Hieltaristle GnnmL
BIJVOEGSEL
Middelburg 13 Juni.
Na een kwart eeuw.
VAN DE
VAN
Zaterdag 14 Juni 1890, n°. 138.
Er zjjn in het leven van volkeren, van ver-
eenigingen, zoowel als in dat van bijzondere
personen, oogenblikken waarop men als 't ware
even stilstaat om een blik achterwaarts te
werpen en tevens zoo gaarne zou willen door
dringen in de toekomst.
Wat dat verleden voor lief en leed bracht
gaat men na; voor- en tegenspoed vergelijkt
men met elkaar, om dan de balans op te ma
ken, in hoever men tevreden kan zijn over het
geen er gedaan is in de jaren, die zoo snel,
vaak al te snel vervlogen.
En wanneer men al dien tijd gearbeid heeft,
niet voor zich zeiven maar voor het algemeen,
zooals vooral met tal van vereenigingen het
geval is, dan bestaat er te meer aanleiding
om zich op zulke oogenblikken af te vragen
is onze arbeid vruchtbaar geweest Hebben
wjj reden voldaan te zjjn over ons werk
Zulk een oogenblik doorleeft op het tjjdstip,
dat ons blad heden avond onder de oogen onzer
lezers komt, eene hoogst nuttige vereeniging
in Middelburg, eene vereeniging ook buiteD
onze stad gunstig bekend, eene vereeniging
die de warme sympathie wegdraagt van een
groot deel der burgerij, al ontbreekt het ook
haar niet aan bedillers en'benjjders.
Men zal wel begrijpen dat wjj het oog heb
ben op de vereeniging Uit het volk Voor het
volk, die heden avond eene laten wjj het
zoo mogen noemen feestvergadering houdt.
En zjj doet dit op denzelfden datum, waarop
zij vóór 25 jaar werd opgericht; waarop in
1865 hare statuten werden vastgesteld.
Eenige dagen te voren den 20sten Mei
hadden een twaalftal ingezetenen hunne mede
burgers uitgenoodigd tot oprichting eener ver
eeniging »tot het regelen en bevorderen van
volksvermaken". Daaruit ontstond de veree-
eeniging Uit het volk Voor het volk, tot
welke benaming men in 1868 besloot.
De beweegreden tot dien stap vinden wjj
in het eerste jaarverslag, den 18en April
1866 in de algemeene vergadering uitgebracht,
weergegeven in de volgende bewoordingen,
gericht tot hare leden:
»Het zal wel onnoodig zijn, M. H., om in
vele woorden te betoogeu dat de stad onzer
inwoning arm is aan vermakelijkheden, en, zoo
zjj nu en dan plaats hebben, een groot deel
der bevolking daarvan verstoken is. Geen
wonder dus dat bjj algemeene feesten, hoe
schaarsch dan ook, eene groote menigte daaraan
gretig deelneemt, maar ook niet zelden het
eigenaardig karakter eener feestviering verloren
gaat. De eentonigheid van het volksleven,
voor een wjjle verbroken door de roepstem tot
vrooljjke genieting, leidt vaak natuurlijk
onbedoeld tot een ander uiterste, dat den
glansrjjken naam van beschaving verduistert.
»Ook de aard der volksfeesten zelve was niet
meer in harmonie met den tijd, en de gewone
spelen van mastklimmen, sprietloopen, zakloo-
pen en dergelijke, meer eene bespotting en
vernedering dan een waar genoegen, waaraan
zelfs de goede en gezonde zin ontbrak, dien
de spelen der ouden kenmerkten geljjk de
leergierige ontdekken zal, die Hofdjjk's Y o o r-
geslacht openslaat.
»Niet alleen in vreemde rijken, maar ook in
ons gezegend vaderland werd dit begrepen, en
werden er vereenigingen opgericht, die zich ten
doel stelden om vooral aan dat deel der be
volking, onmachtig om zichzelven een rein
genot te verschaffen en steeds geroepen om
werkzaam te zjjn, eene ontspanning en uit
spanning te verschaffen, die later, niet alleen
met genoegen herdacht, maar gekenmerkt zou
zjjn door orde en bovenal door de bedoeling
om vruchten te doen dragen in het maatschap
pelijk leven.
