N°. 262. 133" Jaargang. 1890. Donderdag 6 November. Deze courant rerschljnt dagelijks; met uitzondering van Zon- en Feestdagen? Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco f 2. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën20 cent per regel Bi] abonnement lager Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten benevens alle dankbetuigingen: van 17 regels 1.50; iedere regel meer f 0.20. Groote letters wordend-bekkend naar plaatsruimte? Middelburg 5 November. LETTEREN EN KUNST. ONDERWIJS. UIT STAD EN PROVINCIE. MDDELBMM (M1M. tkcmometer. Middelbare 5 Nov. vm. 8 a 48 n. 12 i 53 kt. ftv. 4 u. 50 gr. Verwacht verand. wind j Agente* te VlissingenP. G. de Vet Mestdagh ft Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. v. d. Peijl, te Zierikzee: A. O. de Mooij te TholenW. A. taeQ j AdT«rt««Hëm nreuweehtn/ïeif en te TernenzenM. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de moeten des namiddags te 1 advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmar te Rotterdam, de Gebb. Bei ine ante, te 's Gravenhage, en A. de la Mab Azn, te Amsterdam. aan-het bureau bezorgd zjjn, willen Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publioité étrangère G. L. Daubb öie., Joh* F. Jones, opvolger. zjj des avonds nog worden opgenomen nur Van anti-re vol utionnaire zjj de beeft men het altjjd druk over liefde voor het vaderland en voor het huis van Oranje. In bijna alle orga nen dier party, o. a. in onze omgeving, schryft men tegen de socialisten nooit anders dan met ergernis, vooral omdat zy ons koningshuis aan vallen. Het schynt dat sommige van al die be tuigingen veel hebben van een schynheilig ver toon. Een anti-revolutionnair blad, dat te Vlaar- dingen het licht ziet, schryft ten minste: >'s Konings dood, die voor de deur staat, zal wellicht de aanleiding wezen, dat men van verschillende zjjden storm zal loopen tegen het koningschap, want in niet weinigen van ons land leeft de wensch, dat het maar weer tot een republiek mocht komen, zooals in de dagen van Nederland's hoogsten bloei. »Het zyn niet enkel socialisten, die de repu bliek begeeren, verre vandaarer zyn geloo- vigen onder, flinke mannen, die een warm hart voor Oranje hebben, zoodat het hun volstrekt niet te doen is om het Oranjehuis te verschop pen, maar wel in eere te houden. Maar deze lieden gaan van de overtuiging uit, dat het koningschap in de dagen van opwinding na de afschudding van het Fransche juk ten on rechte is ingevoerd en in strjjd is met de traditie onzes volks. Zp meenen, dat het beter ware geweest, indien men de republiek had hersteld met een prins uit het huis van Oranje aan het hoofd, onder den titel van stadhouder of een ander passenden naam en daarom, het spreekt wel vanzelf, loopen zy met het koning schap niet hoog". Heeft men hier te doen met het gevoelen van een redactie of met een uiting, die het algemeen gevoelen der »geloovigen" weergeeft? De opmerking is in ieder geval van die zyde vooral karakteristiek. By kon. besl. is het eereteeken tot belooning van eervollen langdurigen werkeljjken dienst by de schutter jjen toegekend aan M. C. Mulock Houwer le. luit. en H. G. Kodde, sergeant, beiden by de dd. schutterjj te Zierikzee, en A. C. Schui ling, tamboer, by de dd. schuttery te Goes. Hoewel niet in ernstige mate, nemen de krachten des konings toch langzamerhand af, al moge van dag op dag schynbaar geen ver andering te constateeren zyn. Z. M. is nog dikwjjls eenigszins opgewonden en brengt dan onduideljjk uitgesproken klan ken voort, voor een enkele maal afgebroken door gezegden, die het gevolg van een momen- teelen terugkeer van bewustzyn kunnen zyn. Na die vlagen van opgewondenheid, welke soms lang aanhouden, vervalt Z. M. in een toestand van volslagen apathie.