N°. 247. 133° Jaargang. 1890. Maandag 20 October. Middelburg 18 October. Flores in de Tweede kamer. Verspreide Berichten. Dot# courant ?er schijnt d a g e 15 k s i met uitzondering van Zon- en Feestdagen? Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco f 2. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent. alle Advertentiën20 t, nt per regelj BIJ abonnement lager! Geboorte-, Trouw-, Dood en andere familieberichten benevens dankbetuigingen: van 17 regels 1.50; iedere regel meer /0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte! BI deze courant behoort een Bijvoegsel- Beknopte Mededeelingen. Burgerlijke stand. Tknnomeleri Middelburg 18 Oct. vm. 8 53 gr. sa. 12 ti 54 gr. av. 4 tl 54 gr. F. Verwaoht N. wind Agente» te Vlisaingen: P. G.db Ybt Mestdagh Zoon, te Goee: A. A. W. Bgllakd, te Krainingoo: F. t. d. Pei/l, te Zierikzee: A. C. de Mocij te Tholen: W. A. va* Neeuw3kht7ijzi* en te Terneuzen: M. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de moeten des namiddags te nrr advertentie-bnrean's van Nijgh Ya* Ditmab te Rotterdam, de Gebb,. Belinïants, te "s Gravenhage, en A. de la Mal, Azn, te Amsterdam. i aan het bureau bezorgd zjjn, willen Hoofdagenten voor het Buitenland: te Pargs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Dattbs Cie., John F. Jones, opvolger. I sjj des avonds nog worden opgenomen Onze Haagsche briefschrijver geeft ons in zijn, in dit nommer opgenomen epistel een kijkje achter de schermen, die voor het groote publiek verbergen wat er in politieke kringen zooal omgaat. Hij verklaart dat het leven van het ministerie deze week aan een zijden draad hing, omdat de katholie ken voornemens waren in de Flores-zaak tegen de regeering op te treden, en er bij hen ernstig kwestie was zich met de motie- Cremer te vereenigen. Alleen de uitval van den heer Van Houten tegen het katholicisme ontstemde hen zoo, dat zij zich van dit medegaan onthielden; en dat zelfs de heer Van Nunen, die aan de zijde van den heer Cremer zich had geschaard, ten slotte, toen het op stemmen aankwam, de zitting verliet. In hoever nu de bewering van onzen briefschrijver omtrent het idéé der katholieken om het kabinet te doen vallen, teneinde de legerwet van de baan te krijgen, juist is weten wij niet; maar mocht het plan, door hem geopenbaard, bestaan hebben, dan verheugen wij ons over den, op zich zelf vrij onhandigen, aanval van den heer Van Houten, waardoor een ministerieele crisis is voorkomen. Op dit oogenhlik zou met het oog op 's konings toestand deze zeker al zeer ongelegen zijnen tot groote moeilijk heden aanleiding geven. En wij zouden nog minder wenschen dat eene treurige zaak als onze espedities op Flores de aanleiding werd tot het afsnijden van een ministerieel leven; want men verlieze vooral niet uit het oog, dat een minister van koloniën in dergelijke zaken zich ge plaatst ziet tusschen zijn eigen gevoelens en de Indische regeering, welke hij de handen hoven het hoofd dient te houden. Dat ten slotte na langdurige besprekingen de kalme motie van den heer Roëll met algemeene stemmen werd aangenomen, kwam ons de beste oplossing der kwestie voor, vooral na de verzekering van den minister van koloniën dat ook hij niet liever wenschte dan de beëindiging van het onderzoek naar tin. Het gaat met dergelijke zaken als met velevan het een komt men in het andere. En welke ellende, welke gevaren onze dap pere mannen te trotseeren hebben in het moeilijke land der Rokkaas, dat hebben de brieven uit Flores onzen lezers duidelijk geleerd. Het is alleen het middelste gedeelte van het eiland Flores, een der kleine Soenda- eilanden, dat ons die ernstige moeilijkheden baart. Met den sultan van Bima, en de radja's van Endeh en Larantoeka, die het grootste deel van het eiland in bezit hebben, leven wij op goeden voet. Met hen sloten wij tractaten tot regeling der voorwaarden, waarop wij tot opsporing en exploitatie van mijnen in hun rijk mogen overgaan. Het middelste deel van Flores, nog geheel onaf hankelijk, is de verblijfplaats der Rokkaas, een even onbeschaafde als dappere volksstam, in wier land men beweert dat tinerts is te vinden. Naar de waarheid van die