N°. 275. 133* Jaargang. 1890. Vrijdag 21 November Der» courant verschijnt d a g 1k i met uitzondering van Zon- en Feestdagen^ Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco t Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentïën20 cent per regel Bi] abonnement lager Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten benevens alle dankbetuigingenvan 17 regels 1.50; iedere regel meer f 0.20. Groote letters worden backend naar plaatsruimte; Middelburg 20 November. LETTEREN EN KUNST. I1MELBIIGSÜIE VkcraometM' Middelburg 20 Nov. vm. 8 a 53 gr. oa. 12 u 56 gr. av. 4 u. 55 gr. F. Verwacht W. wind Agenten te Vlissingen: P. G. db Vbt Mistdash Zoon, te Goeg: A. A. W. Boliajtd, te Kroiningen: F. v. d. Pbijx, te Zierikzee: A. O. de Mooi/ te Tholen: W. A. tab AdrertaBtlëa nrbuwbïthur/ïbb en te TernenzenM. db Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de j moeten des namiddags te mmm nvt advertentie-burean's van Nijoh Vak Ditmab te Rotterdam, de Gebb. Beliniante, te 's Gravenhage, en A. de la Mab Azn, te Amsterdam. i aan het bureau bezorgd zjjn, willen Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., Johh F. Jokes, opvolger. i zjj des avonds nog worden opgenomen Op dezen dag heeft te's Gravenhage eene plechtigheid plaats, die eene belangrijke bladzijde vormt in de geschiedenis van Nederland; en voor onze koningin van niet minder gewicht is. Eene droeve noodzakelijkheid dwong de teugels van het bewind te nemen uit han den van den laatsten mannelijken telg van het huis van OraDje en over te dragen in die van eene vrouw. Dit is een eenige gebeurtenis in de ge schiedenis van het koninkrijk der Nederlan den en wie ruim elf jaar geleden, in de dagen toen de beide prinsen Willem en Alexander nog leefden, voorspeld had dat binnen een betrekkelijk kort tijdsverloop zulk een wijziging in den staatkundigen toestand van ons land zou plaats hebben, hem ware, als een onheilsprofeet, geen geloof geschonken. Hoe spoedig wijzigen zich de omstandig heden hoe falen getuigen ook de ge beurtenissen in Daitscbland en Oostenrijk alle berekeningen ook op dit punt. Gelukkig het land, waar met de personen de instellingen niet vallen en bij ziekte of dood geen schokken ontstaan, waardoor het gansche gebouw dreigt in te storten. Bij de donkere schaduw, die de gebeur tenis van heden afwerpt, is deze groote lichtzijde dat, wie ook de teugels in handen neme, er naast en rond het hoofd van den staat regeerders zijn, die haar of hem stern nen en voorlichtenen dat haar of zijn macht is beperkt binnen de grenzen van een constitutie. Dat het optreden van een vorstin het heil van het land niet in den weg behoeft te staan, bewijst Engeland, het constitutioneele land bij uitnemendheid; daarvan getuigt op ■dit ©ogenblik Spanje, het rijk dat jaren aan jaren beroerd werd door binnenlandsche ttwisten en waar thans, al bestrijden de poli tieke partijen elkaar nog zoo heftig, dank zij het beleid van de regentes, een betrek kelijk rustige toestand heerscht. Zooals in Engeland zal het ook gaan in ons land. Alle gezaghebbende staatkundige groepen scharen zich op dit oogenblik rond den troon en naast haar, op wie het koninklijk gezag is overgegaan. Toch zal er veel gevergd worden van den takt, van de toewijding, van het plichtsbesef van koningin Emma. H. M. heeft zegt men lang geaar zeld, vóór zij zich bereid verklaarde als regentes op te treden. Zij zal dit gedaan hebben met het oog op den toestand van haar gemaal, uit liefde jegens hemmaar vooral zeker ook uit besef van den boogen ernst