SSL
N°. 86.
133e Jaargang.
1890.
Zaterdag
12 April.
Middelburg 11 April.
Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiè'n20 cent per regel: Bij abonnement lager.
Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten benevens alle
dankbetuigingenvan 17 regels f 1.50
iedere regel meer ƒ0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
LETTEREN EI? KUNST.
ONDERWIJS.
KERKNIEUWS.
UIT STAD EN PROVINCIE.
RECHTSZAKEN.
mt
niDDI IIK IK.SIIII (III HAM.
W
IJ
Tbermometer. Agenten te VliBsingen: P. G. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Krniningen: F. v. d. Peijx, te Zierikzee: A. O. de Mooi/ te Tholen: W. A. va» j Ailvertentlëm
Middelburg 11 April vm. 8 u 44 gr. j Nieuwenhttijzen en te TerneuzenM. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiè'n aan, evenals de moeten des namiddags te ee« ntr
m. 12 n 51 gr. av. 4 u. 49 gr. F. 'i advertentie-bureau's van Ni/oh Van Ditmah te Rotterdam, de Geer. Beun?ante, te 's Gravenhage, en A. de la Mae Azn, te Amsterdam.
Verwaoht W. wind.Hoofdagenten voor het Buitenlandte Pargs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Datjbb Cie., John F. Jones, opvolger
aan het bureau bezorgd zjjn, willen
I zjj des avonds nog worden opgenomen
De commissie tot het afnemen der akten-
examens in Zeeland is dezer dagen met hare
werkzaamheden begonnen en heeft reeds aan
enkele candidaten de gewenschte akte ver
leend of hen afgewezen
Sedert jaren her zijn wjj gewoon de namen
der geslaagden direct na de bekendmaking
door de commissie aan de betrokken personen
onder de rubriek Laatste berichten mede te
deelen en ook dit jaar hadden wij daartoe
het voornemen. Geheel op dezelfde wijze als
vroeger ha .delend, kregen wij echter ten be
scheid dat dit jaar aan geen enkel blad opgaaf
geschieden zal vóór dat de examens zullen zijn
afgeloopen.
Waartoe deze geheimzinnigheid dient, is ons
niet recht duidelijkmaar de heeren, die het
besluit ertoe namen, zullen hiervoor zeker
wel hunne redenen hebben.
Voor hen, die steeds gewoon zijn in ons blad
de opgaaf te vinden, meenden wij mededeeÜDg
te moeten doen, waarom wij onze gewoonte
niet kunnen volgen.
Onlangs deelden wij de verschijning meê
van een brochure van de hand des heeren U.
Thoe Schwartzenberg en Hohenlansberg, inder
tijd vervolgd, omdat hjj als penningmeester der
Blindeninrichting te Utrecht de boeken zou heb
ben vervalscht. De rechtbank aldaar sprak hem
vrjj van een groot deel der aanklacht, maar
oordeelde hem strafschuldig wegens het bij-
schrjjven der woorden »voor minBtens f 40C-",
in een ontvangbewijs der van hem overgenomen
geldswaarde enz., omdat hij zijn ontslag had
genomen.
Na lezing der brochure achten wij ons ver
plicht allen, die het »hoor en wederhoor"
huldigen, nog eens aan te raden daarvan kennis
te nemen. De heer T. S. heeft daarin de toe
dracht dezer zaak nog eens uitvoerig uiteen
gezet en in 't bijzonder betoogd, dat het geschil
tusschen hem en zjjn medebestuurders door een
civiele vordering had kunnen worden beslist,
waarvoor hp reeds f 2700 aan effecten had
gedeponeerd. Het eenige punt, waarop hij is
veroordeeld, gold niet het bijschrjjven der ver
melde woorden, maar de verandering van de
uitdrukking »per quitantie" door »in contan
ten", wat hij stellig meende, dat bjj vergissing
verkeerd in het ontvangbewijs was vermeld en
waarvan hij de geschiedenis uitvoerig uiteenzet.
De schrjjver houdt vol, dat hij onschuldig is,
maar als .christen zjjn medemensch, eenmaal
zjjn medebestuurder eener christelijke philan-
thropische inrichting, bjj den wereldljjken rech
ter niet wil aanklagen."
