N°. 134.
133° Jaargang.
1890.
Dinsdag
10 Jum.
Middelburg 9 Juni.
Brieven uit de Hofstad.
Deze courant verschijnt d a g e 1 y k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen:
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.-
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën r 20 cent per regel: Bij abonnement lager:
Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten benevens alle
dankbetuigingen: van 17»regels f 1.50;
iedere regel meer /0.20. Groote letters word^ berekend naar plaatsruimte.
N. POLDERMAN,
lllilll II (.Sfl II.
li#
JR
Vheraomeiet.
Agenten te Vlissingen: P. G. de V-bt Mestdagh Zoo», te Goes: A. A. W. Bollabd, te Kruiningen: F. v. d. Peijl, te Zierikzee: A. O. de Mooiï te TholenW. va» j
IdverieaHfin
Middelburg 9 Juni vm. 8 u 60 gr. Nibuwekhuiizïk en te Temeuzen: M. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de moeten des namiddags te eea uur
m. 1 u 62 gr. av. 4 n. 67 gr. advArl.A«t.lA»hnroo.n'a tran "Wtjwtt Sir Vm DmriU ifi T?.n+.f.övrïQ-rrv TVD Rtst Tvrn i wm-n V, Tro»liOr»o nn A rvn r kf i AiA1 1,1J_ 1TJ
Verwacht Z. W. wind.
advertentie-bureau's van Nwgh Va» Ditmab te_ Botterdam, de Gebb. Belinfante, te *s Gravenhage, en A. de la Mab Azn, te Amsterdam.
Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daifbb Cie., Joh» F. Jo»es, opvolger.
aan het bureau bezorgd zjjn, willen
zjj des avonds nog worden opgenomen
Bij do verkiezing 70or een lid der Pro
vinciale staten van Zeeland in het district
Tholen op Maandag 16 Juni bevelen wij
den kiezers ten zeerste aan den heer
Burgemeester van St. Maartensdijk.
Dezelfde hand, die ons eene korte beschou
wing leverde onder het opschrift eene echte
Icuippartij, schrijft ons weder het volgende
»De teerling is geworpen.
»Wat wij in de Woensdagsche courant als
eene waarschijnlijkheid meldden, kunnen we
thans met zekerheid meêdeelen.
»De raad der gemeente Zaamslag besloot
zooals reeds in dit blad is gemeld met
algemeene stemmen gunstig te beschikken op
het verzoek van de Vereeniging de school tnet
den Bijbel om twee lokalen van de openbare
school in den Grooten Huissenspolder voor
Christelijk onderwijs af te staan.
»Wat een blijdschap dit besluit bjj onze
tegenstanders verwekt heeft.
»»De Kraton is ons!"" hoorden we iemand
in vervoering uitroepen, »»nog een weinig ge
duld en het overige zal van zelf wel volgen 1""
»Allen, die er trotBch op mogen zijn, de libe
rale gevoelens voor te Btaan, vragen we in
gemoede
."Wordt het niet meer dan tjjd, dat aan de
aanmatiging onzer tegenpartij paal en perk
worde gesteld?
»Is bjj de aanneming der schoolwet niet meer
dan eens verzekerd, dat aan het openhaar
onderwjjs geen afbreuk zou worden toegebracht?
En nu reeds begaat men tegenover de staats
school de grootste onrechtvaardigheid.
»Met belangstelling zien we de beslissing
van Gedeputeerde staten tegemoet, wetende,
dat deze van grooten invloed zijn zal niet
alleen op het openbaar onderwjjs te Zaamslag
maar tevens op dat van geheel Nederland."
Aan deze ontboezeming hebben wjj, wjjl zij
een vervolg is op de vorige, geen plaats willen
onthoudenmaar wjj doen dat niet zonder
daaraan eene enkele opmerking toe te voegen
Nu de beslissing is gevallen en wjj omtrent
het besluit van den raad iets naders vernamen,
krjjgen wij een geheel anderen indruk dan het
eerste schrjjven, onder het opschriftEen
echte kuippartij, ons gaf.
Daarin heette het dat te Zaamslag pogingen
aangewend werden »om eene der openbare
scholen, nl. die in den Groote-Huissenspolder,
meer te bevolken en nog wel met christeljjke
leerlingen."