der taak, die van nu af op haar rusten zal. Koningin Emma stelt getuige de wijze waarop zij haar plichten als echtgenoot en moeder vervult zich zelve zeer hooge eischen. Zij vat haar taak ernstig op. Dit geeft ons jegens haar vertrouwen in de toekomst. De reden, waarom zij thans als regentes optreedt, weerhoudt het Nederlandsche volk van een betuiging van ingenomenheid met dit gewichtig feit; on verre van vreugdevol zal heden haar gaan zjjn „geweest naar de Staten generaal, hoe schitterend hare positie op dit oogenblik ook moge wezen. Koningin-regentes te zijn over het Neder landsche volk is eene hoogst gewichtige ■waardigheid; evenzeer als wij met ingeno menheid het besluit der koningin om die moeilijke taak te aanvaarden dienen te begroeten, even eervol is het voor H. M op zulk eene wijze met het vertrouwen van het Nederlandsche volk te worden vereerd. Dat vertrouwen zal H. M. zich zeker waardig maken. Bij haar optreden begroeten wij haar daar om met ingenomenheid. Wij vleien ons niet dat dit slechts tijdelijk zal zijn, want de hoop op herstel van Z. M. is daarvoor te gering. Moge het der koningin-regentes niet ont breken aan goede raadgeversen het nu aangebroken tijdperk Nederland ten zegen zijn. Dan zal de naam van vorstin Emma als eerste koningin-regentes een eervolle plaats innemen in 's lands historie-blaan. De Maasbode levert de volgende beschouwing, onder het motto Beginselen, tegen het door den heer Schaepman Zondag te Gouda gesprokene. Daarbij toch zeide hjj van de anti-revoluti- onnairen, tot een party gevormd, sprekende, o. a. het volgende »»Zjj belyden beginselen, en dat is de groote, ja, bjjna de grootste kracht in de wereld. Zjj staan zonder hondgenootenzij meenen dat bondgenooten hun schade zullen doen en roe men hun kracht in hun isolement. In dat isolement scbjjnt ook hun kracht niet te ver minderen, niet te vergaan."" »Hoe gaarne zouden wjj zoo merkt de Maasbode op gezien hebben, dat de heer Schaepman aldus gesproken bad van de katho lieken en tevens dezer staatkundige beginselen eens had ontvouwd. Helaas, dit geschiedde niet. De geachte spreker hield slechts een pleidooi voor het zg. bondgenootschap met de anti-revolutionnairen, waarmede de katholieken eenstemmig denken, wat aangaat het»»voor of tegen de souvereiniteit Gods, voor of tegen het bestaan eener hoogere wet, die van God gekomen is en tot God terugvoert."" Deze leus klinkt voorzeker schoon, zóó zelfs, dat de Turken haar moeten onderschrijven, terwijl wij het zeer betwjjfelen, of het gros der liberalen in ons Nederland zich daartegen zou verklaren. »Maar komen wjj daarmede wel wat verder Moeten wy onder het aanhefien dier, op zich zelf uitmuntende, leus onze beginselen over boprd werpen »En toch moet dit geschieden, wanneer men vóór alles en onvoorwaardelijk vasthoudt aan het samengaan met de anti-revolutionnairen. «De Standaard verklaarde het nog dezer dagen, onder verwijzing naar het program der anti-revolutionnairen, dat hare party thans als eischen van actuëelen aard openlyk erkent «persoonleken dienstplicht »intrekking van alle geldelyke bydragen van den staat aan de kerkgenootschappen (scheiding van kerk en staat) »invoering van het huismanskiesrecht (alge meen stemrecht); «afschaffing van den indirecten vaccineplicht. »Wjj willen gevraagd hebbenzijn dit alles katholieke beginselen, of geljjkt het er ook zelfs maar op? En toch, wanneer wy, katho lieken, op advies van dr Schaepman onze stem uitbrengen op anti-revolutionnairen dan weten wij, dat dezen het hun plicht