(iV. v. <1. D.) Door het centraal bestuur van het Algemeen Nederlandsch Werklieden- f erbond, is, ter vol doening aan een opdracht der algemeene ver gadering, een adres aan den koning gezonden, waarin het te kennen geeft dat in 1887 de grondwet is herzien dat een van de dringendste redenen tot die herziening is geweest het wegruimen van de bepalingen, die den wetgever belemmerden om het kiesrecht in billjjke mate te regelen; dat zulk een regeling zich nog altjjd laat wachten dat de onbillykheid, die de vorige grondwet ontsierde, met die herziening nog niet is opge heven dat wel is waar het grondwetsartikel de gelegenheid voor een zeer ruime uitbreiding van het kiesrecht laat, maar de additioneele artikelen, waarbjj het kiesrecht thans is gere geld, den vroeger veroordeelden toestand nog in alle opzichten handhaaft dat de herziening der grondwet op dit punt tdt heden geen andere gevolgen heeft gehad dan een geheel onberaden en alleszins wille, keurige vermeerdering van het aantal kiezers; dat thans nog, evenals vóór de grondwets herziening, de kiesbevoegdheid is vastgehecht aan het belastingbiljet en omgekeerd; dat in sommige streken des lands kiezers zyn met een inkomen van ƒ300 a/400, terwijl in andere en vooral in de grootere gemeenten, ingezetenen met een inkomen van 1000 a f 1400 van het kiesrecht verstoken zyn dat de arbeidende klasse, in den meest ruimen zin genomen, nog altyd is verstoken van eiken invloed op de keuze en samenstelling der ver tegenwoordiging en derhalve ook op den gang Van zaken in het rjjk, het gewest en de gemeente; dat dan ook de redenen, die aanleiding gaver om de regeering een klasseregeering te noemer en bepaaldeljjk een regeering van de bezit tende en ondernemende klassen, nog in dezelfde mate bestaan dat een mate van onverschilligheid, als vrjj algemeen in de lagere klassen wordt waarge nomen, tegenover daden en handelingen van Uwer Majesteits regeering en van de vertegen woordiging en tegenover het openbaar gezag, gevaarljjk dreigt te worden voor de orde en rust on voor de in het belang van de verbe tering der volkswelvaart zoozeer noodige vreed zame ontwikkeling van handel en nyverheid en de gewenschte geleideljjke hervormingen op maatschappelyk en politiek gebied dat een voortduren van dezen toestand aller minst strekken kan, om het vertrouwen van de groote meerderheid des volks in de regeering en vertegenwoordiging, dat door een samenloop van omstandigheden onrustbarend geschokt is, te doen herleven dat een spoedige uitbreiding van het kies recht, in zóó ruime mate dat heel het volk mede kan werken tot de keuze zijner vertegen woordiging, zoodat het in haar en in de re geering, uit haar voortgekomen, zyn vertrouwen kan stellen en het te dien opzichte mede voor een groot deel de verantwoordelijkheid harer daden draagt, een eisch des tjjds is, die niet langer verschoven mag worden. Redenen waarom ons Centraal-Bestuur by vernieuwing tot Uwe Majesteit het verzoek richt zoodanige maatregelen te nemen, dat ten spoe digste wetsvoorstellen tot definitieve regeling van het kiesrecht worden ter hand genomen, met een zóó ruime uitbreiding der kiesbevoegdheid, dat allen, behoudens uitzonderingen in't a ge meen belang niet te vermjjden, doch onafhanke lijk van eenigen maatstaf van vermogen of inko men en onder waarborgen dat zy kunnen lezen en schrjjven, worden toegelaten tot de uitoefe ning van hun eerste en voornaamste recht als burgers in een constitutioneelen staathet recht om mede te werken tot de keuze der vertegen woordiging, die met Uwe Majesteit en