N°. 209. 133" Jaargang. 1890s Y:rijdag 5 September Deze courant rerschgnt dagelijks; met uitzondering van Zon- en Feestdagen: Prijs per kwartaal in Middelbrug en per post franco 2.-^1 Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cant. Advertentïën20 cent per regel; Bij abonnement lager: Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten benevens alle dankbetuigingen: van 17 regels 1.50; iedere regel meer /0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Middelburg 4 September. Brieven uit Zeeuwsch-Vlaanderen (O. D.) ONDERWIJS. UIT [STAD EN PROVINCIE. Vkemomctor. Middelburg 4 Sept. to. 8 o 60 gr. m. 12 a 66 gr. av. 4 u. 63 gr. F. Verwacht verand. wind Agentea to Vlissingen: P. G. db Vbt Mesïdabh Zoox, te Goes: A. A. W. Boldaïd, te Kruiningen: F. v. D. Pbijl, te Zierikzee: A. C. db Moois te Tholen: W. A. va* AivcrtenttBn NnrovraïHuirani en te Terneuzen: M. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiè'n aan, evenals de j moeten des namiddags te era ntr advertentie-bnrean's van Niioh Vak Ditmab te Rotterdam, de Gebk. Bedinïante, te 's Gravenhage, en A. de da Mak Azn, te Amsterdam. j aan het bureau bezorgd sjjn, willen Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parijs en Londen, d9 Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daubs Cie., Johh F. Jckes, opvolger. i xjj des avonds nog worden opgenomen De lezers van de Middelburgsche courant, die genegen mochten wezen om m«t mjjeenkjjkje te nemen in de scholen aan den linkeroever der Schelde, behoeven geen toilet te maken, want wp gaan niet op reis. Trouwens, dat zou ook weinig baten, daar de scholen, die ik op 't oog heb, reeds lang afgebroken zijn of dermate gerestaureerd, dat haar eigen maker ze niet meer herkennen zou. Ook handelt deze brief niet over bouwkunde. Waarover hg dan wel handelt Och, waarde leaer, over alles en nog watals ik echter een naam aan rnjjn geesteskind wilde geven, zou hg luiden «Toe stand van 't onderwijs in ZeeuwBch-Vlaanderen vóór 40 jaren" ofschoon men 't met dien titel niet te nauw mag nemen. Het zal menigeen, even als mij, niet gemak kelijk vallen zich een idee te vormen van de school, waarin mjjn oudste gewestgenooten de eerste vruchten der wetenschap plukten, van dat vunzige hok, waar de jeugd, gedeeltelijk op bankjes gezeten, gedeeltelijk neergehurkt, onderwgs ontving. Het is dan ook moeilijk te begrijpen dat dit huis vroeger de school was. Hoe kon dit kleine gebouw al die kin deren bevatten, vraagt men allicht, niet wetende dat er uit menig gezin maar éen kind school ging en dan nog slechts voor een beperkten tjjd. Dat de scholieren turf en hout voor het vuur en brood voor meester meebrachten is velen misschien wel eens verteld, anders zal het ook al heel zonderling iemand in de ooren klinken. Het is dan ook tegenwoordig heel anders. De school is een paleis (volgens de clericalen). Schier alle kinderen gaan school al is 't schoolverzuim des zomers ontzettend e* tde onderwijzers zijn heeren gewordenzooals niet zoo heel lang geleden hun hoogste chef zioh uitdrukte. Men heeft dit den heer Heems kerk kwaljjk genomen en toch waren zijne woorden zoo kwaad niet gemeend onze talent volle minister van Btaat verdient wezenljjk eene plaats in hun hart. Merkwaardig genoeg is de jeugd op het platteland onbekend met het gevleugeld woord van den heer Heemskerk het met dezen eens. Het meerendeel der kinderen zijn uit een arbeidersgezin en 'tis dus begrijpelijk, dat zjj de onderwijzers, die zich soms eene weelde veroorloven, waaraan niemand hunner huisge- nooten denken kan (het hoeft daarom juist nog geene weelde te wezen) voor rjjke menschen houden. De schoolmeesters komen dan ook in het algemeen flink voor den dag, toonen zich ferm en degeljjk en maken op ouders en leer lingen een goeden indruk. De tjjd van