FEUILLETON*
Debezwalkte nagedachtenis.
Verspreide Berichten.
VERKOOPINGEN. ENZ.
Ned. Onderwijzers-Genootschap.
ROBIN GRAY.
0
Tot lid van den raad van Overslag ii
bjj herstemming gekozen de heer F. Apers
met 13 stemmen.
De heer G. Govaert bekwam 10 en de heer
De Coninck, aftredend lid, 2 stemmen.
In de Maandag te Groede gehouden raads
zitting werd het nieuwgekozen raadslid Adr.
Salomé beëedigd, en de gemeenterekening over
1889 aangeboden; de voordracht voor het college
van zetters werd wegens periodieke aftreding
aangevuld met den heer L. J. Roggeband en
gunstig beschikt op het verzoek van het bestuur
der bewaarschool om dekking van het tekort
over 1889. Éen verzoek om remissie van hoof-
deljjken omslag werd toegewezen, doch op twee
andere afwijzend beschikt.
Alle kamers van het badhuis te Cadzand,
dat Bedert verleden jaar belangrijk vergroot is,
zijn zoo schrjjft men ons reeds geruimen
tijd bezet. Het bljjkt dus, dat velen het prach
tige strand en de stilte van Cadzand verkiezen
boven de drukte eener grootere plaats. Wellicht
dragen daartoe bjj de goede tafel en goed fcoope
prjjzen.
Jammer, dat de weg erheen niet beter is,
anders zou het bezoek zeer zeker nog grooter zijn.
In openbare veiling is Woensdag te
Ritthem, ten overstaan van den notaris J. A.
de Wolff, verkochteen hofsteedje, bestaande
uit 2 huizen, schuur, erve en tuin voor ƒ1700
aan C. I. Rekkers te Ylissingen; 1.19,50 H. bouw
en weiland ƒ1513 aan denzeltden; 40,80 A. bouw
land 710 aan C. Barentzen te Ritthem; 38,30 A.
bouwland ƒ530 aan A. Lombaard te- Groede
1.01,20 H. weiland 1705 aan W. Bevelander te
Middelburg38,26 A. bouwland 760 aan A.
Frelier te Middelburg en 39,24 A. bouwland 810
aan M. Beun te Middelburg.
Alles gelegen te Ritthem.
Door het bestuur van den polder üud-
Noord-Beveland iB aanbesteed het maken van
twee steenen sluisvlengels enz.
Ingeschreven werd door de heeren C. Kievit
voor 644, W. D. v. d. Moer voor 687 en
D. de Jonge voor 725. Allen te Coljjnsplaat.
Aan den minsten inschrijver is het werk
gegund.
Door het bestuur van het waterschap
Loven- en Willemskerke, gemeente Hoek, werd
Woensdag aldaar, by enkele inschrijving, in
het openbaar aanbesteed het maken van werken
tot zeewering enz., met het onderhoud daarvan
tot en met 30 April 1891. Ingeschreven daar
voor hebben de heeren D. de Doelder te Ter-
neuzen, voor ƒ2471, J. Meertens voor ƒ2290,
J. de Bree Fz., voor ƒ2144, beiden te Hoek,
en D. Tholens te Terneuzen, voor ƒ2022.
Denzelfden dag had te Terneuzen de open
bare aanbesteding plaats van het maken der
gewone onderhoudswerken en van werken tot
dijksverbetering aan de waterkeering van den
De-Loosepolder, gemeente Hoek. Daarvoor werd
ingeschreven door de heeren A. Tholens voor
1082, D. de Doelder voor 1057, beiden te
Terneuzen, en J. Meertens, te Hoek, voor f 889.
45ste Algemeene Vergadering
VAN HET
Heden morgen te negen uren kwamen de
leden van het genootschap weder by een in vrij
grooten getale.
In de eerste plaats was aan de orde
het verslag der commissie uit de afdeeling
Meppel, welke de rekening en verantwoording
des hoofdbestuurs over het afgeloopen genoot
schapsjaar heeft onderzochtzjj adviseerde tot
goedkeuring. Conform dit advies werd be
sloten.
Eene medodeeling van het hoofdbestuur, dat
de minister van binnenlandsche zaken wegens
ambtsbezigheden verhinderd was de vergade
ring bjj te wonen, werd voor kennisgeving
aangenomen.
