N°. 189. 133" Jaargang. 1890. W oensdag 13 Augustus. Middelburg 12 Augustus. Verspreide Berichten. Deza courant verschijnt d a g e 1 IJ k 8 J met uitzondering van Zon- en Feestdagen' Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco ƒ2. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentïën20 cent per regel; Bij abonnement lager.' Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten benevens alle dankbetuigingen: van 17 regels 1.50; iedere regel meer 0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. ONDERWIJS. UIT STAD EN PROVINCIE. ifïfniTn MDDELBERME EQUANT. Thermometer. Agenten te VliuBingen: P. G. ui Vbt Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Krniningen: p. t.d. Pun., te Zierikzee: a. C.db Moon te TholenW. A. va» AilTerteeHüB Middelburg 12 Aug. ym. 8 o 65 gr. nrzuwbiraunzbw en te Terneuzen: M. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de moeten dea namiddags te eea uxr m. 12 n 67 gr. av. 4 tl 67 gr. F. advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditkab te Botterdam, de Gebb. BelinjJANTe, te *s Gravenhage, en A. de la Mar Azn, te Amsterdam. aan bet bureau bezorgd zjn, willen Verwacht W. wind. Hoofdagenten voor bet Buitenland: te Parps en Londen, de Compagnie genérale de Publicité étrangère G. L. Daubb Cie., John F. Jones, opvolger.zp des avonds nog worden opgenomen Het oordeel van een paar anti revolution- naire bladen en van een deskundige over bet wetsontwerp tot reor ganisatie van onze levende strijdkrachten. Terwijl tot heden de anti-revolutionaire pers or er de legerwet zoo goed als gezwegen heeft, schreef de Boodschapper dezer dagen daarvan o.a. »Met bet oog op de luidruchtige manier waarop de liberalen het ontwerp van minister Bergansius toejuichten, hebben wj ons goed rekenschap te geven van de houding, die wij ten opzichte van dat wetsontwerp hebben aan te nemen. De anti-revolutionaire partij mag er zich in geen geval voor verklaren, omdat de liberalen zeggen er mede ingenomen te zjjn maar zjj mag er zich ook niet tegen verklaren, omdat de Roomsch-katholieken er zich min of meer heftig tegen uitspreken. Om de hulp van het liberalisme smeeken wij niet en aan Rome hebben wjj ons niet verkocht. De anti-revo lutionaire partij is vrjj en volkomen zelfstandig. Zjj heeft alleen te vragen naar den eisch van haar beginselen en het belang des vaderlands. Eischt haar beginselen dat dit wetsontwerp niet wordt aangenomen, dan zal zij zich er te gen verklaren, ook al viel dit ministerie daar mede. En omgekeerd, acht zjj de legerwetten niet in strjjd met haar program, dan zal zjj daaraan haar stem geven, óok al mocht daar door de samenwerking met een andere partjj verbroken worden. De Standaard nam deze beschouwing over zonder er echter harerzjjds commentaar bjj te voegen. De Tijd doet opmerken dat men door der- geljjke artikelen niet heel veel wjjzer wordt. Slechts zóóveel schjjnt er uit te bljjken, dat de anti-revolutionaire partjj met de zaak verlegen zit, en dat het nog zeer twjjfelachtig mag heeten, of haar meerderheid zich vóór of tegen zal verklaren. De Protestantsche Noordbrdbanter daarentegen handhaaft zjjn reeds vóór vier jaar aangegeven standpunt tot verdediging van den persoonlijken dienstplicht en verklaart sedert nog versterkt te zijn in zjjn gevoelen, dat het rempla9anten- stelsel met den aankleve van dien niet langer geduld mag worden. Het blad meent verder nog altjjd dat eene verbetering van het kazerne leven, daaraan zooal niet vooraf, dan toch daar mede gepaard behoort te gaan. Een veel belangrjjker beschouwing over dit ontwerp tot regeling van den krjjgsdienst le verde dezer dagen het lid der Tweede kamer, de heer A. L. W. Seyffardt, in het Sociaal Weekblad van de vorige en deze