SSL N°. 86. 133e Jaargang. 1890. Zaterdag 12 April. Middelburg 11 April. Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiè'n20 cent per regel: Bij abonnement lager. Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten benevens alle dankbetuigingenvan 17 regels f 1.50 iedere regel meer ƒ0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. LETTEREN EI? KUNST. ONDERWIJS. KERKNIEUWS. UIT STAD EN PROVINCIE. RECHTSZAKEN. mt niDDI IIK IK.SIIII (III HAM. W IJ Tbermometer. Agenten te VliBsingen: P. G. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Krniningen: F. v. d. Peijx, te Zierikzee: A. O. de Mooi/ te Tholen: W. A. va» j Ailvertentlëm Middelburg 11 April vm. 8 u 44 gr. j Nieuwenhttijzen en te TerneuzenM. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiè'n aan, evenals de moeten des namiddags te ee« ntr m. 12 n 51 gr. av. 4 u. 49 gr. F. 'i advertentie-bureau's van Ni/oh Van Ditmah te Rotterdam, de Geer. Beun?ante, te 's Gravenhage, en A. de la Mae Azn, te Amsterdam. Verwaoht W. wind.Hoofdagenten voor het Buitenlandte Pargs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Datjbb Cie., John F. Jones, opvolger aan het bureau bezorgd zjjn, willen I zjj des avonds nog worden opgenomen De commissie tot het afnemen der akten- examens in Zeeland is dezer dagen met hare werkzaamheden begonnen en heeft reeds aan enkele candidaten de gewenschte akte ver leend of hen afgewezen Sedert jaren her zijn wjj gewoon de namen der geslaagden direct na de bekendmaking door de commissie aan de betrokken personen onder de rubriek Laatste berichten mede te deelen en ook dit jaar hadden wij daartoe het voornemen. Geheel op dezelfde wijze als vroeger ha .delend, kregen wij echter ten be scheid dat dit jaar aan geen enkel blad opgaaf geschieden zal vóór dat de examens zullen zijn afgeloopen. Waartoe deze geheimzinnigheid dient, is ons niet recht duidelijkmaar de heeren, die het besluit ertoe namen, zullen hiervoor zeker wel hunne redenen hebben. Voor hen, die steeds gewoon zijn in ons blad de opgaaf te vinden, meenden wij mededeeÜDg te moeten doen, waarom wij onze gewoonte niet kunnen volgen. Onlangs deelden wij de verschijning meê van een brochure van de hand des heeren U. Thoe Schwartzenberg en Hohenlansberg, inder tijd vervolgd, omdat hjj als penningmeester der Blindeninrichting te Utrecht de boeken zou heb ben vervalscht. De rechtbank aldaar sprak hem vrjj van een groot deel der aanklacht, maar oordeelde hem strafschuldig wegens het bij- schrjjven der woorden »voor minBtens f 40C-", in een ontvangbewijs der van hem overgenomen geldswaarde enz., omdat hij zijn ontslag had genomen. Na lezing der brochure achten wij ons ver plicht allen, die het »hoor en wederhoor" huldigen, nog eens aan te raden daarvan kennis te nemen. De heer T. S. heeft daarin de toe dracht dezer zaak nog eens uitvoerig uiteen gezet en in 't bijzonder betoogd, dat het geschil tusschen hem en zjjn medebestuurders door een civiele vordering had kunnen worden beslist, waarvoor hp reeds f 2700 aan effecten had gedeponeerd. Het eenige punt, waarop hij is veroordeeld, gold niet het bijschrjjven der ver melde woorden, maar de verandering van de uitdrukking »per quitantie" door »in contan ten", wat hij stellig meende, dat bjj vergissing verkeerd in het ontvangbewijs was vermeld en waarvan hij de geschiedenis uitvoerig uiteenzet. De schrjjver houdt vol, dat hij onschuldig is, maar als .christen zjjn medemensch, eenmaal zjjn medebestuurder eener christelijke philan- thropische inrichting, bjj den wereldljjken rech ter niet wil aanklagen." Deze verdediging verdient ook daarom de aandacht, omdat in het