Eenigszins anders is de feiteljjke toestand
de Vereeniging tot bevordering van 'eJiristelijk
schoolonderwijs vroeg twee lokalen in het ge
bouw der openbare school lokalen die ledig
staan en dus toch niet gebruikt
worden in huur te mogen ontvangen.
En dit verzoek werd door den raad ingewilligd.
Waarom ook niet zouden wjj vragen.
Het zjjn eenvoudig gemeentelokalen, die daar
doelloos staan, en va n wie niemand eenig
nut heeft.
Zou het nu niet kleingeestig geweest zjjn
om te zeggen .gjj krijgt die lokalen toch niet
al staan ze nog jaren leegen dit niettegen
staande de gemeente uit de huur nog eenig
voordeel kan plukken De gemeente toch be
houdt bovendien haar eigendomsrecht op die
lokalen en kan zoo dit noodig is ze weer
in gebruik nemen.
De vraag is, dunkt ons, of de huursom van
60 hoog genoeg is. Dit valt echter voor
ons moeiljjk te beoordeelen. Maar tusschen
het standpunt van den schrijver der ontboeze
mingen, in ons blad, en het raadslid dat de
lokalen om niet wilde afstaan »op grond dat
de openbare scholen worden gesticht nit de
beurs van alle ingezetenen" eene stelling
die bjj consequente toepassing tot allerlei zon
derlinge toestanden aanleiding zou geven,
ligt de middelweg, en deze is, dunkt ons, door
den raad ingeslagen.
Het geldt hier een zeer bjjzonder gevaldat
zich, gelooven wjj, nog niet voordeed. En er
ligt ook iets eigenaardigs in, dunkt ons, dat
kinderen der openbare en die der bijzondere
school onder éen dak zullen samenzijneven
zeer als thans nog de protestanten en katho
lieken te Hulst onder hetzelfde dak hunne
godsdienstoefeningen houden.
Waar dit bevorderlik kan wezen aan de ver
draagzaamheid, ergo aan het groote doel dat
de openbare school steeds beoogt, daar kunnen
wjj over het gebeurde niet zoo hard, niet zoo
pessimistisch oordeelen als de schrjjver van de
ons gezonden stukken.
Over de kwestie der aan de bijzondere school
in bruikleen afgestane meubelen, die in de
openbare school niet in gebruik zjjn, is het
voor ons niet zoo gemakkeljjk te oordeelen.
Wjj weten niet welke meubelen dit zjjn, of zjj
klein of groot zjjn in aantalen of die afstand
niet tot moeiljjkheden aanleiding geven zal.
In ieder geval hopen wjj dat zij, die de be
langen der openbare school te Zaamslag moeten
behartigen, door de met haar zoo broederljjk
samenwonende bjjzondere inrichting geprikkeld
mogen worden om haar door flink en degeljjk
onderwjjs in de oogen van het algemeen haar
goeden naam te doen behouden en in bloei
te doen toenemen.
Men schrjjft ons het volgende, waaraan wjj,
ter wille van de belangrijkheid der daarbij
behandelde zaak, een plaats verleenen in een
der eerste kolommen van ons blad
In de vluchthaven te VlisBingen zullen door
den rijkswaterstaat eenige werken worden
uitgevoerd, waardoor eene geringe verruiming
en meerdere gelegenheid tot het aanleggen
van schepen zal verkregen worden.
In de Middelburgsche courant dd® 2 October 1889
werd reeds medegedeeld dat er groote behoefte
aan meer ruimte in de buitenhaven te VlisBin
gen bestond en dat daarvoor door den minister
van waterstaat enz. op zjjne begrooting voor
1890 een post was uitgetrokken van f 24.000.
Het geringe gebruik, dat, tot heden van de
havens te Vlissingen gemaakt wordt, laat niet
toe aanzienljjke werken uit te voeren, waarom
slechts aan het striktst noodzakeljjke wordt
tegemoet gekomen, door de volgende werken
nit te voeren
lo. Eene beschoeiing aan de zoogenaamde
kolenkade in het verlengde van den basaltmuur
tot een lengte van 30 M.het beloop aan de
Noordzjjde wordt in verband hiermede ver
graven.