De heer C. M. van Visvliet, schoolopziener
in het district Middelburg, heden ter vergadering
tegenwoordig, werd door den voorzitter ver
welkomd terwjjl daarna aan de orde werd
gesteld de vraag, waar in 1891 de algemeene
vergadering zal gehouden worden. Met toe
stemming der betrokken afdeelingeh werden
voorgesteld Sneek en 's Hertogenbosch. 69 stem
men vereenigden zich op Sneek en 24 op
's Hertogenbosch. De afgevaardigde uit de
gekozen plaats nam de keuze aan en zeide den
leden een aangename ontvangst in Sneek toe.
Uit hei Engelsch
VAN
HOOFDSTUK VI.
De dames Manleverer waren mooi, doch niet
meer jong en zjj beschouwden dames, die
jaagden, met afschuw, ofschoon zjj zelve van
een jagersfamilie afstamden maar haar moeder
was van een ernstige strenge richting en zij
waren geheel in haar geest opgevoed. Zjj
hielden niet van Olivia en kwamen haar niet
tegemoet, zoodat zjj de heele kamer moest
doorloopen naar de tafel, waar zjj met afge
meten deftigheid thee en koffie schonken, om
haar goeden morgen te zeggen.
»Gjj zeidet dat er nog andere dames
kwamen", mompelde Olivia op verwijtenden
toon tegen sir Charles.
»Die komen ook dat verzeker ik n;
naar zjj willen eerst te Dunning ontbjjten,
Aan de orde waren nu de voorstellen van
het hoofdbestuur.
Het eerste betrof het toekennen van een som
van f 50 voor 1891 uit de kas des Genoot-
schaps tot het completeeren en in goeden staat
houden der boeken en het aanschaffen van
nieuwe werken voor de paedagogische biblio
theek.
De wenscheljjkheid werd aangetoond om de
som van 50 op 100 te brengen, doch een
voorstel in dien geest werd niet voldbende
ondersteund, en het voorstel van het hoofd
bestuur daarop aangenomen.
Achtereenvolgens werden aangenomen de
volgende voorstellen van het hoofdbestuur
om uit de kas des genootschaps over 1890
aan het ondersteuningsfonds eene subsidie te
verleenen van ƒ400, te kwijten uit het batig
slot van 1889
en het jaarljjksch subsidie aan het Neder -
landsch schoolmuseum van 150 te brengen op
ƒ200.
Alsnu werden enkele wijzigingen in de wet
van het genootschap besproken en de voor
stellen van het hoofdbestuur te dezer zake
goedgekeurd.
Daarna was aan de orde de bespreking van
het onderwjjs in de beginselen van het hand
teekenen in de lagere school.
Dit vraagpunt werd ingeleid door het lid
van het hoofdbestuur, den heer H. F. de Boer.
Op zeer geestige wjjze, wat bljjkens het
herhaald applaus naar waarde werd geschat,
lichtte de spreker de bedenkingen toe, die door
de afdeelingen zjjn geopperd.
Die bedenkingen zjjn van den volgenden inhoud:
I. Moet niet, hoezeer ook het onderwjjs in
de beginselen van het handteekenen berust op
een geometrischen grondslag, ten einde dat
onderwjjs vrij te houden van elke professioneele
strekking, elk streven naar eene zoogenaamde
versieringskunst buitengesloten bljjren en daar
mede de leer en de toepassing van het kleuren
der teekeningen
II. Is het niet gewenscht, bij de nog zeer
geringe ervaring omtrent hetgeen de lagere
school ten opzichte van dit onderwjjs zal ver
mogen, by gebrek aan voldoend daartoe
bekwaam onderwijzend personeel, bjj de minder
daartoe geschikte inrichting der lokaliteiten en
bjj het te vroeg verlaten der school, ten minste
voorhands den omvang van dit onderwjjs te
beperken en zich uitsluitend te bepalen tot
kopieeren
III. Moet niet het teekenen op ruiten en
naar aangegeven stippen, hoezeer ook eene
nuttige bezigheid voor de leerlingen der lagere
klassen, geheel afgescheiden en in geen geval
als eene voorbereiding voor het eigenljjke tee
kenen uit de vrije hand beschouwd worden, en
moet niet als gevolg daarvan het handteeke
nen eerst aanvangen met het vierde leerjaar
Spreker bracht na die toelichting een woord
van dank aan de uitgevers in Nederland, die
hunne werken beschikbaar stelden ter etalage
op de vergadering, en aan den heer De Haas
te Middelburg, die zich gaarne bereid ver
klaarde het gezondene te completeeren.
