N°. 272.
133' Jaargang.
1890.
Dinsdag
18 November
Dei» courant verschijnt d a g e 1 k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen^
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco f 2.-r?i
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën20 cent per regel Bij abonnement Iageï
Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten benevens alle
dankbetuisri" ^envni 17 regels f 1.50;
iedere regel meer /0.2ü. enters worden berekend naar plaatsruimte.
Middelburg 17 November.
Nog eens: de Congo-kwestie.
LETTEREN EN KUNST.
ONDERWIJS*
KERKNIEUWS.
Ikentomeln.
Middelburg 17 Nov. vm. 8 a 51 gr.
ai. 12 o. 55 gr. av. 4 u. 50 gr. F.
Vervracht verand. wind
Agentes te VlissingenP. G. db Vbt Mestdabh Zoo», te Goes: A. A. W. Bollakd, te Kruiningen: F. v. d. Pbijl, teZierikzee: A. 0. dbMoou, te TholenW. A. va*
nrbtjwbuhui«b* en te TernenzenM. de Johgb. "Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de moeten des namiddags te nnr
advertentie-bnreau's van 'Nijgh Va* Ditmab te Rotterdam, de Gebb. Belikeakte, te 's Gravenhage, en A. de la M*b Azn, te Amsterdam. j aan het bureau bezorgd zjjn, willen
Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publioité étrangère G. L. Daube Cie., Joh» F. Jokes, opvolger. zjj des avonds nog worden opgenomen
Over de Congo-kwestie bevat de Arnhemsche
courant in haar nommer van heden eene beschou
wing, waarvan wjj het volgende overnemen
«Wjj hebben de houding dezer regeering
reeds uitdrukkelijk goedgekeurd, die te Brussel
hare medewerking weigerde tot eene wjjziging
van het tractaat van Berlijn, waardoor onder
min juiste voorwendsels en langs een omweg,
quasi om een groot menschelijk doel te bereiken,
in de benarde geldelijke omstandigheden van
den Congo-staat, kunstmatige schepping, die
aan de phantastische negerstaten uit de féeries
en operettes herinnert, to voorzien. Wanneer
alle Europeesche mogendheden na een lang
durig overleg, met eenparigheid van stemmen
vastgesteld hebben dat in het nieuwe kunst
product, .den Congo-staat, gedurende twintig
jaren geen invoerrechten zullen geheven worden,
gaat het niet aan, reeds zes jaren later bij
wjjze van incidenteele beslissing in eene bijeen
komst, tot een geheel ander doel samengekomen,
zonder opzettelijk onderzoek op deze plechtige
overeenkomst terug te komen. Dit strjjdt niet
alleen met de zoogenaamde foi des traités
een artikel, dat in onze dagen tamelijk incou
rante waar geworden is, maar met alle
beginselen van consequentie. Dat Nederland
voor de kracht der tractaten en het beginsel
der consequentie is opgekomen is uitstekend,
en juist wat een kleinen staat, die met de
grooten der wereld aan de conferentietafel aan
zit, voegthet is alleen te verwonderen dat
onze regeering te Brussel in hare volkomen
correcte houding heeft alleen gestaan. Men
zou, oppervlakkig oordeelende, verwacht hebben,
dat alle bij den handel in het Congo-gebied
belanghebbende staten, maar vooral Engeland,
de eenige staat van Europa die met Nederland
nog de handelsvrijheid betrachthetzelfde
standpunt zouden ingenomen hebben.
»Dat dit niet het geval is geweest, zal waar
schijnlijk ten gevolge hebben, wij stemmen
hieromtrent met de Standaard (no 5729) in dat
onze regeering ten slotte zal moeten toegeven
en bewilligen in datgene, waartegen zjj zich zoo
hardnekkig en zoo rechtmatig heeft verzet. Maar
wjj kunnen de opmerking niet achterwege hou
den, dat, zoo onze regeering eindigen moet met
toch het hoofd in den schoot te leggen, zij deze
nederlaag, dit hara-kiri, geheel en alleen aan
zichzelve zal te wjj ten hebben. En zjj zal er voor
Nederland hoegenaamd geen voordeel uit
kunnen halen, hetgeen wellicht het geval zou
zjjn geweest, indien onze diplomatie van den
aanvang af op eene anderewjjze ware opgetreden.
