N°. 213.
1338 Jaargang.
1890.
Woensdag
10 September.
Middelburg* 9 September.
Debezwalkte nagedachtenis,
Dez# courant rerschfjnt d a g e 1 f] k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen;
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.—^
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën20 cent per regel Bij abonnement lager:
Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten benevens alle
dankbetuigingen: van 17 regels f 1.50;
iedere regel meer 0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte:
"FEUILLETON.
ROBIN GRAY.
»0, maak u daarover niet ongerust! Gjj
begrypt natuurlyk dat wij u noodig hebben"
zei de ander vriendeljjk. »Nu, juffrouw Cumnor!
gij zat onze woordyoeisttirj u kan bjj niets
i
thermometer.
Middelburg» 9 Sept. vm. S o 60 gr.
m. 12 u 67 gr. av. 4 u. 63 gr. F.
Verwacht W. wind.
AdT«rt«aHëa
Agentea te Vlissingen: P. G. de VbyMistdagh Zoos, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. v. d. Pbijl, te ZierikzeeA. C. de Mooij te TholenW. A. van
nreuwbhhuuzbjj en te TemenzenM. de Jonge. Verder nemen aile postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de j moeten des namiddags te nur
advertentie-bnrean's van Hijgh Van Ditmab te Botterdam, de Gebx. Bel int ante, te 's Gravenhage, en A. de la Max Azn, te Amsterdam.
Hoofdagenten voor het Buitenland te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangèr6 G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger.
i aan het bureau bezorgd zjjn, willen
zjj des avonds nog worden opgenomen
De nieuwe belasting-ontwerpen.
De volgende beschouwing, uit 's Gravenhage
aan de Zutphensche courant geleverd, verdient
wel zeer de aandacht ook in onze omgeving.
De schrijver zegt dan
Eindelijk zjjn dan toch de reeds zoolang
toegezegde wetsontwerpen op de grondbelasting
en op de gemeentebelastingen aan de leden der
Tweede kamer rondgedeeld en in het licht
verschenen. Erkend moet worden, dat de in
houd wel eenigermate het lang wachten recht
vaardigt, want er is veel over hoop gehaald
en er is veel werk aan besteed. Van de
thans bestaande bepalingen over de plaat
selijke belastingen in de gemeentewet zal
bjjna niets ongewjjzigd blijven bestaan. Blijk
baar heeft de min. van financiën zich gesteld
op dit standpuntAls wij er nu eindelijk toe
over gaan om het belastinggebied der ge
meenten uit te breiden en het haar gemakke
lijk te maken in de toenemende behoeften te
voorzien, laat ons dat dan ook terstond goed
doen en de deur zoover openzetten, dat zjj
niet over korten tjjd alweer om verruiming
behoeven aan te kloppen. En voor dat stand
punt is zeker veel te zeggen. Over de
details der bepalingen, die de min. in plaats
van de bestaande in de gemeentewet wil in
schuiven, durf ik nog geen oordeel uitspre
ken, maar het hoofddenkbeeld, dat er aan
ten grondslag ligt, lacht mjj zeer toe. De be
staande bepalingen waren allengs voor de ge
meentebesturen een keursljjf geworden, waar
door zjj verhinderd werden op de minst
drukkende en meest billijke wijze het budget
van inkomsten en uitgaven sluitend te houden.
Al zal er zeker nog groot verschil van gevoe
len bestaan over de vraagwelke bindende
regelen nog moeten bljjven gelden, handhaving
van het bestaande keursljjf zal door niemand
worden gewenscht. Hier ligt dus voor de
regeering een dankbaar terrein van werkzaam
heid, ook daarom omdat de noodzakelijkheid
van verandering van jaar tot jaar meer wordt
gevoeld.
Het wetsontwerp tot hervorming van het
plaatselijk belastingstelsel staat echter niet op
zich zelf, maar houdt nauw verband met het
andere, geljktjdig ingediende ontwerp op de
grondbelasting, en het is over dat verband,
dat ik enkele denkbeelden aan de aandacht
van uwe lezers wil onderwerpen.
