Woensdag
22 October.
N°. 249.
133" Jaargang.
1890.
Deze courant rersch^nt d a g e 1 k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen;
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco f %.—fk
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën20 cent per regel? Bij abonnement lager?
Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten benevens alle
dankbetuigingen: van 17 regels 1.50;
iedere regel meer f 0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte?
MiSMburg 21 October.
LETTEREN EN KUNST.
ONDERWIJS.
UIT STAD EN PROVINCIE.
RECHTSZAKEN.
KINDERDOODSLAG.
UIDIIllllllMiSflli: «II RANT.
Vkemometei.
Middelburg 21 Oct. vm. 8 o 48 gr.
m. 12 u 49 gr. av. 4 u. 45 gr. F.
Verwacht verand. wind.
Agenten te Vliesingen: P. G. de Vet Mxbtdaoh Zoo*, te Goes: A. A. W. Bollakb, te Erainingen: F. v. d. Peul, te Zierikzee: A. O. de Mooiï te Tholen: W. A. va*
Neeirwbhtroijzeh en te TerneuzenM. be Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de
advertentie-burean's van Nijge Va* Ditkab te Rotterdam, de Gebs. Belinïante, te 's Gravenhage, en A. de la Mas Azn, te Amsterdam.
Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parps en Londen, de Compagnie générale de Publioité étrangère G. L. Dahbb Cie., Joh* F. Jches, opvolger.
AdveitcnHëa
moeten des namiddags te uur
aan bet bureau bezorgd zjjn, willen
zjj des avonds nog worden opgenomen
Algemeen heeft men zich in de afdeelingen
der Tweede kamer ingenomen verklaard met
de voorgestelde wijziging der personeele belas
ting ten opzichte van de landbouwpaarden,
omdat men er in ziet eene tegemoetkoming
aan de landbouwers zonder nadeel voor de
schatkist. Vreesden sommigen dat deze partieele
wyziging eene zoo wonschelijke, meer alge-
meene herziening van de personeele belasting
te veel op den achtergrond zou schuiven, van
andere zijde werd die vrees niet gedeeld en
wilde men, in 't vertrouwen op een vollediger
herziening, deze merkelyke verbetering dank
baar aanvaarden.
Intusschen werden enkele punten ter sprake
gebracht die bjj eene wijziging in de wetgeving
op het personeel wenscbelijk worden geacht.
Vooreerst wilde men den landbouwer ont
heven zien van de verhooging der belasting
die verschuldigd is voor werkbodeu van land
bouwers, omdat deze rjjtuigen op veeren houden
welke belasting tegenwoordig een oneigenaardig
element is geworden van die op paarden en
op dienstboden. Leze verbetering is eigenlijk,
meende men, een onmisbaar aanhangsel van
de thans voorgestelde wjjziging.
Voorts wilde men ook vrijstelling van alle
paarden, wier laatste melktand nog niet door
snptand is vervangen, en van hengsten, als dek
hengsten gebruikt.
Ten derde wilde men dat ook paarden in de
3e klasse konden worden aangegeven door
dengene, die boomgaarden, bosch- of tuingrond
in eigen gebruik heeft.
Wijders wilden sommigen in 't belang van
kooplieden, fabrikanten, enz. dat nog een
zevende klasse voor paarden werd ingevoerd
voor die, welke in gemengd gebruik worden
gehouden door personen, die geen landbouwers
rijn-
Naar men meldt zal de vereenigde vergade
ring van de Staten-Generaal bijeengeroepen
worden tegen Dinsdag 28 dezer.
Dinsdag 28 October zal te Amsterdam
door de firma Frederik Muller co. weêr een
belangrijke veiling plaats hebben, n. 1. bet
tweede gedeelte van de kostbare collectie
aquarellen, eigendom van wylen jhr mr W. C.
M. de Jonge van Ellemeet. Wij vinden daaron
der aquarellen van Jozef Israels, David Bles, o. a.
De huispoëet, lesgeven en les nemen j van Johannes
Bosboom, o. a. de deelvan PJ. C. Gabriel,
o. a. Nabij Leidschendam, van Mari ten Kate,
B. C. Koekkoek, A. Mollinger, Ch. Rochussen,
W. Roelofs, mevrouw Henr. RonDer-Knip
Schmidt-CransJ. F. Schiitz, Corn. Springer,
P. Stortenbeker, J. S. Stroebei en Henri J.
Zimmerman.
