HMnsclie Goal.
HAAR LAATSTE SLACHTOFFER.
Middelburg 17 Mei.
BIJVOEGSEL
"FEUILLETON.
Hertogin Hetty, Elly's Bekentenis enz,
LETTEREN EN KUNST.
VAN DE
VAN
Maandag 19 Mei 1890, n°. 116.
Sprokkelingen nit SchouwenDuiveland.
VII.
Met de kunst is bet bjj ons al even zoo
geateld ala in de meeste andere beschaafde
landen. Overal neemt de kunst een min of
meer geconcentreerde stelling in, en naarmate
de beschaving en vooral de materieele vorm
daarvan hooger ontwikkelt, wordt de stelling
der kunst in de maatschappij ook meer gecon
centreerd tot enkele brandpunten, van waar
dan echter toch ook eenig licht naar alle
hoeken en kanten kan uitstralen. Daarbjj
komt nog dat kunst geen bepaald vaderland
heeft, maar cosmopolitisch van aard is, zoodat
al wat wezenlek uitstekend is, doorgaans zjjn
weg vindt naar de eene of andere wereldstad,
waar de Muzen het wat het stoffelijke betreft
minder schraal hebben dan in allerlei afgele
gen hoeken der wereld. Mogen goden en Mu
zen zich met ambrosia en nectar voeden, de
priesters der goden en Muzen moeten van het
altaar kunnen leven, anders worden ze te
mager om met fatsoen den dienst te kunnen
waarnemen.
Wanneer ik dus hier in dit uithoekje wat
wil sprokkelen op het gebied der kunst en van
die zaken, die min of meer met haar in ver
band staan, dan spreekt het van zelf dat ik
mjj moet vergenoegen met het opvangen van
enkele straaltjes, die uit de zooeven genoemde
brandpunten uitstralen. Ja, het zal mogelijk
niet aan lezers van dit stukje ontbreken, die,
dezen aanhef lezende, zullen uitroepennu,
dat zal ook wat wezen I Kan uit Nazareth
iets goeds komenMen zij niet te voorbarig
en neme de dingen zooals ze zjjn, dan vallen ze
meestal nog mee. Ons landje is te klein om
een centrum van de beoefening der kunst in
al haar uitingen te zjjnalles is dus maar
proportioneel op te vatten, en dan is er waar-
ljjk to midden van al het proza en het klin
kende en blinkende materialisme onzer dagen,
ook bjj ons nog wel het een en ander dat be
moedigend op het gemoed van een minnaar
der kunst kan werken. Het is daar al wel
eens armzaliger mede gesteld geweest. Wjj
kunnen thans weder bogen op schilders, beeld
houwers, toonkunstenaars, tooneelisten, bouw
meesters, critici. Letterkundigen hebben we
ietwat al te veel, doch het zijn niet allen zulke
eminente, dat zjj in de sfeer der hoogere kunst
te veel gedrang makenen van dichters
is het in die sfeer ook maar jjl. Zelfs op het
overgangsgebied, dat der kunstnijverheid, is
sinds eenigen tjjd vernieuwd leven te bespeu
ren, aartoe de tentoonstellingen gewis wel
het hunne hebben bjjgedragen.
Doch er is kunst en kunst. Het is nu mijn
doel niet mjj te begeven in de hoogere kunste
naarswereld. Ik beschouw die als een soort Olym
pus, en daar behoort men alleen thuis, als men
een speciale introductie heeftanders wordt
men er verblind en suf, en, onder ons gezegd,
hoe graag ik nu mijn Schouwsche en Duive-
landsche medemenschen mag ljjden, naar die
hooge sfeeren wil ik ze liever nog maar niet
brengen. Ze zouden toch de bedwelmende
wolben, die den Olympus omhullen, niet kun
nen verdragen en er niet zoo geheel op hun
gemak zjjn, als thuis in de laagte, waar toch
ook wel aan kunst gedaan en door de kunst
kan genoten worden, zjj 'took wat meer hui-
seljjk.