Weekblad van het recht destijds de veroordeeling van den heer Thoe Schwartzenberg en Hogenlandsberg ten zeerste werd gelaakt en aangetoond dat vrijspraak had moeten volgen. Deskundigen waren dus in deze lang niet eenstemmig in hun meening. Zooals in ons blad dezer dagen werd aange kondigd is de brochure van genoemden heer kosteloos verkrijgbaar bij de firma J. C. W. Altorffer alhier. Wij begrijpen volkomen, zoo zegt het Utrechtsch Dagblad, ons als 't ware uit het hart gegrepen dat het dagblad de Amsterdammer, hetwelk sedert zijne geboorte aan ongeneeslijke tering ljjdende is, zich niet kan voorstellen, dat anderen gezond zjjn en daarom in zijn nummer Tan Donderdag spreekt van een zieken kamer, waar zijne redactie op hare gewone uiterst vriendelijke wjjze gewaagt van het debat, dezer dagen tusschen de Middelburgsche courant en ons gevoerd. Waarlijk, wanneer de vrijzinnige partij zoo ziek ware, als de Amsterdammer meent te kun nen verklaren, dan zouden noch de Middelburg sche courant, noch wjj; die het ons beiden tot eene eere rekenen tot die partij te behooren, zoo openljjk en zoo onomwonden onze meeniDg hebben gezegd. Intusschen geen scherp woord ditmaal aan het adres van de Amsterdammerwie zoo ljjden als dat blad kan veel vergeven worden. Que, schrijver der Brieven uit Zeeuwsch- Vlaan deren [O. D.), verzoekt ons opname van het volgende De redactie van de Scheldebode doet mij de- eer aan notitie te nemen van mijn schrijven over graanrechten in de Midd. Cour. van 27 Maart. Zjj doet dit, het zij tot hare eer gezegd, op nog al waardige wijze. Intusschen moet ik echter opmerken, dat bet voor de Scheldebode gewaagd is om van .oppervlakkig geleerden" te spreken. Wij, lezers van dit blad, denken daarbij allicht aan het spreekwoord van den pot en den ketel. Doch dit daargelaten. Het is natuurlijk voor het publiek tamelijk onver schillig, wie van beiden, Que of de redactie van de Scheldebode, het knapst is. Maar zij beweert andere, erger dingen. Zij verzekert dat de werk man bij invoerrechten op vreemde granen win nen zal en dit is m. i. onwaar. Zij laat twee werkers uit éen gezin per dag een kwartje of per week drie gulden meer verdienen en voegt erbij dat men dit niet zoo gauw aan duurder brood uit geeft. Dit alles klinkt in theorie zeer mooimajr gelooft de Scheldebode werkelijk dat onze landbouwers de daghuren met een kwartje zouden verhoogen, als 't voorstel- Bahlmann wet werd V Dan roep ik haar toe Sla het boek der geschiedenis op. In 1847 waren de graanprijzen ontzettend hoog en toch ontvingen de arbeiders de bekende lage loonen. Deze stegen wel langzamerhand, doch waren eerst 25 jaren later, toen die buitensporig hooge graanprijzen tot het verleden behoorden, wer kelijk boog. De landbouwers konden toen geen hooger loon geven, zegt het meergenoemde blad, door het wegrotten der aardappels, Zij konden dit m. i. echter stellig wel. Zij verloren door het mislukken der aardappels niet veel meer dan de werklieden, d. i. f 200 per jaar en per gezin, doch dit verlies werd door de landbou wers met woeker teruggehaald uit de hoogere graanprijzen. Zij verzamelden schatten, terwijl de arbeiders bedelden en honger leden. Dat de loonen later hoog werden, was meer een gevolg van de hooge vlucht, die de industrie nam, na den FranschDuitschen oorlog. Ten slotte moet ik de Scheldebode nog even opmerken, dat ik mij niet als pleitbezorger van het vrjjhandelstelsel heb opgeworpen. Misschien valt op invoerrechten op andere artikelen min der te zeggen, doch den werkman treffen door graanrechten ten bate van den grondeigenaar vind ik zeer onbillijk, en dat gevoelen heb ik, naar mijn