beweringen te onderzoeken was de taak van den ingenieur Schelle, aan wien de regeering gewapende hulp verleende in het belang van particu lieren, die verlof hadden gevraagd tot exploi tatie. Men verzuimde echter vooraf zich van de gezindheid der Rokkaas te over tuigen, die zich eerst vriendschappelijk betoonden om kort daarna een aanval op den ingenieur en zijne manschappen te richten, een feit dat niet zooveel verwonde ring behoeft te baren van een bevolking, in wier land men ongevraagd en ODgenood komt binnentrekken. Die aanval, waaraan Van Schelle zich gelukkig zonder verlies van zijn kant kon onttrekken, eischte natuurlijk wraak. Eene militaire expeditie werd afgezonden, steeds versterkt toen bleek hoe moeilijk het terrein was en hoe dapper de Rokkaas zich ver weerden. Het einde was toch dat de hoofden hunne onderwerping aanboden. In plaats van na deze goedgeslaagde strafoefening de zaak te laten rusten en de kwestie van het onderzoek of er al of niet tin was verder aan particulieren over te laten, begon men dat onder zoek van wege de regeering opnieuw. De ingenieur kreeg weer militaire colonnes tot zijne beschikking, drong dieper het land in, en de gevolgen waren weer precies de zelfde de Rokkaas vielen ons opnieuw aan. Zulk een onbeschaafd volk stoort zich trou wens niet aan de onderwerping van hunne hoofden. Zoo kwam het dat de tweede expeditie weer even bloedige gevolgen had als de eerste. Dorpen werden verbrand, van beide zijden werd gemoord en geplun derd, en wij verloren menig dappere. Reeds de tweede expeditie was een grove fout; dit erkende zelfs de heer Keuche- nieus, die als pleitbezorger van de regeering en het Indisch bestuur optrad. Maar die tweede expeditie was nog niet voldoende een derde expeditie werd van Java afge zonden; en wat nog verder onze eer zal meebrengenwie zal het zeggen Het is te hopen dat wij nog terug kun nen en dat, na de interpellatie van den heer Cremer, na al het gesprokene in onze Tweede kamer en na de verklaring van den minis ter Mackay, die tin-onderzoekende, menschen- vermoordende, dorpen-vernielende, ons-pres tige-vernederende en geld- en- manschappen kostende expedities kunnen eindigen zonder aan ons gezag in Indië een gevoeligen knak te geven. Wat het nut of de wensehelijkheid aan gaat van dergelijke onderzoekingen, deze werden in de kamer door niemand verdedigd. Het onderzoek heeft wij zeggen het de Tijd volmondig na dan ook reeds genoeg bloed en genoeg geld gekost, zonder dat eenig resultaat werd bereikt of in de naaste toekomst te verwachten is. Veronderstelt zelfs, dat eindelijk eenig tinerts gevonden werd, hoe zou het dan nog mogelijk zijn met succes mijnen te exploiteeren in een streek, bewoond door een ons zóo vijandige bevolking als die van het Rokka-land Men zou dan wederom een sterke gewa pende en zeer kostbare macht noodig hebben om ons daar te handhaven. En wij hebben waarlijk aan Atjeh op dit oogenhlik genoeg. Natuurlijk kwam ook dit voor ons nood lottige land in de kamer ter sprake, en was het de heer Keuchenius, die op zijne gewone breedsprakige manier daarop wees en met voorbij zienj a met grove miskenning van het gevoelen van een man, die veel hooger staat dan hij, n.l. van een der leiders van de anti-revolutionnaire partij, den heer Elout van Soeterwonde, die den Atjeh oorlog onvermijdelijk had genoemd, weer het oude, vervelende lied zong van der liberalen zonde in deze. Wij hebben gemeend, in verband met de belangrijke bespreking in de Tweede kamer van deze kwestie, een en ander onzen lezers te moeten mededeelen. Ons beknopt overzicht zou echter niet volledig wezen als wij niet tevens er op wezen dat ook de beschavings theorie daarbij ter sprake kwam. Natuurlijkonze christelijke eeuw is vol van beschavingstheoriën, waar het z. g. wilde volken geldt. Alle onderzoekings tochten geschieden met dat doei, en niemand denkt aan winstbejag. Wie zou dat durven beweren Toch is gebleken dat de grondtoon van de beweging tegen de Rokkaas isvoordeel en winst te behalen. En dan zouden wij nog met den fakkel der beschaving in de hand willen komen 1 Laat ons liever op dat gebied niet mee- huichelen met de groote