Vrijdag
18 Juli.
N°. 167.
Middelburg 17 Juli,
Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen;
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.—1
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent.'
Advertentiën20 cent per regel; Bij abonnement lager.'
Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten benevens all®
dankbetuigingen: van 17 regels f 1.50;
iedere regel meer 0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte;
Ontwerp van wet tot gedeelte
lijke herziening van de wet
van 4 Dec. 1872.
V
Thermometer.
Middelburg 17 Juli vm. 3 a 71 gr.
m. 12 u 80 gr. av. 4 u. 80 gr. F.
Verwacht Z. O. wind.
Agenten te Vlissingen: P. G. au Vet Msstda&H Zoo*, te Goes: A. A. W. Bolland, te Krniningen: F. v. d. Pbijl, te Zierikzee: A. 0. de Mooij te Tbolen: W. A. va*
Nieu we*htji jzs* en te TerneuzenM. de Jonge. Yerder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de
advertentie-bnreau's van Nijgh Va* Ditmah te Rotterdam, de Geek. Belinfante, te 's Gravenhage, en A. de la Mak Azn, te Amsterdam.
Hoofdagenten voor het Buitenland: te Pargs en Londen, de Compagnie générale de Publioité étrangère G. L. Dattbe Cie., Joh* F. Jones, opvolger.
moeten des namiddags te uur
aan bet bureau bezorgd zjjn, willen
zjj des avonds nogworden opgenomen
i.
De wet tegen de besmettelijke ziekten,
wier wijziging door de tegenwoordige regee
ring is voorgesteld, is in hoofdzaak het
werk van het Geneeskundig staatstoezicht.
Reeds in 1868 ontwierp eene commissie uit
de geneeskundige inspecteurs een concept
ontwerp, dat in 1871 door Thorbecke
omgewerkt den Staten-generaal werd aan
geboden. Met diens aftreden nam de minister
Geertsema in 1872 de zaak ter hand, en
wijzigde het ontwerp niet onbelangrijk
onder de behandeling in de Tweede kamer
liet hij zich ingrijpende amendementen
opdringeno. a. het bekende pokken-
amendement van Godefroi e. s., en hij had
den 4en December 1872 de voldoening de
wet in de Staatscourant te zien.
De uit de politieke smeltkroes te voorschijn
gekomen wet had haar hoofdkarakter, door
de geneeskundige inspecteurs op den voorgrond
gesteld, behouden. Naast de gemeente- en
de provinciale besturen zorgt in de eerste
plaats de staat voor den algemeenen gezond
heidstoestand zijner burgers.
Met zorg heeft het geneeskundig staats
toezicht de toepassing der wet bevorderd.
De wijzigingen van 3 December 1874; 28
Maart 1877 en 15 April 1886 zijn op zijn
initiatief genomen, en ook het thans aan
hangige concept-ontwerp draagt andermaal
de sporen, dat er gemeen overleg heeft
plaats gehad tusschen den minister en zijn
deskundige ambtenaren. Evenwel met dit
groote verschil met vroeger dat de voorge
stelde hoofd wijziging uitgaat van den mi
nister tegen het advies van het deskundig
college.
De herziening heeft de minister omschre
ven in 18artikelen: de gewichtigste wensch
ik daartoe door de redactie van dit
blad uitgenoodigd in 't kort te bespreken,
omdat zij ingrijpen in de samenleving en
als zoodanig van groot belang voor een ieder
kunnen heeten.
In artikel 1, bevattende de namen der
besmettelijke ziekten, wordt voorgesteld
mazelen te schrappen, en er aan toe te
voegen kraamvrouwenkoorts.
Dat mazelen niet meer in de wet zullen
wordeD genoemd, strekt haar mijns inziens
niet tot oneer. Een hekend feit is het, dat
bijna geen ziekte zich gemakkelijker verspreidt;
slechts weinigen ontsnappen aan die besmet
ting en de maatregelen er tegen zijn geheel
doelloos gebleken, ja werken zelfs storend
op een deugdelijke behandeling der ziekte.
