BUITENGEWOON NOMMER
Maandag
24 November
N°. 277».
133e Jaargang.
1890.
Middelburg 23 November.
Requiescat in pace!
Deze courant verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.
Afzonderlijke noinmers zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën 20 cent per regel. Bij abonnement lager.
Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten, benevens alle
dankbetuigingen: van 17 regels 1.50;
iedere regel meer ƒ0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
HII)l)(:illlli(.Silll! (IK KIM
W
Koning Willem III is niet meer
Niet zoo geheel onverwacht komt die
tijding tot ons, want de hooge leeftijd
van Z. M. en zijn gezondheidstoestand
in de laatste jaren en dagen hadden ons
langzamerhand vertrouwd gemaakt met de
gedachte dat te eeniger tijd de mare van
zijn dood tot ons komen zou. Maar
waar reeds meerdere ernstige aanvallen
werden doorstaan, zonder dat de krach
tige grijsaard werd geveld; waar zelfs
in 1889 boven aller verwachting, toen
zijn toestand zelfs gewichtige maatrege
len op regeeringsgebied noodzakelijk
hadden gemaakt een plotseling her
stel Z. M. weer gelegenheid gaf de teu
gels van het bewind in handen te nemen,
daar bleef nog altijd hoop op behoud
van zijn leven; al werd die hoop in de
jongste weken steeds kleiner, toen zijn
toestand het instellen van een regent
schap noodzakelijk maakte.
Nu echter de lang verwachte slag ge
vallen is, geeft hij stof tot ernstig naden
ken, en gevoelen wij ons gedrongen tot
een herinnering aan het verleden en tot
een blik in de toekomst.
Het zou van het N ederlandsche volk
onbillijk zijn, wanneer het niet dankbaar
was voor het langdurig bezit van dezen
vorst. Te midden van hevige stormen,
waardoor het zwakke riet, dat meestal
buigt, zelfs gebroken werd, bleef hij, de
forsche eik, gespaard.
Als van zelf komen dan ook bij deze
gelegenheid ons weer voor den geest de
droeve dagen in het leven van vorst en
volk, toen de begaafde koningin Sophia
den 3on Juni 1877 overleedtoen de beide
zonen uit het eerste huwelijk, 's volks
trots en hoop, hun ontvielen. Prins
Willem, de bij allen, die hem kenden,
om hoedanigheden van hoofd en hart,
beminde kroonprins, stierf den llen Juni
1879prins Alexander, die trots zijne
zwakke gezondheid bewees zich te willen
voorbereiden voor de moeilijke taak, welke
hem onverwacht in 't verschiet werd gesteld;
hij, die zooveel karakter toonde, overleed
den 21en Juni 1884.
En bovendien waren plotseling van
's konings zijde weggenomen: den 14en
Januari 1879 zijn broeder, onze prins
Hendrik, bij het volk vooral geliefd, en
den 8en September 1881 zijn oom, prins
Frederik, die in menig moeilijk oogenblik
den koning met raad en daad bijstond.
Tegenover die schaduwzijden in 's
konings leven staat een voornaam licht
punt: het huwelijk, door hem den 7en
Januari 1879 gesloten met een dochter
uit het huis vanWaldeck-Pyrmont, prinses
Adelheid, Emma, Wilhelmina, Theresia.
Van dien tijd af was het bij den koning
zooals Carmen Sylva zoo lieflijk bezong
In seinem müden Herzen
1st Frieden eingekehrt,
Und seinem todten Schlosse
Ward Lebenslicht bescheert.
Das lachte im Gemache,
Das schwebte durch den Saai,
Das staubte vor den Augen,
Als lichter Sonnenstrahl.
En dat zonnestraaltje wierp nogvroo-
lijker, nog bekoorlijker licht, toen een
jaar na het huwelijk, den 31en Augustus
1880j den vorst een kind werd geschonken,
dat, al opende het ons volk niet het
vooruitzicht op een stamhouder van zijn
vorstelijk huis, toch met liefde werd
ontvangen als een nieuwe band tusschen
Oranje en Nederland.
