N°. 278. 133e Jaargang. 1890. Dinsdag 25 November jr Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.- Afzonderlijke notnmers zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën 20 cent per regel. Bij abonnement lager. Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten, benevens alle dankbetuigingen: van 17 regels 1.50; iedere regel meer ƒ0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Middelburg 24 November. KERKNIEUW S. UIT STAB EN PROVINCIE iiiBiiiiiGscm; mmmi Zooals wij Zondag morgen te half elf uur door aanplakking aan ons bureau en op verschillende andere plaatsen in Middelburg, en later door verspreiding van een buiten gewoon nommer bekend maakten is Z. M. koning Willem III Zondag morgen te kwart vóór zes uur zacht en kalm overleden. Ook in andere gemeenten in Zeeland maakten wij deze tijding zoo spoedig moge lijk bekend. Z. M. Willem Alexander Paul Frederik Lodewijk bereikte den leeftijd van 73 jaar. Volgens een verklaring van den hofarts, den heer J. van Vlaanderen Czn., in een buitengewoon nommer der Staatscourant op genomen, was er plotseling een zeer on gunstige wending in den toestand van Z. M. gekomen. Nadat de Koning gedurende de twee laatste dagen zeer onrustig was geweest, deden zich Zaterdag avond verschijnselen van uraemie voor, die den toestand des Konings hoogst zorgelijk maakten. In afwachting van de komst van professor Rosenstein en doctor Vinkhuyzen lietH. M. de koningin doctor Roessingh uit Deventer ontbieden om den heer Vlaanderen in deze ernstige omstandigheden ter zijde te staan. Bij zijne komst op het koninklijk paleis te circa halt twee uur 's nachts heeft ook dr Roessingh het bestaan der uraemie bij den koning geconstateerd. Alle door de beide geneesheeren aangewende pogingen om verbetering in den toestand te brengen bleken helaas! niet mogelijk. Zondag middag te éen uur zijn de mi nisters van koloniën en van justitie op Eet Loo aangekomen. Te twee uren, nadat de heeren der hof houding en de twee ministers met den hofarts Vlaanderen zich naar de koninklijke aparte- menten hadden begeven, werd het dienst personeel in de gelegenheid gesteld het lijk van Z. M. te zien, liggende op het bed, door palmtakken bedekt. Aan den ingang der vertrekken stond de kamerheer baron Taets van Amerongen van Natewisch ter rechterzijde van het vorstelijk lijk de generaal graaf Dumonceau, aan de linkerzijde de adjudant jhr Röellaan den uitgang de ordonnans officier baron Van Tuyl Algemeen vond men dat in de trekken van Z. M. weftiig verandering was gekomen het aangezicht is niet vermagerd en geeft niet den indruk van doodstrijd. Aan het Ebld. wordt van Zondag middag gemeld, dat reeds voor vier dagen Z. M. de Koning onrustig was ten gevolge van het ophouden van de urine-afscheiding. Intusschen verdween dit onrustbarend verschijnsel, tot dat het zich Zaterdag meer zorgwekkend herhaalde. De avond boezemde vooral be zorgdheid in. De polsslag verminderde sterk. Men vreesde het ergste. De ademhaling ver snelde. Zijne Majesteit was bewusteloos al leen had Z. M. nog gevoel, maar het slikken was hem onmogelijk. Daar eerst Maandag wederom consult zou worden gehouden, werd het tijdstip daarvan vervroegd en aan prof. Rosenstein en dr Vinkhuijzen geseind om over te komen. Dr Vlaanderen bleef voortdurend ten paleizein de kamer van den lijder. H. M. de Koningin week geen oogenblik van het ziekbed. Men beschouwde den toestand als hoogst beden kelijk. In overleg met H. M, werd daarop dr Roessingh uit Deventer ontboden. Ook graaf Dumonceau, particulier secretaris des Konings, bleef in de ziekekamer. Tegen 4 uur ging H. M. zeer vermoeid eenige rust genieten. Dr Roessingh hield daarna van 4 tot 5 uur bij den hoogen lijder de wacht met een kamerdienaar. Ruim half zes uur, terwijl dr. Roessingh bezig was de temperatuur van het lichaam op te nemen, gaf Z. M. plotseling den geest. Z. M. is ontslapen in tegenwoordigheid van de geneesheeren en den kamerdienaar. De minister van koloniën en van justitie, de