»Wjj vreezen geene tegenspraak, M. H., wan
neer wij beweren, dat zoodanige poging ook
hier noodig was, waar een stroeve en sombere
geest op veler aangezicht te lezen is, al er
kennen wjj dat de oorzaak daarvoor niet uit
sluitend in den mensch, maar ook in de om
standigheden moet gezocht worden. Toch geeft
eene veranderde wereldbeschouwing aan de
hand om de naargeestigheid, waar die gevonden
wordt, te verdrijven door blijgeestigheid, om
de hindernissen weg te ruimen, die voor een
groot deel van het volk zoovele beletselen
waren om het leven te genieten.
Al wat schoon en goed en edel is, mag niet
meer het uitsluitend eigendom zjjn van enkelen,
maar moet gezien, gehoord en opgemerkt kun
nen worden door allen. De jaloerschheid van
den misdeelde en de sombere klacht, niet zelden
met wrevel vermengd, moet plaats ruimen aan
de dankbare erkenning voor de weldaden des
levens."
Dat doel te bereiken was het streven der
mannen, die de gedachte aan de oprichting
van die vereeniging hadden opgevaten van
hen die bjj die oprichting steun verleenden.
Aan dat twaalftal mag hier zeker wel eens
herinnerd worden. Zij waren de heeren mr
G. N. de Stoppelaar, jhr mr A. van Reigers
berg Yersluys, W. Appel, J. C. E. van Lynden,
J. Fak Brouwer, W.J. Zip, mrN. C. Lambrechtsen
van Ritthem, "W. J. Muller, C. Krjjger, C. D.
Tielenius Kruythoff, G. Knol en I. J. Milborn.
Van die oprichters zjjn thans nog in leven
de heeren W. Appel, G. Knol, C. D. Tielenius
Kruythoff, mr N. C. Lambrechtsen van Ritthem,
mr G. N. de Stoppelaar en jhr mr A. van Reigers
berg Versluys, terwijl van dat zestal heden
alleen nog de heer De Stoppelaar als bestuurs
lid zitting heeftde man die onafgebroken al
die 25 jaren aan het hoofd der vereeniging
stond en wij durven dit zeggen zonder aan
de verdiensten der andere bestuursleden, zelfs
van den meest ijverige, iets te kort te doen
de bezielende kracht uitmaakte van deze nut
tige vereeniging.
Is die vereeniging nuttig geweest
Die. vraag ligt op den feestdag van heden
voor de hand.
Is zjj getrouw gebleven aan het voorschrift
in het gedurende die kwart eeuw eens
en wel 15 December 1886 gewijzigde eerste
artikel van het reglement, dat thans haar tot
plicht stelt »bjj Middelburg's ingezetenen, voor
namelijk den handwerksman en dienstbaren
stand, door muziek- en zanguitvoeringen, ten
toonstellingen, kunstbeschouwingen, voorlezin
gen, onderwjjs in den zang, bevordering van
den bloemenkweek, den smaak voor al wat
schoon en edel is aan te wakkeren"
Ook dit is een vraag die als van zelf bjj
hare voorstanders in de eerste, bjj haar be
strijders in de tweede plaats opkomt.
En geen beter antwoord kan op die vragen
gegeven worden dan door een, voor de geschie
denis der vereeniging zeer belangrjjk boekje,
dat heden den leden en ons is aangeboden en
getuigt van al het nuttig streven en werken
van Uit het volkVoor het volk gedurende vjjf
en twintig jaren.
Dat boekje, beknopt in zjjn mededeelingen,
is daarom toch welsprekend en veelzeggend.
Hier herinnert het aan menige goed geslaagde
poging, daar aan een ernstig streven, dat fiasco
maakte. Op de eene bladzjjde verhaalt het van
grootsche feesten, op eene andere van meer
bescheiden middelen ter bereiking van het
doel. Nu eens fluistert het als 'tware van
teleurstelling, om dan wêer luide te spreken
van niet uitgedoofden moed, maar van krach
tig herleven, dat een uitbreiding van het be
paalde bjj art. 1 noodzakelijk maakte.
Laat ons enkele punten daaruit mogen aan
stippen het geheel aanbevelend in de belang
stelling van allen, die de vereeniging liefhebben
of haar willen leeren kennen.
