N°. 209.
133" Jaargang.
1890s
Y:rijdag
5 September
Deze courant rerschgnt dagelijks;
met uitzondering van Zon- en Feestdagen:
Prijs per kwartaal in Middelbrug en per post franco 2.-^1
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cant.
Advertentïën20 cent per regel; Bij abonnement lager:
Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten benevens alle
dankbetuigingen: van 17 regels 1.50;
iedere regel meer /0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Middelburg 4 September.
Brieven uit Zeeuwsch-Vlaanderen (O. D.)
ONDERWIJS.
UIT [STAD EN PROVINCIE.
Vkemomctor.
Middelburg 4 Sept. to. 8 o 60 gr.
m. 12 a 66 gr. av. 4 u. 63 gr. F.
Verwacht verand. wind
Agentea to Vlissingen: P. G. db Vbt Mesïdabh Zoox, te Goes: A. A. W. Boldaïd, te Kruiningen: F. v. D. Pbijl, te Zierikzee: A. C. db Moois te Tholen: W. A. va* AivcrtenttBn
NnrovraïHuirani en te Terneuzen: M. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiè'n aan, evenals de j moeten des namiddags te era ntr
advertentie-bnrean's van Niioh Vak Ditmab te Rotterdam, de Gebk. Bedinïante, te 's Gravenhage, en A. de da Mak Azn, te Amsterdam. j aan het bureau bezorgd sjjn, willen
Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parijs en Londen, d9 Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daubs Cie., Johh F. Jckes, opvolger. i xjj des avonds nog worden opgenomen
De lezers van de Middelburgsche courant, die
genegen mochten wezen om m«t mjjeenkjjkje
te nemen in de scholen aan den linkeroever
der Schelde, behoeven geen toilet te maken,
want wp gaan niet op reis. Trouwens, dat
zou ook weinig baten, daar de scholen, die ik
op 't oog heb, reeds lang afgebroken zijn of
dermate gerestaureerd, dat haar eigen maker
ze niet meer herkennen zou. Ook handelt deze
brief niet over bouwkunde. Waarover hg dan
wel handelt Och, waarde leaer, over alles en
nog watals ik echter een naam aan rnjjn
geesteskind wilde geven, zou hg luiden «Toe
stand van 't onderwijs in ZeeuwBch-Vlaanderen
vóór 40 jaren" ofschoon men 't met dien titel
niet te nauw mag nemen.
Het zal menigeen, even als mij, niet gemak
kelijk vallen zich een idee te vormen van de
school, waarin mjjn oudste gewestgenooten de
eerste vruchten der wetenschap plukten, van
dat vunzige hok, waar de jeugd, gedeeltelijk
op bankjes gezeten, gedeeltelijk neergehurkt,
onderwgs ontving. Het is dan ook moeilijk
te begrijpen dat dit huis vroeger de school
was. Hoe kon dit kleine gebouw al die kin
deren bevatten, vraagt men allicht, niet wetende
dat er uit menig gezin maar éen kind school
ging en dan nog slechts voor een beperkten
tjjd. Dat de scholieren turf en hout voor het
vuur en brood voor meester meebrachten is
velen misschien wel eens verteld, anders zal
het ook al heel zonderling iemand in de ooren
klinken. Het is dan ook tegenwoordig heel
anders. De school is een paleis (volgens de
clericalen). Schier alle kinderen gaan school
al is 't schoolverzuim des zomers ontzettend
e* tde onderwijzers zijn heeren gewordenzooals
niet zoo heel lang geleden hun hoogste chef
zioh uitdrukte. Men heeft dit den heer Heems
kerk kwaljjk genomen en toch waren zijne
woorden zoo kwaad niet gemeend onze talent
volle minister van Btaat verdient wezenljjk
eene plaats in hun hart.
