Heltorrte Courant Middelburg 29 Maart. Brieven uit de Hofstad. 4 FEUILLETON* BIJVOEGSEL NOVELLE van Henri Gaullieur. YAK DE YAK Maandag 51 Maart 1890, n°. 76. 28 Maart 1890. Wjj herinneren ons nog zeer goed den tijd, dat in Nederland veelvuldig kruisen der orde van de Eikenkroon en later ook van die van den Gouden Leeuw van Nassau werden uitge deeld. Het had er toen veel van of Nederland als civiele orde niet enkel den Nederlandschen Leeuw bezat, maar of daarnevens nog de twee genoemde orden bestonden en bestemd waren om ook verdiensten van Nederlanders te erken nen en te beloonen. Tal van onze ambtenaren ontvingen het ridderlint van de Eikenkroon, ofschoon zij zelfs nooit hadden gedacht aan eenige verdienste jegens Luxemburg, waarvoor de orde dan toch bestaat. De zeer toevallige omstandigheid, dat de koning van Nederland tevens Groot-Hertog van Luxemburg is, werd oorzaak van deze verwarring van de twee staten, van hunne ingezetenen en van hunne ridderorden. Waren beide kronen niet door éen hoofd gedragen, honderden Nederlanders zouden het lintje missen, dat zij thans in het knoopsgat hebben. Later is een tijd gevolgd, waarin slechts zelden aan Nederlanders een Luxemburgsche orde werd geschonkenhet moet zelfs meer malen zijn voorgekomen, dat een minister op de wekeljjksche audientie's, die toen nog werden gehouden, den Koning-Groot-Hertog vruchteloos in overweging gaf dezen of genen te decoreeren, die wel een onderscheiding verdiende doch niet voor den Nederlandschen Leeuw in aanmerking kon komen. De vorst nam toen zeker het juiste standpunt in om geen vreemde orden te ge bruiken tot belooning van Nederlandsche ver diensten, en de ministers, die daarvan wilden doen afwijken, handelden zeker verkeerd. In den laatsten tijd schijnt zijne majesteit weder tot de oude gewoonte terug te keeren en daarover moet mij een enkel woord van het hart, al geldt het hier ook een zeer kiesche zaak, èn om den hoogen schenker èn om de begiftigden. Omtrent gewone besluiten des konings zijne meening zeggende, critiseert men niet een daad des konings maar de handeling van den minister, die dat besluit contrasig neerde benoemingen in de Eikenkroon gaan echter buiten onze ministers om en zjjn dus geheel zelfstandige daden van den Koning- Groot-Hertog. Daarom is het misschien wat gewaagd hierover ronduit zijn gevoelen te zeg gen, maar daarom ook zijn zoodanige benoe mingen van soms zeer groote beteekenis en gevolgen. Zijne majesteit volgt daarbij vaak de eerste opwelling van zijn hart, en geen raadslieden vermogen dan te wijzen op de schaduwzijden, verbonden aan onderscheidingen zooals ik thans op het oog heb. Het is bekend, dat sedert eenigen tjjd werk staking heerscht te Enschedé, en dat daar een vergadering is gehouden van fabrikanten, bij gewoond door den commissaris des konings in Overijssel en door den burgemeester, waarin de tegenover de werkstakers te volgen gedrags lijn is vastgesteld. De fabrikanten besloten onder meer geen werklieden van elkaar in dienst te nemen en de eischen der arbeiders niet in te willigen. Het spreekt van zelf, dat zjj daartoe gerechtigd zijn, maar het is tevens aan ernstigen twijfel onderhevig of de inge slagen weg wel van wijsheid en voorzichtig heid getuigt. Men gevoelt zich sterk door aaneensluiting, doch neemt het den werklieden kwalijk, wanneer deze door zich te vereenigen de behartiging van hunne gemeenschappelijke belangen trachten af te dwingen. Men handelt alzoo op een wijze, die men in anderen afkeurt, en dat nog wel terwijl men weet het langer OANADA-JAOK. Daar knalde plotseling een geweerschot hoven van de rotsen en kaatste terug tegen de wan den van het ravijn het paard viel dood neer. »Niet slecht gemikt," merkte de verkenner aan»ik schat den afstand toch wel op drie honderd meter". »Het eenige schepsel dat nog in leven was 1" hernam Canada-Jack »verder is alles doodZij gingen voort in de schaduw, en toen zij bij de karren kwamen, die het hoofd van den trein