FEUILLETON* Debezwalkte nagedachtenis. Verspreide Berichten. VERKOOPINGEN. ENZ. Ned. Onderwijzers-Genootschap. ROBIN GRAY. 0 Tot lid van den raad van Overslag ii bjj herstemming gekozen de heer F. Apers met 13 stemmen. De heer G. Govaert bekwam 10 en de heer De Coninck, aftredend lid, 2 stemmen. In de Maandag te Groede gehouden raads zitting werd het nieuwgekozen raadslid Adr. Salomé beëedigd, en de gemeenterekening over 1889 aangeboden; de voordracht voor het college van zetters werd wegens periodieke aftreding aangevuld met den heer L. J. Roggeband en gunstig beschikt op het verzoek van het bestuur der bewaarschool om dekking van het tekort over 1889. Éen verzoek om remissie van hoof- deljjken omslag werd toegewezen, doch op twee andere afwijzend beschikt. Alle kamers van het badhuis te Cadzand, dat Bedert verleden jaar belangrijk vergroot is, zijn zoo schrjjft men ons reeds geruimen tijd bezet. Het bljjkt dus, dat velen het prach tige strand en de stilte van Cadzand verkiezen boven de drukte eener grootere plaats. Wellicht dragen daartoe bjj de goede tafel en goed fcoope prjjzen. Jammer, dat de weg erheen niet beter is, anders zou het bezoek zeer zeker nog grooter zijn. In openbare veiling is Woensdag te Ritthem, ten overstaan van den notaris J. A. de Wolff, verkochteen hofsteedje, bestaande uit 2 huizen, schuur, erve en tuin voor ƒ1700 aan C. I. Rekkers te Ylissingen; 1.19,50 H. bouw en weiland ƒ1513 aan denzeltden; 40,80 A. bouw land 710 aan C. Barentzen te Ritthem; 38,30 A. bouwland ƒ530 aan A. Lombaard te- Groede 1.01,20 H. weiland 1705 aan W. Bevelander te Middelburg38,26 A. bouwland 760 aan A. Frelier te Middelburg en 39,24 A. bouwland 810 aan M. Beun te Middelburg. Alles gelegen te Ritthem. Door het bestuur van den polder üud- Noord-Beveland iB aanbesteed het maken van twee steenen sluisvlengels enz. Ingeschreven werd door de heeren C. Kievit voor 644, W. D. v. d. Moer voor 687 en D. de Jonge voor 725. Allen te Coljjnsplaat. Aan den minsten inschrijver is het werk gegund. Door het bestuur van het waterschap Loven- en Willemskerke, gemeente Hoek, werd Woensdag aldaar, by enkele inschrijving, in het openbaar aanbesteed het maken van werken tot zeewering enz., met het onderhoud daarvan tot en met 30 April 1891. Ingeschreven daar voor hebben de heeren D. de Doelder te Ter- neuzen, voor ƒ2471, J. Meertens voor ƒ2290, J. de Bree Fz., voor ƒ2144, beiden te Hoek, en D. Tholens te Terneuzen, voor ƒ2022. Denzelfden dag had te Terneuzen de open bare aanbesteding plaats van het maken der gewone onderhoudswerken en van werken tot dijksverbetering aan de waterkeering van den De-Loosepolder, gemeente Hoek. Daarvoor werd ingeschreven door de heeren A. Tholens voor 1082, D. de Doelder voor 1057, beiden te Terneuzen, en J. Meertens, te Hoek, voor f 889. 45ste Algemeene Vergadering VAN HET Heden morgen te negen uren kwamen de leden van het genootschap weder by een in vrij grooten getale. In de eerste plaats was aan de orde het verslag der commissie uit de afdeeling Meppel, welke de rekening en verantwoording des hoofdbestuurs over het afgeloopen genoot schapsjaar heeft onderzochtzjj adviseerde tot goedkeuring. Conform dit advies werd be sloten. Eene medodeeling van het hoofdbestuur, dat de minister van binnenlandsche zaken wegens ambtsbezigheden verhinderd was de vergade ring bjj te wonen, werd voor kennisgeving aangenomen. De heer C. M. van Visvliet, schoolopziener in het district Middelburg, heden ter vergadering tegenwoordig, werd door den voorzitter ver welkomd terwjjl daarna aan de orde werd gesteld de vraag, waar in 1891 de algemeene vergadering zal gehouden worden. Met toe stemming der betrokken afdeelingeh werden voorgesteld Sneek en 's Hertogenbosch. 