Er is dus wederom voor de kunstliefhebbers
veel schoons.
De première van Sardou's Cleopdtre in de
Porte-Saint-Martin te Parjjs is wederom uitge
steld, thans tot Woensdag 22 October.
Jules Lemaïtre, de tooneeleriticus der Dèbats,
heeft in het Boulangisme stof gevonden voor
een tooneelstuk, hetwelk onder den titel van
Le Député Leseau Donderdag te Parijs met
succes opgevoerd is en zeer geprezen wordt.
Maandag benoemde de raad van Scher-
peniBse den heer J. Mol te Barendrecht tot
onderwijzer aan de openbare school. Met den
benoemde stonden op de voordracht de heeren
M. J. Snijders en F. Majs.
Tevens werd besloten het tractement van den
h6er D. J. v. d. Graaff, onderwijzer aan dezelfde
school, met 50 te verhoogen en alzoo te bren
gen op ƒ650, in te gaan 1 Januari 1891.
- Een goed voorbeeld geeft zeker de afd.
Wjjk-bjj-Duurstede aan het Genootschap voor
landbouw en kruidkunde in de provincie Utrecht.
Te Neerlangbroek zal toch dezen winter van
harentwege kosteloos onderwijs in de landbouw
kunde worden verstrekt.
De brik niet bark die, zooals gisteren
is gemeld, bij Blankenberg op strand zit, is,
naar men ons uit Ylissingen meldt, gebleken
te zjjn de Noorsche brik Melanie van Fre-
drikshald. Yan het lot der equipage, die het
schip verlaten had, is niets bekend.
Bjj het uitslepen der buitenhaven te
Wemeldinge geraakte Maandag-morgen de
Belgische sleepboot Norway op den Oostberm
en bleef zitten, waardoor een der sleepschepen
de Rudolph, schipper J. Boos, eenige schade
bekwam.
Des namiddags omstreeks vier uur kwam de
Bleepboot vloten konden beide de reis vervolgen.
Op de Maandagavond te Zierikzee door
de liberale kiesvereeniging gehouden vergade
ring w;-ren een 60tal leden aanwezig, teneinde
personen te noemen waaruit door de Centrale
Liberale Kiesvereeniging een candidaat behoort
gekozen te worden om te voorzien in de vaca
ture voor lid der Provinciale staten van
Zeeland, ontstaan door het overlijden van den
heer J. Hoogenboom Bz. te Renesse.
Nadat door den voorzitter, den heer mr J.
Moolenburgh, eenige waardeerende woorden
ten opzichte van genoemden overledene, als
lid van de Prov. staten, waren gesproken, ging
men over tot het noemen van namen. Als
zoodanig werden vijf personen aangegeven,
terwijl bij stemming bleek, dat de heeren mr
J. A. Bolle, notaris te Renesse, en A. van der
Weijde, burgemeester te Ellemeet, de meeste
stemmen hadden verkregen, nl. eerstgenoemde
38 en laatstgenoemde 12 stemmen. Ten slotte
werden nog 15 afgevaardigden ter centrale
liberale kiesvereeniging benoemd.
Gedurende het stormweder der laatste
dagen beeft de mosselvloot te Bruinisse ook
weer een harden strijd gehad, zoo zelfs dat
van één vaartuig de mast en van een ander
een zwaard gebroken is, welke beide kostbare
voorwerpen dadelijk door nieuwe vervangen
moeten worden.
Yooi zooveel de mosselbanken betreft zijn
nog geen bijzonderheden bekend, deze kunnen
eerst bij bedaard weder en laag water worden
waargenomen.
Uit Brouwershaven schrijft men aan de
IVR. Crt
Nederland is eene scboone bladzijde rijker in
de geschiedenis van zjjn reddingswezen. Toen
Zaterdagochtend te elf uren het bekend werd
dat er een groot fregatschip op den Banjaard zat,
werd onmiddellijk de reddingsboot der Zuid Hol-
{andsphe reddingmaatschappiimet behulp van den
ter reede liggenden loodskotter, naar buiten
gesleept' Niettegenstaande het vliegend storm
weer en de hooge zee, mocht het de reddingboot
gelukken te half vijf in den namiddag het in
nood verkeerende schip te bereiken, en 20 men-
schen van een anders gewissen dood te redden,
onder welke de gezagvoerder, diens vrouw en de
loods. Toen deze allen aan boord der redding
boot waren ingenomen, kon de boot bet bij het
schip niet langer houden, en moest er nog een
man der equipage achterblijven. In dikke dui
sternis en inmiddels nog in hevigheid toegeno
men storm werd de bange en gevaarlijke terug
tocht aangevangen, en mocht het hun gelukken
's avonds te ruim acht uren Brouwershaven te
bereiken.