Daarom zeide ik dat er is kunst en kunst-
Er is kunst in den hoogden zin en daar be-
hooren alleen de goden en genieën, de bevoor
rechte enkelen te huis. Daar dient ook het
middelmatige en dus nog veel meer het geringe
en lage streng te worden geweerd en verbannen
te bljjvenzoo alleen kan de kunst haar hooge
Uit het Engelsch.
Door de Schrjjf ster [van
HOOFDSTUK XIV.
In den loop van den volgenden dag wordt
er eenige verandering in het programma ge
bracht. Wjj bevinden ons allen ophettooneel
het regent weer, zoodat ik tjjd heb om te
helpen en ik sta juist een rood gordjjn
tegen den achterwand te spijkeren, om een
venster te bedekken, als freule Vignoles eens
klaps zegt:
»Mjjnheer Dering, gjj moest den heer
Kennyss van avond liever de rol van den
schilder laten spelen. G jj hebt genoeg te doen
als régisseur. Gisteren hebt gjj lang niet ge
noeg kunnen opletten. Al dien tjjd toen ik
mjjn best deed om u te bekoren, waart gjj
vervuld met uwe andere medespelers 1"
«Omdat ik Vignoles achter de schermen
het hof zag maken aan frenle Elsie, in plaats
van op zijn wachtwoord te passen", roept
Dering nit. Hjj is een uitstekend régisseur en
weet alles goed te doen marcheeren, maar als
schilder deugt hg niet. Hjj is veel beter op
sjja plaats als da vertoornde vader in een
heiligdom bewaren. Maar nu volgt uit den
aard onzer beschaving, dat er steeds een zeker
getal gewone stervelingen zjjn, die in hun gemoed
iets gevoelen voor de kunst, die vatbaarheid
hebben voor het ideale, en die op hun manier
er naar streven om hun alledaagsche leven te
verhoogen en op te luisteren door de beoefening
van den eenen of anderen tak van kunst, en
dat dan doen op hun wijze en naar de mate
van hun aanleg, talent en andere middelen, of
wel door hun belangstelling te toonen in al wat
in de kunst verheffends, opvoeden», veredelends
te vinden en te genieten is, ook voor leeken.
Ik kan niet anders dan den gemeenten geluk-
wenschen, die velen van zulke heilbegeerigen
in hun midden tellen, en nu mag ik ook wel
er voor uitkomen, dat wjj hier in onze afgelegen
eilandjes in dit opzicht geenszins zoo misdeeld
zjjn als menigeen wel zou meenen, die voor het
eerst onze prozaïsche zeedjjken en onze vlakke
Heilanden ziet, of zich in een gesprek inlaat
met den eenen of anderen naïeven dorpeling
of stadbewoner en daarnaar allen zou willen
beoordeelen.
Neen, er wordt hier wel wat aan de kunst
gedaan, en er is bjj velen belangstelling in
kunstwerken en zin en vatbaarheid voor hun
veredelenden invloed. Niet genoegnu ja,
maar daarvan is nooit en nergens genoegik
bedoel het altoos proportioneel, en dan geloof
ik niet, dat een andere even afgezonderde en
landeljjke kleine samenleving in dit opzicht
hooger zal staan.
Laat mjj een» in 't kort optellen men doet
hier aan schilder- en teekenkunst en stelt
belang in de kunstbeschouwingen, die nu en
dan gehouden worden men beoefent hier de
muziek en den zang men houdt hi»r heel veel
van de dramatische kunst en doet aan de
«Conste van Retorjjcke," en wat de kunst
nijverheid betreft valt hier te wjjzen op eenige
verbljjdende verBchjjnselen.
Ik zal mjj voor het oogenblik bepalen tot
eenige opmerkingen aangaande bet opgenoemde.