week. In zjjn eerste artikel herinnerde de schrjjver dat sedert de poging van generaal Van Stirum, om den persoonlijken dienstplicht hier te lande in te voeren, mislukte, de Tweede kamer verwierp 30 Juni 1873 met 43 tegen 25 stem men het artikel waarin het beginsel van den persoonlijken dienstplicht was uitgedrukt geen der regieringen den moed heeft gehad de toepassing van dat beginsel weer voor te stellen. Aan de tegenwoordige komt de eer toe, dat schoone beginsel werder te hebben gehuldigd, terwijl zjj tevens onze krjjgsmacht aanzienlijk wil versterken, wat hoogst noodzakeljjk is. Volmaakt is het ontwerp niet. Zoo keurt de heer Seyffardt het af, dat nog niet de helft der jongelingschap dienstbaar zal zjjn en dat dan ook zjj, die ingeljjfd worden, geruimen tjjd dienstplichtig worden. Een tweede fout is de groote omvang van het ontwerp, terwjjl het bovendien wel eenigszins zonderling is, dat de persoonljjke dienstplicht nergens uit drukkelijk vermeld wordt. Het maximum der jaarljjksche lichtingwordt gebracht van 11000 op 13800. Het aantal militieplichtigen bedroeg in 1863 31893, in 1890 echter 39043; een lichting van 11000 man in 1863 komt dus percentsgewijze over een met een lichting van 13467 in 1890de druk op de bevolking blijft dus in verhouding vrjjwel gelijk. Of de korte oefening van de 2500 man, die jaarljjks boven de 13800, welke volledig ge oefend zullen worden, voor drie maanden in gedeeld zullen worden bij de infanterie oi de vesting-artillerie, goede vruchten zullen afwer pen, betwjjfelt de heer Seyffardt. De vraag is gewettigd, of daarmede niet tjjd en geld verloren gaan. Algemeene dienstplicht wordt bljjkens boven genoemde cjjfers bjj verre na niet bereikt, schoon art. 180 der grondwet eischt, dat alle Nederlanders, die daartoe in staat zjjn, mede moeten werken tot verdediging des lands. Opdat echter aan den eisch in schjjn worde voldaan, verkrijgen alle dienstplichtigen, die niet buiten staat zjjn te dienen of niet uitge sloten zjjn, een bestemminglo. 13800 wor den ingeljjfd bjj de actieve zeemacht of ter volledige oefening bij het leger2o. 2500 hebben korten diensttijd3o. worden 13700 ingedeeld bjj de aanvullingsreserve, die in vredestjjd niet geoefend wordt4o. worden 2300 aangewezen voor speciale diensten, daar zjj voor den actieven krjjgsdienst niet geschikt zjjn. Tegen de derde categorie heeft de heer Seyffardt bezwaar, wjjl men op die wjj ze de weerkracht van een derde deel der manneljjke bevolking ongebruikt laat, dewjjl bjj oorlog geen tjjd is ze te oefenen. In zjjn tweede opstel behandelt bjj de diensten welke de dienstplichtigen moeten verleenen, den duur van hun diensttijd en de wettelijke vrijstellingen. Men rekent op ongeveer 40.000 jongelingen, die op 1 Januari van het jaar, waarin zjj dienstplichtig worden, hun 20e levensjaar zjjn ingetreden. Daarvan gaan af zjj die in militairen dienst zjjn en de door de wet vrijgestelden, n.l. eenige wettigen zoons, de wegens broederdienst vrjj te verklarenen en de studenten in de godgeleerd heid, de roomsch katholieke ordebroeders en de kostwinners van gezinnen. Verder de wegens te kleine maat, ziekten en gebreken afgekeur- den, en zjj die vrjj loten. Na herinnering aan de diensten die deinge- ljjfden moeten verleenen, wjjst de heer Seyf fardt er op dat, met inbegrip van de vrijwillig dienenden, door de werking der ingediende voordracht gerekend kon worden op een leger van een maximum-sterkte van 116.000 man, waaronder 20.000 man depót-troepen met drie maanden oefening. .Verder wordt gerekend op 50.000 man georganiseerde landweer-infanterie en landweer-vestingartillerie. »Het ontwerp geeft alzoo de zoo hoogst ge- wenschte en voor de verdediging onzer onaf- hankeljjkheid noodzakelijke