N°. 221. 133° Jaargang. 1890. Vrijdag 19 September, Deze courant verschuilt d a g e 1 f] k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen: Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco t 2.—^ Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën20 cent per regel. Bij abonnement lager: Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten benevens alle dankbetuigingen: van 17 regels 1.50; iedere regel meer 0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte: Middelburg 18 September. OPENINGSREDE. LETTEREN EN KUNST. flll)l)lli;i R(.MIII (dl KIM. Themomeier. Middelburg 18 Sept. vm. 8 a 63 gr. m. 12 u 73 gr. av. 4 u. 69 gr. F. Verwaoht Z. O. wind. Agentes te Ylissingen: P. G.db Vet Mïstdage Zoox, te Goes: A. A. "W. Bollaxd, te Kruiningen: F. y. D. Pbijl, te Zierikzee: A. O. de Mooiï te TholenW. A. va* AflT«rie*Uën NrEuwEXHuiizB* en te Terneuzen: M. de Jonge. Verder nemen alie postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de moeten des namiddags te ecu uur advertentie-bureau's van Nijgh Va* Diimab te Rotterdam, de Gebb. Belintante, te 's Gravenhage, en A. de la Mab Azn, te Amsterdam. aan bet bureau bezorgd zjjn, willen Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publioité étrangère G. L. Datjbe Cie., Joh* F. Josbs, opvolger. Ejj des avonds nog worden opgenomen Eene kostelijke verklaring. Over de keuze van de leden van den school raad voor de scholen met den lijhei schijnen sommigen niet gesticht te zijn. Trouwens er gingen al reeds meer stemmen daartegen op wjjl de Kuyper-partjj daarin zooveel macht heeft. Thans bevat het Goescbe anti-revolutionnaire blad het volgende entrefilet, dat om zjjne op rechtheid en eene enkele daarin voorkomende bewering onze aandacht verdient. Het blad schrijft dan: »Over het algemeen kan gezegd worden dat de gezamenlijke schoolbesturen betere keuzen hadden kunnen doen. »Men heeft aan enkele beate menschen met geliefde namen eene attentie bewezenen daarbij uit bet oog verloren, dat de schoolraad be hoefte had aan mannen met opvoedkundig talent. En dit laatste zoekt men niet in de eerste plaats bjj advocaten en dominés, hoe uitstekende diensten zjj overigens ook in den schoolstrijd mogen presteeren. »Of er onder de gekozenen niet zullen zjjn, van wie nu noch ooit eenige kracht zal uit gaan tot verbetering van ons vrij christelijk schoolonderwijs, zal de tjjd leeren. Dat de overgroote meerderheid der gekozenen tot de chr. gereformeerden of ned. gereformeerden behoort, wraken wij niet, al hadden wjj het zoo gaarne anders gewenscht. Slechts zeer enkele chr. schoolbesturen uit de ned. hervorm den toch zjjn toegetreden, en het is dus de schuld hunner achterblijvende broeders, dat de samenstelling van den schoolraad niet anders zal zjjn. »Maar dat zelfs chr. schoolbesturen zich bjj deze gewichtige verkiezingen nog meer door persoonlijke sympathieën dan door de vraag naar paedagogische geschiktheid lieten leiden, is eene niet genoeg te betreuren vergissing, die de taak der specialiteiten in den School raad niet zal vergemakkelijken." Het is met dien raad dus ook hetzelfde als met menige commissie van toezicht op het lager onderwjja, waarin men bjj de keuze van leden vaak meer het oog heeft op gezelligheid onderling, op aangename menschen, en op bij zondere eigenschappen van de personen dan op hun kennis van onderwijs en opvoedkunde. De mannen, daarvan op de hoogte, sluit men liefst buiten dergelijke kringen. Opmerkelijk is o. i. in bovenstaande regelen de verklaring dat men »opvoedkundig talent niet in de eerste plaats zoeken moet o. a. bjj dominé's." Eilieve, hoe hebben wjj het nu? Die mannen hebben juist altijd den hoogsten toon aangeslagen en menig onderwjjzer ten plattelande het leven znur