LAATSTE BERICHTEN.
Woopinp ei Terpacltiieiii Zeelail
BUITENLAND.
Aan het graf van Hobein.
Algemeen Overwicht.
een goed pensioen te doen geworden. Yoor
deze verzekering behoeven de arbeiders niets
te storten.
Tengevolge van hevige ongesteldheid, zal
mr Boer zjjn betrekking als burgemeester van
Utrecht moeten nederleggen.
Indertijd is de verdwijning van den nota
ris K. te Warga en het vinden van zijn lijk
gemeld. De vrees, dat zjjne financiën in de war
waren, heeft zich maar al te zeer bewaarheid.
Yan de bij hem gedeponeerde gelden zal slechts
15 a 20 pet. te recht komen, daar tegenover
een actiet van 24,000 een passief van 120,000
staat. Yooral de burgerman en kleine win
kelier worden daardoor getroffen.
Maandag middag is nabij Maassluis van
de sleepboot Zierikzee in zee gevallen en ver
dronken de matroos K. Degeling. Hij zou Woens
dag daarop bruidegom worden.
Te Venloo kwam Dinsdag in het klooster
der Dominicanen een Franschman, die zich van
daar niet meer wilde verwijderen, onder voor
geven dat hij tot de orde behoorde. Alle po
gingen om hem te verwjjderen bleven vruchteloos,
zoodat men genoodzaakt was de hulp der politie
in te roepen. Met geweld moest de politie zich
van hem meester maken, en geboeid en per
rijtuig (omdat hij weigerde te loopen) bracht
zij hem in verzekerde bewaring. Het is ge
bleken dat hij een weggejaagde broeder der
orde was.
»In de laatste 24 uren werd de brandweer
geen enkele maal gealarmeerd, een uitzon
dering, die ongetwijfeld even zeldzaam is als
de ontdekking van een witte raaf."
Aldus leest men in de Amsterdamsche bladen,
zegt de Arh. Vrt. Er gaat dus in den regel
geen dag voorbjj, dat er te Amsterdam geen
brand is. Nu is het zeker wel de meest be
volkte stad uit ons land, maar het heeft toch
maar achtmaal meer inwoners dan Arnhem
en hier zou men dus, als de verhouding opging,
in één week zoo dikwijls brand moeten hebben
als te Amsterdam in een etmaal. Ook in an
dere steden behooren branden tot de zeldzaam
heden. Yanwaar toch dat juist in de hoofd
stad zoo dikwijls branden plaats hebben
In een der vier groote lantaarns op den
Dam te Amsterdam is Dinsdagavond brand
ontstaan. Een brandmeester, die met een hand
lantaarn een onderzoek bij den gasmeter zou
instellen, werd door ontploffing eenige passen
weggeslingerd en in het aangezicht gewond.
Hjj heeft zich in het Binnen-Cfasthuis laten
verbinden, evenals een sectie-brandmeester, drie
brandwachts en vier andere personen, die allen
meer of min aan het hoofd of handen gewond
zijn. In het Binnen-Gasthuis zijn éen brand
wacht en twee anderen ter verpleging opgeno
men, terwjjl de overigen na .verbonden te zijn,
huiswaarts zijn gekeerd.
Zoo zijn er! »Man", sprak een jong
getrouwd vrouwtje, »zeg, ik heb vandaag eens
heelemaal alleen gekookt."
Hij trok een bedenkeljjk gezicht en zeide
niet veel, doch toen het diner afgeloopen wass
sprak hjj zijn vrouwtje toe>Als je weer een.
heelemaal alleen kookt, dan mag je eens hee
lemaal alleen eten ook 1"
In eene gemeente uit den omtrek van Aalst
is een meisje dat schijndood was bijna begraven.
Heeds lag zij in de kist toen zij uit haren dood
slaap ontwaakte. Men kan zich de vreugde
onder do bloedverwanten voorstellen. Het meisje
is erg ziek van den doorgestanen schrik, doch
herstelt langzamerhand.
