LAATSTE BERICHTEN. Woopinp ei Terpacltiieiii Zeelail BUITENLAND. Aan het graf van Hobein. Algemeen Overwicht. een goed pensioen te doen geworden. Yoor deze verzekering behoeven de arbeiders niets te storten. Tengevolge van hevige ongesteldheid, zal mr Boer zjjn betrekking als burgemeester van Utrecht moeten nederleggen. Indertijd is de verdwijning van den nota ris K. te Warga en het vinden van zijn lijk gemeld. De vrees, dat zjjne financiën in de war waren, heeft zich maar al te zeer bewaarheid. Yan de bij hem gedeponeerde gelden zal slechts 15 a 20 pet. te recht komen, daar tegenover een actiet van 24,000 een passief van 120,000 staat. Yooral de burgerman en kleine win kelier worden daardoor getroffen. Maandag middag is nabij Maassluis van de sleepboot Zierikzee in zee gevallen en ver dronken de matroos K. Degeling. Hij zou Woens dag daarop bruidegom worden. Te Venloo kwam Dinsdag in het klooster der Dominicanen een Franschman, die zich van daar niet meer wilde verwijderen, onder voor geven dat hij tot de orde behoorde. Alle po gingen om hem te verwjjderen bleven vruchteloos, zoodat men genoodzaakt was de hulp der politie in te roepen. Met geweld moest de politie zich van hem meester maken, en geboeid en per rijtuig (omdat hij weigerde te loopen) bracht zij hem in verzekerde bewaring. Het is ge bleken dat hij een weggejaagde broeder der orde was. »In de laatste 24 uren werd de brandweer geen enkele maal gealarmeerd, een uitzon dering, die ongetwijfeld even zeldzaam is als de ontdekking van een witte raaf." Aldus leest men in de Amsterdamsche bladen, zegt de Arh. Vrt. Er gaat dus in den regel geen dag voorbjj, dat er te Amsterdam geen brand is. Nu is het zeker wel de meest be volkte stad uit ons land, maar het heeft toch maar achtmaal meer inwoners dan Arnhem en hier zou men dus, als de verhouding opging, in één week zoo dikwijls brand moeten hebben als te Amsterdam in een etmaal. Ook in an dere steden behooren branden tot de zeldzaam heden. Yanwaar toch dat juist in de hoofd stad zoo dikwijls branden plaats hebben In een der vier groote lantaarns op den Dam te Amsterdam is Dinsdagavond brand ontstaan. Een brandmeester, die met een hand lantaarn een onderzoek bij den gasmeter zou instellen, werd door ontploffing eenige passen weggeslingerd en in het aangezicht gewond. Hjj heeft zich in het Binnen-Cfasthuis laten verbinden, evenals een sectie-brandmeester, drie brandwachts en vier andere personen, die allen meer of min aan het hoofd of handen gewond zijn. In het Binnen-Gasthuis zijn éen brand wacht en twee anderen ter verpleging opgeno men, terwjjl de overigen na .verbonden te zijn, huiswaarts zijn gekeerd. Zoo zijn er! »Man", sprak een jong getrouwd vrouwtje, »zeg, ik heb vandaag eens heelemaal alleen gekookt." Hij trok een bedenkeljjk gezicht en zeide niet veel, doch toen het diner afgeloopen wass sprak hjj zijn vrouwtje toe>Als je weer een. heelemaal alleen kookt, dan mag je eens hee lemaal alleen eten ook 1" In eene gemeente uit den omtrek van Aalst is een meisje dat schijndood was bijna begraven. Heeds lag zij in de kist toen zij uit haren dood slaap ontwaakte. Men kan zich de vreugde onder do bloedverwanten voorstellen. Het meisje is erg ziek van den doorgestanen schrik, doch herstelt langzamerhand. Het comité voor de oprichting van een monument ter gedachtenis aan Schulze-Delitzsch heeft 90,000 mark bijeengebracht, men zal trachten, het bedrag tot 130,000 mark te doen aanvullen, om te Berlijn een werkelijk grootsch gedenkteeken te kunnen doen verrjjzen. Naar aanleiding van de berichten, die onlangs in de pers de ronde deden, als zou de hooge hoed eerst 100 jaren hebben bestaan, bevat het Mainzer Journal een correspondentie, waarin o. a. gezegd wordt dat het een fout is, te beweren, dat de hooge hoed eerst