Hieltaristle GnnmL BIJVOEGSEL Middelburg 13 Juni. Na een kwart eeuw. VAN DE VAN Zaterdag 14 Juni 1890, n°. 138. Er zjjn in het leven van volkeren, van ver- eenigingen, zoowel als in dat van bijzondere personen, oogenblikken waarop men als 't ware even stilstaat om een blik achterwaarts te werpen en tevens zoo gaarne zou willen door dringen in de toekomst. Wat dat verleden voor lief en leed bracht gaat men na; voor- en tegenspoed vergelijkt men met elkaar, om dan de balans op te ma ken, in hoever men tevreden kan zijn over het geen er gedaan is in de jaren, die zoo snel, vaak al te snel vervlogen. En wanneer men al dien tijd gearbeid heeft, niet voor zich zeiven maar voor het algemeen, zooals vooral met tal van vereenigingen het geval is, dan bestaat er te meer aanleiding om zich op zulke oogenblikken af te vragen is onze arbeid vruchtbaar geweest Hebben wjj reden voldaan te zjjn over ons werk Zulk een oogenblik doorleeft op het tjjdstip, dat ons blad heden avond onder de oogen onzer lezers komt, eene hoogst nuttige vereeniging in Middelburg, eene vereeniging ook buiteD onze stad gunstig bekend, eene vereeniging die de warme sympathie wegdraagt van een groot deel der burgerij, al ontbreekt het ook haar niet aan bedillers en'benjjders. Men zal wel begrijpen dat wjj het oog heb ben op de vereeniging Uit het volk Voor het volk, die heden avond eene laten wjj het zoo mogen noemen feestvergadering houdt. En zjj doet dit op denzelfden datum, waarop zij vóór 25 jaar werd opgericht; waarop in 1865 hare statuten werden vastgesteld. Eenige dagen te voren den 20sten Mei hadden een twaalftal ingezetenen hunne mede burgers uitgenoodigd tot oprichting eener ver eeniging »tot het regelen en bevorderen van volksvermaken". Daaruit ontstond de veree- eeniging Uit het volk Voor het volk, tot welke benaming men in 1868 besloot. De beweegreden tot dien stap vinden wjj in het eerste jaarverslag, den 18en April 1866 in de algemeene vergadering uitgebracht, weergegeven in de volgende bewoordingen, gericht tot hare leden: »Het zal wel onnoodig zijn, M. H., om in vele woorden te betoogeu dat de stad onzer inwoning arm is aan vermakelijkheden, en, zoo zjj nu en dan plaats hebben, een groot deel der bevolking daarvan verstoken is. Geen wonder dus dat bjj algemeene feesten, hoe schaarsch dan ook, eene groote menigte daaraan gretig deelneemt, maar ook niet zelden het eigenaardig karakter eener feestviering verloren gaat. De eentonigheid van het volksleven, voor een wjjle verbroken door de roepstem tot vrooljjke genieting, leidt vaak natuurlijk onbedoeld tot een ander uiterste, dat den glansrjjken naam van beschaving verduistert. »Ook de aard der volksfeesten zelve was niet meer in harmonie met den tijd, en de gewone spelen van mastklimmen, sprietloopen, zakloo- pen en dergelijke, meer eene bespotting en vernedering dan een waar genoegen, waaraan zelfs de goede en gezonde zin ontbrak, dien de spelen der ouden kenmerkten geljjk de leergierige ontdekken zal, die Hofdjjk's Y o o r- geslacht openslaat. »Niet alleen in vreemde rijken, maar ook in ons gezegend vaderland werd dit begrepen, en werden er vereenigingen opgericht, die zich ten doel stelden om vooral aan dat deel der be volking, onmachtig om zichzelven een rein genot te verschaffen en steeds geroepen om werkzaam te zjjn, eene ontspanning en uit spanning te verschaffen, die later, niet alleen met genoegen herdacht, maar gekenmerkt zou zjjn door orde en bovenal door de bedoeling om vruchten te doen dragen in het maatschap pelijk leven. »Wjj vreezen geene tegenspraak, M. H., wan neer