450 leden steunden de eerste schreden der
vereeniging door de betaling eener jaarljjksche
bjjdrage van ƒ1.25, waarvoor hun toegang tot
de verschillende bijeenkomsten en een of meer
toegangskaarten ter verspreiding, bjj voordrach
ten enz., onder den arbeidenden stand werden
verleend.
In 1865—66 bedroeg dit aantal reeds 559 tot
het in 1867—68 gestegen was tot 653 en 647
bedroeg, toen den 7 Juni 1869 eene wjjziging
in het reglement werd gebracht, waarbjj de
jaarljjksche bjjdrage tot ƒ2.50 werd verhoogd
en de vrjjkaarten, ter verspreiding, werden
afgeschaft. Het gevolg van dien maatregel
was natuurljjk eene sterke vermindering van
het ledental, dat in het volgend jaar 249 beliep.
En steeds verminderde het getal, terwjjl het
aantal begunstigers, die voor het eerst in het
jaar 187576 op de Ijjst prjjken met een getal
van 14, niet tot een aantal steeg dat men met
recht had mogen verwachten. Die begunstigers
toch konden eene jaarljjksche bjjdrage leveren
beneden ƒ2.50; en daardoor stond de gelegen
heid open voor een breede rij van personen,
wien de bjjdrage als lid te hoog was. In het
jaar, dat wjj thans beleven, bedraagt het aan
tal leden 211, dat der begunstigers 24. Hierbjj
mogen wjj wel als op een gelukkig verschjjnsel
vooral in vergelijking met andere vereeni
gingen er op wjjzen dat op dit oogenblik
juist Uit het volk voor het volk het grootst
aantal leden en begunstigers telt, grooter dan
zjj ooit sedert den overgangs-maatregel in
1870—71 heeft gehad.
Yan alle muziekuitvoeringen, concerten,
tooneelvoorstellingen en voordrachten, welke
van Uit het volk voor het Volk zjjn uitge
gaan, melding te maken is voor ons niet doen-
ljjk. Zij zijn vele en vormen met uitzon
dering van voorstellingen en voordrachten
waarmee men is geëindigd, waarschjjnljjk wjjl
zij niet die belangstelling ondervonden welke
zjj verdienden, nog steeds een nommer van
het programma der vereeniging.
Dat bjj gewichtige gebeurtenissen de ver
eeniging steeds de leiding op zich nam van
feesteljjkheden, en daarbjj voortdurend succes
had, dat weten de meeste Middelburgers. Wjj
behoeven slechts te wjjzen op 9 en 10 Juli 1867
bg den aanvang der spoorweg- en kanaalwer.
ken op Walcherenop 29 Februari en 1 Maart
1872 bjj de opening van den Zeeuwschen
spoorweg; op hetgeen plaats had bjj gelegen
heid van het Xlle Nederlandsche taal- en
letterkundig congres in September van hetzelfde
jaar ter eere van de 25-jarige regeering van
onzen koning op 12 Mei 1874, en bjj de opening
van het »Prins Hendrik" droogdok op 30 Juni
1876. Tevens herinneren wjj eraan hoe de
vereeniging bjj andere feestvieringen, o. a. 19
Februari 1887, den 70aten verjaardag van onzen
koning, haar krachtigen steun verleende.
En waardoor zjj zich bovenal lauweren heeft
gegaard is door hare pogingen om bjj het volk
liefde voor de kunst, gevoel voor het schoone,
voor het goede, den nijverheidszin op te wek
ken en vooral doordien zjj het volk den weg
wees naar het Exelsior op het gebied van den
handenarbeid.
Als wjj toch lezen, hoe van 21 October tot
11 November 1866 eene eerste tentoonstelling
werd gehouden van schildergen, teekeningen
enz., welwillend door ingezetenen van Middel
burg afgestaan hoe die van 30 Maart tot 18
April van 1868 werd herhaald, nu vermeerderd
met bjjdragen van Haagsche kunstschildershoe
van 20 Maart tot 4 April 1880 de eerste groote
tentoonstelling vanschilderjjen plaats had en dan
denken aan de, versch ons in het geheugen
liggende vierde schilderjjen-tentoonstelling, die
van 2 tot 20 April van dit jaar gehouden werd in
een gebouw, voor dat doel gesticht en bjj
welks oprichting tevens de grondslag werd
gelegd voor een kunstmuseum, dan zeggen wjj
op dat gebied heeft Uit het volk Voor het volk
reuzenschreden gezet en groote verdiensten
tegenover het algemeen, waaraan het ook
menige keurige portefeuille aquarellen ter
bezichtiging aanbood.