Deze verdediging verdient ook daarom de
aandacht, omdat in het Weekblad van het recht
destijds de veroordeeling van den heer Thoe
Schwartzenberg en Hogenlandsberg ten zeerste
werd gelaakt en aangetoond dat vrijspraak had
moeten volgen. Deskundigen waren dus in
deze lang niet eenstemmig in hun meening.
Zooals in ons blad dezer dagen werd aange
kondigd is de brochure van genoemden heer
kosteloos verkrijgbaar bij de firma J. C. W.
Altorffer alhier.
Wij begrijpen volkomen, zoo zegt het
Utrechtsch Dagblad, ons als 't ware uit het hart
gegrepen dat het dagblad de Amsterdammer,
hetwelk sedert zijne geboorte aan ongeneeslijke
tering ljjdende is, zich niet kan voorstellen,
dat anderen gezond zjjn en daarom in zijn
nummer Tan Donderdag spreekt van een zieken
kamer, waar zijne redactie op hare gewone
uiterst vriendelijke wjjze gewaagt van het
debat, dezer dagen tusschen de Middelburgsche
courant en ons gevoerd.
Waarlijk, wanneer de vrijzinnige partij zoo
ziek ware, als de Amsterdammer meent te kun
nen verklaren, dan zouden noch de Middelburg
sche courant, noch wjj; die het ons beiden tot
eene eere rekenen tot die partij te behooren,
zoo openljjk en zoo onomwonden onze meeniDg
hebben gezegd.
Intusschen geen scherp woord ditmaal aan
het adres van de Amsterdammerwie zoo ljjden
als dat blad kan veel vergeven worden.
Que, schrijver der Brieven uit Zeeuwsch- Vlaan
deren [O. D.), verzoekt ons opname van het
volgende
De redactie van de Scheldebode doet mij de- eer
aan notitie te nemen van mijn schrijven over
graanrechten in de Midd. Cour. van 27 Maart.
Zjj doet dit, het zij tot hare eer gezegd, op
nog al waardige wijze. Intusschen moet ik
echter opmerken, dat bet voor de Scheldebode
gewaagd is om van .oppervlakkig geleerden"
te spreken. Wij, lezers van dit blad, denken
daarbij allicht aan het spreekwoord van den
pot en den ketel. Doch dit daargelaten. Het
is natuurlijk voor het publiek tamelijk onver
schillig, wie van beiden, Que of de redactie van
de Scheldebode, het knapst is. Maar zij beweert
andere, erger dingen. Zij verzekert dat de werk
man bij invoerrechten op vreemde granen win
nen zal en dit is m. i. onwaar. Zij laat twee
werkers uit éen gezin per dag een kwartje of
per week drie gulden meer verdienen en voegt
erbij dat men dit niet zoo gauw aan duurder
brood uit geeft. Dit alles klinkt in theorie
zeer mooimajr gelooft de Scheldebode werkelijk
dat onze landbouwers de daghuren met een
kwartje zouden verhoogen, als 't voorstel-
Bahlmann wet werd V Dan roep ik haar toe
Sla het boek der geschiedenis op. In 1847
waren de graanprijzen ontzettend hoog en toch
ontvingen de arbeiders de bekende lage loonen.
Deze stegen wel langzamerhand, doch waren
eerst 25 jaren later, toen die buitensporig hooge
graanprijzen tot het verleden behoorden, wer
kelijk boog.
De landbouwers konden toen geen hooger
loon geven, zegt het meergenoemde blad, door
het wegrotten der aardappels, Zij konden dit
m. i. echter stellig wel. Zij verloren door het
mislukken der aardappels niet veel meer dan
de werklieden, d. i. f 200 per jaar en per
gezin, doch dit verlies werd door de landbou
wers met woeker teruggehaald uit de hoogere
graanprijzen. Zij verzamelden schatten, terwijl
de arbeiders bedelden en honger leden.
Dat de loonen later hoog werden, was meer
een gevolg van de hooge vlucht, die de industrie
nam, na den FranschDuitschen oorlog.
Ten slotte moet ik de Scheldebode nog even
opmerken, dat ik mij niet als pleitbezorger van
het vrjjhandelstelsel heb opgeworpen. Misschien
valt op invoerrechten op andere artikelen min
der te zeggen, doch den werkman treffen door
graanrechten ten bate van den grondeigenaar
vind ik zeer onbillijk, en dat gevoelen
heb ik, naar mijn meening, met bewijzen ge
staafd.