En zoo werden de laatste levensjaren
van koning Willem verhelderd door een
lieve gade en een aardig kind, die,
de een door hare liefde en zorg, de andere
door haar vroolijk gesnap en aanvallig
heid, den vorst menig oogenblik van zijn
leven veraangenaamden, en balsem schon
ken, waar zijn lichamelijke toestand hem
smart veroorzaakte.
Werpen wij nog kortelijk een blik
op de eerste levensjaren en vooral op den
regeeringstijd van den overleden koniug.
Koning Willem III werd den 19en
Februari 1817 te Brussel geboren.
De eerste zorgen der ouders waren
vooral gericht op het streven het lichaam
van den vorstelijken telg te harden en
te sterkenen het is zeker daaraan niet
het minst toe te schrijven dat de over
ledene steeds zich mocht verheugen in
een ijzersterk gestel. Maar hiermee
ging natuurlijk gepaard eene uitstekende
opleiding van den geest.
Aan den luitenant-generaal J. V. baron
de Constant Rebecque, bevelvoerend gene
raal in het 3e militair commando te
Gent, was het eerst de zorg voor de
opvoeding van wijlen koning Willem
opgedragen, terwijl als diens gouverneur
werd benoemd de majoor bij den gene-
ralen staf, J. Th. baron de Constant
Rebecque de Villars, een neef van boven
genoemde. Naast deze uitsluitend militaire
opvoeders, waren onder hun toezicht en
leiding een zevental leermeesters aan
gesteld.
Yan de moeilijke dagen van 1830, die
de vorst als dertienjarige knaap heeft
doorleefd, zal hij destijds de beteekenis
niet hebben begrepen, en evenmin gevoeld
wat er moet omgegaan zijn in het hart
van zijn vader na al de teleurstellingen,
die deze destijds heeft ondervonden. Maar
wel is het een opmerkelijk feit in zijn
leven dat hij nog door zijn bezoek aan
het Belgische hof de goede verstand
houding tusschen beide volken heeft be
krachtigd. Na een bezoek, op uitnoodiging
van koning Leopold, aan Spa gebracht,
waar beide vorsten elkaar ontmoetten,
bracht België's koning in 1883 een
bezoek aan het Loo en aan Amsterdam,
waar hij tijdens de tentoonstelling een
viertal dagen vertoefde. Een volgend
jaar werden koning Willem en koningin
Emma te Brussel op hartelijke, sympa
thieke wijze door de Belgen ontvangen.
Aldus legde Willem III de laatste hand
aan de verzoening met België.
Den 18en Juni 1839 trad de nu overleden
koning in het huwelijk met H. M. So
phia, Frederika, Mathilda, prinses van
Wurtemberg, en algemeen werd erkend
dat vooral wederkeerige sympathie van
beide personen voor elkander den door
slag heeft gegeven voor dit huwelijk,
dat helaas bij veel lichtzijden, toch ook
menige droeve bladzijde heeft aan te wijzen.
Toen den 7on October 1840 koning
Willem I ten behoeve van zijn zoon
afstand deed van den troon, verkreeg
onze overleden koning den titel van prins
van Oranje.
Als kroonprins heeft hij zelden getracht
zich bij het volk bekend of bemind te
maken. Men schreef dat toe aan een
zucht naar zelfstandigheid, die hem bewoog
zich eenigszins terug te trekken maar
men beweert tevens dat hij toch geen
gelegenheid ongebruikt liet om zich op
de hoogte te stellen van de staatkun
dige behoeften der natie.
Toen echter ziju vorstelijke vader,
koning Willem II, den I7en Maart 1849
te Tilburg overleed, bevond de nieuwe
koning zich in Engelandvan waar hij
met allen spoed terugkeerde, terwijl zijne
gemalin hem uit Hellevoetsluis per
stoomboot te gemoet reisde.
Den 22en Maart aanvaardde hij de re
geering en den 12en Mei werd hij te Am
sterdam als koning beëedigd en inge
huldigd.