wij beweren, dat zoodanige poging ook hier noodig was, waar een stroeve en sombere geest op veler aangezicht te lezen is, al er kennen wjj dat de oorzaak daarvoor niet uit sluitend in den mensch, maar ook in de om standigheden moet gezocht worden. Toch geeft eene veranderde wereldbeschouwing aan de hand om de naargeestigheid, waar die gevonden wordt, te verdrijven door blijgeestigheid, om de hindernissen weg te ruimen, die voor een groot deel van het volk zoovele beletselen waren om het leven te genieten. Al wat schoon en goed en edel is, mag niet meer het uitsluitend eigendom zjjn van enkelen, maar moet gezien, gehoord en opgemerkt kun nen worden door allen. De jaloerschheid van den misdeelde en de sombere klacht, niet zelden met wrevel vermengd, moet plaats ruimen aan de dankbare erkenning voor de weldaden des levens." Dat doel te bereiken was het streven der mannen, die de gedachte aan de oprichting van die vereeniging hadden opgevaten van hen die bjj die oprichting steun verleenden. Aan dat twaalftal mag hier zeker wel eens herinnerd worden. Zij waren de heeren mr G. N. de Stoppelaar, jhr mr A. van Reigers berg Yersluys, W. Appel, J. C. E. van Lynden, J. Fak Brouwer, W.J. Zip, mrN. C. Lambrechtsen van Ritthem, "W. J. Muller, C. Krjjger, C. D. Tielenius Kruythoff, G. Knol en I. J. Milborn. Van die oprichters zjjn thans nog in leven de heeren W. Appel, G. Knol, C. D. Tielenius Kruythoff, mr N. C. Lambrechtsen van Ritthem, mr G. N. de Stoppelaar en jhr mr A. van Reigers berg Versluys, terwijl van dat zestal heden alleen nog de heer De Stoppelaar als bestuurs lid zitting heeftde man die onafgebroken al die 25 jaren aan het hoofd der vereeniging stond en wij durven dit zeggen zonder aan de verdiensten der andere bestuursleden, zelfs van den meest ijverige, iets te kort te doen de bezielende kracht uitmaakte van deze nut tige vereeniging. Is die vereeniging nuttig geweest Die. vraag ligt op den feestdag van heden voor de hand. Is zjj getrouw gebleven aan het voorschrift in het gedurende die kwart eeuw eens en wel 15 December 1886 gewijzigde eerste artikel van het reglement, dat thans haar tot plicht stelt »bjj Middelburg's ingezetenen, voor namelijk den handwerksman en dienstbaren stand, door muziek- en zanguitvoeringen, ten toonstellingen, kunstbeschouwingen, voorlezin gen, onderwjjs in den zang, bevordering van den bloemenkweek, den smaak voor al wat schoon en edel is aan te wakkeren" Ook dit is een vraag die als van zelf bjj hare voorstanders in de eerste, bjj haar be strijders in de tweede plaats opkomt. En geen beter antwoord kan op die vragen gegeven worden dan door een, voor de geschie denis der vereeniging zeer belangrjjk boekje, dat heden den leden en ons is aangeboden en getuigt van al het nuttig streven en werken van Uit het volkVoor het volk gedurende vjjf en twintig jaren. Dat boekje, beknopt in zjjn mededeelingen, is daarom toch welsprekend en veelzeggend. Hier herinnert het aan menige goed geslaagde poging, daar aan een ernstig streven, dat fiasco maakte. Op de eene bladzjjde verhaalt het van grootsche feesten, op eene andere van meer bescheiden middelen ter bereiking van het doel. Nu eens fluistert het als 'tware van teleurstelling, om dan wêer luide te spreken van niet uitgedoofden moed, maar van krach tig herleven, dat een uitbreiding van het be paalde bjj art. 1 noodzakelijk maakte. Laat ons enkele punten daaruit mogen aan stippen het geheel aanbevelend in de belang stelling van allen, die de vereeniging liefhebben of haar willen leeren kennen. 