Thans een enkel woord aan het adres van
den heer Hombach.
Het doet mjj leed, dat ik niet kan beginnen
met hem den lof toe te zwaaien, die de Schel
debode om hare bezadigdheid verdient. De heer
H. heeft zich boos gemaakt en in zijne gram
schap een slordig stuk geschreven, waarin hij
mij door misplaatste ironie belachelijk tracht
te maken en van ijdelheid en verwaandheid
beschuldigt, terwjjl hij zelf door zijne stad
huiswoorden den schijn op zich laadt, deze
twee hatelijke eigenschappen te bezitten.
Ik betreur het verder ten zeerste, dat de
heer H. mij verdenkt sociaal-democratische
gevoelens te zijn toegedaan en vraag hem
onder protest tegen die verdenking of hij
voor zijne insinuatie eenig bewijs kan vinden
in mijn opstelletje over graanrechten. Immers
neenDe heer H. zegt dit dus zoo maar
zonder een enkelen grond.
Maar bovendien legt genoemde heer mij
woorden in den mond die ik niet bezigde.
Waar heb ik gezegd, dat de heeren Van den
B. en H. het volk misleiden en de pachters
dwingen om hun adres te onderteekenen Ik
weet te goed, dat de pachters daar in 't alge
meen nog al voor te krijgen zijn, zoodat pressie
niet hard noodig is. Trouwens, beschermende
rechten op granen zijn in geen geval in hun
nadeel Die jaren, over welke het pachtcontract
nog loopt, worden zij er bepaald door gebaat.
Is echter .de pacht uit" en verhoogt de land
heer deze dan, zoo is het voordeel aan den
eigenaar en de werkman is de ljjdende partij.
Nu ik toch bezig ben de misvattingen van
den heer H. op te sommen, wjjs ik er op dat
hij met zijn >bedtlstandeen goede twintig
jaar te laat komt. Werkeljjk liep een vierde
der arbeiders in het voorjaar van 1847 te
bedelen, in 1870 at de werkman roggebrood en
thans eet hij tarwebrood. Dit noem ik een
gelukkig verschijnsel.
Bovendien komen de meeste pachters tegen
woordig toch rond, al is er geene weelde bij
hen te vinden. Zij zorgen voor een goeden
veestapel ook door stalvoedering kan men
goed en voordeelig fokken krijgen daaruit
de pachtsom bijeen en maken aldus dat de
eigenaren van hun goed hun stand kunnen
ophouden.
Onze arbeiders in de gelegenheid stellen om
zich tegen graanrechten te verklaren kan ik
tot mijn leedwezen niet. Te Hulst wonen nog
mannen, die het wel kunnen op hen doe ik
een beroep.
Den voorstanders van beschermende rechten
op het graan zij het vdigende ter overweging
aangeboden.
Dat de toestand der landbouwers in de meest
bevolkte staten der Unie niet gunstiger is dan
in de Europeesche landen, wordt zoo lezen
wij in de N. R. Crt opnieuw bewezen door
de rapporten van de schatters voor de belas
tingen in verschillende staten. In den staat
New-Tork hebben een aantal boeren verklaard
dat zij, na betaling van alle onkosten op het
bedrijf, niet genoeg overhielden om de rente
der op hun eigendom rustende hypotheken te
voldoen. Duizenden hoeven gaan dan ook
geregeld in handen der hypotheekhouders over.
Uit Pennsylvania en Illinois, ja zelfs ook reeds
uit Kansas en Colorado, "komen soortgelijke
berichten. In Pennsylvania zijn in de eerste
drie maanden van dit jaar, in het rijke en
vruchtbare Berks County, zestien van de vroeger
meest welvarende pachters bankroet gegaan.
In Lancaster-County, beroemd om zijnen weel-
derigen tarwebouw, is het even zoo gesteld.
