N°. 259.
133* Jaargang.
1890.
Maandag
3 November,
Middelburg 1 November.
Deze courant verschijnt d a g e 15 k n
met uitzondering van Zon- en Feestdagen?
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën: 20 cent per regelj BI] abonnement lager?
Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten benevens alle
dankbetuigingen; van 17 regels 1.50;
iedere regel meer f 0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte?
Bij deze courant behoort een Bijvoegsel.
Politiek gekakel.
Burgerlijke stand.
VERKOOPINGEN, ENZ.
Vkemoiaeter.
Middelburg 1 Nov. vm. 8 a 52 gr.
n. 12 u. 52 gr. av. 4 u. 52 gr. F.
Verwach» a «vind. -wind
Agente» te Vlissingen: P. G. db Vbt Mestdagh Zoom, te Goes: A. A. W. Bollamd, te Kruiningen: F. v. d. Pbnl, te ZierikreeA. O. db Moon te Tholen: W. A. vam i
nrbuwbmhunzbk en te TerneusenM. db Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de j moeten des namiddags te unr
advertentie-bureau's van Ni/oh Vam Ditkab te Rotterdam, db Gbbb. Bblikïaütï, te 's Gravenhage, en A. de la Majl Azn, te Amsterdam. j aan het bureau bezorgd zjjn, willen
Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daubb Cie., John F. Johbs, opvolger. ijj des avonds nog worden opgenomen
Een balddadige hand, die een stok werpt
in een koenderreu, kan niet meer verwarring
stichten en leven veroorzaken dan de Pro
vinciale bond der Roomsch katholieke kies-
vereenigingen in Noord-Brabant met zijne
bekende motie.
Het is een gekakel en een soesa in de
katholieke kringen, waarvan het ons niet
verwondert dat menigeen eigenlijk niet weet,
wat hij denken moet.
Wien de eer der vinding van die motie
toekomt is ons natuurlijk een geheimmaar
gelukkig kunnen wij haar niet noemen noch
voor de eendracht onder eigen vrienden,
noch voor het prestige van de gebeele
katholieke partij.
Beiden kunnen ons natuurlijk niet na aan
het hart liggenintegendeel. Een zeker
gewettigde Schadenfreude behoeft ons nog
niet eens aan te sporen tot vreugde over de
jongste gebeurtenissen in het den liberalen
vijandige kamp, er is daarvoor een betere,
een meer gewettigde reden.
Het onzedelijk politiek spel, aan die zijde
in de laatste jaren gespeeld, onder het mas
ker van een strijd voor het geloof, moest
eenmaal om een volksuitdrukking te be
zigen „zijne trekken thuis krijgen." En
dat dit geschiedtdat dit natuurlijk gevolg
reeds zoo spoedig valt waar te nemen ver
sterkt ons in de overtuiging, waaraan wij
ons zoo gaarne vasthouden, dat ook eerlijk
heid in de politiek, zij moge schijnbaar het
onderspit delven, ten slotte toch zegeviert.
De liberalen, aan wie de katholieken zoo
veel te danken hebben, worden in de laatste
jaren door een drijvend deel der laatsten
bejegend op eene hoogst onbillijke, hoogst
oneerlijke, hoogst ondankbare wijze.
Deze stelling behoeft voor hem, die de
politieke geschiedenis van ons land kent,
geen uitvoerig betoogen wie haar niet
kennen, kunnen wij niet in enkele woorden
al de vrijheden opsommen, die doorThorbecke
en andere liberale leidslieden aan de ka
tholieken, o. a. door het herstel van de
Bisschoppelijke hiërarchie in ons land, zijn
verschaft.
Die stelling zal natuurlijk door de ultra-
montanen worden bestreden, al kon zelfs dr
Schaepman in zijn jongste rede, te Hulst
gehouden, niet nalaten om, zij het ook
zijdelings, daarop te wijzen.
Toch moesten de katholieken van die libe
ralen scheidennog erger, bestrijden zullen zij
hen zooveel zij kunnen. Want die liberalen
zijn nu eenmaal de vijanden van dezelfde
kerk, waaraan zij zulke vrijheden verschaften
en wier invloed zij daardoor hielpen uitbreiden
Zoo beloont men goede hulp, eerlijkheid
en rechtvaardigheid. Men sloot zich, om
zijn doel te bereiken, aan hij zijne natuur
lijke vijanden, de Calvinisten wel onaan
gename menschen, zooals dr. Schaepman
hen noemt, maar met wie men het best
kan samengaan, want zoo heet het in
een verslag van zijn voordracht „daar,
waar het scherpste contrast wordt waarge
nomen, is een verbond het best bestaanbaar.