uit de vorige eeuw dagteekent. Onder de illustraties, waarmede Albrecht Dürer keizer Maximiliaa». van Oostenrijk's ge bedenboek versierde, komt reeds een man voor, die een hoogen hoed draagt, wat dus reeds uit het begin der 16e eeuw dagteekent. Eveneens komt de hooge hoed reeds voor in een boek van hoofdtooisels, dat in 1589 van de hand van Jost Ammann verscheen. Ware het niet dat dit soort hoofdtooisel reeds in die eeuw werd gedragen, dan zouden mannen als Dürer en Ammann er zeker niet toe gekomen zijn zulk een smakeloos hoofdtooisel in hun illu straties op te nemen. De Abram kolenmjjn nabij Leigh, Lan cashire, stond gisteren in brand350 man waren bedolven, doch die zouden door een anderen uitgang kunnen gered worden. Volgens bericht uit New-York verwoestte een brand het krankzinnigen-gesticht te Long Point, district Quebec. Een honderd personen moeten om het leven zjjn gekomen. De wethouders te Boston hebben besloten geene vergunningen voor schouwburgen te ge ven dan waarin de heeren het geheele seizoen vrijen toegang hebben. Singer's groote fabriek van naaimachines te New Jersey is afgebrand. Drieduizend arbeiders zijn door dien brand werkeloos ge worden. De schade wordt op een millioen pond sterling geschat. Bij de douanen te Buenos-Ayres, zjjn be driegerijen odtdektwaardoor de schatkist jaarlijks met tien millioen dollars benadeeld wordt. Een opgewonden, Duitsche dame, die on langs op een feest naast een beroemd musicus zat, vroeg aan haar buurman, wat hij voelde als hij de negende symphoniehad gedirigeerd. Honger, antwoordde de musicus. Heden middag te een uur stelde zich voor het stadhuis te Vlissingen een stoet op be staande uit leden der d. d. schutterij, een deel van het garnizoen, Vlissing's Mannenkoor, het stafmuziekkorps van het 3e regiment infanterie te Bergen op Zoom, een deel van het te Vlis singen aanwezig marine-personeel, corporatiën van de Militaire Willemsorde en het Metalen kruis, familibetrekkingen van Jacob Hobein, corporatiën van oud-militairen, personeel van het Belgisch- en Nederlandsch loodswezen, leden der burgervereeniging Amicitia en leden van de kon. handboogschutterij Willem III. Deze stoet, voorafgegaan, omstuwd en ge volgd door een talrijke menigte, begaf zich door een groot deel der stad naar de alge- meene begraafplaats, waar de plechtige ont hulling en overdracht aan de gemeente Vlis singen van het gedenkteeken op het graf van Jacob Hobein zou plaats hebben. Tot den stoet behoorden verder eene deputatie der koninkl. vereeniging van Nederlandsch In dische oudstrijders onder de leus/e Mainliendrai, eene van de Kon. vereeniging Het eereteeken voor belangrijke krijgsverrichtingen, de laatste bestaande uit vier bestuurs- en vier gewone leden, onder wie verschillende ridders der Militaire Willemsorde, eene van de onderoffi- ciers-vereeniging der zeemacht genaamd Admi raal de Ruijter van Den Helder en eene deputatie van eene dergelijke vereeniging Van Speijk van Amsterdam. Nog waren bjj de plechtigheid tegenwoordig het hoofdbestuur van de vereeniging Het Me talen Kruis van Amsterdam en eene deputatie van de 4e sectic van Het Metalen Kruis, even eens van Amsterdam. Verder ook nog eene deputatie van het Indi sche Kruis uit Rotterdam. Al deze corporatiën voerden hunne respectieve vaandels met zich. Te twee uren kwam de stoet op het kerkhof. Weldra voegde zich daarbij de commissie voor de oprichting van het gedenkteeken op het graf van den dapperen Hobein. Deze commissie, bestaande uit de heeren jhr. F. de Casembroot, gep. vice-admiraal-adju- dant van Z. M. den koning in buitengewonen dienst, F. L. Geerling gep. vice-admiraal, oud minister van marine, J. W. Binkes vice-admi raal, adjudant des konings, J. Spanjaard, schout bjj nacht, inspecteur-generaal bij het loodswezen en F. A. van