heeren Mackay en Ruys van Beerenbroek, hebben ten paleize aan den burgemeester van Apeldoorn van het overlijden aangifte gedaan voor den burgerlijken stand. Prof. Rosenstein met de geneesheeren, de heeren Vlaanderen, Vinkhuijzen en Roes singh, hebben het lijk geschouwd, daf Dins dag wordt gekist. Het lijk zal niet gebalsemd worden, maar op andere wijze tegen ontbinding gevrijwaard. De treurmare was te Apeldoorn reeds bij het krieken van den dag algemeen bekend. Prof. Beets, die in de godsdienstoefening ten paleize zou voorgaan, werd afgetelegrafeerd. De jeugdige koningin Wilhelmina is niet bij het lijk van haar vader toegelaten, maar liet bloemen uit haar eigen tuin vergaren en op het doodsbed spreien. Op last der Koningin-Weduwe zou de heer Josselin de Jong heden het afbeeldsel maken van den overleden gemaal. Waarschijnlijk zal binnen acht dagen het vorstelijk lijk naar de residentie worden over gebracht en zullen de koninklijke familie en de hofhouding zich daarheen begeven. Heden seint men ons uit 's Gravenhage De minister van oorlog heeft door eene aanschrijving de tijding van bet overlijden ter kennis van het leger gebracht en zal later nadere bevelen geven omtrent den militairen rouw. Heden zullen ook nadere voorschriften verschijnen omtrent de sluiting der openbare vermakelijkheden. De groothertog van Saxen Weimar wordt bij de begrafenis verwacht en waarschijnlijk zal de Koning van België die ook bijwonen. Verschillende particulieren hingen de rouwvlag uit of stelden rouw-étalages ten toon. De presidenten der rechterlijke col leges hielden treffende openings-toespraken ter huldiging van de nagedachtenis van Z. M. en tot betuiging hunner gehechtheid aan de koningin en de regentes. De vice-president van den Hoogen raad o. a. sprak eene gedachtenisrede uit, waarbij bij herinnerde aan de gewetens- en gods dienstvrijheid, verworven onder het Oranje huis, waarvan de laatste telg is bezweken, die zelf den grondslag legde voor de af schaffing van de doodstraf. Heden wordt voor het paleis op het Loo door escadrons van het regiment huzaren uit Zutphen en Deventer de eerewacht be trokken, die dagelijks uit honderd man zal bestaan. Het vorstelijk lijk zal tot na aankomst der kist, die in een mahoniehouten omhulsel zal besloten worden, op het sterfbed blijven liggen. Het zal in militaire uniform worden gekleed en naar eene, bijzonder daarvoor ingerichte, rouwkamer worden overgebracht. Omtrent de overbrenging naar de residen tie is nog niets met zekerheid te zeggen. H. M. de koniDgin legde Zondagavond een kolossalen, uit de residentie ontboden, palmtak op het stoffelijk overschot. De burgemeester van Apeldoorn was het vergund afscheid te nemen van den gestorven koning; dit was zeer treffend. De meeste buitenlandsche vorsten zonden telegrammen van rouwbeklag die allen be antwoord werden. Een nader bericht van het Loo meldt: Het koninklijk overschot zal in admiraals uniform in eene drievoudige kist gelegd worden. Heden heeft een escadron van het eerste regiment huzaren de eerewacht voor het hek van het paleis betrokken. Vermoedelijk zal het lijk van Z. M. langs de Hollandscbe lijn over Amsterdam, waar het met de noodige eerbewijzen zal worden ontvangen, binnen enkele dagen naar de residentie worden overgebracht. De Huisvrouw merkt, naar aanleiding van de aanvaarding van bet regentschap door H. M. de koningin op: Koningin Emma (Adêlheid Emma Wilhelmina Theresa) is de derde dochter van den regee renden vorst George Victor van Waldeek-Pyr- mont en van prinses Helena van Nsssau (dochter van wjjlen hertog Wilhelm van Nassau). Zij werd geboren op 2 Augustus 1858 en werd op 7 Januari 1879 de gemalin van Z. M. den koning. Door hare moeder was de koningin reeds aan ons vorstenhuis verwant, en zoo ook is H. M. aan verscheidene vorstenhuizen vermaagschapt. Haar oom (moeders halve broeder) is hertog Adolt van Nassau, die onzen koning als groot hertog van Luxemburg moet opvolgen. Hare tante (moeders zuster) is koningin van Zweden en Noorwegen eene andere tante (halve zuster harer moeder) is de prinses-weduwe Von Wied, de moeder van den prins Von Wied, die met prinses Maria der Nederlanden gehuwd is. Door hare grootmoeder van moederszijde is de koningin ook vermaagschapt aan het Wurtem. bergsche koningshuis, en voorts is zij verwant aan koningin Elisabeth van Rumenië Carmen Sylva)de dochter van hare tante prinses- weduwe Von Wied. Door haren vader is de koningin o. a. vermaagschapt met de huizen Anhalt-Bernburg, Schaumburg-Lippe (w.'