N°. 269. 133* Jaargang. Y rijdag 14 November Dez# courant rersch^nt d a g a 1 J] k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen? Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco f 2.-^4 Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën20 cent per regel Bi] abonnement lagar Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten benevens alia dankbetuigingen: van 17 regels 1.50; iedere regel meer 0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte? f: Middelburg 13 November. LETTEREN EN KUNST. ■kenaoraetev. Middelburg 13 Nov. vm. 8 r 44 m. 12 n 48 gr. av. 4 u. 47 gr. Yerwaoht Z. -wind Agente* te VliBsingen: P. G. 3£ Vit Mestbaoh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Krainingen: F. v. d. Pbijl, te Zierikiee: A. 0. de Mooiï te TbolenW. A. va* Adv«?4e»*4»a Nebuwbuhuiksn en te Terneuzen: M. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de moeten dee namiddags te nor advertentie-bureau's van Niïoh Van Ditmab te Rotterdam, de Gebb. Beldjpante, te 's Gravenhage, en A. de da Mab Azn, te Amsterdam. aan het bureau bezorgd zjjn, willen Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publioité étrangère G. L. Datjbe Cie., John F. Jones, opvolger. zy des avonds nog worden opgenomen Opmerkenswaardige teekenen. Er is Dinsdag op de algemeene vergadering van Patrimonium een storm opgestoken, die voor hen, welke buiten dit z. g. christelijke werk liedenverbond staan, ook hare beteekenis heett. Deze vereeniging, die thans 84 afdeelingen en 7554 leden telt, besloot Maandag, in een huishoudelijke bijeenkomst, het centraal comité der anti-revolutionnaire party uit te noodigen een sociaal congres te houden. Dit geschiedde, omdat er in den boezem van Patrimonium gioote ontevredenheid heerscht over het stilzitten der anti-revolutionnaire party op sociaal gebiedeene ontevredenheid zoo groot dat er zelfs sprake was van scheiding tnsschen de christelijke werklieden en het kies gerechtigde deel, benevens de leiders der anti- revolutionnaire partij. Om die breuk te voor komen werd het besluit genomen tot bovenge noemde uitnoodiging, waaraan het centraal comité zich moeiljjk zal kunnen onttrekken. Niettegenstaande dit besluit kon de voor zitter van Patrimonium niet nalaten Dinsdag aan de heerschende ontevredenheid nog eens vrjj kras uiting te geven, wat een zeer groote agitatie wekte. Of men nu gehoord had van het plan van dien voorzitter, den heer K. Kater, öf dat hjj zjjne redevoering reeds ge reed had wat het meest waarsehjjnljjk was in ieder geval is hetgeen die president zeide nog karakteristieker, omdat daaruit bljjkt hoe hjj, zelfs na het Maandag genomen besluit, nog behoefte gevoelde zjjn hart lucht te gevenen het niet noodig vond zjjne openings rede te wjjrigen. Het hart drong hem tot sprekente waar schuwen, te zeggen dat het zoo niet langer kon gaan, dat er onder geestverwanten terecht verzet kwam tegen Patrimonium, omdat het vanwege de anti-revolutionnaire partjj wordt miskend en kwaljjk bejegend. Men wil van die zjjde wel onderhandelen bij Patrimonium, over Patrimonium, doch zonder Patrimonium, en dat mag niet meer, nu men op sociaal gebied wetgevend, misschien regelend zal moeten op treden, tenzjj Patrimonium voor een groot deel zjjn recht van bestaan wil verbeuren. Patri monium moet zich ook kunnen uitspreken op staatkundig terrein. De werklieden zeide de heer De Kater moeten van hunne onmondigheid ontheven worden en minstens evenveel burgerljjke rech ten hebben