2o. Een aa*legsteiger van 60 M. lengte voor
den Westhavendam tusschen de thans bestaande
dukdalven, door loopbruggen met den wal
verbonden, waardoor loodsvaartuigen en andere
schepen een geschikter ligplaats zullen ver
kregen.
Om de haven ter plaatse van de te maken
beschoeiing op een diepte te brengen van 8.50
M. beneden A. P. wordt baggerwerk verricht.
Voor deze werkzaamheden werd, zooals een
week geleden werd medegedeeld, het minst in
geschreven door den heer J. Visser Gz., aan
nemer te Papendrecht, voor de som van ƒ20.526.
In de memorie van toelichting in genoemde
begrooting deelt de minister verder mede dat
ook door deze werken gelegenheid zal worden
gegeven, ligplaats te verschaffen aan de konink
lijke Engelsche yachten, die van Vlissingen's
haven gebruik makendoch die tot heden
herhaaldelijk op de reede tijdelijk voor anker
moesten komen.
Naar mjjne meening en bljjkens de me
morie van toelichting tot de begrooting is de
minister van dezelfd opinie zal de ruimte, die
door het uitvoeren der boven vermelde werken
beschikbaar komt, echter lang nog niet voldoende
zjjn, daar door de stoomschepen der koninkljjke
maatschappjj Zeeland bjjna alle ligplaatsen zijn
ingenomen en er nog andere eisohen zjjn, waar
aan wel degeljjk moet worden voldaan.
Ik heb hierbjj o. a. het oog op de groote
booten der Castle Line wanneer deze met volle
lading Vlissingen aandoen, kunnen die niet
dan bjj vloed op de haven komen, of se moeten
in de binnenhavens worden geschut, wat, naar
het schjjnt, nog al bezwaar oplevert.
Bjjna telkens bljjven deze booten op de reede
liggen, terwjjl dan passagiers en goederen per
sleepboot worden aangebracht.
Ontegenzeggelijk gemakkelijker en voordee-
liger, ook voor de Btad Vlissingen, zou het zijn
wanneer dit alles altjjd in de haven kon ge
beuren, want het valt niet te loochenen, dat
de passagiers eerder aan wal sullen gaan als
zjj van het schip kunnen afstappen dan wan
neer zjj per bootje moeten worden afgezet.
Dringt men echter op meerdere uitbreiding
aan dan wordt eenvoudig de hoop uitgedrukt dat
uitbreiding van de scheepvaart eindeljjk de zoo
bjj uitnemendheid gunstig gelegen haven ten
goede zal komen en een toestand zal doen ge
boren worden, welke de uitgaven voor zulk
eene aanzienljjke uitbreiding wettigt.
Ik vraag echterdaar tonnen gouds worden
uitgegeven voor andere havens, waarom moet
Vlissingen tevreden gesteld worden met een
zeer gering aandeel Waar bij een haven als
deze, die een der beste is, geen gelegenheid
bestaat bjj alle omstandigheden binnen te
komen en plaats te vinden, daar zal een druk
bezoek zich wel laten wachten en tot de vrome
wenschen bljjven behooren.
Is het geen verkeerde taktiek te wachten
met uitbreiding der haven tot dat een betere
toestand is geboren Was het niet in het
algemeen belang, wanneer er reeds nu eene
gelegenheid bestond van tameljjken omvang,
met een aantal geschikte ligplaatsen
De binnenhavens zjjn ontegenzeggeljjk uit
muntend, maar hoeveel verschillende stoom-
vaartljjnen zouden misschien hun oog vestigen
op Vlissingen, wanneer zjj zonder schutten in-
en uitvaren konden
Groote en diepgaande zeeschepen toch kun
nen alleen schutten met hoogwater, wat met
eenigszins ongunstig weder wel wat bezwaar
opleveren zal.
Het is daarom voor het algemeen belangen
voor dat van Vlissingen in het bijzonder te
wenschen dat de bevoegde autoriteiten hun
oog vestigen op de boven omschreven omstan
digheden en hun krachtige hand toesteken, op
dat geen klaagliederen meer behoeven te wor
den aangeheven en da havens van en te Vlis
singen desnoods met groote opofferingen, zoo
danig worden uitgebreid dat aan de behoeften
van de scheepvaart met groote zeeschepen
worde te gemoet gekomen.