Dat 5 Januari 1870 van harentwege een
volkszangschool werd opgericht, behoeven wjj
slechts aan te stippen om de gedachten te
bepalen tot de thans bestaande en bloeiende
inrichting waartoe den 10 October 1883 weder
werd besloten, nadat de eerste te niet was
gegaan. En als van zelf wordt hierbjj de
herinnering levendig aan de, onder leiding van
den heer A. Lysen, zoo uitstekend geslaagde
uitvoering, door 350 kinderen van Benoit's
De wereld in en Worp's Een lentedag, op 25
November 1885.
De Floralia's, waarvan de eerste den lsten
September 1875 plaats had, en die geregeld
met succes worden gehouden, getuigen even
eens van eene hoogst nuttig pogen in het
belang eener volkszaak; een pogen dat het
kenmerk draagt van het ernstig streven der
vereeniging om de liefde voor het schoone bjj
het volk op te wekken en levendig te houden.
En jaarljjks neemt het aantal deelnemers
daaraan toe.
Even belangrijk, zoo niet gewichtiger, is de
stap, door de vereeniging gezet op het gebied
der njjverheid. Nadat van 2 tot 22 Mei 1881
eene tentoonstelling van kunst- en njjverheid
was gehouden met wedstrijd voor den hand
werksman, een en ander uitsluitend voor ingeze
tenen van Walcheren had in het jaar 1889 van
30 Mei tot 8 Juli de groote Zeeuwsche ten
toonstelling plaats van njjverheid en van kunst,
met wedstrjjd, die ook om het verworven succes
eene schoone bladzjjde in de geschiedenis der
vereeniging vormt.
En hiermee sluiten wjj ons overzicht. De
gehouden Sint-Nicolaasfeesten zoo vriendeljjk
gedacht en goed uitgevoerd de vliegerwed-
strjjden en andere pogingen, door de vereeni
ging in die richting aangewend, gaan wg met
stilzwijgen voorbjj.
En wat zegt nu dit overzicht van het ver
leden
Het spreekt tot de mannen, die nog terug
kunnen denken aan de eerste schreden, welke
zjj de vereeniging hebben helpen zetten om hen
tot vreugde en dankbaarheid te stemmen over
het succes dat werd behaald.
Het herinnert aan allen, die korter of langer
tjjd hunne krachten aan Uit het volkVoor het
volk hebben gewjjd, hoe vruchtbaar hun pogen
is geweest; hoe er, bjj veel miskenning en
ondank, toch ook ruimschoots stof is tot er
kentelijkheid.
En hen, die op dit oogenblik die vereeniging
leiden, kan het schragen om voort te gaan op
den ingeslagen weg. De vereeniging staat
thans krachtiger dan ooitzjj kan met moed
de toekomst ingaan.
En wat ons betreft, wjj hopen dat onze be
schouwing aan die kracht iets moge bjjbrengen,
dat daardoor menigen onbekende de oogen
mogen geopend worden voor het groote nut en
het goede doel, dat de vereeniging sticht en
beoogt, en dat menigeen, die haar wel kent,
maar nog van verre staat, haar vriend moge
worden.
Dit zou voor ons eene voldoening zjjn voor
den aangenamen arbeid, door ons besteed aan
het overzicht van een kwart eeuw werken»
eener nuttige instelling.
De Meimaand is voor de schatkist vrjj voor-
deelig geweest. Er kwam bjjna 4 ton meer in
dan in Mei 1889, maar op één enkele heffing na,
is er zelfs bjjna een millioen meer ontvangen.
Die heffing is de suikeraecjjn», welke in de
laatste drie maanden (1 Maart—31 Mei) ruim
12 ton minder heeft ingebracht daD in dat
tjjdvak van 1889, waarvan alleen in Mei bjjna
6 ton minder. Dit nadeelig verschil een
tegenhanger van de tonnen welke die accjjns
in den zomer van 1889 vooruit was zal
vermoedeljjk later wel terecht komen. Er is
echter nog veel in te halen, want over de
eerste vjjf maanden is de suiker nog bjjna 11
ton bjj 1889 ten achter.
