jlll N°. 77. 133® Jaargang. 1890. Dinsdag 1 April Et loluifflBBt-tersclappij. Middelburg 31 Maart. Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën20 cent per regel. Bij abonnement lager. Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten benevens alle dankbetuigingen: van 17 regels f 1.50; iedere regel meer ƒ0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. LETTEREN EN KUNST. ONDERWIJS. KERKNIEUWS. aaüaüü ÜbttNÜi iiiiiDiiiiiiKiSiiii: «)iin\T. w Theroiouietef. Agenten te Vlissingen: P. G. be "Vet Mestdagh Zoo», te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningcn: P. v. d. Peiil, te Zierikzee: A. O. de Mooij te TholenW. A. va» I Advertenilëa Middelburg 31 Maart vm. 8 o 46 gr- i Nieuwenhuijzen en te TerneuzenM. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenais de i moeten des namiddags te m. 12 u 51 gr. av. 4 u. 50 gr. P. j advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmar te Rotterdam, de Gebr. Belineante, te 's Gravenhage, en A. de da Mar Azn, te Amsterdam. V ArWa pil 1. \A/ "Wl Yl d I H ooi/1 O /«/1W t-nm TtAAv V. A4 DAM! A A t-A "Dn A*I T.AHJ1AM 4 A r^A»w.A r.v»i A rwX—Ava 1 /-. 4 A TI..1.11 jf A.i./V T TV Q_ MTX Hoofdagenten voor bet Buitenlandte Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Dahbe Cie., John F. Jones, opvolger. aan bet bureau bezorgd zjjn, willen zjj des avonds nog worden opgenomen Onze lezers willen zeker wel zoo goed zijn om met ons nog even een kijkje te nemen in Suriname, waarheen in de laatsten tijd zoo dikwijls veler gedachten waren gericht. Door den heer Keuchenius als minister van koloniën is in de Eerste kamer onlangs verklaard, dat de voorstellen van den heer Smidt tot opbeuring der kolonie Suriname voornamelijk door den tegenstand van de koloniale staten, door vooringenomenheid van sommigen tegen den ontwerper niet de goed keuring hebben verworven van enkele inge zetenen van Suriname, voor zooverre die gelegenheid hebben gehad zich daarover uit te laten. In de vergadering der Koloniale staten van Suriname van 3 Maart nu is over deze aantijging een belangrijke discussie ge voerd, waarbij de verschillende sprekers, onder liet uiten van een warme hulde aan talent, werk kracht en ijver van inr Smidt, ten stelligste ontkenden, ook al waren zij het dikwijls met hem oneens, ooit zijn plannen uit vooringeno menheid te hebben willen tegenwerken. Die vergadering werd door een overtalrijk publiek bijgewoond, dat telkens door luid applaus van zijne instemming met het gesprokene blijk gaf. Het opmerkelijkste daarvan was wel wat de heer Barnet Lyon over deze zaak zeide. „Spr. wist niet wie de men is, die volgens den afgetreden minister van koloniën het aan den tegenstand der koloniale staten toeschrijft, dat de evenbedoelde voorstellen geen gunstig onthaal zouden gevonden hebben bij eenige ingezetenen van Suriname, maar dit weet spr. wel, dat, wanneer het bewijs voor het bestaan van dien tegenstand in den boezem der koloniale staten tegen de financiëele plannen tot opbeuring der kolonie, door den oud-gouverneur Smidt ingediend, alleen geput wordt uit een redevoering, onlangs door den heer De Granada uitge sproken, dit bewijs al zeer zwak is. „Zoo met iets had de redevoering, die men hier op 'toog heeft, zeker niets te maken met deze voorstellen, stond die rede voering daarmee in niet 't minste verband. „Voor dien beweerden tegenstand ten deze in de koloniale vertegenwoordiging is geen ander bewijs aangevoerd en nu is het een feit, dat die voorstellen in deze Staten nooit zijn behandeld, daarover nooit het oordeel der Staten is gevraagd. Van waar dus die tegenstand Hoe of op welke wijze is daarvan gebleken? Spr. is dit niet bekend." Dezelfde spreker verklaarde, dat hetgeen de minister omtrent de beruchte audiëntie der vier leden-ambtenaren ten gouvernements huize had gezegd, onvolledig en dus onjuist was, doch hij achtte zich niet gerechtigd daarop in 't openbaar verder in te gaan. Een andere spreker, de heer Muller, uitte er zijn verbazing over, dat de minister voor den dag had durven komen „met de schriftuur geteekend K. H. Bergen, tot bewijs