versterking der levende strijdkrachten. Tevens wordt, zoo veel mogeljjk, de indeeling dor dienstplichtigen bjj korpsen, in bet recruteerings-district in garnizoen beoogd, waardoor de mobilisatie der strjjdkrachten vergemakkelijkt en bespoedigd wordt. Het rijk wordt daartoe in dertig recruteerings-districten verdeeld. »Derhalve zou, bij aanneming van het ont werp, een groote Bchrede voorwaarts zjjn ge daan, om de weerkracht van den staat te doen beantwoorden aan de eischen van getalsterkte, die men moet stellen om met eenige hoop op gnnstigen uitslag den strjjd voor onze onaf- hankeljjkheid te kunnen aanvaarden. Doch er bljjven alsdan vele krachten ongebruikt, omdat het stelsel van betrekkelijk kleine jaarljjksche lichtingen, gepaard aan vrjj langen diensttijd, tot grondslag der regeling is genomen. Door vrjjstellingen van allerlei aard is het aantal der voor den krjjgsdienst beschikbaren slechts weinig grooter dan dat der "bjj de wet voor den dienst geëischten. Stelde men geen éenige zoons vrjj, was broederdienst eveneens geen reden tot vrijstelling en maakte men geen twee categoriën van soldaten volledig geoefenden en voor verkorte oefening ingeljjfden, of liever gezegd nagenoeg ongeoefenden dan zou men jaarljjks over ongeveer het dubbele aantal jongelingen kunnen beschikken en den dienst tijd in het leger van acht op vier jaren kunnen terugbrengen. Doch dan zou de oefening in vredestijd ook nagenoeg het dubbele kosten van wat thans wordt voorgesteldmen zou dan den druk wel gelijkmatiger over de ver schillende dienstplichtigen hebben verdeeld, doch ten koste van een veel te groote gelde- ljjke opoffering, en tevens van een veel te grooten totalen personeelen druk. Dit alles intusschen in de veronderstelling, dat de tjjd voor eerste oefening en de tjjd voor herhalings oefeningen dezelfde bleven. Doch het is de vraag of men niet beter doet iets van de mili taire eischen voor oefeningstjjd te laten vallen en een weerbaar volk te scheppen, in plaats van, zooals thans wordt voorgesteld, een weer macht van beperkte getalsterkte te vormen, waarnaast een groot onweerbaar deel van de manneljjke bevolking staat." Hierna bespreekt de heer Seyffardt de vrjj stellingen en herinnert eraan hoe de defensie commissie in elk gezin ten minste een der zoons vrijgesteld wilde zien en slechts de kleinste helft laten dienen. Zjj wenschte dit tot ver lichting van den druk der gezinnen. Men kan het hiermede eens zjjn, doch meenen, dat juist daarom de eenige zoons s/cker moeten dienen. Ook wat de vrijstelling wegens broederdienst aangaat, verlieze men vooral niet uit het oog, dat tjjdens de acht jaren dienst in het leger en de daarop volgende vjjf jaren in de land weer dat is in den 13-jarigen diensttijd toch wel langzamerhand de meeste jongelieden, die oorepronkeljjk tot het ouderlijk gezin be hoorden, middelerwjjl een eigen gezin hebben gevormd, en dat dus de vroegere schjjnbare billjjkheid in zeer vele gevallen in een grove onbilljjkheid is overgegaan. Het regeerings- ontwerp heeft voor de vrijstelling der éenige zoons en voor die wegens broederdienst in hoofdzaak het advies der staatscommissie ge volgd, terwjjl te dien opzichte nagenoeg alles op dezelfde wjjze ia geregeld als in de thans bestaande militiewet. »Ik meen, zegt de heer Seyffardt, dat deze beide redenen van vrijstel ling onbilljjk mogen heeten, en mjj is geen land in Europa, waar de persoonljjke dienst plicht is ingevoerd, bekend, dat een dergeljjke bepaling in zjjn militie-wet heeft opgenomen. De vrijstelling der kostwinners juicht de heer Seyffardt echter van harte toe. De vrjj- stelling der studenten in de godgeleerdheid acht hjj zeer goed te verdedigen, niet alleen met het oog op het verzet der