De vooruitgang bjj de andere middelen (be
halve suiker) bedraagt in die 5 maanden reeds
ongeveer l£ millioen. Daartoe hebben bjjge-
dragen directe belastingen 232.000, invoer
rechten ƒ210.000, accjjnzen (zond. suiker)
344,000, indirecte belastingen ƒ399.000, do
meinen 156.000 en loodsgelden /"26.000 meer,
Hierbjj valt op te merken, dat de 4 ton.
welke de indirecte belastingen meer hebben
ingebracht, enkel zjjn te danken aan het zeer
wisselvallig successierecht, waaruit alleen in
de Meimaand dat hooger bedrag inkwam. De
registratierechten bedroegen 39.000 minder,
wat door den vooruitgang van 25,000 uit het
zegelrecht niet werd opgewogen.
Tot de achterljjke inkomsten behooren ook
die uit de rjjkstelegrafen 1889 was ruim 3000
vooruit. Het verhoogde tarief werkt bljjkbaar
belemmerend. Hbld
In verband met het gisteren gemelde, door
het Vaderland uit Paramaribo ontvangen tele
gram verdient wel de aandacht het volgende,
door de Surinaamsche Volksbode gemeld omtrent
de jongste operatien van het Fransch gouver
nement. Het blad noteert de volgende drie
feiten
1. Op den 8en April 1890 nam de gouver
neur onzer zusterkolonie, Cayenne, na ministe
rieels depêches te hebben ontvangen, het besluit,
waarbjj de exploitatie van de goudvelden op
het terrein, tusschen de Lawa en de Tapana-
hony gelegen, aan de Cayeneezen werd toege
staan ,- daarbjj werd bepaald, dat, behalve de
houders van placers vóór de grensscheiding,
ieder nieuwen ontginner niet meer dan 5000
H. A zal worden gegeven.
2. Op den 11 en d. a. v. werd de heer Casey
benoemd tol opperbevelhebber der posten op
de beide oevers der Lawa, om de veiligheid en
de bescherming van het gouvernement aan
concessionarissen te verzekeren.
3. Op den 12en April daarna werd bjj G. R.
de kaart van Yidal, in 1862 opgemaakt, als
de officieele aangenomen.
Doch dit alles zou weer ongedaan zjjn ge
maakt door een besluit van den 17en April,
waarbjj bepaald werd, dat de bjj de besluiton
van 8 en 11 April voorgeschreven maatregelen,
betreffende het betwist terrein met Holland,
worden en blijven ingetrokken.
Toen echter dit besluit van intrekking uit
ging zou, volgens de Volksbode, reeds heel wat
goud van het betwist terrein in handen van
de concessionarissen zjjn gekomen, daar deze
terstond ingevolge het besluit van 8 April
op hun buit zjjn toegeschoten.
Het zal nu moeten bljjken of de vermelde
intrekking van 17 April het laatste besluit is
geweest, of wel, dat ook daarop, zooals het
telegram aan het Vad. wil, ten onzen koste is
teruggekomen.
Bjj kon. besluit
zjjn benoemd tot directeur der strafgevangenis
te Rotterdam H. C. W. Bouwer, thans directeur
der strafgevangenis te Utrechttot directeur
der strafgevangenis te Utrecht, J. C. E. Mülle-
meister, thans directeur van het huis van bewa
ring, voorloopig tevens hulpstrafgevangenis, te
Haarlem
zjjn voor den tjjd van vjjf jaren gedetacheerd
bjj het wapen der inf. van het leger in N.-I,
de kapt. E. K. J. Y. van Mul ken van het 3e
reg. inf. ei bij het leger hier te lande, en wel
bjj het 3e reg. inf., de kapt. E. H. Waleson,
van het wapen der inf. van het leger in N.-I.,
thans met verlof hier te lande
is aan B. A. van den Heuvel Yerhey, zich
noemende en schrjjvende B. A. Yerhey, eervol
ontslagen sluiswachter aan de sluis te St. An-
dries, een pensioen verleend ten bedrage van
ƒ447 'sjaars; en zjjn de heeren: C. H. L.