.arvan de regeerende vorstin hare tante is), Stolberg- Stolberg, Hessen-Philippsthal en Lippe-Biester- feld. Eene der zusters van de koningin is gehuwd met den erfprins van Bentheim eene andere is weduwe van prins Leopold van Engeland, hertog van Albany, en eene thans overleden zuster was gehuwd met den kroonprins van Wurtemberg. Als eene bijzonderheid verdient vermelding dat ook de grootmoeder der koningin, naar wie zij genoemd is, regentes is geweest. Haar vader namelijk was 14 jaar oud, toen hjj tot den troon werd geroepen, en aanvaardde eerst op zijn 21e jaar zelt het bewind, hetwelk ge durende zjjne minderjarigheid gevoerd was door zjjne moeder, prinses Emma van Anholt. In een »Open brief" heeft de overste Van Tuerenhout eenige opmerkingen beantwoord, door mr S. van Houten in zjjn eersten Staat kundigen brief over de legerwet ten beste ge geven. De heer Van Tuerenhout toont aan, dat hel stelsel-Reuther, vroeger stelsel-De Roo, thans stelsel-Van Houten geworden, ons niet datgene waarborgt, wat wjj behoeven, om in staat te zjjn onze onafhankelijkheid te verdedigen en onze neutraliteit te handhaven. Schijnbaar past het stelsel goed voor een niet militaristisch volk, maar inderdaad is het, volgens v. T., een wreed stelsel, omdat het in een eventueelen oorlog troepen tegenover den vjjand brengt, die, onvol doende geoefend, georganiseerd en geëncadreerd, een smadelijke nederlaag met noodeloos verlies van kostbare menschenlevens moeten tegemoet gaan. De schrijver herinnert, dat de drie groote grieven tegen onze bestaande regeling deze zjjn, dat de sterkte te gering is, dat de reserve van het leger onvoldoende is, dat geen personeel beschikbaar is ter aanvulling van geleden ver liezen. Welnu, in geen dezer drie leemten kan het stelsel-Van Houten voorzien. De beer v. T. besluit zjjn schrjjven als volgt Liever dan uw stelsel zou ik de sterkte dei levende strijdkrachten binnen de engst mogelijke grenzen beperkt willen zien, alleen bestemd tot aanvulling van ons Indisch leger en tot rustbe- waring. Maar dan zal tevens het middel te baat genomen moeten worden, indertijd, naar ik meen, door den heer Van Wassenaer van Catwjjk in de Tweede kamer voor een zoodanig geval aan gegeven het plaatsen nl. van een aantal borden aan de grenzen, waarop goed zichtbaar te lezen staatCe pas est confié a la garde des honr êtes gens. Dat zult gjj toch niet willen Eet Vaderland scbrjjft de volgende, o. i. zeer uiete opmerking over werkmans-candidaturen. Opmerkelijk, dat zoodra er sprake is van de candidatuur van een werkman voor een ver tegenwoordigend lichaam, de gewichtige ont dekking wordt gedaan dat ons Btaatsrecht geen standen en geen standsvertegenwoordiging meer kent. Hoort men dezelfde bedenkingen opperen, als de koopmansstand erop aandringt, dat een koopman wordt afgevaardigd naar de kamer of raadszaalals de landbouwende stand om ver tegenwoordiging vraagt in Staten-generaal of Provinciale statenals de militaire stand zjjn afgevaardigden verlangt in het hoogste verte genwoordigend lichaam Dan weet men wel, dat geen sprake is van standen in middeleeuwschen zin noch van het opkomen voor bijzondere rechten van een of anderen stand. Dan weet men zeer goed, dat er in de maatschappij bjjzondere kringen zijn, om nu het woord standen niet te gebruiken die hun eigen belangen hebben en vooi wier» belangen zij het best kunnen pleiten, die er het best mede vertrouwd zjjn. Niet wederom omdat het de roeping zou zjjn der vertegen woordigende lichamen