gemaakt, hem wil len doen bukken onder hun scepter, omdat zjj beweerden in kennis van opvoeding te staan verre boven menig eenvoudig maar daarom toch degelyk schoolmeester. En dan: zij moeten juist de jeugd opvoeden tot het hoogste wat er in de wereld istot christelijkheid. Zjj laafden zich bjj voorkeur aan de bron, waaruit alle talent moet voort komen aan den bjjbel, dien men op alle scholen wil brengen als richtsnoer voor alles. Als die mannen nu nog geen verstand hebben van opvoedkunde; als zjj, die op hun catechisaties toch wezenljjk de kleinen tot hooger moeten opvoeren, hun hart vormen wat bp de opvoeding zoo'n voorname plaats vervult dit talent missen; wie moeten het dan be zitten Wjj weten echter nu dat hun dit niet deel achtig is. Het is goed dat wjj dit uit onver dachte bron hooren bevestigen. Voortaan kunnen wjj, zonder beschuldigd te worden van onwaarheid of partijdigheid,[hun met nog meer grond dan tot heden toeroepen op het gebied van het onder wijs zijt gjj, nog wel wat het voornaamste punt betreft, totaal leek. Bindt uw hoogmoed en uw eigenwaan, uw gezag, op dat terrein ingij en uwe voorstanders hebben nu al sedert jaren zich aangematigd mee te praten over dingen, waar van gjj geen verstand hebt. Dat kwam u, volgens getuigenis van een uwer eigen partjjge- pooten, een uwer vooxlichters, niet toe. En dan te moeten bedenken dat zulke man nen jaren lang in Nederland een vinftigen strijd gestreden en in menige gemeente twist en tweedracht gezaaid hebben, zich juist ver bergend achter hnn psoudo-kennis van hetgeen een christelijke opvoeding eischt Jammer dat bovenstaande verklaring wel wat laat komtmenige eenvoudige ziel zou niet zoo gemakkelijk zjjn meegesleept door dominéés en andere beste menschen" met >geliefde na men", die dan zeker meer door hnn drijven dan door hun kennis en talent den schoolstrijd »uitstekende diensten" bewezen. Onze lezers veroorloven ons nog de mede- deeling van enkele oordeelvellingen over de Op de redactie van de Tijd maakte die rede een bevredigenden indruk. Haar komen echter, evenals ons, de voorgespiegelde financieele vooruitzichten bjjna te schoon voor om geheel juist te kunnen heeten. Haar beschouwing samenvattend, meent zjj te kunnen zeggen, dat blijkens deze openings rede de naaste toekomst van het Nederland- sche volk weinig reden zou opleveren voor ernstige bezorgdheid, waren niet twee donkere en dreigende schaduwen overal merkbaar. Van de eerste heeft zjj den naam slechts te noemen om door al hare lezers begrepen te wordenhet vraagstuk der legerwet en van den persoonlijken dienstplicht. Als de anti-revoluti- Onnaire leden in de Tweede kamer halsstarrig bljjven, wat zal dan nog van de verdere werk zaamheid van dit ministerie, wat van de onder veel opzichten zöo hoogst nuttige en hoogst gewecschte samenwerking van de beide fractiën van anti-liberaleri terechtkomen 1 De tweede donkere schaduw, die een treurig waas verspreidde over de geheele openings plechtigheid, zoowel als over de rede van den premier van het kabinet, is volgens de Tijd - de toestand van het geëerbiedigd hoofd van den staat. Had de regeering omtrent den tegenwoordi- gen toestand van Z. M. geen meer opbeurend en geruststellend bericht mede te deelen, dan dat het leven des konings tot dusver gespaard bleef vraagt zjjn redactie. De Standaard vindt de rede een stuk van twaalf goed gebouwde volzinnen, dat llijkbaar berekend is op effect. Zulk eene verklaring van die zjjde over een stuk, hetwelk uitgaat van een christelijk minis terie dat naar effect niet mag jagen, is eigen aardig. Na herinnering aan hetgeen er in de rede staat, wjjst de Standaard er op dat van Suri name wordt gezwegen over Atjeh geen denk beeld ontwikkeldde opiumkwestie niet aan geroerd; en