Braam Houckgeest kolonel-com mandant van het corps mariniers, werd door den gemeenteraad ontvangen en gecompli menteerd, waarna het Btaf muziekkorps een nom- mer ten gehoore bracht. Daarop werd door Vlissing's Mannenkoor Op het kerkhof uitgevoerd. Daarna nam de voorzitter der Hobein-com- missie, de vice-admiraal Geerling, het woord en zette in kernachtige bewoordingen de oorzaak van het tegenwoordig samenzijn uiteen nu het huldebljjk voor J. Hobein stond onthuld te wor den. Aan 't slot van 't eerste deel zijner rede gaf spreker bevel tot de onthulling, die door de rid ders J. van den Berg en D. Slot werd volbracht. Met fanfares en volksliederen werd het schoone monument begroet. Het monument bestaat uit een liggenden en staanden steen, van hardsteen. Op het staande stuk van het monument staat eene sloep gebeiteld als herinnering aan het bekende heldenfeit. Daarop leest men deze inscriptie »Hier ligt Jacob Hobein, die als matroos 2de jriasse op den 19en Maart 1831, onder een hevig vjjandelijk geweervuur de Nederlandsche vlag uit 'svgands hand redde, en zwemmende terugbracht aan boord der kanonneerboot no. 30." Op de plat liggende zerk staat »Hulde van de koninklijke Nederlandsche marine aan den dapperen Jacob Hobein voor zjjn heldenfeit op de Schelde verricht. Geboren 1810—1888 te Vlissingen overleden als ge pensioneerd opperstuurman en ridder der Militaire Willemsorde De ontwerpers-architecten van het monoment zjjn de heeren Van Rossum en Vujjk te Am sterdam, terwjjl het te Brussel is uitgevoerd. Na de onthulling richtte de spreker zich tot de verzamelde menigte en herhaalde in korte woorden en ronde zeemanstaal het zoo bekende feit der redding van Hollands vlagnoemde de belooningen op die het gevolg daarvan waren en vergeleek den vroegeren en tegenwoordigen zeemanegeest met het voorbeeld van Jan Haring, aangehaald als tegenhanger der daad van Hobein. Te Vlissingen sprak hjj is de bakermat van zeehelden men ontmoette ze in daar alle tjjden. Na de onthulling nam de burgemeester van Vlissingen het woord. Hij Bprak ongeveer als volgt M. H., het is mjj een vereerende taak thans met een enkel woord namens de gemeente Vlis singen het schoone monument te aanvaarden, hetgeen daareven voor onze oogen onthuld werd na de gevoelvolle woorden door Z. Exc. den heer vice-admiraal Geerling namens de Hobein- commissie gesproken. Toen verleden jaar genoemde commissie aan het gemeentebestuur kennis gaf van haar voor nemen om een gedenkteeken op het graf van Jacob Hobein te doen verrjjzen, werd dan ook eenstemmig door den raad besloten het te aan vaarden en in het vervolg voor het onderhoud zorg te dragen. Met dankbaarheid aanvaard ik dan ook dit monument namens de gemeente, want daar mede wordt eene welverdiende hulde gebracht aan de nagedachtenis van een ingezeten van Vlissingen, die om zijn dappere daad door ge heel Nederland geëerd werd, en wiens naam met gulden letteren in de vaderlandsche his torie geboekt staat. Hoewel Vlissingen niet de geboorteplaats van Hobein is, zoo woonde hjj hier toch tal van jaren en werd hjj hier algemeen geacht en gevierd als een man, die de eer der vlag had gered. Daarvan getuigen de luiaterrjjke her denking op 19 Maart 1881 van het 50-jarig jubileum van zjjn heldenfeit en de plechtige teraardebestelling den 14 April 1888 van zjjn stoffelijk overschot. Toen nu de dag der onthulling bepaald was, deed het mij goed te vernemen, dat uit den boezem van Vlissing's burgerij het initiatief genomen werd om die plechtigheid zoo luiste- rijk mogelijk te maken. Het was Vlissing's Mannenkoor, dat zich aan bood om eenige liederen te doen hooren en tevens een plechtigen stoet te organiseeren. Niet minder aangenaam waren mjj de berichten dat de heeren commandanten van de dienst doende schutterij, van de marine