Het verdient loffelijke vermelding dat hier
eenige dames en heeren zjjn, die zich met lust
en niet zonder succes toeleggen op de schilder
kunst. Ik zou niet durven zeggen dat deze
bunstbeoefenaars zich nu zoo hoog verheven
hebben boven den kring der liefhebberjjdoch
dat kan niet anders; ware dat wel het geval(
dan zouden ze hier niet bljjven, maar naar
den Olympus gaan, en ze zouden daar geen
ongeljjk in hebben. Doch dit daargelaten, wat
ik zoo nu en dan de kunst is wel eens te
bescheiden gezien heb van proeven van
aquarellen, olieschilderijen en teekeningen, het
bewjjst dat men ook met heel veel succes op
dit gebied kan liefhebberen. Ik heb wel eens
stukjes gezien, nit dameshanden voortgekomen,
waar een meester van naam zijn merk wel zon
willen onder zetten. Zoo heb ik ook wel eens
olievert-schilderjjtjes gezien van de hand van
een rijksveldwachter laat me dit maar eens
verklappen die wezenlijke verdienste hebben
en waarbjj men niet kan nalaten te betreuren
dat die talentvolle man in de jaren zjjner jeugd
niet een artistieke opleiding genoten heeft.
Wat betreft de aanmoediging van schilder
en toekenkunst, waartoe de vermogende lieden
geroepen zjjn, al toonen velen ook niet dat
zjj zich geroepen gevoelen, valt met lof te
vermelden de heer H., in wiens kunstschatten
uwen medeburgers ook wel eens een kjjkje
vergund ia geweest. Zulke mannen moesten
er meer zjjndoch er zjjn er nog wel enkelen,
die ook wel eens wat geld voor een kunstwerk
durven uitgeven. De kunst kan zonder dat
niet leven en aankoop van goede stukken is
voorshands ook nog wel als een goede geldbe
legging aan te merken, zeker een nuttiger be
legging dan die in spoorwegen in Siberië of
in Kruppkanonnen voor den sultan van Turkjje.
De nu en dan hier, nl. te Zierikzee, gehou
den kunstbeschouwingen worden wel bezocht,
doch niet zoo druk als wel wenscheljjk was.
Mogeljjk ligt dit aan de niet altoos meestge-
schikte uren, waarop zjj gehouden worden en
aan de moeiljjkheid om een goed lokaal daar
voor eenige dagen achtereen beschikbaar te
krjjgen. Een tentoonstelling gedurende enkele
uren, wegens ons wisselvallige weer soms onder
heel ongunstige verlichting, kan weinig invloed
uitoefenen op het schoonheidsgevoel der menigte.
Het zou een nalatigheid zjjn, als ik niet
aanstipte dat de bovengenoemde liefhebberjj
in schilderen en teekenen alleen tot zulke goede
resultaten kan leiden door de medewerking
en voorlichting van een ijverig en bekwaam
ander stuk. »Zeg Kennysshang dat een
beetje hooger, als gjj kunt. Ja, zoo is het
goed. Houd het nu zoo."
«Maar gjj luistert niet naar mjj, mjjn-
heer Dering. Wilt gjj den schilder aan mjjn-
heer Kennyss afstaan
«Zou Kennyss in staat zjjn die rol te
spelen vraagt Dering aarzelend. »Gjj laat
het daar in dien hoek te veel zakken, goede
vriend. Trek het nog wat op, ziet gjj niet
hoe scheef het hangt
Wat kan het mjj schelen, hoe die lap
hangt, nu mjjn lot beslist moet worden Zal
hjj mjj de rol geven, of niet Alles hangt
van zjjne volgende woorden afNiet geheel,
als ik dat maar geweten had 1 Het staat bjj
Maud Yignoles reeds vast, dat ik den schilder
moet voorstellen, en Dering is niet de man,
die haar van haar stuk zal brengen
«Heel goed, het zjj zoo 1 Maar hjj kan
de rol niet meer leeren. Hjj heeft nog maar
twee uur tjjd."