Nu de belastbare opbrengst van het onge
bouwde is herzien en na veel moeite overal is
vastgesteld, is de tjjd gekomen om by de wet te
bepalen hoeveel percent van die opbrengst voort
aan als grondbelasting in de schatkist moet wor
'den gestort. Om die grondbelasting evenveel te
doen 'opbrengen als vroeger, kan natuurlijk een
kleiner percentage worden vastgesteld, omdat
het totaal der belastbare opbrengst zooveel
hooger is getaxeerd. De regeering stelt dan
Uit het Engelsch
tan
HOOFDSTUK XXV.
Wat moest zjj doen vroeg Ivy zich af,' toen
zjj na het tweede dejeuner naar haar kamer
ging om zich klaar te maken. Het was on
mogelijk om de bedoelingen van lord Rauns
leigh niet te begrjjpen: hjj was zóó verliefd,
dat hjj het niet kon verbergen, zoodat zjj eiken
dag een declaratie kon verwachten en zjj be
greep heel goed dat haar vader daar zeer
mede ingenomen zou zjjn. Dallitbwayte grensde
aan Carolside en het was de beste party in
het heele graafschap; maar zy voelde niets
voor hem. Was het dus wel eerljjk om zijne
beleefdheden aan te nemen, bjj hem te komen
logeeren, terwijl zjj stellig wist dat zjj »neen"
zou zeggen. Zy mocht hem wel lijden, als hjj
maar niet met haar wilde trouwenwant het
beeld van Walroud verrees telkens tusschen
ben, en zjj besefte met een pijnlijk gevoel van
vernedering dat zjj nooit een ander zou kun
nen beminnen, al vroeg hjj nooit om hare
liefde. Het was hopeloos, ja eigenljjk be
lacheljjk. De gouverneur van haar broer
tje! Zelf al hield hjj van haar, zou hjj het
ook een lager percentage voor, nl. 5 pet. van
de hoofdsom, edoch een percentage zooveel
lager dan thans, dat de totaalopbrengst ook
vrij wat kleiner zal zjjn dan thans. Ergo, zal
men zeggen, wil de regeering van deze ge
legenheid gebruik maken om de grondbelas
ting te verlagen teneinde tegemoet te komen
aan den gedrukten toestand van den vader-
landschen landbouw. Dat is echter niet geheel
juist. De regeering wil zich met een kleinere
opbrengst vergenoegen, opdat de gemeenten
op deze belasting veel meer opcenten kunnen
heffen dan tegenwoordig, zonder het totaal
van hetgeen aan grondbelasting moet worden
opgebracht al te zeer te doen stjjgen. Op dit
oogenhlik mag de gemeente niet meer dan
10 opcenten heffen van het ongebouwde; worden
de thans ingediende ontwerpen ongewijzigd aan
genomen, dan zal de gemeente 60 opcenten mo
gen heffen van het ongebouwde. Wel is waar
zullen de gemeenten niet verplicht zjjn die
60 opcenten ten volle te heffen, maar
doen zjj het niet, dan staat daaróp de
straf, dat zjj minder krijgen uit 's rijks
schatkist, en men mag dus wel aanne
men, dat in de overgroote meerderheid der
gemeenten het percentage van 60 terstond zal
worden ingevoerd. En geschiedt dit, dan zul
len alle grondeigenaars te zamen over het
geheele land aan hoofdsom en opcenten (de
provinciale opcenten bljjven buiten rekening)
circa ƒ400,000 meer aan belasting op het
ongebouwde opbrengen dan aan hoofdsom en
opcenten voor rjjk en gemeenten wordt op
gebracht volgens de tegenwoordige regeling.
Nu is vier ton wel een aanzienljjke som, vooral
in een tijd waarin algemeen wordt geklaagd
dat de grond reeds veel te veel betaalt en
dus ontlast moet wordenmaar evenredig
verdeeld over zoovele duizende grondeige
naars zou de verbooging toch niet exorbitant
kunnen genoemd worden. Maar van een even
redige verdeeling in dien zin, dat ieder
eigenaar naar verhouding iets meer zal be
talen, zal geen sprake zjjn. Er zjjn geheele
provinciën, waar in totaalsom ondanks de 60
opcenten minder zal worden betaald dan vroe
ger, maar daartegenover staat, dat dan ook in
de andere provinciën des te meer moet wor
den gevraagd, zal het totaal over 't geheele
land toch nog vier ton hooger zjjn dan thans.