om aan aller bjjzondere belangen tegemoet te komen, maar omdat bjj de behartiging van het algemeen belang ge rekend moet worden met die bjjzondere belan gen en dikwjjlB dat algemeen belang eerst door nauwgezette inachtneming van bjjzondere belan gen in waarheid wordt bevorderd. Wat heeft men er dan tegen, dat de kring der werklieden in dien zin door een werkman wordt vertegenwoordigd Ontkennen zal niemand, dat de belangen van die allertalrijkste klasse, bij de verschillende onderwerpen van gemeentezorg, om ons daartoe te bepalen, in zeer hooge mate betrokken zjjn- En moeiljjk kan men in ernst beweren, dat die in de handen van niet- werklieden volkomen veilig zjjn. Minder met onwil om ze te behar tigen dan met onkunde ten opzichte van den waren toestand heeft men te rekenen. Men behoeft maar te denken aan de verbazing en verontwaardiging, die door de publicaties der enquête-commissie is gewekt, om tot bet besef te komen, hoeveel er onder onze oogen gebeurt, waarvan wjj niets weten. Is het dan niet hoogst wenacheljjk, neen allernoodzakelijkst, vooral in groote steden, dat werklieden ook in den gemeenteraad zitting nemen om anderen de oogen te openen en voor hun lotgenooten op te komen Dat men een werkman geen zetel aanbiedt, zoolang de werklieden zelf de behoefte daar aan niet aan den dag leggen, is begrjjpeljjk. Maar als zij bljjk geven, dat zjj prys stellen op eigen vertegenwoordigers en als zjj een man weten aan te wjjzen uit hun midden, die door hun vertrouwen wordt gedragen en wiens kloeke en rondborstige taal karakter en gezond ver stand verraadt, dan dunkt het ons in hooge mate impolitiek hun verlangen te bestrjjden of nog erger te negeeren. De toepassing ligt voor de hand. Bij kon. besl. is een pensioen van ƒ3134 verleend aan J. J. Smith, directeur van het postkantoor te Amsterdam. Wekelijksche opgaaf betreffende de Ned. Herv. ke-, k. Beroepen naarSchipluiden J. F. F. van den Hamme te Wemeldinge; Heilo en Woud F. J. J. Loeff, cand.Kockengen J. C. G. Gobius du Sart te Benthuizenen Midlum P. H. Versteeg te St. Pancras. Aangenomen naar Vleuten P. E. A. Schroder, cand. Ev. Luth. kerk. Beroepen naar Brielle en Hellevoetsluis G. F. Westermann, cand. Volgens een correspondentie in de Stan daard heett de heer W. J. Vader van Wisse- kerke zich verklaard in de Staten te zullen medewerken om Eerste kamer en Prov. staten in anti-revolutionnairen geest om te zetten, tevens te zjjn voor het vrjje onderwjjs als regelen onderschrijvend het program der anti-rev. kiesvereenigingen. Een candidatuur, hem door de liberalen aangeboden, wees hjj af, dewjjl hjj de liberale staatkunde verderfelijk acht. Ook bij de jongste Staten-verkiezing in het district had hij een liberale candidatuur afgewezen, ofschoon zonder opgaaf van redenen. Het eerste bevestigt dus hetgeen wjj in ons vorig nommer schreven. Wat de laatste be wering betreft, deze is, meenen wjj, nog niet zoo geheel boven bedenking verheven. Wjj verwjjzen verder naar de rubriek Inge zonden stukken. Tegenover al het gebeurde en de nu weer bljjkende eenstemmigheid der tegenpartjj, is het te hopen dat de liberalen ook tot eene gemeen schappelijke keuze mogen geraken; en dat öf de heer G. J. v. d. Linde èf de heerP. Dekker zich terugtrekke. Dit is thans meer dan zaak. Het groote succes, dat de Richter-steenbouw- doozen en andere houten bouwdoozen bp het jonge volkje ondervinden, heeft een bekend Walchersch industrieel, den heer J. F. Fak Brruwer, steen- en pannenfabrikant te Mid delburg, op het denkbeeld gebracht om voor die doozen een aanvulling te fabriceeren. Zooals men weet leenen zich de Richter- doozea uitstekend tot_ het bouwen tan fraaie woningen, maar en dat is vooral in een klimaat als het onze een leemte er ontbreekt een werkelijk pannendak aan. In dat gebrek heeft de heer Fak Brouwer voorzien door den aanmaak van miniatuur vogelpannetjes, die met de noodige gebindten van hout, der bouw- grüge jeugd gelegenheid geven het huis geheel en al volgens de eischen der