69 stem men vereenigden zich op Sneek en 24 op 's Hertogenbosch. De afgevaardigde uit de gekozen plaats nam de keuze aan en zeide den leden een aangename ontvangst in Sneek toe. Uit hei Engelsch VAN HOOFDSTUK VI. De dames Manleverer waren mooi, doch niet meer jong en zjj beschouwden dames, die jaagden, met afschuw, ofschoon zjj zelve van een jagersfamilie afstamden maar haar moeder was van een ernstige strenge richting en zij waren geheel in haar geest opgevoed. Zjj hielden niet van Olivia en kwamen haar niet tegemoet, zoodat zjj de heele kamer moest doorloopen naar de tafel, waar zjj met afge meten deftigheid thee en koffie schonken, om haar goeden morgen te zeggen. »Gjj zeidet dat er nog andere dames kwamen", mompelde Olivia op verwijtenden toon tegen sir Charles. »Die komen ook dat verzeker ik n; naar zjj willen eerst te Dunning ontbjjten, Aan de orde waren nu de voorstellen van het hoofdbestuur. Het eerste betrof het toekennen van een som van f 50 voor 1891 uit de kas des Genoot- schaps tot het completeeren en in goeden staat houden der boeken en het aanschaffen van nieuwe werken voor de paedagogische biblio theek. De wenscheljjkheid werd aangetoond om de som van 50 op 100 te brengen, doch een voorstel in dien geest werd niet voldbende ondersteund, en het voorstel van het hoofd bestuur daarop aangenomen. Achtereenvolgens werden aangenomen de volgende voorstellen van het hoofdbestuur om uit de kas des genootschaps over 1890 aan het ondersteuningsfonds eene subsidie te verleenen van ƒ400, te kwijten uit het batig slot van 1889 en het jaarljjksch subsidie aan het Neder - landsch schoolmuseum van 150 te brengen op ƒ200. Alsnu werden enkele wijzigingen in de wet van het genootschap besproken en de voor stellen van het hoofdbestuur te dezer zake goedgekeurd. Daarna was aan de orde de bespreking van het onderwjjs in de beginselen van het hand teekenen in de lagere school. Dit vraagpunt werd ingeleid door het lid van het hoofdbestuur, den heer H. F. de Boer. Op zeer geestige wjjze, wat bljjkens het herhaald applaus naar waarde werd geschat, lichtte de spreker de bedenkingen toe, die door de afdeelingen zjjn geopperd. Die bedenkingen zjjn van den volgenden inhoud: I. Moet niet, hoezeer ook het onderwjjs in de beginselen van het handteekenen berust op een geometrischen grondslag, ten einde dat onderwjjs vrij te houden van elke professioneele strekking, elk streven naar eene zoogenaamde versieringskunst buitengesloten bljjren en daar mede de leer en de toepassing van het kleuren der teekeningen II. Is het niet gewenscht, bij de nog zeer geringe ervaring omtrent hetgeen de lagere school ten opzichte van dit onderwjjs zal ver mogen, by gebrek aan voldoend daartoe bekwaam onderwijzend personeel, bjj de minder daartoe geschikte inrichting der lokaliteiten en bjj het te vroeg verlaten der school, ten minste voorhands den omvang van dit onderwjjs te beperken en zich uitsluitend te bepalen tot kopieeren III. Moet niet het teekenen op ruiten en naar aangegeven stippen, hoezeer ook eene nuttige bezigheid voor de leerlingen der lagere klassen, geheel afgescheiden en in geen geval als eene voorbereiding voor het eigenljjke tee kenen uit de vrije hand beschouwd worden, en moet niet als gevolg daarvan het handteeke nen eerst aanvangen met het vierde leerjaar Spreker bracht na die toelichting