Het comité voor de oprichting van een
monument ter gedachtenis aan Schulze-Delitzsch
heeft 90,000 mark bijeengebracht, men zal
trachten, het bedrag tot 130,000 mark te doen
aanvullen, om te Berlijn een werkelijk grootsch
gedenkteeken te kunnen doen verrjjzen.
Naar aanleiding van de berichten, die
onlangs in de pers de ronde deden, als zou de
hooge hoed eerst 100 jaren hebben bestaan,
bevat het Mainzer Journal een correspondentie,
waarin o. a. gezegd wordt dat het een fout is,
te beweren, dat de hooge hoed eerst uit de
vorige eeuw dagteekent.
Onder de illustraties, waarmede Albrecht
Dürer keizer Maximiliaa». van Oostenrijk's ge
bedenboek versierde, komt reeds een man voor,
die een hoogen hoed draagt, wat dus reeds uit
het begin der 16e eeuw dagteekent. Eveneens
komt de hooge hoed reeds voor in een boek
van hoofdtooisels, dat in 1589 van de hand
van Jost Ammann verscheen. Ware het niet
dat dit soort hoofdtooisel reeds in die eeuw
werd gedragen, dan zouden mannen als Dürer
en Ammann er zeker niet toe gekomen zijn
zulk een smakeloos hoofdtooisel in hun illu
straties op te nemen.
De Abram kolenmjjn nabij Leigh, Lan
cashire, stond gisteren in brand350 man
waren bedolven, doch die zouden door een
anderen uitgang kunnen gered worden.
Volgens bericht uit New-York verwoestte
een brand het krankzinnigen-gesticht te Long
Point, district Quebec. Een honderd personen
moeten om het leven zjjn gekomen.
De wethouders te Boston hebben besloten
geene vergunningen voor schouwburgen te ge
ven dan waarin de heeren het geheele seizoen
vrijen toegang hebben.
Singer's groote fabriek van naaimachines
te New Jersey is afgebrand. Drieduizend
arbeiders zijn door dien brand werkeloos ge
worden. De schade wordt op een millioen
pond sterling geschat.
Bij de douanen te Buenos-Ayres, zjjn be
driegerijen odtdektwaardoor de schatkist
jaarlijks met tien millioen dollars benadeeld
wordt.
Een opgewonden, Duitsche dame, die on
langs op een feest naast een beroemd musicus
zat, vroeg aan haar buurman, wat hij voelde
als hij de negende symphoniehad gedirigeerd.
Honger, antwoordde de musicus.
Heden middag te een uur stelde zich voor
het stadhuis te Vlissingen een stoet op be
staande uit leden der d. d. schutterij, een deel
van het garnizoen, Vlissing's Mannenkoor, het
stafmuziekkorps van het 3e regiment infanterie
te Bergen op Zoom, een deel van het te Vlis
singen aanwezig marine-personeel, corporatiën
van de Militaire Willemsorde en het Metalen
kruis, familibetrekkingen van Jacob Hobein,
corporatiën van oud-militairen, personeel van
het Belgisch- en Nederlandsch loodswezen,
leden der burgervereeniging Amicitia en leden
van de kon. handboogschutterij Willem III.
Deze stoet, voorafgegaan, omstuwd en ge
volgd door een talrijke menigte, begaf zich
door een groot deel der stad naar de alge-
meene begraafplaats, waar de plechtige ont
hulling en overdracht aan de gemeente Vlis
singen van het gedenkteeken op het graf van
Jacob Hobein zou plaats hebben.
Tot den stoet behoorden verder eene deputatie
der koninkl. vereeniging van Nederlandsch In
dische oudstrijders onder de leus/e Mainliendrai,
eene van de Kon. vereeniging Het eereteeken
voor belangrijke krijgsverrichtingen, de laatste
bestaande uit vier bestuurs- en vier gewone
leden, onder wie verschillende ridders der
Militaire Willemsorde, eene van de onderoffi-
ciers-vereeniging der zeemacht genaamd Admi
raal de Ruijter van Den Helder en eene deputatie
van eene dergelijke vereeniging Van Speijk
van Amsterdam.