huurders af te werken. Wjj vestigen, ook in verband met het aan staande kinderfeest, de aandacht op deze nieu wigheid, die zeker wel in verschillende win kels te verkrjjgen is. De Makart-bouquetten hebben, en terecht, als kamerversiering een grooten naam en die bloemen en planten, meestal van vreemden oorsprong, hebben hier vrjjwel het burgerrecht verkregen. Dit bracht den heer M. A. Schalk- wjjk, wonende in den Schorerpolder te Rittbem, op het denkbeeld zelve bouquetten van ge droogde bloemt n te vervaardigen. Na op eene bloemisterij te Apeldoorn zich in het kunstvak te hebben bekwaamd, heeft de heer Schalkwijk in den Schorerpolder een tuin aangelegd, uit sluitend tot het zaaien en winnen van al de bloemen, varens en planten, die hjj voor de vervaardiging van z. g. n. Makart-bouquetten behoeft. Dezer dagen heeft de heer Schalkwjjk zjjn eerstelingen voor het publiek verkrijgbaar gesteld en wat wjj er van zagen noopt ons onze lezers op te wekken daaraan eens een nauwlettend oog te wjjden. De heer Schalkwjjk vervaardigt ook bouquet ten uit, in Walcheren voorkomende planten, die wjj spreken uit ervaring, even als zjjne Makart- bouquetten en bloemenkorfjes los en bevallig geschikt een keurig effect maken en 't bewjjs leveren dat ook onze Flora in gedroogden vorm zich uitstekend voor kamer- en wandversiering leenen kan. In verband met den gewjjzigden vorm van het hoofd van ons blad wijzen wij be langstellenden in den thermometerstand er op dat deze thans tjjdeljjk een andere plaats heeft verkregen. —Wegens het overljjden van Z. M. den koning is het concert der zangvereeniging Tot oefening en uitspanning alhier voor onbepaalden tjjd uitgesteld. In verschillende kerken is Zondag des morgens het optreden van H. M. de koningin als regentes, en des namiddags en 's avonds het overlgden van Z. M. den koning herdacht. Ten teeken van rouw zijn onderscheidene rijksgebouwen alhier gesloten. Zaterdagavond trad, op uitnoodiging van de Zeeuwsche propaganda-bond voor algemeen kies- en stemrechtin de kleine zaal van het Schuttershof alhier de sociaal-democraat W. P. G. Helsdingen uit Rotterdam als spreker op. De zaal was goed gevuld, ofschoon de leden van Patrimonium, die in het bijzonder waren uitgenoodigd, voor zoover wjj konden nagaan» slecht vertegenwoordigd waren. Ook de vrouwen der arbeiders, die eveneens waren opgeroepen, bleven op een paar uitzonderingen na tehuis. In kalme, gematigde taal zette de spreker zjjne ideeën uiteen, waar hjj sprak over de macht der tegenstanders van het socialisme kroon, beurs en altaar, of met andere woorden de regeering, het kapitaal en de kerk. Erkennende dat dé regeering wel wat kan doen om de lasten der arbeiders te verlichten als wetten invoeren op vrouwen- en kinder arbeid, afschaffen van directe belastingen, weg neming van het privilege in zake den dienstplicht, wees hjj erop dat de regeering, die de uiting is van den kapitalistischen staat, waarin wjj leven, steeds verplicht is rekening te houden met de eischen van het kapitaal en het bezit te handhaven. Het kapitaal is steeds den arbeiders vjjandig en samenwerking tusschen kapitalisten en werklieden, waaraan door zekere partjj heel wat gewicht wordt gehecht, bestaat feiteljjlc niet. Het kapitaal doet niets zonder rekei ing te houden met een te behalen dividend ol zjjn eigen belang. Men spreekt van ziekenhuizen, bedelaars koloniën en andere inrichtingen, door het kapitaal gesticht, doch dit werd volgens den spreker alleen gedaan uit egoisme om bjjv. den gezondheidstoestand te verbeteren of nare ver schijnselen weg te nemen. Verder toonde Helsdingen aan dat de stelling, dat het kapitaal welvaart in het leven roepen zou, onjuist is. Wel kan het kapitaal welvaart verplaatsen maar ontwikkelen nooit. Eindelijk de derde vijand van het socialisme besprekende, wees Helsdingen erop hoe de zedelijke kracht van dan godsdienst veel te veel wordt overschat. De godsdienst verbied^

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1890 | | pagina 1