kruipende nederigheid, van provincialistische botheid en uilachtige beschroomdheid is voorbjj. Uitzon deringen zjjn er, zeer zeker; dit doet echter den regel meer in 't oog vallen. Doch nu ben ik wat afgedwaald. Ik had beloofd u iets over schoolzaken te vertellen onder de wet van 1806 Ik begin dan met van die wet zelve met lof te gewagen. Aan den ellendigen toestand, waarin het volk verkeerde of verviel in den reuzenstrijd dier tjjden tusscben tirannie en vrijheid, wilde de verlichte raadpensionaris S. een einde maken. Door invoering van lager onderwgs, dat zoo goed als niet bestond, zou de regeering het volk opheffen uit het sljjk van onkunde en zedelijk verval. Voorwaar eene schoone gedachteen al kwam er slechts een enkele lichtstraal het treurig leven des volks verhelderen en al was die wet niet van partijdigheid vrjj te pleiten, toch moeten wjj erkentelijk zjjn voor het goede, dat er uit voortvloeide. Ik spreek gaarne en veel met ouden van dagen, wat een zeer geschikt middel is om met de huidige maatschappelijke toestan den genoegen te leeren nemen. Keuvelende met menschen, die de eerste zaden der wetenschap in Zeeuwsch Vlaanderen op den akker der menschheid uitgezaaid hebben en zagen ontkiemen, heb ik mjj steeds moe ten verwonderen over den dorst naar ken nis, die bij onze voorvaders voorzat. Ook zg wisten zeker dat «kennis macht is", want hoeveel moeite en opoffering hebben zjj zich getroost om een bagatel kennis te verwerven! En hoe dat weinig gewaardeerd werd, bljjkt uit de schatten, die vergaard werden met de luttele ontvaDgen talenten. Van moeite en opoffering heb ik zooeven gesprokenalsof thans alles van zelf komt NeenDoch 't verschil is groot, Vóór 40 of 50 jaren, om eens een be paalden tjjd niet te ver in 't verleden te noe men, waren er bezwaren aan het schoolgaan Terbonden. Ten eerste, was de meester niet gelden nrotest, it en lat onderwijs Confessio neel, zeer tegen den zin der Roomsóhe gees telijkheid, die toen neutraal onderwgs verlangde. Ten tweede, doch eer ik mjjne opsom ming verder voortzet, moet ik u eerst zeggen, dat dit bezwaar geen bezwaar was. Zeer zeker strekt dit onzen vaderen tot eer, ofschoon ik niet zeker weet of hun al de eer ervan toe komt. Onverdraagzaam waren zjj bepaald niet, anders hadden zg zich niet in dien toestand kunnen schikken. Nooit hadden echter betee- kenende botsingen plaats en ik meen zelfs met zekerheid te kunnen meedeelen, dat de toe stand populair was. Doch het arme volk was misschien niet geheel toerekenbaar, zoo iets kan ook ten opzichte van 't goede bestaan, al beeft het omgekeerde vaker plaats, zooals da geschiedenis van den dag ons leert. Tegen woordig toch ziet men in ons landje wel eens een enkel man de openbare school met steen tjes werpen en, waar daartoe gelegenheid bestaat, ziet men een niet onaanzienlijk getal aspi- rantmenscben naar de bjjzondere school gaan. Doch 't gaat er gewoonljjk mee als met het lezen van zeker clericaal blaadje; de agent gaat rondgebruikt den naam van den pastoor en velen durven niet weigeren Ontoerekenbaarheid is altjjd betrekkelijk, al naar gelang de menschen meer of minder ontwik keld zjjn. Daarom weerhoud ik een luid hoera voor de oudste negentiende eeuwerB en bepaal mjj tot eene goedkeurende hoofdbuiging. Was er s Zondags wellicht georeerd in Gods huis als nu wel eens gebeurt, dan waren de poppen wel aan 't dansen gegaan. Noch het een noch hot ander gebeurde. Of men toen zoo goed niet durfde dan wel of de priesters in 't alge meen minder onverzoenlijk waren durf ik niet beslissen. Gaarne wil ik het laatste gelooven, al kan ik ook de meening niet van mg afzet ten, dat het eerste de schaal deed doorslaan. Want de toenmalige «Haagsche Heeren" waren echte Geuzen, die aan de dagen van Willem den Zwijger herinnerden en velen in bedwang