Een van zijn eerste besluiten was de
opdracht van het oppertoezicht over de
verschillende korpsen van het leger aan
zijn oom, prins Frederik der Nederlan
den, een hulde, die zeker deze waardige
prins ten volle verdiende;
En een bewijs van zijn goed hart
gaf Willem III drie dagen na zijne
inhuldiging, den 15en Mei 1849. Na des
namiddags te drie uur zijn intocht binnen
's-Gravenhage te hebben gedaan, begaf hij
zich reeds te zeven uur naar Rotterdam,
waar een hevige brand meer dan twintig
groote gebouwen had verwoest. En me
nige andere bladzijde uit zijn leven droeg
ook van die goedhartigheid het bewijs.
Het was geen gemakkelijke tijd, waarin
koning Willem III de regeering aan
vaardde. De nieuwe, opgewekte geest, die
zich openbaarde onder de volkeren, en
waaraan zijn vader was tegemoet gekomen,
had eene nieuwe grondwet in het leven
geroepen, en de uitvoering daarvan
maakte belangrijke herzieningen, niet
het minst op het gebied van onze
financiën, ons leger en onze koloniën,
noodzakelijk. Indië vooral beleefde een
moeilijken tijd en een derde expeditie
naar Bali was noodig, toen de nieuwe
koning de teugels van het bewind nog
niet had aanvaard.
Het is ons natuurlijk niet moge
lijk een volledig overzicht te geven
van al wat onder de regeering van
dezen vorst is tot stand gekomen, maar
onbillijk zou het wezen, wanneer wij niet
herinnerden aan de afschaffing der slaver
nij in Oost- en West-Indië; aan de
onderdrukking van zoo menigen opstand
in Indië, o. a. die op Boni, welke in
1860 door den luitenant-generaal Yan
Swieten werd ten einde gebracht, maar
vooral aan de bels-ngrijke hervormingen
in ons regeeringsstelsel.
Daar is een gansche trits van wetten
te noemen, die onder de regeering van
koning Willem III zijn tot stand ge
bracht. Wij stippen slechts aan de
postwet, de muntwet, de wet regelende
het kiesrecht, die op de samenstelling
en de macht van de provinciale staten,
de gemeentewet, eene herziening der wet
op de burgerlijke pensioenen, en tal van
andere, niet het minst de nieuwe grond
wet van 1887, de wetten op de rech
terlijke organisatie en het beleid der
justitie, het wetboek van strafvordering,
en dat van strafrecht, alle in 1886
tot stand gekomen.
En al mag het feit niet ontkend wor
den dat de sympathieën van den over
leden vorst niet altijd waren aan de
zijde van hen, aan wie wij vooral die
hervormingen hebben te danken, aan de
zijde der liberalen, koning Willem III
heeft steeds zich een constitutioneel vorst
bij uitnemendheid getoond en nooit te
kort gedaan aan de plichten, die als
zoodanig op hem rustten.
Zelfs mag niet worden verzwegen dat
er ook onder de liberale mannen van
naam personen waren, naar wier raad
gevingen Z. M. gaarne luisterde.
Willen wij verder aan de nagedachte
nis van koning Willem III alle hulde
bewijzen, dan mogen wij vooral niet
onvermeld laten zijn optreden in 1855,
toen eene ernstige overstrooming Gelder
land teisterde en hij door persoonlijk be
zoek en milde bijdragen de noodlijdenden
trachtte te troosten en te helpen.
Zelfs toen in 1861 Gelderland, Noord-
Brabant en Utrecht door een nog ernsti
ger overstrooming werden getroffen, toen
ook aarzelde Z. M. niet om, in gezel
schap van prins Hendrik, de geteisterde
plaatsen te bezoeken, en won hij door
tal van vriendelijke, menschlievende daden,
bewijzen van zijn goed hart, de sympathie
van het gansche volk.
Herinneren wij tevens aan de belang
stelling van Z. M. voor de kunst, waar
van hij blijk gaf door de ondersteuning
van jeugdige schilders en musici en van
het Nederlandsch tooneel; en hoe in de
dagen dat hij zich mocht verheugen in
een goeden gezondheidstoestand, Z. M.
nooit naliet bewijs te geven van belang
stelling in voor ons volk gewichtige feiten.