en van het garnizoen bèreid waren met hunne onderheb benden aan de plechtigheid deel te nemen, ook gaf de heer kolonel-commandant van het 3e regiment infanterie eveneens bljjk van sympa thie door te veroorloven, dat het muziekkorps van genoemd regiment hier tegenwoordig is. Uit dit alles, geachte heeren leden der Hobein commissie, bljjkt ten duideljjkste, dat Hobein hier niet vergeten wordt en de algemeene deelneming aan de plechtige onthulling van heden moge u het bewjjs zjjn, dat geheel Vlis singen, zoo militair als burger, uw loffeljjk streven om de laatste rustplaats van hem met een big vend gedenkteeken te versieren, heeft toegejuicht. En hiermede aanvaard ik in naam der gemeente VlissiDgen dit schoon monument, waarop de ontwerpers trotsch mogen zjjn, en ik geef gaarne de verzekering dat het ten allen tjjde met zorg zal worden onderhouden. Moge het lang door den tand des tjjds gespaard bljjven, opdat de geslachten, die na ons komen zullen kunnen zien, dat men in ons Nederland de dappere daad van een matroos 2e klasse even goed waardeert als die van een officier van hoogen rang. En hiermede eindig ik, n.a namens de gemeente Vlissingen dezen krans op het monument te hebben neergelegd als een klein bewijs van hulde aan de nagedachtenis van den dapperen Hobein. Hierop bracht het Mannenkoor: Bij de groeve ten gehoore, waarop het muziekkorps weder treurmuziek uitvoerde. Alsnu nam de burgemeester, de heer Tutein Nolthenius nogmaals het woord. Als hoofd der gemeente Vlissingen zeide hjj meen ik thans met een enkel woord u allen dank te moeten betuigen voor uwe tegenwoor digheid te dezer plaatse j dank aan de Hobein- commissie in de eerste plaats voor de hulde op zoo schoone en bljjvende wjjze gebracht aan de nagedachtenis van een geacht inge zeten mijner gemeentedank aan de heeren commandanten en officieren der dd. schutterjj, der marine en van het garnizoen voor hunne welwillende medewerking, dank aan Vlissing\ Mannenkoor, dank aan het muziekcorps van het 3e regiment voor hetgeen zjj bjjbrachten om de plechtigheid te verhoogen, dank einde lijk aan al de corporatiën hier tegenwoordig voor de betoonde belangstelling, waarbjj ik de beide ridders der Militaire Willemsorde, die zoo bereidwillig waren zich met de onthulling te belasten, niet mag vergeten. Dat ook eenige familiebetrekkingen van Hobein hier tegenwoordig zijn, ontwaarde ik met genoegen het is een bewjjs, dat ook zij op hoogen prijs stellen wat door de Hobein- commissie is verricht. En nu wensch ik nog het woord te richten tot onze Belgische broeders, die ook heden weder, evenals bjj de begrafenis van Hobein, hebben getoond, dat zjj dappere daden naar waarde weten te schatten. Wjj stellen uwe tegenwoor digheid hier ten zeerste op prjjs en zeggen u daar in het bjjzonder dank voor. Het is ons een bewjjs van de goede verstandhouding der beide natiën, waarvan Vlissingen voorzeker een schoon voorbeeld oplevertmoge der verstand houding steeds zoo bljjven dat is mjjn welge meende wensch. Thans was de plechtigheid afgeloopen en vertrok de commissie met de leden van den gemeenteraad, waarop de stoet zich weder for meerde en in dezelfde orde als bjj den tocht naar het kerkhof zich naar het standbeeld van M. Az. de Rujjter begaf, waar hjj werd ontbonden. Na afloop der plechtigheid werd door den burgemeester Tutein Nolthenius te zjjnen huize een déjeuner-dinatoire aangeboden aan de voren genoemde Hobein-commissie, den majoor-com mandant der schutterij, den garnizoens-com mandant, den kommandant van Zr Ms kanon neerboot Vos, de inspecteurs van Belgisch en Hollandsch loodswezen, benevens de wethouders engden secretaris der gemeente. Berg-en op Zoom. Bjj de heden voort gezette verpachting van vischplaatsen in de Oosterschelde werden 6 perceelen verpacht en wel no. 439 