N°. 78. 183" Jaargang. 1800. Woensdag April Geen wtóteliu maar eeairacM. Middelburg 1 April. Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën20 cent per regel. Bij abonnement lager. Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten benevens alle dankbetuigingen: van 17 regels f 1.50; iedere regel meer ƒ0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Bij deze courant behoort een Bijvoegsel. UIT STAB EM PROVINCIE. RECHTSZAKEN. Eene treurige zaak MIBDELBIIGSCHE (MIAMI y 'thermometer. Middelburg 1 April vm. 8 u 44 gr. au. 12 u 51 gr. av. 4 u. 48 gr. F. Verwacht verand. wind. Agenten te Vliasingen: P. Gr. db Vbt Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. v. d. Peul, te ZierikzeeA. 0. de Mooij te TholenW. A. van i Adyerteiiiilëa NnauwEinnrazEN en te Terneuzen: M. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de i moeten des namiddags te cm ui r advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmab te Rotterdam, de Gebk. Belinfante, te 's Gravenhage, en A. de la Mae Azn, te Amsterdam. aan het bureau bezorgd zün, -willen Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parfis en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger. E j des avonds nog worden opgenomen Het Utrech/sch Dagblad schrijft „Naar aanleiding der beschouwingen van de Middelb. Ct betreffende ons hoofdartikel Te regelenmerken wij op, dat naar onze overtuiging een bond van vrijzinnigen alleen dan bij ons volk blijvenden bijval en blijvenden steun zal vinden, wanneer hij geworteld is op de beginselen, de behoeften en de wenschen des volks en ten blijke daarvan uit het volk zelf is voortgesproten. „Het moet zijn eene strooming van beneden naar boven, dat beeft een fondamental wat in omgekeerde richting geschiedt is gebleken en zal ook verder blijken slechts een meteoor te zijn, die even snel verdwijnt, als hij is opgekomen en van zijn glans niets achterlaat in de harten des volks. „Wie de samenwerking van vijf geest verwante mannen en den invloed, die daarvan kan uitgaan, niet schijnt te kunnen of te willen waardeeren, gelijk tot ons leedwezen en onze bevreemding de M. C., een overigens geestverwant blad, doet, zal ook de korrels zaad versmaden, die, op tijd en in vruchtbare akkers gestrooid, vaak de schoonste en rijkste vruchten voortbrengen." Deze goed gemeende regels zijn geschreven naar aanleiding van onze vraag ot er niet een Liberale Unie bestaat, die de liberale krachten moet vereenigen, tot werken aan sporen en het volk voorlichten. Met alle waardeering van de goede be doeling en de belangstelling, die uit dit schrijven spreekt, komt het ons toch voor dat het meer getuigt van idealisme dan van practische, politieke kennis. Vijf menschen, die met elkaar eene vereeniging oprichten, zullen spoedig, wanneer zij niet meer steun vinden, uitgepraat raken en wij hebben het al zoo dikwijls gezien den moed laten zakken. Voor het nemen van het initiatief is hun aantal groot genoeg en daartoe is elke poging hunnerzijds te waardeeren; maar voor het in het leven houden eener vereeni ging is het weer te gering. Op dit punt heeft het Utr. Dagblad ons niet begrepen. Dat geestverwanten trachten propaganda te maken voor hunne beginselen is uitstekend: doch waarom, wanneer zij zoo klein in getal zijn, reeds dadelijk aan hun optreden zulk een pompeus karakter gegeven, door op de wijze van de Kiesvereeniging van Stel lendijk veieenigingetje te spelen, waarvan het ledental tevens het bestuur uitmaakt? Zonder dat kon men veel beter, na zich elk bij een algemeene vereeniging