van sub missie der Para-bevolking". „Verbaasd naar wij in 't zittingverslag lezen omdat een ieder in deze kolonie weet welke waarde aan de zooeven genoemde naamteekening te hechten isverbaasd omdat den gouver neur niet onbekend mocht of kon zijn, wie K. H. Bergen is". Wat wij omtrent dien persoon in de Su- rinaamsche bladen vermeld vinden is verre van vleiend en vereerend voor hem. lu het blad Guiana o a. verklaarde een letterzetter „De persoon van K. H. Bergen kon, als leerling van Loyola, geen beter figuur maken om de profane wereld te misleiden" En hoe men in Paramaribo denkt over den man, dien de gouverneur van Suriname naar Nederland zond als zijn pleitbezorger, dit blijkt wel uit het volgende, dat Be West- Indiër in zijn nommer van 9 Maart schrijft. Daarin lezen wij „Wederom wordt er verteld, dat jhr mr Van Doorn, procureur-generaal, repatrieeren zal. „Wij zouden dit bericht niet hebben te ruggeven, omdat hetzelfde reeds twee malen gezegd is geworden, zonder dat het verwe zenlijkt werd. Thans echter schijnt de heer Van Doorn besloten te zijn, zijne hooge waardigheid neder te leggen. „Wij gelooven, dat, wordt dat werkelijk bevestigd, de overgroote meerderheid van de burgerij den heer Van Doorn bijzonder dankbaar zal blijven voor het genomen be sluit. „Als vermoedelijken opvolger van den heer Van Doorn wordt de heer mr J. Kalffj lid van het hof van justitie, genoemd, thans, ter wille van de zending van den gouverneur, in zake het conflict met de staten, in Ne derland. „Wij voor ons kunnen niet gelooven, dat Z. M. regeering er toe kan overgaan den heer Kaiff tot procureur-generaal in deze kolonie te benoemen. De ernst der bange tijden, waarin wij verkeeren, vordert dat aan het hoofd der politie een man kome, in wien de burgerij volkomen vertrouwen kan stellen niet alleen, maar die buiten de kwestie staat, welke de gemoederen thans zoo zeer vervult; en van den heer Kalff kan dit zeker niet gezegd worden. „Het land heeft rust en orde noodig, en dit zal zeker niet verkregen worden door den heer Kalff, die zulk een besliste hou ding in het bekende conflict inneemt, aan het hoofd van het departement te stellen, dat in de allereerste plaats geroepen is daartoe mede te werken. „Wordt daarom zekerheid verkregen, dat de heer Van Doorn heengaat, dan zal 'took zaak zijn, dat op de een of andere wijze de regeering bekend worde gemaakt, om, in het belang, zoowel van het moeder land als van Suriname, den heer J. Kalff niet tot procureur-generaal te benoemen, ja, dat 't zelfs wenschelijk is, hem naar Cura- £ao of Java in eene andere betrekking te verplaatsen." Dat bladen, die zich durven verstouten over den gouverneur en zijne personae gratae zoo onomwonden hunne meening te zeggen, jhr mr M. A. de Savornin Lobman een doorn in het oog zijn, laat zich begrijpen en daarom zeker besloot hij dan ook zijn hooge ontevredenheid te toocen aan dien West-lndiër. Hij greep daartoe echter een zeer klein geestig middel aan, want hij liet zijn adjudant dato 6 Maart schrijven dat Zijn Excellentie de Gouverneur van Suriname van dien dag af ophield, abonné te zijn van De West-lndi'èr Nu bleek echter spoedig dat zijn excel lentie zelve niet eens abonné van het nlad was. Wel was het gouvernement van Suriname voor verschillende exemplaren, waaronder een aan den gouverneur werd geadresseerd, geabonneerd. De drukkers en uitgevers van Be West- Indiër gaven hiervan den adjudant van den gouverneur kennis met mededeeling tevens dat zij, niettegenstaande het abon nement slechts opgezegd mag worden met het einde van het chronologisch jaar, en in geen geval te midden van een loopend kwartaal, bij deze gelegenheid de redenen wenschten te eerbiedigen, die zijne excel lentie den gouverneur mochten bewegen De West-Indiër niet meer te willen lezen. Zij zouden dus niet alleen dit blad niet verder aan den gouverneur ten gouver nementshuize laten bezorgen, maar ook het gouvernement van Suriname ontheffen van zijne wettige verplichtingen om het abonne ment te voldoen, niet alleen over de drie laatste kwartalen, maar ook over het verdere gedeelte van het