achten, om, waar de regeering meent al die denkbeelden nog niet te kunnen aanvaarden, by de regeering voor die denkbeelden op te komen. «Slechts één van die anti-revolutionnaire beginselen willen wy wat nader beschouwen, nl. dat betreffende den persoonlijken dienstplicht. «Dr Schaepman heeft te Gouda gezegd, dat van het rameien tegen het bondgenoot schap van katholieke zjjde de legerwet niet de oorzaak maar slechts de aanleiding geweest is. Wij antwoorden hierop met spreker's eigen woorden »»Wy vertrouwen, dat gy als goed en ge trouw Nederlander wel weten zult, dat een woord van een (het katholieke) volk zijn woord is, en dat het strydt tegen de wel- voegelykheid, aan het woord van een volk te gaan draaien."" «Wat had het katholieke volk van Nederland bij de stembus in 1888 omtrent de militaire kwestie, in overeenstemming met zijn program, verklaard? Dat het wenschte: beperking van de kosten en lasten der defensie. «Welnu, die eischen stelt ons volk nog, en daarom wil het van de legerwet, die vierkant met dat program in strjjd is, niets weten, zelfs niet ter wille van de regeering of van de anti- revolutionnairen. «Ons volk wenscht vast te houden aan zijn beginselen. En waar men zulks in de anti- revolutionnairen zoo looft, kan men het daar in de eigen geloofsgenooten laken In zjjn eenvoud redeneert het katholieke volk aldus of de regeering verdient na de indiening der legerwet nog verder ons vertrouwen of niet. «Verdient zij ons vertrouwen, en is haar aftreden, gepaard met het ophouden der samen werking met de anti-revolutionnairen, een grootere ramp dan de aanneming der legerwet, dan zouden wy ons voor de aanneming der legerwet moeten verklaren of althans de aan neming daarvan indirect moeten wensohen en bevorderen. «Maar dit zou in stryd zijn met ons program, met onze wenschen ea r;<it onze beginselen. En daarom zeggen wijeen ministerie, dat zoo'n wet indient, vertrouwen wjj niet langer en moet, zoo spoedig mogeljjk, aftreden, als zjjnde dit het eenige middel om de aanneming der legerwet te beletten. «Men kan tegen deze eenvoudige logica zoo veel inbrengen als men wil, haar omverwerpen kan men niet." Aldus het Rotterdamsche katholieke blad, Dr Schaepman moge gemeend hebben in Gouda den storm te bezweren dien zijn te Hulst gesproken woorden hebben opgewekt de opmerkingen van de Maasbode zullen hem die illusie wel hebben ontnomen. Hjj heeft ook in de pjjpenstad niets anders gedaan dan olie in het vuur werpen. Dag aan dag zal het hem duidelijk worden dat hjj niet de man is om als leider der ka tholieke partij op te tredenen dat de een heid, waarvan hjj altijd tegenover de liberale party zoo hoog opgaf, ook by de zjjnen tot de vrome wenschen behoort. De aanhef der wetten en besluiten, die van heden af door de koningin-regentes geteekend zullen worden, zal luiden Wij Emma, Koningin der Nederlanden, Regentes van het Koninkrijk. De adjudanten van Z. M. den koning, de schout by nacht jhr Roëll, kolonel Van Spengler en kapitein De Ranitz, zullen gedurende het regentschap dienst doen als adjudanten van H. M. de koningin-regentes. Voorts zullen twee ordonnance-c fficieren by beurten den dienst bij H. M. de koningin waarnemen. By kon. besluit: is aan G. S. Reehorst, op zjjn verzoek, eer vol ontslag verleend als leeraar aan de rjjks hoogere burgerschool te Bergen op Zoom zjjn benoemd by hot wapen der infanterie, tot tweede-luit. by het eerste reg., de serg. W. J. J. Hasselbach, van het 5de reg., L. M. Keetell, van het korps, H. G. Polvliet, van het 7de, K. L. L. H. van