Eere den wakkeren mannen die deze helden
daad volbrachten. Met onverschrokkenheid en
doodsverachting aanvaardden en volbrachten
zjj hunne taak, en mochten zij de zelfvol
doening smaken 20 menschenlevens te hebben
gered.
De namen dier wakkere mannen zijnJ. de
Korte, loodsschipper, W. Meerman, loods, C. de
Yoogd, J. Vermeulen, loodskweekelingen en
M. Bouwman, varensgezel.
De Dun Robin, kapt. Travers, was geladen
met petroleum, bestemd voor Rotterdam.
Haar men ons meldt behoorden tot de be
manning van het schip twee Ylissingsohe
jongens, die beiden gered zijn.
in het Wapen van Zeeland te Hulst had
Maandag weder een vergadering plaats van
landbouwers, die genegen zjjn voor gemeen
schappelijke rekening een dekhengst aan te
koopen. Nadat doorhet bestuur, bestaande uit
de heeren Collot d'Escury, burgemeester te
Stoppeldijk, M. van Arentbals en Jac. Pateer
een door ben ontworpen reglement ter tafel
was gebracht en door de leden goedgekeurd,
werd, nu opjenkele na al de aandeelen geplaatst
zijn, overgegaan tot benoeming eener commissie
tot aankoop van zulk een dier. Daartoe wer
den gekozen de landbouwers F. Koole, C. Ver-
eecken en J. van Wesemaal.
De minister van waterstaat, hand. en
nijverheid heeft vergunning verleend tot het
uitbaggeren der vaargeul voor den Isabella-
polder onder de gemeente Philippine. Naar
wij vernemen zal met dit werk op 30 October
a. s. worden aangevangen.
Uit IJzendijke schrjjft men ons
De beplanting op bet marktplein wil maar
niet gedijen. Eschdoorn en linde stierven
voor 't grootste gedeelte en het meerendeel
der verleden jaar geplante kastanjes trof het
zelfde lot. De gemeenteraad heeft besloten
het nog eens met olmen te probeerende
grootere (linde-) boomen, die er nu nog staan,
bljjven evenwel behouden.
Nog besloot de raad ten behoeve van het
muziekgezelschap alhier eene Bom van f 150
op de begrooting te brengen, en verhoogde
dus de toelage, die de vereeniging thans ge
niet, met 100,
De tram ligt thans '•oor ons dorp heen. De
voorwaarde, verben Ier - rlx. nen
subsidie van gemeentewege, dat op de markt
een wissel zoude aangelegd worden, is inge
trokken, omdat die aanleg op technische be
zwaren stuit.
Arrondissements-Rechtbank te Middelburg.
Dat de treurige zaak, die heden voor de
rechtbank moest worden berecht, veler belang
stelling wekken zou was te verwachten, drama's
toch als het onderhavige brengen altijd een
talrijk auditorium ter rechtszaal, niet bet minst
wanneer daarin eene stadgenoote betrokken is.
Lang reeds vóór de celwagen de beklaagde
naar de zitting overbracht waren op het
Hofplein zeer velen bijeen om de jeugdige
ongelukkige te zien, die zich voor har6 rechters
wegens kinderdoodslag moest verantwoorden.
Toen het jjzeren celrjjtuig het plein opkwam
en wij het opdringen der nieuwsgierigen aan
schouwden en boorden wat hier en daar werd
gezegd, kwamen ons onwillekeurig de sombere
verzen in de gedachte van een teergevoeligen,
soms wel ietwat ziekelijken Vlaamecben dichter,
die naar aanleiding van een zelfde tooneel zong
Rol voor, rol voort, gevangenwagen.
Uw wielen plettren 't laatst gebloemt,
Die gij gevoerd hebt is gedoemd
Het brandmerk voor het hoofd te dragen,
Geen mensch meer die haar zuster noemt.
Dat echter niet allen die denkwjjze deelden
is een feit, geconstateerd door de woorden van
deernis die werden gefluisterd, door den traan
die bij dezen en gene in het oog parelde.