als een bordeel- of kroeghouder. Hjj liet zich verder zeer kras uit tegen de groote heeren, die, zonder het volk, wel de volkstoestanden kunnen bederven, maar onmo gelijk kunnen goedmaken; daarom moeten de werklieden zich ook op het staatkundig terrein uitspreken om de eenvoudige reden, dat de heeren van het terrein, dat ze goedschiks, kwaadschiks wel zullen moeten beheerschen, bewezen hebben geen practiscbe kennis te bezitten. „Dit duiden wjj" aldus ging de heer Kater voort »hun niet ten kwade, want wjj kennen van 't geen in hoogere kringen gevonden wordt, ook zoo niemendal, geljjk het hun aan de gelegenheid heeft ontbroken om het sociaal terrein en de diepe wonden in het volksleven te kunnen kennen. Wat wjj hen kwaljjk nemen is dat zjj het ons ten kwade duiden als wjj over den tragen gang, dien de verbetering onzer wetten gaat, onze stem doen hooren en onze klachten uitspreken, en al de enquêtes, door half en geheel onkundigen uit te voeren, erger dan nietsdoen noemen. Moeten wjj dan breken met de anti-revolu tionnaire staatsparty heeft men ons gevraagd. Wjj antwoordendat mag niet dan in het alleruiterste geval gebeuren, dewijl dat zoo ongeveer op broederkrjjg zou uitloopen. Maar de anti-revolutionnaire party, die zoover zjj kan en zooveel zjj kan ook aan Roomschen en radicalen recht wil doen, mag de geriDgeren onder de kiezers en »het volk achter de kie zers" niet als haar houthakkers en waterputters gebruiken. Als alle partyen hun armere broe deren willen tenonderhouden, dan moet de anti revolutionnaire staatsparty nog bewjjs geven, dat zy werkelyk een volksvertegenwoor diging wil. »Ook is het onrnogeljjk aan te nemen dat echte anti-revolutionnairen zouden gelooven dat de plutocraten en de bezitters van adellijke titels de nooden onzer achterbuurten kennen en deze des zins en willens zouden zjjn die te verlich ten of weg te nemen. En toch, wie tegen de verkiezingen de candidatenlijat der anti-revolu tionnaire staatsparty overziet, heeft steeds ont dekt dat zjj bjj voorkeur hare verkorenen in de boogere wereld zocht, en dat geheel in strjjd met de historische wording onzes volks, die naar Vader Willem's .kleine lujjden" heenwjjst als waaruit de vrjjheid onzes volks, in den middellijken weg geboren is. .Evenwel niet wjj moeten met de anti-revo lutionnaire staatsparty, maar die party moet met die tot nogtoe gevolgde gewoonte breken. .Een toestand, waarbjj de lagere klassen met lichaam en ziel worden overgeleverd aan de hoogere, moet leugen wordendit is met nadruk de roeping der partjjen, die zeggen voor Christus te buigenmaar aan zulk een toestand zal geen einde komen, zoolang de anti-liberale partyen mannen tot volksverte genwoordigers kiezen, wier werklieden nauwe- ljjks of weinig meer dan 150 a 200 per jaar verdienen. Dat zou niet kunnen geschie den, als er meer en betere samenwerking tus- schen hooger en lager geplaatsten werd ge vonden. Maar hoe nu Opklimmen mogen we niet, want dat is socialistisch, en afdalen tot ons wil men niet. Wat dan? Moet dan het terrein voor de socialisten geëffend? .Wjj dus, mjjne vrienden, behoeven onze klachten niet terug te houden, maar moeten, wat verdeeldheid en versnippering van krach ten zou bewerken, geen voedsel gevenkomt die er desniettemin dan toch, ze komen er niet door ons, wjjl ons de vrede lief is. Doch nooit ten koste der waarheid mag die worden gekocht. Zóo staan we vrjj, en heeft de moeite, die komende is, niet in ons hare schuldige oorzaak." Wjj