6 Juni 1890.
Den Haag wordt langzamerhand een stad
van bazaars en fancy-fairs. Sedert vele jaren
telt zjj onder hare merkwaardigheden den groo
ten koninkljjken bazaar en in den laatsten tijd
zjjn er hier, evenals in vele andere steden, nog
guldens-bazaais, dertig cents-bazaars en derge-
ljjke bijgekomen. Doch deze heb ik nu juist
Diet op het oogik bedoel niet die permanente
uitstallingen en verkoophuizen. Door de samen
koppeling met fancy-fairs bljjkt reeds dat ik
meer denk aan tjjdeljjke inrichtingen, met een
bepaald doel in het leven geroepen en best6md
om in enkele dagen een zoo groot mogelijke
som voor dat doel bijeen te brengen. Van
dezulke leverde de Hofstad al menig voorbeeld
op, en werkeljjk gelukte het meermalen op die
wijze een niet onaanzienljjk bedrag in de kas
van deze of gene vereeniging of stichting te
doen vloeien. Het is dan ook een vrjj gemak-
keljjk middel om geld te krijgen men ontvangt
de te verkoopen voorwerpen veelal ten geschenke
en zet die zoo duur mogelijk van de hand. En aan
koopers ontbreekt het in den regel nietzjj,
die in zulk een bazaar als winkeljuffrouwen
dienst doen, hebben meestal een uitgebreiden
kring van kennissen, die het zich ten plicht
rekenen de winkeltjes met een bezoek te ver
eeren, al ware het alleen om de lieve verkoop
sters wilen ten overvloede worden de heeren
en dames nog wel eens herinnerd aan dien
plicht. En zjjn ze eenmaal op de plaats, waar
de bazaar gehouden wordt dan zorgen die
verkoopsters wel voor den restzjj verstaan uit
nemend de kunst om bezoekers in koopers te
veranderen.
Afgescheiden van bet aangenaam bewustzijn
van ten behoeve der liefdadigheid werkzaam te
zjjn, geeft het optreden als lief hebster-winkel.
juffer, naar het schjjnt, een bijzonder gerot,
waarin booze tongen wel eens aanleiding
hebben gevonden om te spreken van een
vanity-fair. Nu, dit is den menschen niet meer
kwaljjk te nemen, sinds een hoogleeraar van de
aller-christelijkste universiteit bij uitnemendheid
voorgaat in christeljjken ootmoed anderer lief
dadigheid te bekladden en in verdenking te
brengen als alleen eigen eer beoogende. Dat
bier ophef, van de liefdadigheid wordt gemaakt,
gelijk die christenleeraar beweerde van de
instelling van den liefdadigheidsdag te Am
sterdam, is niet te ontkennenzonder publici
teit en reclame zou immers de geheele fancy-fair
een dood geboren kind zjjn.
Daarom zjjn er dan ook lieden, die niet veel
op hebben met deze nieuwe wïfze van weldoen.
Intusschen gaat men hier toch steeds voort
met bet organiseeren van bazaarsde een
volgt den ander op. Dit jaar zjjn er reeds
twee gehouden en een derde volgt zeker nog,
en wie weet het, misschien nog wel een vierde
en een vjjfde. Dezen zomer zullen wjj op het
oude Zorgvliet nog een bazaar zien ten bate
van het kinder-ziekenhuis, een doel waarvoor
ieder die kan ongetwjjfeld gaarne wat offeren
wil. Dit laatste kon niet met zooveel zekerheid
gezegd worden van den onlangs gehouden bazaar
voor de vacantie-kolonies. Deze miste de sym
pathie van velen, en bracht dientengevolge dan
ook niet zooveel op als vroeger tot andere
doeleinden hier gehouden bazaars.
Ontegenzeggelijk hebben de vacantie-kolonies
hoeveel goeds d' Coronel er onlangs ook, en
terecht, van schreef in de Vragen des Tijds
een zeer groote schaduwzijde. De kinderen, die
gedurende eenige weken naar buiten worden
gezonden, daar volop genieten van de vrije
natuur, goed gevoed worden, en niets hebben
te doen dan eten, wandelen, spelen en slapen,
gevoelen zich bjj hun terugkomst niet meer
te huis in de bedompte ruimte, die tot woon-
en slaapvertrek van een geheel gezin dient;
zjj zijn ontwend aan de taak om op kleine
broertjes en zusjes te passen en de kost, waar
mede zij zich dan weer moeten behelpen, smaakt
lang zoo lekker niet als het eten, dat zjj daar
buiten dageljjks kregen.