«Ik wed dat hjj haar in twee unr kent.
Wilt gjj het doen, mjjnheer Kennyss?"
Ik stem toe.
«Hebt gjj wel meer gespeeld?" vraagt
ze even daarna, terwjjl wjj allen in de voor
kamer staan, waar thee gedronken wordt.
«Heel dikwjjls. Bjj Brett in Yorkshire
hadden wjj geregeld voorstellingen."
«O, dan zal deze rol u geen moeite
kotten 1"
leeraar in de kunst, dien we hier ook gelukkig
bezitten.
Ik sprak daar strak eenigszins geringschattend
van onze prozaïsche zeedjjken en vlakke klei
gronden. Wat daar geringschattends in mocht
schijnen te liggen, moet ik ervan terug nemen.
Neen, ondanks die harde Bteenen lijnen en die
geruite vlakken, is hier voor iemand, die schoon
heidsgevoel bezit, ook wel wat te genieten.
Welke heerljjke lichteffecten kan men bespieden
zoo van de kruin van een zeedjjb en met den blik
naar de breede wateren gewendWelke god-
deljjk schoone zonsondergangen met zielverhef
fende luchten daar bovenOf als men op een
stillen zonnigen namiddag rustig over die
watervlakten drjjft en het zoo eens treft, als
het Bomtjjds zjjn kan, nl. dat de in de verte
gelegen stad opdoemt en als tusschen de blauwe
lucht en het klare spiegelvlak der wateren
schjjnt te zweven, dan wordt men opgetogen
en gevoelt zichzelf ook opgetrokken tot iets
hoogers, tot die verheven stemming, waarin
onze Ruysdaels, Hobbema's, Cuyps en anderen,
moeten verkeerd hebben toen ze onze blonde
watergezichten, onze melancholische etherische
luchten, onze oneindige horizons op het doek
hebben vereeuwigd. En als men n de blik wendt
naar het landschap, waar zjjn dan waziger
verschieten, donziger vloeren en poëtischer
stoffeeringen te vinden I Niet vreemd, dat een
bekend Belgisch kunstenaar bjj herhaling maan
den lang hier vertoefde en rjjke stof voor zjjn
studiën en werken vond. Zoo vinden impressiën,
hier opgedaan, thans reeds een eervolle vereeu
wiging in de kunstkabinetten van het buitenland.
Ook de decoratieve schilderkunst, die ofschoon
de hand reikende aan de industrie toch zoo
nauw verwant is aan de kunst als zoodanig,
wordt hier niet ongelukkig beoefend. Ik zag
laatst een tooneelgordjjn van een rederjjkers-
kamer, dat wezenljjk kunstwaarde bezit en
veel smaak en talent van zjjn maker verraadt.
De Arnh. Crl. geeft het volgende historisch
overzicht van den loop van het geschil tusschen
Frankrjjk en ons land over de grenzen tusschen
Nederlandsch en Fransch Guyana.
Een dertig jaren geleden bestond er geen
geschil. In 1861 werd eene commissie benoemd
uit beide rjjken om te onderzoeken welke rivier
de grens tusschen de beide landen vormde.
De Marowyne toch, die officieel als de grens
is aangenomen, splitst zich in twee takken,
of beter gezegd, wordt gevormd door de samen
vloeiing van twee rivieren, de Trapanahoni,
die van het Westen, en de Lawa, die van het
Oosten komt. Welke van de twee moest als
de hoofdrivier worden beschouwd? De Neder
landers meenden den oosteljjken arm, al» zjjnde
de krachtigste stroom. De Fransehen waren
bereid dit te erkennen.
