N°. 232. 133' Jaargang. 1890. Donderdag 2 October. De bezwalkte nagedachtenis, -FEUILLETON. Dezft courant rerschijnt d a g a 1Q k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen: Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco f 2.—^ Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën20 cent pe regelj Bij abonnement lager: Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten benevens alle dankbetuigingen: van 17 regels f 1.50; iedere regel meer /0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte: Middelburg 1 October. ROBIN GRAY. LETTEREN EH KUNST. ONDERWIJS. KERKNIEUWS. RECHTSZAKEN. UIT STAD EN PROVINCIE. 1111)1)11111 IK.SIIII 101 HIM. w Jr Tkemoineter. i Agente» te Vlissingen: P. G. db Yet Mestdabh Zoo», te Goes: A. A". W. Bollakd, te Kruinizigen: F. y. d. Peijl, te Zieriksee: A. 0. db MoouteTholen: W. A. vak Middelburg 1 Oct. ra. 8 59 gr. 1 nrbuwbkhuirabk en te TeraeuzenM. de Jonge. Yerder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de moeten des namiddags te nor m. 12 n 65 gr. av. 4 u. 61 gr. P. advertentie-bureau's van Nijgh Yan Ditkab te Rotterdam, de Gebb. Beunt ante, te 's Gravenhage, en A. de la Mak Azn, te Amsterdam. aan het bureau bezorgd zjjn, willen Verwacht Z. W. wind. Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Datjes Cie., John P. Jones, opvolger. zjj des avonds nog worden opgenomen Naar aanleiding van den oproep van den heer Tindal aan het Nederlandsche volk is er in sommige bladen een hard woord aan zijn adres geschreven. Het eenige blad, dat zijn partij opneemt, is de AmsterdammerDagblad voor Nederland, dat in zijn jongste nommer opkomt tegen de opti mistische voorstellingen in sommige bladen van 's konings toestand. Het blad beroept zich op de Nieuwe Apel- doornscbe courant, die beweerde dat de heer Tindal algemeen bekende feiten, welke niemand durfde noemen, had meegedeeld, en vond daarin aanleiding zich op de hoogte van den toestand te stellen. Gedurende een paar dagen, door den reporter van de Amsterdammer in de nabjjheid van het Loo en te Apeldoorn doorgebracht, is het hem niet gelukt iemand te ontmoeten, die geloofde dat Z. M. compos mentis was. De verhalen, die omtrent den geestestoestand van onzen koning te Apeldoorn de ronde doen, schjjnen legio te zjjn,* maar zjj hebben alle dezelfde strekking, en sommige daarvan deden uitkomen, dat de toestand op enkele tijdstippen van het jaar, dus periodiek, ernstiger moest genoemd worden. Nu en dan leed de koning hevige pjjn, zoo ook in de laatste dagen, en dat in zulk eene mate, dat hem de smarte lykste kreten werden ontlokt. «Bezoeken aldus schrjjft de Amsterdammer verder ontving Z. M. niet, tenzij van den dokterook de ministers verschenen zelden of nooit ten paleize, en zelfs de erfprins van Bentheim, 's konings zwager, die met zijn familie aan de achterzjjde van bet Loo werd ontvangen en per huurrijtuig arriveerde, vertrok, na slechts een paar uur daar te hebben vertoefd, zonder tot den koning te zijn toegelaten. Het bezoek door onzen reporter aan C. H. P. graaf Du Mouceau, particulier secretaris en adjudant des konings gebracht, gaf hem gelegenheid de vriendelijkheid van den graaf te waardeeren, doch verschafte weinig licht. De particuliere secretaris des konings kende het manifest van pen heer Tindal, maar wi3t nog niet dat de couranten dat stuk beoordeeld hadden, en op de vraag van onzen verslaggever