als koloniaal program óns alleen verdere aanleg van spoorwegen en uitbreiding der irrigatiewerken toegezegd wordt. »Dit zal wel te verklaren zjjn zegt het blad uit het feit, dat de nieuwe minister van koloniën nog te kort aan zjjn departement is. Toch zal ook wat Indië betreft een debat tusschen kabinet en kamer niet kunnen uitblijven. Ook de mi nister van koloniën zal dan meer moeten zeggen, dan hij in de troonrede deed. »Toeh maakt het zwijgen én door dezen mi nister én door zijn ambtgenooten over veel, dat tot de meest brandende quaestiën van onze binnenlandsehe en koloniale politiek behoort, in zooverre een pjjnljjken indruk, als er uit blijkt, hoe noch hier, noch in onze koloniën het malaise reeds plaats maakte voor die frisscher energie en levenskracht, die voorbode is van nieuwe toe standen. »Onze politiek is in haar bewegingen nog te logde struikelblokken, die op den weg liggen en telkens moeten weggeruimd, houden te laDg oper is te veel dat de beschikbare kracht uitput, eer men het doel bereikt heeftde na werking van een minder nationaal verleden is nog te taai. »Gelukkig dat onder deze drukkende omstan digheden de troonrede nog beginnen kon met God te danken, dat het leven van onzen koning ook dit jaar gespaard wierd, en dat voor dat leven van onzen koning door de overheid, ten aanhoore van heel het volk, nog in het midden der Staten-generaal Gode dank gebracht wierd". Het anti-revolutionnaire blad is in deze dus spoediger bevredigd en meer tevreden dan de Tijd. Het Utrechtsch Dagblad brengt ook hulde aan de regeering over hare verklaring inzake de behandeling van de legerwet, die getuigt van hare kloekheid in deze. Verder verzekert zijn redactie dat de rede op haar geen ongunstigen indruk heeft gemaakt, al mist zjj daarin tot haar leedwezen opnieuw de aankondiging van wetsontwerpen, die met haar door zoo velen worden noodzakelijk geacht voor den bloei en do on twi&tqiing vau ons land en van onze overzeesche bezittingen. Het Utrechtsch blad herinnert verder aan hetgeen er beloofd wordt maar betreurt het o. a. dat de regeering, naar aanleiding van de ten einde gebrachte enquête betreftende den landbouw, zich niet krachtiger en beslissender uitspreekt ten opzichte van de maatregelen, die ter bevordering van de belangen van dien voornamen tak onzer volkswelvaart noodzake lijk zjjn gebleken. Wat de verklaring der regeering betreft; »dat de beschikbare overschotten van vroegere dienstjaren het mogeljjk maken, het geraamd te kort op de in te dienen begrooting te dekken zonder tot eene geldleening ten behoeve van NederlandBch Indië over te gaan"deze geeft het Utrechtsch orgaan de volgende opmerking in de pen »De vrijzinnige voorgangers van deze regeering blijken dus niet zoo slecht te hebben bestuurd en zoo verkwistend met 's lands penningen te hebben gehandeld, als de geestverwanten dezer regeering aan ons volk hebben trachten diets te maken, toen de stembus voor de verkiezing van de tegenwoor dige kamer van honderd nog geopend was." Brieven ait Zeeusvsch-Vlaanderen (O. D.) Veertien zonnen zjjn er over ons hoofd gegaan; de heeren Rochefort en Thiébaud hebben ons door velen vergeten uithoekje uitverkoren om elkander te bevechtende uitvinder van het Boulangisme heeft het mulle zand onzer grenzen met zijn bloed gedrenkt en ons volk is alzoo ongewone stof voor de conversatie verschaft. Wat ik u bidden mag, lezers, komt nooit bij ons duelleeren, want wordt ge niet uitgefloten, dan geschiedt u erger. Verbeeldt u dat men die heeren hier nu aanziet voor een paar flauwe kerels, tot niets ernstigs in staat. Hoe beleedigend is dit niet voor een Rochefort, van wien wjj weten, dat hjj moedig is als een leeuw en soms heel ernstig kan zijn. Getuigen zjjne houding