In Noord-Brabant, Limburg en Zeeland b. v.
wordt men van veel gunstiger conditie, daar
entegen worder Overjjssel, Drenthe, Groningen,
N.-Holland en niet het minst Gelderland van
slechter conditie, want daar zal men meer
moeten betalen wat er in het Zuiden des
lands minder wordt opgebracht.
Maar dat is, zal de min. antwoorden, ook
zeer billijk. Nu gebleken is dat b. v. in Lim
burg de belastbare opbrengst te hoog was
vastgesteld in verhouding tot die in Gelder
land, brengt de billijkheid mee om dat on
recht te herstellen door de nieuwe taxatie als
maatstaf te nemen en van die opbrengst, zoo
als ze thans door de schattingscommissies is
gefixeerd, overal een geljjk deel te nemen
voor de schatkist. Dat is de peraequatie die
men steeds gewild heeft en waartoe men voor
het gebouwd reeds gekomen is. Die perae-
haar nooit durven bekennen. Er was slechts
éen middel om aan die moeieljjkheid te
ontkomen en dat was, met lord Raunsleigh
te trouwen, dat zou haar bewaren voor een
dwaasheid 1
Onder dien indruk stak zjj een bosje viooltjes
in haar mantel en ging naar beneden. Lord
Raunsleigh, die in de gang stond, zag haar
vol verrukking aan en hoopte dat zij weldra
als meesteres die trap zou afkomen. Hjj dacht
geen oogenblik aan Bessie Lee, het meisje dat
hem had bemind en armoede en schande om
zynentwil verdragen. Met het verleden had
hjj gebroken en hjj zag niets dan de toekomst.
Toen hjj de viooltjes zag, die Ivy droeg, scheen
zjjn geluk het toppunt te bereiken.
»0", begon bjj, »als gjj slechts wist
Op dat oogenblik kwam Seton juist aan en
hjj voegde er eenigszins mat bjj, »hoe lief die
viooltjes staan.
»ZooDaar kan ik mjj gemakkelijk van
overtuigen door in den spiegel te kjjken."
»Is zij niet beeldschoon vroeg hjj zacht
aan den schilder.
»Jaeen eigenaardig type. Ik zou haar
wel willen schilderen."
»Dat zult ge dat is te zeggen als
alles goed gaat, dan moogt gjj haar dezen
zomer ten voeten uit schilderen."
»Dan wensch ik u van harte geluk," zei
zjjn vriend lachend.
Dien middag wandelde Iredell alleen langs
quatie is wel niet aangenaam voor die stre
ken, waar men tot een hooge schatting van
de opbrengst is gekomen, zoodrvt er gemeenten
zjjn, waar men dubbel zooveel ial moeten be
talen dan vroeger, maar men weet vooraf, dat
dit van peraequatie het gevolg zal zjjn. Onder-
tuaschen dit voegt de minister er bjj
juist om den meerderen druk van die peraequa
tie het minst te doen gevoelen heb ik deze
zaak de nieuwe regeling der grondbelasting
in verband gebracht met mjjne plannen be
trekkelijk het gemeenteljjk belastingstelsel. De
zaak wordt nu zoo geregeld dat de grondeige
naren, wat zy ten slotte meer zullen moeten
opbrengen aan grondbelasting, ruimschoots
terug zullen vinden in lagere hoofdelijke om-
Blagen en minder opcenten op het personeel.
Dat klinkt ook inderdaad heel mooi, maar
een paar kleinigheden worden toch over het
hoofd gezien. "Vooreerst dat de burgers, die
het meest in de hoofdeljjke omslagen bjjdragen,
volstrekt niet altjjd dezelfde zjjn, die ook het
meest in de grondbelasting opbrengen, en
dat het in de tweede plaats voor een boer
niet precies - hetzelfde is of hij 100 meer
betaalt in de grondbelasting dan wel 100
meer in den hoofdeljjken omslag. Door het
laatste wordt zjjn vermogen, zjjn kapitaal niet
aangetast, door het eerste wel. Naarmate
een belasting, zooals de grondbelasting, een
meer zakelijk karakter heeft, treft zjj meer
de vermogens als zoodanig. Als men mij f 100
meer aan grondbelasting laat betalen, dan
zal mjjn boerderjj bjj publieke verkooping
f 2000 k f 2500 minder opbrengen dan anders
het geval zou zjjn, want met dien vasten last
wordt rekening gehouden. "Wordt daarentegen
mijn hoofdeljjke omslag verhoogd, dan zal
dat op den verkoopprijs weinig invloed hebben.