Nistelrooy, van het 3de, en J. A. van Nieuw- land, van het 2de reg.bij het 2de reg., de serg P. C. Meyer en A. van Lieshout, beiden van. het 6de reg., J. C. Haas, van het korps, en A. G. J. Dumans, van het 5de reg.; bij het 3de reg., de serg. H. J. de Klein, van het 7de reg., J. N. Bruyn, van het korps, J. Kerkhoff, van het 8ste, A. C. Couvée, van het 4de, en W. F. N. von Hombracht, van het 5de reg.; by het 4de reg.. de serg. C. M. G. van Rjjswijk de Jong, van het 8ste reg.bij het 5de reg de serg. E. H. haron van Ittersum, van het 3de reg.; by het 6e reg., de serg. J. H. de Haas, van het 3e reg., jhr C. A. J. Meyer, van het reg. gren. en jagers, en S. J. Wesselink, van het 7e reg. by het 7e reg., de serg. J. Smelt, van het reg. gren. en jagers; by het 8e reg., de serg. A. S. Vorstman, van het 6e, mitsgaders W. Moll en J. H. Plet, beiden van het korps bjj het personeel der mil. adm., tot tweede luitenant-kwartiermeester bjj het 2e reg. inf., de serg, G. C. H. Hendricks, van het korps, en H. N. van Rantwyk, van hèt reg. gren. en jagers; bjj het 3e reg. inf.' de serg. H.Anker smit, van het 5e reg. inf., bjj het 6e reg. inf., de serg. A. W. Ruyter, van het 7e reg. inf., en G. C. A. Harsveldt, van het korps genie troepen by het le reg. veld-art., de serg. J. J. M. E. Muyser, van bet 4e reg. inf. bjj het wapen der inf. van het leger in N.-I., tot tweede-luitenant: de serg. A. Tetenburg, van het 4e, C. P. A. Wagener, van het 2e, G. J. Timmer en C. J. F. Stakman, beiden van het 4e reg. inf., Th. F. Eckenhausen, van het reg. gren. en jagers, J. van Leyden, van het 4e, H. A. Zeylmans van Emmichoven, van het 5e, W. F. H. Bloemink, van het 4e, en E. Th. C. Tolhuys, van het 7e reg. inf., A. E. van Kappen, van het reg. gren. en jagers, B. Teen- sma, van het 4e, W. P. Homan, van het 5e B. Morel, van het 4e, J. W. Berenschot, van het 7e, M. C. Maas, van het 2e, J. van Goor, van het Ie en C. A. Piedboeuf, van het 6 reg inf., J. Spoel, van het instr.-bat., alsmede C. Lenshoek, van het 8e, C. A. Granpré Molière, van het 6e, en F. J. E. Hoedt, van het 2e reg. inf. bjj het personeel der mil. adm. van het leger in N.-I., tot tweede-luit.-kwartierm.de serg. J. H. van Ingen, van het 8e, A. van den Bosch en W. Tergau, beiden van het 2e, E F. Th. M. Bovens, van het 4e, J. Blok, van het 3e, mitsgaders D. Schater en J. W. Maro nier, beiden van het 5e reg. inf. Nog is aan J. van der Harst, eervol ontsla gen opziohter der le klasse van 's rjjka water staat te Vreeswjjk, een pensioflrverleend ten bedrage van 1080 's jaars. Eindelijk is de heer J. W. C. Kern, arts, be noemd en aangesteld tot officier van gezond heid 2de kl. bij het pers. van den gen. dienst van het leger in N.-I. Volgens het U. D. heeft ook de heer A L. W. Seyffardt het besluit genomen zich bjj de aanstaande verkiezing van leden der Tweede kamer niet weder beschikbaar te stellen. De redenen, die hem daartoe noopten, zijn de volgende Werd hij tot lid van de kamer herkozen, dan zoude zich een nieuw vierjarig tijdvak openen en zich voegen bjj het half September 1891 afloopend tjjdvak zijner 3| jarige werk zaamheid ais volksvertegenwoordiger; hjj zou daardoor z. i. voor een groot deel afstand doen van de mogelijkheidom later met vrucht weder in het leger werkzaam te zyn. Doordat hjj vóór het aanvaarden van zyn lidmaatschap van de Tweede kamer der Staten- generaal in 1888 geruimen tjjd geplaatst was bjj den generalen statacht hjj het voor zich te meer noodzakeljjk niet te lang nonactief- officier te blyven. Het rapport der staatscommissie