Evenwel heeft het verdwijnen van dit
yiiummer, dit groote bezwaar, dat roodvonk
rbij neringdoenden de positie zal innemen,
>waaruit de mazelen door de wet zijn verlost
Dat zou voor de lijders en voor het alge-
tmeen belang zeer te betreuren zijn.
Een groote aanwinst reken ik de voorge
stelde opname in de wet van kraamvrouwen
koorts. Dat die ziekte allerhevigst besmet
telijk is voor andere kraamvrouwen, is eene
uitgemaakte zaak; dat zij uitsluitend ontstaat
door smetstof is zoo goed als zeker. Haar
komt dus wel de plaats toe, die de regeering
haar thans in de wet wil geven, al kan zij
niet gerekend worden onder die volksziekten,
wier algemeenheid een ieder zonneklaar
toont, dat er eene besmetting in 't spel is.
De regeering neemt het juiste standpunt in,
dat kraamvrouwenkoorts voor gezonden niet
gevaarlijk ismeerdere voorschriften der wet
tegen de andere besmettelijke ziekten heb
ben op haar geen betrekking. Met den
vinger wijst de regeering aan, van wie
gevaar te duchten is, en zij beveelt ver
strekkende voorzorgsmaatregelen tegen vroed
Wjj zijn den geachten schrijver erkentelijk
voor de beleefde voldoening aan ons verzoek,
waardoor ons het voorrecht is gegund onze
lezers bekend te maken met het gevoelen van
een deskundige over dit in onze maatschappij
zoo gewichtig vraagstuk. (Red.)
vrouwen, in wier praktijk een geval van
kraamviouwenboorts is voorgekomen. In
't gewijzigd art. 19 lezen wij „vroedvrouwen
in wier praktijk een geval van kraamvrou
wenkoorts is voorgekomen mogen geen
verloskundige praktijk uitoefenen, geen
zwangere of vermoedelijk zwangere, barende
of kraamvrouw onderzoeken, of geen barende
of kraamvrouw bijstaan, alvorens zij zelve
en hare kleederen, benevens de instrumenten
die zij gebruikenten genoegen van den
geneeskundigen ambtenaar zijn ontsmet;
hetgeen uit eene schriftelijke verklaring van
genoemden ambtenaar zal moeten blijken."
Zijn deze maatregelen gewettigd Mijns
inziens zou zulks het geval zijn, indien het
bewijs geleverd ware, dat vroedvrouwen
uitsluitend de draagsters der smetstof zijn.
Vaak is het toch voorgekomen dat eene
kraamvrouw die ziekte krijgt, zonder dat
eenige deskundige hulp was verleend. Daar
uit volgt dat ook andere momenten kunnen
aanwezig zijn, die de ziekte opwekt, geheel
en al buiten de schuld der vroedvrouw. De
wet houdt daarmede geen rekening, schrijft
zelfs niet voor, dat het goed van eene aan
kraamvrouwenkoorts lijdende patient, zoomin
als de woning, na afloop der ziekte, grondig
zal worden gedesinfecteerd. Toch kent
ieder deskundige dat gevaar na jaren nog
is eene dergelijke woning niet te vertrouwen.
Ook spreekt de wet niet, wie de ziekte zal
aangeven. Zal de vroedvrouw uit eigen
beweging daarvan aangifte doen, of zal zij
de familieleden zoo lang mogelijk gerust
stellen Bij ingeroepen deskundige hulp
zal de beslissing niet altijd gemakkelijk
zijn, en is de vroedvrouw totaal overgelaten
aan de opvatting van dien medicus. Bij de
wet wordt haar geen appèl toegestaan, en
eenmaal aangifte gedaan treedt art. 19 in
werking, dat is wordt het vertrouwen van
het publiek in de vroedvrouw ernstig in
gevaar gebracht. Waarom, vraag ik ver
der, moet de desinfectie geschieden onder
toezicht van den geneeskundigen ambtenaar
Zijn de medici, die in alle andere gevallen
over ontsmetting door de bevoegde macht
worden gehoord, daartoe onbevoegd Is
het niet omslachtig om b. v. eene vroed
vrouw uit Middelburg te doen desinfecteeren
onder toezicht van onzen provincialen
geneeskundigen inspecteur, op wiens komst
wij reeds jaren wachten
Ingenomen als ik ben met het vooruitzicht
dat het groote gevaar van kraamvrouwen
koorts officieel zal worden erkend, erkennende
dat de vroedvrouw, onvoorzichtig zijnde de
verspreiding er van zeer in de hand werkt,
ben ik tevens van meening dat de vroed
vrouw door de bepaling iu dit ontwerp in
een te ongunstig licht wordt geplaatst, dat
zij onvoldoende wordt beschermd tegen ver
gissingen van een derde en dat bij de
uitvoering zal blijken, hoe de voorgestelde
maatregel hoogst onpraktisch werkt.