450 leden steunden de eerste schreden der vereeniging door de betaling eener jaarljjksche bjjdrage van ƒ1.25, waarvoor hun toegang tot de verschillende bijeenkomsten en een of meer toegangskaarten ter verspreiding, bjj voordrach ten enz., onder den arbeidenden stand werden verleend. In 1865—66 bedroeg dit aantal reeds 559 tot het in 1867—68 gestegen was tot 653 en 647 bedroeg, toen den 7 Juni 1869 eene wjjziging in het reglement werd gebracht, waarbjj de jaarljjksche bjjdrage tot ƒ2.50 werd verhoogd en de vrjjkaarten, ter verspreiding, werden afgeschaft. Het gevolg van dien maatregel was natuurljjk eene sterke vermindering van het ledental, dat in het volgend jaar 249 beliep. En steeds verminderde het getal, terwjjl het aantal begunstigers, die voor het eerst in het jaar 187576 op de Ijjst prjjken met een getal van 14, niet tot een aantal steeg dat men met recht had mogen verwachten. Die begunstigers toch konden eene jaarljjksche bjjdrage leveren beneden ƒ2.50; en daardoor stond de gelegen heid open voor een breede rij van personen, wien de bjjdrage als lid te hoog was. In het jaar, dat wjj thans beleven, bedraagt het aan tal leden 211, dat der begunstigers 24. Hierbjj mogen wjj wel als op een gelukkig verschjjnsel vooral in vergelijking met andere vereeni gingen er op wjjzen dat op dit oogenblik juist Uit het volk voor het volk het grootst aantal leden en begunstigers telt, grooter dan zjj ooit sedert den overgangs-maatregel in 1870—71 heeft gehad. Yan alle muziekuitvoeringen, concerten, tooneelvoorstellingen en voordrachten, welke van Uit het volk voor het Volk zjjn uitge gaan, melding te maken is voor ons niet doen- ljjk. Zij zijn vele en vormen met uitzon dering van voorstellingen en voordrachten waarmee men is geëindigd, waarschjjnljjk wjjl zij niet die belangstelling ondervonden welke zjj verdienden, nog steeds een nommer van het programma der vereeniging. Dat bjj gewichtige gebeurtenissen de ver eeniging steeds de leiding op zich nam van feesteljjkheden, en daarbjj voortdurend succes had, dat weten de meeste Middelburgers. Wjj behoeven slechts te wjjzen op 9 en 10 Juli 1867 bg den aanvang der spoorweg- en kanaalwer. ken op Walcherenop 29 Februari en 1 Maart 1872 bjj de opening van den Zeeuwschen spoorweg; op hetgeen plaats had bjj gelegen heid van het Xlle Nederlandsche taal- en letterkundig congres in September van hetzelfde jaar ter eere van de 25-jarige regeering van onzen koning op 12 Mei 1874, en bjj de opening van het »Prins Hendrik" droogdok op 30 Juni 1876. Tevens herinneren wjj eraan hoe de vereeniging bjj andere feestvieringen, o. a. 19 Februari 1887, den 70aten verjaardag van onzen koning, haar krachtigen steun verleende. En waardoor zjj zich bovenal lauweren heeft gegaard is door hare pogingen om bjj het volk liefde voor de kunst, gevoel voor het schoone, voor het goede, den nijverheidszin op te wek ken en vooral doordien zjj het volk den weg wees naar het Exelsior op het gebied van den handenarbeid. Als wjj toch lezen, hoe van 21 October tot 11 November 1866 eene eerste tentoonstelling werd gehouden van schildergen, teekeningen enz., welwillend door ingezetenen van Middel burg afgestaan hoe die van 30 Maart tot 18 April van 1868 werd herhaald, nu vermeerderd met bjjdragen van Haagsche kunstschildershoe van 20 Maart tot 4 April 1880 de eerste groote tentoonstelling vanschilderjjen plaats had en dan denken aan de, versch ons in het geheugen liggende vierde schilderjjen-tentoonstelling, die van 2 tot 20 April van dit jaar gehouden werd in een gebouw, voor dat doel gesticht en bjj welks oprichting tevens de grondslag werd gelegd