hadden de gezichten wel eens willen zien van de christelijke mannen uit die hooge kringen, die steeds met genadige welwil lendheid op die werklieden neerzien en hen gebruiken als zjj ze noodig hebben, toen Kater hun zoo ongezouten de waarheid zeide. Zjj oogsten echter wat zij gezaaid hebben. Tegen het Nederlandsch werkliedenverbond en den Sociaal-democratischen bond in hebben zjj gemeend met het .Woord Gods" de werklieden tot gedweeheid, volgzaamheid en onderwerping aan hun wil te bewegen hen saam te brengen en te vormen tot een macht, die de groote christeljjke en adelljjke heeren zou schragen en dezen brengén waar zjj willen zjjnnl. op het kussen der eere. En nu beginnen die mannen zeiven zich tegen hen te verzettennu bedanken zjj er voor langer gebruikt te worden als trekmachines voor de zegekar der grooten, die de kerk tegen over het z. g. mindere volk gebruiken in hun eigen belang. Die werklieden willen, nu zij hun macht bewust worden, ook in de kerkeljjke en christe lyke kringen de eereplaatsen innemenzjj vorderen daden, niet langer woorden. Het is dus overal hetzelfde. De liberalen werden beschuldigd dat zy het z. g. .mindere volk" veel te onafhan- keljjk en te wjjs maakt6n; de christeljjk-his- torisohe leiders zouden die werklieden door Gods woord houden in bedwang en sturen in de goede richtingafhouden van de ver eeniging van den heer Held t en van de partij der sociaal-democratenen ziethet plan faalt geheel en al. Die onmondigen gevoelen zich meerderjarigzy beginnen van zich af te spreken en even hooge eischen te doen hooren als zij, met wie zy niet mochten samengaan. En de heer Kater wees er tevens op terwjjl het conservatief-liberale Algemeen Ne derlandsch Werkliedenverbond niet bloeit, neemt de sociaal-democratische party in kracht toe. Dat is waar. Bovendien tal van aanhangers dier party houden zich verborgen, en wie, zooals deze of gene kamergeleerde of eenvoudige durft doen, beweert dat die party in verval geraakt, vertelt öf onwaarheid tegen beter wefen in, öf verkondigt iets dat hjj gaarne zou willen en daarom onnoozel genoeg is zich en anderen wjjs te maken; evenals iemand, die by helderen zonneschyn de oogen sluit en dan beweert dat het nacht is, Het is en bljjft een onloochenbaar feitdie werklieden-partij neemt in macht toeen als de anti-revolutioncai: /partjj voortgaat op den nu ingeslagen wegals de regeering, door die partjj in het leven geroepen, verder hare aan hangers uit den arbeiderstand bljjft teleurstellen zooals zjj tot heden doet die bekentenis van Kater is vooral voor ons, liberalen, zoo belangrjjk, omdat zjj onsjbeweren bevestigt dat dit kabinet, met zooveel schoone beloften om trent het voldoen aan de volksbehoeften aan het bewind gekomen, die beloften niet vervult dan spat ook Patrimonium uit elkaar en loopt een deel harer leden over naar de sociaal democraten. Men heeft op de algemeene vergadering van Patrimonium Kater natuurljjk niet weersproken gelaten maar veel succes had men daarmee niet. Men beriep zich weer op Gods woord j op het besluit, Maandag genomen, inzake het sociaal congres een besluit dat veel heeft van een doekje voor het bloeden. Men be weerde dat de talenten naar Gods believen verdeeld zyn. Het is dan wel eigenaardig dat die verdeeling bjj de anti-revolutionnaire partij meestal alleen den grooten en adelljjken heeren ten goede komt, bij wie de talenten toch zeker ook niet altjjd te vinden zyn. Eindelijk moest dr Kuyper hy die zich in een