of hij hem iets kon mededeelen omtrent den physieken en intellectueelen toestand des konings, luidde zijn antwoord: «Mjjnheer, ik kan uw komst zeer goed begrijpen en uw bezoek zou ook de weg zijn om iets te vernemen. Tot mjjn spijt moet ik u echter zeggen, dat mijn plicht mjj gebiedt niets, volkomen niets, omtrent den toestand des konings mede te deelen. Ik liéb mij voor ge nomen bet stilzwijgen te bewarenDe graaf verzekerde daarop nogmaals, dat bet hem «peet, geen inlichtingen te kunnen geven, maar S6ide tevens, dat, zoodra zijn plicht hem niet Uit het Engelsch, vak HOOFDSTUK XXXVII. «Verlangt gjj mjj te spreken vroeg Ivy. «Heb ik het genoegen juffrouw Cumnor te zien «Ja, waarmede kan ik u van dienst zjjn?" «Wilt gjj zoo vriendelijk zjjn een vraag van mjjn nicht te beantwoorden viel de dominé in. «Zjj heeft een zeer ernstige reden voor hare onbescheidenheid om u te komen storen." «Als ik kan wil ik die vraag gaarne beantwoorden." «Zeg mij dan of gjj met lord Raansleigh verloofd zjjt?" vroeg het meisje in ademlooze spanning. «Neen, dat ben ik niet", stamelde Ivy «maar dat is een zeer zonderlinge vraag." «O, wat ben ik dankbaar 1 Toen ik het hoorde, toen ik er achter kwam, moest ik n waarschuwen. Oom zei dat het slecht was u zoo te laten bedriegenwant ik ben zgn vrouw «Zgn vrouwDat is onmogelgk. Hg langer het zwjjgen oplegde, hg volgaarne be reid zou zjjn, die mededeelingen aan ons blad te zenden, die verstrekt konden v'orden. «Inderdaad jammer, dat de heer Du Mon- ceau zwjjgen moét. Zwaar, dunkt ons, moet de plicht drukken, wanneer deze verbiedt een enkel woord te spreken nopens eene zaak, waarover thans geheel de natie het heeftde vraag of Z. M. nog de regeering kan waarne men toch bljjkt uit het antwoord van 's konings adjudant, dat hjj wel opheldering zoude kunnen geven, indien hg zich zelf het zwijgen niet had opgelegd. Wjj waren, hjj erkende het rondborstig, bjj hem aan het juiste adres. «Welnu, zooveel is zeker, dat te Apeldoorn, de personeD, die wèl spreken ook bljjkens de N. Apeld. Crt. alten het er over eens zjjn, dat Z. M. niet in staat is de regeering waar te nemen. En wjj mogen er bjjvoegen dat van het Ned. volk een zeer groot deel ge neigd is te gelooven, dat de Apeldoornsche Crt., gelijk de beer Tindal, het bjj 't rechte eind heeft. «En natuurlijk vindt men in Du Monceau's zwjjgen eer een bevestiging dan een weerlegging van dat geloof. «Moet nu deze quaestie geen andereof Z. M. nog iets meer aan het regeeren kan doen, dan het teekenen van ongelezen stukken niet worden uitgemaakt zoowel voor de eer van het koningschap als voor de eer van de regeering, en voor de eer van het Ned. volk «Wij noodigen de pers uit die vraag eens in overweging te nemen. «Het wordt tijd. Want zóo dom is nu het Ned. volk niet, dat het zich door het geschetter over Tindal van de wijs zal laten brengen, en om de booze woorden, waarmede Tindal bedacht wordt, den plicht van de regeering zal willen vergeten." Deze onomwonden blootlegging van den toe stand verdient de aandacht. Dat zg hoe hard zg ook moge klinken gedaan moet worden is een gevolg van de zucht, die in officieele kringen heerscht, om in zulke zaken steeds veel te verzwijgen, en van de onhandigheid van sommige persorganen om met voorbijzien van 's lands belang den toestand meestal rooskleuriger voor te stellen dan hjj werkeljjk is. Dat maakt wantrouwend. Bjj