een woord van dank aan de uitgevers in Nederland, die hunne werken beschikbaar stelden ter etalage op de vergadering, en aan den heer De Haas te Middelburg, die zich gaarne bereid ver klaarde het gezondene te completeeren. Breedvoerige, voor ons blad te uitvoerige, discussiën werden naar aanleiding van de inleiding gevoerd. De heeren W. Meerwaldt van Amsterdam, benevens de heeren J. H. Hinze, Molkenboer en Wierik uit dezelfde plaats, met de heeren Hoenkamp en Njjland uit Utrecht, C. van Riet uit Katendrecht, Den Hertog, lid van het hoofdbestuur, zetten hunne denkbeelden omtrent het teekenonderwjjs op de lagere school uiteen. Zeor interessant was die discussie, waar zoo bevoegde mannen hunne denkbeelden ontwik kelden. Van den eenen kant werd de nuttig heid betoogd van het aanbrengen van ruiten of stippen op het teekenpapier of de lei, welke den leerling steun geven ten aanzien van richting en verhouding, terwjjl van de andere zjjde die ruiten en stippen werden afgekeurd. Ook werd gewezen op het gebrek aan bekwaam en geschikt personeel, op de weinige uren, die voor teekenonderwjjs kunnen afgezonderd wor den, maar tevens aangetoond dat, waar de lust bestaat bjj den onderwjjzer, 't zjj hy teekenen kan of niet, het onderwjjs in dat vak niet zoo bezwaarljjk is. Omtrent dit onderwerp werd geen conclusie genomen. De voorzitter meende echter den heeren, die aan het debat hadden deelgeno men, speciaal den heeren die expres voor dit punt naar Middelburg waren gekomen, dank te moeten zeggen voor hunne betoonde belang stelling. Nog deelde de voorzitter mede dat de com missaris des konings in Zeeland een schrjjven had gezonden, waarin hy mededeelt wegens gjj weet mevrouw Phelps gaat liever niet vroeger uit dan noodig is. Neem plaats." »Waar is mynheer Iredell?" vroeg zjj. »ln den stal om een paard uit te zoeken, denk ik. Kunt gjj geen oogenblik gerust zjjn zonder hem »Wat kunt gjj mannen toch belachelijk zjjn en hoe lomp I" »Wat kunt gjj vrouwen naïef zyn en hoe scherp." »Pas opzei zjj, mes en vork opne mende, »het is gevaarljjk om een hongerige vrouw te tarten." »Zyt gjj van plan om van daag den heelen dag met Iredell te rjjden vroeg hy, naast haar plaats nemende, »dan moest gjj het liever terstond zeggen." »Ik ben niet van plan om met iemand den heelen dag alleen te rjjden; dat zou al heel vervelend zjjn." »ZooDan moet gy u vreeseljjk verveeld hebben dien dag, toen ik u op de vlakte ont moette." »Juist. Uw verschijning was een uitkomst voor my." .Natuurljjk, dat zag ik. Drie is altjjd een gezellig getal, vindt gjj niet?" »Gy zjjt in alle geval niet gezellig. Wat ambtsbezigheden verhinderd te zyn ter verga dering te komen. De heer Van Visvliet deed verder nog me- dedeeling dat de schoolopziener in het arron dissement Axel, de heer Collot d'Escury, hem telegraphisch had medegedeeld tot zyn leed wezen geen gevolg te kunnen geven aan zyn voornemen om de vergadering van heden by te wonen. Nadat de afdeeling Hoorn was aangewezen voor het nazien der loopende rekening werd de vergadering geschorst. De vergadering heropend zjjnde, werd het woord gegeven aan den heer Y. Ykema van 's Gravenhage. Deze besprak de vraag»Op welke wjjze behoort het vergeljjkend onderzoek der candidaten naar de betrekking van hoofd eener lagere school te worden ingericht?" Hy leidde die vraag in met de volgende zeven stellingen 1. Het vergeljjkend onderzoek heeft ten doel het vinden van een geschikt hoofd der school. 