Gaat men met al te lieve menschen om,
dan verliest de partij haar karakter."
Door eene samenwerking als de tegen
woordige gaat het zelfstandig karakter zeker
niet te loor I
Dr. Schaepman vergat echter bij de
>redenen tot samengaan ook te noemen dat
«de katholieke partij de anti-revolutionnairen
voor haar doel zoo goed kan gebruiken.
Door dat bondgenootschap bereikte men
langzamerhand een hoog standpuntbijna
eene volkomen overwinning, tot ergernis van
hen die nog vertrouwen op de zegepraal
van eerlijke beginselen. Maar gelukkig:
daar komt plotseling eene kentering, daar
zijn wij een grooten stap verder ter vervulling
van de profetie dat het eenmaal moest mis-
loopen.
En dit geschiedde nog wel door eigen
/schuld.
Als het niet wat al te oneerbiedig klonk
zouden wij durven beweren, dat de behaalde
overwinning oen deel der katholieken brood
dronken heeft gemaakt. Laten wij daarom
liever maar zeggen dat die zege hen over
moedig stemde.
Want wat is zij anders dan verregaande pre
tentie: de daad der voorzitters van eenige kie-
zersvereenigingen, die zooveel agitatie wekt
Dat zij opkomen tegen de aanhangige
legerwetdat zij krachtig protesteeren, uit
naam van laat het des noods alle katholieken
wezen wat niet het geval kan zijn
tegen de eischen, welke daarin ten opzichte
van den dienstplicht worden gesteldwie
zal hun dit euvel duiden Maar dat de
Provinciale bond der R.-K. kiezersvereenigingen
in Noord-Brabant dus van een klein deel
van ons land nog wel als zijne overtui
ging uitspreekt dat verdere samenwerking
tusschen dit ministerie en de Staten-
gen eraal ongewenscht moet geacht wor
den, dat is, naar ons gevoelen, het comhle
van verwaandheid.
Als die bond aan de katholieke leden
verzocht had zich van samenwerking
met dit ministerie te onthouden, dat had
nog gegronde reden gehad.
Maar een Staten-generaal, die bestaat uit
liberalen, in aantal sterker vertegenwoordigd
dan elke andere partij op zich zelve
verder uit anti-revolutionnairen en katho
lieken in verschillende schakeeringen, te
komen aanzeggen dat het voor hen gewenscht
is zich te onthouden - van samenwerking
met een ministerie dit is zulk eene
ongerijmdheid, dat de redacteur van de
motie hierdoor de gansche beweging eigenlijk
stempelt tot een kostelijk tafereel uit een
Opéra comique.
En de nasleep van dit zonderling optreden
is niet minder vermakelijk.
De Staten-generaal zullen zich aan de wijs
heid der Noord-Brabantsche heeren weinig
of niets laten gelegen liggenmaar in de
katholieke kringen is die wenk uit het zui
den een gewichtige gebeurtenis.
Laat ons, vóór wij dit nader aantoonen,
even opmerken dat wij in ons politiek woor
denboek een nieuw woord rijker zijn ge
worden over eene nieuwe partijschakeering.
Wij hebben nu gekregenkatholiek-anti-
revolutionnairen, „dat zijn zij, die vóór alles en
alleen het behoud van het ministerie en van
de tegenwoordige meerderheid verlangen, de
aanneming der legerwet moeten wenschen en
het programma der anti-revolutionnairen in
al zijn consequenties moeten aanvaarden."
Men ziet dat zulke nieuwe partij formatie
eigenlijk beter van zelf en plotseling gaat,
dan wanneer daartoe gewichtige pogingen,
langdurige voorbereidingen plaats hebben.
Tegenover die z. g. katholiek-anti-revolu-
tionnairen nu staan de katholieken, die de
partij der Noord-Brabantsche heeren zijn
toegedaan en liever het bondgenootschap
met de anti-revolutionnairen en het ministerie
opofferen dan de legerwet aangenomen zien,
Het is ons niet mogelijk alle uitingen over
die Brabantsche motie, van beide kanten
gedaan, hier op te nemen. Wij bepalen ons,
oin onzen lezers eenigszins den indruk te
geven van het geheel, daarom tot enkele.
De Maasbode is een der warmste verdedi
gers van de motie, en verklaart dat het
eenmaal zoover komen moest. Er moest
eenmaal krachtig worden opgetreden tegen
een minister van oorlog als de heer Bergansius.