Om in dezen op den duur onhoudbaren toe
stand zooveel mogelijk verandering te brengeD,
worden er overal landbouwers-vereenigingen
opgericht. Als oorzaken van het kwaad worden
genoemdoverproductie, speculatiezucht, het
ontstaan van monopoliën en trusts, het stijgen
der arbeidsloonen en der productiemiddelen, bij
dalende prijzen van het product en de hooge
tarieven der spoorwegen. .Dit alles werkt
samen merkt de N.-Y. Handelszeitung op
maar het ergste is ons beschermende tarief,
dat ten doel schijnt te hebben onze landbouwers
tegen de concurrentie van het buitenland te
steunen, maar juist het tegenovergestelde teweeg
brengt. De bewering van den bewerker der
maandelijksche landbouwstatistiek te Washing
ton, in zijn bericüt over Maart jl., dat het
beschermende tarief geen schuld kan hebben
aan den achteruitgang der landbouwers, want
dat in Engeland, het land van den vrijen
handel, de toestand hunner beroepsgenooten
nog veel ongunstiger is, die bewering houdt
geen steek. Want de verhoudingen zjjn in
Engeland geheel anders dan bjj ons. De over-
groote meerderheid der Amerikaansche boeren
bezit den bebouwd wordenden grond in eigen
dom, of zjj krijgen dien tot betrekkeljjk lage
prjjzen in pacht. De overgroote meerderheid
der Engelsche landbouwers zjjn pachters van
groote grondbezitters, die zóóveel van hen
trachten te halen als zjj kunnen. Yóor al het
andere moet, wil men verbetering in den
toestand der Amerikaansche landbouwers bren
gen, het beschermende tarief, dat trusts en
monopoliën in het leven roept en bevoordeelt,
afgeschaft worden moet eene gezonde spoorweg
wetgeving, met vastgestelde tarieven, worden
ingevoerd, en moet de speculatiezucht tegen
gegaan worden. Dat zjjn de ergste en gevaar-
ljjkste vjjanden van den boer, en de meer en
meer in aantal en omvang toenemende farmers-
alliances moeten zich voorloopig geen ander
doel voor oogen stellen, dan deze drie euvelen
te bestrjjden.
De Staatscourant bevat het kon. besluit van
den 3en April 1890, houdende voorschriften ter
uitvoering van art. 12, 3e lid, sub 2o. der
laatstelijk gewjjzigde wet tot regeling van het
lager onderwjjs, waatbjj de regelen en voor
waarden worden vastgesteld, volgens welke
eene rjjksbjjdrage kan worden verleend aan
normaallessen en aan hoofden van scholen, voor
elk der door hen opgeleide personen, die de
akte, bedoeld in art. 56 onder a, hebben ver
kregen.
Bjj kon. besluit is, met ingang van 16 Mei'
benoemd tot directeur van het postkantoor te
de Lemmer, N. Mulder, thans commies der
postergen 3e kl.
Verder is in rang en ouderdom van
rang overgeplaatst bjj het wapen der infanterie
van het leger in Ned.-Indië, de 2e-luit. J. J.
Ie Roy, van het 7e reg. inf., en in zijnen rang
overgeplaatst bjj het wapen der inf. van het
leger hier te lande, de 2e-luit. der inf. L. H.
C. Bejjens, van het leger in Ned.-Indië, thans
met verlof hier te lande.
Nog is, met ingang van 1 Oct. a. s., voor
den tjjd van twee jaren gedetacheerd bjj het
wapen der genie van het leger hier te lande,
de le-luit. der genie J. Frenkel, van het leger
in Ned.-Indië, thans gedetacheerd bjj de He
afd. der krjjgsscbool.
Als candidaat van anti-revolutionnaire zjjde
voor het lidmaatschap van de Tweede kamer
in het district Delft wordt genoemd de heer G.
van Herwaarde, gep. kapitein ter zee, te Arnhem.
In het U. v. d. D. lezen wjj het volgende
geschreven uit Rotterdam.
►Eene wederopvoering van Multatnli's Vorsten
school zou op zichzelf voldoende zjjD om een
groot en uitgelezen publiek naar den schouw
burg te lokken, hoeveel te meer, nu Mevr.
Beersmans de rol der Koningin Louise, tot
haar benefiet gekozen had. Er was dan ook
Dinsdag, 8 April, geene plaats onbezetzelfs
tot het orkest had men zjjne toevlucht moeten
nemen, en de kunstenares ontving tallooze
bljjken van liefde en bewondering, zich open
barende in aandachtige stilte, harteljjke toe
juichingen en de fraaiste bloemengeschenken
in allerlei vorm. Eene zeer eigenaardige
hulde was o. a. de vorstenkroon, die haar op
een bloemkussen geboden werd.