Merkwaardig genoeg is de jeugd op het
platteland onbekend met het gevleugeld
woord van den heer Heemskerk het met dezen
eens. Het meerendeel der kinderen zijn uit
een arbeidersgezin en 'tis dus begrijpelijk, dat
zjj de onderwijzers, die zich soms eene weelde
veroorloven, waaraan niemand hunner huisge-
nooten denken kan (het hoeft daarom juist nog
geene weelde te wezen) voor rjjke menschen
houden. De schoolmeesters komen dan ook in
het algemeen flink voor den dag, toonen zich
ferm en degeljjk en maken op ouders en leer
lingen een goeden indruk. De tjjd van kruipende
nederigheid, van provincialistische botheid en
uilachtige beschroomdheid is voorbjj. Uitzon
deringen zjjn er, zeer zeker; dit doet echter
den regel meer in 't oog vallen. Doch nu ben
ik wat afgedwaald. Ik had beloofd u iets over
schoolzaken te vertellen onder de wet van 1806
Ik begin dan met van die wet zelve met
lof te gewagen. Aan den ellendigen toestand,
waarin het volk verkeerde of verviel in den
reuzenstrijd dier tjjden tusscben tirannie en
vrijheid, wilde de verlichte raadpensionaris S.
een einde maken. Door invoering van lager
onderwgs, dat zoo goed als niet bestond, zou
de regeering het volk opheffen uit het sljjk
van onkunde en zedelijk verval. Voorwaar
eene schoone gedachteen al kwam er slechts
een enkele lichtstraal het treurig leven des
volks verhelderen en al was die wet niet van
partijdigheid vrjj te pleiten, toch moeten wjj
erkentelijk zjjn voor het goede, dat er uit
voortvloeide.
Ik spreek gaarne en veel met ouden van
dagen, wat een zeer geschikt middel is om
met de huidige maatschappelijke toestan
den genoegen te leeren nemen. Keuvelende
met menschen, die de eerste zaden der
wetenschap in Zeeuwsch Vlaanderen op den
akker der menschheid uitgezaaid hebben en
zagen ontkiemen, heb ik mjj steeds moe
ten verwonderen over den dorst naar ken
nis, die bij onze voorvaders voorzat. Ook zg
wisten zeker dat «kennis macht is", want
hoeveel moeite en opoffering hebben zjj zich
getroost om een bagatel kennis te verwerven!
En hoe dat weinig gewaardeerd werd, bljjkt uit
de schatten, die vergaard werden met de luttele
ontvaDgen talenten. Van moeite en opoffering
heb ik zooeven gesprokenalsof thans alles
van zelf komt NeenDoch 't verschil is
groot, Vóór 40 of 50 jaren, om eens een be
paalden tjjd niet te ver in 't verleden te noe
men, waren er bezwaren aan het schoolgaan
Terbonden. Ten eerste, was de meester niet
gelden nrotest, it en lat onderwijs Confessio
neel, zeer tegen den zin der Roomsóhe gees
telijkheid, die toen neutraal onderwgs
verlangde.
Ten tweede, doch eer ik mjjne opsom
ming verder voortzet, moet ik u eerst zeggen,
dat dit bezwaar geen bezwaar was. Zeer zeker
strekt dit onzen vaderen tot eer, ofschoon ik
niet zeker weet of hun al de eer ervan toe
komt. Onverdraagzaam waren zjj bepaald niet,
anders hadden zg zich niet in dien toestand
kunnen schikken. Nooit hadden echter betee-
kenende botsingen plaats en ik meen zelfs met
zekerheid te kunnen meedeelen, dat de toe
stand populair was. Doch het arme volk was
misschien niet geheel toerekenbaar, zoo iets
kan ook ten opzichte van 't goede bestaan,
al beeft het omgekeerde vaker plaats, zooals
da geschiedenis van den dag ons leert. Tegen
woordig toch ziet men in ons landje wel eens
een enkel man de openbare school met steen tjes
werpen en, waar daartoe gelegenheid bestaat,
ziet men een niet onaanzienlijk getal aspi-
rantmenscben naar de bjjzondere school gaan.