Aan de regeering werd een voorstel aange
boden; maar hiervan werd door geen van de
beide regeeringen veel notitie genomen. Het
gold dan ook in zekeren zin slechts Ijjnen op
het papier, want de streek werd door geen
van de beide landen geëxploiteerd.
Ofschoon het terrein tusschen de beide rivie
ren eene oppervlakte besloeg van 20 a 25
duizend vierkante mijlen, werd het slechts
bewoond door een vjjfduizendtal negers, en het
deed er voor het oogenblik niet veel toe of
deze in het gebied, waarop zjj leefden, tot
Frankrjjk dan wel tot Nederland behoorden.
Men maakte dus geen haast, ook niet in
Nederland het betrof de West maar.
Maar deze zaken kregen een andere wen
ding, toen de nasporingen van Henri Coudreau en
andere natuurvorschers aan het licht brachten
dat de streek tusschen de Tapanahoni en de
Lawa rjjk aan goud wa». Nu kreeg zjj zeer groote
waarde, en de Franschen maakten terstond
hun werk om de negerhoofden op hunne hand
te krjjgen, terwjjl gouddelver» uit Cayenne
zich derwaarts begaven om den bodem te ex-
ploiteeren. Dit was wel verboden in afwachting
der grensregeling, en van Fransche zjjde werd
dit verbod ook gehandhaafd, maar de Fransche
posten konden de inbreuken niet beletten.
In Maart 1887 werd door de koloniale staten
van Suriname de aandacht der regeering op
deze zaak gevestigd, maar de Gouverneur gaf
bjj de behandeling der begrooting van 1888 ten
antwoord, dat men aan praatjes geen gewicht
moest hechten.
Thans echter, ten langen laatste it de Neder-
landsehe regeering er toe overgegaan tot het
«Volstrekt niet, wat de woorden betreft,
die ken ik reeds."
«Herinnert gjj ze u zoo goed
«Ja en ik herinner mjj ook dat ik dacht
dat ik beter zou spelen dan Dering", zei ik koel.
«Zoo waarlijkHoe zonderling dat ik
hetzelfde dacht 1"
«Dacht gjj dat vraag ik schieljjk.
«Waarom zou ik u anders gevraagd
hebben die rol over te nemen?"
«Ik weet niet zeker of ik u dankbaar
moet zjjn", zeg ik met zóóveel beteekenis als
ik in mjjn stem durf leggen.
«Dank mjj nog nietzegt zg lachend,
met een uitdrukking in hare oogen, die mjj
doet denken dat ik dicht onder den wind zeil
maar op dit oogenblik geef ik geen oortje om
mjjn leven.
«Speelt gjj gaarne?" vraagt zjj, mjj over
haar theekopje aanziende. Ik sta in mjjn
geliefkoosde houding tegen den muur geleund,
met mijn rol, die ik nog niet ingezien heb|
in de hand. Een oogenblik is het alsof mjjn
hoofd begint te duizelen maar ook slechts
eren,
«Ja ik houd er veel van."
«Gjj moet niet overdrjjven. Dat is een
gebrek der meeste jonge acteurs."
«Het zal uw schuld zjjn, wanneer ik van
avond overdrjjf."
«Wat bedoelt gjj er komt een
trotiche misnoegde blik in hare oogen.
maken van eene grensregeling. Het spreekt van
zelf dat zjj de oostelijke rivier, de Lawa, als
grens verlangt, waardoor het goudland tot het
Nederlandsch gebied zou of liever bleef be-
hooren, geljjk uit de protocollen van 1861 voort
spruit. Frankrjjk daarentegen verlangt de
Tapanahonie als grensrivier aangenomen te
ziende goudlanden werden dan Fransch.
Door de hooge waarde van dien bodem is nn
de grensregeling, die vjjf-en-twintig jaren ge
leden eene formaliteit zou zjjn geweest, thans
eene zeer belangrijke zaak geworden en het
laat zich begrijpen, dat de regeeringen der beide
landen het hieromtrent niet zoo gemakkeljjk
eens werden. Zjj riepen dus een scheidsrechter
in, die te beslissen zou hebben of de Lawa dan
wel de Tapanahoni als de aanvang van de
Marowyne moest worden beschouwd.