Zoodra de bekiaag^ïfet celrjjtuig verlaten
had, posteerde de menigte zich voor de deur
der gehoorzaal om, zoodra die werd geopend,
de voor het publiek bestemde ruimte geheel te
vullenook de zitplaatsen binnen het hek
waren voor bet meerendeel bezet.
De rechtbank was samengesteld uit de heeren
mrs jhrA. van Reigersberg Versluys, voorzitter,
S. Gratema en jhr J. Schuurbeque Boeije rech
ters en jhr W. H. Snouck Hurgronje
griffier, terwijl het openbaar ministerie werd
waargenomen door den heer jhr mr J. F.
Schuurbeque Boejje.
Als verdediger van de beklaagde trad op de
bear mr M. J. de Witt Hamer.
De beklaagde, de 20 jarige naaister M. A.
E. T., geboren en wonende te Middelburg,
thans alhier in hechtenis, kwam met gebogen
hoofd, bljjkbaar diepbewogen, de zittingzaal
binnen.
Met eene door tranen verstikte stem gaf
zij antwoord op de tot haar gerichte gewone
vragen omtrent naam, beroep en woonplaats
en nam daarna zitting op de bank der beklaagden.
In de eerste plaats werd voorlezing gedaan
van de akte van verwijzing, waarna haar
door den ambtenaar van het openbaar ministerie
werd ten laste gelegd dat zij, terwjjl zij zich
bewust was in een vergevorderden staat van
zwangerschap te verkeeren en hare bevalling
voelde naderen, in den avond van 12 Juli 1890,
nadat zjj op dien datum, onder de werking van
vrees voor de ontdekking van die bevuiling,
het besluit had genomen het kind, indien het
levend ter wereld kwam, te dooden, en nadat
zij zich te dien einde naar den Schroeweg
onder de gemeente Mttidölburg had begeven
en aldaar, gezeten achter een boschje op de
helling van een sloot, een kind van het vrouwe
lijk geslacht had ter wereld gebracht, dat kind,
kort na de geboorte, daar ter plaatse opzettelijk
van het leven heeft beroofd, door het hoofd
met kracht tusschen hare knieën te drukken,
waardoor schedel-fractuur is ontstaan en het
kind is gCBtorvenj daarna het lijkje in de
door haar medegebrachte doeken heeft gewik
keld en heeft geworpen in het kanaal door
Walcheren, onder genoemde gemeente, nabjj
den steiger van de stoombarge.
Hierna geschiedde voorlezing van het visum
repértum van het kinderlijkje en van het ge
neeskundig onderzoek van de beklaagde. Uit
het eerste bljjkt de oorzaak van den dood van
bet levend geboren kind, uit het tweede dat
de bekl. omstreeks 12 Juli moet bevallen zijn.
Vervolgens werd bekl. gevraagd of zij bleef
bij hare voor den rechter van instructie afge
legde verklaring dat zij op boven omschreven
wijze haar levend geboren kind heeft gedood
en in het kanaal geworpen, wat zij snikkend
toestemmend beantwoordde.
Zij nam echter de in de instructie gedane
verklaring dat zij het feit met voorbedachten
rade zou hebben gepleegd thans terug.
Als eerste getuige-deskundige werd gehoord
de hfer J., -T-van Berlekom arts
die zijn straks genoemd rapport bevestigde
en nog nader in bet breede toelichtte.
De opgave van bekl. omtrent de wjjze, waarop
zjj haar kind heelt gedood, achtte getuige aan-
nemeljjk; zeker is het dat het kind reeds
levenloos was, toen het in het water is ge
worpen.
Op eene vraag van den ambtenaar van het
openbaar ministerie of er ook mogelijkheid
bestaat dat het kind bij de geboorte gevallen
is, antwoordde de getuige beslist ontkennend.
Aan den verdediger antwoordde getuige op de
vraag of beklaagde in Juli voor de eerste maal
bevallen is toestemmend, terwjjl hjj, naar aan
leiding van de vraag wanneer bet tijdstip der
bevalling intrad, daaromtrent eenige mededee-
lingen deed.
De tweede getuige W. F. Geldof, besteller van
de stoombarge alhier, verklaarde op Zondag 13
Juli 's morgens om half negen bjj den steiger een
witten zak drjjvend gezien te hebben, die door
hem nit het water gehaald werd in het bjjzjjn
van L. J. L. van Hilst.