als lid te hebben aangesloten, bescheiden en kalm het hoofdbestuur eener algemeeDe vereeniging voorlichten en behulpzaam zijn bij het toe passen van propaganda-middelen. Graan die uit van zulk een hoofdbestuur, daD zullen zij meer effect maken dan van een kleiD kringetje van mannen, die zooals vaak in kleine gemeenten als profeten uit eigen omgeving weinig gewicht in de schaal leggen. En wat ons volk betreft, het is er nog verre van af dat het, evenals het Fransche en Belgische, met de politiek zich veel bemoeit, als het ware meeleeft met hetgeen er op het staatstooneel voorvalt. Zijn onver schilligheid en gemakzucht doen het op dit punt zich vermeiden in een dolce far niente. Alleen wordt een deel ervan wakker, wanneer men zijn eigenbelang prikkelt of zijn z.g kerkelijke ideeën vleit, begrippen, meestal ook niet anders dan uitvloeisels van gemak zucht, die het volk weerhoudt dieper door te denken en het liever doet varen in het zog van vader, grootvader en over-over- grootvader. Andere beginselen zijn onder het algemeen helaaszeer dun gezaaid hoo. gere aspiraties, belangstelling in de alge meene zaak vindt men daar nog zoo weinig. Maar wie slag heeft het volk in zijn zwakke punten te vleien, en het voor te stellen als de banierdragers van het eenige ware, die lieeft het gros spoedig tot zijn speelbal. Fan beneden af verwachten wij dus niet veel voor de liberale zaakwanneer men niet van boven af onder het volk betere begrippen brengt omtrent de belangen van land en volk en het de oogen tracht te openen voor de gevaren die het bedreigt, als het zich blindelings blijft onderwerpen aan valsche leidslieden, welke onder het masker van volks vriendschap het onmondig willen houden dan zal het nog lang blijven voortgaan in dezelfde sleur. Bovendien wordt en blijft het, als er van bovenaf niet andere ideeën worden bekend gemaaakt, te eenzijdig voor gelicht om, uit zichzelf gezonder begrippen te krijgen. Op dat punt blijven wij dus, al zijn wij ook geestverwanten, verschillen met het Utrechtsch Dagblad. Dit mag toch zeker wel. Het gold hierbij geen kwestie van verschil van meening in hoofdzaak, maar wel van de middelen waar mede wij het best datgene, wat wij beiden goed vinden, onder het volk brengen kunnen. En dan blijven wij bij ons gevoelen van boven af moet gewerkt worden. Dan vragen wij nogmaals en dit was de hoofdzaak van onze bewering die het Utrechtsch Dagblad niet aanroert, waar om, nu er eene Liberale Unie bestaat, nog een Bond van vrijzinnigen opgericht Om beide dood te maken. Dit zou er op loopen. Neen, liever al onze krachten op éen punt geconcentreerd, alles gedaan om die Unie sterk te maken, eerder dan door verbrok keling onzen invloed gebroken de samen werking in gevaar gebracht. 1891 dient de liberalen sterk te zien. En dat kan, dunkt ons, alleen geschieden langs den weg, dien de Liberale Unie ons wijzen kan en moet. Het Handelsblad besprak dezer dagen de Rotterdamsche schutterij-kwestie en bracht daarbij tevens in herinnering het schutterij geschil, dat eenigen tijd geleden te Zutphen plaats vond, waar 43 schutters zich tot den majoor-kommandant hadden gewend met een adres, waarin zjj het ontslag verzochten van een kapitein die hen beleedigde. Zij werden zooals men weet door den schuttersraad beboet, omdat zij dit adres aan hun onmiddel- lijken chef hadden moeten indienen. Dit nu hadden de Rotterdamsche kapiteins wel gedaan maar zij ontvingen van hun onmiddellijken chef in het geheel geen antwoord. Toen wendden zij zich tot den minister, die hen verre