Doch 't gaat er gewoonljjk mee als met het
lezen van zeker clericaal blaadje; de agent
gaat rondgebruikt den naam van den
pastoor en velen durven niet weigeren
Ontoerekenbaarheid is altjjd betrekkelijk, al
naar gelang de menschen meer of minder ontwik
keld zjjn. Daarom weerhoud ik een luid hoera
voor de oudste negentiende eeuwerB en bepaal mjj
tot eene goedkeurende hoofdbuiging. Was er
s Zondags wellicht georeerd in Gods huis als
nu wel eens gebeurt, dan waren de poppen
wel aan 't dansen gegaan. Noch het een noch
hot ander gebeurde. Of men toen zoo goed
niet durfde dan wel of de priesters in 't alge
meen minder onverzoenlijk waren durf ik niet
beslissen. Gaarne wil ik het laatste gelooven,
al kan ik ook de meening niet van mg afzet
ten, dat het eerste de schaal deed doorslaan.
Want de toenmalige «Haagsche Heeren" waren
echte Geuzen, die aan de dagen van Willem den
Zwijger herinnerden en velen in bedwang
hielden. En de zwart-internationalen waren
met hun plaatsje in den engelenbak schijnbaar
tevredenzjj toonden er zich niet misnoegd
over, dat zij maar van verre moesten toekjjken,
misschien hopende op een tijd dat men hunne
handige dillettanten op het tooneel zou roepen
om de hoofdrollen op zich te nemen. Afwachten
verdeelen en heerschen zjjn drie woorden, welke
ons die kalme berusting en de houding van
Rome vag^oorheen en thans verklaren. Waar
men nu vuur en vlam spuwt en scheldt als
bezetenen op de neutrale school maakte men
toen stilzwjjgend gebruik van eene school, die
negatief Roomsch was. Heden bestrjjdt men,
wat eertjjds verdedigd, ja afgesmeekt werd,
waarvoor men vroeger zjjne lans brak, Leer
zaam is dit alles wel dunkt mjj. Ook hieruit
blijkt zonneklaar, dat Rome als ik van
Rome schrjjf bedoel ik de thans overheerschende
Jezuïten-partjj die, als altjjd, de rustige,
kalme geloovigen prikkelt en aanzet om mee
te doen aan het drjjven tegen de mo
derne maatschappij tevreden is met alles
en met niets naar omstandigheden. Meer
zal ik er maar niet van zeggen alvorens tot
die ybezwarenterug te keeren. Evenwel stel
ik voor om die tot de volgende gelegenheid te
bewaren. Ik vraag den vriendeljjken lezer ver
schooning voor den omweg, dien ik met hem
gemaakt heb, en geef hem de verzekering dat,
al mocht dit nog meer gebeuren, ik hem toch
nooit om den tuin zal leiden.
Ter bevestiging van het uit de Standaard
overgenomen bericht wordt gemeld dat door
de rechtbank van 's Gravenhage rechtsingang
is verleend tegen den uitgever van Recht voor
allen ter zake van beleedigende artikelen tegen
den minister van binnenlandsche zaken, jhr.
De Savornin Lohman, en een officier van het
leger, in dat blad opgenomen.
De uitgever wordt niet vervolgd, warneer op
de eerste aanmaning na den rechtsingang de
schrgver is bekend gemaakte
Het is voor den minister van de kroon te
hopen dat bjj de behandeling van dit proces
hem niet weervare wat bjj laster-ver volgingen
zoo vaak het geval is, nl. dat zjj onaangena
mer zjjn voor den z. g. belasterde dan voor
den vervolgde.