ten opzichte der oorlogsverklaring aan Duitschland in 1870, zjjn meestrijden als eenvoudig artillerie-soldaat in 1871 en zjjn bjjna doodgezwegen roman Les De'pravés, waarin hjj met weerzinwekkende juistheid de zedelijke melaatsheid van het Parjjsche volk onder het tweede keizerrijk voor het voetlicht brengt. Dit als een soort inleiding. Ter zake nu. Ik sprak in mjjn voorgaanden brief van be zwaren aan het schoolgaan verbonden en noem nu in de eerste plaats de groote afstanden, waarop velen van eene school verwijderd waren. Nemen wjj aan, dat het aantal scholen thans verdubbeld is en dit is stellig het geval en voeg ik daarbjj dat er nu nog kinderen gevonden worden, die een uur ver moeten loopen, dan zal men begrjjpen hoe het eertjjds ge schapen stond. Vervolgens de wegen, die destijds vooral 's winters den gulden tjjd om school te gaan op het platteland indien ze niet onder water stonden, zoo sljjkerig waren, dat zij onbegaan baar moesten heeten, terwijl men thans talrjjke kunstwegen hier vindt. Eindeljjk de kosten, aan het schoolgaan ver bonden, die geheel voor rekening van betrok ken ouders en voogden kwamen. Menig burger of boertje met een talrjjk gezin, doch karig met tijdelijke middelen gezegend, stond voor eene zware taak. Totaal onvermogenden kon den een briefje" van 't gemeentebestuur voor de kleinen bekomen, doch- de meester nam van deze gasten, die hem nog geen windeieren legden, weinig nota, behandelde hen niet zelden hard, zo'odat de school voor de bloedjes eene ware ramp was. Het geheele opvoedingstelsel, de paedagoog, het paedagogium alles even geestdoodend en even weinig aantrekkelijk: schoolgaan was eigenljjk een kruis voor alle kinders. Thans is alweder het woord dat ik niet in de pen heb kunnen houden. Thans onderwjja voor allen zonder zware laster, daar de rjjke man zonder kinderen meebetaalt voor den weinig gefortuneerde, die er een half dozjjn aflevertéen opvoeder voor allen want de onderwijzer is bekwaam en onafhan kelijk, hij doet zijn plicht uit plichtbesef, terwijl hij dien vroeger menigmaal met voeten trad om toch iets in 'tlaadje te krjjgen. En boven en behalve dat alles worden de gods dienstige begrippen van .een iegelijk geëer biedigd. Wat nu de clericalen toch zoo hevig tegen deze gezonde regeling inneemt? Het is m. i. dit. De orthodox protestanten strijden al jaren lang voor de Bchool met den bijbel. De tegenwoordige regeling bevrlt hun niet en dat verwondert mij geenszins. Waar de wet gever van 1857, 1878 en 1889 te rade ging met de belangen van Israëliet, Protestant en Katholiek, sprak bet van zelf dat hjj bet allen niet geheel naar den zin kon maken. De onderwijswet van 1806 was den hervorm den uit het hart gesneden, en toen die in '57 gewjjzigd werd en aan een lang bestaand onrecht voor andersdenkenden dan zij een einde werd gemaakt begon een talrjjke groep van hen de tanden te laten zien. De katholieken, ten behoeve van welken de bjjbel van de open bare school afgevoerd werd, toonden zich in den beginne daarmee zeer ingenomen, om later het jammerlijke spel te spelen, dat zich thans overal aan ons oog begint te vertoonen. Ten slotte werd dan ook uit beginsel aan de eene en uit beginselloosheid aan de andere zijde het bekende monsterverbond gesloten, met het doel om de vrijzinnigen te overvleu gelen en het spreekwoord te stavenles extre mes se rencontrent. Het doel van het verbond is ten deele bereikt. De anti-revolutionnairen dat is het nageslacht der revolutionnairen van 1566 en volgende jaren hebben uit de handen der liberalen ontvangen wat zjj zoo ongeveer begeerden. Daarbjj neem ik aan, dat deze partjj niet tegen volksonderricht is, dat zjj wezenljjk de school met den bjjbel ver langt, waarvoor thans de gelegenheid is open