Maar er is meer. Duizende boerderijen zijn
zwaar verhypothekeerd, en de eigenaars van
die hoeven betalen ook weinig iu den hoof
deljjken omslag, om de eenvoudige reden dat
wel hun vast goed groot maar hun inkomst
gering is. De meerdere grondbelasting zullen
zjj eerst ten volle moeten betalen, ook al is
hun goed boven de waarde met hypotheek
belast. Waaruit volgt dat door dergeljjke
regeling juist de zwakke boeren nog zwakker,
ja geruïneerd zullen worden.
Ook van de gebouwde eigendommen zal voort
aan meer moeten worden betaald. De hoofdsom
voor het rjjk bljjft vrij wel onveranderd, maar
in plaats van 40 zullen door de gemeenten 60
opcenten geheven worden, zoodat in het geheel
voor rijk en gemeente zeven ton meer zal worden
opgebracht voor belasting op het ongebouwd.
De schrijver komt ten slotte tot deze conclusie.
In die streken, waar de meeste boeren pachtboeren
zjjn en de meerdere grondbelasting hoofdzakeljjk
zal betaald worden door uitwonende landheeren,
zal men met de verplaatsing van druk zeer
tevreden zjjn in streken, waar dat niet het
geval is, zal men niet zonder reden klagen over te
grooten druk voor den landbouw. Laat ik er
alleen nog bjjvoegen, dat, om tot die uitkomst te
geraken, de Staat zich eene opoffering van twee
millioen 's jaars moet getroosten, omdat de Staat
niet alleen een deel van zijn grondbelasting,
maar ook de 28 opcenten op het patent en de 20
het strand, in de richting der woning van
Salome Thurhill.
Rob was met zjjn vader uit en het gesprek
aan het ontbjjt had den gouverneur doen be
slissen hoe hjj den namiddag zou besteden.
Rob had gezegd
»Ik ben gisteren bjj Salome geweest,
papa, en wat denkt gjj dat zjj mjj verteld heeft"
»Zeker weer iets onzinnigs."
»Zy vertelde dat een heeleboel menschen
de klok onder de zee hadden hooren luiden
en dat dit een slecht voorteeken voor de Cum-
nors was. Ik heb aan den heer Walroud ge
vraagd wat een voorteeken is en hjj zegt, dat
is een soort van waarschuwing. Hoe kan een
klok als waarschuwing onder de zee luiden,
papa
Het gelaat van den ouden heer betrok en
hjj riep woedend uit»Die ellendige wauwe-
laarsterIs ze weer bezig Als er éen on-
dragelyke plaag op de wereld is, dan is het
een oude dienstmaagd! Hoe durft Salome u
zulke malle dingen vertellen
»Mijnheer Walroud heeft de klok ook
gehoord en neef Grantley ook, en mjjnheer
Walroud zegt dat het dwaas is om van een
voorteeken te praten. Hij zegt dat de golven
de klok in beweging brengen als de wind ze
er tegen aandryft."
De oude man zag Culhbert verwonderd aan
en zei:
>ZOO, dus zjjt gij niet bijgeloovjgï"
rjjksopcenten op het personeel aan de gemeenten
wil afstaan. Ongetwjjfeld een royale propositie,
maar die hoogst waar3chjjnljjk ten gevolge zal
hebben, dat er weer voor twee millioen nieuwe
rjjksbelastingen moeten worden gevonden. En
het spreekt van zelf, dat daarin ook weder alle
gemeenten en provinciën des lands evenredig
moeten bjjdragen. Om eene zuivere rekening op
te maken moet ook daarmede rekening worden
gehouden.
Dr A. W. Bronsveld uit in zijn jongste kroniek
de meening, dat de bondgenootschap tusschen
de katholieken en de anti-revolutionairen tot
eiken prjjs zal worden gehandhaafd. Hjj gelooft
niet, dat het verschil van gevoelen over den per
soonlijken dienstplicht dat verhinderen zal. Naar
hjj vermoedt, zullen de anti-revolutionairen wel
blijven z eggen, voorstanders van de afschaffing
der plaatsvervanging te zjjn maar er op aan
dringen, dat eerst het leven in de kazerne dient
te worden verbeterd. Dit beschouwt dr B., eren-
als wjj het begin van bet leggen eener brug over
de klove, die de bondgenooten scheidt. Hjj acht
dat eene droevige manoeuvre en eene onoprechte
uitvlucht, te meer omdat juist door de invoering
van den persoonlijken dienstplicht het leven in
de kazerne van zelf een anderen toon krjjgen zou.