In het N. v. d. D. kwam dezer dagen een
ingezonden stuk voor, dat den volgenden, voor
ouders en voogden zeer dringenden en hoogst
noodigen raad bevat
Nu de wet pp het militair onderwjjs door
Z. M. den koning is bekrachtigd en in het
StU. opgenomen, waardoor allereerst éen van
de twee bestaande is opgeheven,
is het volgens den schrgver, die zich Sapienti
Sat noemt, niet ondienstig, ja, plichtmatig, om
jongelingen, die zich bjj het instructie-bataljon
of bjj een der regimenten infanterie vrjjwillig
voor den militairen dienst willen verbinden,
met het vooruitzicht om eenmaal langs dien
weg officier te zullen kunnen worden, ten ern
stigste te waarschuwen voor de zoo goed als
zekere teleurstelling, die het overgroote deel
hunner zeker zal ondervinden. Door de zeer
beperkende bepalingen toch voor de jaarljjks
open te stellen vacatures is de weg om door
het leger officier te worden in de toekomst
zoo goed als afgesneden.
Dit jaar, nu de wet nog niet in werking is,
komen van een getal van circa 38 vacatures
op den hoofdcursus ongeveer 160 adspiranten.
Dit zjjn onderofficieren, die minstens twee jaar
met succes den wetenschappeljjken cursus bjj
het regiment moeten hebben gevolgd, die zich
hebben moeten onderscheiden door een uitste
kend gedrag en die bovendien bgzondere theo
retische en practische geschiktheid moeten be
zitten. Elk jaar komen zeer velen hierbjj-, terwjjl
het aantal vacatures bij het inwerkingtreden
der nieuwe wet hoogstens een twintig- a Tjjf-
en-twintigtal zal bedragen.
Daarbjj komt, dat bjj het leger zoowel als
bjj het I. B. steeds een aantal zeer ontwikkelde
jongelui in dienst treedt, die niet in de gele
genheid waren of gesteld konden worden, om
examen te doen voor de K. M. A., meestal om
dat het hun ouders aan de middelen ontbrak
om hen voor langer of korter tjjd een dure
kostschool te doen bezoeken, hetgeen voor het
slagen in dit geval eene bijna onmisbare voor
waarde is en zal bljjven, maar ook omdat voor
vele ouders de jaarljjks te betalen vergoeding
aaii de- K7M. A. het'grooCSft struikelblok is.
«Wjj gelooven dan ook niet te veel te zeg
gen," zoo vervolgt de schrgver, «dat de nieuwe
wet op het militair onderwjjs den nekslag zal
geven aan de opleiding tot officier van onder
officieren uit het leger, omdat de concurrentie
onmogelijk, wordt. Wjj kunnen niet zeggen, hoe
diep wjj dit betreuren, niet- alleen uit maat
schappelijk oogpunt als traditie en billjjkheid)
maar ook en voornamelijk omdat het leger,
zoowel hier te lande als in Oost-Indië, lang.
zamerhand zal beroofd worden van een cate
gorie van officieren, die, wanneer hunne
wetenschappelijke opleiding gewaarborgd is
geljjk thans geschiedt, in niets behoeven achter
te staan bjj hunne kameraden, herkomstig van
de K. M. A., maar die integendeel door prac
tische ervaring en geschiktheid in menig
opzicht de voorkeur verdienen."
Ten slotte zegt de schrgver: «Het aantal te
leurgestelde onderofficieren, dat bjj het wapen der
infanterie thans reeds tot eene schrikkelijke
hoogte is geklommen en dat nog steeds staat
te worden vermeerderd, behoeft, ja, mag niet
opnieuw worden vergroot, althans niet zonder
dringende en ernstige waarschuwing."
Het doel van de thans te 's-Hage vergaderde
conferentie betreffende de zalmvisscherjj op
de Maas is, het aan de hand geven van de
middelen tot bescherming van den vischrjjk-
dom der Maas, en meer bepaaldeljjk der
zalm.
Vermoedelijk zullen de bijeenkomsten 14
dagen duren.
Bg kon. besluit is, zooals gisteren nog in een
deel van ons nommer geroerd werd, herbenoemd
tot burgemeester van Schore H. van Koeve-
ringe.
Op verzoek is eervol ontslag verleend aan
H. M. Hennequin als officier van gezondh. 2e
kl. en J. A. Dorrenboom als le-luit. bjj het
4e bat. rustende schutterjj in Zeeland en aan
jhr C. A. J. van Citters als 2e-luit bg het 3e
bat. dier schutterjj.