hielden. En de zwart-internationalen waren met hun plaatsje in den engelenbak schijnbaar tevredenzjj toonden er zich niet misnoegd over, dat zij maar van verre moesten toekjjken, misschien hopende op een tijd dat men hunne handige dillettanten op het tooneel zou roepen om de hoofdrollen op zich te nemen. Afwachten verdeelen en heerschen zjjn drie woorden, welke ons die kalme berusting en de houding van Rome vag^oorheen en thans verklaren. Waar men nu vuur en vlam spuwt en scheldt als bezetenen op de neutrale school maakte men toen stilzwjjgend gebruik van eene school, die negatief Roomsch was. Heden bestrjjdt men, wat eertjjds verdedigd, ja afgesmeekt werd, waarvoor men vroeger zjjne lans brak, Leer zaam is dit alles wel dunkt mjj. Ook hieruit blijkt zonneklaar, dat Rome als ik van Rome schrjjf bedoel ik de thans overheerschende Jezuïten-partjj die, als altjjd, de rustige, kalme geloovigen prikkelt en aanzet om mee te doen aan het drjjven tegen de mo derne maatschappij tevreden is met alles en met niets naar omstandigheden. Meer zal ik er maar niet van zeggen alvorens tot die ybezwarenterug te keeren. Evenwel stel ik voor om die tot de volgende gelegenheid te bewaren. Ik vraag den vriendeljjken lezer ver schooning voor den omweg, dien ik met hem gemaakt heb, en geef hem de verzekering dat, al mocht dit nog meer gebeuren, ik hem toch nooit om den tuin zal leiden. Ter bevestiging van het uit de Standaard overgenomen bericht wordt gemeld dat door de rechtbank van 's Gravenhage rechtsingang is verleend tegen den uitgever van Recht voor allen ter zake van beleedigende artikelen tegen den minister van binnenlandsche zaken, jhr. De Savornin Lohman, en een officier van het leger, in dat blad opgenomen. De uitgever wordt niet vervolgd, warneer op de eerste aanmaning na den rechtsingang de schrgver is bekend gemaakte Het is voor den minister van de kroon te hopen dat bjj de behandeling van dit proces hem niet weervare wat bjj laster-ver volgingen zoo vaak het geval is, nl. dat zjj onaangena mer zjjn voor den z. g. belasterde dan voor den vervolgde. In het N. v. d. D. kwam dezer dagen een ingezonden stuk voor, dat den volgenden, voor ouders en voogden zeer dringenden en hoogst noodigen raad bevat Nu de wet pp het militair onderwjjs door Z. M. den koning is bekrachtigd en in het StU. opgenomen, waardoor allereerst éen van de twee bestaande is opgeheven, is het volgens den schrgver, die zich Sapienti Sat noemt, niet ondienstig, ja, plichtmatig, om jongelingen, die zich bjj het instructie-bataljon of bjj een der regimenten infanterie vrjjwillig voor den militairen dienst willen verbinden, met het vooruitzicht om eenmaal langs dien weg officier te zullen kunnen worden, ten ern stigste te waarschuwen voor de zoo goed als zekere teleurstelling, die het overgroote deel hunner zeker zal ondervinden. Door de zeer beperkende bepalingen toch voor de jaarljjks open te stellen vacatures is de weg om door het leger officier te worden in de toekomst zoo goed als afgesneden. Dit jaar, nu de wet nog niet in werking is, komen van een getal van circa 38 vacatures op den hoofdcursus ongeveer 160 adspiranten. Dit zjjn onderofficieren, die minstens twee jaar met succes den wetenschappeljjken cursus bjj het regiment moeten hebben gevolgd, die zich hebben moeten onderscheiden door een uitste kend gedrag en die bovendien bgzondere theo retische en practische geschiktheid moeten be zitten. Elk jaar komen zeer velen hierbjj-, terwjjl het aantal vacatures bij het inwerkingtreden der nieuwe wet hoogstens een twintig- a Tjjf- en-twintigtal zal bedragen. Daarbjj komt, dat bjj het leger zoowel als bjj het I. B. steeds een aantal zeer ontwikkelde jongelui in dienst treedt, die niet in de gele genheid waren of gesteld konden worden, om examen te doen voor de