voor een kunstmuseum, dan zeggen wjj op dat gebied heeft Uit het volk Voor het volk reuzenschreden gezet en groote verdiensten tegenover het algemeen, waaraan het ook menige keurige portefeuille aquarellen ter bezichtiging aanbood. Dat 5 Januari 1870 van harentwege een volkszangschool werd opgericht, behoeven wjj slechts aan te stippen om de gedachten te bepalen tot de thans bestaande en bloeiende inrichting waartoe den 10 October 1883 weder werd besloten, nadat de eerste te niet was gegaan. En als van zelf wordt hierbjj de herinnering levendig aan de, onder leiding van den heer A. Lysen, zoo uitstekend geslaagde uitvoering, door 350 kinderen van Benoit's De wereld in en Worp's Een lentedag, op 25 November 1885. De Floralia's, waarvan de eerste den lsten September 1875 plaats had, en die geregeld met succes worden gehouden, getuigen even eens van eene hoogst nuttig pogen in het belang eener volkszaak; een pogen dat het kenmerk draagt van het ernstig streven der vereeniging om de liefde voor het schoone bjj het volk op te wekken en levendig te houden. En jaarljjks neemt het aantal deelnemers daaraan toe. Even belangrijk, zoo niet gewichtiger, is de stap, door de vereeniging gezet op het gebied der njjverheid. Nadat van 2 tot 22 Mei 1881 eene tentoonstelling van kunst- en njjverheid was gehouden met wedstrijd voor den hand werksman, een en ander uitsluitend voor ingeze tenen van Walcheren had in het jaar 1889 van 30 Mei tot 8 Juli de groote Zeeuwsche ten toonstelling plaats van njjverheid en van kunst, met wedstrjjd, die ook om het verworven succes eene schoone bladzjjde in de geschiedenis der vereeniging vormt. En hiermee sluiten wjj ons overzicht. De gehouden Sint-Nicolaasfeesten zoo vriendeljjk gedacht en goed uitgevoerd de vliegerwed- strjjden en andere pogingen, door de vereeni ging in die richting aangewend, gaan wg met stilzwijgen voorbjj. En wat zegt nu dit overzicht van het ver leden Het spreekt tot de mannen, die nog terug kunnen denken aan de eerste schreden, welke zjj de vereeniging hebben helpen zetten om hen tot vreugde en dankbaarheid te stemmen over het succes dat werd behaald. Het herinnert aan allen, die korter of langer tjjd hunne krachten aan Uit het volkVoor het volk hebben gewjjd, hoe vruchtbaar hun pogen is geweest; hoe er, bjj veel miskenning en ondank, toch ook ruimschoots stof is tot er kentelijkheid. En hen, die op dit oogenblik die vereeniging leiden, kan het schragen om voort te gaan op den ingeslagen weg. De vereeniging staat thans krachtiger dan ooitzjj kan met moed de toekomst ingaan. En wat ons betreft, wjj hopen dat onze be schouwing aan die kracht iets moge bjjbrengen, dat daardoor menigen onbekende de oogen mogen geopend worden voor het groote nut en het goede doel, dat de vereeniging sticht en beoogt, en dat menigeen, die haar wel kent, maar nog van verre staat, haar vriend moge worden. Dit zou voor ons eene voldoening zjjn voor den aangenamen arbeid, door ons besteed aan het overzicht van een kwart eeuw werken» eener nuttige instelling. De Meimaand is voor de schatkist vrjj voor- deelig geweest. Er kwam bjjna 4 ton meer in dan in Mei 1889, maar op één enkele heffing na, is er zelfs bjjna een millioen meer ontvangen. Die heffing is de suikeraecjjn», welke in de laatste drie maanden (1 Maart—31 Mei) ruim 12 ton minder heeft ingebracht daD in dat tjjdvak van 1889, waarvan alleen in Mei bjjna 6 ton minder. Dit nadeelig verschil een tegenhanger van de tonnen welke die accjjns in den zomer van 1889 vooruit was zal vermoedeljjk later wel terecht komen. Er is echter nog veel