Nog waren bjj de plechtigheid tegenwoordig
het hoofdbestuur van de vereeniging Het Me
talen Kruis van Amsterdam en eene deputatie
van de 4e sectic van Het Metalen Kruis, even
eens van Amsterdam.
Verder ook nog eene deputatie van het Indi
sche Kruis uit Rotterdam.
Al deze corporatiën voerden hunne respectieve
vaandels met zich.
Te twee uren kwam de stoet op het kerkhof.
Weldra voegde zich daarbij de commissie voor de
oprichting van het gedenkteeken op het graf
van den dapperen Hobein.
Deze commissie, bestaande uit de heeren
jhr. F. de Casembroot, gep. vice-admiraal-adju-
dant van Z. M. den koning in buitengewonen
dienst, F. L. Geerling gep. vice-admiraal, oud
minister van marine, J. W. Binkes vice-admi
raal, adjudant des konings, J. Spanjaard, schout
bjj nacht, inspecteur-generaal bij het loodswezen
en F. A. van Braam Houckgeest kolonel-com
mandant van het corps mariniers, werd door
den gemeenteraad ontvangen en gecompli
menteerd, waarna het Btaf muziekkorps een nom-
mer ten gehoore bracht.
Daarop werd door Vlissing's Mannenkoor Op
het kerkhof uitgevoerd.
Daarna nam de voorzitter der Hobein-com-
missie, de vice-admiraal Geerling, het woord en
zette in kernachtige bewoordingen de oorzaak
van het tegenwoordig samenzijn uiteen nu het
huldebljjk voor J. Hobein stond onthuld te wor
den. Aan 't slot van 't eerste deel zijner rede gaf
spreker bevel tot de onthulling, die door de rid
ders J. van den Berg en D. Slot werd volbracht.
Met fanfares en volksliederen werd het schoone
monument begroet.
Het monument bestaat uit een liggenden en
staanden steen, van hardsteen.
Op het staande stuk van het monument staat
eene sloep gebeiteld als herinnering aan het
bekende heldenfeit.
Daarop leest men deze inscriptie
»Hier ligt Jacob Hobein, die als matroos 2de
jriasse op den 19en Maart 1831, onder een
hevig vjjandelijk geweervuur de Nederlandsche
vlag uit 'svgands hand redde, en zwemmende
terugbracht aan boord der kanonneerboot
no. 30."
Op de plat liggende zerk staat
»Hulde van de koninklijke Nederlandsche
marine aan den dapperen Jacob Hobein voor
zjjn heldenfeit op de Schelde verricht. Geboren
1810—1888 te Vlissingen overleden als ge
pensioneerd opperstuurman en ridder der
Militaire Willemsorde
De ontwerpers-architecten van het monoment
zjjn de heeren Van Rossum en Vujjk te Am
sterdam, terwjjl het te Brussel is uitgevoerd.
Na de onthulling richtte de spreker zich tot
de verzamelde menigte en herhaalde in korte
woorden en ronde zeemanstaal het zoo bekende
feit der redding van Hollands vlagnoemde
de belooningen op die het gevolg daarvan waren
en vergeleek den vroegeren en tegenwoordigen
zeemanegeest met het voorbeeld van Jan Haring,
aangehaald als tegenhanger der daad van Hobein.
Te Vlissingen sprak hjj is de bakermat
van zeehelden men ontmoette ze in daar alle
tjjden.
Na de onthulling nam de burgemeester van
Vlissingen het woord.
Hij Bprak ongeveer als volgt
M. H., het is mjj een vereerende taak thans
met een enkel woord namens de gemeente Vlis
singen het schoone monument te aanvaarden,
hetgeen daareven voor onze oogen onthuld werd
na de gevoelvolle woorden door Z. Exc. den
heer vice-admiraal Geerling namens de Hobein-
commissie gesproken.