in zake de herziening van het wetboek van koophandel is verschenen. De commissie Btelt in hoofdzaak voor 1°. de invoering van een handelsregister 2°. bepalingen betrekkeljjk de firma 3°. regeling van de naamlooze vennootschappen (afschaffing van de preventieve staatsbemoeiing en regeling van de gevolgen daarvan) 4°. regeling van de beurzen van koophandel (de beurs, een openbaar gebouw, onder toezicht van de gemeentebesturen)afschaffing van het makelaarsambt 5°. regeling van het vrachtvervoer en expedi teurs (geheel overeenkomstig de internationale Bernsehe overeenkomst betreffende het goede renvervoer). Volgens de speciale organisatie van den dienst van tractie en materieel is de indeeling van het spoorwegnet Maatschlot Expl. v. SS.) in hoofddeelen als volgt a vier centrale werkplaatsen, te Zwolle, Utrecht, Tilburg en Blerik. 6 drie groepen, te Zwolle, Utrecht en Til burg, uitmakende zeven hoofddeelen. Aan het hoofd van ieder staat een eerstaan wezend ambtenaar, voor de werkplaatsen, met den titel van ingenieur, chef der werkplaats, voor de groepen, met den titel van ingenieur der tractie. De eerste groep omvat de lijnen Nieuwe- schansHarlingen, GroningenDelfzijl, Rau- werd -Roodeschool, Leeuwarden—Zwolle, Gro ningenMeppel, ZwolleAlmeloo, Almeloo Salzbergen, Zwolle—Arnhem, Zntfen—Gronin gen. Station Arnhem behoort niet tot deze groep. De tweede groep omvat de ljjnen Amsterdam - Emmerik, Rotterdam—Utrecht, Harraelen Breukelen, Gouda—Den Haag, Leiden—Woer den, Ede—Wageningen, Den Haag—Scheve- ningen, ZevenaarWinterswjjk. De derde groep omvat de ljjnen Rotterdam Breda, VlissingenTilburg, ZwaluweEsschen, 's Hertogenbosch—Moerdijk, UtrechtBokstel, TilburgMaastricht, Tilburg—Nijmegen, Arn hem—Venloo, Njjmegen—Kleef en de Luik— Limburgsche ljjnen. De stations Utrecht en Arnhem behooren niet tot deze groep. U. D.) In het afdeelingsverslag over het wetsontwerp, houdende bepalingen ter uitvoering van de op 16 Nov. 1887 te 's Gravenhage gesloten inter nationale overeenkomst, strekkende tot het tegengaan der misbruiken, voortvloeiende uit den verkoop van sterken drank onder de vis- schers op de Noordzee, buiten de territoriale wateren en tot het tegengaan van soortgelijke misbruiken in de territoriale wateren des rjjks was gevraagd of niet in art. 4 de gezag voerder van het visschersvaartuig moest genoemd worden. De regeering beantwoordt, in eene nota op dat verslag, die vraag ontkennend. Ook op den gezagvoerder van een visschers vaartuig is naar de voorgestelde redactie het 4de lid van art. 4 toepasselijk. «Visschersvaar tuig" moet worden beschouwd als een species van het genus «vaartuig" en alleen wanneer uitsluitend de species wordt bedoeld, wordt de uitdrukking «visschersvaartuig" gebezigd. Het zou tot onjuiste gevolgtrekkingen aan leiding geven, hier naast «schip of vaartuig" te noemen «visschersvaartuigen", omdat dan al de bepalingen van het ontwerp, waarin niet ook van Tjsacbersvaartuigen gesproken wordt, op deze niet van toepassing zouden zjjn en zulks ten onrechte, daar bjj voorbeeld verkoop van sterken drank ook door een opvarende van een visschersvaartuig volgens art. 4, eerste lid, verboden moet zjjn. Voor 't overige zjjn in art. 6 en 8 eenige redactie-wjjzigingen gebracht overeenkomstig het in de afdeelingen te kennen gegeven ver langen. Op de begrooting voor het pensioenfonds voor 1891 bedraagt het cjjfer der geraamde uitgaven 1.255.200. De bydragen en contributiën, ingevolge de wet van 1890 te heffen, zjjn, bljjkens eene nota van prof. Van Pesch, te