gesteld. Rome evenwel, met zjjne pseudo-sacramen- ten (volgens dr Kuyper), heeft weinig reden om voldaan te zjjn met het verkregene. Is de leus der protestanten christelijk onder was, die van den clerus moet zjjnweg met alle geestbeschaving voor niet geestelijken. Wel jjvert men voor zjjne schooltjes, waar de maag Overladen wordt met onverteerbaren kost, doch ook deze voldoen niet aan de eischen. Later moeten dit wjjngaardjes worden, waarin een leger van broeders en zusters op staatskosten arbeiden kunnen. Alle waarborgen nopens bekwaamheid en zedelijkheid moeten dan na- tuurljjk vervallen en de gediplomeerde leek kan zjjne pjjp dan aansteken met de waardeloos geworden acte van bekwaamheid. Ziedaar het ideaal der P. P. S. J. Is het wonder dat er gemopperd wordt in menig land in Europa? Hiermede neem ik van den lezer afscheid, hem in een slotstukje het restant nit de oude doos toezeggende. Que. Bjj kon. besl. is jhr. mr. G. J. Th. Beelaerts van Blokland benoemd tot voorzitter van de Tweede kamer der staten-generaal, voor het tjjdperk der tegenwoordige zitting. Verder is de kapitein ter zee G. Kruys, ge detacheerd bij het dep. van marine, eervol ontheven van de betrekking van lid der directie van het weduwen- en weezenfonda der militaire officieren bjj de zeemacht, onder dankbetuiging en die betrekking opgedragen aan den kapi tein ter zee W. F. Blaauw, inspecteur van de artillerie der marine. Nog zjjn benoemd bij den pensioenraad voor burgerljjke ambte naren tot secretaris, mr W. P. J. Bok, advo caat te Amsterdamtot hoofdcommies, J. A, van den Ouweelen Dz.tot adjunct-commies, H. Spekking; tot eerste-klerk, H. J. van den Ouweelende drie laatstgenoemden thans bij den raad van toezicht op het pensioenfonds voor burgerlijke ambtenaren in dienst bij het weduwen- en weezenfonds voor bur gerljjke ambtenarentot adjunct-commies J. F. Heemskerk, surnumerair voor den dienst bjj 's rjjks schatkist, en L. Smits, onder-directeur van het wednwenfonds voor de geëmployeerden tot het algemeen bestuur behoorende tot bode, W. G. J. Ph, Koeroo, thans vaste knecht bij het departement van financiën. Door de arr.-rechtbank te Zierikzee is, ter vervulling van eene vacature van rechter in dat college, opgemaakt de navolgende alphabe» tische ljjst van aanbevelingmr J. H. van Bel, substituut-griffier bjj de arr.-rechtbank te Maastrichtmr D. Z. van Duyl en mr P. Coninck Westenberg, beiden als boven te Amsterdam. In de kiesvereeniging Burgerplicht te Amster dam is Woensdag avond door mr P. Rink, van Tiel, gesproken over de stedenwet. Hjj noemde dit ontwerp onwettig, ontijdig, partijdig en onaanneembaar. Na verdediging van deze bewering, waarop wij in ons volgend nommer meer uitvoerig zullen terugkomen plaatsgebrek belet ons dit heden werd met 73 stemmen aangenomen een motie, waarbij de vergadering als haar oordeel uitsprak >dat de wet, als niet bevor derlijk aan het landsbelang, door de volksver tegenwoordiging behoort te worden verworpen." De schrjjver der »Haagsche sprokkelingen" in het U- D. schrjjft »Ik lees daar in een onzer couranten, dat dit jaar weder, evenals in 1889, vanwego den minister van waterstaat, handel en nijverheid, eene najaarsveiling zal werden gehouden in October van afgestempelde post-, port- en telegramzegels, samen ongeveer 92000 stuks. Hoe het rjjk aan gebruikte telegramzegels komt kan ik begrjjpen, hoewel ik ervan mjjn levens dagen zoolang als ze bestaan nog nooit een heb zien gebruiken, en dat de staat in het bezit is van een aantal port-zegelB, is mjj ook duidelijk, omdat de meeste menschen een met boete belasten brief weigeren maar hoe komt hjj aan afgestempelde postzegels, daaronder zelfs eene vrjj groote portie buitenlandsche Want 92000 stuks in één jaar is