Den zak opendoende is hem gebleken dat
deze een kinderlijkje van het vrouweljjk ge
slacht bevatte. Het was gewikkeld in ver
schillende bont gekleurde versleten lappen, o.
a. een blauwe schort zooals die door de boer
innen worden gedragen, een stuk van een
zoogenaamde »keuze", boerenvreuwenrok, een
gedeelte van een groen gebloemd bedgordjjn
en een witte lap. Het omhulsel van het pak
was een versleten wit katoenen kussensloop.
Een en ander is door getuige aan de politie
overhandigd.
De verklaring van den volgenden getuige,
den bovengenoemden schoenmaker Van Hilst,
stemde geheel en al met die van den vorigen
overeen.
De agent van politie P. Hendrikse, de vierde
getuige, beschreef het vinden van het ljjk en
den toestand waarin dit verkeerde en verklaarde
met getuige Geldof het lijkje, in een mand ge
pakt, naar het politiebureau te hebben gebracht
alwaar hjj het aan den agent J. P. Timmer
mans heeft overgegeven.
Deze getuige had aan den zak een lus op
gemerkt, waardoor mogeljjk een of ander voor
werp aan dien zak is bevestigd geweest.
De vijfde getuige, de agent van politie J. P.
Timmermans, deelde de overname van Hen
drikse van het kinderlijkje mede en verklaarde
zich naar den commissaris van politie begeven
te hebben en bet lijkje op het politiebureau
onder bewaring van zijn collega Tellier te heb
ben gelaten. Deze, alsnu geboord, heeft het
lijkje, dat onder zijne bewaking geweest is,
overgegeven aan den commissaris van politie.
De commissaris, de heer C. F. Westerburger,
de zevende getuige, heeft zich, na ontvangst
van het bericht, naar het politiebureau bege
ven, het lijkje bezichtigd en dit in een verze
geld pak door den agent Geelhoed naar het
gasthuis laten brengen.
Desgevraagd verklaarde de commissaris dat
de bekl. bjj hem niet ongunstig bekend stond
omtrent hare levenswjjs wist hjj geene bjj-
zonderheden.
Bekl. heeft voor den commissaris steeds ont
kend dat zjj de daad gepleegd had en had
ook geen bezwaar om zich geneeskundig te
laten onderzoeken. Toen na dat onderzoek de
bevalling was geconstateerd gaf beklaagde op
dat zjj een miskraam bad gehad.
De agent Geelhoed, nu gehoord, verklaarde
het hem door den commissaris ter hand gesteld
pak te hebben overhandigd aan den heer Van
den Heuvel, binnenvader in het gasthuis, die
de overname ervan erkende en verklaarde het
pakket aan de doctoren te hebben overgegeven
voor de schouwing. Namens hen verklaarde
de heer Yan Berlekom het pakket te hebben
overgenomen.
Als eerste getuige a decharge werd vervol
gens gehoord mej. P. van den BergeDe Bruin,
modiste alhier.
Zjj deelde mede dat bekl. jarenlang bjj haar
als naaister is werkzaam geweest en verklaarde
op een vraag van den verdediger dat bekl.
erg veel van kinderen hield en dit herhaalde
lijk in haar bjjzijn getoond heeft.
Omtrent bekl's gedrag gaf getuige de gun
stigste inlichtingen.
Mej. C. E. den BoerDubois, eveneens als
getuige a décharge opgeroepen, gaf op eene
vraag van den verdediger ten antwoord dat
zij bekl. geruimen tijd kende, dat deze dikwijls
by haar als naaister werkzaam was, veel van
kinderen hield en steeds een fatsoenlek levens
gedrag leidde. Thuis kreeg zy een goede op
voeding en werd door hare ouders liefderyk
behandeldeen slecht voorbeeld kreeg zij daar
niet.
De bekl. werd alsnu nogmaals geboord,
van den rechter-commissaris beeft zjj, blykens
f de stukken, verkftiard reeds lang voor hare
bevalling het plan gehad te hebben haar kind
te dooden en daarom werden haar nu door
den voorzitter de redenen gevraagd, die haar
voor de rechtbank tot een andere verklaring
noopten. Bekl. werd tevens gewezen op
haar vroeger gezegde, en het, als ter bevesti
ging ervan, daarby gevoegde »ik had ook geen
kleeren voor bet kind."
Zy zeide de hoop gekoesterd te hebben dat
het kind levenloos ter wereld komen zou,
omdat zy anders geen raad wist. Verder ver
klaarde zy op den bewusten avond van 12
Juli, toen zy hare bevalling tegemoet zag,
's avonds omstreeks zeven uur, van huis gegaan
te zyn met zich nemende de ter terechtzitting
aanwezige lappen, het kussensloop en touwtjes.