Breedvoerige, voor ons blad te uitvoerige,
discussiën werden naar aanleiding van de
inleiding gevoerd. De heeren W. Meerwaldt
van Amsterdam, benevens de heeren J. H.
Hinze, Molkenboer en Wierik uit dezelfde plaats,
met de heeren Hoenkamp en Njjland uit Utrecht,
C. van Riet uit Katendrecht, Den Hertog, lid
van het hoofdbestuur, zetten hunne denkbeelden
omtrent het teekenonderwjjs op de lagere school
uiteen.
Zeor interessant was die discussie, waar zoo
bevoegde mannen hunne denkbeelden ontwik
kelden. Van den eenen kant werd de nuttig
heid betoogd van het aanbrengen van ruiten
of stippen op het teekenpapier of de lei, welke
den leerling steun geven ten aanzien van
richting en verhouding, terwjjl van de andere
zjjde die ruiten en stippen werden afgekeurd.
Ook werd gewezen op het gebrek aan bekwaam
en geschikt personeel, op de weinige uren, die
voor teekenonderwjjs kunnen afgezonderd wor
den, maar tevens aangetoond dat, waar de lust
bestaat bjj den onderwjjzer, 't zjj hy teekenen
kan of niet, het onderwjjs in dat vak niet zoo
bezwaarljjk is.
Omtrent dit onderwerp werd geen conclusie
genomen. De voorzitter meende echter den
heeren, die aan het debat hadden deelgeno
men, speciaal den heeren die expres voor dit punt
naar Middelburg waren gekomen, dank te
moeten zeggen voor hunne betoonde belang
stelling.
Nog deelde de voorzitter mede dat de com
missaris des konings in Zeeland een schrjjven
had gezonden, waarin hy mededeelt wegens
gjj weet mevrouw Phelps gaat liever niet
vroeger uit dan noodig is. Neem plaats."
»Waar is mynheer Iredell?" vroeg zjj.
»ln den stal om een paard uit te zoeken,
denk ik. Kunt gjj geen oogenblik gerust zjjn
zonder hem
»Wat kunt gjj mannen toch belachelijk
zjjn en hoe lomp I"
»Wat kunt gjj vrouwen naïef zyn en
hoe scherp."
»Pas opzei zjj, mes en vork opne
mende, »het is gevaarljjk om een hongerige
vrouw te tarten."
»Zyt gjj van plan om van daag den
heelen dag met Iredell te rjjden vroeg hy,
naast haar plaats nemende, »dan moest gjj
het liever terstond zeggen."
»Ik ben niet van plan om met iemand
den heelen dag alleen te rjjden; dat zou al
heel vervelend zjjn."
»ZooDan moet gy u vreeseljjk verveeld
hebben dien dag, toen ik u op de vlakte ont
moette."
»Juist. Uw verschijning was een uitkomst
voor my."
.Natuurljjk, dat zag ik. Drie is altjjd
een gezellig getal, vindt gjj niet?"
»Gy zjjt in alle geval niet gezellig. Wat
ambtsbezigheden verhinderd te zyn ter verga
dering te komen.
De heer Van Visvliet deed verder nog me-
dedeeling dat de schoolopziener in het arron
dissement Axel, de heer Collot d'Escury, hem
telegraphisch had medegedeeld tot zyn leed
wezen geen gevolg te kunnen geven aan zyn
voornemen om de vergadering van heden by
te wonen.
Nadat de afdeeling Hoorn was aangewezen
voor het nazien der loopende rekening werd
de vergadering geschorst.
De vergadering heropend zjjnde, werd het
woord gegeven aan den heer Y. Ykema van
's Gravenhage. Deze besprak de vraag»Op
welke wjjze behoort het vergeljjkend onderzoek
der candidaten naar de betrekking van hoofd
eener lagere school te worden ingericht?"
Hy leidde die vraag in met de volgende zeven
stellingen
1. Het vergeljjkend onderzoek heeft ten doel
het vinden van een geschikt hoofd der school.