tot en met 444, samen eene opbrengst gevende van f 3. De verpachting is afgeloopen. In het geheel bracht zjj op ƒ207.669. imtlerdam. Uit het jaarverslag van het Genootschap tot zedelijke verbetering van gevangenen bleek, dat het ledental met 72 verminderde en thans 2354 bedraagt. Van de ontvangsten ad /T8.678 werd 12.097 voor ondersteuning aan ontslagenen besteed. Op verzoek van het hoofdbestuur stelde de minister van justitie bezoek aan de gevangenen te 's Hertogenbosch ruimer dan de regenten toestonden. Voor wijlen den heer Chais van Buren werd mr. van Dujjl tot bestuurslid gekozen. De heer dr. H. Tobias hield bij de opening der vergadering een uitvoerige rede over het verhand tusschen het misbruik van sterken drank en misdaden, waaruit de noodzakelijkheid bleek om het alcoholgebruik te bestrjjden. De vergadering benoemde de afdeelingen Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Arnhem als commissie tot onderzoek naar de mogeljjkheid om den arbeid in de gevangenissen alzoo in te richten dat de gevangenen voor een ambacht bekwaam gemaakt worden. Enkele belangen van het genootschap of ontslagen geyangenen werden voorts nog besproken. 's Gfravpnliage. Het openbaar ministerie bjj het gerechtshof alhier heeft bevestiging gevraagd van een vonnis der Middelburgsch rechtbank, waarbjj een jongen uitRetranchement veroordeeld werd tot vier maanden gev. straf wegens diefstal van geld uit bussen van het Leger des Heils, alsmede van een vonnis der rechtbank te Zierikzee, waarbjj een landbouwer wegens mishandeling van iemand onder Scher- penisse, tot vier maanden gevangenisstraf werd veroordeeld. Uitspraak 17 Mei. 's Gravenliage. De Eerste kamer heeft heden aangenomen het voorstel tot rui ling van grond aan de Maassluis. Verder nam zjj aan met 34 tegen 10 stemmen het"' voorstel-Reekers tot opheffing van het verbod van het visschen met de wonderkuil in de Zuiderzee, nadat de heeren Prins en De Brujjn zich krachtig er voor hadden verklaard en de heer Reekers zelf het ontwerp had ver dedigd, omdat het verbod door niets meer werd gemotiveerd en hoogst schadeljjk was. Op de vragen van den heer Fransen van de Putte verklaarde de minister van waterstaat, dat hjj nog geen advies had uitgebracht op het verzoek om ontslag van den voorzitter en de groote meerderheid van het college van zee visscherjjenhij hoopte dat zjj op hun verzoek zullen terugkomen. Inmiddels onthoudt de regeering zich van het mededeelen van feiten. Met 37 tegen 2 stemmen is aangenomen het ontwerp tot wjjziging der wet op de inkwar tieringen, nadat de minister Lohman aan den heer Vlielander Hein verzekerd had, dat de regeering de kwestie der schadeloosstelling nader in overweging zou nemen. Morgen aan de orde hoofdstuk koloniën. De Tweede kamer zette heden voort de behandeling van het wetsontwerp tot nadere regeling van de pensioenen der daggelders bjj de militaire inrichtingen. De heer Roëll bestreed in de amendementen der heeren Heldt en Seret het beginsel bjj der- geljjke pensioenwet verworpennameljjk de penBionneering van tusschentjjds vertrokken ambtenaren, en protesteerde tegen de vergroo ting der uitgaven, waar de regeering tegen over een vermeerdering der uitgaven nalaat de rijksmiddelen te versterken. De minister van oorlog constateerde, dat de regeeriug bjj een verhooging van minimum pensioen op de kosten wees. De heer Heldt trok daarop zjjn amendement in. Het amendement-Seret werd verworpen met 42 tegen 26 stemmen. Aangenomen werd het amendement-Rooseboom tot verlenging van den termjjn voor het bewijs van de weduwe, dat haar echtgenoot aan dienstgebreken overleed. Voor kinderen-pensioenen zjjn gewettigde kin deren met wettige geljjkgesteld. Voorts is ook aan weduwen en weezen het recht toegekend om pensioenrevisie te vragen. Na goedkeuring der