mogendheden die stroomen van kleed vloeden, ellende en smart veroorzaken onder het masker vaD beschaving, naar zij beweren in het belang van wilde volkstammenmaar die louter haar eigen belang bevorderen en zich koloniën willen verschaffen. Is het ons ook om winstbejag te doen laat ons dan bedenken dat wij aan onze tegenwoordige bezittingen in Indië voldoende kostbare parelen hebben, waaraan nog zoo veel te doen is, dat wij ons waarlijk geen nieuwe bemoeiingen op den hals behoeven te halen. Indië eischt groote zorgenIndië kan voor ons veel productiever worden dan het tot heden isen ook daarom mag het onver antwoord heeten onze krachten te verspillen aan gewaagde expedities, die onzen man schappen het leven benemen en onze finan- cieele hulpbronnen uitputten. Moge het de regeering en het Indisch bestuur gelukken ons een eervolle retraite uit Flores te verschaffen en daarmee eindigen eene gewaagde onderneming, waarvoor, blij kens de uitingen in onze volksvertegenwoor diging, niemand, behalve de speculanten, die er belang bij hebben, sympathie schijnt te koesteren! Maastrichtsche katholieken gehypnoti seerd. Een hoofdartikel in De Maasbode doet de volgende onbetaalbare mededeeling »Ons bericht, da„ mei.* 1.3 Maastricht in een druk bezochte meeting bij acclamatie verklaard heeft de regeering allen steun te ontzeggen, indien zjj die stad haar garnizoen ontneemt, heeft veel opzien gebaard en is nogal besproken Het blijkt nu echter, dat men te doen heeft gehad met een liberale intrige. Het voorstel, om het kabinet te bestrjjden, is gedaan door een tegenstander der regeering, nadat de ver gadering in een heete stemming was gebracht door een vurige rede. Dit alles wordt volgen- derwjjs beschreven in een artikel in De Grens- bode nit Maastricht, waaraan wij het ontleenen, met bemerking evenwel, dat de katholieken wel voorzichtig mogen zijn, als zij zich in ge mengd gezelschap bevinden, en zich niet erg haasten moeten, voorstellen van een liberalen spreker aan te nemen, nadat deze hen gebracht heeft in een toestand, waarbij het kalme na denken onmogelijk is. De liberale list is nn eenmaal onuitputtelijk". Dan volgt het verhaal uit het Maastrichtsche blad, waarin dit nader wordt aangetoond. Vad). Aan den heer M. C. Braat, wal-kapitein van den Koninklijken West-Indischen Maildienst vroeger gezagvoerder bjj de Maatschappij Ne derland, die den dienst gaat verlaten, is door de direction der beide maatschappijen, zoowel als door zijne collega's en ondergeschikten eene bijzondere hulde gebracht. De heer G. A. baron Tindal, directeur van de K. W.-I. Maildienst voerde daarbij in de eerste plaats het woord om den heer Braat dank te betuigen voor al hetgeen hjj in het belang der stoomvaart-maatschappijen had gedaan, en hem als aandenken een zilveren bokaal te overhandigen. Ook zijne collega's en beambten namen harteljjk afscheid van den heer Braat en boden hem souvenirs aan. Uit Amsterdam scbrjjft men ons: Yrjjdagavond had in een der localen in het gebouw de Geelvinck een openbare vergadering plaats van de kiesvereeniging Amsterdam. De voorzitter, mr Treub, opende de bijeenkomst met een korte weerleggiug van de kritiek, waaraan de vereeniging in sommige bladen heeft blootgestaan, naar aanleiding van de jongste vergadering (Tindal-meeting), en om te protesteeren tegen de op die kritiek gevolgde weigering van de reeds vroeger gehuurde zaal in het iVufagebouw. Het doel der vergadering van dezen avond was de bespreking der kindervoeding, een on derwerp dat werd ingeleid door den heer C. H. Den Hartog. De bijeenkomst was matig bezet j onder de omstreeks 170 toehoorders merkte men op de raadsleden Van Hall, Bekker, Gerritsen en Heineken, verschillende onderwjjzers aan open bare scholen enz. De inleider begon met te wijzen op de nieuwe strooming in de maat schappij, die gegrond was op de in toenemende mate zich openbarende meening, dat het doel van het leven zelf gezocht moet worden, en in het afnemend besef dat de toestanden, zooals zjj zijn, door e9n hooger wezen worden gewild. Dat de nieuwe richting naast gerechtvaardigde, ook ongerechtvaardigde eischen medebrengt is duidelijkze alle nagaan zou