moeiljjk parket bevond, omdat hjj vooral de man der democratie is, maar toch de aristocratie niet kan missen en in den steek laten, op de bres treden om den storm te bezweren. Hjj stelde een motie voor, die met algemeene stemmen aangenomen werd en waarbij de ve-gaderiag basloot om, na gecon stateerd te hebben wat in de discussie duide- ljjk uitkwam, het debat te sluiten en deze materie van de tafel te nemen. Dit was op dat oogenblik het beste, wat gedaan kon wordenmaar daarmee is de storm niet voor goed bezworen. Wat Kater zeide is eene waarschuwing, die later zal blijken noodig en nuttig geweest te zyn. En nu moge hjj beweerd hebben dat zoo hjj zyne openingsrede bad geschreven na bet Maandag genomen besluit, deze anders zou geluid hebbenhet feit dat hjj haar niet heeft gewjjzigd en zjjne herhaalde ontkentenis, toen hjj werd aangevallen, dat de edelen in den lande volksvertegenwoordigers kunnen zjjn, spreken duideljjker dan zjjne bewering. Want bovendien, wie bet vooruitzicht heeft dat zooals bjj zulke openingsreden op algemeene vergaderingen elk woord zal worden gewikt en gewogen, die is des te angstvalliger met het openbaren zjjner meeningdie wikt en weegt zooveel hjj kan en mag allerminst opzien tegen de moeite van eene omwerking zjjner toespraak, welke zulke teedere kwesties raakt. Voor die omwerking was gelegenheidmaar van die gelegenheid heeft Kater geen gebruik Hy meende dat spreken plicht was, ook na den stap tot toenadering, Maandag gedaan, met bet kennelyk en diplomatieke doel om de ontevredenen eenigszins te kalmeeren. En dr Kuyper, die bet centraal comité de banden boven het hoofd wilde houden en tevens den voorzitter van Patrimonium niet verder in moeilykheden brengen, den man die, zooals de leider der anti-revolutionnairen zeker niet erg vleiend zeide, .omdat hjj redacteur van een blad is, allicht denktzoo'n openingsrede vult de kolommen van mjjn blad en verlicht mjjn arbeid" dr Kuyper heeft een netelige kwestie van bet menu van Patrimonium afge nomen, maar den twistappel tusschen die werkliedenvereniging en de anti-revolution naire partjj, met haar centraal comité aan het hoofd, heeft hij niet kunnen wegnemen. Het gist en kookt dus ook in den boezem van die werkliedenpartij. Overal alzoo hetzelfde verschynselalom dezelfde beweging. En een merkwaardig teeken des tjjds is ook, by die algemeene werkzaamheid onder de arbeiders, de keuze van AmsterdamB's kies- vereeniging Burgerplicht van den werkman Rot tot candidaat van den gemeenteraad in onze hoofdstad. Of de meerderheid der kiezers in Amsterdam die keuze zal bekrachtigen betwjjfelen wjj. Amsterdam's kiesgerechtigden zjjn nog te veel gehecht aan de traditie, om daarvan af te wjjken, en thans vooral zeker niet nu een handelsman tegenover dien werklieden- candi daat staat. Maar evenzeer als de liberale partjj daar den heer Heldt een plaats in de Tweede kamer verschafte, even billjjk zouden wjj het vinden als zjj meewerkte om in den raad een vertegenwoordiger der arbeiderspartij gelegenheid te bieden zjjn stem te doen hooren. Vooral in een gemeenteraad, en niet het minst in dien van een groote stad, waar de politiek op den achtergrond treedt en de prac- tische belangen het zwaarst wegen, huldigen wjj het beginselaan alle partyen een plaats te gunnen, van waar het woord kan gevoerd worden voor hare belangen. En nu de sociale kwesties, den arbeiders en het volk rakend, in een stad als Amsterdam zich meer en meer doen gelden, zou het een