Toen het tegenwoordig ministerie aan het be
wind kwam, heette 't met zekere grootspraak in
bevriende bladen, dat van nu aan zoo'n goeden
klank scheen 's heeren Hartsen naam reeds in
het Europeesch concert te hebben een einde
zou zjjn aan Nederlands isolement te midden der
mogendheden, dat de liberalen ook al op hun
geweten hadden. Wjj hebben aan deze groot'
spraak niet veel waarde gehecht, omdat, welke
richting in Nederland ook aan het bewind is, er
van het diplomatiek beleid en van de eigenljjke
buitenlandsche staatkunde in geen geval ooit
iets uitlekt; eene omstandigheid die ons wel
eens heeft doen vermoeden dat ons land op de
wereldzee rondzwalkt zonder eenig diplomatiek
beleid en zonder eigenljjke buitenlandsche staat
kunde, hoewel wjj een sterk bezet departement
Van buitenlandsche zaken en een heirleger van
gezanten en andere diplomatieke agenten
hebben, die hunne hooge bezoldiging juist
hburen, opdat er diplomatiek beleid en buiten
landsche staatkunde zouden zjjn. Maar het komt
ons voor, dat in dit Congo-geval de minister
van buitenlandsche zaken van de nieuwe be
deeling toch bljjkbaar eene politiek van isole
ment gevolgd heeft, dezelfde die zjjne opgewonden
vrienden van 's mans voorgangers afkeurden en
van hem allerminst verwachtten. Had men ge
meend, en men zegt dat die meening bjj het
departement van buitenlandsche zaken bestond
dat andere mogendheden met ons te Brussel
één ljjn zouden trekken, dan had men zich
vooraf met haar moeten verstaan. Dat is de
gewoonte der-diplomaten, en niet de slechtste
die zjj hebben. Andere regeeringen hadden
zich reeds vóór de conferentie over hare be
langen in Afrika verstaan, getuige het trak
taat tusschen Engeland en Duitschland, waar-
bjj eerstgenoemd land voor het weinig betee-
kenend Helgoland groote voordeelen in Afrika
bedong. Hoogst waarschijnlijk ligt in dit trak
taat het geheim van Engeland's en Duitschland's
toeschietelijkheid te Brussel. Waren deze
onderhandelingen aan onze diplomatie niet
bekend Deze onbekendheid zou haar niet tot
eere strekkenmaar in elk geval zou onze
regeering, indien zjj zich met de andere,
geljjke belangen in Afrika hebbende regeeringen
tjjdig had verstaan, deze dubbele winst kunnen
gehad hebben van niet gedwongen te zjjn, ten
slotte het hoofd in den schoot te leggen, en
van wellicht de eene of andere, voor ons voor-
deelige regeling van koloniale belangen, zoo
niet in Afrika dan elders, bjj deze gelegenheid
tot stand te kunnen brengen.
»Indien de Nederlandsche regeering, hetgeen
wjj verwachten, ten slotte toch haar verzet
tegen de invoerrechten voor den Congo-staat
zal moeten opgeven, dan zal de minister
Hartsen uit deze diplomatieke schermutseling
terugkomen als eene moderne Don Quichotte,
niet met het bekende scheerbekken, maar met
de kous op het hoofd."
In deze regelen vinden wjj als 't ware samen
gevoegd het idee, door P. in ons vorig nom
mer neergelegd, en de meening, door ons vroe.
ger geuit ter verdediging van de houding, door
de regeering in deze aangenomen. Wij vonden
daarin te meer aanleiding enkele bedenkingen
tegen het door P. geschrevene niet langer in
de pen te houden.
In de bepaling, destjjds in het Berljjnsche
Congo-tractaat gemaakt dat gedurende
twintig jaren op dat gebied het vrjj-
handelsstelsel zon wórden toegepast ligt, in deze
kwestie een zwaartepunt, waarop P. in zjjn
opstel weinig of geen licht liet vallen.