K. M. A., meestal om dat het hun ouders aan de middelen ontbrak om hen voor langer of korter tjjd een dure kostschool te doen bezoeken, hetgeen voor het slagen in dit geval eene bijna onmisbare voor waarde is en zal bljjven, maar ook omdat voor vele ouders de jaarljjks te betalen vergoeding aaii de- K7M. A. het'grooCSft struikelblok is. «Wjj gelooven dan ook niet te veel te zeg gen," zoo vervolgt de schrgver, «dat de nieuwe wet op het militair onderwjjs den nekslag zal geven aan de opleiding tot officier van onder officieren uit het leger, omdat de concurrentie onmogelijk, wordt. Wjj kunnen niet zeggen, hoe diep wjj dit betreuren, niet- alleen uit maat schappelijk oogpunt als traditie en billjjkheid) maar ook en voornamelijk omdat het leger, zoowel hier te lande als in Oost-Indië, lang. zamerhand zal beroofd worden van een cate gorie van officieren, die, wanneer hunne wetenschappelijke opleiding gewaarborgd is geljjk thans geschiedt, in niets behoeven achter te staan bjj hunne kameraden, herkomstig van de K. M. A., maar die integendeel door prac tische ervaring en geschiktheid in menig opzicht de voorkeur verdienen." Ten slotte zegt de schrgver: «Het aantal te leurgestelde onderofficieren, dat bjj het wapen der infanterie thans reeds tot eene schrikkelijke hoogte is geklommen en dat nog steeds staat te worden vermeerderd, behoeft, ja, mag niet opnieuw worden vergroot, althans niet zonder dringende en ernstige waarschuwing." Het doel van de thans te 's-Hage vergaderde conferentie betreffende de zalmvisscherjj op de Maas is, het aan de hand geven van de middelen tot bescherming van den vischrjjk- dom der Maas, en meer bepaaldeljjk der zalm. Vermoedelijk zullen de bijeenkomsten 14 dagen duren. Bg kon. besluit is, zooals gisteren nog in een deel van ons nommer geroerd werd, herbenoemd tot burgemeester van Schore H. van Koeve- ringe. Op verzoek is eervol ontslag verleend aan H. M. Hennequin als officier van gezondh. 2e kl. en J. A. Dorrenboom als le-luit. bjj het 4e bat. rustende schutterjj in Zeeland en aan jhr C. A. J. van Citters als 2e-luit bg het 3e bat. dier schutterjj. Bg de rustende schutterjj in Zeeland zjjn be noemd bjj het 3e bat., tot kapt. J. H. O. Dominicus, thans 2e-luit.; tot le-luit. H. C. J. Do- minicus en J. Stsketee, beiden thans 2e-luit.tot 2e-luit. H. N. baron Schimmelpenninck van der Oye, vroeger 2e-luit. bjj de dienstdoende schut terjj te Goes, en D. P. Prumers, J. Q. C Wabeke, J. Koert en W. F. K. Lenshoek' allen thans schutter. Verder is aan D. F. Poujol, predikant te Mazamet (Frankrjjk), vergunning verleend tot het aanvaarden van de kerkeljjke bediening van predikant bg de Waalsch-hervormde ge meente te Utrecht. Tot ondersteuning in hunne studiën is een beurs van 800 toegekend aan F. Dozy, A, D. van der Harst en P. 8. van Ronkel, stu denten te Leiden G. J. Nolst Trénité, J. G. Bolt en J. Jansen, studenten te Utrecht, H. Hemmes en W. Rouwman, studenten te Gro ningen. .Benoemd zjjn bjj den plaatselljken- staf tot kapitein de le-luit. J. C. E. C. G. M. van Maanen,pi. adj. te Arnhem; tot la-luit. de 2e- luit. J. J. A. Epke, pi. adj. te Haarlem. Bjj het wapen der infanterie zjjn benoemd tot majoor de kapt. H. G. J. van Hoogstraten, van het reg. gren. en jagers, gedetacheerd bg het leger in N. I., tot le-luit. de 2e-luits. L. J. K. de Reede, H. J. L. A. F. Steup, A. F. Sutherland en F. W. J. Loudon, eerst- en voor- laatstgenoemde gedetacheerd bjj de landmacht in W. I., de tweede en laatstgenoemde gede tacheerd bg het leger in N. I.j bjj het reg. gren. en jagers, tot luit.-kolonel, de majoor J. L. Le Bron de Vexela tot le-luit. de 2e-luit. I. W. Storm de Grave, beide van het korps bjj het le reg.: tot luit.