katholieken tegen het dienen hunner geesteljjken of aan staande geesteljjkenmaar vooral met het oog op het vrjj algemeen aangenomen denk beeld dat het voor geesteljjken of bedienaren van den godsdienst met het ambt of toekom, stig ambt niet goed is overeen te brengen om de wapenen te dragen. Dit argument komt ons de schrjjver ver- oorlove ons deze opmerking niet bjjster steekhoudend voor. De wapens te dragen, in den geest zooals waarvan hierbjj sprake is, is een noodzakeljjkheid en dit ia alleen overeen te brengen met het ambt van militair. De overige burgers doen het geen van allen uit lieiheb- berjjen wjj begrijpen daarom niet waarom aanstaande domino's en geesteljjken niet even goed hun burgerplicht kunnen uitoefenen dan een ander wien het dienen niet minder zorg en last veroorzaakt. Het dezer dagen door de synode genomen besluit ging van hetzelfde beginsel uit. En zjj is zeker ook de gedachte toegedaan dat het dienen in het leger ook zjjn nut zou kunnen hebben voor aanstaande predikanten en gees telijken die daardoor wat meer van de samen leving zouden leeren kennen, waar zjj vooral predikanten nu bjjna geheel buiten staan. Door de ervaring, in het leger opgedaan, zou den zij waarschijnlijk met meer vrucht hun ambt kunnen uitoefenen. Keeren wj na deze opmerking tot het be toog van den heer Seyffardt terug. De vrjjstelling der katholieke ordebroeders laat zich, volgens hem, niet zoo gemakkei jk ver dedigen, doch is daarom nog niet geheel en al afkeurenswaardig. Zij dragen een geesteljjk karakter en niemand zal voor zjjngeheele leven zich afscheiden van de burgerlijke samenleving om den militairen dienst te ontloopen. Indien men de vrjjstellingen beperkt tot de kostwinners, geesteljjken en ordebroeders, dan komt men na de aftrek van de uitgeslotenen, van hen die onder de maat zjjn, gebreken bebben, ziekel jk zjn enz. tot een cjfer van 27,225 be schikbare manschappen, bjjna het dubbele van het thans voor volledige oefening voorgestelde aantal. Wilde men nu aan die 27,225 man een eersten oefeningstjjd geven van twaalf maanden voor het verreweg grootste deel (de onberedenen), dan werd de totale druk op de natie veel te groot. Een eerste oefeningstjjd van achttien maanden voor het betrekkeljk kleine getal dienstplich tigen, bestemd voor de bereden wapens, is geen bezwaar, indien men slechts verwisseling toelaat tusschen hen, die voor het eene of het andere wapen worden aangewezen. De strjd zal dns voor hen, die aan algemeenen dienstplicht verre de voorkeur geven boven persoonljjken, beperkten dienstplicht, voornamel jk loopen over de vraag, of men den eersten oefeningst jd voor infanterie of vesting-artillerie niet tot vjf, zes of zeven maanden kan terugbrengen. Bjj dien strjjd stellen echter de voorstanders van algemeenen dienstplicht, met korten diensttijd in het leger en met korten eersten oefeningstjjd, zich een volk voor, welks jongelingschap door algemeene beoefening der gymnastiek, door oefening in de behandeling van het geweer, in het marcheeren, en zoo mogel jk ook in het schieten, vóór den dienstplichtigen leeftjd geschikt is geworden om spoediger gedisciplineerde en geoefende soldaten te worden dan thans in het algemeen het geval kan zjn. »Als een klein volk zjn onafhankeljkheid moet verdedigen, is er, zegt de heer Seyffardt, eigenljk geen ander stelsel denkbaar dan dat alle tot den kr jgsdienst lichamel jk geschikteD niet alleen aan die verdediging deelnemen nullen, doch dit ook kunnen, door voorafgaande oefening in het leger. De voorstanders van het weerbaar-maken van gansch hel volk door de invoering van den algemeenen dienstplicht behoeven daarom het ingediende wetsontwerp, niet te verwerpen, doch moeten trachten wj- zigingen te verkr