zyn regee ring de wetgevende macht uitmaakt en als zoo danig over aller lot en leven beschikt. Door jhr Henry Tindal is het volgend schry ven ontvangen Amsterdam, 3 November 1890. Het Algemeen Handelsblad verzekert in zyn nummer van 26 October jl. opnieuw, dat gjj >de sympathie van alle loyale Nederlanders voor goed (hebt) verbeurd"en wel uithoofde van »het misbaar, dat (gy) maakt by het ziek bed van den bejaarden koning." Deze vernieuwde verzekering doet ons de pen opvatten. Wy gevoelen behoefte u mede te deelen dat, terwjjl wij de keus der middelen, waarmede gij werkt, niet hebben te beoordeelen, uw werk zelfhet wakker schudden van uw volk, onze blyvende Byrapathie heeft. Wy huldigen in u den man, die rondborstig voor zijne overtuiging uitkomt; die zich een groot volksbelang, dat hjj beoordeelen kan, aantrektdie onmisbaar bljjkt te zyn in een land, welks vertegenwoordiging en pers het bevorderen van wenschelyke openbaarheid al te zeer overlaten aan het initiatief van bijzon dere personen. Wy huldigen in u den man, die royalist ge noeg is, om, zelfB met terzydestelling van de gewichtigste bedenkingen, onderhoek te ver langen, zoodra hy ernstigen grond meent te hebben, voor een plichtverzuim te vreezen, dat, zoo het plaats greep, het koningschap moet verzwakken. Wy vragen u de uitdrukking van deze onze gevoelens te willen aannemen. Prof. AlLABD PfEBSON. Mb F. H. van Notten. Mb J. A. Levt. P. N. Muller. Prof. Dr W. H. Gunning. Julius BunGe. Majoor KellerMann. Dr A. W. van Renterghem. Dr A. W. C. Berns. B. G, J. Blanken. De heer J. P. Hofstede, hoofddirecteur der posteryen, herdacht Dinsdag zyne SOjarige amb tenaars loopbaan. Den 5en November 1840 trad hy als surnu merair in dienst by het hoofdbestuur. Zijn ijver en helder oordeel deden spoedig de aan dacht op hem vestigen. Wat hem aan vorming en oefening als practisch ambtenaar ontbrak, leerde hy aan het postkantoor te Amsterdam, waar hy van 1847 .tot 1852 als commies werk. zaam was. Yervolgens teruggeroepen by het hoofdbestuur, werd hy in 1857 tot buitengewoon inspecteur benoemd. Na het overlyden van den toenmaligen hoofddire ;>uir, den heer M. Pols, in 1864, werd hy onmiddellyk tot diens opvol ger aangesteld. Het Nederlandsch postwezen verkeerde destyds evenals overal elders, in een moeilijk tydperk van overgang, zoodat de heer Hofstede een ruim veld ter bearbeiding open vond. Yan al de her vormingen en verbeteringen in het binnen- landsch verkeer, te talrjjk om hier op te sommen, die te rekenen van dat tydstip zyn ingevoerd, was hjj de ziel. Aan hem is het voornamelijk te danken, dat ons postwezen, hetgeen nog ver by dat onzer naburen achterstond, zich thans door eenvoud van inrichting en degelijkheid van beheer onderscheidt en ten volle de verge lijking met het buitenland kan doorstaan. Wegens de voorname rol, die de heer Hof stede op de verschillende internationale post- congressen en conferentiën vervuld heeft, staat hy ook by zyne buitenlandsche collega's hoog in aanzien. Sedert 24 Juni 1884 werd hem tevens het beheer van de rijkstelegraaf opgedragen. Steeds in hooge mate werkzaam en streng voor zichzelf, eischt hy ook van zyne onderge schikten geheele toewyding aan den dienst. Als nauwgezet en rechtvaardig staat hy algemeen bekend. Onder zyn bestuur namen de posteryen hier te lande een hooge vlucht. Onze lezers weten met welk succes mej. Alida Klein in de Vorstenschool als koningin Louise alhier optrad. Voor een jeugdige ac trice, die pas de Tooneelschool heeft verlaten, getuigt het van grooten moed en vertrouwen, dat zy een rol op zich durfde nemen, welke vroeger door mevr. Catharina Beersmans werd vervuld, en welke door