Toen verleden jaar genoemde commissie aan
het gemeentebestuur kennis gaf van haar voor
nemen om een gedenkteeken op het graf van
Jacob Hobein te doen verrjjzen, werd dan ook
eenstemmig door den raad besloten het te aan
vaarden en in het vervolg voor het onderhoud
zorg te dragen.
Met dankbaarheid aanvaard ik dan ook dit
monument namens de gemeente, want daar
mede wordt eene welverdiende hulde gebracht
aan de nagedachtenis van een ingezeten van
Vlissingen, die om zijn dappere daad door ge
heel Nederland geëerd werd, en wiens naam
met gulden letteren in de vaderlandsche his
torie geboekt staat.
Hoewel Vlissingen niet de geboorteplaats van
Hobein is, zoo woonde hjj hier toch tal van
jaren en werd hjj hier algemeen geacht en
gevierd als een man, die de eer der vlag had
gered. Daarvan getuigen de luiaterrjjke her
denking op 19 Maart 1881 van het 50-jarig
jubileum van zjjn heldenfeit en de plechtige
teraardebestelling den 14 April 1888 van zjjn
stoffelijk overschot.
Toen nu de dag der onthulling bepaald was,
deed het mij goed te vernemen, dat uit den
boezem van Vlissing's burgerij het initiatief
genomen werd om die plechtigheid zoo luiste-
rijk mogelijk te maken.
Het was Vlissing's Mannenkoor, dat zich aan
bood om eenige liederen te doen hooren en
tevens een plechtigen stoet te organiseeren.
Niet minder aangenaam waren mjj de berichten
dat de heeren commandanten van de dienst
doende schutterij, van de marine en van het
garnizoen bèreid waren met hunne onderheb
benden aan de plechtigheid deel te nemen, ook
gaf de heer kolonel-commandant van het 3e
regiment infanterie eveneens bljjk van sympa
thie door te veroorloven, dat het muziekkorps
van genoemd regiment hier tegenwoordig is.
Uit dit alles, geachte heeren leden der Hobein
commissie, bljjkt ten duideljjkste, dat Hobein
hier niet vergeten wordt en de algemeene
deelneming aan de plechtige onthulling van
heden moge u het bewjjs zjjn, dat geheel Vlis
singen, zoo militair als burger, uw loffeljjk
streven om de laatste rustplaats van hem met
een big vend gedenkteeken te versieren, heeft
toegejuicht. En hiermede aanvaard ik in naam
der gemeente VlissiDgen dit schoon monument,
waarop de ontwerpers trotsch mogen zjjn, en ik
geef gaarne de verzekering dat het ten allen
tjjde met zorg zal worden onderhouden.
Moge het lang door den tand des tjjds
gespaard bljjven, opdat de geslachten, die na
ons komen zullen kunnen zien, dat men in
ons Nederland de dappere daad van een matroos
2e klasse even goed waardeert als die van een
officier van hoogen rang.
En hiermede eindig ik, n.a namens de gemeente
Vlissingen dezen krans op het monument te
hebben neergelegd als een klein bewijs van
hulde aan de nagedachtenis van den dapperen
Hobein.
Hierop bracht het Mannenkoor: Bij de groeve
ten gehoore, waarop het muziekkorps weder
treurmuziek uitvoerde.
Alsnu nam de burgemeester, de heer Tutein
Nolthenius nogmaals het woord.