meening, met bewijzen ge staafd. Thans een enkel woord aan het adres van den heer Hombach. Het doet mjj leed, dat ik niet kan beginnen met hem den lof toe te zwaaien, die de Schel debode om hare bezadigdheid verdient. De heer H. heeft zich boos gemaakt en in zijne gram schap een slordig stuk geschreven, waarin hij mij door misplaatste ironie belachelijk tracht te maken en van ijdelheid en verwaandheid beschuldigt, terwjjl hij zelf door zijne stad huiswoorden den schijn op zich laadt, deze twee hatelijke eigenschappen te bezitten. Ik betreur het verder ten zeerste, dat de heer H. mij verdenkt sociaal-democratische gevoelens te zijn toegedaan en vraag hem onder protest tegen die verdenking of hij voor zijne insinuatie eenig bewijs kan vinden in mijn opstelletje over graanrechten. Immers neenDe heer H. zegt dit dus zoo maar zonder een enkelen grond. Maar bovendien legt genoemde heer mij woorden in den mond die ik niet bezigde. Waar heb ik gezegd, dat de heeren Van den B. en H. het volk misleiden en de pachters dwingen om hun adres te onderteekenen Ik weet te goed, dat de pachters daar in 't alge meen nog al voor te krijgen zijn, zoodat pressie niet hard noodig is. Trouwens, beschermende rechten op granen zijn in geen geval in hun nadeel Die jaren, over welke het pachtcontract nog loopt, worden zij er bepaald door gebaat. Is echter .de pacht uit" en verhoogt de land heer deze dan, zoo is het voordeel aan den eigenaar en de werkman is de ljjdende partij. Nu ik toch bezig ben de misvattingen van den heer H. op te sommen, wjjs ik er op dat hij met zijn >bedtlstandeen goede twintig jaar te laat komt. Werkeljjk liep een vierde der arbeiders in het voorjaar van 1847 te bedelen, in 1870 at de werkman roggebrood en thans eet hij tarwebrood. Dit noem ik een gelukkig verschijnsel. Bovendien komen de meeste pachters tegen woordig toch rond, al is er geene weelde bij hen te vinden. Zij zorgen voor een goeden veestapel ook door stalvoedering kan men goed en voordeelig fokken krijgen daaruit de pachtsom bijeen en maken aldus dat de eigenaren van hun goed hun stand kunnen ophouden. Onze arbeiders in de gelegenheid stellen om zich tegen graanrechten te verklaren kan ik tot mijn leedwezen niet. Te Hulst wonen nog mannen, die het wel kunnen op hen doe ik een beroep. Den voorstanders van beschermende rechten op het graan zij het vdigende ter overweging aangeboden. Dat de toestand der landbouwers in de meest bevolkte staten der Unie niet gunstiger is dan in de Europeesche landen, wordt zoo lezen wij in de N. R. Crt opnieuw bewezen door de rapporten van de schatters voor de belas tingen in verschillende staten. In den staat New-Tork hebben een aantal boeren verklaard dat zij, na betaling van alle onkosten op het bedrijf, niet genoeg overhielden om de rente der op hun eigendom rustende hypotheken te voldoen. Duizenden hoeven gaan dan ook geregeld in handen der hypotheekhouders over. Uit Pennsylvania en Illinois, ja zelfs ook reeds uit Kansas en Colorado, "komen soortgelijke berichten. In Pennsylvania zijn in de eerste drie maanden van dit jaar, in het rijke en vruchtbare Berks County, zestien van de vroeger meest welvarende pachters bankroet gegaan. In Lancaster-County, beroemd om zijnen weel- derigen tarwebouw, is het even zoo gesteld. Om in dezen op den duur onhoudbaren toe stand zooveel mogelijk verandering te brengeD, worden er overal landbouwers-vereenigingen opgericht. Als oorzaken van het kwaad worden genoemdoverproductie, speculatiezucht, het ontstaan van monopoliën en trusts, het stijgen der arbeidsloonen en der productiemiddelen, bij dalende prijzen van het product en de hooge tarieven der spoorwegen. .Dit alles werkt samen merkt de N.