Behalve de in het artikel opgenomen
ziekten geeft de regeering in de memorie
van toelichting de redenen op, waarom zij
enkele andere ziekten uitsluit, waaronder
croup, in strijd met het geneeskundig advies
der geneeskundige ambtenaren. Ik lees in
die memorie van toelichting„Daarentegen
verlangden de geneeskundige ambtenaren
wel onder c te lezen „diptheritis en croup"
doch de regeering meent daaraan niet te
moeten voldoen. Het moge waar zijn, dat
er soms geneesheeren zijn, die gevallen van
diphteritis als croup beschouwen, dit recht
vaardigt echter het opnemen van croup
in de wet tot voorziening tegen besmettelijke
ziekten niet, nu croup volgens bevoegde
deskundigen niet besmettelijk is." Jam
mer inderdaad dat de minister in deze
kwestie zoo'n respect heeft voor de kleine
minderheid, een respect dat geheel te rijmen
valt met zijn voorgestelde wijziging van
art. 17, waarover later.
En dat de minderheid opvallend klein is,
bewijst ten overvloede de beslissing, geval
len in de jongste vergadering van 8
Juli jl. der Nederlandsche Maatschappij
van geneeskundewaarin met 72 tegen 8
stemmen croup op éen lijn werd geplaatst
met diphteritis; het lijdt dan ook m. i.
geen twijfel, dat croup en diphtherie de
zelfde ziefffe is. DV'uWhterie is een volks
ziekte van betrekkelijk jeugdigen datum in
ons land, haar gevaar voor kinderen kent een
ieder, haar besmettelijkheid bij directe aan
raking met den lijder is allerhevigst, en
terecht is zij tegenwoordig de meest ge
vreesde kinderziekte. Gaandeweg dreigt zij
op vele plaatsen in ons land endemisch te
worden. In Middelburg komt reeds jaren
achtereen de ziekte voor, en toch ziet men
betrekkelijk weinig plakkaten op de huizen.
De geneeskundige statistiek geeft het ant
woord op dit zonderlinge verschijnselde
meeste overledenen aan de keel heeten ge
storven te zijn aan croup. En toch is de
verspreiding van diphterie naar mijne over
tuiging even goed en gemakkelijk te bestrijden
als van febris typhoidea; maar dan mag de
poort niet wijd worden opengezet tot ont
duiking der wet. Waar de regeering, terecht,
een open oog heeft voor het gevaar van
kraamvrouwenkoorts, is het onbegrijpelijk,
dat zij een enkel geoorloofd middel afwijst
om eene ziekte te bestrijden, die oneindig
meer slachtoffers maakt.
De reden, dat de regeering hare deskundige
adviseurs in deze niet volgt, ligt naar mijne
bescheiden meening minder in den steun
die zij vindt bij de minderheid der medici, dan
wel in overwegingen van maatschappelijken
aard. Kennende de nadeelige en ongelijk
matig werkende gevolgen der aanplakbil
jetten op de huizen, waar eene besmettelijke
ziekte heerscht, is de neiging zeer ver
klaarbaar om eerst ra rijp beraad de lijst
der besmettelijke ziekten uit te breiden.