Als hoofd der gemeente Vlissingen zeide hjj
meen ik thans met een enkel woord u allen
dank te moeten betuigen voor uwe tegenwoor
digheid te dezer plaatse j dank aan de Hobein-
commissie in de eerste plaats voor de hulde
op zoo schoone en bljjvende wjjze gebracht
aan de nagedachtenis van een geacht inge
zeten mijner gemeentedank aan de heeren
commandanten en officieren der dd. schutterjj,
der marine en van het garnizoen voor hunne
welwillende medewerking, dank aan Vlissing\
Mannenkoor, dank aan het muziekcorps van
het 3e regiment voor hetgeen zjj bjjbrachten
om de plechtigheid te verhoogen, dank einde
lijk aan al de corporatiën hier tegenwoordig
voor de betoonde belangstelling, waarbjj ik de
beide ridders der Militaire Willemsorde, die zoo
bereidwillig waren zich met de onthulling te
belasten, niet mag vergeten.
Dat ook eenige familiebetrekkingen van
Hobein hier tegenwoordig zijn, ontwaarde ik
met genoegen het is een bewjjs, dat ook zij
op hoogen prijs stellen wat door de Hobein-
commissie is verricht.
En nu wensch ik nog het woord te richten tot
onze Belgische broeders, die ook heden weder,
evenals bjj de begrafenis van Hobein, hebben
getoond, dat zjj dappere daden naar waarde
weten te schatten. Wjj stellen uwe tegenwoor
digheid hier ten zeerste op prjjs en zeggen u
daar in het bjjzonder dank voor. Het is ons
een bewjjs van de goede verstandhouding der
beide natiën, waarvan Vlissingen voorzeker een
schoon voorbeeld oplevertmoge der verstand
houding steeds zoo bljjven dat is mjjn welge
meende wensch.
Thans was de plechtigheid afgeloopen en
vertrok de commissie met de leden van den
gemeenteraad, waarop de stoet zich weder for
meerde en in dezelfde orde als bjj den tocht
naar het kerkhof zich naar het standbeeld van
M. Az. de Rujjter begaf, waar hjj werd ontbonden.
Na afloop der plechtigheid werd door den
burgemeester Tutein Nolthenius te zjjnen huize
een déjeuner-dinatoire aangeboden aan de voren
genoemde Hobein-commissie, den majoor-com
mandant der schutterij, den garnizoens-com
mandant, den kommandant van Zr Ms kanon
neerboot Vos, de inspecteurs van Belgisch en
Hollandsch loodswezen, benevens de wethouders
engden secretaris der gemeente.
Berg-en op Zoom. Bjj de heden voort
gezette verpachting van vischplaatsen in de
Oosterschelde werden 6 perceelen verpacht
en wel no. 439 tot en met 444, samen eene
opbrengst gevende van f 3.
De verpachting is afgeloopen. In het geheel
bracht zjj op ƒ207.669.
imtlerdam. Uit het jaarverslag van het
Genootschap tot zedelijke verbetering van gevangenen
bleek, dat het ledental met 72 verminderde en
thans 2354 bedraagt. Van de ontvangsten ad
/T8.678 werd 12.097 voor ondersteuning aan
ontslagenen besteed.
Op verzoek van het hoofdbestuur stelde de
minister van justitie bezoek aan de gevangenen
te 's Hertogenbosch ruimer dan de regenten
toestonden.
Voor wijlen den heer Chais van Buren werd
mr. van Dujjl tot bestuurslid gekozen.
De heer dr. H. Tobias hield bij de opening
der vergadering een uitvoerige rede over het
verhand tusschen het misbruik van sterken
drank en misdaden, waaruit de noodzakelijkheid
bleek om het alcoholgebruik te bestrjjden.
De vergadering benoemde de afdeelingen
Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht en
Arnhem als commissie tot onderzoek naar de
mogeljjkheid om den arbeid in de gevangenissen
alzoo in te richten dat de gevangenen voor
een ambacht bekwaam gemaakt worden. Enkele
belangen van het genootschap of ontslagen
geyangenen werden voorts nog besproken.
's Gfravpnliage. Het openbaar ministerie
bjj het gerechtshof alhier heeft bevestiging
gevraagd van een vonnis der Middelburgsch
rechtbank, waarbjj een jongen uitRetranchement
veroordeeld werd tot vier maanden gev. straf
wegens diefstal van geld uit bussen van het
Leger des Heils, alsmede van een vonnis der
rechtbank te Zierikzee, waarbjj een landbouwer
wegens mishandeling van iemand onder Scher-
penisse, tot vier maanden gevangenisstraf
werd veroordeeld. Uitspraak 17 Mei.