Ook het district Zevenbergen schaart zich aan
die zijde en schrijft o. a. „Onze eer bleef
ongeschonden en dit is voor een groot
gedeelte te danken aan de wakkere leden
van den Provincialen Bond, die door hun
kloek en verstandig besluit voorzeker de
sympathie zullen verwerven van zeer velen
in den lande, en met name van ons Noord-
Brabanters".
Daartegen komt een ander Noord-Brabanter
een uit het district Bergen op Zoom, op.
Hij verzet zich tegen het „snorkend" bewe
ren dat 500.000 Noord-Brabanters het met
de motie eens zijn. Dat is onwaar. De
leden der kiesvereenigingen zijn over die
motie niet eens gehoord.
En de katholieke Post spreekt onom
wonden zijn afkeurend oordeel over die
motie uit. Het blad begrijpt niet dat de hee
ren voorzitters van de kiezersvereenigingen,
die den bond vormen, over een bij uitstek
nationale zaak een provinciaal manifest in
de wereld zonden. En dan vraagt het: wel
ken uitslag de mannen der motie zich voor
stellen van deze „kennisgeving hunner ziens
wijze aan de katholieke afgevaardigden ter
Staten-generaal, met volkomen eerbiediging
van ieders vrijheid, overtuiqinq en onafhanke
lijkheid???"
„Wij plaatsen, zegt het blad, achter deze
vraag drie vraagteekens
„Zij stellen zich er uitwerking van voor
of geen uitwerking, een derde is niet moge
lijk. Verwachten zij er geen uitwerking van,
dan was die uitiDg van zienswijze volkomen
overbodig en nutteloos verwachten zij die
uitwerking wel, dan zijn wij verbazend
nieuwsgierig eens onomwonden te hooren
welke."
Het blad vergist zichde motie is ge
richt tot de g e h e e 1 e Staten-generaal.
Dit doet echter aan de juistheid van zijne
opmerking niet te korten scherp is de
bewering van zijne redactie dat haar verstand
in deze stilstaat bij de verklaring dat van
een ander ministerie geen wetsvoorstel tot
invoering van den persoonlijken dienstplicht
zou te wachten zijn.
Uit deze enkele aanhalingen kunnen onze
lezers van zelf zich een denkbeeld vormen
van de gansche beweging, door de Brabant
sche motie gewekt.
Aan de zijde der anti-revolutionnairen
neemt men de kwestie hijzonder kalm op.
Die partij is volgens de Standaard
op alles voorbereid. Willen de katholieken
het bondgenootschap verbreken om de kwestie
der plaatsvervanging zij moeten het
weten. De anti-revolutionnaire partij zal er
zich dan in moeten en ook kunnen schikken.
En zelfs op het idee van de Tijd om die
kwestie te verschuiven tot na de verkiezingen
in 1891 wil de Standaard niet ingaan.
Kamer, noch kabinet, noch natie kan zich
zegt het blad terecht in dit denkbeeld
vinden. „Want vooreerst helpt het niet, of
zulke kwesties al verschuift. Daardoor
verliezen ze geen enkelen doorn aan den
stengel. Ze komen altoos precies in den
zelfden neteligen vorm terug. En inmiddels
blijven ze de politieke atmosfeer vergiftigen.
En ten andereEr is bij de defensie
haas t."
Wanneer er ooit kwestie van eenstemmig
heid is geweest tusschen het hoofdorgaan
der anti-revolutionnaire partij en ons dan is
het wel in deze. Zijne woorden zijn de onze
tholieken, bp slot van rekening, de anti-revo
lutionnairen toch helpen. Maar als dezen
het eenmaal zonder hun bondgenootschap he* nadeel van het algemeen stemrecht maar
kunnen stellendan zullen zij stouter op
treden.
Het is meer dan plicht daarom voor de
liberale kamerleden om, met de anti-
revo'utionnairen, den heer Berganius de
handen boven het hoofd te houden. Wij
schreven dit reeds vroeger maar herhaling
van die opmerking is noodigaandrang
daartoe van meer dan éene zijde gewenscht,
nu de jongste gebeurtenissen het bewijs
leveren van eene onverzettelijkheid van een
deel der katholieken, die voor onze weerkracht
noodlottig, en voor het peil van ons politiek
leven gevaarlijk kan worden.
Wij noemden het politieke spel der laatste
dagen tusschen de katholieken onderling
vermakelijk.
Maar er is daaraan ook eene zeer ernstige
zijde verbonden.
Dat in deze de hoogste belangen des
lands worden opgeofferd aan bijzondere
wenschen en belangen van personen en van
een kerk daarop hebben wij al zoo dikwijls
gewezen dat herhaling daarvan onnoodig is.