een plotselinge onge steldheid der laatste aan de achttienjarige mej. Klein werd opgedragen. Zooals men weet, ge schiedde dit te 's Bosch. Van daar begon de victorie van mej. Klein. Naar aanleiding hiervan wordt in de Porte feuille herinnerd aan een soortgelijk feit uit vroeger dagen. Te 's Hertogenbosch zou het gezelschap der Antwerpsche Variétés de Gebochelde vertoonen, mej. Eugénie de Terre zou de rol van Blanche spelen. Een paar uren vóór de voorstelling komt bericht, dat mej. de Terre wegens ysgang niet kon komen. Wat nu te doen Victor Driessens, die ook aan dit gezelschap was ver bonden, gaf den raad, om een jong meisje van 18 jaar, dat een klein rolletje in het stuk had, de rol van Blanche te laten spelen. Zoo gebeurde het en de achttienjarige had een schitterend succes. Dit jonge meisje, dat plotseling in den Bosch voor het feit werd gesteld een groote rol te spelen, wasCatharina Beersmans. Van dit optreden dateert Beersmans naam als tooneelspeelster, want Lemaire, haar directeur, gaf haar nu dadelyk rollen van meer beteekenis. En zie 1 zeven en twintig jaren later is mevr. Beersmans verhinderd naar datzelfde 's Her togenbosch te komen en neemt eene andere achttienjarige plotseling hare rol op. Victorien Sardou heeft Maandag zjjn nieuw drama Ihermidor aan de artisten van de Comédie Franfaise, die er in zullen optreden, voorgelezen. Het stuk behandelt den val van Robespièrre, zonder dat deze zelf er in optreedt. Coquelin vervult de hoofdrol, die van den acteu r Labussière. Hermann Sudermann is aan een nieuw tooneelstuk bezig, dat den titel Steine unter Steinen zal dragen. Op uitdrukkelijk verlangen van den heer J. van Sluys, hoofd der openbare school voor g. en m. u. 1. o. voor jongens en plaatsvervan gend directeur der normaalschool alhier, melden wij dat een bericht omtrenCzijn voornemen tot het nemen van ontslag uit die betrekkingen onwaar is. Alleen ter wille van zijne gezondheid heeft de heer Van Sluys eenigen tjjd verlof gevraagd en verkregen. In den ouderdom van 75 jaren overleed heden nacht de heer dr. A. W. van Campen, directeur der H. B. school te Goes. Vroeger predikant o. a. te Andijk, vervulde hij sedert jaren genoemde betrekking, die hij met jjver en nauwgezetheid vervulde. De herhaling-of avondschool te Yerseke, die op 3 Nov. had moeten aanvangen, is we gens de geringe belangstelling (er hadden zich slechts 5 leerlingen aangemeld) voorloopig geschorst. Ook te Zuidzande, waar vroeger de herha lingsschool door een vry groot getal leerlingen werd bezocht, hebben zich dit jaar zoo weinigen aangemeld, dat dezen winter geen herhaliugs- onderwys zal gegeven worden. Zeker valt het te betreuren dat in eene gemeente, waar zoo- velen vroeg de school moeten verlaten, dat onderwijs achterwege gelaten moet worden. Door het bestuur van het Zeeuwsch genoot schap der Wetenschappén alhier is aan burg. en weth. van Middelburg het volgend schryven gericht »Met zeer veel leedwezen gelyk vermoe delijk ook uw college en een groot deel van Middelburg'» ingezetenen heeft het bestuur van het Zeeuwsch genootschap der Wetenschappen dezer dagen vernomen, dat het terrein der voor malige bt. Pieter of oude kerk, meer bekend onder den naam van Hofplein, weldra met woonhuizen zal worden bebouwd en daardoor eene straat zal worden. »In menig opzicht moet dit betreurd worden, al ware het slechts dat hierdoor een der liefe lijkste plekjes in deze gemeente zal verdwynen en bet sierlijke rechtsgebouw met zijn deftige gevel en zyne ligging zeer zal benadeeld worden. »Dit laatste is ook het geval met genoemd genootschap, dat de voorgenomen bouw in menig opzicht als een ramp beschouwt voor zijne