2. Het hoofd der school behoort te zjjn: een
wetenschappeljjk ontwikkeld man; een beschaafd
maneen paedagogisch ontwikkeld man een
degeljjk klasse-onderwjjzereen bekwaam, er
varen leider, of wel iemand, die duideljjke
'oljjken geeft, dat hy dit kan en zal worden.
3. Het vergeljjkend onderzoek moet de can
didaten in de geleganheid stellen te toonen,
in hoeverre zjj aan die eischen beantwoorden.
4. Het worde ingericht naar de volgende
beginselen
a. door schrifteljjk werk en mondelinge
bespreking toonen de candidaten, dat zjj vol
doende kennis hebben om de leerlingen der
lagere school grondig te onderwyzen, dat zy
die kennis verwerkt hebben en op duideljjke
wjjze kunnen mededeelen
b. bjj de beoordeeling der candidaten worde
er op gelet, of zjj door hun voorkomen, hunne
manieren, hunne wjjze van spreken, voldoen
aan de eischen, die men in dat opzicht aan
een beschaafd man mag stellen
c. door schrifteljjke opstellen en mondelinge
bespreking toonen de candidaten, dat zjj met
vrucht de paedagogiek bestudeerd hebben, hare
wetten kennen, en in hare practische toepas
sing in de lagere school een helder inzicht
hebbon verkregen
d. de candidaten worden in de gelegenheid
gesteld, door eene proeve van practische be
kwaamheid te toonen, dat zjj degeljjke klasse-
onderwjjzers zjjn.
5. Dit onderzoek strekt zich uit over de
candidaten, die volgens art. 28, alinea 4 der
wet door burgemeester en wethouders, in over
eenstemming met den schoolopziener, tot het
onderzoek werden toegelaten.
Worden alle candidaten, die zich aangemeld
hebben, tot het onderzoek toegelaten, en is
hun aantal te groot, dan wordt het examen in
twee deelen gesplitst, waarvan het eerste dient
om aan te wjjzen, welke candidaten voor het
tweede gedeelte in aanmerking behooren te
komen. Dit tweede gedeelte wordt dan inge
richt op de wjjze, hierboven vermeld.
6. De candidaten, die in de vier bovenge
noemde punten het meest hebben uitgemunt,
worden door eene commissie, met den districts
schoolopziener aan het hoofd, in de scholen,
waar zjj werkzaam zyn, bezocht. Dit bezoek
duurt een geheelen schooldag en dient, om de
geschiktheid der candidaten als klasse-onder,
wjjzer en als leider van het onderwjjs in een
lagere school, nader te onderzoeken.
Bjj het schrifteljjk, met redenen omkleed
advies, dat door den districts-schoolopziener
omtrent de voorgedragen candidaten aan den
raad wordt ingezondenwordt van dit bezoek
melding gemaakt.
7. Alleen die candidaten worden op de
voordracht geplaatst, die voldoen aan de
strengste eischen van zedeljjkheid.
Ook deze inleiding gaf tot eene belangrijke
discussie aanleiding. Daaraan namen deel de
districts-schoolopziener, de heerC. M.van Visvliet
te Middelburg, en de heeren L. Gerhardt uit
Utrecht, J. Feringa van Utrecht en Schoo uit
Amsterdam.
De heer Gerhardt deed in zjjne rede het
volgende voorstelde vergadering noodige het
hoofdbestuur uit tot het beantwoorden, of het
voor de volgende vergadering aan de orde
stellen, van de vraag»Wat kan het Genoot
schap doen om zekere mate van uiterljjke be
schaving en bekendheid met maatschappeljjke
vormen te doen toekomen aan hen, die tot
onderwjjzer worden opgeleid
Het hoofdbestuur verklaarde geen bezwaar
te hebben dit punt in een volgend jaar aan
de orde te stellen, mits de heer Gerhardt zich
bereid verklare dit in te leiden.
heeft u zoo uit uw humeur gebracht
.Dat weet gjj heel goed."
»lk ben niet gewoon de verschillende
stemmingen mjjner heerenkennissen te bestu-
deeren."
»Heerenkennissen 1 Waarom houdt gy
toch altjjd vol om my daaronder te rang
schikken
»Lieve hemel! Mag ik u niet tot mjjne
kennissen rekenen Het Bpjjt my dat ik zoo
aanmatigend ben geweest."