Het is zeker -waarmen kan alle vroe
ger gemaakte bepalingen bjj onderling
overleg weer wjjzigenmaar juist dat wille
keurig omspringen met eens aangenomen be
ginselen; dat, al naar gelang der omstandig
heden dit meebrengen, weêr geheel veranderen
van een eens aangenomen stelsel is een ver
derfelijke tactiek, waartegen wel eens gepro
testeerd mag worden. Te meer in dit geval
nn het eenvoudig de bedoeling was den koning
van België uit eene netelige positie te redden
en men eene diep ingrjjpende tractaatsveran-
dering bjj verrassing in het leven wilde
roepen.
Dat Nederland tegen die schending van een
eens aangenomen tractaat opkwam, zjj het ook
met het vooruitzicht eenmaal toch te moeten
toegeven, omdat het zich tegenover groote heeren
bevindt, verdient lof, een lof die het van meer
dere zjj den ook gebracht wordt.
Op dat oogenblik kon Nederland moeilijk
anders doen dan protesteeren en weigeren de
te Brussel overeengekomen bepalingen betref
fende den Congo in haar geheel te teekenen
vooral toen men weigerde die betreffende den
slavenhandel te scheiden van de artikelen, het
heffen van invoerrechten rakende.
Maakte een belangrjjk beginsel onze regeering
dit reedB tot plicht wjj gelooven dat uit
algemeen handelsoogpunt dit optreden ook
noodig was want het moge waar zjjn dat
de Afrikaansche Handelsvereeniging met het
leeuwenaandeel der voordeelen in deze gaat
strijken anderen zjjn, meenen wij, toch
evenmin van de gelegenheid buitengesloten in
dat Congo-gebied handelsrelaties aan te knoo-
pen. En bovendien, steldie vereeniging
alleen plukt daarvan de voordeelen, van hoe
veel belang is dan toch haar optreden, haar
handeldreven, haar arbeid voor den naam van
Nederland als handeldrijvende natie; hoevelen
buiten haar kring genieten daarvan tevens de
vruchten
En waarljjk onze energie op handelsgebied
mag wel wat aangewakkerd worden waar men
aan dit doel dus bevcrderljjk is, moeten wjj
o. i. niet angstvallig'Tragen of de voordeelen
slechts enkelen ten goede komen.
Bovendien, bjj zulke overwegingen verliest
men de hoofdkwestie uit het oog, die ons heeft
gebracht in het moeiljjk labyrinth, waarin wjj
ons thans bevinden. Netelig is onze positie
op dit oogenblik ontegenzeggelijk, omdat terug
trekken èn volharden beide hun bedenkelijke
zjjde hebben, maar dit sluit niet uit dat wjj der
regeering haar primitief optreden in deze
kwestie niet kunnen euvel duiden.
Er is uit naam van Nederland een pleidooi
geleverd, niet alleen voor de belangen van
handelaars, maar voor den eerbied van tractaten.
En nn moge men achteraf, bjj den loop dien
de zaken hebben genomen, beweren dat het
wellicht beter ware geweest eenigszins anders
te handelenons voorspiegelen dat er in de
naaste toekomèt wel eens verwikkelingen kunnen
ontstaan, waarbjj wjj, naar aanleiding van onze
houding in de Congo-kwestie, zullen stuiten
op koelheid, onwelwillendheid, achterdocht of
tegenwerking,wanneer kleine natiën door zulke
overwegingen zich steeds moéten laten leiden,
wordt hun positie nog onhoudbaarder dan
deze nu reeds is en zouden zjj zich, naar onze
meening, eenvoudig tot oogendienaars van de
groote mogendheden verlagen.