verstandige keuze wezen, een gematigd man als Rot, een man die tevens onmisken bare talenten bezit en geen onbekookt door- drjjver mag genoemd worden, als raadslid naar het stadhuis te zenden. Doch al gebeurt dit niet, dan toch is reeds zjjne candidaatstelling door Burgerplicht een even merkwaardig teeken des tjjds als de woorden van Kater in Patrimonium waren en de agitatie, welke deze in den boezem dier vereeniging wekten. Opmerkenswaardige en waarschuwende tee kenen zijn er trouwens zoovele dat de liberale partjj niet genoeg hare aandacht aan de arbei dersbeweging kan schenkeneene beweging die zjj, tot haar eigen nadeel, te lang reeds heeft miskend of, beter gezegd, waaraan zjj, ter wille van de politiek, te weinig haar aan dacht schonk. Daarmee in verband onderschrijven wjj ge heel het volgende, dat wjj beden in de Zutph. courant vonaen geschreven .Wjj zouden wenschen, dat het volk zich nu reeds de verkiezingen van '91 aan ging trekken. Het is wenscheljjk dat er een veel intiemer band tusschen kiezers en afgevaar digden ontsta dan er tot nog toe geweest is. .Wjj wenschen een liberalen candidaat, die de democratische beweging van onzen tjjd be grijpt, doch die deze met een helder verstand tot de juiste pvoportiën weet op te vatten en terug te brengen. .Laten de kerkeljjken het voor God en bun geweten verantwoorden, dat zjj bun godsdienst sleepen in bet gedrang van het dagelijksch staatkundig leven en eendrachtig samenwerken, waar hun geweten daarby in opstand komen moest." (Zjj ondervinden daarvan zeiven reeds de naweeën). .Wjj wenschen hun tegenvoeters te zijn en naar den sinds lang gejjkten veranderljjken zin van het woord zeggen wij .Wij zjjn en bljjven liberaal, doch wij wenschen dat het liberalisme zich in democratischen geest ontwikkele." Deze wet treedt in werking op den dag, waarop door de regentes dat regentschap wordt aanvaard. Volgens het Utr. Pbl. was de koning gedurende geruimen tijd reeds, en is Z. M. dit nog, onderhevig aan kleine aanvallen van be roerte. Indien er echter geen ernstige aanval komt, kan Z. M. die nog lang doorstaan. Zooals reeds in de toelichting van bet ontwerp tot vaststelling der grondbelasting op de ge" bouwde en ongebouwde eigendommen is opge merkt, zal de aanteekening der nieuwe belast- bareopbrengst van de ongebouwde eigendommen in de kadastrale leggers, welke bepaald is bjj de wet van 1879, in 1890 voltooid worden. Naar bet gebiedend voorschrift van art. 37 dier wet zou dus het bedrag der grondbelasting op de ongebouwde eigendommen vóór het begin van 1891 vastgesteld en over het gezamenlijk bedrag der nieuwe belastbare opbrengst omge slagen moeten worden. Daar het echter thans twjjfelachtig schjjnt of de wetgevende macht omtrent bovengemeld ontwerp zoo spoedig eene beslissing zal nemen cao de grondbelasting nog vóór 1891 naar de nieuwe belastbare opbrengst kan geheven worden, heett de minister van financiën het raadzaam geacht de indiening te bevorderen van een wetsontwerp, waarbjj de termjjn van gemeld art. 37 met een jaar verlengd wordt, met dit gevolg, dat de grondbelasting nog op den tegenwoordigen voet naar de bepalingen der wet van 26 Mei 1870 in de kohieren van 1891 kan worden uitgetrokken. De afdeelingen van de Tweede kamerbenoem den tot rapporteurs over het Woensdag onder zochte wetsontwerp tot wjjziging der wet op de besmetteljjke ziekten (vaccine) de heerendr. Schreinemacber, Van Löben Seis, dr. Zaayer, De Ruyter Zjjlker en De Beaufort. Bij kon. besluit zjjn herbenoemd tot burge meester van Ovezande, van Driewegen en van NisBe, D. Mulder, secretaris van de twee laatstge noemde gemeententot burgemeester van Wemeldinge P. Dekker Jz. Verder is lo de kapt.