Zoo was Z. M. ook tegenwoordig bij
de opening der havenwerken te Ylissingen,
den 8sten September 1873terwijl de
herinnering aan het bezoek van koning
Willem III aan Zeeland, van 21 tot 30 Mei
1862, bij menigeen nog levendig zal zijn
In zijn laatste levensjaren heeft onze
koning zich niet meer dan hoog noodig in
het openbaar vertoondzijn gezondheids
toestand dwong hem zelfs tot een afge
zonderd leven op het Loo, maar toch
bewees hij zijne belangstelling in menige
openbare aangelegenheid en was het
vooral onze landbouw, waaraan hij zijne
aandacht wijdde.
Tot de bijzondere karaktertrekken van
den overledene behoorden vooral eene
zeldzame oprechtheid, die zich wel eens
op eene eigenaardige wijze uitte, een
goed geheugen en sympathie voor een
oprecht, eerlijk gemeend woord Hij
stelde er vooral prijs op de waarheid te
vernemen, al klonk die niet aangenaam
hem in de ooren, en hij had er een afkeer
van, wanneer men hem die verbloemde.
En als later de geschiedschrijver
uitvoeriger dan wij een levensschets van
dien vorst zal moeten geven, dan zal
hij zeker van die deugden melding ma
ken, maar vooral moeten boekstaven,
dat, dank zij de strenge opvatting van
zijn plichten als constitutioneel vorst, er
onder de regeering van koning Willem
III in het belang van Nederland veel
is tot stand gebracht.
En straks schaart het Nederlandsche
volk zich in gedachten rond de groeve
van dien overleden vorst, met wee
moed en met ernst vooral, omdat het
de laatste mannelijke telg is uit ons
Oranjehuis.
Maar trots dit droevig feit behoeven
wij nog niet hopeloos te staren in de
toekomst.
Onder de regeeriug van koning Willem
in zijn onze staatsinstellingen op zulk
een vasten voet geregeld dat zij niet
vallen met den dood van dezen vorst.
Ook dit kunnen wij getuigen als een
hulde aan zijne nagedachtenis.
En thans treedt de koningin-regentes
tevens op als voogdes over eene jeugdige
koningin.
Tot nu toe heeft koningin Emma zich
nog slechts een enkele maal doen gelden
als vorstin verschillende omstandigheden
beletten dit meer te doen, niet het minst
de toestand van haar gemaal, die zoo
veel zorgen eischte. Aan hem heeft zij
die met vrouwelijke liefde gewijd.
Maar waar zij een enkele maal, o. a.
in de hoofdstad, te Arnhem en te Nijme
gen, optrad om de waardigheid van ons
vorstenhuis op te houden, deed zij dit
met lieftalligheid en won zij aller harten
door hare innemendheid.
En haar jongste optreden als regentes,
hoewel noode, hare proclamatie tot het
volk getuigden tevens van een ernstig
streven om aan hare roeping getrouw
te zijn, van haar diepgevoelde overtuiging
dat zij een ernstigeu plicht heeft te ver
vullen.
En vooral deed zij zich kennen als
een goede moeder voor onze prinses.
Als zoodanig is thans ook alle hoop
op II. M. gevestigd, dat zij haar kind
krachtig steunen zal en op degelijke
wijze het voorbereiden tot de moeilijke
taak, die prinses Wilhelmina eenmaal
als Neêrland's koningin wacht.
Van het vers van Carmen Sylva waaraan
wjj hierboven een tweetal coupletten ontleenden,
gaf het Zondagsblad van het 2V. v. d. D. inder
tijd eene vertaling.
De twee door ons aangehaalde coupletten
zijn daarin aldus in het Nederlandsch weer
gegeven
Toen is er in zijn harte
Weer vrede neergedaald
Zijn doodsch paleis is weder
Van levenslicht doorstraald
Dat blonk in alle kamers
En zweefde in elke zaal,
En flikkerde er voor de oogen
Een heldre zonnestraal.
Gedrukt bjj D. G. Kröber Jr. te Middelburg.