Al hebben wjj al zeer weinig vertrouwen in
het diplomatiek beleid van onzen tegenwoordi"
gen minister van buitenlandsche zaken, zóo dat
hjj Nederland's eer in deze ongeschonden zal
doen te voorschjjn treden uit den strjjd, erken
nen moeten wjj toch dat de moeiljjke positie,
waarin wjj gebracht zjjn "door ons optreden
voor een eerljjk beginsel, een natuurljjk gevolg
der omstandigheden is geweest; en wjj een
beter figuur maakten dan zjj, die achter het
masker der humaniteit het zuiverst egoisme
verborgen.
Zullen wjj, door de overmacht daartoe ge
dwongen, toch moeten toegeven wij zijn
dan bezweken in een eerljjken strjjd voor recht
vaardigheid en billijkheid, en onze ervaring
dat het slecht kersen eten is met groote
heeren, is weer rjjker geworden.
Dat alles is wel een schrale troostmaar
aan den anderen kant hebben zjj, tegenover
wie wjj stonden, toch ook geleerd, dat wij, al
zjjn wjj een klein volk, ons niet geroepen
achten voetstoots »te prijzen wat die heeren
wjjzen" en ons dadelijk neer te leggen bjj
alles wat zij slechts gelieven te beslissen met
miskenning van goeden trouw en de eerste be
ginselen van eerlijkheid tegenover vroeger ge
sloten overeenkomsten.
Bjj kon. besl. is aan K. Boudewijn, ontvanger
der dir. hel. en acc., een pensioen verleend van
f 1600 en aan M. P. J. F. Groshans, ontv. der
acc. een van 2138 's jaars.
Verder is benoemd tot adjunct-commies bjj
het departement van financiën D. C. van der
Meer, thans eerste klerk.
De heer K. M. Haagmans, arts, is benoemd
en aangesteld tot officier van gezondheid der
2e kl. bjj het pers. van den geneesk. dienst van
het leger in Nederlandsch-Indië.
De audiëntie van den minister van justitie
zal op Dinsdag en die van den minister van
oorlog op Donderdag a. niet plaats hebben.
De St. Ct. bevat de bij Staatsblad no. 170 afge
kondigde wet van den 14den Nov. 1890, hou
dende de benoeming van H. M. de koningin
tot regentes.
Naar aanleiding vaD een nader bericht van
Zr. Ms. gezant te Pargs, wordt nog ten over
vloede ter kennis van belanghebbenden ge
bracht, dat het in Frankrijk uitgevaardigd
verbod van invoer van vee uit België en Ne
derland (zie Staatscourant van 14 dezer) zoowel
den invoer langs de landgrens als den invoer
over zee geldt. (St. Ct.)
In een Vrijdagavond door den heer Roose-
boom, in een door de liberale kiesvereeniging
Arnhem belegde «meeting," deelde hjj mee dat
hjj bjj eene volgende verkiezing geen mandaat
meer wenscht te aanvaarden, indien hem dat
dan moght worden aangeboden.
Hjj zou zeide hjj ter verdediging van dit
besluit geen bruikbaar officier meer zjjn als
hjj nog langer buiten de gelederen bleef;
bovendien zou hij langzamerhand te slecht op
de hoogte big ven, om in de kamer naar den
eisch te kunnen spreken over de militaire
belangen.
Het afdeelingsonderzoek in de Tweede kamer
van bet wetsontwerp tot bepaling van de som,
bestemd tot goedmaking der kosten van het
regentschap, heeft aanleiding gegeven tot
eenige opmerkingen.
In verschillende afdeelingen werd de vraag
besproken, of niet ook eene wetteljjke regeling
ter voorziening in het toezicht over 's konings
persoon behoort ingediend te worden.
Eenerzjjds werd betoogd, dat die indiening
behoort te geschieden, omdat art. 35 der grond
wet het beveelt.
Bovendien, al schreef de grondwet de voor
ziening in bet toezicht over 's konings persoon
niet uitdrukkeljjk voor, zij zou toch raadzaam
zjjn, vooral indien geljjk verscheidene leden
meenden die voorziening ook toezicht over
's konings goederen behoort mede te brengen.