's Gravenliage. De Eerste kamer
heeft heden aangenomen het voorstel tot rui
ling van grond aan de Maassluis.
Verder nam zjj aan met 34 tegen 10 stemmen
het"' voorstel-Reekers tot opheffing van het
verbod van het visschen met de wonderkuil in
de Zuiderzee, nadat de heeren Prins en De
Brujjn zich krachtig er voor hadden verklaard
en de heer Reekers zelf het ontwerp had ver
dedigd, omdat het verbod door niets meer werd
gemotiveerd en hoogst schadeljjk was.
Op de vragen van den heer Fransen van de
Putte verklaarde de minister van waterstaat,
dat hjj nog geen advies had uitgebracht op het
verzoek om ontslag van den voorzitter en de
groote meerderheid van het college van zee
visscherjjenhij hoopte dat zjj op hun verzoek
zullen terugkomen.
Inmiddels onthoudt de regeering zich van het
mededeelen van feiten.
Met 37 tegen 2 stemmen is aangenomen het
ontwerp tot wjjziging der wet op de inkwar
tieringen, nadat de minister Lohman aan den
heer Vlielander Hein verzekerd had, dat de
regeering de kwestie der schadeloosstelling
nader in overweging zou nemen.
Morgen aan de orde hoofdstuk koloniën.
De Tweede kamer zette heden voort
de behandeling van het wetsontwerp tot nadere
regeling van de pensioenen der daggelders bjj
de militaire inrichtingen.
De heer Roëll bestreed in de amendementen
der heeren Heldt en Seret het beginsel bjj der-
geljjke pensioenwet verworpennameljjk de
penBionneering van tusschentjjds vertrokken
ambtenaren, en protesteerde tegen de vergroo
ting der uitgaven, waar de regeering tegen
over een vermeerdering der uitgaven nalaat
de rijksmiddelen te versterken.
De minister van oorlog constateerde, dat de
regeeriug bjj een verhooging van minimum
pensioen op de kosten wees.
De heer Heldt trok daarop zjjn amendement
in. Het amendement-Seret werd verworpen
met 42 tegen 26 stemmen. Aangenomen werd
het amendement-Rooseboom tot verlenging van
den termjjn voor het bewijs van de weduwe, dat
haar echtgenoot aan dienstgebreken overleed.
Voor kinderen-pensioenen zjjn gewettigde kin
deren met wettige geljjkgesteld. Voorts is ook
aan weduwen en weezen het recht toegekend
om pensioenrevisie te vragen.
Na goedkeuring der overige artikelen is de
eindstemming over de wet aangeho uden.
Daarna was aan de orde de interpellatie-
Guyot over de gevolgen der surseance van
betaling van de fabriek van stoomwerktuigen
te Amsterdam voor den bouw van marineschepen
De interpellant, het belang voor de zeemacht
in deze betoogende, vroeg hoeveel voorschot aan
de fabriek is gegeven op den schepenbouw, wat
reeds geleverd is ter afrekening op voorschot
en of verdere voortzetting van het werk gewaar
borgd is bjj den tegenwoordigen toestand der
fabriek.
De minister van marine achtte na beraad
met den minister van koloniën de beant
woording der vragen schadeljjk in 's lands be
lang.
De heer Hintzen wees op het geldeljjke ge
vaar voor den staat en zag in 's ministers wjjze
van handelen niet een behoorljjke behartiging
van 's lands belang.
De voorzitter stelde de verdaging der inter
pellatie voor na de verklaring der regeering,
waartegen de heer Viruly opkwam, die 's mi
nisters verschuilen achter de grondwet afkeurde
en aandrong op mededeelingen van 's ministers
verrichtingen in deze.