loopend kwartaal van dit jaar. Op die kennisgeving volgde een nader schrijven van den adjudant des gouverneurs, inhoudende de mededeeling dat het abonne ment op Be West-Indiër zou voldaan worden tot en met het einde van het chronologisch jaar, doch het blad niet meer ten gouverne mentshuize behoefde bezorgd te worden. Wij herinneren onzen lezers dat sints dit werd geschreven jhr Yan Doorn benoemd is tot rechter te Amsterdam. De drukkers en nif 'evers toonden zich jr echter flinkzij gaven daarop kennis dat zij zich hielden aan hun schrijven, en het daarbij bedoelde abonnement op De West Indiër zouden in rekening brengen slechts tot den 6en Maart. Onze lezers houden ons ten goede dat wij hun over zulk een schijnbaar nietige zaak zoovele regelen ter lezing gevenmaar waar een hooggeplaatst man als de gouver neur van Suriname tot zulk eene klein geestigheid afdaalt, zich met zulke nietig heden inlaat, dient dit, dunkt ons, wel aan de kaak gesteld te worden. Wij plaatsten hierboven het opschrift „de Lohmannen heerschappij". Hoe in Suriname jhr. mr. M. A. de Savornin Lobman huishoudt en welke onte vredenheid daar gewekt is door zijne han delingen weten wij reeds lang en zien wij uit het bovenstaande opnieuw. Eu in ons land is het eerste optreden van jhr mr A. F. de Savornin Lohmau als mi nister van binnenlandsehe zaken ook alles behalve gelukkig geweest. Hij begon met eene inconsequentie. Toen n. 1. in de Tweede kamer bij de behande ling der pensioenwetten de heer Roëil voor stelde om beschikkingen omtrent pensioen aanvragen door den minister te doen nemen, echter met toelating van beroep op den koning, de raad van state gehoord, bestreed de nieuwe minister van binnenlandsehe zaken dit voorstel op groüd dat, naar zijne meening, een minister des konings niet va den koning is te scheidendat de daad des ministers de daad des konings is en ergo een beroep op den koning van de daad eens ministers niet be staanbaar is. Maar de heer Roëll herinnerde toen ferecht dat bij de behandeling der wijziging \ande onderwijswet het kamerlid De Savornin Lobman het idee had verdedigd om de toe kenning der subsidiën aan de bijzondere scholen door den minister te doen plaatshebben met beroep op den koning!! Als minister verwierp dus jhr mr A. F. de Savornin Lohman wat hij als kamerlid voorstond. En op die inconsequentie volgde als tweede openlijke daad eene grofheid. Onze lezers kennen de schutferij-kwestie te Rotterdam. Wij zullen niet oordeelen over, noch treden in de kwestie zelvezij schijnt een dieper liggende oorzaak te hebben dan wij, die daar buiten staan, kunnen beoordeelen. Maar het feit dat 15 officieren, onder wie de luitenant kolonel en eenige kapiteins, ook hun ontslag namen, zender dat zij bij die kwestie persoonlijk zijn betrokken, alleen uit verbolgenheid over de houding van den ministerdat verder, naar aanleiding van 's ministers houding, adressen van andere schutterijen werden ingediend en er tevens een ter teekening ligt voor de burgerij van Rotterdam, dat alles bewijst dat de minister zich zeer vergaloppeerd heeft en een blijk gaf van groote onhandigheid. Men weet dat een vijftiental officieren, voor het meerendeel kapiteins, zich in een adres aan den minister beklaagd hadden over de wijze, waarop de examens voor den kapiteins rang werden afgenomen een wijze die aan gunst eene voorname plaats liet. Zonder nu de klagers zelven te hooren sprak de minister vonnis uit, waarbij hij de heeren, alsof zij kwajongens en zijne ondergeschikten waren, eene repri mande toediende over hun onbehoorlijke houding die, volgens hem, scherpe afkeuring verdiende. Het is wellicht mogelijk dat de minister daarin gelijk had; maar in ieder geval is zijn oordeel niet van eenzijdigheid vrij te pleiten. En bovendiendie officieren hadden toch recht zich te beklagenwant dat recht is in Nederland nog niemand ontnomen. Dat de houding des ministers in de schut terswereld en in een stad als Rotterdam sensatie wekt, laat zich begrijpen. Jhr mr A. F. de Savornin Lohman wil zeker, even als zijn broeder in de West, liefst gedweeë en makke schapen die geheel