Zy voegde er'oy dat zy een en ander mede
genomen' had om het kind te verbergen, want
zy was wanhopend, wist geen raad en vatte,
van huis gaande, het voornemen op om het
kind, mocht het levend ter wereld komen, te
dooden.
Zy verhaalde haar gaan naar den Schroe
weg, haar bevalling aldaar achter een boschj6
en erkende ook dat na de geboorte het kind
geschreeuwd heeft.
Zy heeft toen het kind op de boven om
schreven wyze gedood en is ongeveer tot tien
uren op den Schroeweg gebleven zy beeft het
lykje in de medegebrachte doeken en de kus
sensloop gewikkeld, de laatste toegebonden,
het pak onder haar mantel genomen en is naar
den steiger van de stoombarge gegaan, waar
zy het in het water beeft geworpen.
Als reden tot de daad gaf bekl. op dat noch
haar vader, noch haar moeder met hare zwanger
schap bekend waren, dat ook de buren het niet
wisten en dat zy hoopte door het ljjk- te ver
bergen dg. schande te ontgaan.
Degeen, met wien zy omging, woont in Rot
terdam zy heeft hem daar ontmoette Mid
delburg is hy niet geweest. Hy had beloofd
haar te trouwen maar, toen zy hem meedeelde
dat zy zwanger was, baar zelfs geen antwoord
op hare brieven gegeven.
De ambtenaar van het openbaar ministerie
begon met er op te wyzen dat de z. g. n. akte
van beschuldiging tot de geschiedenis behoort
en zelfs de grootste misdaden op dezelfde een
voudige wyze worden voorgedragen als zaken
van vry wat minder belang.
De ambtenaar schaart zich aan de zyde van
hen, die de afschaffing van die akte huldigen,
wyl z. i. het niet ligt op den weg van den
ambtenaar om dergelyke stukken, die veelal
eene romantische kleur hebben en op effect
berekend zyn, voor te brengen.
Erop wyzende dat by elke cause cilebxe ook
hier steeds een talryk publiek tegenwoordig
is, merkte de ambtenaar op dat zaken als de
nu berecht wordende niet voor het publiek maar
in het publiek behandeld worden en dat zoo
de verdediger van bekl. daartoe den wensch had
te kennen gegeven hy geen bezwaar zon
gehad hebben in eene behandeling van het geding
in eene zitting met gesloten deuren.
Hetgeen bekl. gedaan heeft is hoogst afkeu
renswaardig maar sluit toch het medelyden niet
uit. De ongelukkige, door een gewetenloos
sujet verleid en verlaten, is in een wanhopig
oogenblik tot de misdaad gekomen; daarvoor
behoort zy gestraft te worden maar daarom
behoeft niet aller verachting haar deel te zyn.
De ambtenaar, vooropstellende de folledige
bekentenis van de bekl., ging daarop het ten
laste gelegde na. Als vaststaande nam hy ten
slotte aan dat bekl. bet kind, dat levend ter
wereld is gekomen, heeft gedood en dit gedaan
heeft onder de werking van vrees voor de be
valling.
Het feit wettig en overtuigend bewezen ach*
tende, besprak de ambtenaar nog de vraag of
bier van voorbedachten rade sprake zyn kan. Dit
is natuurlyk hoogst moeilyk uit te maken, maar
met zekerheid meent spreker te kunnen aannek-
men dat, vóór bekl. op de plaats kwam waar
zy is bevallen, zy het plan tot de vermoording
van haar kind heeft gevormd. Misschien is
de voorbedachte raad ook af te leiden uit het
feit, dat bekl. niet gezorgd heeft om kleederen
enz. in voorraad te hebben by de geboorte van
bet kind.
De ambtenaar van het openbaar ministerie
wees vervolgens op de verklaringen der getui
gen a décharge en deelde mede zelf ook
nooit iets te haren nadeele^ gehoord te hebben-
Zy is door een vreemdeling door scboone be
loften verleid en is uit schaamte en wanhoop
tot het haar ten laste gelegde gekomen.
De ambtenaar besloot met de schuldigver
klaring te vorderen van bekl. aan kindermoord
en hare veroordeeling tot eene gevangenisstraf
van vijftien maanden, met bepaling dat de tydj