-kol. de maj. H. Ver meulen, van het korpstot maj. de kaps. L. J. Krugers, van het 5e reg., en P. R. Goud schaal, adj. van het korps tot kap. de le-luit. P. J. Wjjnants, van het 5e reg., J. H. G. van Spreeken, bat.-adj. bjj bet korps, en A. C. H. Alma, comm. van de 2e comp. hospitaal-sol daten tot le-luitenant de 2e-luitenants A- Overstrjjd, F. A. C. Ruysch, K. A. le Fèvre en W. F. de Reede, allen van het korps: bij bet 2de reg. tot maj. de kapt. M. G. W. A. Schumann, adj. van het korps; tot kapt. de lste luits. H. L. Clumper, van het instr.- bat,, K. M. van Pesch en W. J. C. Moorrees, beiden bat.-adj., bjj het korps: tot lste luit. de 2de luit. A. A. Versfelt en J. de Visser, beiden van het korps bjj het 3de reg., tot lui tenant-kolonel, de majoor G. L. Langguth, van het korpstot majoor, de kapitein F. H. Knebel, mede van het korps tot kapitein de lste luits. J. van Buuren, van het algemeen dépöt van discipline, C. A. M. Gael, van het 6de reg., J. Bruce, van het lste reg., _E. van Rgssen,. van uet regiment grenadiers en jagers en i). L. Hoogkamer, van het korpstot eerste luit., de tweede luits. F. L. van den Hoff en C. Spat, beiden van het korpsbjj het 4de reg., tot majoor, de kapt. E. D. H. Mac Leod, van het reg. gren. en jagerstot kapt. de lste luits. J. E. Oltmans, van het korps en O. J. A. Schwars, van het reg. gren. en jagerstot lste luit., de 2de luit. J. P. A. van Weeren, van het korps; bjj het 5de reg., tot luit.-ko!., de maj. C. F. H. Putman Cramer, van het korps tot majoor, de kapt J. J. G. van Berkel, adjud, van het korpstot kapt., de lste luits. J. T, H. D. W. Baak, van het korps, W. C. Gobius, van bet reg. gren. en jagers; G. H. Pieter, van het in»tr.-bat., C. S. N. van Gennep, van het reg. gren. en jagers en J. S. Wernas, van het korps tot lste luit., de 2de luits. K. G. Ubbens en G. C. van Meurs, beiden van bet korps, laatstgenoemde gedet. bjj het kol. werfdépöt; bjj het 6e reg., tot luit.-kol., de maj. J. A. P. Theunissen, van het korpstot maj., de kapit. M. H. J. Plantenga, van het 4e reg.; tot kapit., de le-luit. A. W. Pitto, van den staf van het wapen, werkzaam bjj de normaal schietschool tot le-luit., de 2e-luits., M. D. A. Forbes Wels, W. J. Munnich, F. H. van der Kop, W. M. C. Langlois van den Bergh en C. J. Tjjken, allen van het korpsbjj het 7e reg., tot luit.-kol., de maj. B. H. Hilvers, van het 8e reg.; tot maj., de kapts. J. F. Mejjer, van het instr.-bat., en A. P. J. Rutten, van het 4e reg.tot kapt., de le-luits. A. H. P. T. Brunet de Rochebrune en J. D. van der Vjjver, beiden van het korps, laatstgenoemde bataljons- adj.tot le-luit., de 2e-luits. J. H. A. Mijs- berg en G. C. A. Fabius, beiden van het korps; bij het 8e reg., tot maj., de kapts. L. Houwink, van het korps, en A. O. Rehm, van het 5e reg.; tot kapt., de le-luit. H. C. A. Neeteson, van het reg. gren. en jag.bjj het instr.-bat., tot le-luit., de 2e-luits. M. B. Mengel van Koets veld van Ankeren en I. H. Boejje, beiden van het korps bij het wapen der art., bjj het korps rjjdende art., tot le-luit. de 2e-luit. G. Maes, van het korps. Verder zjjn benoemd bjj de artillerie bjj het le reg. vest.-art., tot kap,, de le-luit. P. van Lunteren, van het korps bjj het 3e reg. vest-art. tot kap., de le-luit. W. L. Brocx, van het korps, gedetacheerd bjj de constructie-werkplaatsen tot le-luit. de 2e-luits L. D. Mazel, P. C. K. W. L. Pabst, M. E. Palm en P. van de Koppel Huizer, allen van het korps; bjj het 4e reg. vest-art. tot kap., de le-luit. A. H. Huart, van den staf van het wapen, werkzaam bjj de pyrotechnischo werkplaatsen, alsmede de le-luit.-adj. J. M. Brants, van bet le reg. veld-art.tot le-luit., de 2e-luit. C. C. E. d'Engelbronner, van het korps; en is de kap. H. baron van Hogendorp, van het 2e reg. vest.