aan zijn leiband loopen. Autocratisch en kleingeestig handelen is bij voorkeur het streven van jhr mr M. A. de Savornin Lohman, gouverneur van Suriname. Door inconsequentie en brutaliteit kenmer ken zich de eerste daden van jhr mr A. F. de Savornin Lohman, minister van binnen landsehe zaken van Nederland Waar het heen moet met zulke mannen aan het roer .van staatwij weten het niet. Maar wie zal niet bij zulk een heerschappij, met ons, zijn hart vasthouden over de naaste toekomst van land eD kolonie? En is het niet de ernstige plicht dei- liberalen in het land eendrachtig en krachtig op te treden om aan zulk een bestuur een einde te maken Die vragen zijn, dunkt ons, slechts bevesti gend te beantwoorden. Bij koninkljjk besluit van 21 dezer op genomen in de Staatscourant van Zondag en Maandag 30 en 31 Maart, is, met wijziging van vroegere besluiten, bepaald, dat zes loodsvaartuigen zijn bestemd voor den dienst der zeegaten van Goedereede, Brouwershaven en aan den Hoek van Holland, Yier daarvan moeten, zoo bp nacht als bij dag, in zee zijn één voor Goedereede, één voor Brouwershaven en twee voor den Hoek van Holland. Voor den afhaaldienst aan den Hoek van Holland zijn bestemd twee loodsvaartuigen, waarvan het eene den dienst buiten, het andere binnen verricht. Aan de monden der Schelde wordt het aan tal zeeloods vaartuigen gebracht op 9. Drie zijn uitsluitend bestemd voor den kustdienst, en twee daarvan moeten, zoo hij nacht als dag in zee zijn. Een dezer vaartuigen moet zich op houden vóór de Wielingen tusschen het licht schip Wandelaar en de uiterton, of zooveel meer naar binnen als in het belang der scheepvaart wenschelijk is. Het andere moet zoodanig krui sen als geschikt is om de monding der Wes- ter-Schelde te deuken. Voorts wordt het aantal matrozen en loodsen in genoemde districten, zoomede in het le district (Eems), in het 2e (Terschelling en Het Vlie), en in het 3e (Tessel), vermeerderd. Het bestuur van den Algemeenen bond van R.-K. kiesvereenigingen in Nederland zal op Maandag 14 April a. s. een algemeene verga dering te Utrecht houden, ter beraming van maatregelen, om, wat de kwestie der plaatsver vanging betreft,tot overeenstemming te geraken. Door den minister van koloniën is de heer C. E. Koch, werktuigkundig-ingenieur, gesteld ter beschikking van den gouverneur-generaal van Nederlandsch-Indië, om te worden be noemd tot ingenieur-werktuigkundige bij den artillerie-constructiewinkel te Soerabaja. De heer Joan Nieuwenhuis, vroeger redacteur van het Radicaal Weekbladlegde een maand of vijf gelêden de redactie neer om zich weder aan zijn vroeger vak bouw kundig opzichter te wijden. Hij schijnt als zoodanig echter niet dadelijk weder een vol doend bestaan te hebben gevonden en zal nu weer "de redactie opnemen. Als zijn toon er heftiger op is geworden, dan moeten wij het aan deze omstandigheden wijten. Vrouw en kinderen wil hij niet tot martelaars maken. Te Dusseldorf is op 79 jarigen leeftijd overleden de historieschilder prof. Andreas Miiller, een leerling van Cornelius. Hij schil derde met medewerking van een broeder de fresco's in de Apollinaris-kapel te Remagen. De Italiaansche schrijver Petronelli della Gattina is te Parijs overleden. Zaterdag hielden de onderwijzers uit het district Tholen, afdeeling Noord-Beveland, te Cortgene eene vergadering onder presidium vaD den heer mr L. A. Bybau. Alle leden waren tegenwoordig, behalve een paar heeren, die door ziekte verhinderd waren. De heer J. Vermeulen besprak zoo schrjjft men ods kort de [rekenboekjes van den heer Hejjboer van Scherpenisse. Uit de vele be sprekingen bleek echter dat de schrijver wel iets nieuws, maar niet iets beters had geleverd dan de boekjes van Raadersma, Wisselink en anderen. Dit oordeel geldt alleen voor de twee stukjes, die verschenen zijn. Daarna leidde de heer De Putter van Colijns- plaat het onderwerp in: sEenige ojmerkingen bij sommige rekenkundige vraagstukken". Op geestige wijze wist spreker aan te toonen hoe vele vraagstukken onpractis.'