De heer Travaglino achtte de beantwoording
nog ontijdig. De Hooge raad heeft de surse
ance niet uitgesproken.
Nadat de interpellant verklaard had te ver
trouwen dat de regeering na opheffing der
reden tot verhindering de interpellatie zou
beantwoorden, werd het voorstel van den
voorzitter tot verdaging aangenomen.
Datnm. Plsatj. Voorwerpen. Informatiën
In het belang van een geregelden gang
van zaken verzoeken wjj het publiek beleefd
de correspondentie voor ons blad te adressee-
ren als hieronder is aangegevenen wel voor
telegrammen Middelburgsche cou
rant Middelburg;
nieuwsberichten en ingezonden stukken Re
dactie Middelburgschecourant, en
advertentiën, abonnementen of de verzen
ding der courant Administratie Mid
del b urg sche courant
9
12
13
14
14
16
16
16
17
17
19
20
21
21
27
28
29
IJzendijke,
Retrauchem.,
Groede,
Zuidzande,
IJzendijke,
Zuidzande,
Middelburg,
Vlissingen,
Middelburg,
Yerseke,
Grijpskerke,
Oostkapelle,
Schoondijke,
Cadzand,
Vlissingen,
Biggekerke,
IJzendijke,
Biggekerke,
Biervliet,
Inspan,
Meubelen,
Inspan,
Inspan,
Inspan,
Inspan,
Huizen,
Inspan,
(verp.) Aanplakb.
Oesterpannen enz
Hout enz.,
id.
Inspan,
Inspan,
Huis enz.,
Wei- en bouwl,
Inspan,
Inspan,
Inspan,
Hendrikse.
Koksma.
Le Nobel.
Le Nobel
Hendrikse.
Le Nobel.
Verheij.
De Wolff.
Secretarie.
,De Vos.
De Vos.
De Vos.
Hendrikse.
De Smidt.
De Wollf.
Loeff.
Hendrikse.
Loeff.
Hendrikse.
Eindeljjk zjjn er dan toch in twee der Duitsche
vertegenwoordigingen stemmen opgegaan om
den verdiensten van Bismarck hulde te bren
gen. In het Pruisisch heerenhuis en in den
rijksdag werden enkele woorden ter herdenking
aan den vorst gesproken. Dat dit in het Pruisisch
heerenhuis gebeurde en dat de spreker als punt
van uitgang koos den bjjstand door vorst Bis
marck verleend aan den landbouw is voorze
ker kenschetsend èn voor Bismarck's politiek
in de laatste jaren èn voor het oordeel dat het
Duitsche volk op dit oogenblik daarover velt.
Niet een der volks afgevaardigden in den
Pruisischen landdag of den rijksdag herdacht
tot heden wjj schrjjven opzetteljjk he
den want wat niet is kan worden den
afgetreden machtigen staatsman; het eerste
woord van dankbare herinnering werd openljjk
gesproken door een der baronnen grootland-
bezitters, die dan ook niemand zal dit te
genspreken, reden hebben om vorst Bismarck
erkentelijk te zijn voor zijn streven om hun
beurs door hooge graanrechten e. d. te vullen,
terwijl het volk duur brood en verdere dure
levensmiddelen at.
Zeer spaarzaam was de opnieuw tot voor
zitter van den rijksdag gekozen conservatief
Von Levètzow met zjjn lof. Na de vergade
ring mededeeling van de benoeming van den
heer Von Caprivi tot rijkskanselier gedaan te
hebben herdacht hjj met de volgende woorden
den afgetreden staatsman
vDe onsterfelijke verdiensten, die vorst Bis-
marsb als eerste rijkskanselier zich verworven
heeft ten opzichte van het oprichten, het ont
wikkelen en het machtig maken van het rijk,
zullen en kunnen nimmer door het Duitsche
volk en den Duitschen rjjksdag vergeten worden."