Maar waarom aan die maatschappelijke
bezwaren niet tegemoet gekomenwaarom
de lasten der wet, waar zulks mogelijk is,
niet verminderd; waarom eene andere regeling
bij aangifte eener besmettelijke ziekte langer
uitgesteld Want waar is het, dat de
plakkaten aan de huizen den neringdoenden
dikwijls ernstig financieel nadeel berokkenen.
Een lijder aan eene besmettelijke ziekte
moet in het algemeen belang geïsoleerd
worden, de plaats van isolement kon echter
worden overgelaten aan de belanghebbenden,
mits onder goedkeuring en voortdurend toe
zicht van het geneeskundig staatstoezicht.
Is de woning van den patient onvoldoende
voor het verlangde isolement, en weigert hij
opname in een bij artikel 7 der wet genoemde
lokalen, dan eerst kome een plakkaat, voor
een ieder zichtbaar. De bezwaren tegen de
wet zouden door deze regeling zeker af
nemen, en te gelijk zou haar doel verhoogd
worden en haar werking inderdaad gelijk
matiger zijnde huismedicus zou niet telkens
staan tusschen zijn wetenschappelijk geweten
en het maatschappelijk belang van zijn patient,
en eindelijk behoefde het aantal bij de wet
genoemde besmettelijke ziekten minder af
hankelijk te worden gesteld van bijkomende
omstandigheden.
Over de ander voorgestelde wijzigingen,
hoofdzakelijk over die betreffende het ge
wichtige artikel 17 der wet in een volgend
opstel.
M. B.
In eene Woensdag gehouden vergadering
heeft de geneeskundige raad van Zuid-
Holland met algemeene stemmen als zijn over
tuiging uitgesproken, dat de door de regeering
in haar ontwerp voorgestelde wijziging der
epidemiewet ten aanzien der vaccinatie een bron
van groot gevaar voor de volksgezondheid zou
opleveren en zou blijken een ramp voor Neder
land te zjjn, waarom zij een onverantwoordelijke
wetsbepaling werd geacht.
Deze mededeeling namen wjj nog onder
Laatste berichten op in een deel der oplaag van
ons vorig nommer.
Uit Den Haag wordt aan de N. R. Ct.
geschreven
Zooals vrjj algemeen bekend is, was het eene
afspraak dat bij de behandeling der spoorweg,
overeenkomsten in de staten-generaal alle
leden, die commissaris zjjn bjj eene der spoor
wegmaatschappijen, zich onthouden zouden van
deelneming aan de discussie en de stemming.
Thans verneemt men, dat de heer Pijls, afge
vaardigde voor Limburg in de Eerste kamer
en commissaris van de Exploitatie-maatschap
pij, ondanks die afspraak zijn voornemen te
kennen heeft gegeven aan de stemming deel
te nemen.
De minister van binnenlandsche zaken heeft
als zijn gevoelen medegedeeld, dat de verkiezing
van nieuwe raadsleden in gemeenten welker be-
volkingblijkensde laatstgehouden 10 jaarlijksche
volkstelling zooveel is vermeerderd, dat eene
uitbreiding van het aantal raadsleden nood
zakelijk is, niet moet plaats hebben binnen 6
maanden na de officieele vaststelling van het
cijfer der bevolking, maar gelijktijdi g met de
periodieke verkiezing in 1891.
Bij kon. besluit is, zooals nog in een deel der
oplaag van ons vorig nommei; is medegedeeld,
benoemd tot burgemeester van Schoondijke P.
van Houte.
Op verzoek is eervol ontslag verleend aan
J. W. B. van Nieuwland, als gezworen van
den Adriana Johannapolder.
Voorts zijn benoemd M. van Stee, tot dijk
graaf van den Molenpolder, A. van der Burght
tot gezworen van den Molenpolder, A. Franse
Corneliszoon tot gezworen van den Loven en
Willemskerke, C. P. Bulter tot gezworen van
den polder Nieuw Othene, P. A. Stallaert tot
gezworen van den polder Melo, J. A. Pateer
tot gezworen van den Kruispolder, J. Raven
tot gezworen van den polder Hoedekeuskerke.