»Gjj zoudt een heilige toornig maken 1"
.Hoe weet gjj dat Gjj hebt my nooit
met een heilige gezien, of met iemand die er
op geleek."
»Die volmaakte Iredell zelfs niet
»0, ik geloof niet dat mjjnheer Iredell
een heilige is, omdat ik hem nooit boos maak
en gij zegt dat ik een heilige boos maak."
»Maakt gjj hem nooit boos Neen, dat
wil ik wel gelooven. Het is verstandiger om
goede vrienden met hem te zyn."
»Zeker, daar ik in hetzelfde huis met
hem moet wonen," antwoordde zjj heel bedaard
met een waarschuwenden blik »maar meen
niet, dat ik uw fijne toespeling niet begrjjp
en waardeer."
Misschien had zjj nog nooit iets gezegd dat
De heer Gerhardt had daartegen bezwaar i
wjjl hy niet wist of hjj het volgend jaar ter
vergadering kon aanwezig zyn en hjj bovendien
ook de vraag stelde, omdat hjj zelf geene op
lossing wist.
Daarop gaf het hoofdbestuur de toezegging
dit punt in nadere overweging te zullen nemen,
evenals het deed met betrekking tot de door
andere sprekers geopperde bedenkingen.
Op de stellingen door den heer Ykema werd
verder geene conclusie genomen.
De heer L. A. E. van der Ley van Middelburg
behandelde verder de vraag »is het doen van
uitstapjes met de klasse (wandeltochten, enz.)
al of niet aanbevelenwaardig te achten
Hjj lichtte de volgende stellingen toe
1 Het hoofddoel van zulke uitstapjes moet
zyn de leerlingen in te wjjden in het bedrjj-
vige dageljjksche leven.
2 Naast de vele theoretische kundigheden,
die de school aanbrengt, is zulk een practisch
onderricht van veel belang. (Het dient tevens
tot steun van het onderwjjs in de aardrijks
kunde en de kennis der natuur).
3 Het verhoogt de belangstelling in het
onderwjjs in het algemeen en is een uitstekend
middel te achten, om het schoolverzuim tegen
te gaan.
4 Het is een niet te versmaden opvoedings
middel.
5 De moeilijkheden in de uitvoering staan
de toepassing er van niet in den weg.
De inleider lichtte die stellingen in het
breede toe en toonde ten slotte aan, hoe door
wekeljjksche (plaatselijke), maandeljjksche (over
grootere uitgestrektheid) en jaarljjksche (naar
een of andere groote stad b. v.) uitstapjes
veel kan gedaan worden in het belang der
schooljeugd. Hjj schetste wat op de verschil
lende uitstapjes te zien, te genieten en te
leeren valt en besprak vervolgens de financi-
eele bezwaren, die bjj sommigen ryzen zullen.
Hjj meende dat öf door sparen van de
kinderen zelve, öf door eene bjjdrage van de
ouders, öf wel door steun van de overheid de
geldelijke aangelegenheid tot eene oplossing
zou te brengen zjjn. De heer Van der Ley
toonde dit aan door in het breede uiteen te
zetten hetgeen in België te dezen opzichte
gedaan is en nog wordt verricht.
Deze inleiding werd met luid applaus begroet.
De heer A. van Wamel van Amsterdam
leverde, eveneens op grond van zjjne ervaring,
een warm pleidooi voor uitstapjes voor sehool-
leerlingen.
De heer Feringa uit Utrecht opperde enkele
bedenkingen tegen die uitstapjes. Voor kin
deren, die de armenscholen bezoeken, achtte
hjj ze nuttig en noodig, maar ook alleen voor
die kinderen, die in hunne omgeving geen
kennis kunnen maken met hetgeen tot ont
wikkeling en beschaving leiden kan.
De heer D. Boswjjk van Arnhem, toegevend
dat er wel iets goeds in het denkbeeld ligt,
toonde echter de schaduwzy den van de bedoelde
uitstapjes aanhjj stelde vooral het tjjdverlies,
dat er door geleden wordt, in het licht.