Wel bestond er in de tegenwoordige omstan
digheden geenerlei reden om te dezer zake
eenige regeling te treffen, maar men diende
in het oog te houden, dat, indien nu geene
voogden benoemd wórden, er een antecedent
wordt geschapen, hetwelk in andere, thans
niet te voorziene omstandigheden, als eene
reden om zich dan van wetteljjke regeling te
onthouden, ingeroepen zou kunnen worden.
Anderzijds werd betwist, dat art. 35 der
grondwet als imperatief voorschrift beschouwd
moest worden.
Ten aanzien van de vraag of de benoeming
van voogden thans wenscheljjk ware, bepaalde
men ziek dezerzjjds tot de opmerking, dat de
verantwoordelijkheid voor het doen of achter
wege laten van eene daartoe strekkende voor
dracht op de regeering bleef rusten, terwijl,
indien zjj noodig werd gerekend, de voorbereiding
van zoodanig wetsontwerp in elk geval geacht
kon worden wel eenigen tijd te zullen vor
deren, vooral indien, geljjk men ook dezerzijds
meende, daarbjj het beheer van 's konings
goederen niet buiten de regeling zou kunnen
bljjven.
De commissie van rapporteurs heeft in het
medegedeelde aanleiding gevonden den minister
van koloniën, tjjdelijk voorzitter van den raad
van ministers, te verzoeken met haar omtrent
dit punt in mondeling overleg te willen treden.
Aan dit verzoek heeft de minister met de
meeste bereidwilligheid voldaan, en de com
missie mocht van hem de verklaring ontvangen,
dat de regeeing de zaak heeft overwogen, doch
eene voorziening in de voogdjj op dit oogenblik
niet noodzakeljjk acht.
Het intitulè van bet wetsontwerp werd door
enkele leden in eene afdeeling niet juist ge
acht. Zjj meenden dat de wjjze, waarop het
laatste lid van art. 72 der Grondwet hier was
toegepast, niet in overeenstemming was met
den aard van het koninkljjk gezag. De rech
terlijke macht spreekt in naam des konings;
de wet diende steeds van den koning zeiven
uit te gaan, ook al wordt zij, wegens's konings
onbekwaamheid tot de waarneming der regee
ring, door den regent of de regentes geteekend.
Deze meening vond echter bjj andere leden
geen bjj val. Zjj meenden integendeel dat het
laatste lid van art. 72 der Grondwet geene
andere bedoeling had dan juist om het hoofd
van wetsontwerpen zoo te kunnen veranderen,
als thans geschied is.
Bjj de kamer is ingekomen een ontwerp tot
wjjziging van hoofdstuk IX der staatsbegrooting
voor 1890; o. a. voor bjjdrage in het tekort der
uitgaven voor zeewering en oeververdediging
in Zeeland is 80.000 meer benoodigd, ten
gevolge van de uitvoering van belangrijke
werken tot verbetering der oeververdediging
van sommige calamiteuse polders in Zeeland,
waaronder in de eerste plaats de Vlietepolder
mag worden genoemd.
De minister van financiën heeft geantwoord
op het kamerverslag omtrent de wjjziging der
wet op de personeele belasting ten behoeve
van landbouwpaarden. Deze gedeeltelijke her
ziening zal een algeheele herziening niet ver
tragen, maar kan zoolang niet wachten. Verder
te gaan met wijzigingen, zou zjjn op de alge-
meene herziening vooruitloopen. De minister be-
strjjdt de door leden gewenschte wjjzigingen,
maar brengt alleen deze wjjzigingen in het ont
werp, dat de minister wordt bevoegd verklaard
voor jonge paarden de belasting niet te ver-
hoogen als ze afgericht worden voor atrjjwagens
met hoogen bok. Er zal dan behoorlijk toe
zicht worden uitgeoefend op het gebruik
van die voertuigen.
Op de begiooting van het domeinfonds voor
1891 is de vermoedelijke ontvangst geraamd
op 298.500.