Is het wonder, dat de kinderen dan wat
ontevreden worden De vergelijkingen, die zij
nu onwillekeurig maken tusschen »te huis" en
»in de kolonie," zijn ook weinig geschikt om
hen het eerste te doen liefhebben. En ook de
ouders maken vergelijkingen. "Wat is dat kind
bijgekomen door dat verbljjf van eenige weken
in de frissche bosch- of duinlucht 1 Het is wel
zooveel pond zwaarder geworden, en een ge
zond kleurtje siert de vroeger bleeke, inge
vallen wangen, terwjjl de oogen iets levendigs,
iets opgewekts hebben, wat vroeger daarin
niet te zien was. Maar och, laat eens eenige
maanden verloopen, dan heeft de school- en
hnislueht niet nagelaten weer een sterken
achteruitgang te weeg te brengen, en de ouders
verlangen naar den volgenden zomer, wanneer
het schepseltje weer een goede dosis gezond
heid zal gaan opdoen. Maar och, de zomer is
nog zoo veraf, en intusschen vervalt het kind
al meer en meer. Zoo menigmaal zuchten de
ouders over het ontbreken van de middelen om
zelf hun kind naar buiten te zenden, en als
zjj het als sneeuw voor de zon zien wegkwij
nen dringt zich van zelf dan het besef bij hen
op, dat toch feiteljjk de gezondheid, wellicht
het leven van hun lieveling afhankeljjk is van
een ellendig sommetje geld, dat zij met geen
mogelijkheid bijeen kunnen brengen, terwijl
voor andere kinderen soms duizenden per jaar
worden besteed. Men zal vragen, of ik dan
ook het middel tot tijdeljjke verbetering, dat
de vacantie-kolonies bieden, ongebruikt zou
willen laten. Mijn antwoord is natuurljjk
ontkennend, maar dat de wjjze, waarop die
kolonies thans zjjn ingericht de schaduwzijde
heeft, dat zjj afgunst en nijd jegens meer be
voorrechten in het leven roepen, zal toch moeten
worden toegegeven, en die schaduwzijde is uit
een sociaal oogpunt vrjj bedenkelijk. Er zjjn
er daarom die zouden willen, dat men ook in
deze niets ten halve deed, en in plaats van
tien kinderen gedurende enkele weken liever
één kind gedurende een geheel jaar om zoo
te zeggen naar een voor hem gezonde streek
zond.
Evenwel het moet erkend worden dat
de bedoelde schaduwzijde zou zjjn weggenomen,
indien de besturen der kolonies maar over
genoeg fondsen te beschikken hadden om dat
denkbeeld te verwezenljjken voor de tien kin
deren niets zou hun zeker aangenamer zjjn.
En zjj, die uit afkeuring op de besproken
gronden wegbleven van den bazaar, pasten
zeker niet het beste middel toe om daartoe te
geraken. Doch dan zouden weer, zoolang de
kas niet overvloeide, vele kinderen moeten
worden afgewezen, wat ook ontevredenheid wekt.
De andere bazaar, in dit voorjaar hier
gehouden, was bjjzonder praktisch, eigenljjk
meer een tentoonstelling, voornamelj)k van
eigen producten van de inrichting, waaraan zjj
ten goede kwam, nam. van de Haagsche kook
school, een praktische instelling bij uitnemend
heid De uitgestalde spjjzen vormden als het
ware de illustratie van de verspreide circulaires
om aan de vereeniging steun te verleenen, en
dergelijke illustratiën hebben zeker meer reden
van bestaan dan die in menig boekwerk. Af
gescheiden natuurljjk van de kunstwaarde die
zjj bezitten en van de versiering die zjj aan
brengen, valt er toch voor illustratiën van den
tekst van een werk niet veel te zeggen. Eigenlijk
zelfs is het een zonderlinge gewoonte om zoo
hier en daar een greep te doen uit hetgeen de
schrjjver zegt of laat zeggen en daarvan een
plastische voorstelling te maken. De lezer kan
zich natuurljjk zeer goed voorstellen hoe twee
vrienden elkaar de hand drukken, hoe een
meisje voor haar venster zit te mjjmeren en
zoo al meer, en met recht kan hjj vragen
waarom de teekenaar juist hier zjjn stof koos
en niet enkele regels hooger of lager. Het
antwoord zal eenvoudig zjjn als dat van de
oude Fransche koningen in hunne ordonnantiën
■i-parce que dest mon plaisir". Omdat de tee
kenaar meent van deze of gene scène iets
aardigs te kunnen maken, of omdat zjj indruk
op hem maakt, brengt hij die in plaat, maar
de lezer zal zich licht juist door een andere
zinsnede voelen aangetrokken en zou dus deze
wenschen te zien weergegeven.