jgen, die het nader brengen tot hun ideaal. In hoever het aanbrengen en bet verkrjgen van zulke wjzigingen mogeljk zal zjn, kan alleen de tjd leerendoch het is in het belang van bet Nederlandscbe volk, in het belang van onze vr jheid en onafhanke ljkheid noodig, ja hoog noodig, dat er spoedig een beslissing worde genomen omtrent de wjze, waarop de weermacht van den staat in de toekomst zal zjn ingericht." Sedert de geleerden hebben ontdekt, dat de as van de aarde zich langzamerhand in een gewjzigden stand plaatst, waardoor zich de grillige afwisselingen in de temperatuur laten verklaren, verwonder ik mj bjna over niets meer, zegt de Haagsche correspondent der N. Gr. Crt. Het viel me wel wat moeiljk het voor goede munt aan te nemen, dat de minis ter van financiën, de heer Godin de Beaufort, een effectenbelasting gereed had om aan dt Tweede kamer te worden ingediend bj haar terugkeer, maar ten slotte heb ik mij er toch van laten overtuigen, dat zoo iets niet ondenk baar is. Het zal natuurljk een surrogaat van een effecten-belasting zjn, in den vorm van een heffing van zegelrecht, waardoor het im populaire van een belasting op het roerend vermogen er zoo'n beetje afgaat, doch in elk geval zal er dan toch i.etB uit de groote por tefeuille van denanti-revolutionnairen belasting hervormer komen. Er zjn er echter, die ge- looven, dat men hier met een politieke schjn- vertooning te doen heeft en dat het eenig doel van het voorstel, dat komen zal, wezen zou om, tegen 1891, bj de stembus te kunnen schermen met de lensde belastinghervorming is ter hand genomen, de defensie-quaestie is in be handeling wat kunnen de kiezers beter doen de mannen, die zóó arbeiden, door versterking hunner kamermeerderheid in staat te stellen hun programma geheel uit te voeren Het zou ook kunnen wezen, dat de heer Godin de Beaufort, inziende dat, zoo de miliffllire wet geving nog vóór Juni van het volgend jaar aan de orde komt en het kabinet kans loopt op dit gewichtig onderwerp te vallen, zich gehaast heeft het eerste denkbeeld 't beste maar te formuleeren, teneinde, eenmaal afgetreden, te kunnen zeggen ik heb 't m jne gedaan het is mjn schuld niet, dat ik niet in de gelegen heid ben gesteld mjn stelsel uit te voeren. Het financieele voorstelletje, dat na jaren ar- beidens voor den dag zal komen het muisje door den berg gebaard dient intusschen te worden afgewacht, alvorens er over te oor- deelen. Bj kon. besluit is C. L. Dake, thans te Haarlem, benoemd tot hoogleeraar bj de rjks- academie van beeldende kunsten te Amsterdam, Verder is in zjnen rang overgeplaatst bj het regiment grenadiers en jagers, de kapitein A. R. Krajenhoff van de Leur, van het 5e reg. inf. Aan P. Dansen, postbode te Bath, is een pensioen verleend van 167. De St.-Ct bevat de wet tot regeling van het militair onderwjs bj de landmacht, voor zoo ver daarbj de opleiding voor den officiersrang en de hoogere vorming van den officier zjn betrokken. Te Heemstede is Maandag overleden de heer N. Trakranen, ond-minister van koloniën, oud president der Nederl. Handelmaatschvppij De heer G. Beneker, geboren te Hoede- kenskerke, thans onderwjzer te Hoogeveen, verwierf acte Duitsche taal, L. O. Te Utrecht behaalde akte Engelsch L. O. de heer S. de Graaf te Terneuzen. De inspectie door den kolonel G. W. Rompelman over het bataljon infanterie in dit garnizoen werd heden voortgezet. Het ongunstige weer belette op den bepaal den t jd uit te rukken doch om half een werd afgemarcheerd naar het Molenwater waar eenige evolutiën werden uitgevoerd. Tusschen twee en drie uur maakte de kolonel zjne opwachting bj den commissaris des konings in dit gewest, om daarna naar Vlissingen te vertrekken tot het inspecteeren van let vierde bataljon. De