Bg de rustende schutterjj in Zeeland zjjn be
noemd bjj het 3e bat., tot kapt. J. H. O.
Dominicus, thans 2e-luit.; tot le-luit. H. C. J. Do-
minicus en J. Stsketee, beiden thans 2e-luit.tot
2e-luit. H. N. baron Schimmelpenninck van der
Oye, vroeger 2e-luit. bjj de dienstdoende schut
terjj te Goes, en D. P. Prumers, J. Q. C
Wabeke, J. Koert en W. F. K. Lenshoek'
allen thans schutter.
Verder is aan D. F. Poujol, predikant te
Mazamet (Frankrjjk), vergunning verleend tot
het aanvaarden van de kerkeljjke bediening
van predikant bg de Waalsch-hervormde ge
meente te Utrecht.
Tot ondersteuning in hunne studiën is een
beurs van 800 toegekend aan F. Dozy, A,
D. van der Harst en P. 8. van Ronkel, stu
denten te Leiden G. J. Nolst Trénité, J. G.
Bolt en J. Jansen, studenten te Utrecht, H.
Hemmes en W. Rouwman, studenten te Gro
ningen.
.Benoemd zjjn bjj den plaatselljken- staf tot
kapitein de le-luit. J. C. E. C. G. M. van
Maanen,pi. adj. te Arnhem; tot la-luit. de 2e-
luit. J. J. A. Epke, pi. adj. te Haarlem.
Bjj het wapen der infanterie zjjn benoemd
tot majoor de kapt. H. G. J. van Hoogstraten,
van het reg. gren. en jagers, gedetacheerd bg
het leger in N. I., tot le-luit. de 2e-luits. L.
J. K. de Reede, H. J. L. A. F. Steup, A. F.
Sutherland en F. W. J. Loudon, eerst- en voor-
laatstgenoemde gedetacheerd bjj de landmacht
in W. I., de tweede en laatstgenoemde gede
tacheerd bg het leger in N. I.j bjj het reg.
gren. en jagers, tot luit.-kolonel, de majoor J.
L. Le Bron de Vexela tot le-luit. de 2e-luit.
I. W. Storm de Grave, beide van het korps
bjj het le reg.: tot luit.-kol. de maj. H. Ver
meulen, van het korpstot maj. de kaps. L.
J. Krugers, van het 5e reg., en P. R. Goud
schaal, adj. van het korps tot kap. de le-luit.
P. J. Wjjnants, van het 5e reg., J. H. G. van
Spreeken, bat.-adj. bjj bet korps, en A. C. H.
Alma, comm. van de 2e comp. hospitaal-sol
daten tot le-luitenant de 2e-luitenants A-
Overstrjjd, F. A. C. Ruysch, K. A. le Fèvre
en W. F. de Reede, allen van het korps:
bij bet 2de reg. tot maj. de kapt. M. G. W.
A. Schumann, adj. van het korps; tot kapt.
de lste luits. H. L. Clumper, van het instr.-
bat,, K. M. van Pesch en W. J. C. Moorrees,
beiden bat.-adj., bjj het korps: tot lste luit.
de 2de luit. A. A. Versfelt en J. de Visser,
beiden van het korps bjj het 3de reg., tot lui
tenant-kolonel, de majoor G. L. Langguth, van
het korpstot majoor, de kapitein F. H. Knebel,
mede van het korps tot kapitein de lste luits.
J. van Buuren, van het algemeen dépöt van
discipline, C. A. M. Gael, van het 6de reg., J.
Bruce, van het lste reg., _E. van Rgssen,. van
uet regiment grenadiers en jagers en i). L.
Hoogkamer, van het korpstot eerste luit., de
tweede luits. F. L. van den Hoff en C. Spat,
beiden van het korpsbjj het 4de reg., tot
majoor, de kapt. E. D. H. Mac Leod, van het
reg. gren. en jagerstot kapt. de lste luits.