Nog enkele mededeelingen werden gedaan
door de heeren Schoo uit Amsterdam en IJ kema
uit Den Haag. De laatste schetste het groote
voordeel, dat de wandeltochtjes der Haagsche
schoolkinderen bezorgen men leort ze daardoor
wandelen, en het geleerde brengen zjj op hun
broeders en zusters, ook op hunne ouders over
niet alleen, maar zjj wekken ze tevens op tot
genieten.
Dit onderschreef ook de heer G. Kuipers uit
Zwolle, die het nut der wandeltochtjes voor
de schooljeugd eveneens door voorbeelden uit
de door hem opgedane ervaring staafde.
Eene conclusie omtrent dit punt werd niet
genomen.
Door den heer Feringa uit Utrecht werden
aan het hoofdbestuur inlichtingen gevraagd in
hoever het werkzaam is geweest inzake het
ondersteuningsfonds ook met betrekking tot
onderwjjzers in Nederl.-Indië.
Het hoofdbestuur kon daaromtrent geen in
lichtingen geven de zaak is nog in onde zoek-
De heer H. Kroeze, vertegenwoordiger van
de gewesteljjke vereeniging Noord-Holland,
bracht namens de afgevaardigden aan het
hoofdbestuur dank voor de door dit bestuur
ingeslagen richting. Hjj dankte verder de
afgevaardigden voor hunne aanwezigheid en
bracht hulde aan de Belgische ambtsbroeders,
die zich de moeite hebben getroost hier tegen
woordig te zyn.
Hjj sloot met een warm woord van hulde,
sympathie en dank aan den voorzitter voor
hetgeen hy in die betrekking deed en voor
diens leiding van de vergadering van heden.
haar zoo in de achting van den baron deed
rjjzen. Haar gekrenkte trots, haar minachting
deden hem terstond in zyn schulp kruipen.
»Wat ben ik een lompert maar gjj
tergt iemand ook zoo."
»Welk een bevallige verontschuldiging"
zei zjj lachend.
Intusschen was Iredell binnengekomen, zoo
dat Sir Charles moest opstaan om hem aan
zyne zusters voor te stellen.
»Ik hoop dat de Phelpsen niet te laat
komenmen kan toch nooit op hen rekenen
zei hjj, toen het heele gezelschap in de vestibule
stond.
»Geen wonder dat Sir Charles ongedul
dig is", merkt een jonge lord, die naast Culhbert
stond, aan, »men zegt dat hy zoo goed als
verloofd is met juffrouw Phelps."
»Zoo waarljjk vroeg Iredell verbaasd.
»Ja drie maanden geleden dacht
iedereen reeds dat hjj haar vragen zou,
maar die mooie jaffrouw Pierrepoint heeft zyn
hoofd op hol gebracht".
»Is juffrouw Phelps ook mooi
«Sommigen vinden het ik vind het
nietmaar zjj is een goede party de erfge
name van haar oom, die een kolossaal fortuin
heeft en van goede familie ook."
Dit woord werd met daverend applans be
zegeld.
De heer Cuypers uit St. Josse ten Noode
nam vervolgens het woord om dank te zeggen
voor hetgeen de Belgische afgevaardigden te
Middelburg gezien en gehoord hebben.
Hjj schetste wat de onderwjjzer is en wat hjj
wezen moet. Met de hoop te uiten dat het
onderwjjs in Noord-Nederland bloeie en de
vereeniging, hier vergaderd, groeien moge, be
sloot deze spreker.
De voorzitter dankte voor de welwillende
woorden, te zyne opzichte gesproken, en gaf
de toezegging steeds, dat hjj voor zooveel het
van hem afhangt zal jjveren voor het belang
van het onderwjjs en het genootschap.
Aan de afdeeling Walcheren werd verder door
den spreker dank gebracht voor wat zjj deed
om het genootschap eene aangename ontvangst
te bereiden; den heeren van het ryksschool-
toezicht werd eveneens dank gezegd voor
hunne aanwezigheid.
Na dien dank betuigde de voorzitter zyn
leedwezen dat noch de burgemeester, noch de
wethouders, noch een der leden van den raad,
noch een der leden van de plaataeljjke com
missie van toezicht op het lager onderwjjs te
Middelburg te dezer plaatse zyn tegenwoordig
geweest.
Hy eindigde met dank te zeggen aan de
aanwezigen en aan hen, die aan de beraadsla
gingen deelnamen, en sloot daarop de 45e
algemeene vergadering van het Nederlandsch
Onderwijzers Genootschap.