met zooveel geldelyke offers daar ter plaatse gestichte, aan dat terrein grenzende gebouwen. De uit den Langen Delft met vele kosten overgebrachte oude gevelbouw, met aan leg van een oud-Hollandschen tuin en sierlijk ijzeren hek dit laatste nog verder door te trekken zullen om velerlei redenen minder beantwoorden aan het met de strekking daarvan beoogd doel. »Het bestuur betreurt het ten hoogste, dat de eigenaren van het bedoelde terrein het ge meentebestuur niet vooraf in kennis gesteld hebben met hun voornemen, in welk geval de gemeente, gesteund door geldelyke bydragen van vele in dit plekje belangstellende inge zetenen, dien grond wellicht voor de geboden koopsom zoude hebben kunnen overnemen. »Nu daartoe misschien geen kans meer be staat, blyft het bestuur niets anders over dan zyn hoop te vestigen op de door uw college by de te verleenen vergunning voor den aan bouw vast te stellen voorschriften, en hoofdza kelijk op de daarvoor door u aan te geven rooilijn. »Het bestuur veroorlooft zich de vrijheid uwe medewerking en die van den gemeenteraad in te roepen, opdat althans ter zyde van het bibliotheekgebouw met aangrenzenden tuin, de rooilijn voor de te stichten huizen met aan te leggen straten zoodanig worde bepaald, dat het uitzicht van de zyde der Noordstraat zoo weinig mogeljjk belemmerd worde". Aan dit verzoek gevoelen wy behoefte onze stem te paren. Met leedwezen, of liever nog met ergernis, vernamen wy achtereenvolgens de geruchten omtrent de plannen, die bestaan met het Hofplein. Maar toen wy onze stem meenden te verheffen tegen het vandalisme, op die vriendelijke plek onzer stad te plegen, toen werd ons verzekerd: al het schryven is jjdel de zaak is al beslist. En helaas! dit schynt zoo te zyn. Terwyl men in andere gemeenten, groot en klein, zich bejjvert om te midden van straten en huizen het heerljjk groen een plaat3 te verleenen, wat tot verfraaiing en veraange naming strektterwyl men elders ons een plein, als wjj tegenover ons rechtsgebouw bezitten, zoude benyden gaat men hier, ter wille van eenig geld, de stad van een harer sieraden berooven. Waarom vragen wjj wanneer het finan cieel belang by kerkvoogden der Ned. herv. gemeente zoo hoog weegt en moet wegen, dan niet eerst, zoo als hierboven terecht wordt op> gemerkt, de gemeente in kennis gesteld met de plannen, die bestonden Waarom niet een beroep gedaan op den schoonheidszin van gefortuneerde Middelburgers, om te helpen de flnancieele bezwaren voor de kerk te overwinnen en te behouden wat velen niet gaarne missen? Wjj gelooven toch dat een som van 3500 die ons als koopsom wordt genoemd wel zou te vinden zyn ge weest by hen, die Middelburg liefhebben en het gaarne den naam willen doen behouden van eene ruime, fraaie, frissche stad. Maar ook uit hygiènisch oogpunt betreuren wy de verandering, die men maken wil. Een frissche ruimte, vooral aan beide zjjden van die bevolkte buurt, met de Koningstraat, de kazerne, het Bagjjnhof enz., kan niet anders dan heilzaam zyn voor de algemeene gezondheid. Maar bovenal weegt by ons de welstand van het geheel, dat nu met het gerechtsgebouw en het oude geveltje in den tuin van het Zeeuwsch cenootschap de aandacht trekt van tal van vreemdelingen. Dat alles zal weldra tot het verleden be- hooren als niemand tenminste nog een mid del weet om dit te voorkomen. Dat het bestuur van het Zeeuwsch Genoot schap der Wetenschappen nog eene uiterste poging wil wagen om de uitvoering van een noodlottig besluit geheel of gedeelteljjk af te wenden waardeeren wjj en gaf ons^den moed ook nog van onze gevoelens in deze te doen bljjken. Mogen velen zich daarbjj aansluiten en kerk voogden der