-Y. Handelszeitung op maar het ergste is ons beschermende tarief, dat ten doel schijnt te hebben onze landbouwers tegen de concurrentie van het buitenland te steunen, maar juist het tegenovergestelde teweeg brengt. De bewering van den bewerker der maandelijksche landbouwstatistiek te Washing ton, in zijn bericüt over Maart jl., dat het beschermende tarief geen schuld kan hebben aan den achteruitgang der landbouwers, want dat in Engeland, het land van den vrijen handel, de toestand hunner beroepsgenooten nog veel ongunstiger is, die bewering houdt geen steek. Want de verhoudingen zjjn in Engeland geheel anders dan bjj ons. De over- groote meerderheid der Amerikaansche boeren bezit den bebouwd wordenden grond in eigen dom, of zjj krijgen dien tot betrekkeljjk lage prjjzen in pacht. De overgroote meerderheid der Engelsche landbouwers zjjn pachters van groote grondbezitters, die zóóveel van hen trachten te halen als zjj kunnen. Yóor al het andere moet, wil men verbetering in den toestand der Amerikaansche landbouwers bren gen, het beschermende tarief, dat trusts en monopoliën in het leven roept en bevoordeelt, afgeschaft worden moet eene gezonde spoorweg wetgeving, met vastgestelde tarieven, worden ingevoerd, en moet de speculatiezucht tegen gegaan worden. Dat zjjn de ergste en gevaar- ljjkste vjjanden van den boer, en de meer en meer in aantal en omvang toenemende farmers- alliances moeten zich voorloopig geen ander doel voor oogen stellen, dan deze drie euvelen te bestrjjden. De Staatscourant bevat het kon. besluit van den 3en April 1890, houdende voorschriften ter uitvoering van art. 12, 3e lid, sub 2o. der laatstelijk gewjjzigde wet tot regeling van het lager onderwjjs, waatbjj de regelen en voor waarden worden vastgesteld, volgens welke eene rjjksbjjdrage kan worden verleend aan normaallessen en aan hoofden van scholen, voor elk der door hen opgeleide personen, die de akte, bedoeld in art. 56 onder a, hebben ver kregen. Bjj kon. besluit is, met ingang van 16 Mei' benoemd tot directeur van het postkantoor te de Lemmer, N. Mulder, thans commies der postergen 3e kl. Verder is in rang en ouderdom van rang overgeplaatst bjj het wapen der infanterie van het leger in Ned.-Indië, de 2e-luit. J. J. Ie Roy, van het 7e reg. inf., en in zijnen rang overgeplaatst bjj het wapen der inf. van het leger hier te lande, de 2e-luit. der inf. L. H. C. Bejjens, van het leger in Ned.-Indië, thans met verlof hier te lande. Nog is, met ingang van 1 Oct. a. s., voor den tjjd van twee jaren gedetacheerd bjj het wapen der genie van het leger hier te lande, de le-luit. der genie J. Frenkel, van het leger in Ned.-Indië, thans gedetacheerd bjj de He afd. der krjjgsscbool. Als candidaat van anti-revolutionnaire zjjde voor het lidmaatschap van de Tweede kamer in het district Delft wordt genoemd de heer G. van Herwaarde, gep. kapitein ter zee, te Arnhem. In het U. v. d. D. lezen wjj het volgende geschreven uit Rotterdam. ►Eene wederopvoering van Multatnli's Vorsten school zou op zichzelf voldoende zjjD om een groot en uitgelezen publiek naar den schouw burg te lokken, hoeveel te meer, nu Mevr. Beersmans de rol der Koningin Louise, tot haar benefiet gekozen had. Er was dan ook Dinsdag, 8 April, geene plaats onbezetzelfs tot het orkest had men zjjne toevlucht moeten nemen, en de kunstenares ontving tallooze bljjken van liefde en bewondering, zich open barende in aandachtige stilte, harteljjke toe juichingen en de fraaiste bloemengeschenken in allerlei vorm. Eene zeer eigenaardige hulde was o. a. de vorstenkroon, die haar op een bloemkussen