feiten als nu ons worden medegedeeld geraakt de Tindal-beweging in onze oogen echter op den achtergrond. Het eenige, dat in den oproep aan zjjne «Landgenooten" van dien strjjder voor onze verdediging de aandacht verdiende, was onzes inziens juist hetgeen hjj schreef omtrent den toestand van den koning. Dat hg waar de vertegenwoordiging haar gevoelen over zjjn optreden herhaaldelijk open baarde zich tot den koning wendde, vonden wij uit constitutioneel oogpunt gevaarlijk en doelloos. Een koning zou zich toch moeiljjk naast den heer Tindal en tegenover zgn ministers en volksvertegenwoordigers kunnen plaatsen. Stel dus al dat de toestand van Z. M. voor heeft mg immers ten huwelijk gevraagd «Ik zal u alles vertellen, als gjj naar mij luisteren wilt. Ik ben in Canada geboren en na den dood van mijn vader ging ik bjj het tooneel, daar mijn moeder zeer arm was. Zoo maakte ik kennis met Edmond Ducane. Mijn naam is Bessie [Lee. Wjj trouwden in stilte, omdat hij beweerde rjjke familie in Engeland te hebben, die er boos om zou zijn, als zjj het wist. Om zjjnentwil verdroeg ik vijf jaar lang schande niemand wist dat ik zgn vrouw was na dien tjjd verliet hjj mij en sedert heb ik nooit meer iets van hem gehoord. Ik stierf bijna van gebrek en van de koorts, totdat eenige weldadige lieden mjjn overtocht naar Engeland betaalden en ik hier bjj mijn oom, wiens adres ik onthouden had, aankwam, Hjj nam mg in huis, maar van mjjn man kon ik nooit iets te weten komen. Op zekeren dag kwam er een heer bij oom om iets in het kerkregister te Garncombe, een dorpje in onze nabjjheid, na te zien. Eerst toen hjj weg was vernam ik dat het den heer Walroud was ge weest, een vriend van mjjn echtgenoot in Manitoba, dien hjj uit dankbaarheid bestolen heeft, zoodat de arme man geen cent meer over had." «Oviel Ivy in. »'t Is waar 1 Een edeler mensch dan Culhbert Walroud bestaat er nietIn de hoop dat hjj mg iets van Edmond zou kunnen vertellen, ging ik op zekeren dag zjjn leeftjjd en onder de bestaande omstan digheden nog gunstig ware - cjju nog was Tin'dal's gaan naar het Loo meer een éclat ma kend, op effect berekend, dan een practisch mid del. Want daardoor zou bjj toch nooit zijn doel hebben kunnen bereiken. Nu wjj echter over den toestand van het hoofd van den staat zoo een en ander hooren, dat zeker velen met deelneming vervult maar te- geljjkei'tjjd den indruk moet geven hoe de wa gen van staat is die toestand zoo stagnatie moet ondervinden, nu hopen wjj dat in onze Tweede kamer iemand den moed hebbe om zjj het ook in comité-generaal daarover inlichtin gen te vragen aan de ministers, die zeker aan de vertegenwoordigers de waarheid niet zullen onthouden; en zich wel zullen beijveren om den richtigen gang van 's lands zaken te be vorderen. Met betrekking tot het onderzoek der leger- wet in de afdeelingen van de Tweede kamer, schrjjft de Hangsche correspondent van de Zutpb. Ct. «Naar ik hoor geven de anti-revolutionairen den moed nog niet op om hunne katholieke bondgenooten te overtuigen dat aanneming in 's lands belang is. Er loopen zelfs allerlei geruchten aangaande de middelen, die zouden worden aangewend om ook in deze quaestie tot overeenstemming te komen. De een zegt dat de overgangsbepalingen, die bjj afzonderljjke wet zullen worden voorgesteld, de invoering der wet zóo zullen verschuiven, dat de tegenstand der katholieken gebroken