van heusch bejegende »Uit deze twee geschillen valt zegt het Hbld dit op te makenwanneer schutters zich beleedigd achten door hun meerderen of wanneer officieren zich verongelijkt zien door een willekeurige wijze van bevordering kunnen zij zich daarover slechts bp den onmiddellijken chef beklagen. Weigert deze de klacht door te zenden, eene menschelijke daad, wanneer hij zelf de beklaagde is, dan blijft er voor de min deren niets anders over dan die beleedigingen verder te dragen en voor de officieren niets anders dan het verzoek om ontslag. Men zou verkeerd doen deze zaken te licht te tellen. De krijgs tucht is voor de schutters zwaarder dan voor de soldaten, omdat de eersten den tijd niet hebben er aan te wennen. Zij worden telkens voor een paar uur uit het gewone leven opge roepen en moeten zich dan eensklaps allerlei dingen laten welgevallen, waartoe een vrijheid lievend Hollander zich hoogst ongaarne leent- De macht, die een meerdere over zijn minderen bezit, is zeer groot. Men heett uit bovenge noemde geschillen gezien, dat de mindere vrjjwel aan de willekeur van zijn meerdere is overge leverd. Maar juist die groote macht maakt, dat men van het kader, van den sergeant tot den kolonel, stipte rechtvaardigheid en buiten gewonen tact mag eischen. Daardoor alleen kunnen ook de eensgezindheid en de korpsgeest levendig worden gehouden. En dit is noodig vooral bij eene instelling als de schutterij, die onder eene hinderlijke impopulariteit gebukt gaat." Het blad vertrouwt dat de minister het niet zal laten enkel bij eene berisping. Eene onte vredenheid als gewekt is door de Rotterdamsche en Zutphensche schutterskwesties mag niet voortwoekeren. Het gebiecï der schutterij is toch maar al te vruchtbaar voor het zaad der ontevredenheid en tweedracht. Er moet van hoogerhand recht worden gedaan, opdat wan ordelijkheden als te Zutphen ontstaan wegens de houding van een officier en het collectief ontslag nemen van 29 officieren te Rotterdam wegens ontevredenheid over hun chef in het vervolg voorkomen worden. De le luit. L. W. van Hoek, van het reg. gren. en jagers, wordt, na het doorloopen van de leasen aan de krijgsschool, met 1 Oct. e. k gedetacheerd l>ij het 2e reg. veld art. te 's Gra venhage. De kapt. C. G. H. Heldring, van het 5e reg. inf., is bestemd om den cursus aan de normaal schietschool aldaar van 15 tot 30 April te volgen. De jongste mail uit Indië is gedateerd 28 Februari. Volgens de berichten uit Atjeh gaat kapitein Van Heutsz goed vooruit. Zijn behoud heeft hp, behalve aan zjjn jjzersterk gestel, te danken aan den sergeant Oldendorp, die hem onder 't vijandelijk vuur zoo kranig verbond, dat hij zonder gevaar kon worden vervoerd. Zijn dienst werd waargenomen door kapitein Meijer en als hij hersteld is, zal hij of geëvacueerd worden of volkomen hersteld naar Nederland gaan. Ook de luit. ter zee Spengler gaat goed vooruit, en de luit. Lange, indertijd te Edi gewond, is geheel genezen. Volgens nadere berichten hadden de Atjehers toen 8 dooden en 20 gewonden. De boot van 17 Febr. nam 180 'lijken mee, waaronder velen aan beri-beri. Buiten de linie zijn de vriendjes weer eens onderling slaags geweest er* wel onze vriend Toekoe Njaq Banta en een legerkorps van Tengkoe di Tiroe. Banta verdreef den vpand, maakte 250 patronen opkwam te Boekit Karang, waar hij de hulzen inleverde, 500 stuks nieuwe vragen en kreeg die dan ook. Wel voldaan keerde Banta huiswaarts. Lampeneroet's vuurmonden braken den ge- heelen dag hun vernielingsprojectielen uit. Op dien kleinen post (de bezetting is sterk 75 man en 2 officieren) staan thans in batterij 2 mortieren van 20 cm., 1 mortier van 12 cm., 1 achterlaad vuurmond van 12 cm., en een voor- laad van 9 cm., waarlijk voldoende om een Euro- peesche strijdmacht voor eenigen tijd van zich af te houden, maar niet groot en zwaar gemoeg om te beletten, dat Atjehers ons granaten toezenden of een henting bouwen nagenoeg onder den wal van Lampeneroet. KotaPohama doet nog zijn plicht tegen Toeankoe. Bij het zoo vischrijke water aldaar kan geen Atjeher komen, of hij wordt door projectielen van 12 cm. van daar verdreven. Met de 20 cm. mortier te Lampeneroet hebben wij een voordeeltje gehad, daar een der granaten, uit dien mortier geworpen, den vuur mond der Atjehers zeer beschadigd en eenigen hunner bedieningsmanschappen gedood heeft. Heden middag is alhier een paard, be spannen voor een sleperswagen, op hol gegaan. In de Verwerjstraat werd het dier, na veel schade te hebben aangericht, gegrepen. Tot het houden eener inspectie over de militaire gebouwen enz. te Vlissingen kwam heden morgen aldaar aan de kolonel-comman dant in het 3e genie-commandement J. H. Bolken, vergezeld van den kapitein eerst aan- wezend ingenieur J. W. N. Cramer te Bergen op Zoom. i Tot voorzitter der katholieke kiesvereeni ging te Hulst is gekozen de heer mr F. J. F. M. Walter, lid der Tweede kamer en kanton rechter aldaar. Men schrijft ons uit Biervliet In sommige bladen wordt nu en dan gewag gemaakt van een socialistisch groepje in deze gemeente, en wel omdat er in der tijd eene afdeeling voor algemeen kies- en stemrecht werd opgericht. Nu bezit onze landbouwende provincie weinig levenskracht voor dergelijke vereenigingen. De werkman, die bj de luttele fabrieks-njj verheid onzer steden zijn kost vindt, heeft vermoedelijk een beter leven dan zijn kameraad in de fabrieks- districten of in de steden met eene bevolking van tienduizenden, en is niet ontevreden. Ten plattelande, dus ook in Biervliet, had zoo'n afdeeling nog minder recht van bestaan. Ze is dan ook bezweken, zonder eenige kracht naar buiten vertoond te hebben. Of ze zonder nut gebleven is Wij gelooven het tegendeel. Een groote hoeveelheid cou ranten, brochures en geschriften zijn gelezen en besproken; en al meenen nu velen, dat die eer de ontevredenheid der bevolking opwekken, juister is het, dunkt ons, dat deze vrijmoediger werd, toen zij de dingen hoorde noemen bjj hun juisten naam, terwijl zij te gelijker tijd de beste werkgevers op hooger prijs leerde stellen en hun daardoor getrouw bleef. Arrondissemenis-Rechtbank te Middelburg. In hare heden gehouden zitting deed die rechtbank uitspraak in twee, door ons uitvoerig medegedeelde zaken, en wel le in die tegen A. T., 22 j., Blepersknecht, Middelburg, beklaagd van het veroorzaken van den dood door schuld. Hij is van het hem ten laste gelegde v rjgesproken; 2e in de zaak tegen de Engelsche, alhier gedetineerde zakkenrollerslo Charles Hoare, 60 j., commissionair te Londen, en 2o James Phillips, 65 j., commissionair te Stratford. Beiden zijn veroordeeld en wel de le ter zake van diefstal, de 2e ter zake van heling van de aan den heer Bauli ontvreemde portefeuille, de le tot 18 maanden, de 2e tot 1 jaar gevangenisstraf, met bepaling dat de door hen in verzekerde bewaring doorgebrachte tijd, bij de ten uitvoer legging van de hun opgelegde tijdelijke gevangenisstraf, geheel in vermindering zal worden gebracht, terwijl James Phillips voornoemd ter zake van de ontvreemding van de diamanten speld, toebe- hoorende aan den heer