Baelde, P. Tours, J. A. van Hasselt en K. van
Roon, artsen, benoemd en aangesteld tot offi
cier van gezondheid 2e klasse bjj het personeel
van den geneeskundigen dienst van het leger
in Nederl. Indië.
Bjj koninkljjk besluit is bepaald dat de per
sonen, die als militair wielrjjder worden aan
genomen, de volgende geldeljjke vergoeding
bekomen teruggave van gemaakte kosten voor
de reizen van zjjn woonplaats naar de stand
plaats waar zjjn dienst zal aanvangen, en van
de plaats waar zjjn dienst eindigt naar zjjn
woonplaats terug, waarbjj wegens vervoer van
zjjn persoon per spoortrein de vracht voor een
plaats eerste klasse in rekening kan worden
gebrachtvoorts een schadeloosstelling van
vijt gulden per dag.
Bjj de regeering bestaat het voornemen te
Breda een kazerne of inrichting te bouwen,
tot opleiding voor het korps maréchaussée.
In zake het jongste adres van den heer Tin
dal besloot de Tweede kamer in hare gisteren
gehouden zitting dit ter griffie neer te leggen.
Zjj deed dit op voorstel van de commissie voor
de petities, die wegens de nagenoeg geljjke
strekking met zjjn vorig adres geen aanleiding
vond eene andere conclusie voor te dagen.
Besmettelijke ziekten.
Aan de Tweede kamer is ingediend een wets
ontwerp tot wjjziging der wet van 1872 tot
voorziening tegen besmetteljjke ziekten. Het
strekt tot het brengen van wjjzigingen in die
wet, waarvan de noodzakeljjkheid of wensche-
ljjkheid door wetenschap of practjjk is aange
toond, terwjjl de regeering getracht beeft de
bezwaren, herhaaldelijk geopperd tegen art. 17
betreffende de verplichte koepokinenting voor
het onderwjjzend personeel en de leerlingen
van scholen, van welke bezwaren de rechtma
tigheid niet kan worden ontkend, tot oplossing
te brengen.
Voorgesteld wordt om in art. 1 der wet de
mazelen als besmetteljjke ziekte te doeD ver
vallen, daar de besmetting dikwjjls geschiedt
in het incubatietjjdperk vóór de diagnose,
zoodat de wetteljjke voorschriften de besmetting
niet kunnen tegenhouden. De doelloosheid der
wetteljjke bepalingen bljjkt ook hieruit dat de
sterfte aan mazelen niet is verminderd. Mochten
zich gevaarljjke epidemieën van mazelen voor
doen, dan kan daarin voorzien worden door
toepassing van art. 1, tweede lid.
Toegevoegd wordt daarentegen aan de ljjst
der besmettelijke ziekten de kraamvroutoenkoorts
of febris puerperalis. Wel komt zjj in beperkte
mate voor, in de laatste 15 jaar gemiddeld 190
per jaar, maar zjj treft haar slachtoffers wreed
en droevig en wordt gewoonlijk door vroed
vrouwen overgebracht. Verscheidene artikelen
der wet kunnen bjj deze ziekte niet worden
toegepastbjj andere (art. 10, 14, 20) wordt
uitdrukkeljjk vermeld dat ze buiten toepassing
bljjven.
Verder is de regeering niet gegaan met 'op
neming van ziektenbjj kinkhoest hangt het
ernstige der ziekte van te veel omstandigheden
af; de maatregelen tegen tuberculeuse longtering
behooren tot de private hygiène. Croup wordt(
volgens bevoegd deskundigen, niet besmettelijk
geacht, al beschouwen soms geneesheeren
diphteritis als croup.
In art. 5 wordt voorgesteld bjj kon. besluit
regelen te doen stellen waaraan de inrichting
van den ontsmettingsdienst in eene gemeente
moet voldoen om in aanmerking te kunnen
komen voor subsidieering van wege het rjjk.
In art. 6 wordt bevoegdheid gegeven aan
gemeentebesturen om de verspreiding van be
smetteljjke ziekten tegen te gaan door het
verood van het gebruik van slecht drinkwater,
en door het verbod van uitvoer van melk uit
een besmette woning of erf, anders dan onder
bepaalde voorwaarden, bjjv. in gekookten toe
stand.