wordt. Anderen beweren en dit heeft in elk geval meer de waarschjjnlijkheid vóór zich dat er bjj den min. van oorlog zeer op wordt aangedrongen om zich met de afschaffing der plaatsvervanging tevreden te stellen en de nommerverwisseling weer in zjjn ontwerp op te nemen. Nommer verwisseling tusschen zonen van hetzelfde gezin laat hjj nu reeds toe, zoo redeneert men nog éen stap verder en de vrede is weder ge- teekend 1 Ondertusschen zou het toch een heel groote stap zgn, een stap zoo groot, dat ik vooralsnog niet geloof, dat de minister tot dien prijs de stemmen van zjjn geloofsgenooten zou willen koopen. Want door dat te doen, zou hij niet alleen zjjn eigen stelsel weer af breken, maar zich ook laten overhalen tot iets, wat volgens zjjn memorie van toelichting naar zijne innige overtuiging voor de defensie zeer schadeljjk zou zijn". mr J. Boldingh Gz., kantonrechter te Bolsward; mr S. Gratama Wz., kantonrechter-plaatsver- vangor, advocaat en procureur te Arnhemen mr W. Kolff, kantonrechter te Berlikum. Naar aanleiding van de interpellatie, ten vorigen jare door den heer Yan Gjjn gehouden, heeft de minister van financiën aan de Tweede kamer eenige staten overgelegd, omtrent de registratierechten, die in 1883—89 zjjn betaald wegens openbare verkoopingen van koopmans goederen. De opbrengst der rechten van 3/4 pet. wis selde in die jaren af tusschen f 386,143 in 1884 en ƒ216,818 in 1888; die van 3 pet. brachten opvan 8694 (1883) tot 4005 (in 1889). Het overgroote gedeelte werd geheven op de verkoopingen van de Ned. handelmaatBchappjj voor rekening van den staat, nl. in 1884 296,666, in 1888 ƒ161,585, bjjna uitsluitend aan recht van 3/4 pet. Op goederen van particulieren (niet door de handelmaatschappij geveild) was het hoogste bedrag aan het recht van 3/4 pet. (in 1885) ƒ57,137, het laagste in 1886 ƒ28,124. Aan het recht van 3 pet. werd betaald in 1883 te zamen ƒ8675, in 1889 ƒ3850. Bij beschikking van den minister van binnen- landsche zaken zgn, met ingang van 1 October e. k., benoemd tot tweede klerk bij het depar tement van binnenlandsche zaken P. Laban te Oud-Beierland, en I. V. Ceulen te Middelburg. (Deze laatste benoeming deelden wij nog in een deel der oplaag van ons vorig nommer mede.) Door de arrondissements-rechtbank te Leeu warden is, ter vervulling van eene vacature van rechter in dat college, opgemaakt de na volgende alphabetische ljjst van aanbeveling: hier heen en wien kom ik tegen mijnheer mijn echtgenoot, keurig gekleed, in een mooi rijtuig, vrooljjk, pratende met een dame, en dat waart gjj. In de meening dat hjj met u getrouwd was, kwam ik geheel terneergeslagen thuis maar oom vond toch dat wjj er ons van moesten vergewissen en keerde met mjj terug om inlichtingen in te winnen, en zoo vernamen wjj dat hij lord Raunsleigh was en weldra met u in den echt zou treden daarom kom ik hier om te verhinderen dat gij voor uw leven ongelukkig wordt." «Ik dank u en geloof dat elk woord, dat gij spreekt, waar is. Culhbert zei mjj ook dat lord Raunsleigh geen goed mensch was. O, wat heb ik met u te doen 1" Op dat oogenblik kwam Tom en diende lord Raunsleigh aan. De twee meisjes stonden hand in hand en de jonge lord was sprakeloos van verbazing en schrik. Op den achtergrond stond de oude dominé en staarde verwonderd op het vreemd soortige tooneel. Eindeljjk verbrak Ivy het stilzwijgen en zei! «Lord Raunsleigh, kent