gevormd hadden, Btond Nicholls stil. Hij gaf zijn makker een wenk en kroop alleen, als een slang over den grond, in den maneschjjn voortde geelachtige tint van zijn gemslederen buis vermengde zich met de kleur van den grond. Even daarna keerde hij terug en richtte zich op zoodra hij weer in de scha duw was. »A1 die lieden zjjn morsdood. Niets dan lijken eenigen zjjn gescalpeerd." .Verder 1 fluisterde Jack. .Waarom Er is geen levende ziel van de heele karavaan aan het bloedbad ont snapt .Wie weet? Vooruit!" hernam Jack. Zjj begaven zich weer op weg. Honderd pas verder op begon Jack ook over te kunnen volhouden dan de werklieden. Dezen bevinden zich zoo ongeveer in den toestand van hen, die in eene belegerde en van weinig proviand voorziene vesting zjjn ingeslotenzjj hebben slechts de keuze tusschen overgave en onderwerping of den hongerdood. Het is in het oorlogsrecht geoorloofd van dat middel gebruik te maken, maar dat de eene van twee, bjj een arbeidscontract verbonden, partijen op een zelfde wjjze misbruik maakt van hare overmacht is niet fair. En het innemen van zulk een hoog en onverzoenlijk standpunt ge tuigt ook niet van voorzichtigheid noch van den wil om rekening te houden met het alge meen belang. Onmacht maakt soms sterk, en men vergete niet dat de uitgehongerde inwoners van een belegerde vesting soms overgaan tot een wanhopigen maar verwoeden uitval. Het heeft dan ook zeer de aandacht getrokken, dat bjj het nemen van de bedoelde besluiten de genoemde autoriteiten, staatsambtenaren, tegen woordig waren, misschien wel daartoe hebben medegewerkt, althans geen bljjk hebben ge geven de vastgestelde maatregelen af te keuren. En wat geschiedt nu Die beide autoriteiten worden door den koning-groot-hertog onmid- delljjk daarna begiftigd met eene Luxemburg sche orde, die geen andere beteekenis kan hebben dan de goedkeuring van hun optreden ten aanzien van de werkstakingen. Het is zeer te vreezen, dat dientengevolge de werkstakers nog meer dan te voren hoog zullen opgeven van het onrecht, hun thans niet slechts aange daan door de patroons maar naar het schjjnt goedgekeurd door de regeering, want zjj weten natuurljjk niet te onderscheiden tusschen daden van den koning, onder verantwoordeljjkheid van een minister verricht, en zelfstandige per- soonljjte handelingen van den groot-hertog van Luxemburg. Al neemt men volkomen aan, dat de werk stakers onbilljjke eischen stellen, dan nog moet men in onzen tjjd trachten door wat te geven en te nemen tot overeenstemming te geraken; door uit de hoogte alle onderhandeling en toenadering af te snjjden zal men waarljjk de sociale kwestie niet oplossenIntegendeel wekt men steeds meer verbittering en bereidt slechts nieuwe werkstakingen, ook elders, voor. En beide partjjen zjjn daarvan de dupes. Werk stakingen te vermjjden is vooral tegenwoordig een werkelijke noodzakelijkheid waar die meer en meer toenemen kon voor verscheidene fabri kanten het oogenblik wel eens gekomen zjjn om hunne zaken voor goed aan kant te doen, teneinde zich niet telkens aan de wisselvallige uitkomsten van grèves bloot te stellen bjj de in vele fabrieken toch al niet groote verdiensten- Hier te 's Gravenhage moeten de eigenaars eener groote fabriek reeds vast besloten zjjn om bjj de eerste werkstaking onder hunne arbeiders onmid- delljjk de fabriek voor goed te sluiten en op te heffen. De werklieden mogen aan die moge- ljjkheid ook wel eens denken, maar daarbjj is het ook de plicht der werkgevers om zooveel mogeljjk de verhouding tusschen hen en de arbeiders te verbeteren, niet om de kloof steeds wjjder te maken door elke onderhandeling, zelfs met het doel om de werklieden van hun onrecht te overtuigen, hooghartig te weigeren, en door hun de gelegenheid te benemen elders hun brood te verdienen. Ook om andere reden wordt tegenwoordig de orde der Eikenkroon geschonken, zonder dat het wel mogeljjk is de verdiensten van den daarmede begiftigde op te sporen. Het schjjnt