.h zijn en, omdat de school voor het leven is, alsdan ongeschikt voor de leerlingen. Cortgene werd aangewezen als plaats voor de algemeene vergaderirg. In de vergadering der afdeeling van het Ned. Ond. Genootschap, die hierop volgde en waarvan de heer J. Sturm van Cats voorzitter was, werd behandeld de circulaire van het hoofdbestuur van 5 Maart, waarbij aangedron gen wordt op eene grondige bespreking der twee nieuwe leervakken: de beginselen van het handteekenen en de vrije en ordeoefeningen der gymnastiek. Na langdurige besprekingen werd goedge vonden de algemeene vergadering te Middel burg af te wachten, vooral ook omdat voor deze twee vakken geen man van 't vak in hun midden was. Wat het leervak gymnastiek aanging, wees men op het onuitvoerbare hier van, daar hier op eene enkele uitzondering na geene (overdekte) speelplaatsen bjj de scholen aanwezig zjjn. Het eerste gedeelte der vrjj talrijke ver gadering van onderwjjzers in het arrondisse ment Zierikzee, jl. Zaterdag in die gemeente gehouden, werd zoo schrijft men ons geleid door den onder-voorzitter, den heer Bast- meijer. Nadat deze zijn leedwezen had uitge sproken over het aanstaand vertrek van den voorzitter, den heer mr D. N. van Hoytema, werden de verslagen gelezen over den toestand en de werkzaamheden der gezelschappen Wes- telijk-Schouwen, Oostlijk-Schouwen, Duiveland en Zierikzee in het jaar 1889, waaruit bleek, dat z(j in meerdere ot mindere mate hun tijd perk van bloei gehad hebben. De bibliothe caris der vereeniging deelde voorts mede, dat de boekerij thans 324 no's bevat en dat in 1889 door de leden zeer veel boeken waren aange vraagd, terwijl hij, als penningmeester rekening doende, mocht wjjzen op een batig slot- van ƒ59.10. Vóór de pauze werd nog een praatje gehou den over het in te voeren teekenonderwijs op de lagere school en over de leerwijzen, die daarvoor in den laatsten tijd verschenen zjjn. In die pauze kwam de heer Hoytema ter ver gadering, die de leiding van het tweede deel der vergadering aanvaardde Hij gaf het woord aan den heer Schoo, van Ouwerkerk, die sprak over de 2 pCt. pensioenbijdrage, voornameljjk in verhand met de meermalen geuite vraagIs deze niet te hoog Erkennende, dat zulks lastig te bepalen is vooral door de ongelijk heid van traktement van af 18 tot 65jarigen leeftijd, toonde bij aan dat ook bij gunstige gevallen de Staat er geen voordeel bp heeft en 2 pCt niet te hoog is. De voorzitter bracht hem dank voor zijne heldere uiteenzetting. Hierop verkreeg de heer M. Waale van Zie rikzee het woord, die op humoristische wjjze de waarheid aantoonde der stelling, bijna eene axiomaKennis van methode in haar geheelen omrang is voor elk, onderwijzer noodig. Ten slotte nam de voorzitter op de meeste hartelijke wijze afscheid van de leden, hun dank zeggende voor de welwillendheid en medewerking, die hij steeds mocht ondervinden. Wederkeerig brachten een drietal sprekers, met instemming der vergadering, den voorzitter en schoolopziener dank en hulde, voor wat hp sis zoodanig verricht had en uitten de besta wenschen voor zijne toekomst. De onderwijzers in het arrondissement Zie rikzee zien den heer Hoytema noode vertrekken, die door zijn hoogst humaan karakter in korten tijd aller harten won. Uit Vlisaingen schrjjft men ons Zaterdagavond jl. werd de nieuwe zaal van het Leger des Beils alhier geopend. Onlangs werd daarvan in dit blad eene beschrijving gegeven. Ter viering van deze voor het »Leger" zoo heugelijke gebeurtenis, waren verscheidene bui tengewone bijeenkomsten aangekondigd, waar van de eerste Zaterdagavond te half acht nor een aanvang nam. De zaal was geheel vol en alles liep in de beste orde af. Door verschillende sprekers (officieren) werd het woord gevoerd afgewisseld door bidden en zingen, het laatste natuurlijk dikwijls minder aangenaam voor het gehoor, daar iedereen ver zocht werd mede te zingen en velen de melodie niet kenden. Tengevolge van onvoorziene omstandigheden kon de kolonel Nicol van Engeland en maj. French van Amsterdam de openingsbpeenkomst niet hpwonen. Eerstgenoemde leidde echter dg bijeenkomsten van Zondag

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1890 | | pagina 1