Vorstenschool maakte op de aanwezigen
bljjkbaar opnieuw een diepen indruk, en daar
mee is voldoende bewezen, dat het, niettegen
staande de vele redeneeringen, die er in voor
komen, genoeg dramatische elementen bevat
om een schouwburgpubliek te boeien. Natuurl jjk
dat een kunstwerk als dit hooge eischen aan
de vertooners steltwelnu, die eischen werden
hier grootendeels bevredigd."
Na eene uiteenzetting van het spel der ver
tolkers van de verschillende rollen zegt de
schrjjver ten slotte
»Het was een goede, een schoone avond, en
het deed ons genoegen vele jonge menschen
in den schouwburg te zien, want zooals Vosmaer
zegt
Vorstenschool, met zjjn smachten naar 't
hoogste en edelste, met zjjn grootsche gedachten,
met zjjn kiesch en teeder gevoel, zjjn hooge
opvatting van het leven, zjjn kreten uit het
hart, doet eer aan het gemoed, waaruit het
opbloeide, en, voegen wjj er bjj, werkt bezielend
op dengene, die het in rein gemoed opvangt."
Benoemd tot onderwijzer aan eene bijzon
dere school te Dedemsvaart de heer I. van Melle
te Goes.
Aan de gemeente Burgh is naar men
ons schrjjft voor het jaar 1890 eene rijks
subsidie van 800 toegestaan. Daardoor is
de spoedige indienststelling van nog een onder-
wjjzer zoo goed als verzekerd, zoodat alsdan
die kleine gemeente, wat betreft de inrich.
ting van het onderwjjs, bjj vele groote
gemeenten niet zal ten achter staan.
Door het kiescollege der Nederd. herv.
gemeente alhier is Donderdag, ter voorziening
in de nog steeds bestaande vacature Rjjnders,
het volgende viertal opgemaakt, bestaande uit
de heeren N. J. C. de Minjer te Leerdam, J. L.
Poort te Harmeien, L. F. A. Westerbeek van
Eerten te Serooskerke en H. J. de Zwart te
Leersum.
Aanst. Zondag, des namiddags te twee uur,
zal de heer C. Snel, predikant te St. Laurens,
fscheid van de gemeente nemen.
De kamer van koophandel te Middelburg
houdt Maandag te drie uren eene vergaderin.
Om ongeveer kwart over twaalf werd aan
de hoofdwacht (kazerne Noordstraat) alhier be
richt, dat brand was uitgebroken op den Noord-
weg.
De spuiten der militairen rukten onmiddel-
ljjk uit in die richting, doch keerden onver
richter zake terug, omdat op de aangewezen
plaats niets van brand was te bespeuren.
Spuit E van de stad was ook uitgerukt.
Op het wrak van de Germania onder
Vlissingen had Donderdag middag opnieuw een
ontlading van dynamiet plaats. Er vertoonde
zich ditmaal geen waterkolom. Men beweert
dat er nu geene ontploffingen meer behoeven
plaats te hebben.
Donderdag werd door den tienjarigen
schaapherderszoon Paauwe te Heinkenszand een
flinke d%ad verricht. Hjj begaf zich onmiddelijk
in een grooten waterput, waarin hjj een twee
jarig kind zag spartelen, dat al spelende in het
water geraakt was, terwjjl het een oogenblik
door de moeder zonder toezicht was gelaten.
Het mocht den moedigen knaap met veel moeite
gelukken het kind nog levend aan de moeder
weder te geven.
Donderdag namiddag heeft er te Hans-
weert ia de buitenhaven eene aanvaring plaats
gehad tusschen het Duitsche sleepschip Coin 27
en het Nederlandse,he tjalkschip Vertrouwen
van Sliedrecht. Beide bekwamen belangrijke
schade, doch konden hunne reis vervolgen. De
lading bleef ongedeerd.
De kommies te water W. Fraterman te
Bath is op 1 Mei a. als zoodanig naar Vlis
singen overgeplaatst.
De eerste ansjovis is gevangen door schip
per W. Bout, te Tholen. In 1889 had dit
plaats op 24 April, in 1888 op 29 April, in
1887 op 28 April, in 1886 op 26 April, in 1885
op 30 April en in 1884 op 25 Maart. Deze
laatste datum is wel de vroegste, waarop ooit
ansjovis gevangen is. (N. v. d. D.)