2. Het hoofd der school behoort te zjjn: een wetenschappeljjk ontwikkeld man; een beschaafd maneen paedagogisch ontwikkeld man een degeljjk klasse-onderwjjzereen bekwaam, er varen leider, of wel iemand, die duideljjke 'oljjken geeft, dat hy dit kan en zal worden. 3. Het vergeljjkend onderzoek moet de can didaten in de geleganheid stellen te toonen, in hoeverre zjj aan die eischen beantwoorden. 4. Het worde ingericht naar de volgende beginselen a. door schrifteljjk werk en mondelinge bespreking toonen de candidaten, dat zjj vol doende kennis hebben om de leerlingen der lagere school grondig te onderwyzen, dat zy die kennis verwerkt hebben en op duideljjke wjjze kunnen mededeelen b. bjj de beoordeeling der candidaten worde er op gelet, of zjj door hun voorkomen, hunne manieren, hunne wjjze van spreken, voldoen aan de eischen, die men in dat opzicht aan een beschaafd man mag stellen c. door schrifteljjke opstellen en mondelinge bespreking toonen de candidaten, dat zjj met vrucht de paedagogiek bestudeerd hebben, hare wetten kennen, en in hare practische toepas sing in de lagere school een helder inzicht hebbon verkregen d. de candidaten worden in de gelegenheid gesteld, door eene proeve van practische be kwaamheid te toonen, dat zjj degeljjke klasse- onderwjjzers zjjn. 5. Dit onderzoek strekt zich uit over de candidaten, die volgens art. 28, alinea 4 der wet door burgemeester en wethouders, in over eenstemming met den schoolopziener, tot het onderzoek werden toegelaten. Worden alle candidaten, die zich aangemeld hebben, tot het onderzoek toegelaten, en is hun aantal te groot, dan wordt het examen in twee deelen gesplitst, waarvan het eerste dient om aan te wjjzen, welke candidaten voor het tweede gedeelte in aanmerking behooren te komen. Dit tweede gedeelte wordt dan inge richt op de wjjze, hierboven vermeld. 6. De candidaten, die in de vier bovenge noemde punten het meest hebben uitgemunt, worden door eene commissie, met den districts schoolopziener aan het hoofd, in de scholen, waar zjj werkzaam zyn, bezocht. Dit bezoek duurt een geheelen schooldag en dient, om de geschiktheid der candidaten als klasse-onder, wjjzer en als leider van het onderwjjs in een lagere school, nader te onderzoeken. Bjj het schrifteljjk, met redenen omkleed advies, dat door den districts-schoolopziener omtrent de voorgedragen candidaten aan den raad wordt ingezondenwordt van dit bezoek melding gemaakt. 7. Alleen die candidaten worden op de voordracht geplaatst, die voldoen aan de strengste eischen van zedeljjkheid. Ook deze inleiding gaf tot eene belangrijke discussie aanleiding. Daaraan namen deel de districts-schoolopziener, de heerC. M.van Visvliet te Middelburg, en de heeren L. Gerhardt uit Utrecht, J. Feringa van Utrecht en Schoo uit Amsterdam. De heer Gerhardt deed in zjjne rede het volgende voorstelde vergadering noodige het hoofdbestuur uit tot het beantwoorden, of het voor de volgende vergadering aan de orde stellen, van de vraag»Wat kan het Genoot schap doen om zekere mate van uiterljjke be schaving en bekendheid met maatschappeljjke vormen te doen toekomen aan hen, die tot onderwjjzer worden opgeleid Het hoofdbestuur verklaarde geen bezwaar te hebben dit punt in een volgend jaar aan de orde te stellen, mits de heer Gerhardt zich bereid verklare dit in te leiden. heeft u zoo uit uw humeur gebracht .Dat weet gjj heel goed." »lk ben niet gewoon de verschillende stemmingen mjjner heerenkennissen te bestu- deeren." »Heerenkennissen 1 Waarom houdt gy toch altjjd vol om my daaronder te rang schikken »Lieve hemel! Mag ik u niet tot mjjne kennissen rekenen Het Bpjjt my dat ik