in te halen, want over de eerste vjjf maanden is de suiker nog bjjna 11 ton bjj 1889 ten achter. De vooruitgang bjj de andere middelen (be halve suiker) bedraagt in die 5 maanden reeds ongeveer l£ millioen. Daartoe hebben bjjge- dragen directe belastingen 232.000, invoer rechten ƒ210.000, accjjnzen (zond. suiker) 344,000, indirecte belastingen ƒ399.000, do meinen 156.000 en loodsgelden /"26.000 meer, Hierbjj valt op te merken, dat de 4 ton. welke de indirecte belastingen meer hebben ingebracht, enkel zjjn te danken aan het zeer wisselvallig successierecht, waaruit alleen in de Meimaand dat hooger bedrag inkwam. De registratierechten bedroegen 39.000 minder, wat door den vooruitgang van 25,000 uit het zegelrecht niet werd opgewogen. Tot de achterljjke inkomsten behooren ook die uit de rjjkstelegrafen 1889 was ruim 3000 vooruit. Het verhoogde tarief werkt bljjkbaar belemmerend. Hbld In verband met het gisteren gemelde, door het Vaderland uit Paramaribo ontvangen tele gram verdient wel de aandacht het volgende, door de Surinaamsche Volksbode gemeld omtrent de jongste operatien van het Fransch gouver nement. Het blad noteert de volgende drie feiten 1. Op den 8en April 1890 nam de gouver neur onzer zusterkolonie, Cayenne, na ministe rieels depêches te hebben ontvangen, het besluit, waarbjj de exploitatie van de goudvelden op het terrein, tusschen de Lawa en de Tapana- hony gelegen, aan de Cayeneezen werd toege staan ,- daarbjj werd bepaald, dat, behalve de houders van placers vóór de grensscheiding, ieder nieuwen ontginner niet meer dan 5000 H. A zal worden gegeven. 2. Op den 11 en d. a. v. werd de heer Casey benoemd tol opperbevelhebber der posten op de beide oevers der Lawa, om de veiligheid en de bescherming van het gouvernement aan concessionarissen te verzekeren. 3. Op den 12en April daarna werd bjj G. R. de kaart van Yidal, in 1862 opgemaakt, als de officieele aangenomen. Doch dit alles zou weer ongedaan zjjn ge maakt door een besluit van den 17en April, waarbjj bepaald werd, dat de bjj de besluiton van 8 en 11 April voorgeschreven maatregelen, betreffende het betwist terrein met Holland, worden en blijven ingetrokken. Toen echter dit besluit van intrekking uit ging zou, volgens de Volksbode, reeds heel wat goud van het betwist terrein in handen van de concessionarissen zjjn gekomen, daar deze terstond ingevolge het besluit van 8 April op hun buit zjjn toegeschoten. Het zal nu moeten bljjken of de vermelde intrekking van 17 April het laatste besluit is geweest, of wel, dat ook daarop, zooals het telegram aan het Vad. wil, ten onzen koste is teruggekomen. Bjj kon. besluit zjjn benoemd tot directeur der strafgevangenis te Rotterdam H. C. W. Bouwer, thans directeur der strafgevangenis te Utrechttot directeur der strafgevangenis te Utrecht, J. C. E. Mülle- meister, thans directeur van het huis van bewa ring, voorloopig tevens hulpstrafgevangenis, te Haarlem zjjn voor den tjjd van vjjf jaren gedetacheerd bjj het wapen der inf. van het leger in N.-I, de kapt. E. K. J. Y. van Mul ken van het 3e reg. inf. ei bij het leger hier te lande, en wel bjj het 3e reg. inf., de kapt. E. H. Waleson, van het wapen der inf. van het leger in N.