Verder is aan jhr mr Gerard Theodoor Lamo
raal van Geusau, ook genaamd von Geusau,
te Maastricht, de titel verleend van baron,
overgaande op zijne wettige mannelijke afstam
melingen bij recht van eerstgeboorte.
Nog is aan H. J. B. Dekema, te 's Graven
hage, en J. G. Milius, te Rotterdam, eervol
ontslagen apothekers 2e kl. van het leger in
Nederl.-Indië, de bevoegdheid van apotheker
verleend.
Door de arr.-rechtbank te Arnhem is, ter
vervulling van eene vacature van rechter in
dat college, opgemaakt de volgende alphabe-
tische lijst van aanbevelingmr. P. Gratarna,
rechter in de arrondissements-rechtbank te
Leeuwarden mr. C. W. A. baron van Haersolte,
rechter-plaatsvervanger in de arrondissements
rechtbank, advocaat en procureur te Arnhem
en mr. F. G. Kool, rechter in de arrondisse
ments-rechtbank, te Dordrecht.
Aanstaanden Zaterdag verleent de minister
van waterstaat enz. geen audiëntie.
Zooals nog in een deel onzer oplaag van
gisteren is opgenomen is gisterenmiddag in de
Eerste kamer het debat over de spoorweg
overeenkomsten aangevangen. De heer Verhejjen
verdedigde ze krachtig als voordeelig voor Am
sterdam en Rotterdam. De nadeelen waren
volgens hem niet overwegend.
De heer Prins bestreed ze op grond, dat het
internationaal verkeer niet er door zou gebaat
worden. Aan de adhaesie-adviezen uit Amster
dam kon men geen groote waarde toekennen.
De heer Van Bwinderen zag geen aanleiding
voor het ontwerp de zaak is niet het groote
offer waard. De heer Van Lier verklaarde zich
voor het ontwerp, omdat hij voordeel ziet voor
het binnenlandsch verkeer in de reorganisatie,
vooral voor het noorden.
Heden wordt het debat voortgezet.
Van den civielen en militairen gouverneur
van Atjeh en onderhoorigheden is het volgende
telegram ontvangen, gedagteekend 7 dezer
Vijand van Pedawa-pontong nestelde zich
op Boekit Plawi, werd den vijfden verdreven,
liet elf dooden in onze handenwij acht licht
gewonde mindere militairen."
Van Atjeh wordt dd. 30 Mei aan de Java
Bode geschreven, dat men daar den 29n Mei
te Edi een aanval op den vijand verwachtte,
en dat, indien dan de benting niet werd ge
nomen, de 2e compagnie van het 3e bataljon
er heen zou gaan, met den ln luitenant der
genie Pels Rjjcken en mineurs, den kapitein
Van Heutsz, 1 kanon van 12 cM., en misschien
ook den generaal Van Tejjn.
Volgens de Pinang Gazette hebben verschei
dene ambtenaren op Edi hun vrouwen en kin
deren naar Penang gestuurd om ze aan het
gevaar te onttrekken.
De Deli Crt meldt omtrent den toestand in
Edi het volgende
De berichten welke Zondag 15 Juni te Pe
nang kwamen luiden als volgt: Een dag na
aankomst van de Tambora met het 6e bat.
werd met volle sterkte uitgerukt. Heitige
tegenstand vond niet plaats, de vjjand scheen
respect te hebben voor de groote machtsont
wikkeling onzerzijds. Een klewangaanval op
de in de achterhoede marcheerende landings-
divisie van de Hendrik door een troep Atjehers,
die de hoofdmacht had laten passeeren, was
het meest saillante feit van den dag. De luit.
ter zee Hegge Spies werd bjj dien aanval door
een klewanghouw gewond. Van de Atjehers
vielen bjj die gelegenheid de meeste dooden.
De bentings werden achtereenvolgens genomen
en bezet. Wij hadden *éen doode en een twin
tigtal gewonden.