zoo aanmatigend ben geweest." »Gjj zoudt een heilige toornig maken 1" .Hoe weet gjj dat Gjj hebt my nooit met een heilige gezien, of met iemand die er op geleek." »Die volmaakte Iredell zelfs niet »0, ik geloof niet dat mjjnheer Iredell een heilige is, omdat ik hem nooit boos maak en gij zegt dat ik een heilige boos maak." »Maakt gjj hem nooit boos Neen, dat wil ik wel gelooven. Het is verstandiger om goede vrienden met hem te zyn." »Zeker, daar ik in hetzelfde huis met hem moet wonen," antwoordde zjj heel bedaard met een waarschuwenden blik »maar meen niet, dat ik uw fijne toespeling niet begrjjp en waardeer." Misschien had zjj nog nooit iets gezegd dat De heer Gerhardt had daartegen bezwaar i wjjl hy niet wist of hjj het volgend jaar ter vergadering kon aanwezig zyn en hjj bovendien ook de vraag stelde, omdat hjj zelf geene op lossing wist. Daarop gaf het hoofdbestuur de toezegging dit punt in nadere overweging te zullen nemen, evenals het deed met betrekking tot de door andere sprekers geopperde bedenkingen. Op de stellingen door den heer Ykema werd verder geene conclusie genomen. De heer L. A. E. van der Ley van Middelburg behandelde verder de vraag »is het doen van uitstapjes met de klasse (wandeltochten, enz.) al of niet aanbevelenwaardig te achten Hjj lichtte de volgende stellingen toe 1 Het hoofddoel van zulke uitstapjes moet zyn de leerlingen in te wjjden in het bedrjj- vige dageljjksche leven. 2 Naast de vele theoretische kundigheden, die de school aanbrengt, is zulk een practisch onderricht van veel belang. (Het dient tevens tot steun van het onderwjjs in de aardrijks kunde en de kennis der natuur). 3 Het verhoogt de belangstelling in het onderwjjs in het algemeen en is een uitstekend middel te achten, om het schoolverzuim tegen te gaan. 4 Het is een niet te versmaden opvoedings middel. 5 De moeilijkheden in de uitvoering staan de toepassing er van niet in den weg. De inleider lichtte die stellingen in het breede toe en toonde ten slotte aan, hoe door wekeljjksche (plaatselijke), maandeljjksche (over grootere uitgestrektheid) en jaarljjksche (naar een of andere groote stad b. v.) uitstapjes veel kan gedaan worden in het belang der schooljeugd. Hjj schetste wat op de verschil lende uitstapjes te zien, te genieten en te leeren valt en besprak vervolgens de financi- eele bezwaren, die bjj sommigen ryzen zullen. Hjj meende dat öf door sparen van de kinderen zelve, öf door eene bjjdrage van de ouders, öf wel door steun van de overheid de geldelijke aangelegenheid tot eene oplossing zou te brengen zjjn. De heer Van der Ley toonde dit aan door in het breede uiteen te zetten hetgeen in België te dezen opzichte gedaan is en nog wordt verricht. Deze inleiding werd met luid applaus begroet. De heer A. van Wamel van Amsterdam leverde, eveneens op grond van zjjne ervaring, een warm pleidooi voor uitstapjes voor sehool- leerlingen. De heer Feringa uit Utrecht opperde enkele bedenkingen tegen die uitstapjes. Voor kin deren, die de armenscholen bezoeken, achtte hjj ze nuttig en noodig, maar ook alleen voor die kinderen, die in hunne omgeving geen kennis kunnen maken met hetgeen tot ont wikkeling en beschaving leiden kan. De heer D. Boswjjk van Arnhem, toegevend dat er wel iets goeds in het denkbeeld ligt, toonde echter de schaduwzy den van de bedoelde uitstapjes aanhjj stelde vooral het tjjdverlies, dat er door geleden wordt, in het licht. Nog enkele mededeelingen werden gedaan door de heeren Schoo uit Amsterdam en IJ kema uit Den Haag. De laatste schetste het groote