geen bagatel 250 daags. Van Zwitserland heb ik wel eens hooren ver tellen, dat de platen der oude zegels zijn be waard en van tjjd tot tijd nieuwe edities van die z.g. oudheden worden vervaardigd en afge stempeld, om zoo aan den man te worden gebracht tegen meer dan de voormalige nominale waarde. En ik meen, dat dit ook van Luxem burg wordt verhaald. Ook heb ik wel eens gehoord, dat er in de Stille Zuidzee, enz. staten liggen, zooals Hawaï bv., die postzegels bezitten, welke door hunne sierlijkheid eene verzameling zeer verfraaien, maar bij de ken ners minder gewild zjjn, omdat ze ongestem peld hier te lande voor minder verkocht wor den dan de nominale prjjs, waaruit men afleidt, dat die zegeltjes in die Oceanische staatjes een uitvoer-prodnct vormen, waarvan de Sandwicher postmeester-generaal en derge lijke hooge lieden een benefietje hebben." De heeren doctoren A. J. d'Ailly, directeur van de koepokinrichting te Amsterdam, B. Carsten, voorzitter der 's Gravenhaagsche ver- eeniging voor koepokinenting, F. M. Cowan, president van het bureau van vaccinatie te Dordrecht, A. Th. Folkersma, secretaris van de koepokinrichting te Groningen, S. Frank, directeur van het Pare Vaccinogène te Haar lem, J. Vroesom de Haan, voorzitter van de vereeniging van inrichtingen tot bevordering der koepokinenting in Nederland, Lobry de Brujjn, directeur van het Pare Vaccinogène te Leeuwarden, C. Lugt, geneeskundige aan de rjjks-koepokinrichting te Utrecht, Wolterbr-h Muller, secretaris der VGrarenhaagsche ver eeniging voor koepokinrichting, Post, voorzitter van het bureau van vaccinatie te Arnhem, J. Roosenburg, directeur van het Pare Vaccinogène te 's-Hertogenbosch, J. W. C. M. van der Sjjp, secretaris van het Pare Vaccinogène te Njjmegen, en A. W. H. Wirtz, directeur der rjjks-koepok inrichting te Utrecht, allen bestuursleden enz. der Verteniging van koepokinrichtingen in Ne derland, hebben, naar aanleiding van het wets ontwerp tot gedeeltelijke herziening der wet van 4 December 1872 [Stbld no 134), in 't bijzonder wat de vaccinatie betreft, een adres n de Tweede kamer gezonden, waarin zy op verschillende gronden verzoeken het voorgestelde artikel tot wijziging van art. 17 dier wet te verwerpen, ten einde daardoor ons volk voor een groote ramp te behoeden. Zjj toonen nl. uitvoerig aan lo dat het nut en de goede werking der koepokinenting boven alle redeljjke bedenkingen zjjn verheven 2o dat schadeljjke gevolgen der vaccine slechts bij zeldzame uitzondering zjjn aan te wjjzen, en deze kunnen worden voorkomen 3o dat zonder verplichte vaccinatie (direct of indirect) pokken-epidemieën zich periodiek zullen vertoonen 4o dat de opheffing der verplichting niet kan leiden tot bevordering der vaccinatie, en 5o dat dus geen grond bestaat totwjjziging van art. 17 der wet van 1872. Bij hun adres is gevoegd eene graphische voorstelling van het aantal overledenen aan pokken op 100.000 inwoners in Pruisen, met algemeen verplichte vaccinatie en re vaccinatie, Nederland met verplichte vaccinatie voor de toelating op de scholen, en Oostenrijk zonder verplichte vaccinatie. Voor Pruisen en Oos tenrijk zjjn gekozen de jaren 1868 tot 1874 en voor Nederland van 1866 tot 1872; terwijl in Pruisen en ons land duideljjk aangetoond wordt het enorme verschil tusschen het aantal over ledenen vóór en na de invoering der heer- schende wetten op de vaccinatie. Van den uitgever W. Versluys te Am sterdam ontvingen wij een exemplaar van De permanente internationale raad van opvoeding door Herman Molkenboer. Herhaaldelijk is deze zaak reeds in ons blad besproken, zoodat wjj meenen te kunnen volstaan wet de aandacht op dez§ brochure te vestigen.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1890 | | pagina 1