Generaal v. Teijn koestert het plan van de
aanwezigheid van een groote troepenmacht in
het Edische gebruik te maken voor een expe
ditie naar Perlak. Dit staatje op de grens
van het Tamiangsche gelegen, heeft steeds de
hand gehad in de Edische verwikkelingen en
leverde altijd een contingent «kwaadwilligen
bij de invallen. De tocht erheen is zeer moeiljjk
wegens het laag terrein, waar men doorheen
moet. Een flinke tuchtiging aan T. Tjihik
Perlak, die ons op Atjehs Oostkust altijd den
voet dwars heeft gezet, is zeker zeer gewenscht.
Aan de Straits Independent ontleent de Deli
Ct. nog het volgendeden 11 dezer heeft te
Edi een hevig en beslissend gevecht jplaats
gehad, waarbjj door de Hollandsche troepen
al de bentings veroverd werdenwelke de
Atjehers hadden opgericht. De Hollanders
hadden een verlies van 23 gewonden waaronder
2 officieren, de luit. ter zee Van der Hegge
Spies en de luit. der inf. Swart. De Atjehers
daarentegen lieten 80 dooden in hunne handen
en leden bovendien groote verliezen in gesneu
velden en gewonden.
Na het eerste gevecht en toen alles rustig
scheen speelde de bataljonsmuziek het Neder-
landsche volkslied in eeu der veroverde ben
tings plotseling echter vielen eenige schoten,
afkomstig van Atjehers die zich verborgen
hielden in de loopgraven, welke zij in onmid
dellijke nabijheid van die benting gemaakt
hadden. De kommandant van de landingsdivisie
van de Prins Hendrik gaf dadelijk bevel tot
den aanval en luit. Van der Hegge Spies stelde
zich aan 't hoofd zijner manschappen en viel
op de Atjehers aan. Een hevig gevecht van
man tegen man was hiervan het gevolg en al
de Atjehers, die zich in de loopgraven bevon
den, werden afgemaakt.
Gedurende dit gevecht sprong een Atjeher
met een klewang gewapend op luitenant Van
der Hegge Spies toe, die den voor hem be
stemden houw met zjjn sabel pareerdedit
wapen werd echter bijna in tweeën geslagen
en wondde hem door den terugslag aan 't
voorhoofd. Algemeen wordt de houding en
moed van dezen officier zeer geroemd.
De Atjehers, die aan het bloedbad ontko
men waren, vluchtten in de rimboeh, waar zij
door de troepen vervolgd werden.
Het blad verneemt verder dat de troepen
eenigen tijd te Edi zullen bljjven om een mili
tairen weg naar Deli(?) te maken1
In de St. Ct is opgenomen het besluit van
den 29en Juni 1890, tot vaststelling der regeh n
voor de rijksnormaallessen, bedoeld in art. 12
der wet tot regeling van het lager onderwijs,
laatstelijk gewjjzigd bij die van 1 Dec. 1889
(St.bl. no 175).
Daaraan is het volgende ontleend
De cursus der normaallessen is vierjarige en
in vier klassen, elk van éen jaar, verdeeld.
Het schooljaar loopt van 1 April tot 31 Maart.
Zoo noodig wordt aan de normaalinrichting
een voorbereidende klasse toegevoegd.
De normaallessen zijn in twee rangen ver
deeld, volgens aanwijzing van den minister
van binnenlandsche zaken.
De vakken zjjn Nederl. taal, lezen en schrij
ven, vaderlandsche geschiedenis, aardrijkskunde,
rekenkunde, kennis der natuur, zang, hand-
teekenen, gymnastiek, nuttige handwerken
voor meisjes, Fransche taal, wiskunde, paeda-
gogiek.
Wie tot de normaallessen wenscht toegelaten
te worden, moet op 1 April den leeftijd van
14 jaar, voor de voorbereidende klasse den
leeftijd van 12 jaar bereikt hebben.
Hjj legt over lo zijne geboorte-akte 2o een
of meer getuigschriften, waaronder, zoo hjj bjj
eene lagere school werkzaam is geweest een
getuigschrift van het hoofd dier school; 3o
eene verklaring van ouders of voogden, dat zjj
voornemens zjjn hem voor het onderwjjs te
bestemmen.
MIDDEL