gjj deze dame?" Onder den invloed harer doordringende oogen kon hjj niet anders antwoorden dan: «Zjj is mjjn vrouw 1" «Gjj hebt haar zeer leelijk behandeld gjj hebt er u zelfs niet om bekommerd of zjj leefde of dood was. Denkt gij dat de liefde van een geheel leven zulk een behandeling Binnen enkele dagen zal te Londen een werk van Gladstone over Homerus het licht zien, getiteld Landmarks of Homeric-study. Het boek bestaat uit de volgende hoofdstukken De Homerische kwestie, Homerus als grond legger eene» -natie, Homerus, stichter van een godsdienst, Grondslagen der Ethica, Grondsla gen der politiek, Overzicht van de Ilias, Aard rijkskunde der Gedichten. Verder is het artikel van Gladstone: «Over de aanrakingspunten tusschen de Assyrische tafels en den Homeri- schen tekst", in het boek opgenomen. Het aantal novitii, ingeschreven bjj het Amsterdamsch studentenkorps, bedraagt 81, onder welke 37 medici, 28 juristen, 5 philo- sophen, 4 litteratoren, 2 theologen. Te Groningen worden 42 eandidaat-leden op gegeven en te Leiden zijn tot heden ingeschre ven 35, benevens 22 studenten, die geen lid van het korps worden. Te Delft bedraagt het aantal a. s. nieuwe leden van het korps 55. Heden herdacht de heer A. Littooy, predi kant bij de Chr. Geref. gemeente alhier, zijne 25 jarige ambtsbediening. Den len October 1865 werd de jubilaris te St. Annaparochie bevestigd en na een tweejarig verblijf aldaar naar Middelburg beroepen, waar hjj sedert 8 September 1867 werkzaam is. Yan onderscheidene zijden vielen den heer Littooy bewjjzen van belangstelling ten deel. De classis Walcheren der Christeljjk gerefor- zou kunnen goed maken Zjj heeft u bemind toen gjj arm waart en gjj vergeet haar nu gjj rjjk zjjt. Hoe oordeelt gjj over u zeiven, Lord Raunsleigh «Ikvind dat ik verdien gehangen te worden" antwoordde bij op doffen toon. «Dat vind ik ook" zei lvy str«ng «maar ik geloof niet dat Bessie dat vindt, omdat zjj uw vrouw is en dat is een zeer sterke band. Geen vrouw kan baar man ooit geheel haten, als hij berouw heeft, maar ik vrees dat het lang zal duren, eer Bessie u weer bemint, Gjj zult zeer uw best moeten doen om hare liefde te herwinnen gjj zult haar moeten toonen dat gij een arlder mensch geworden rijt." Ons Lordschap stond geheel verbluft. Door het als uitgemaakt te beschouwen dat hij niets liever zou willen dan dat zjjn vrouw hem weer hare liefde schonk, opende jlvy een nieuwe toekomst voor hem. «Lord Raunsleigh," ging zjj voort«gij hebt u schandelijk gedragen gjj hebt uw naam onteerdOf u dit ooit vergeven zal worden, of ik ooit met iets anders dan min achting aan u kan denken, dat zal geheel af hangen van uw volgend gedrag Hg maakte een wanhopig gebaar en riep uit: «Heb medeljjden met mjjIk had u zoo lief! Leg mij elke boete op, die gij wilt maar dringt er niet op aan dat ik Bessie te- tugneem als mjjn vrouw. meerde kerk schonk den jubilaris een blijk van waardeering voor hetgeen hjj deed in het belang der gemeenten van de classisvele ge meenteleden in Middelburg en daarbuiten bleven evenmin achter om door stoffeljjke be wjjzen hunne belangstelling te toonen en de catechisanten deden hetzelfde. Heden avond herdenkt de heer Littooy i eene buitengewone godsdienstoefening zgn ju bileum. Arrondissements-Kechtbank te Middelburg, E. J. 18 j. zonder beroep, Middelburg, is niet zooals gisteren abusieveljjk ons gemeld werd wegens