De scheidsrechter echter weigerde zulk een
beperkt mandaat en nu werd door de diploma
ten, die met de onderhandeling belast waren
men zon meenen met voorkennis en mede
weten hunner regeeringen, dus ook van onzen
minister van buitenlandsche zaken, een nienw
uitgebreider mandaat ontworpen en den ar
biter bevoegdheid verleend om eene grens
regeling te maken, onafhankelijk van de kwestie,
die het van den aanvang af gegolden had.
Hoe onze regeering tot die geheele verande
ring van het mandaat ia overgegaan, begrjjpt
de Arnh. Crt. niet.
Het blad vermoedt dat de Tweede kamer, bjj
hare tegenwoordige samenstelling, waar alles
aangenomen wordt wat van de groene tafel
uitgaat, ook deze regeling zal goedkeuren. Dat
de waardigheid van ons land hierdoor wordt
opgehouden, gelooft het niet en evenmin, dat
het belang des lands er door wordt bevorderd.
De heeren F. J. P. M. Mulders, kapitein
t/zee, inspecteur van het loodswezen te VÜBsin-
gen, en H. A. de Smit van den Broecke, kapi
tein-luitenant t/z, chef van de afdeeling Hydro-
graphie aan het Departement van Marine te
's Gravenhage zjjn door den keizer van Duitsch-
land benoemd tot ridders der orde van den
Rooden Adelaar, 3e klasse.
Tot dusver waren nagenoeg alle uitlatingen
der publieke opinie over de spoorwegontwerpen
van minister Havelaar ten ongunste van die
voorstellen.
Thans echter komen een 60tal handelsfirma's
een gunstiger oordeel vellen. In een adres aan de
kamer van koophandel te Amsterdam, spreken
zjj als hun overtuiging uit, «dat de bjj de Tweede
kamer aanhangige spoorwegovereenkomsten in
hooge mate bevorderljjk zullen zijn aan de ont
wikkeling van Amsterdam's spoorwegverkeer en
aan den bloei dezer stad als doorvoerhaven."
Deswege verzoeken zjj bjj de vertegenwoordiging
op aanneming dier overeenkomsten aan te dringen
De minister van waterstaat heeft een kon.
besluit uitgelokt, van niet weinig belang voor
enze visscherij. Voortaan nl. wordt voor vis-
schersvaartuigen, hekend onder de namen van
hoogaarts, blazer, hengst, botter of schokker
het product ter bepaling van het aantal ton
nen met 1/3 verminderd. Als men in aan
merking neemt, dat patentrecht, haven- en
kadegelden enz. berekend worden naar den
tonneninhoud, dan begrijpt men ook, dat dit
besluit van beteekenis is voor onze visschers.
(IV. R. Ct.)
Bjj koninkljjk besluit is benoemd tot direc
teur van het post- en telegraafkantoor te Boxtel,
B. D. Buningh, thans in geljjke betrekking te
Huisen.
In de St.-Ct is opgenomen de wet van den
9en Mei 1890, houdende verbodsbepalingen tegen
het dragen van wapenen.
Omtrent het instorten van de Roomsche kerk
te Batavia een sieraad van de stad, een
meesterstuk van architectuur schrjjft het
Batav. Nieuwsblad.
De oorzaak van het ongeluk moet noodwen
dig in een fout in den bouw schuilen, want
aan een grondverzakking of een aardbeving
kan het niet worden geweten. Het gebouw,
zooals het daar hedenmorgen nog stond, was
nauweljjks twaalf jaar oud, dus werkeljjk nog
«Ik bedoel niets."
«Niets?"
«Zoudt gjj willen dat ik te veel bedoelde?"