De verlanae arm van den Brakman tusschen
den vasten wal van Biervliet en Philippine en
het eiland den Angelinapolder, is rjjp om be-
djjkt te worden. Een polder van ruim 290
hectaren zal daardoor ontstaan, waarvan on
geveer 260 aan den staat toebehooren. De
bedjjkingskosten zjjn op 360, de waarde van
den bedjjkten grond op 1000 per hectare
geraamd, zoodat de bedjjking den staat eene
zuivere bate van ongeveer f 166.000 zoude
kunnen opleveren.
't Is jammer, zegt de Haagsche Ct., dat we
voor bjjna niets van al wat met politiek (re
geerkunst) in verband staat, duideljjke, ver
staanbare, Hollandsche woorden hebben.
Met de «liberalen" hebben we hier ter stede
tenminste in zooverre afgerekend, dat die nu
«vrjjzinnigen" heeten. Erg mooi is die naam
ook nog nietmaar hjj is tenminste Hollandsch
en laat geen ruimte meer voor het bjjgeloof,
dat in een «liberaal" zoowat alle mogeljjke
kwaads vereenigd dacht.
Maar verder Verder hebben we anti-revo-
lutionnairen alsof heel het overige Ne
derland wel revolutie (omwenteling) wilde,
conservatieven neen, die hebben we gehad,
centrum, republikeinen, sociaal-democraten,
socialisten, radicalen. Dat alles regeert met
moties en amendementen en enquêtes, vergadert
in meetings en secties, dient memories in en
rapporten en praat over centralisatie, admini
stratie, organisatie taxatie, progressie, de-
gressie en agressie
Lieve hemel! is 'tte verwonderen, dat de
eenvoudige burgers den kluts kwjjtraken en
zich door den eersten den besten politieken
kwakzalver bjj den neus laten nemen
Zaterdagavond trad in de Fransche opera
te 's Gravenhage eene jeugdige landgenoote
mej. Louise Hejjmann op als Rosine in Le barbier
de Seville. De zaal was volde aanzienlijken
der residentie waren in grooten getale opge
komen en ontvingen de innemende zangeres
met groote vriendelijkheid en ingenomenheid.
Mej. Hejjmann heeft, volgens een bericht in
het Hbld, een hoogst aangenaam, glashelder,
goed geschoold geluid en weet met een groote
bescheidenheid in haar virtuositeit alle moeilijk
heden te overwinnen. Hare fiorituren en stac-
cati wekken algemeene bewondering, en daar
mede vooral nam zij het publiek in, daardoor
wettigde zjj den naam van Hollandsche nachte
gaal, haar in Italië vereerd. Zjj werd met
bloemen overladen, wekte geestdrift, door in
de muziekles na de variatiën van Proch, het
Vensterliedeken van Nicolaï en Vöglein im Walde
op de meest smaakvolle wjjze voor te dragen
en bekroonde haar succes met Eckerts Echolied
in het laatste bedrjjf.
Onder de bloemgeschenken was een fraaie
ruiker van Emma Nevada, die de voorstelling
van het begin tot 't einde bjjwoonde en herhaal-
deljjk bljjken van goedkeuring gat.
De beroemde schilder John Lewis BroWn
is overleden. Hjj was 61 jaar oud.
De grjjze Spaansche dichter José Zorilla
is ernstig ziek. Met het oog op zjjn hoogen
leeftijd hjj is 75 jaar oud bestaat er weinig
hoop op herstel,
De alphabetische voordracht tooi* hooüct
der school te Koewacht (wjjk St Andries), be
staat uit de heerenBorm te Koewacht, Hali-
foort te Zevenbergen, Keyzer te Rozehdaal,
Lauret te Overslag en Peulman te Boschkapelle.
LI. Zondag nam de heer Ruysch van Dug-
teren, predikant te Axel, afscheid van zjjne
gemeente naar aanleiding van 1 Petrus 1, het
laatste vers. Bjj het eindigen der godsdienst
oefening werd hem toegezongen ps 72 vs 11.
De ring bestaat nu uit slechts drie predikanten,
die een gedeelte van het tractement hebben
afgestaan voor het vervullen van spreekbeurten
door predikanten van Antwerpen, Brussel en
Gent.
Wekelijksche opgaaf betreffende de Ned. Berm
kerk,
V