Intusschen wordt het meer en meer gewoonte
boekwerken te illustreeren, en het is waar,
het staat aardig, en ook niet-liefhebbers van
lezen kunnen zich daardoor met een boek
amuseeren misschien zjjn er wel, vooral lezeres
sen, wien het alleen om »het geschiedenisje" to
doen is, die door het bezichtigen van da
plaatjes de moeite van het lezen van het ge
heele boek kunnen besparen.
De illustratie zou wellicht ook zijn toe te
passen op de kamer-verslagen, die zich daar
door zeker heel wat prettiger zonden laten
lezen. Aan stof voor den teekenaar zou het
wel niet ontbreken. Het zou wel vermakeljjk
zjjn sommige redenaars en groepjes van niet-
sprekers te zien afgebeeld. De teekenaar zou
er zich inzonderheid op moeten toelegen om
den indruk weer te geven, dien het gesprokene
op de hoorders maakt, "bijv. op een minister,
wiens beleid wordt gegiBpt door de oppositie.
Ik ben er zeker van dat wjj de tegenwoordige
ministers in volkomen kalme houding zouden
te zien krjjgen, dank zij de leus der meerder
heid in het parlement om tot eiken prjjs dat
beleid goed te keuren. De heeren weten nu
eenmaal, welke bokken zjj ook maakten en
hoe die ook worden aan de kaak gesteld, dat
de dommekracht (bjjna had ik het woord in
tweeën geschreven van het stemmental hen
wel op hun zetel zal houden. Dat zullen wjj
weer wel ondervinden bjj de behandeling van
de zaak betreffende de grensscheiding in Suri
name de Tweede kamer zal den heer Hartsen
wel de hand boven het hoofd houden, hoe zon
derling hjj ook met de »waardigheid van het
land" omsprong. Anders zou het kunnen gaan
als de legerwet eens aan de orde komtdan
zou zeker de meerderheid in die kamer anders
zjjn samengesteld. Maar zoover zal het voor
eerst wel niet komende ontwerpen zjjn nog
niet in de kamer en zullen wel niet inkomen
vóór den tjjd, waarop de kamer weer op recès
gaat, zoodat eerst in het volgend zittingjaar
de behandeling kan aanvangen. En dan zal
men, als de schrifteljjke gedachtenwisseling al
wat spoedig mocht afloopen, toch de afdoening
wel weten te verschuiven totdat de verkiezin
gen in 1891 zjjn afgeloopen. Zoo zal het leven
van den minister wel worden gerekt door de
bewering, dat een stervende kamer een zoo
belangrjjke zaak niet mag beslissen.
Dergelijke satyrische illustraties geeft de Pali
Mall Gazette sedert eenigeu tijd bij de overzichten van
de debatten in het Engelsch lagerhuis. (Red.)
Yan »een veteraan van het liberale leger"
ontvangt de Arnh. Crt uit Den Haag het vol
gend schrjjven
»Wie de groote liberale campagne vóór en
na de April-beweging hebben medegemaakt,
quorum, pars infima fui, herinneren zich de on
zinnige praatjes zeker nog, waarmede de Haa?--
sche camarilla en de destjjds in-en-in-conserva
tieve ambtenaarskliek Thorbecke als minister
zochten te ondermjjnen; praatjes die, hoe on
zinnig en bljjkbaar verzonnen ze waren, toch
hier en daar werking deden. Men vertelde o. a.
met afgrjjzen, dat Thorbecke zich altjjd met
minachting over den koning uitliet, dat by