J. E. Oltmans, van het korps en O. J. A.
Schwars, van het reg. gren. en jagerstot lste
luit., de 2de luit. J. P. A. van Weeren, van het
korps; bjj het 5de reg., tot luit.-ko!., de maj.
C. F. H. Putman Cramer, van het korps tot
majoor, de kapt J. J. G. van Berkel, adjud,
van het korpstot kapt., de lste luits. J. T,
H. D. W. Baak, van het korps, W. C. Gobius,
van bet reg. gren. en jagers; G. H. Pieter, van
het in»tr.-bat., C. S. N. van Gennep, van het
reg. gren. en jagers en J. S. Wernas, van het
korps tot lste luit., de 2de luits. K. G. Ubbens
en G. C. van Meurs, beiden van bet korps,
laatstgenoemde gedet. bjj het kol. werfdépöt;
bjj het 6e reg., tot luit.-kol., de maj. J. A.
P. Theunissen, van het korpstot maj., de
kapit. M. H. J. Plantenga, van het 4e reg.;
tot kapit., de le-luit. A. W. Pitto, van den
staf van het wapen, werkzaam bjj de normaal
schietschool tot le-luit., de 2e-luits., M. D. A.
Forbes Wels, W. J. Munnich, F. H. van der
Kop, W. M. C. Langlois van den Bergh en
C. J. Tjjken, allen van het korpsbjj het 7e
reg., tot luit.-kol., de maj. B. H. Hilvers, van
het 8e reg.; tot maj., de kapts. J. F. Mejjer,
van het instr.-bat., en A. P. J. Rutten, van
het 4e reg.tot kapt., de le-luits. A. H. P. T.
Brunet de Rochebrune en J. D. van der Vjjver,
beiden van het korps, laatstgenoemde bataljons-
adj.tot le-luit., de 2e-luits. J. H. A. Mijs-
berg en G. C. A. Fabius, beiden van het korps;
bij het 8e reg., tot maj., de kapts. L. Houwink,
van het korps, en A. O. Rehm, van het 5e reg.;
tot kapt., de le-luit. H. C. A. Neeteson, van
het reg. gren. en jag.bjj het instr.-bat., tot
le-luit., de 2e-luits. M. B. Mengel van Koets
veld van Ankeren en I. H. Boejje, beiden van
het korps
bij het wapen der art., bjj het korps rjjdende
art., tot le-luit. de 2e-luit. G. Maes, van het
korps.
Verder zjjn benoemd bjj de artillerie bjj het
le reg. vest.-art., tot kap,, de le-luit. P. van
Lunteren, van het korps bjj het 3e reg. vest-art.
tot kap., de le-luit. W. L. Brocx, van het korps,
gedetacheerd bjj de constructie-werkplaatsen
tot le-luit. de 2e-luits L. D. Mazel, P. C. K. W. L.
Pabst, M. E. Palm en P. van de Koppel Huizer,
allen van het korps; bjj het 4e reg. vest-art.
tot kap., de le-luit. A. H. Huart, van den staf
van het wapen, werkzaam bjj de pyrotechnischo
werkplaatsen, alsmede de le-luit.-adj. J. M.
Brants, van bet le reg. veld-art.tot le-luit., de
2e-luit. C. C. E. d'Engelbronner, van het korps;
en is de kap. H. baron van Hogendorp, van het
2e reg. vest.-art., krachtens punt 4° van art. 28
der wet van 28 Augustus 1851 (Staatsblad no 128)
op non-activiteit gesteld.
U. Fagginger Auer en
H. O. Roscam Abbing
W. L. Baart e. v., J.
Tengevolge van het tweede toelaiings-examen
aan de rjjks hoogere burgerschool te Middel
burg, gehouden op 1, 2 en 3 September 11.,
zjjn toegelaten
tot de eerste klasse
II. Th. J. llendrikse
tot de tweede klasse
en D. A. L. Cense;
tot de derde klasse
B. de Hulster, A. Montague e. v., W. C. Noske
en H. P. Winkelman en
tot de vierde klasse: R. J. F. Verschoor van Nisse.