overige artikelen is de eindstemming over de wet aangeho uden. Daarna was aan de orde de interpellatie- Guyot over de gevolgen der surseance van betaling van de fabriek van stoomwerktuigen te Amsterdam voor den bouw van marineschepen De interpellant, het belang voor de zeemacht in deze betoogende, vroeg hoeveel voorschot aan de fabriek is gegeven op den schepenbouw, wat reeds geleverd is ter afrekening op voorschot en of verdere voortzetting van het werk gewaar borgd is bjj den tegenwoordigen toestand der fabriek. De minister van marine achtte na beraad met den minister van koloniën de beant woording der vragen schadeljjk in 's lands be lang. De heer Hintzen wees op het geldeljjke ge vaar voor den staat en zag in 's ministers wjjze van handelen niet een behoorljjke behartiging van 's lands belang. De voorzitter stelde de verdaging der inter pellatie voor na de verklaring der regeering, waartegen de heer Viruly opkwam, die 's mi nisters verschuilen achter de grondwet afkeurde en aandrong op mededeelingen van 's ministers verrichtingen in deze. De heer Travaglino achtte de beantwoording nog ontijdig. De Hooge raad heeft de surse ance niet uitgesproken. Nadat de interpellant verklaard had te ver trouwen dat de regeering na opheffing der reden tot verhindering de interpellatie zou beantwoorden, werd het voorstel van den voorzitter tot verdaging aangenomen. Datnm. Plsatj. Voorwerpen. Informatiën In het belang van een geregelden gang van zaken verzoeken wjj het publiek beleefd de correspondentie voor ons blad te adressee- ren als hieronder is aangegevenen wel voor telegrammen Middelburgsche cou rant Middelburg; nieuwsberichten en ingezonden stukken Re dactie Middelburgschecourant, en advertentiën, abonnementen of de verzen ding der courant Administratie Mid del b urg sche courant 9 12 13 14 14 16 16 16 17 17 19 20 21 21 27 28 29 IJzendijke, Retrauchem., Groede, Zuidzande, IJzendijke, Zuidzande, Middelburg, Vlissingen, Middelburg, Yerseke, Grijpskerke, Oostkapelle, Schoondijke, Cadzand, Vlissingen, Biggekerke, IJzendijke, Biggekerke, Biervliet, Inspan, Meubelen, Inspan, Inspan, Inspan, Inspan, Huizen, Inspan, (verp.) Aanplakb. Oesterpannen enz Hout enz., id. Inspan, Inspan, Huis enz., Wei- en bouwl, Inspan, Inspan, Inspan, Hendrikse. Koksma. Le Nobel. Le Nobel Hendrikse. Le Nobel. Verheij. De Wolff. Secretarie. ,De Vos. De Vos. De Vos. Hendrikse. De Smidt. De Wollf. Loeff. Hendrikse. Loeff. Hendrikse. Eindeljjk zjjn er dan toch in twee der Duitsche vertegenwoordigingen stemmen opgegaan om den verdiensten van Bismarck hulde te bren gen. In het Pruisisch heerenhuis en in den rijksdag werden enkele woorden ter herdenking aan den vorst gesproken. Dat dit in het Pruisisch heerenhuis gebeurde en dat de spreker als punt van uitgang koos den bjjstand door vorst Bis marck verleend aan den landbouw is voorze ker kenschetsend èn voor Bismarck's politiek in de laatste jaren èn voor het oordeel dat het Duitsche volk op dit oogenblik daarover velt. Niet een der volks afgevaardigden in den Pruisischen landdag of den rijksdag herdacht tot heden wjj schrjjven opzetteljjk he den want wat niet is kan worden den afgetreden machtigen staatsman; het eerste woord van dankbare herinnering werd openljjk gesproken door een der baronnen grootland- bezitters, die dan ook niemand zal dit te genspreken, reden hebben om vorst Bismarck erkentelijk te zijn voor zijn streven om hun beurs door hooge graanrechten e. d. te vullen, terwijl het volk duur brood en verdere dure levensmiddelen at. Zeer spaarzaam was de opnieuw tot voor zitter van den rijksdag gekozen conservatief Von Levètzow met zjjn lof. Na de vergade ring mededeeling van de benoeming van den heer Von Caprivi tot rijkskanselier gedaan te hebben herdacht hjj met de volgende woorden den afgetreden