Maar dat men in ons land durft optreden
als de meergenoemde Provinciale bond der
kiezersvereenigingen in Noord-Brabant doet,
dit is een teeken des tijds, dat tot ernst stemt
en tot waarschuwing strekt.
Nog een enkele stap en de inslructiën aan
onze vertegenwoordiging worden openlijk
gegeven door de gezaghebbenden in de kerk.
Thans geldt het een punt, waarover men
zelf verdeeld is al blijft nog altijd de vraag
of die verdeeldheid al of niet ernstig is
gemeend, of het rumoer, tegenover de anti-
revolutionnairen vooral, soms niet een ijdel
spel is.
Maar als er straks een vraagstuk voorkomt,
waarover de gansche katholieke partij het
eens isdan zal zij zoodra zij daartoe
de macht heeft zich op krachtiger wijze,
doen gelden.
Nu heeft de Standaard nog reden om die be
weging met een schouderophalen te begroeten
omdat zijne redactie zeker weet dat de ka
onze korte beschouwing, naar aanleiding van
zjjn vorig schi jjven, niet op de zegeningen of
Dr. Schaepman schjjnt zijn partjjgenooten
een leeljjke kool gestoofd te hebben met zjjn
bewering omtrent het bondgenootschap met de
anti-revolutionnairen en de plaatsvervanging,
welke laatste belangrijke zaak hij aan het
behoud van het eerste wilde opofferen.
Zoo heet het ten minste in bjjna alle versla
gen, die wjj lazen over zjjne voordracht te Hulst.
Daartegen komt hjj in een briefje aan de
Tijd op en protesteeren ook de heeren Walter,
kamerlid, Th. P. Hessels, pastoor-deken, en Van
Waesberghe JanssenB.
De heeren hebben zich zoo zeer gehaast om
den slechten indruk van die woorden weg te
nemen dat zjj zelfs in hun protest er dingen
bjj halen, die in geen verslag hebben gestaan.
Dr. Schaepman en zjj beweren nl. dat hg de
Noord-Brabantsche motie niet heeft genoemd
en niet aangeduid. De Tijd maakt nu terecht
de opmerking dat in het verslag in zijne
kolommen daarvan ook niets gezegd is.
Zoo zenuwachtig is men geworden over de
mededeeling van dr Schaepman's woorden dat
men »hals over kop" is gaan protesteeren.
Aan zulke protesten hechten wg niet zoo
heel veel waarde.
Wellicht dat dr Schaepman het niet zoo
bedoeld heeft met zgne bewering omtrent het
opofferen van plaatsvervanging en andere
belangen aan het bondgenootschap met de
anti-revolutionnairen", maar het iB dan toch
eigenaardig dat in de meeste verslagen zgne
woorden in dien geest zijn weergegeven en
vele hoorders van zjjne bedoeling dien indruk
kregen.
Drie gevallen zjjn nu o. i. mogelgk
Ten eerste dat men dr Schaepman niet goed
heeft begrepen.
Ten tweede dat hjj in het vuur van zgne
improvisatie, om met een pakkend slot zgne rede
te eindigen, woorden heeft gebezigd, waarvan
hjj de beteekenis eerst later ten volle is gaan
beseffen.
Of ten derde dat hjj, door zjjn sprekers
talent meegesleept, niet voorzichtig genoeg was
om zich een slot op den mond te leggen en
uitsprak de geheimste gevoelens van zgn hart,
die beter waren verborgen gebleven.
Aan het eerste kunnen wg met het oog
op de eenstemmigheid der verslagen op dit
punt niet zoo grif denken.
En tusschen de beide andere gevallen willen
en durven wjj geene bepaalde keuze doen
omdat wjj over de hartsgeheimen van een man
als dr Schaepman niet gaarne den bal zouden
misslaan.
kwamen eenvoudig op tegen zjjne bewering dat
niemand gelooven zal dat invoering van een
algemeen stemrecht het volk geluk zal aan
brengen."
Met de opmerking dat de voorstanders van
dat stemrecht op dat niemand wel eene uitzon
dering zullen maken, kunnen wjj zeker volstaan
om den heer Saaymans Vader onze bedoeling,
die anders duidelgk genoeg was, te doen
begrjjpen.
In de kwestie zelve verdiepten wjj ons niet
en daarover willen wjj allerminst ook nu nog
met den heer Saaymans Vader polemiseeren,
waar hjj de nadeelen van het algemeen stem
recht uitmeet. Hjj, de negentigjarige, verlangt
naar rust; en wil de pen neerleggen, zegt hjj.