besmetteljke vlekziekte richt te St. Annaland naar men ons schrijft nog steeds verschrikkeljke verwoestingen onder de varkens aan. Sedert 17 Juli, toen het eerste geval werd aangegeven, tot 10 Augustus zjn aangetast 153 stuks. Daarvan zjn gestorven 48, geslacht 82, hersteld 11 en de andere zjn nog ziek. In 1889, toen ook den 17 Juli de ziekte uitbrak, zjn er in 't geheel 154 aange tast. In dit jaar is de ziekte in 't zelfde hok uitgebroken als 't vorige jaar. B j het onweer, dat Zondag over Zeeuwsch- Vlaanderen gewoed heeft, werd op de hofstede van den landbouwer Ramon, onder Sas van. Gent, diens vrouw, zittend met een kind op haren schoot in de huiskamer, door den blik sem gedood, terwjl bet kind ongedeerd bleef. Ook de dienstbode, mede in dezelfde kamer aanwezig, werd aan het hoofd getroffen en zal waarschjnljk een oog moeten missen. Omtrent den in ons vorig nommer mede- gedeelden brand onder Philippine, meldt men ons nader dat de schuur gelegen is nabj het station. Zj was verzekerd en bevatte slechts een paar voer hooi en de kleederen der knechts; de laatste konden, hoewel met moeite, gered worden. Een koffer van een knecht bevatte eene vrj aanzienljke som gelds. De spuit van Sas van Gent kwam te hulp. Maandagmiddag, waren te Breskens aan de haven eenige arbeiders met een heiblok aan het werk. Terwjl een paal verplaatst werd ging men met het heien door. Daardoor brak de plank, waarop de paal en een man stonden, zoodat de heipaal er naast gleed en op de hand van den man terecht kwam en die hand bjna verbrjzeld werd. Men schr jft ons De schuur van den heer Cortvriendt te Hoofd plaat, Zondag in de asch gelegd, herinnert ons aan den stichter, den heer Schorer, uit de vorige eeuw, die in deze omgeving vele goederen bezat. De* schuur was geheel van eikenhout, zelfs de kepers waren daarvan gemaakt en aan den solieden bouw is het ook toe te schr j- ven, dat palen, gebinten enz. betrekkeljk lang zich al brandende overeind hielden. Eerst Maandag morgen kwam de spuit te Hoofdplaat weer te huis. Een flinke verbete ring zou haar niet te onpas komen, want zj werkt uiterst zwak. Hoogst gunstig onder scheidde zich de Biervlietsche brandweer. Onmiddeljk begaf deze zich naar de hofstede van Thomaes en de manschappen wisten zoo flink te handelen, zoo dapper te werken, dat de directie van de Hoofdplaatsche brandweer zich daaraan wel eens spiegelen mag. Overtuigend bleek nu het nut onzer telefoon inrichting. Naar verschillende zjden werden berichten gezonden of aan belanghebbenden, of aan belangstellenden tot geruststelling. Natuurljk zjn velen hoogst verontwaardigd over de directie der brandweer te IJzendjke, wier spuit steeds aan de nona Ijdende schjnt. Zelfs vernamen wj stemmen uit IJzendjke, die met zulke groote werkeloosheid zich niet ingenomen toonden, en te minder, waar het hier een pand betrof, aan eene ingezetene toebehoorende, en Hoofdplaat met zjn dubbe len brand met recht aanspraak op bjstand mocht maken. De hofstede van den heer Cortvriendt is verzekerd bj een Brusselsche maatschappj die van den heer Thomaes bj de Bossche maatschappj. De inboedel dezer laatste be treft de vereeniging te Zuidzande. De Maatschappj Nederland zal van de uitspraak des Engelschen rechters in zake het geding over de aanvaring Marpessa-Prins Frederik in hooger beroep gaan. Het bericht dat de heer Croll weder aan het departement van binnenlacdsche zaken werkzaam is, bljkt onjuist te zijn. Breda, waar Zondag en Maandag het Nederl. Gymnastiekverbond zjn vijftiende open bare uitvoering gaf, was reeds Zaterdag in feestdos. Nadat dien dag vele vereenigingen uit het binnen- en buitenland waren aangekomen, werd

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1890 | | pagina 1