-luit. ter zee J. J. Stooker, ter zake van in, doch niet door den dienst ontstane lichaamsgebreken, op pensioen gesteld, onder toekenninga. van een jaarljjksch pen sioen van f 1800 en b. van eene verhooging van ƒ900 'sjaars, en 2o bevorderd: tot kapt.- luit. ter zee, de luit. ter zee le kl. P. D. A. Frankarnp; tot luit. ter zee le kl., de luit. ter zee 2e kl. E. P. T. Bik. Nog is de 2e luit. G. de Groot, van het 4e reg. vesting-artillerie, op non-activiteit gesteld- Aanstaanden Zaterdag verleent de minister van waterstaat geen audiëntie. Naar aanleiding van vervalsching in certin ficaten van oorsprong, noodig voor den uitvoer van spek naar Duitschland, meer bepaald van het cjjfer, dat het gewicht van het uit te voeren pek aanduidt, heeft de minister van binnen- landsehe zaken den commissarissen des konings verzocht, de burgemeesters aan te schrijven, dat zjj zich voortaan in de bedoelde, door hen af te geven verklaringen, van het gebruik van cjjfers behooren te onthouden. De benoeming van een regent, gevorderd door de treurige omstandigheden dat de koning zich buiten staat bevindt de regeering waar te nemen, maakt het noodig bij die benoeming, ter voldoening aan art. 46 der grondwet, bjj de wet vast te stellen het bedrag, dat op het jaarljjksch inkomen van de kroon zal worden genomen voor de kosten van het regentschap. De regeering meent dat aan het geheel ge- ljjkluidend voorschrift van art. 48 der grondwet van 1848 bereids voor het geval van minder jarigheid van den troonopvolger op het tjjdstip van zijne komst tot den troon, op alleszins juiste wjjze is uitvoering gegeven bjj de wet van 23 Juli 1885. Zjj heeft derhalve eene wefsvoordracht, met inachtneming van den toestand, waarin thans moet worden voorzien, op de leest van genoemde wet geschoeid. Het wetsontwerp luidt als volgt Art. 1. De som, die op het jaarljjksch in komen der kroon, gedurende den tjjd dat de koning zich buiten staat bevindt de regeering waar te nemen, wordt genomen voor de kosten van het regentschap, wordt bepaald op ƒ175.000. Art. 2. Deze som wordt rechtstreeks nit 's rijks schatkist aan de regentes uitbetaald, in mindering van het jaarljjksch inkomen der kroon, Bjj de Maatschappij tot exploitatie van staats spoorwegen is, in verband met de nieuwe regeling van het spoorwegwezen, de dienst van wegen werken verdeeld in negen secties, waarvan de bureau's gevestigd zyn te Groningen, Meppel, Zutfen, Njjmegen, Utrecht, Rotterdam, Breda, Venloo en Luik. De sectie Breda omvat de ljjnen Vlissingen Bokstel, Rozendaalgrenzen, Bokstel—Gelder- malsen. Het station Geldermalsen hoort er niet bjj (sectie-ing. H. P. M. G. van der Kun.) De heer De Groot deelt aan het Vad. mede, dat het bericht van de Portefeuille om trent zjjn plan tot opvoering van de opera van Van 't Kruys, in strjjd met het advies van de commissie van de Vereeniging t. b. d. muzi- kaal-dramatische kunst in Nederland, onge grond is. De commissie onderzoekt thans de opera van, Boelen en Beyerle, Ada van Holland. Met het instudeeren van Albrecht Beiling, van H. F. R. Brandts Buys, zal weldra een aanvang worden gemaakt. Als noviteiten zullen in dit seizoen nog komen Zampa en De Stomme van Portici,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1890 | | pagina 1