-I., thans met verlof hier te lande is aan B. A. van den Heuvel Yerhey, zich noemende en schrjjvende B. A. Yerhey, eervol ontslagen sluiswachter aan de sluis te St. An- dries, een pensioen verleend ten bedrage van ƒ447 'sjaars; en zjjn de heeren: C. H. L. Baelde, P. Tours, J. A. van Hasselt en K. van Roon, artsen, benoemd en aangesteld tot offi cier van gezondheid 2e klasse bjj het personeel van den geneeskundigen dienst van het leger in Nederl. Indië. Bjj koninkljjk besluit is bepaald dat de per sonen, die als militair wielrjjder worden aan genomen, de volgende geldeljjke vergoeding bekomen teruggave van gemaakte kosten voor de reizen van zjjn woonplaats naar de stand plaats waar zjjn dienst zal aanvangen, en van de plaats waar zjjn dienst eindigt naar zjjn woonplaats terug, waarbjj wegens vervoer van zjjn persoon per spoortrein de vracht voor een plaats eerste klasse in rekening kan worden gebrachtvoorts een schadeloosstelling van vijt gulden per dag. Bjj de regeering bestaat het voornemen te Breda een kazerne of inrichting te bouwen, tot opleiding voor het korps maréchaussée. In zake het jongste adres van den heer Tin dal besloot de Tweede kamer in hare gisteren gehouden zitting dit ter griffie neer te leggen. Zjj deed dit op voorstel van de commissie voor de petities, die wegens de nagenoeg geljjke strekking met zjjn vorig adres geen aanleiding vond eene andere conclusie voor te dagen. Besmettelijke ziekten. Aan de Tweede kamer is ingediend een wets ontwerp tot wjjziging der wet van 1872 tot voorziening tegen besmetteljjke ziekten. Het strekt tot het brengen van wjjzigingen in die wet, waarvan de noodzakeljjkheid of wensche- ljjkheid door wetenschap of practjjk is aange toond, terwjjl de regeering getracht beeft de bezwaren, herhaaldelijk geopperd tegen art. 17 betreffende de verplichte koepokinenting voor het onderwjjzend personeel en de leerlingen van scholen, van welke bezwaren de rechtma tigheid niet kan worden ontkend, tot oplossing te brengen. Voorgesteld wordt om in art. 1 der wet de mazelen als besmetteljjke ziekte te doeD ver vallen, daar de besmetting dikwjjls geschiedt in het incubatietjjdperk vóór de diagnose, zoodat de wetteljjke voorschriften de besmetting niet kunnen tegenhouden. De doelloosheid der wetteljjke bepalingen bljjkt ook hieruit dat de sterfte aan mazelen niet is verminderd. Mochten zich gevaarljjke epidemieën van mazelen voor doen, dan kan daarin voorzien worden door toepassing van art. 1, tweede lid. Toegevoegd wordt daarentegen aan de ljjst der besmettelijke ziekten de kraamvroutoenkoorts of febris puerperalis. Wel komt zjj in beperkte mate voor, in de laatste 15 jaar gemiddeld 190 per jaar, maar zjj treft haar slachtoffers wreed en droevig en wordt gewoonlijk door vroed vrouwen overgebracht. Verscheidene artikelen der wet kunnen bjj deze ziekte niet worden toegepastbjj andere (art. 10, 14, 20) wordt uitdrukkeljjk vermeld dat ze buiten toepassing bljjven. Verder is de regeering niet gegaan met 'op neming van ziektenbjj kinkhoest hangt het ernstige der ziekte van te veel omstandigheden af; de maatregelen tegen tuberculeuse longtering behooren tot de private hygiène. Croup wordt( volgens bevoegd deskundigen, niet besmettelijk geacht, al beschouwen soms geneesheeren diphteritis als croup. In art. 5 wordt voorgesteld bjj kon. besluit regelen te doen stellen waaraan de inrichting van den ontsmettingsdienst in eene gemeente moet voldoen om in aanmerking te kunnen komen voor subsidieering van wege het rjjk. In art. 6 wordt bevoegdheid gegeven aan gemeentebesturen om de verspreiding van be smetteljjke ziekten tegen te gaan door het verood van het gebruik van slecht drinkwater, en door het verbod van uitvoer van melk uit een besmette woning of erf, anders dan onder bepaalde voorwaarden, bjjv. in gekookten toe stand. In art. 7 wordt bepaald dat Ged. staten bjj het opleggen der verplichting aan gemeente besturen tot oprichting van een barak voor besmetteljjke