«Het is mjj geheel hetzelfde" zegt zjj op
jjskouden toon.
«Mjj ook."
«Heel goed", herneemt zjj met haar ge
wonen glimlach.
«Nu heb ik u eindeljjk tevreden gesteld 1"
roep ik uit en verfrommel het papier in mjjn
hand.
«Mjj dunkt dat gjj liever uw rol moest
leeren", zegt zjj en gaat naar de tafel. «Gjj
zult zien dat gjj nog veel aan uwe opvatting
kunt verbeteren. Felicité, schenk mjj nog
eens in."
Ik ga een uur zitten leeren mjjn rol is
niet moeiljjk. Daarna loop ik een uur over
de heuvels in wind en regen, en thuis komende
werp ik het eindje van mjjn sigaar weg, en
mijn eigen zwakheid er bjj, en neem mjj voor,
heden avond vast in mjjne schoenen te staan.
Zjj zal mjj geen dwaasheden doen begaan. Ik
ben geen kwajongen, die met zich laat spelen.
Ik ben niet verliefd op haar en als ik haar
van avond weêrsta kan ik haar altjjd
weêrstaan.
En ik weêrsta haar. Ik speel mjjn rol
voortreffelijk, waarvan de toeschouwers de
reden niet zoo goed begrjjpen als ik. Een
zekere wanhopige moed sleept mjj, ondanks
mjjzelven, mede. De markiezin oefent al hare
nieuw te noemen. Jammer is het zeker van
zulk een schoon, monumentaal gebouw.
De kerk dan is bjjna geheel ingestortalleen
het voorste en het achterste gedeelte, waar
het altaar staat, is als door een wonder ge
spaard gebleven. Om half zes hedenochtend
bemerkte de pastoor Van Santen dat een wei
nig kalk van een der pilaren was gevallen
en bleek het bjj een dadeljjk ingesteld
onderzoek, dat die pilaar aan het wjjken was.
Onmiddelljjk werd nu werkvolk .ontboden om
de pilaar te schragen. Dit kon evenwel niet
dadeljjk plaats hebben, daar de daarvoor
benoodigde materialen niet beschikbaar waren
een uur later begon ook een tweede pilaar
uit het lood te zakken, en een paar seconden
later viel plotseling het dak naar omlaag en
stortten de zjjmuren gedeeltelijk in.
Het orgel is zwaar beschadigd.
Persoonljjke ongelukken hebben gelukkig
niet plaats gehad. De politie zette onmiddellijk
het terrein at om diefstal te voorkomen.
Een geluk mag het zeker heeten, dat dit
niet gebeurd is tjjdens de godsdienstoefeningen
op de Paaschdagende kerk was toen stamp
vol en menig menschenleven zou daarbij zeker
gemoeid sjjn geweest.
Terwjjl een paar schrandere critische kop
pen aan den gang zgn gegaan om onder toe
passing der wetenschappelijke methode onze
letterkundige genieën tot neurasthenici te herlei
den, leggen onze romanschrijvers meer en meer
een voorkeur aan den dag om in hun werken
het proces van een zenuwljjden tot in bijzon
derheden te ontleden.
Wie kent niet het mooie boek van Louis Cou
perus: Eline Ver* t Ook Josephine Giese voelde
zich geroepen in haar bjj de firma Cremer en
C* te 's Gravenhage versohenen nieuwste werk
Gevloekt niet éen maar twee dier abnormale
wezens te schetsen, wier fjjnbesnaard zieleleven
duizenden kwalen door de aanraking met de
ruwe werkeljjkheid doorstaan. Eerst in Chariot,
later in haar dochter Nina, beiden «belasten",
teekent de schrjjfster twee dier ongelukkigeu,
die in haar egoïstische zenuwkrankheid haar
mimosenbestaan voortsleepen te midden van
het gezonde krachtige leven harer omgeving.