In art. 7 wordt bepaald dat Ged. staten bjj
het opleggen der verplichting aan gemeente
besturen tot oprichting van een barak voor
besmetteljjke ziekten, tevens voorschriften geven
omtrent de inrichtingen om den koning het
recht te verzekeren om, waar Ged. staten niet
tot toepassing van dat artikel overgaan, zelf
daartoe, Ged. staten gehoord, te kunnen over
gaan.
In art. 9 wordt verduideljjkt dat bjj vervoer
naar een andere gemeente, alleen daar en niet
in de gemeenten, waar doorvoer plaats heeft,
voer- of vaartuig wordt ontsmet.
In art. 11 wordt voorgesteld het vervoer van
aan de daar genoemde ziekten overledenen,
onder bepaalde voorwaarden, toe te laten naar
andere begraafplaatsen dan de voor de inge
zetenen der gemeente gebruikeljjke.
In art. 16 wordt om een eind te maken aan
de omslachtige, onduidelijke en ondoeltreffende
voorschriften omtrent de aangiften van besmet
telijke ziekten, bepaald dat alleen aangifte zal
geschieden van elk geval door geneeskundigen
aan den burgemeester, en deze aan den genees
kundigen ambtenaar.
De wjjziging in art. 17 betreft de vaccinatie.
De regeering plaatst zich op het standpunt
bevordering der vaccinatie, maar geen dwang.
Daar deskundigen van meening zjjn dat de
volksgezondheid gebaat wordt dooi; goede toe
passing der vaccinatie kan de bevordering
geacht worden op den weg der regeering te
liggen door subsidiën aan vaccinatieparken,
kweeking naar wetenschappeljjke voorschriften
van deugdeljjke koepokstof en bevordering van
de gebruikmaking. Zjj kan medewerken dat
vooral gelegenheid besta tot vaccinatie onder
de meest mogeljjke waarborgen tegen schade-
ljjke gevolgen daarvan. Maar dwang mag niet
bestaan, bjj het groot verschil van gevoelen
over het nut en de goede werking der inenting
tusschen deskundigen van naam, al verklaart
zich ook verreweg de meerderheid voor die
kunstbewerking en bjj de mogeljjkheid van zeer
schadeljjke gevolgen. Al ware de inenting een
absoluut voorbehoedmiddel, dan ware dwang
nog niet geoorloofdaan de regeering komt de
vrjje besohikking over het menacheljjke lichaam
niet toe. Dwang ware misschien nog verde
digbaar, indien bewezen was dat een niet-inge-
ente gevaarljjk was voor zjjne omgeving. Een
oningeënte wordt eerst gevaarljjk, nadat hjj de
ziekte heeft en ook dan slechts voor niet-inge-
enten. Onze wet nu dwingt alleen om school
gaande kinderen te doen inenten en laat geen
uitzondering ook voor kinderen, bjj wie de ge
neesheer inenting verbiedt.
Zjj kunnen dan alleen huisonder wjjs genieten
maar alleen vermogenden zjjn daartoe bjj machte.
Zoo wordt schoolverzuim gekweekt. De minis
ter heeft er naar gestreeft bjj zjjne wjjziging
volkomen te waarborgen de vrjjheid van hen,
die werkeljjk ernstige bezwaren tegen de koe
pokinenting hebben, en toch te behouden den
aandrang tot het toepassen der bewerking, die
gelegen is in het verbieden van deze tot den
toegang tot de school. Hjj stelt voor om, in
dien toegang tot de school wordt gevraagd
zonder vaccinatie of zonder aan de pokken te
hebben geleden, te eischen dat deze, indien het
minderjarigen geldt, de ouders of voogden, of
indien het meerderjarigen geldt, deze zelve
persoonljjk, mondeling of schrifteljjk aan den
burgemeester zullen moeten verklaren dat zjj
tegen de toepassing der koepokinenting op den
persoon, wiens toelating het betreft, bezwaar
maken.
Tevens wordt aan hen, die, na reeds zonder
goed gevolg te zjjn ingeënt, bezwaar maken
tegen herhaling der kunstbewerking, op dezelfde
wjjze vrjjstelling verleend als aan hen, die ook
tot de eerste inenting niet konden overgaan.
Onder ischolen" worden nu begrepen scholen
voor voorbereidend on'derwjjs, met inbegrip van