ziekten, tevens voorschriften geven omtrent de inrichtingen om den koning het recht te verzekeren om, waar Ged. staten niet tot toepassing van dat artikel overgaan, zelf daartoe, Ged. staten gehoord, te kunnen over gaan. In art. 9 wordt verduideljjkt dat bjj vervoer naar een andere gemeente, alleen daar en niet in de gemeenten, waar doorvoer plaats heeft, voer- of vaartuig wordt ontsmet. In art. 11 wordt voorgesteld het vervoer van aan de daar genoemde ziekten overledenen, onder bepaalde voorwaarden, toe te laten naar andere begraafplaatsen dan de voor de inge zetenen der gemeente gebruikeljjke. In art. 16 wordt om een eind te maken aan de omslachtige, onduidelijke en ondoeltreffende voorschriften omtrent de aangiften van besmet telijke ziekten, bepaald dat alleen aangifte zal geschieden van elk geval door geneeskundigen aan den burgemeester, en deze aan den genees kundigen ambtenaar. De wjjziging in art. 17 betreft de vaccinatie. De regeering plaatst zich op het standpunt bevordering der vaccinatie, maar geen dwang. Daar deskundigen van meening zjjn dat de volksgezondheid gebaat wordt dooi; goede toe passing der vaccinatie kan de bevordering geacht worden op den weg der regeering te liggen door subsidiën aan vaccinatieparken, kweeking naar wetenschappeljjke voorschriften van deugdeljjke koepokstof en bevordering van de gebruikmaking. Zjj kan medewerken dat vooral gelegenheid besta tot vaccinatie onder de meest mogeljjke waarborgen tegen schade- ljjke gevolgen daarvan. Maar dwang mag niet bestaan, bjj het groot verschil van gevoelen over het nut en de goede werking der inenting tusschen deskundigen van naam, al verklaart zich ook verreweg de meerderheid voor die kunstbewerking en bjj de mogeljjkheid van zeer schadeljjke gevolgen. Al ware de inenting een absoluut voorbehoedmiddel, dan ware dwang nog niet geoorloofdaan de regeering komt de vrjje besohikking over het menacheljjke lichaam niet toe. Dwang ware misschien nog verde digbaar, indien bewezen was dat een niet-inge- ente gevaarljjk was voor zjjne omgeving. Een oningeënte wordt eerst gevaarljjk, nadat hjj de ziekte heeft en ook dan slechts voor niet-inge- enten. Onze wet nu dwingt alleen om school gaande kinderen te doen inenten en laat geen uitzondering ook voor kinderen, bjj wie de ge neesheer inenting verbiedt. Zjj kunnen dan alleen huisonder wjjs genieten maar alleen vermogenden zjjn daartoe bjj machte. Zoo wordt schoolverzuim gekweekt. De minis ter heeft er naar gestreeft bjj zjjne wjjziging volkomen te waarborgen de vrjjheid van hen, die werkeljjk ernstige bezwaren tegen de koe pokinenting hebben, en toch te behouden den aandrang tot het toepassen der bewerking, die gelegen is in het verbieden van deze tot den toegang tot de school. Hjj stelt voor om, in dien toegang tot de school wordt gevraagd zonder vaccinatie of zonder aan de pokken te hebben geleden, te eischen dat deze, indien het minderjarigen geldt, de ouders of voogden, of indien het meerderjarigen geldt, deze zelve persoonljjk, mondeling of schrifteljjk aan den burgemeester zullen moeten verklaren dat zjj tegen de toepassing der koepokinenting op den persoon, wiens toelating het betreft, bezwaar maken. Tevens wordt aan hen, die, na reeds zonder goed gevolg te zjjn ingeënt, bezwaar maken tegen herhaling der kunstbewerking, op dezelfde wjjze vrjjstelling verleend als aan hen, die ook tot de eerste inenting niet konden overgaan. Onder ischolen" worden nu begrepen scholen voor voorbereidend on'derwjjs, met inbegrip van

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1890 | | pagina 5