ramen op onge veer 162.000. Krachtens het bepaalde bjj art. 36 der wet gaan op 1 Januari 1891 de kapitalen van het pensioenfonds voor burgerljjke ambtenaren, op 3.000.000 na, over aan het pensioenfonds voor weduwen en wezen van burgerljjke ambtenaren. De bezittingen van het opgeheven pensioen fonds bestonden op 1 Januari 1890 uit de vol gende inschrjjvingen op de grootboeken der nationale schuld 2^ pets. f 31.246.000 3 pets. 4.990.100 3i pets 6.573.200. In den loop van 1890 is nog aangekocht aan 3 pets. inschrjjvingen een nominaal kapitaal van ƒ274.650. Verder zal dit fonds op 31 Dec. a. s. van het rjjk nog te goed hebben eene som, die geraamd wordt te zullen bedragen omBtreeks 750.000. Dit geld zal zoonoodig kunnen gebruikt worden tot aankoop van inschrij vingen 3j pets. Werkelijke Schuld, waar tegenover van die schuld het noodige zal behooren afgeschreven te worden voor de aan de Btaat toekomende uitkeering ad 300.000. Den koers, waartegen die verrekening zal plaats hebben, op 101 pet. stellende, zoo is te ver wachten, dat de aan het fonds op 31 Dec. 1890 over te dragen inschrijvingen zullen bestaan uit het volgende: 2^ pets. 31.246.0003 pets. ƒ5.264.750; 3) pets. ƒ4.345.500; en derhalve aan renten afwerpen te zamen f 1.091.184, of in een rond cjjfer een bedrag van 1.091.000. Verder zullen de vermoedeljjke inkomsten over 1891 bedragen wegens huur van lokalen enz. 2200, uitmakende met de hierboven ge noemde bjjdragen en renten het straks ver melde bedrag van 1.255.200, Men meldt thans tot ons leedwezen dat het niet is gelukt den heer Bouwmeester over te halen bjj Hel Ned. Tooneel te blyven. Te Deventer is op 78-jarigen leeftjjd overleden de heer C. A. Brandts Buys, die kort geleden zijn gouden jubilé als organist vierde. Het bleek by die gelegenheid in hoe hooge mate Brandts Buys zich de sympathieën in de stad zjjner inwoning en in de muzikale kringen van ons land had weten te verwerven. De bibliothecaris van koning Leopold van België, de heer Auguste Scheler, philo- loog en hoogleeraar aan de Brusselsche uni versiteit is overleden. Het tooneel. Men behoeft nog niet eens te behooren tot een der meest aristocratische familiën, wiel adel zich verliest in het verst verledenmen kan zelfs lid zjjn van een eenvoudig burger gezin om zeer ernstige bedenkingen te hebben tegen de verliefdheid van een uwer naaste familieleden, waardoor gjj gevaar loopt de zeer twijfelachtige eer te genieten een balletdanseres tot schoondochter of schoonzuster te krjjgen met den nasleep van een vader, die zich bedrinkt en zyn gezin ongelukkig maakteen mauvais sujet in den waren zin van het woord dus. Hoe eerzaam, deugdzaam, lief, lieftallig, bevallig, bekoorlyk ja wat niet al een jongeheer al is hjj een eenvoudig burger zoon, die een goede zaak heeft en niet, zooals in Haar familie, een marine-officier van adel het voorwerp zjjner liefde ook moge vinden, het is en bljjft toch een mésalliance in de gewone, niet overdreven, beteekenis van het woord, wanneer die jongeheer met zulk een lief wezentje wil gaan trouwen, dat in de atmosfeer, waarin het verkeert, en in het ge- vaarljjk vak, dat het uitoefent, niet de ervaring kan opdoen om het tot eene degelijke, goede huisvrouw of een geschikte levensgezellin te maken. In romans en tooneelstukken gaat het ge- makkeljjk om die persoontjes voor te stellen als zelfstandig, flink, bestand tegen verleiding, huiselyk, in éen woord als engelen, de werke lijkheid leert het vaak anders.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1890 | | pagina 1