Verder schryft de heer Bronsveld o. a.
»Wat zullen wjj dus in dit zittingjaar aan
schouwen Een vernieuwd samengaan en
samenwerken van Roomschen en anti-revoluti-
onnairen. En als de tjjd der verkiezingen daar
is, zullen wjj deze beide legermachten aan
schouwen, weêr éen van hart en éen van zin.
Niet alleen de RoomBch-katholieken, die geen
eigen wil mogen hebben, maar ook de doleeren-
den, die geen eigen wil willen hebben, en de
>anti-revolutionnairen," die nog gehypnoti
seerd zjjn, zullen het vaandel volgen, dat de
kweekeling der jezuïeten, dr Schaepman,
omhoog heft en in den naam der oude
geuzen zal nu dit land onder de macht
worden teruggebracht van den paus, en zal
het nakroost der martelaren gewillig doen,
wat aan Filips van Spanje en aan Alva niet
gelukken mocht. Is het waar, dat wjj »een
geoordeeld volk" zjjn Is het in Gods raad
besloten, dat wjj moeten ondergaan als pro-
testantsche natie, en dat de zware hand van
Rome ons zal wegvagen uit de rei der volken,
die de vrjjheid naar het evangelie liefhebben bo
ven alles Wjj weten het niet, en wjj willen het
nog niet gelooven. Maar dat de redacteur van de
Standaard en Heraut ons volk heeft kunnen leiden
op een weg, die voert naar Rome, is zeker een
feit, dat tot diepe verootmoediging en tot ern
stig nadenken stemt. Dat hjj mannen, die
vroeger onafhankelijk en evangelisch gezind
waren, thans dwingt, om achter de leiders der
ultramontanen aan te gaan op poene van hun
kamerzetel te verliezen, en dat zjj daarvoor
bukken dit doet ons toornen over zooveel ge
dweeheid en karakterloosheid. Zoolang hier
het vrije woord nog mag gesproken worden,
zullen wij het doen hooren, ook al stonden
wjj alleen en moet ons volk wegzinken in de
macht van Rome, het zal niet kunnen worden
gezegd, dat wjj niet hebben gewaarschuwd."
By deze aanhaling voegt de schrijver der
Volstrekt niet. Dat klokgelui laat zich
zeer gemakkeljjk verklaren en als ik u was
zou ik al die domme lieden tot zwjjgen bren
gen door de klok op te visschen dan kan
zjj onmogelijk meer luiden."
»0 Ik vind niet dat het de moeite en
de kosten waard iel H6t ding luidt slechts
eens in de veertig jaar."
Toen Culhbert hem strak aanzag merkte hjj
dat Gervase Cumnor met bijgeloovige vrees
vervuld was, ten prooi aan al de angsten van
een kwaad geweten.
»Ik zal u wat vertellen; Rob, wij zullen
eens op een dag in een boot gaan en beproeven
of wjj den spits van den toren kunnen te zien
krijgen", zei Culhbert.
»0, die was bjj kalm weer best te zien
maar het zeewier is er in den laatsten tjjd
erg over heen gegroeid."
»0, hoe aardig, dat moet ik zien 1 Een
verdronken kerk? Waren er mensehen in,
toen zy verdronk, papa
»Neen, dat geloof ik niet. Men zegt dat
het een aardstorting is geweest. En dat doet
mjj denken dat de oude Meadow mjj verteld
heeft dat er nog wel eens zoo een zal komen.
Hij zegt dat de vorst de geheele beneden duin
ondermynd heeft en het zou hem niet ver
wónderen, als die bjj de eerste zware regenbui
instortte."
»Ia de weg langs het strand dus niet
veilig
persoverzichten in de Haarlemsclie courant de
volgende, zeer juiste opmerking»Het kan wel
zjjn, dat dr. Bronsveld voor zjjne stellige over
tuiging omtrent de te verwachten voortduring
van het bondgenootschap goede gronclen heeft
maar zoolang de Standaard zich niet klaar en
open uitspreekt, schjjnt ons zijn oordeel, voor
zoover het op uitingen van de pers gegrond
is, wel wat al te stellig. Aan den anderen
kant zien wij echter in al die polemiek tusschen
de Standaard en de katholieke bladen nog geen
zekere voorteekenen, dat de bondgenooten het
in 1891 niet langer met elkander zullen kunnen
vinden".