geboden werd. Vorstenschool maakte op de aanwezigen bljjkbaar opnieuw een diepen indruk, en daar mee is voldoende bewezen, dat het, niettegen staande de vele redeneeringen, die er in voor komen, genoeg dramatische elementen bevat om een schouwburgpubliek te boeien. Natuurl jjk dat een kunstwerk als dit hooge eischen aan de vertooners steltwelnu, die eischen werden hier grootendeels bevredigd." Na eene uiteenzetting van het spel der ver tolkers van de verschillende rollen zegt de schrjjver ten slotte »Het was een goede, een schoone avond, en het deed ons genoegen vele jonge menschen in den schouwburg te zien, want zooals Vosmaer zegt Vorstenschool, met zjjn smachten naar 't hoogste en edelste, met zjjn grootsche gedachten, met zjjn kiesch en teeder gevoel, zjjn hooge opvatting van het leven, zjjn kreten uit het hart, doet eer aan het gemoed, waaruit het opbloeide, en, voegen wjj er bjj, werkt bezielend op dengene, die het in rein gemoed opvangt." Benoemd tot onderwijzer aan eene bijzon dere school te Dedemsvaart de heer I. van Melle te Goes. Aan de gemeente Burgh is naar men ons schrjjft voor het jaar 1890 eene rijks subsidie van 800 toegestaan. Daardoor is de spoedige indienststelling van nog een onder- wjjzer zoo goed als verzekerd, zoodat alsdan die kleine gemeente, wat betreft de inrich. ting van het onderwjjs, bjj vele groote gemeenten niet zal ten achter staan. Door het kiescollege der Nederd. herv. gemeente alhier is Donderdag, ter voorziening in de nog steeds bestaande vacature Rjjnders, het volgende viertal opgemaakt, bestaande uit de heeren N. J. C. de Minjer te Leerdam, J. L. Poort te Harmeien, L. F. A. Westerbeek van Eerten te Serooskerke en H. J. de Zwart te Leersum. Aanst. Zondag, des namiddags te twee uur, zal de heer C. Snel, predikant te St. Laurens, fscheid van de gemeente nemen. De kamer van koophandel te Middelburg houdt Maandag te drie uren eene vergaderin. Om ongeveer kwart over twaalf werd aan de hoofdwacht (kazerne Noordstraat) alhier be richt, dat brand was uitgebroken op den Noord- weg. De spuiten der militairen rukten onmiddel- ljjk uit in die richting, doch keerden onver richter zake terug, omdat op de aangewezen plaats niets van brand was te bespeuren. Spuit E van de stad was ook uitgerukt. Op het wrak van de Germania onder Vlissingen had Donderdag middag opnieuw een ontlading van dynamiet plaats. Er vertoonde zich ditmaal geen waterkolom. Men beweert dat er nu geene ontploffingen meer behoeven plaats te hebben. Donderdag werd door den tienjarigen schaapherderszoon Paauwe te Heinkenszand een flinke d%ad verricht. Hjj begaf zich onmiddelijk in een grooten waterput, waarin hjj een twee jarig kind zag spartelen, dat al spelende in het water geraakt was, terwjjl het een oogenblik door de moeder zonder toezicht was gelaten. Het mocht den moedigen knaap met veel moeite gelukken het kind nog levend aan de moeder weder te geven. Donderdag namiddag heeft er te Hans- weert ia de buitenhaven eene aanvaring plaats gehad tusschen het Duitsche sleepschip Coin 27 en het Nederlandse,he tjalkschip Vertrouwen van Sliedrecht. Beide bekwamen belangrijke schade, doch konden hunne reis vervolgen. De lading bleef ongedeerd. De kommies te water W. Fraterman te Bath is op 1 Mei a. als zoodanig naar Vlis singen overgeplaatst. De eerste ansjovis is gevangen door schip per W. Bout, te Tholen. In 1889 had dit plaats op 24 April, in 1888 op 29 April, in 1887 op 28 April, in 1886 op 26 April, in 1885 op 30 April en in 1884 op 25 Maart. Deze laatste datum is wel de vroegste, waarop ooit ansjovis gevangen is. (N. v. d. D.) In de Woensdag te Bruinisse gehouden