spr. niet, maar wel wilde hij wijzen op de houding, die de regeerende klassen tegenover de eerste heeft in te nemen. Er begint zich een strooming te openbaren, om niet alleen voor den geest te zorgen maar ook voor het lichaam (vacantie- koloniën enz.) en deze laatste zorg maakt even zeer een deel der opvoeding uit. Behoort het daarom tot de school Onze schoolwet spreekt wel enkel van de opvoeding met betrekking tot den geest, maar de hygiënische eischen, door die wet gesteld, (later 0. a. met gymnastiek aangevuld) bewij zen dat door* die wet de zorg voor het lichaam niet uit het oog verloren werd. Dat thans, na wat in het buitenland reeds bestaat, hier ter stede een proef met schoolbaden genomen zal worden, is dus niet in strijd met die beginse len der wet, en als een stap in de goede richting toe te juichen.. Met de voeding staat het anders, en van bevelen kan geen sprake zijn, alleen daar waar de ouders niet of on voldoende in deze behoefte knnnen voorzien is het optreden der overheid plicht, omdat goed gevoed te zijn een noodzakelijk vereischte is om nut van het onderwjjs te trekken. Spreker vreest geen van de gevaren, door sommigen daarvan geducht, en evenmin dat deze stap tot meer zal leidenzoo snel gaat men niet vooruit en om consequentie bekommert men zich toch weinig. In het buitenland oor deelt men trouwens anders, vooral in Duitschland en Zwitserland heeft de zorg der overheid zich reeds tot het voeden van behoeftigen uitge breid, ter wij! men in Parijs nog verder gaat. Ten slotte veroordeelde spreker de wijze, waarop het bestuur der hier gevestigde vereeniging voor een gemeente-subsidie heeft bedankt, een daad die van een beperkte opvatting blijk gaf. Eenige der aanwezige onderwjjzers gaven vervolgens nit hun ervaringen eenige staaltjes van den goeden invloed van wat tot dusver gedaan is. Een geanimeerd debat ontstond door de vragen van den heer Bijlevelt, waarom het noodig was de taak van het huisgezin over te nemen en waarom de staat dit juist moet doen, waarbjj de inleider erop wees, alleen subsidie te verlangen voor een taak, die blijkt voor sommige gezinnen te zwaar te zijn. Zegt de heer B., dat het huisgezin door staats bemoeiing ontrafeld wordt, een huisgezin waar men honger ljjdt acht spreker reeds ontrafeld. In den loop van dit debat bracht mr Calisch den brief van het bestuur van kindervoeding ter sprake, dien hjj in strjjd achtte met de jaarverslagen, daar uit die verslagen de be staande behoefte aan financieelen steun bleek. De voorzitter sloot de vergadering met den wenseh te uiten, dat het voorstel-Van Hall zal worden aangenomen. De schilder Toulmouche, leerling van Gleyre, is Yrjjdag te Parijs op öljarigen leeftjjd plotseling overleden. Bekend zijn zijne door de photographic alge meen verspreide werkenle Premier pas, le Mariage de raison, le Lendemain du bal, la Letlre d'amour enz. In de Wollengongmijnen nabij Sydney zijn nieuwe ongeregeldheden veroorzaakt door een 500-tal werkstakers, die 40 arbeidende mjjn- werkers het werk wilden beletten. Pogingen om een schikking tusschen werk gevers en arbeiders te bewerken zijn mislukt, daar eerstgenoemden weigeren hunne houding te veranderen. Bij het lossen van een schip met suiker heeft de Anglikaansche bisschop van Noord- Queensland dr. Stanton krachtig meegeholpen. De bisschop heeft groote voorliefde voor licha- meljjken arbeid. Yoor eenige jaren werd veel van hem gesproken, toen hij in een stad zijner diocese zijn koffer eigenhandig van de landings plaats naar het hotel droeg. Een zwarte nam den koffer bjj het eene handvat en de bisschop bjj het andere. Op zijne kerkvisitaties slaapt de bisschop onder den vrjjen hemel, kookt zelf' zijne maaltijden en zorg voor zjjn paard. Omtrent de verzoenings-conferentie te Bern over de gebeurtenissen in Tessino verneemt men, dat deze voorloopig mislukt is, wijl de conservatieven het resultaat der stemming op 5 October niet erkennen, zoolang niet het tijdstip der reclame verstreken iB. Zondag houden de Zwitsersche radicalen eene bjjeenkomst te Bern ter beraadslaging over een staatkundig programma, waarin een grondwetsherziening is opgenomen. Da paus is aan een