voordeel, dat de wandeltochtjes der Haagsche schoolkinderen bezorgen men leort ze daardoor wandelen, en het geleerde brengen zjj op hun broeders en zusters, ook op hunne ouders over niet alleen, maar zjj wekken ze tevens op tot genieten. Dit onderschreef ook de heer G. Kuipers uit Zwolle, die het nut der wandeltochtjes voor de schooljeugd eveneens door voorbeelden uit de door hem opgedane ervaring staafde. Eene conclusie omtrent dit punt werd niet genomen. Door den heer Feringa uit Utrecht werden aan het hoofdbestuur inlichtingen gevraagd in hoever het werkzaam is geweest inzake het ondersteuningsfonds ook met betrekking tot onderwjjzers in Nederl.-Indië. Het hoofdbestuur kon daaromtrent geen in lichtingen geven de zaak is nog in onde zoek- De heer H. Kroeze, vertegenwoordiger van de gewesteljjke vereeniging Noord-Holland, bracht namens de afgevaardigden aan het hoofdbestuur dank voor de door dit bestuur ingeslagen richting. Hjj dankte verder de afgevaardigden voor hunne aanwezigheid en bracht hulde aan de Belgische ambtsbroeders, die zich de moeite hebben getroost hier tegen woordig te zyn. Hjj sloot met een warm woord van hulde, sympathie en dank aan den voorzitter voor hetgeen hy in die betrekking deed en voor diens leiding van de vergadering van heden. haar zoo in de achting van den baron deed rjjzen. Haar gekrenkte trots, haar minachting deden hem terstond in zyn schulp kruipen. »Wat ben ik een lompert maar gjj tergt iemand ook zoo." »Welk een bevallige verontschuldiging" zei zjj lachend. Intusschen was Iredell binnengekomen, zoo dat Sir Charles moest opstaan om hem aan zyne zusters voor te stellen. »Ik hoop dat de Phelpsen niet te laat komenmen kan toch nooit op hen rekenen zei hjj, toen het heele gezelschap in de vestibule stond. »Geen wonder dat Sir Charles ongedul dig is", merkt een jonge lord, die naast Culhbert stond, aan, »men zegt dat hy zoo goed als verloofd is met juffrouw Phelps." »Zoo waarljjk vroeg Iredell verbaasd. »Ja drie maanden geleden dacht iedereen reeds dat hjj haar vragen zou, maar die mooie jaffrouw Pierrepoint heeft zyn hoofd op hol gebracht". »Is juffrouw Phelps ook mooi «Sommigen vinden het ik vind het nietmaar zjj is een goede party de erfge name van haar oom, die een kolossaal fortuin heeft en van goede familie ook." Dit woord werd met daverend applans be zegeld. De heer Cuypers uit St. Josse ten Noode nam vervolgens het woord om dank te zeggen voor hetgeen de Belgische afgevaardigden te Middelburg gezien en gehoord hebben. Hjj schetste wat de onderwjjzer is en wat hjj wezen moet. Met de hoop te uiten dat het onderwjjs in Noord-Nederland bloeie en de vereeniging, hier vergaderd, groeien moge, be sloot deze spreker. De voorzitter dankte voor de welwillende woorden, te zyne opzichte gesproken, en gaf de toezegging steeds, dat hjj voor zooveel het van hem afhangt zal jjveren voor het belang van het onderwjjs en het genootschap. Aan de afdeeling Walcheren werd verder door den spreker dank gebracht voor wat zjj deed om het genootschap eene aangename ontvangst te bereiden; den heeren van het ryksschool- toezicht werd eveneens dank gezegd voor hunne aanwezigheid. Na dien dank betuigde de voorzitter zyn leedwezen dat noch de burgemeester, noch de wethouders, noch een der leden van den raad, noch een der leden van de plaataeljjke com missie van toezicht op het lager onderwjjs te Middelburg te dezer plaatse zyn tegenwoordig geweest. Hy eindigde met dank te zeggen aan de aanwezigen en aan hen, die aan de beraadsla gingen deelnamen, en