vergadering van den gemeenteraad is het jaar verslag der gemeente over 1889 ter tafel ge bracht de rekening van het burgerlijk arm bestuur over 1889 onderzocht en goedgekeurd; en over den post voor onvoorziene uitgaven der gewjjzigde begrooting 1890 beschikt tot een bedrag van ƒ193,40, verschuldigd wegens ont eigening van gronden voor den aanleg van een nieuwe straat, waarmede, volgens onzen correspondent, in een groote behoefte voorzien wordt, in verband met de uitbreiding der ge meente. Tevens werd de heer P. Brouwer met 4 van de 6 uitgebrachte stemmen benoemd tot opzich ter over de gemeentewerken en eindelijk het kohier van den hoofdeljjken omslag voor 1890 vastgesteld op ƒ4027,32 verdeeld over 285 aan- geslagenen in 17 klassen, waarvan de hoogste aanslag, volgens progressieve berekening /147,90 en de laatste 2,864 bedraagt. Het kohier van den h oofdeljjken omslag te Terneuzen voor 1890 is vastgesteld op 12.638.87, verdeeld over 636 contribuabelen in 31 klassen. De aanslag der hoogste klasse bedraagt 675, die der laagste 1.50. Tot gemeentebode te Hulst is benoemd L. Troupó, gepensioneerd rijksveldwachter. In de jongste te Hulst gehouden verga dering der katholieke kiesvereeniging voor het district Hontenisse uitte de heer Walter, lid der Tweede kamer voor dat district, als zjjn gevoelen, »dat inzake algemeenen dienstplicht niet te sterk mocht worden geageerd, daar dit mannen van anti-revolutionnaire en liberale beginselen, die eveneens tegen den persoonljjken dienstplicht zjjn, van de katholieken zou ver vreemden." Arrondissements-Rechtbank te Middelburg. Heden (Vrjjdag) deed de rechtbankuitspraak in de uitvoerig door ons gemelde zaak tegen M. B., 53 j., vleesschhouwer te Ellewoutsdjjk. De rechtbank sprak den beklaagde van het hem ten laste gelegde, diefstal van een rund, vrjj. Het vonnis der rechtbank bevatte o. a. de volgende overwegingen O. dat ter terechtzitting onder eede is ver klaard door J. Baren en M. v. d. Plassche, rjjkskommiezen te Ellewoutsdjjk, in overeenstem ming met het door ben op den ambtseed opge maakt en ter terechtzitting voorgelezen proces verbaal, dat zij, nadat door den bekl. op 6 Jan. jl. sehrifteljjk aangifte was gedaan van een zwart bonten os, bestemd om te worden geslacht en waarvan door hem als waarde was aangegeven een bedrag van f 130, zich den volgenden dag te zamen hebben begeven naar bekl.'s stal te Ellewoutsdjjk, alwaar hun door zjjne moeder, bjj afwezigheid van bemzelven, aanwjjzing is gedaan van den aangegeven os dat zjj daaraan eene hoogere waarde toekenden dan 130 en mitsdien den os hebben benaderd en doen overbrengen naar den stal van J. v. d. Hage, nadat zjj aan bekl.'s moeder hadden aangezegd, dat hij bij zjjne tehuiskomst ten woonhuize van eerstgenoemden getuige voornoemd bedrag, ver meerderd met de 7 verhooging, in ontvangst kon komen nemen dat zjj in den namiddag van dienzelfden dag hebben ontwaard dat de os uit dien stal was verdwenendoor den 2en get. en door G. v. d. Hage eensluidend dat zjj genoemden os naar den stal van J. v. d. Hage hebben overgebracht en nog door den 2en get. dat hjj dien namiddag den bekl. is tegengeko men, zittende deze in een rjjtuig en dat deze hem toen heeft gevraagd of het waar was dat zjj den os uit zjjn stal hadden weggevoerd en, toen hjj daarop bevestigend antwoordde, heeft gezegd: »dan laat ik proces-verbaal tegen jullie opmaken" O. dat de beklaagde de hiervoren genoemde aangifte heeft erkend en tevens heeft bekend, dat hjj dien os uit den stal van J. v. d. Hage heeft doen overbrengen naar zjjn eigen stal;

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1890 | | pagina 1