Alle partgen in den rjjksdag leggen een bui
tengewone werkkracht aan den dag. De vrjj-
zinnige partij heeft interpellaties ingediend,
betrekkeljjK de opheffing van de verplichting
omtrent paspoorten in EIzas-Lotharingen, en
vernieuwing van het nederzettingstractaat met
Zwitserland.
De volkspartjj heeft met ondersteuning van
vrjjzinnigen bjj den rijkskanselier aangedrongen
op spoedige indiening van een wetsontwerp ter
invoering van een tweejarigen diensttjjd.
Groot succes zal men echter met dit verzoek
niet hebben, want bjj het ingediende wetsont
werp betreffende de legerorganisatie wordt eene
vermindering van den diensttjjd der infanterie
onmogeljjk genoemd.
Bijzonder jjverig toonen zich de socialisten,
die besloten voortaan aan alle beraadslagingen
der commissiën deel te nemea. Bjj hun voor
stel betreffende de bescherming van den arbeid
wordt dadeljjk een werkdag van 10 uren ver
langd, na 2J jaar te verminderen tot 9 en later
op 8 uren.
Met leede oogen zal de kluizenaar op Frie-
drichsruh, wien de gedwongen rust zoo moei-
Ijjk valt, op dit werkzame leven in de staat
kunde toezien.
Evenzeer zal het Boulanger gaan, wanneer
hij het oog wendt naar zijn »geliefd land", dat
hjj nog altjjd wil redden.
Met spottend medelijden houden de Fransche
republikeinen en eveneens de vroegere conser
vatieve vrienden zich bezig met de Boulangis-
tische bevelhebbers, die zich door hun troepen
verlaten zien en door hun opperbevelhebber
lafhartig in den steek werden gelaten. Met
bitteren wrok in het harte en tranen in de
oogen verlieten zjj Jersey en begaven zich
naar Londen tot Rochefort, doch de lantaarn
man wilde evenmin iets van een Parijsche ge
vangenschap hooren als de generaal.
Wel heett het Boulangiatisch comité nog niet
kunnen besluiten, ofschoon de vurigste der
aanhangers van den generaal er zich voor ver
klaarden Naquet en Laguerre, tot ontbinding
over te gaan, maar dit is niets meer dan een
wassen neus, waardoor niemand zich laat beet
nemen. De Boulangistisehe kampvechters zelve
maken zich geen illusiën meerde strijd is
verloren en met de wanhoop in het hart keeren
zij tot hun alledaagsche bezigheden terug en
wenden de politiek en den held op Jersey den
rug toe. Laguerre zal zich voortaan weder
aan zjjn advocaatschap wijden en opnieuw als
verdediger der weduwen en weezen optreden.
Laur wordt, poëtisch en wil zich in zijn studeer
kamer opsluiten, daar alle wonden genezen
kunnen worden >door het goddel jjke heilmiddel
den arbeid." Een geestverwant alzoo van Lessing
en Carmen Sylva. De Duitsche wijsgeer noemde
den arbeid laudanum voor de ziel, de konink-
Ijjke dichteres op haar beurt verklaart»er is
maar éen troostde arbeid 1"
Zelfs de Benjamin der BoulangeDéroulède
denkt er aan in zjjn vertwjjfeling de kamer
te verlaten en elders bezigheid te zoeken,
misschien opnieuw in de vernietiging der
Duitsche barbaren. Voorloopig heeft hij een
verlof van drie maanden genomen om in
het land wo die Citronen bliihn de teleurstellin
gen en de tranen der laatste weken te vergeten.
Zullen nu de republikeinen, nadat het
Boulangistisch gevaar dat hen vereenigde
bezworen is, weder tot de oude tweedracht
terugkeeren Het is maar al te zeer
te vreezen. De radicalen roepen: thans
is het oogenblik, nu het Boulangisme dood
is, aangebroken om de democratische hervor
mingen, die nog steeds op zich laten wachten,
ten uitvoer te brengen. Van deze plannen
echter willen de gematigde republikeinen nog