diefstal en oplichting tot 6 m. gev. straf veroordeeld maar alleen wegens het eerste feit; wat de oplichting betreft w erd hjj ontslagen van rechtsvervolging. Men schrjjft ons uit Vlissingen: De Engelsche barge Ellen Smeed, gez. Austin, van Antwerpen Dinsdag naar zee vertrokken, lag heden nacht met verlies van den top zjjner mast en zjjn tuig over boord bjj Westkapelle ten anker, sein doende voor assistentie. Het vaartuig is heden voormiddag door eene sleep boot van daar gesleept en alhier in de haven gekomen om de schade te herstellen. In het afgeloopen seizoen zjjn te Vlissingen 2932 baden genomen tegen 4858 in 1889. Het aantal abonnementen bedroeg dit jaar 26 tegen 60 in het vorige, terwjjl 13 boekjes a 7.50 en 17 a 4.50 verkocht werden. Te Ritthem beeft zich bjj een varken de vlekziekte voorgedaan. De harmonie Euphonia, directeur de heer J. Kooiman, gaf Dinsdag avond in de tuin der sociëteit Van Onghenuchten vrij te Goes nog een zomerconcert. Het weder hield zich goed en hoewel het tengevolge van den wind vrjj koel was, kon men naar men ons schrjjft onder de veranda nog genieten van de goede muziek, die Euphonia telkens bjj haar optreden steeds zuiverder en met meer aplomb uitvoert. De opkomst was niet zeer talrjjk, wat hoofd zakelijk toe te schrjjven is aan het seizoen. Euphonia zal bjj gunstig weer Vrjjdag a. s. nog een volksconcert in de muziektent op de markt geven. Te Goes sloeg Dinsdag bjj den Stations weg een rjjtuig, waarin vier personen zaten, om, doordien de koetsier een te korte wending nam. De passagiers liepen slechts lichte kneu zingen op doch het vehikel werd nog al ge havend. In den middag van denzelfden dag kreeg iemand, die paarden helpt uit- en inspannen op het Slot Oostende, een vrij hevigen klap van zoo'n dier, gelukkig echter zonder erge ge volgen. De varkensslagers te Goes hebben in ge zamenlijk overleg het varkensvleesch van 70 op 80 cent per kilo gebracht. «Er op aandringen!" riep lvy - veront waardigd uit. «Ik gedoog niet dat gjj haar aanraakt, al smeekt gij er op uwe knieën omi "Wat! terwijl gjj vervuld zjjt van een andere vrouw, zoudt gi^lady Raunsleigh willen belee- digen door haar uw gade te noemenIk be^ grijp zulk een aanmatiging nietLord Rauns leigh staarde Ivy vol verbazing aanBessia was doodbleek geworden en wendde het gelaat af. Was het mogeljjk dat zelfs zjj de trouwe; liefhebbende Bessie, niet meer van hem wilde weten Dit was een vernederende gedachtei «Luister nu naar mjjzei lvy. «Ik heb alle reden om zeer boos op u te zjjn, lord Raunsleigh. Gjj hebt mjj, niettegenstaande gjj getrouwd waart, van liefde durven spreken. Daarvoor zal ik u straffen. Ik neem Bessie mee naar Brighton en gjj zult haar niet terug zien of iets van haar booren, voordat gij harer meer waardig zjjt dan nu. Ware ik in haar plaats, dan zou ik u nooit vergeven maar mis schien is zjj beter dan ik. Ga nu heen, als 't u blieft. Daar gjj u den naam van fatsoenljjk man onwaardig betoond hebt, kunt gjj niet ver wachten dat wjj n een van allen de hand toe steken. Vaarwel 1" Lord Raunsleigh was genoodzaakt te ver trekken, daar Bessie tot het laatste toe bleef zwijgen. Hjj dacht aan hun kindje, dat in het verre westen jin de prairie rustteen aarzelde nog even, half geneigd om genade te smeekeD, Maar lvy hield hare oogen strak op hem ges

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1890 | | pagina 1