Tot hoofd der openbare school N°. 4 te
Njjmegen, is benoemd de heer G. Th. Kievenaar,
te Koewacht Zeeland).
Het op de openbare school te Oostburg
te betalen schoolgeld is als volgt geregeld 20
cent voor 1 leerling, die de dagschool bezoekt,
10 cent voor den 2en leerling, en voor meer
kinderen uit hetzelfde gezin 5 cent voor ieder
per maand.
Voor de herhalingschool is de regeling dezelfde.
De collecte voor de scholen met den bjjbel
bracht dit jaar op te: Vrouwepolder f8.20;
Axel 215.56 Wemeldinge (Herv. kerk) 22.38;
Grjjpskerke met Buttingeen Hoogelande /47.95I
Koudekerke op Walcheren met Dishoek (Ned.
Ger. kerk) f 639.44; Retranchement 13.07 en
Kloetinge f 48.18$.
Tot welke belacheljjke overdrjjving het ge
bruik van z. g. gejjkte termen aanleiding geeft
bljjkt wel uit de mededeeling in een der
Zeeuwsche bladen, in verband met het zeer
tragisch ongeval te MeliBkerke, «dat de dader
door de grerige plichtsbetrachting
van den gemeenteveldwachter en van den te
Grjjpskerke gestationeerden rjjksveldwachter
spoedig opgespoord en aan de justitie
te Middelburg overgeleverd werd."
Men zou hierbg gaan denken aan een ern
stig misdadiger, die alles aanwendde om de
justitie te- misleiden, in plaats van aan een
ongelukkige die wel zjjn gansche leven gebukt
zal gaan onder het gewicht van eene onvoor
zichtigheid, welke zulk een droevig gevolg had.
Allerminst zal het voorzeker eenige moeite
gekost hebben om te weten wie het ongeluk
begingen nog minder om hem, met wien
ieder diep medeljjden zal gevoelen, onder het
bereik der justitie te brengen.
In dit geval is dus eene dergeljjke tirade
al zeer misplaatstmaar wjj meenden teven»
hierbjj even de vraag te mogen doen of het
niet goed zou zjjn om zulke, bjj dergeljjke
gelegenheden als 't ware van zelf uit de pen
vloeiende, lofredenen op veldwachters of mannen
der politie geheel achterwege te laten?
Dagen gaan er vaak voorbjj dat die ambte
naren, hun vast traktement genietend, kalm
hun leven doorbrengen, maar nauweljjks ge
beurt er iets bijzonders dat eenige buitenge
wone inspanning of moeite vordert of men
en vooial een deel der pers acht zich
geroepen van hun «buitengewonen jjver" of
«jjverige plichtsbetrachting" te gewagen.
Wjj willen die lofredenen liefst niet beschou
wen als eene ondeugende parodie op het dolce
far niente van menigen gemeente-veldwachter
of dergeljjk beambte, wiens rustige rust maar
zelden of nooit wordt verstoord; en gelooven
daarom het liefst dat men het ernstig meent
m6t zulke betuigingen.
Maar wordt het toch geen tjjd met die over
dreven gewoonte te breken?
De zeldzaamheid schjjnt hier het sein ta
geven tot lof betuigingterwjjl het toch niets
meer is dan een staaltje van hun plicht, wan
neer zulke personen als er wat te doen
i s ten minste al hun beleid, hun jjver en hun
kracht inspannen om hun taak, die waarljk
zoo heel zwaar niet is, goed te volbrengen.
Waarvoor zjjn zjj anders noodig
Honderden, ja duizenden doen dageljjks hnn
plicht met jjver en hebben voortdurend
druk werk, zonder dat iemand zich geroepen
acht hen te prjjzen.
Met welk doel behoeft men zich dan toch
op te werpen als lofredenaar bjj uitstek op
mannen, die zoo licht den indruk krjjgen, alsof
het handelen in moeiljjke oogenblikken niet
tot hunne gewone bezigheden behoort maar
een estrft-belooning van tevredenheid vordert?