sloot daarop de 45e algemeene vergadering van het Nederlandsch Onderwijzers Genootschap. De raad der gemeente Apeldoorn heeft besloten dat de voor eenige jaren afgeschafte kermis wederom zal worden gehouden, maar slechts 2 dagen. Draaimolens moeten met zonsondergang gesloten worden. Te Amsterdam had Dinsdagavond in de benedenwoning van een huis aan den Klove niersburgwal eene geweldige gasontploffing plaats. De bewoner, de heer Vos, en andere personen, hadden reeds den geheelen avond in de zykamer en daaromheen eene sterke gas- lucht waargenomen, en om de oorzaak er van na te gaan, had men de onvoorzichtigheid met een licht in de nabjjheid van het lek te komen, waar zich tusschen het plafond en den bodem der eerste verdieping klaarbljjkelyk eene groote hoeveelheid gas had opeengehoopt. Het gevolg was, dat het gas ontplofte en de twee boven elkander liggende voorkamers werden verwoest. Een persoon bekwam vrjj ernstige kwetsuren aan het hoofd en moest zich in het gasthuis latenverbinden. Volgens de Amst. Ct. is de koninklijke fabriek van stoom- en andere werktuigen (fa briek van Van der Made) te Amsterdam, aan gekocht door de firma Smulders, yzergieters, te Utrecht. Aan de Zutphensche Crt schrjjft men nit Gent „De tjjden veranderen en wjj met hen men zou zeggen, dat dit spreekwoord een waarheid bevat dik als een koe. 'k Geloof toch, dat dit niet het geval is. Op een ver gadering der provinciale staten te Antwerpen is toch zóo iets belachelijks voorgevallen, dat ik mjj waande teruggeplaatst in de dagen, toen Kerens de Wjjlre en Arnolds evenzoo vele sieraden van de Tweede kamer uitmaak ten. Wie herinnert zich niet hoe eerstgenoemde met het leukste gezicht, en zyn gezicht was leuk, opstond en voorstelde om een gezant te benoemen bjj Don Carlos hoe Arnolds zjjn stem motiveerde tegen een wetsvoorstel: .meneer de veurzitter ik bin teugen deuze wet, want deuze wet is een slechte wet Een tegenhanger op deze grappigheden viel dan op genoemde vergadering te Antwerpen voor. Aan de orde was een voorstel om subsidie te verleenen aan de inrichting van Pasteur, omdat vele .van 't hondje gebetene Vlamingen" daar redding hadden gevonden. Het voorstel vond waardeering, totdat er een zekere heer van Smolderen opstond,muze der geschiedenis schrijf zyn naam met onuitwischbare inkt in uwe historieblaan of, beter nog, griffel haar in eeuwen trotseerend marmer, totdat er, zeg ik, een zekere van Smolderen opstond en voorstelde om aan den heiligen Hu- bertus een geljjk bedrag te geven, aan den heiligen Hubertus, wiens beeld ergens in het Luxemburgache in een kapelletje prjjkt, .Juffrouw Pierrepoint is ook rjjk."- .Ja; maar ik denk niet dat Manleverer zich daaraan zal wagen. Hy is gruweljjk trotsch, en zjj nu ja, ik geloof niet dat zy weet wie haar grootvader was." De jonge man wist niet, tot wien hjj sprak en schrikte van den toornigen gloed in de donkere oogen van Iredell. .Gy moogt wel toezien eer gy zulke praatjes omtrent juffrouw Pierrepoint ver spreidt," zei hy op een toon, dien hjj Toor zulke gelegenheden bewaarde en die een zon derlingen indruk maakte op dengene, die zjjn toorn opwekte. »Gy zult anders menschen ge noeg vinden, die bereid zyn u hun opinie op een krachtige, al is het dan niet beleefde manier te kennen te geven." .Daar heb ik mij leeljjk gebrand", dacht de jonge edelman, zich verlegen, boos, doch zwjjgend omdraaiende, want hjj bezat niet de gave van vlug te antwoorden en Iredell had hem doen ontstellen. Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1890 | | pagina 2