De raad der gemeente Apeldoorn heeft
besloten dat de voor eenige jaren afgeschafte
kermis wederom zal worden gehouden, maar
slechts 2 dagen. Draaimolens moeten met
zonsondergang gesloten worden.
Te Amsterdam had Dinsdagavond in de
benedenwoning van een huis aan den Klove
niersburgwal eene geweldige gasontploffing
plaats. De bewoner, de heer Vos, en andere
personen, hadden reeds den geheelen avond in
de zykamer en daaromheen eene sterke gas-
lucht waargenomen, en om de oorzaak er van
na te gaan, had men de onvoorzichtigheid met
een licht in de nabjjheid van het lek te komen,
waar zich tusschen het plafond en den bodem
der eerste verdieping klaarbljjkelyk eene groote
hoeveelheid gas had opeengehoopt. Het gevolg
was, dat het gas ontplofte en de twee boven
elkander liggende voorkamers werden verwoest.
Een persoon bekwam vrjj ernstige kwetsuren
aan het hoofd en moest zich in het gasthuis
latenverbinden.
Volgens de Amst. Ct. is de koninklijke
fabriek van stoom- en andere werktuigen (fa
briek van Van der Made) te Amsterdam, aan
gekocht door de firma Smulders, yzergieters,
te Utrecht.
Aan de Zutphensche Crt schrjjft men nit
Gent
„De tjjden veranderen en wjj met hen
men zou zeggen, dat dit spreekwoord een
waarheid bevat dik als een koe. 'k Geloof
toch, dat dit niet het geval is. Op een ver
gadering der provinciale staten te Antwerpen
is toch zóo iets belachelijks voorgevallen, dat
ik mjj waande teruggeplaatst in de dagen,
toen Kerens de Wjjlre en Arnolds evenzoo
vele sieraden van de Tweede kamer uitmaak
ten. Wie herinnert zich niet hoe eerstgenoemde
met het leukste gezicht, en zyn gezicht was
leuk, opstond en voorstelde om een gezant
te benoemen bjj Don Carlos hoe Arnolds
zjjn stem motiveerde tegen een wetsvoorstel:
.meneer de veurzitter ik bin teugen deuze wet,
want deuze wet is een slechte wet
Een tegenhanger op deze grappigheden viel
dan op genoemde vergadering te Antwerpen
voor. Aan de orde was een voorstel om subsidie
te verleenen aan de inrichting van Pasteur,
omdat vele .van 't hondje gebetene Vlamingen"
daar redding hadden gevonden. Het voorstel
vond waardeering, totdat er een zekere heer
van Smolderen opstond,muze der geschiedenis
schrijf zyn naam met onuitwischbare inkt in
uwe historieblaan of, beter nog, griffel haar in
eeuwen trotseerend marmer, totdat er,
zeg ik, een zekere van Smolderen opstond
en voorstelde om aan den heiligen Hu-
bertus een geljjk bedrag te geven, aan den
heiligen Hubertus, wiens beeld ergens in
het Luxemburgache in een kapelletje prjjkt,
.Juffrouw Pierrepoint is ook rjjk."-
.Ja; maar ik denk niet dat Manleverer
zich daaraan zal wagen. Hy is gruweljjk
trotsch, en zjj nu ja, ik geloof niet dat zy
weet wie haar grootvader was."
De jonge man wist niet, tot wien hjj sprak en
schrikte van den toornigen gloed in de donkere
oogen van Iredell.
.Gy moogt wel toezien eer gy zulke
praatjes omtrent juffrouw Pierrepoint ver
spreidt," zei hy op een toon, dien hjj Toor
zulke gelegenheden bewaarde en die een zon
derlingen indruk maakte op dengene, die zjjn
toorn opwekte. »Gy zult anders menschen ge
noeg vinden, die bereid zyn u hun opinie op
een krachtige, al is het dan niet beleefde
manier te kennen te geven."
.Daar heb ik mij leeljjk gebrand", dacht
de jonge edelman, zich verlegen, boos, doch
zwjjgend omdraaiende, want hjj bezat niet de
gave van vlug te antwoorden en Iredell had
hem doen ontstellen.
Wordt vervolgd.)