In de Woensdag te Bruinisse gehouden
vergadering van den gemeenteraad is het jaar
verslag der gemeente over 1889 ter tafel ge
bracht de rekening van het burgerlijk arm
bestuur over 1889 onderzocht en goedgekeurd;
en over den post voor onvoorziene uitgaven
der gewjjzigde begrooting 1890 beschikt tot een
bedrag van ƒ193,40, verschuldigd wegens ont
eigening van gronden voor den aanleg van
een nieuwe straat, waarmede, volgens onzen
correspondent, in een groote behoefte voorzien
wordt, in verband met de uitbreiding der ge
meente.
Tevens werd de heer P. Brouwer met 4 van
de 6 uitgebrachte stemmen benoemd tot opzich
ter over de gemeentewerken en eindelijk het
kohier van den hoofdeljjken omslag voor 1890
vastgesteld op ƒ4027,32 verdeeld over 285 aan-
geslagenen in 17 klassen, waarvan de hoogste
aanslag, volgens progressieve berekening /147,90
en de laatste 2,864 bedraagt.
Het kohier van den h oofdeljjken omslag
te Terneuzen voor 1890 is vastgesteld op
12.638.87, verdeeld over 636 contribuabelen
in 31 klassen. De aanslag der hoogste klasse
bedraagt 675, die der laagste 1.50.
Tot gemeentebode te Hulst is benoemd
L. Troupó, gepensioneerd rijksveldwachter.
In de jongste te Hulst gehouden verga
dering der katholieke kiesvereeniging voor het
district Hontenisse uitte de heer Walter, lid
der Tweede kamer voor dat district, als zjjn
gevoelen, »dat inzake algemeenen dienstplicht
niet te sterk mocht worden geageerd, daar dit
mannen van anti-revolutionnaire en liberale
beginselen, die eveneens tegen den persoonljjken
dienstplicht zjjn, van de katholieken zou ver
vreemden."
Arrondissements-Rechtbank te Middelburg.
Heden (Vrjjdag) deed de rechtbankuitspraak
in de uitvoerig door ons gemelde zaak tegen
M. B., 53 j., vleesschhouwer te Ellewoutsdjjk.
De rechtbank sprak den beklaagde van het
hem ten laste gelegde, diefstal van een rund, vrjj.
Het vonnis der rechtbank bevatte o. a. de
volgende overwegingen
O. dat ter terechtzitting onder eede is ver
klaard door J. Baren en M. v. d. Plassche,
rjjkskommiezen te Ellewoutsdjjk, in overeenstem
ming met het door ben op den ambtseed opge
maakt en ter terechtzitting voorgelezen proces
verbaal, dat zij, nadat door den bekl. op 6 Jan. jl.
sehrifteljjk aangifte was gedaan van een zwart
bonten os, bestemd om te worden geslacht en
waarvan door hem als waarde was aangegeven
een bedrag van f 130, zich den volgenden dag
te zamen hebben begeven naar bekl.'s stal te
Ellewoutsdjjk, alwaar hun door zjjne moeder,
bjj afwezigheid van bemzelven, aanwjjzing is
gedaan van den aangegeven os dat zjj daaraan
eene hoogere waarde toekenden dan 130 en
mitsdien den os hebben benaderd en doen
overbrengen naar den stal van J. v. d. Hage,
nadat zjj aan bekl.'s moeder hadden aangezegd,
dat hij bij zjjne tehuiskomst ten woonhuize van
eerstgenoemden getuige voornoemd bedrag, ver
meerderd met de 7 verhooging, in ontvangst
kon komen nemen dat zjj in den namiddag
van dienzelfden dag hebben ontwaard dat de
os uit dien stal was verdwenendoor den 2en
get. en door G. v. d. Hage eensluidend dat zjj
genoemden os naar den stal van J. v. d. Hage
hebben overgebracht en nog door den 2en get.
dat hjj dien namiddag den bekl. is tegengeko
men, zittende deze in een rjjtuig en dat deze hem
toen heeft gevraagd of het waar was dat zjj
den os uit zjjn stal hadden weggevoerd en,
toen hjj daarop bevestigend antwoordde, heeft
gezegd: »dan laat ik proces-verbaal tegen jullie
opmaken"
O. dat de beklaagde de hiervoren genoemde
aangifte heeft erkend en tevens heeft bekend,
dat hjj dien os uit den stal van J. v. d. Hage
heeft doen overbrengen naar zjjn eigen stal;