-art., krachtens punt 4° van art. 28 der wet van 28 Augustus 1851 (Staatsblad no 128) op non-activiteit gesteld. U. Fagginger Auer en H. O. Roscam Abbing W. L. Baart e. v., J. Tengevolge van het tweede toelaiings-examen aan de rjjks hoogere burgerschool te Middel burg, gehouden op 1, 2 en 3 September 11., zjjn toegelaten tot de eerste klasse II. Th. J. llendrikse tot de tweede klasse en D. A. L. Cense; tot de derde klasse B. de Hulster, A. Montague e. v., W. C. Noske en H. P. Winkelman en tot de vierde klasse: R. J. F. Verschoor van Nisse. Tot hoofd der openbare school N°. 4 te Njjmegen, is benoemd de heer G. Th. Kievenaar, te Koewacht Zeeland). Het op de openbare school te Oostburg te betalen schoolgeld is als volgt geregeld 20 cent voor 1 leerling, die de dagschool bezoekt, 10 cent voor den 2en leerling, en voor meer kinderen uit hetzelfde gezin 5 cent voor ieder per maand. Voor de herhalingschool is de regeling dezelfde. De collecte voor de scholen met den bjjbel bracht dit jaar op te: Vrouwepolder f8.20; Axel 215.56 Wemeldinge (Herv. kerk) 22.38; Grjjpskerke met Buttingeen Hoogelande /47.95I Koudekerke op Walcheren met Dishoek (Ned. Ger. kerk) f 639.44; Retranchement 13.07 en Kloetinge f 48.18$. Tot welke belacheljjke overdrjjving het ge bruik van z. g. gejjkte termen aanleiding geeft bljjkt wel uit de mededeeling in een der Zeeuwsche bladen, in verband met het zeer tragisch ongeval te MeliBkerke, «dat de dader door de grerige plichtsbetrachting van den gemeenteveldwachter en van den te Grjjpskerke gestationeerden rjjksveldwachter spoedig opgespoord en aan de justitie te Middelburg overgeleverd werd." Men zou hierbg gaan denken aan een ern stig misdadiger, die alles aanwendde om de justitie te- misleiden, in plaats van aan een ongelukkige die wel zjjn gansche leven gebukt zal gaan onder het gewicht van eene onvoor zichtigheid, welke zulk een droevig gevolg had. Allerminst zal het voorzeker eenige moeite gekost hebben om te weten wie het ongeluk begingen nog minder om hem, met wien ieder diep medeljjden zal gevoelen, onder het bereik der justitie te brengen. In dit geval is dus eene dergeljjke tirade al zeer misplaatstmaar wjj meenden teven» hierbjj even de vraag te mogen doen of het niet goed zou zjjn om zulke, bjj dergeljjke gelegenheden als 't ware van zelf uit de pen vloeiende, lofredenen op veldwachters of mannen der politie geheel achterwege te laten? Dagen gaan er vaak voorbjj dat die ambte naren, hun vast traktement genietend, kalm hun leven doorbrengen, maar nauweljjks ge beurt er iets bijzonders dat eenige buitenge wone inspanning of moeite vordert of men en vooial een deel der pers acht zich geroepen van hun «buitengewonen jjver" of «jjverige plichtsbetrachting" te gewagen. Wjj willen die lofredenen liefst niet beschou wen als eene ondeugende parodie op het dolce far niente van menigen gemeente-veldwachter of dergeljjk beambte, wiens rustige rust maar zelden of nooit wordt verstoord; en gelooven daarom het liefst dat men het ernstig meent m6t zulke betuigingen. Maar wordt het toch geen tjjd met die over dreven gewoonte te breken? De zeldzaamheid schjjnt hier het sein ta geven tot lof betuigingterwjjl het toch niets meer is dan een staaltje van hun plicht, wan neer zulke personen als er wat te doen i s ten minste al hun beleid, hun jjver en hun kracht inspannen om hun taak, die waarljk zoo heel zwaar niet is, goed te volbrengen. Waarvoor zjjn zjj anders noodig Honderden, ja duizenden doen dageljjks hnn plicht met jjver en hebben voortdurend druk werk, zonder dat iemand zich geroepen acht hen te prjjzen. Met welk doel behoeft men zich dan toch op te werpen als lofredenaar bjj uitstek op mannen, die zoo licht den indruk krjjgen, alsof het handelen in moeiljjke oogenblikken niet tot hunne gewone bezigheden behoort maar een estrft-belooning van tevredenheid vordert?

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1890 | | pagina 1