De Gorter, en van de aan den heer Hallenstein ontstolen geldswaar den, nog werd veroordeeld tot 2 jaar gevangenisstraf. Beiden in de kosten. Zij waren met hun tweeën ter terechtzitting aanwezig, evenals de tolk, die hun het gewezen vonnis in het EDgelsch mededeelde. Beiden waren uiterst kalmalleen vroeg Phillips of de tijd, dien hij in voorarrest had doorgebracht, van de gevangenisstraf werd afgetrokken. Zooals men weet was door het O. M. geëischt tegen A. T. drie maanden gevangenisstraf, tegen C. Hoare wegens diefstal drie jaren gevangenisstraf en tegen J. Phillips wegens heling een jaar en wegens diefstal vier jaren gevangenisstraf. Voorts zijn nog door de rechtbank veroor deeld wegens overtreding van rjkB-belastin- g e n (ongedekt binnenlandsch vervoer van ac- cijnegoederen, frauduleusen invoer en weigering van visitatie): Ch. L. M., Meerdonck (België), tot 2 maal 1 m. gev. en 2 maal f 10 b. s. 2 maal 10 d. h.P. v. B., 33 j., schoenmaker, en P. M., beiden Meerdonck (België), de le thans gedetineerd, ieder tot 1 m. gev. en f 10 b. s. 10 d. h.A. H., 21 j., werkman, Meerdonck (België), thans gedetineerd, tot 14 d. gev. en f 10 b. s. 10 d. h.F. T., 22 j., werkman, Kieldrecht (België), thans gedetineerd, en A. A. v. M., winkelier, Koewacht, ieder tot 14 d. gev.; F. V., koopman, St. Jansteen, C. v. P., 29 j„ schipper, Kouter (Clinge), en C. d. B., hvr. van A. d B., Koewacht, allen tot 7 d. gev., en A. I., 12 j., St. Jansteen, tot 3 d. gev. Allen in de kosten, ook in die van bekeuring, met verbeurdverklaring der aangehaalde goe deren. In zake J. M. v. L., 24 j., Bergen op Zoom, en L. 28 j., Antwerpen, zijn alleen deaan- 'gehaalde goederen verbeurd verklaard. werd vervolgens voor hetzelfde rechtscollege berecht. Op de bank der beschuldigden werd plaats genomen door de 12jarige C. d. H., zonder beroep, wonende te Terneuzen. Dit meisje wordt ten laste gelegd dat zjj in het jaar 1889 te Terneuzena op een aanslagbiljet der grondbelasting, dienst 1889, gemeente Terneu zen, ten name van Adriaan den Hamer, val- scheljk en in strjd met de waarheid het navolgende heeft gesteld »Dez 12 negen en vjjf- tig cent 59 1862 v. d. Bel", ten einde het te doen voorkomen dat door Adriaan den Hamer op 12 Dec. 1889 f 0.59 op het bedrag van den aanslag was betaald en dit was geboekt in het journaal onder no 1862 en voor ontvangst was gequiteerd door den geagreerden klerk van den rijks-ontvanger, met name Van der Bel en zulks met het oogmerk om die betaling, als echt es onvervalecbt te doen doorgaan, waaruit voor den betrokken rijks ontvanger of voor den staat nadeel is ontstaan 5 op een aanslagbiljet der personeele belasting, dienst 1189/1890, gemeente Terneuzen, ten name van A. den Hamer, valscheljjk en in strijd met de waarheid het navolgende heeft ge steld »Dez 2 vijftig cent 25, 4735 20 v. d. Bel Dez 12 zestig cent 60, 7150, 30 v. d. Bel, ten einde het te doen voorkomen dat door A. den Hamer was betaald op 2 Dec. 1889 f 0.25 op het bedrag van den aanslag en 20 cents vervolgingskosten en op 12 Dec. 1889 zestig cents op het bedrag van den aanslag en 30 cents voor vervolgingskosten en dat die betalingen waren geboekt in het journaal, respectievelijk onder no 4735 en 7150 en voor ontvangst waren gequiteerd door den geagreer den klerk van den rijks-ontvanger met name Van der Bel en zulks met het oogmerk om die betalingen als echt en onvervalscbt te doen doorgaan, waaruit voor dien rijks-ontvanger of voor den staat nadeel kan ontstaan. In deze zaak waren vier getuigen gedagvaard. De eerste, de