staatsman vDe onsterfelijke verdiensten, die vorst Bis- marsb als eerste rijkskanselier zich verworven heeft ten opzichte van het oprichten, het ont wikkelen en het machtig maken van het rijk, zullen en kunnen nimmer door het Duitsche volk en den Duitschen rjjksdag vergeten worden." Alle partgen in den rjjksdag leggen een bui tengewone werkkracht aan den dag. De vrjj- zinnige partij heeft interpellaties ingediend, betrekkeljjK de opheffing van de verplichting omtrent paspoorten in EIzas-Lotharingen, en vernieuwing van het nederzettingstractaat met Zwitserland. De volkspartjj heeft met ondersteuning van vrjjzinnigen bjj den rijkskanselier aangedrongen op spoedige indiening van een wetsontwerp ter invoering van een tweejarigen diensttjjd. Groot succes zal men echter met dit verzoek niet hebben, want bjj het ingediende wetsont werp betreffende de legerorganisatie wordt eene vermindering van den diensttjjd der infanterie onmogeljjk genoemd. Bijzonder jjverig toonen zich de socialisten, die besloten voortaan aan alle beraadslagingen der commissiën deel te nemea. Bjj hun voor stel betreffende de bescherming van den arbeid wordt dadeljjk een werkdag van 10 uren ver langd, na 2J jaar te verminderen tot 9 en later op 8 uren. Met leede oogen zal de kluizenaar op Frie- drichsruh, wien de gedwongen rust zoo moei- Ijjk valt, op dit werkzame leven in de staat kunde toezien. Evenzeer zal het Boulanger gaan, wanneer hij het oog wendt naar zijn »geliefd land", dat hjj nog altjjd wil redden. Met spottend medelijden houden de Fransche republikeinen en eveneens de vroegere conser vatieve vrienden zich bezig met de Boulangis- tische bevelhebbers, die zich door hun troepen verlaten zien en door hun opperbevelhebber lafhartig in den steek werden gelaten. Met bitteren wrok in het harte en tranen in de oogen verlieten zjj Jersey en begaven zich naar Londen tot Rochefort, doch de lantaarn man wilde evenmin iets van een Parijsche ge vangenschap hooren als de generaal. Wel heett het Boulangiatisch comité nog niet kunnen besluiten, ofschoon de vurigste der aanhangers van den generaal er zich voor ver klaarden Naquet en Laguerre, tot ontbinding over te gaan, maar dit is niets meer dan een wassen neus, waardoor niemand zich laat beet nemen. De Boulangistisehe kampvechters zelve maken zich geen illusiën meerde strijd is verloren en met de wanhoop in het hart keeren zij tot hun alledaagsche bezigheden terug en wenden de politiek en den held op Jersey den rug toe. Laguerre zal zich voortaan weder aan zjjn advocaatschap wijden en opnieuw als verdediger der weduwen en weezen optreden. Laur wordt, poëtisch en wil zich in zijn studeer kamer opsluiten, daar alle wonden genezen kunnen worden >door het goddel jjke heilmiddel den arbeid." Een geestverwant alzoo van Lessing en Carmen Sylva. De Duitsche wijsgeer noemde den arbeid laudanum voor de ziel, de konink- Ijjke dichteres op haar beurt verklaart»er is maar éen troostde arbeid 1" Zelfs de Benjamin der BoulangeDéroulède denkt er aan in zjjn vertwjjfeling de kamer te verlaten en elders bezigheid te zoeken, misschien opnieuw in de vernietiging der Duitsche barbaren. Voorloopig heeft hij een verlof van drie maanden genomen om in het land wo die Citronen bliihn de teleurstellin gen en de tranen der laatste weken te vergeten. Zullen nu de republikeinen, nadat het Boulangistisch gevaar dat hen vereenigde bezworen is, weder tot de oude tweedracht terugkeeren Het is maar al te zeer te vreezen. De radicalen roepen: thans is het oogenblik, nu het Boulangisme dood is, aangebroken om de democratische hervor mingen, die nog steeds op zich laten wachten, ten uitvoer te brengen. Van deze plannen echter willen de gematigde republikeinen nog

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1890 | | pagina 2