde heeien slechts eene zeer zwakke
poging tot vergoelyking en zien daarom met
des te meer belangstelling te gemoet het on
derzoek, dat de minister van oorlog in deze
toezeide.
Blijken! de zevende algemeene tienjaarlyk-
sche volkstelling was de werkelyke bevolking
van het ryk op 31 December 1889
Provinciën. Mannen. Vrouwen. Totaal,
Noord-Brabant. 255.787 253.841 509.628
Gelderland. 258.789 253 413 512.202
Zuid-Holland. 456.455 493.186 949 641
Noord-Holland. 400.631 428.858 829 489
Zeeland. 98.270 100.964 199 234
Utrecht. 109.100 111.907 221.007
Friesland. 166.632 168.926 335.558
Overysel. 150.366 145 079 295 445
Groningen. - 134.217 138.569 272.786
Drenthe. 68.650 62.054 130.704
Limburg. 129.590 126.131 255.721
JDe beer Julius Barnett, te Paramaribo, heeft
zioh met een uitvoerig adres vergezeld van
bylagen tot de Eerste en Tweede kamer
gewend tot mededeeling en toelichting van
feiten en omstandigheden, welke, in onderling
verband en samenhang beschouwd, requestrant
tot de overtuiging hebben geleid omtrent het
hierna volgende:
Op last van den gonvernenr zou, nadat het
verslag waB verschenen van de zitting der
Koloniale staten, waarin de heeren H. Barnett
en mr C. H. van Meurs (vennooten der maat-
schappy, welker vertegenwoordiger adressant
is) in afkeurenden zin over het beleid van den
gouverneur hebben gesproken, het appèl zjjn
ingetrokken, door den gouverneur-generaal
ingesteld tegen eene uitspraak van den om-
gaanden rechter, houdende afkeuring van de
ryst, die door requestrant zou worden mede
gegeven aan een ploeg door hem aangenomen
arbeiders, die naar een placer zouden vertrek
ken.
Die arbeiders werden ook niet vervolgd, toen
zjj op den 12 Aug., ondanks het wettig gesloten
contract, niet waren vertrokkendrie hunner
werden toegelaten op het bureau van politie
om contracten met andere gouddelvers te slui
ten, niettegenstaande het contract met reques
trant nog geldig en niet ontbonden was. De
gouverneur, zegt adressant, heeft daardoor in
stryd met het regeeringsreglement gehandeld,
dat in art. 139 al. 2 de tusschenkomst der
regeering in rechtszaken verbiedt. Door be
doelde) behandelingen wordt, zegt de adressant
voorts, »de loop der justitie gestremd, de hand
having van orde en wet in de kolonie onder-
mjjnd", en het algemeen zoowel als het parti
culier belang in de hoogste mate benadeeld.
Vermits de regeering tot dusver gemeend
heeft geen gehoor te moeten geven aan al de
grieven der ingezetenen tegen den gouverneur
achtte requestrant zich verplicht, waar zoowel
het algemeen belang als de onder zjjn beheer
(taande onderneming getroffen wordt, de tns-
schenkomst in te roepen van de Staten-gene-
raal, opdat er een einde kome van dergeljjke
onduldbare handelingen".
2.228.487 2.282.928 4.511.415
Personen, die
bjj de volkstel
ling verklaard
hebben in het
Ryk te wonen,
doch in geen ge
meente konden
geacht worden
werkelyke woon-
pla ts te hebben.
138
57
195
Het nommer van Eigen Haard van deze
weekbevat een verbeterde gravure Koninklijke
Rouwkamer op het Loo, ter vervanging van de
laatst gegeven plaat, welke, tengevolge der
haastige bewerking, zeer onvolkomen de fraaie
teekening weergaf, door den heer De Josselin
de Jong vervaardigd. Tevens bevat dit nommer
eene gravure, voorstellende den koninkljjken
rouwstoet op het oogenblik van vertrek van
het paleis, naar eene photographie van den
heer A. W. Heynen te V Gravenhage, welke
als titelplaat vóór den thanB completen zes
tienden jaargang eene goede plaats kan vinden.
By de firma Holdert en Co. te Amster
dam ii het eerste nommer verschenen van
het geillustreerd weekblad De Illustratie, dat
in formaat en uitvoering zooveel mogeljjk de
Fransche VIllustration tot voorbeeld nemen zal.
De verbalen in het eerste nommer zjjn ge
ïllustreerd met de oorspronkelijke elichés, die
in het Fransche weekblad eene plaats vonden.
Het geheel maakt een goeden indruk.
De ook te Middelburg zoo bekende con
certzanger, de heer F. Litzinger uit Düssel-
dorf, is benoemd tot hofkamerzanger van
den Groot-Hertog van Saksen-Memingen.
Onze schilders hebben weder te Munchen
een goed figuur gemaakt, wat bljjkt uit de
verschillende onderscheidingen, door hen aldaar
verworven.
De prins-regent benoemde lozef Israels tot
commandeur in de Orde van Verdienste van
den Heil. Michael van Beieren, tot officier
Julius van de Sande Bakhujjzen, tot ridders
B. J. Blommers, Fred, J. du Chattel en J;
Hendr. Weissenbruch. Op de knnsttentoon
stelling in de Beiersche hoofdstad werd verder
aan Nederlanders toegekendeen gouden me
daille le klasse aan Alb. Neuhuys en drie 2e
klasse aan Théophile de Bock, Thérèse
Schwartze en Alex. Strujja. De Beiersche
regeering kocht voor de Pinakotheek een ka-
puaal schildery van C. Bisschop en de heer
J, H. L. de Haas werd door den prins-regent
benoemd tot koninklyk professor honoris causa
Verder vonden verschillende schilderyen van
Nederlandsohe kunstenaars koopers.
De Fransche Académie des Beaux Arte
heeft Meisonnier tot voorzitter gekozen.
Tengevolge van een wjjziging m het bestuur
der Sociéti des artistes francais bestaat er voor
uitzicht dat het geschil tusschen de Fransche
kunstenaars, tengevolge waarvan in 1890 een
salon in het Palais de VIndustrie en een op het
Qharnpi 4* Margeopend werd, wordt opgs*