Aan het denkbeeld van de Wageninger be
treffende eene nieuwe partjj-formatie, die zich
zou plaatsen op geloovig christelijk standpunt,
maar niets zou willen weten van samenwer
king met Rome, wjjdt dr Bronsveld slechts een
paar woorden; hjj zal er later op terugkomen.
Maar hjj uit zijne verbazing over de bewering,
hier en daar geuit, als zou hjj zich hebben
aangesloten bjj de liberalen.
De Indische begrooting voor 1891, welke
eerstdaagB wordt ingediend, zal naar wjj
vernemen een belangrjjk tekort toonen men
spreekt zelfs van 20 millioen. Vermoedeljjk is
de slechte koffieoogst de voornaaamste oor
zaak. (Hbl.)
Bjj kon. besl. is, zooals nog in een deel der
oplaag van ons vorig nommer gemeld werd,
benoemd tot burgemeester van Axel D. J.
Oggel en van Borssele J. Rottier Lzn.
Verder is benoemd tot notaris binnen het
arr. Zutfen, ter standplaats Raalte, J. G. Tijhoff,
candidaat-notaris te Enschede.
Aan de kapts. t/z. titulair F. J. P. M. Mulder
en H. A. de Smit van den Broecke, is vergun
ning verleend tot het aannemen en dragen van
de versierselen van ridder 3e kl. der orde van
den Rooden Adelaar, hun door Z. M. den keizer
van Duitschland, koning van Pruisen, ge
schonken.
In zjjnen rang is overgeplaatst bjj het wapen
der infanterie van het leger in Nederlandsch-
Indië, de tweede-luitenant H. W. Blokland,
van het 5e reg. inf.
Eindeljjk is ingetrokken de verplaatsing van
den belastingontvanger Quaedvlieg van Zeve
naar naar Harderwijk, en zjjn benoemd tot
ontvangers der directe belastingen enz te Ter-
Apel (Vlachtwedde) W. den Broeder, boekhou
der aan het belastingkantoor te Vlaardingen
te Harmeien C. A. H. W. Houwink, thans te
Nieuwkoopte Charlois C. A. P. J. A. Groene-
walt, thans te Flymente Vries c. a. W. G.
Amons, surnumerair te Amsterdam te Vaals,
N. P. A. Koemans, thans te Heythuizen; te
Makkum, J. C. Gredner, thans te Vries, en te
St. Annaparochie C. A. A. Volkmaars, thans
te Vianen.
De gewone audiëntie van den minister van
oorlog op aanst. Donderdag en die van den
minister van waterstaat op aanstaanden Zater
dag zal niet plaats hebben.
>0 neen maar het is alleen de beneden
duin. Als ik u was zou ik langs het strand
niet naar St Mary Wel wood gaan wandelen.'4
Verbeeld u dat er eens zoo'n aardstor-
ting kwamriep Rob verschrikt uit.
>Ik ga door het dorp'", zei Gervase op
staande, »en zal die Salome eens op haar plaats
zetten."
Op zijn kamer teruggekeerd; begreep Culh
bert dat hij geen geschikter oogenblik kon
vinden om inlichtingen van de oude vrouw te
krijgen dan onmiddelljjk nadat Cumnor haaf
verlaten en boos gemaakt had. De fortuin was
hem gunstig, want tegen twaalf uur kwam
deze zjjn zoon balen om met hem in de pastorie
te gaan koffie drinken, en nu was hij juist op
weg naar het witte huisje aan het einde der
dorpsstraat, toen hij de dogcart van Dallith-
wayte ontmoette met lord Raunsleigh en Ivy
voorop en Seton Lov6ll met een andere dame
achterop.
»Dat is toevallig! Wjj kwamen u juist
een bezoek brengen, Walroud," zei lord
Raunsleigh.
»Mjj een bezoek brengen, dan hebt gjj
zeker erg weinig om u te amuaeeren", zei hjj,
zjjn hoed afnemende met een spotachtiaen
glimlach.