encycliek bezig in antwoord op de rede van Crispi, te Florence gehouden. Zjj is geiicht aan de bisschop pen en het Italiaansche volk. Leo XIII tracht aan te toonen dat de tegenwoordige politiek der regeering verontchristeljjking van het Italiaansche volk beoogt, terwjjl hjj alle uit- tartende handelingen en beleedigingen opsomt, waaraan de pauseljjke stoel bloot stond. De paus hangt een somber tafreel op van de ge volgen, welke deze politiek zal hebben. Hjj beveelt een actieven tegenstand aan en ten slotte wordt de noodzakeljjkheid betoogd, dat Rome aan den paus worde teruggegeven, daar het dualisme der beide regeeringen on- mogeljjk is. Tusschen de Ri/orma, Crispi's orgaan, en het orgaan van het Vaticaan, de Osservatore romano, werd dezer dagen een polemiek gevoerd, naar aanleiding van het beweren der Riforma, dat het Vaticaan samenzwoer tegen de hernieuwing der triple alliantie. Ten bewjjze dat het Vati caan in deze richting vooral bij Oostenrjjk werkzaam was, publiceerde Crispi's blad twee documenten. Üp het Vaticaan echter ontkent men de echtheid dezer documenten. Men meent dat de Italiaansche regeering het slachtoffer eener mystificatie is geworden. In het bekken van Charleroi is het onder de mijnwerkers weder aan het gisten. In de mjjnen Monceaux-Fontaine en Marcinelle is algemeen de arbeid gestaakt. De commissie, door het socialistencongres te Halle benoemd tot onderzoek van het orga nisatie-ontwerp, heeft de bepaling geschrapt van voortdurende ondersteuning als voorwaarde om tot de party te behooren. Zy laat vrouwe- ïyke gedelegeerden toe tot de partydagen en stelt voor, de leiding der party aan twaalf, en niet aan vgf leden op te dragen. De party leiding zal. verder naar eigen goedvinden over de paitjjgelden Kunnen beschikken. De commis sie keurt af de bepaling, dat het bestuur der tractie de werkzaamheden van het partybestuur overneme. De hoofdredacteur van de General Anzeiger verklaarde de geheime beraadslagingen van Singer met de Fransche gedelegeerden persoon- lijk te hebben bygewoond. Het organisatie-ontwerp is in zgn geheel met algemeene stemmen, op één na, aangeno men. Beriyn is aangewezen als de plaats voor de partyleiding. Met groote meerderheid is door het congres een voorstel aangenomen, waarin de meening werd uitgedrukt, dat werkstakingen en uit sluiting van patroons een onmisbaar wapen van de arbeidende klassen ia tot bestriding van de pogingen hunner tegenstanders de werk gevers om hen staatkundig en maatschap- peiyk te henadeelen en in de tweede plaats om hun toestand zooveel mogeiyk te verbeteren. Overwegende echter dat deze middelen als een tweesnydend wapen werken, beval het congres den Dnitschen arbeiders aan, de om standigheden, onder welke zp daarvan gebruik maken, nauwkeurig te wegen, en vóór alles zich deugdeiyk te org a niseeren. Op dezen grondslag raadde het congres allen aanhangers der party aan, de pogingen der arbeiders te steunen. Ter zelfder tyd werd op gekomen tegen hernieuwde pogingen van de regeering en de werkgevers om het recht van vereeniging te onderdrukken en aangedrongen dat de parlementsvertegenwoordigers dergeiyke pogingen met kracht zouden bestreden. Een der medewerkers van de Kölnischü Zeitung had een onderhoud met een Oostenryksch diplomaat, jegens wien zich keizer Erans Jozef breedvoerig had uitgelaten over de kansen op het behoud van den Europeeschen vrede, die zeer gunstig stonden, want de keizer had tydens zpne byeenkomst met den Duitschen keizer niet alleende overtuiging verkregen, dat er niets veranderd was in de hechtheid van het Drievou dig Yerbond, maar bovendien, dat ook de czaar door oprechte vredelievendheid bezield was een vredelievendheid sterk genoeg om krachtiger aanvallen te weerstaan dan die, welke den czaar tegenwoordig jwellicht" tot het verbreken van den vrede trachten te bewegen. Voor de overige Beknopte berichten en het Algemeen overzicht verwijzen wy naar het by voegsel. Yan 11—18 October. Vlissingen. Gehuwd: J. D. Sutherland, jm. 25 j. met K. H. de Groot, jd. 26 j. D. Roelse, jm. 23 j. met C. van de Woestjjne, jd. 21 j.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1890 | | pagina 1