geagreerde klerk A. v. d. Bel, ten kantore van den ontvanger te Terneuzen, ver klaarde de boven omschreven aanteekeningen op de genoemde aanslagbiljetten niet gesteld en de gemelde bedragen niet ontvangen te hebben. Verder toonde hij uit zijn journaal aan dat de op het biljet gestelde journaal- posten niet overeenstemmen. De beklaagde erkende het haar ten laste gelegde feit bedreven te hebben. Haar moe der had haar geld gegeven om te betalen, wat zij echter niet gedaan had doch dat zjj aan andere zaken had uitgegeven. Ondervraagd of zij de beteekenis van hetgeen zij gedaan had begreep antwoordde zij ontkennend. Zij zeide nimmer op het kantoor van den ontvan ger betaald te hebben en niet te weten wat uetgeec zj op de biljetten invulde betee- kende. Zij verklaarde wel te kunnen lezen en gaf daar ook bljk van. Vroeger had zij eveneens op een belasting biljet eene aanteekening gemaakt en was toen gewaarschuwd dat, als het weer gebeurde, zij »in het kot zou gestoken worden." Uit haar verdere antwoorden op gedane vragen bleek dat zjj toch wel eenig besef had dat hetgeen zij had verricht niet in den haak was. De tweede getuige L. F. van Tetterode, deur» waarder bij de belastingen, die een dwangbevel aan de moeder van bekl. had beteekend, wist niets anders te verklaren dan dat de moeder van bekl. hem toen heeft gezegd dat de be lasting betaald waszjj heeft hem op zijne vraag de biljetten ter hand gesteld, die bjj op het kantoor met het journaal deed vergeljjken. Verder deelde hjj mede dat de moeder van bekl. eene arme vrouw was. Hierop werd, als derde getuige, de moeder van de bekl., de wed. d. H., gehoord. Zjj ver klaarde hare dochter de bewuste bedragen ter hand gesteld te hebben en van haar de biljet ten weder ontvangen te hebben. De arme vrouw deelde verder onder tranen de toedracht der zaak mede en poogde zooveel mogelijk de rechtbank ten voordeele harer dochter te stemmen. Zjj trachtte het te doen voorkomen, alsof de kleine bang was om, in verband met de vroegere aanteekening, naar het kantoor van den ontvanger te gaan en daarom zelf het biljet had ingevuld. De moe der heelt de schade zooveel mogeljjk gebeterd door de bovengenoemde Bommetjes te betalen. Zjj heett hare dochter niets op de biljetten zien schrijven, zij zelve is »ongeleerd" zooals zjj zich uitdrukt en kan noch lezen noch schrj ven. De bekl. verklaarde dan ook de biljetten op school ingevuld te hebben. De brigadier der maréchausées A. v. d. Ameele gaf eenige inlichtingen omtrent het gedrag en de bekendheid van de beklaagde. Een en ander is niet gunstig. Het is bekend dat zjj meermalen geld van hare moeder heeft achter gehouden en het bedrag aan snoep besteed. De ambtenaar ven het openbaar ministerie jhr mr Schuurbeque Boejje begon met er op te wjjzen dat, als men de vervalschingen nagaat die bekl. heeft gepleegd, het opmerkeljjk is hoe dit twaalfjarige meisje gehandeld heeft met een overleg, dat een geroutineerd ambte naar haar zou kunnen benjjden. Het feit heeft bekl. bekend en ofschoon zjj verklaard heeft niet te begrijpen dat de kwij ting als ontvangbewijs diende, meende de ambtenaar dat èn uit hetgeen bekl. bj den rechter-commissaris heeft medegedeeld èn uit hetgeen te dezer zitting voorviel gebleken is, hoe zj volkomen wist wat zj deed. Verder toonde de heer Boejje aan dat belas tingbiljetten authentieke akten zijn om daarna in het licht te stellen dat de ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend zjjn bewezen.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1890 | | pagina 1