Dat is even verstandig zjjnerzjjds, als begrjjpe-
Ijjk voor ons.
Die rust zjj hem gegund.
Al dwaalde hjj ook vaak in onze oogen en
naar de meening van de liberalen uit zgn tjjd
die getuige zoo menig nommer uit vroegere
jaargangen van de Goesche Courant nooit
moede werden hem te bestrjjden, niemand zal
hem den lof willen onthouden dat hjj tot aan
den avond van zjjn leven met vuur en over
tuiging streed voor hetgeen hjj meende dat
goed was en nuttig voor het welzjjn van het
la nd.
Van 25 Oct. en 1 Nov.
Vlissingen. Gehuwd: J. Spinnaai, wed'39
j. met J. A. Fejj, jd. 29 j. J. La Brujere, wed'
53 j. met P. Marjjs, wed" 50 j.
BevallenM. J. Hoekstra, geb. Florusse, d.
J. W. M. Jansen, geb. Naerebout, d. R.' S,
Debra, geb. Maes, d. C. J. Auer, geb. Holle-
brands, d. C. van der Ejjk, geb. Collet, z. T. M.
Gillebert, geb. Raats, z. B. Huiszoon, geb.
Brasser, z. (tweel.) N. W. Jansen, geb. Bakker,
d. T. Lefeber, geb. De Boojj, d. J. van der Hooft]
geb. Kegge, z. J. Berting, geb. Weeland, z. P,
van Beers, geb. Kools, d. E. T. A. P. van
Bakel, geb. Bielen, d.
OverledenM. M. Hoekstra, d. 2 d. S. Hak
ker, d. 1 m.
In het jongste nommer van het te Goes ver
schijnend christeljjk-historisch blad aan dat
christel^ k-h i s t o r i s c h mag nog wel eens
herinnerd worden nu men dit stelselmatig bljjtt
verbergen, misschien wel uit vrees dat het
publiek te veel herinnerd zal worden aan het
oorspronkelijk kerkeljjk karakter van
dat orgaan levert de heer Saaymans Vader
eene verantwoording aan ons adres.
De heer Vader getroost zich daarbjj echter
veel te veel moeite en geeft ook te veel, dat
buiten .ons betoog valt. Wjj toch doelden in
Heden werd alhier ten bureele van den voor
zitter der garnizoens-voedingscommissie aanbe
steed de levering van de runderen, ten behoeve
van de militaire slachterij te Middelburg.
Ingekomen waren biljetten van de heeren
S. van Os f 0.70, vet 0.35; S. van Bakergem
0.78; A. K. Hagenaars f 0.80; P. L. Home-
man 0,78H. A. Gosschalk 0.85 en wed.
M. Hakker f 0.78, alles per kg.
De drie eerstgenoemde inschrijvers wonen te
Middelburg, de drie laatste te Vlissingen.
Tenzelfden bureele werd heden ook aanbe
steed: de levering van spek en steenkolen, ten
behoeve v/d menageB v/h garnizoen te Middel
burg.
Voor spek werd ingeschreven door de heeren
S. van Bakergem, gerookt spek f 0.52 en pekel-
spek 0.49; L. J. P. Maas gerookt spek ƒ0.70
en pekelspek f 0.70, alles per kg.
Voor steenkolen door de heeren W. L. Bur-
rink f 0.82, P. C. Ludikhujjzen 0.81, beide
per hectoliter, en J. A. Pieters f 0.93 per 100 kg.
De laatstgenoemde inschrijvers wonen allen
te Middelburg.
Te Vlissingen werd bjj eene zelfde aan
besteding van levensmiddelen, ten behoeve der
menages van het garnizoen aldaar gedurende
het tjjdvak van 1 Januari tot- 31 December
1891, ingeschreven als volgt
voor Bteenkolen door de heeren I. P. van Dun-
ren Dutilh voor 1.12$ en 1.09$ de 100
Kilogrammen, respectievelijk met 2/5 en 1/5
grove;-F. Wibaut k Zn. voor 1.10en/1.071
en J. J. Kloprogge voor 1.17$ en 1.12.
Voor spek en zout door de heeren Corn. J,
Rekkers spek 0.64$ en zout 0.12; J. An-
driessen spek f 0.65 en zout 0 12$P. de
Landmeter spek j 0.66, alles per kilogram.
Alle inachrjjvers wonen te Vlissingen.
Voor de overige binnen- en buitenland-
sche berichten en het Algemeen overzicht zie men
het bijvoegsel.