bjjv. genoeg, dat er in een plaatsje kleine op stootjes plaats hebben, om den burgemeester het ordelint waardig te keuren. Nog zeer on langs ontving een burgemeester van een der- geljjke kleine gemeente zoodanige onderschei ding, terwjjl het bjj alle autoriteiten bekend is, dat zjjne houding ten opzichte van de ongeregeldheden ter plaatse weinig stof tot prijzen, eerder tot laken gaf. Of daardoor nu de waarde van de vorsteljjke onderscheiding wordt verhoogd en de hoogheid van het gezag wordt gediend, wie zal bevestigend ant woorden Om nog even op de sociale kwestie terug- te komen. Enschedé schjjnt ver van Berljjn te liggen, althans de werklieden in eerstge noemde plaats schjjnen zich weinig te laten gelegen liggen aan de edele bedoeling, die men den grond te kruipen, even als zjjn makker gedaan had. Zoo sleepte hjj zich tot bjj het eerste ljjk, dat van een grijsaard, naar zijn baard te oordeelen, want hjj was gescalpeerd. Hjj was afzichtelijk met zjjn bebloeden schedel en die groote, verglaasde oogen, ten hemel gericht. Ylak daarbjj lag een wagen met ge broken asde twee paarden, die er voorgespan nen waren geweest, lagen in een bloedplas en waren waarschjjnljjk gedurende den aanval op hol gegaan, zoodat zjj, véor zjj neervielen, den wagen verbrijzeld hadden. Achter in de kar lag het ljjk eener jonge vrouw. Een kogel had het zeil dat haar be schutte doorboord en haar vlak in de borst getroffen. Het stroo op den bodera van de kar was met bloed doorweekt. Jack strekte de hand uit naar een hoop dekens, die naast haar lag, en onderscheidde in de duisternis het lichaam van een kind, dat bjj de aanraking zjjner vingers een bewe ging maaktehet was een meisje van vier jaar ongeveer, dat een oude pop in de armen hield en begon te schreien. Jack had haar bljjkbaar wakker gemaakt. »Drommelsmompelde hjj, »gjj ziet er niet ziek uitDat geschreeuw zal alles nog bederven." Hjj wierp een blik op den rotstop, aarzelde een oogenblik, nam het kind op en droeg het in zjjne armen weg. Daar knalden weer twee schoten door de kloof en er floten twee kogels langs zjjne ooren. De kruipende houding, die hjj tot nog toe bewaard had versmadende, richtte Jack zich te Berljjn voor oogen houdtde verbete ring van het lot der arbeidersklasse. Vreemd toch mag het heeten, dat men, bljjkbaar on gevoelig voor alle lofwaardige pogingen die allerwege in het werk worden gesteld tot ver betering van den toestand van den fabrieks werkman, eenvoudig voortgaat met den uitslag dier pogingen vooruit te loopen en het werk te staken. Juist op het oogenblik dat de keizer van Duitschland zich aan het hoofd stelt der groote sociale beweging en de Nederlandsche regeering van hare hooge belangstelling in die gewichtige zaak doet bljjken door hare gede legeerden te zenden naar de internationale conferentie te Berljjn, werkt men in Nederland zelf mede tot uitbreiding der werkstakers epidemie, bljjkbaar een volksziekte die meer en meer dreigt in eene besmetteljjke ziekte te ontaarden. Misschien indien de werkstakers te Enschedé wisten, wat al woorden te Berljjn zijn gespro ken ten hunnen behoeve, zij onverwjjld met van schaamte neergeslagen oogen aan het werk zouden gaan. Jammer daarom dat de werk zaamheden der afgevaardigden tot hiertoe met den sluier der geheimhouding zjjn bedekt en de uitslag der conferentie eerst later zal wor den bekend gemaakt. De dagbladen doen alleen ons watertanden van de vele festiviteiten waartoe de gedelegeer den worden uitgenoodigd. Blijkbaar heeft de keizer daardoor hun zooveel mogeljjk willen vergoeden de opofferingen, die zjj zich getroos ten door uit verre landen bjjeen te komen, uitsluitend ten behoeve van de arbeidersklasse. Maar tevens ook geeft de keizer daardoor bljjk van zjjn hooge belangstelling in de groote sociale kwestie door de bjjwoning der confe rentie met opoffering van groote kosten zoo aannemeljjk mogeljjk te maken. Ook in de bereiking van dit doel is Z. M. volkomen ge slaagd, want