Ned. herv. gemeente beproeven te behouden, wat nog te behouden is. Kunnen zy, zonder de financieele belangen van het aan hun zorgen toevertrouwde te scha den, aan veler wenschen in deze nog te ge- moet komen, dan zouden zy aan de stad hun ner inwoning een goeden dienst bewyzen. En is het terrein reeds uit hunne handen, valt er dan nog niet te onderhandelen met hem, die daarvan thans eigenaar is, opdat de specu latie, die hjj met dit terrein op het oog heeft, voor hem niet fale, maar de gemeente daardoor in haar aanzien niet worde benadeeld 1 lieden, Woensdag, werd door het bataljon infanterie in dit garnizoen eene oefening ge houden in het mobiliseeren. Er werd ondersteld dat te 7 uren v. m. te- legraphisch bericht werd ontvangen dat het bataljon het garnizoen moest verlaten zonder inwachting der groot verlofgangers en alzoo te 1 uur n. m. volledig uitgerust gereed moest staan tot den afmarsch (op het Molenwater). Door den commandeerenden officier werden 7 voorspannen (14 paarden) by het gemeente bestuur gerequireerd, om daarmede de voertuigen te bespannen en naar het station te worden vervoerd. Aldaar aangekomen werden de troep en de voertuigen opgeladen, en de oefening besloten met eene korten militairen marsch, Blijkens het Maandboekje overleden in de maand October in deze gemeente 15 personen. De leeftjjd der overledenen was beneden het jaar 7, van 20 tot 25 jaar 1, van 50 tot 55 jaar 1, van 75 tot 80 jaar 3, van 80 tot 85 jaar 2 en van 90 tot 95 jaar 1. De ziekten der overledenen waren kliertering 4, kanker en diarrhoea ieder 2 en ouderdoms- zwakte, longtering, asthma, leverziekte, blaas- ljjden ieder 1. Van een persoon was de ziekte onbekend en een ander overleed elders. Aan het personeel der spuit W is, naar aanleiding van het blusschen van den brand in de Lange St. Pieterstraat, door burg. en weth. als eerste premie 40 toegekend en aan dat van spuit B als tweede premie 30. Verder zjjn aan het personeel der brandweer toegekend f 30 door de onderlinge Brandwaar borg Maatschappij te Middelburg, f 15 door de Ned. Brandassurantie Maatschappij te Loenen aan de Vecht en f 10 door de Ned. Brandas surantie Maatschappij te Amsterdam. Aan den cursus ter opleiding van ser geanten, bestemd om by den dienst te velde een luitenantsplaats te vervullen, zyn bij het 4e batalj on 3e regiment infanterie te Vlissingen toegelaten de sergeanten G. C. Sterk, M. Mol, G. A. Heidoorn, F. P. de Leeuw, C. van den Ende Meynderts en A. Schotman. Met het dezer dagen aangevangen onderwjjd op dien cursus is belast de kapitein bataljons adjudant F. Cochius en de eerBte luitenant kwartiermeester P. Vink. Dat het stoomschip Adolph Wo&rttianri', van Hamburg naar Oost-Afrika (Congo) bestemd; toch weder passagiers en lading ter reede van Vlissingen heeft ingenomen en niet, zooals men eerst van plan scheen, in de haven kwam, moet, naar aan de Vliss. Ct. gemeldt wordt geschied zjjn met het oog op de daaraan ver bonden kosten van haven- en loodsgeld. Intusschen schynt het ter reede bljjven al weder aanleiding te hebben gegeven tot ver wikkelingen, daar de schipper van een vaartuig, waarmede voor genoemd stoomschip bestemde stukgoederen van Antwerpen te Vlissingen waren aangebracht, bezwaar maakte om zyne lading op de reede over te laden en daartoe eerst te bewegen was, nadat zynerzjjds te be stemder plaatse daartegen protest was aange* teekend. De aanbesteding der steenbestortingen aan den oever van Borssele is goedgekeurd. Voor de uitvoering van dit werk zullen naar men ons schryft plus minus honderd schepen te lossen zyn, Voor de djjkwerkere

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1890 | | pagina 1