Niet zonder talent is de pjjnljjke lijdensge
schiedenis, het in zelfzuchtige eigenbeschouwing
opgaande leven der moeder, met haar idealis
tisch, haar van godsdienstige extase in twijfel
zucht vervallende wezen door Josephine Giese
ontleedhet was evenwel een fout deze zelfde
analyse nog eens op de dochter toe te passen
en hiermede een herhaling van het eerste
ljjden, nog pjjnljjker, nog schriller te geven.
Op beiden rust de vloek van de moeder der
eerste.
Een tweede fout was het tegenover deze
ziekeljjk gevoelige naturen, gezonde levenslus
tige personen te plaatsen, zonder liefde,
zonder zachtheid, zondereenig gevoel.
Tusschen deze beide uitersten ontbreekt de
verzoenende overgang, het harmonische, vooral
in het tweede gedeelte. Het is alsof de schrjjfster
betoogen wil, dat het gevoel ziek en het ge
zonde ongevoelig moet zjjn.
Niet alleen in de keuze harer stof ging
Josephine Giese met haar tjjd mede, ook in de
behandeling tracht zjj de nieuwe richting te
volgen, maar geheel loswringen kan zjj zich
niet van de grillige romantiek.
Er komen in dit boek goed geschreven blad-
zjjden naast even zoo vele zwakke punten
voor, maar het goede verhindert niet, dat men
het aan het einde met een zucht van verlich
ting dicht slaat.
Vrjj wat gezonder lectuur biedt een ander,
bjj dezelfde firma verschenen werk: Rudolf van
Meerkerke door J. I. de Rochemont, gepens.
luit.-kol. der artillerie van het Oost-Indisch
leger. Door den majoor der infanterie Rudolf
van Meerkerke werden aan den heer J. I. de
Rochemont zjjn papieren en aanteekeningen
ter hand gesteld om daaruit een beschrjjving
van zgn leven te geven.
Bovengenoemd boek is nu het tweede deel
van een werk, dat de levensbeschrjjving van
Rudolf van Meerkerke zal bevatten. Het eerste
deel schetste het leven van Rudolf als kind
en schoolknaap, in dit tweede deel wordt ver
haald hoe hg als aspirant-kwartiermeester bjj
bekoorlgkheden op mjj nit, gedoogt dat ik
haar de houding aangeef voor haar portret,
dat ik haar hand aanraak, de krullen, die op
haar hals hangen, verschik, haar in de oogen
zie. En ik doe dit alles zonder dat mjjn hoofd
op hol raakt.
De nieuwe acteur wordt als een groote aan
winst beschouwd en ik kan mjj niet beklagen
dat ik niet genoeg toegejuicht word. Dering
ia zelfs een weinig jaloersch en ik geloof dat
freule Vignoles wel wat verbaasd is, daar zjj
er zich meer vermaak van voorgesteld had
dan ik geneigd ben haar te verschaffen. 2jj
is van avond zeer opgewekt en ziet er in haar
costuum, dat zjj aanhoudt, zóo bekoorlgk uit,
dat het mjj niet verwondert dat al de heeren
haar voortdurend omringen.
Ik bljjf echter op een afstand en zou dien
tooverkring niet willen betreden, al kon ik.
Een paar maal ontmoeten hare oogen de
mjjne met een vragenden, uitdagenden blik,
waarvan ik niet zeker weet of hjj voor mjj
bestemd is. Al dien tjjd praat zjj met anderen,
haar zilveren waaier open en dicht slaande,
en ik sta bjj de deur, sla haar gade en
bedwing mjjn gevoel met al de kracht die in
mjj is.
Ik breng een slapeloozen nacht door, voer
een hevigen strjjd tegen den booze, die mjj wil
verleiden, en behaal ten slotte de overwinning;
doch hoeveel mjj dit gekost heeft bljjkt nit de
opmerking Tan Burnaby den volgenden dag,