inderdaad, terwjjl ik deze in mjjne stille studeerkamer zit te schrijven, bekruipt mjj meer dan eens de wenschbehoorde ik ook maar tot een der gedelegeerden, want be helzen de dagbladen waarheid, dan, wel is waar, moeten die heeren daar hard werken van den morgen tot den avond, maar gedu rende den avond met inbegrip van een beschei den deel van den nacht, hebben ze er een leventje als een bruinvisch. Een "katholiek-Gelderschman" betuigt in het N. v. d. D zjjne instemming met het, door ons meegedeelde protest van een katholiek, inzake den algemeenen dienstplicht en voegt daaraan nog het volgende toe »Naar de ervaringen, die ik hier en daarbjj de katholieke bevolking heb opgedaan, zjjn er ook onder de zoogenaaamde bemiddelde katholieken, wier financieele positie het toelaat een plaatsvervanger voor hunne dienstplichtige zonen te stellen, nog velen, die volstrekt niet tegen den persoonlijken dienstplicht gekant zjjn. Toen er in de laatste dagen gesproken werd van een petitionnement tot de regeering te richten en haar te verzoeken den persoonlijken dienstplicht niet in te voeren, heb ik meer dan éen bemiddeld katholiek hooren zeggenik doe niet meê. Schrjjver dezes gaat daarom nog wat verder dan de ge achte schrjjver van een protest, door te beweren, dat slechts een klein gedeelte van de katholieken het behoud der plaatsvervanging wenscht. »Dat kleine gedeelte bestaat uit fabrikanten, die hunne zonen onmogeljjk uit de zaak missen kunnen, uit landbouwers, die meenen, dat het schande is een soldatenjas te dragen, en ein- deljjk uit dorpspastoors en kapelaans, die hèt kippevel krijgen, als ze maar van een kazerne hooren spreken." Die Gelderschman is overtuigd, dat, als er op het oogenblik onder Nederlands katho lieken, zonder eenige pressie op de onder teekenaars uit te oefenen, twee petitionne menten aan de regeering circuleerden, het een om behoud, het ander om afschaffing der plaatsvervanging, op het laatste verzoekschrift meer namen zouden prjjken dan op het eerste, en onder deze laatste zou men de handteeke- ningen vinden van vele brave en aanzienljjke katholieken, die het wel meenen met hun kerk, maar ook met hun vaderland en zjjn bewoners. zich met een ongeduldig gebaar op, en schudde zjjne lange haren, als een leeuw, zjjne manen. Het kind schreide een kogel streek langs zjjn arm. »Ik zal u een andere pop geven, kindje lief!" zei hjj, alsof die belofte hare tranen kon stuiten, en was met een paar sprongen bjj Nichols, in de schaduw van een rotsblok. »Kjjk eens, Billzei hjj. »Is zjj niet om te stelen en hjj streek met zjjne groote vingers door de blonde lokken der kleine. »Ja, maar zjj gilt als een bezetene en wjj zjjn verraden." »Had ik haar dan moeten laten om komen Nicholls antwoordde niet en beschouwde de hellingen, van waar de Indiaansche schild wachten hen gade sloegen. Daarop streelde hjj het kind, dat een weinig tot bedaren kwam, en mompelde: »Zjj zal in die kar in slaap gevallen zjjn zjj heeft niet het minste letsel Zjj ziet er engelachtig uit, JackIk zal uw geweer dragen want nu komt het op vlugheid aan, wjj moeten beenen maken. De knapen, die daar boven in hinderlaag liggen, zjjn God dank geen eerste schutters En de twee mannen vloden als ganzen, met groote sprongen, zonder het hoofd om te wendennu en dan viel er uit de hoogte een schot en floot er een kogel door de duisternis en ketste vlak bjj hen tegen de rotsen. Alles ging goed tot aan den uitgang van hetravjjn; daar hield de schaduw van den rotswand eensklaps op hen te beschermen. Zjj stonden De ljjst van autocratische daden, door den gouverneur van Suriname, jhr mr M. A. de Savornin Lohman verricht, kan weêr met een worden vermeerderd. In de zitting der koloniale staten aldaar van 3 Maart deelde de heer Van Praag mee dat aan den beheerder der koloniale vaartuigen last gegeven wa3 om per de Curasao, die op den 2 Januari d.j. naar Demerary gezonden werd ter overbrenging van den heer Kalff, den gezant van jhr De Savornin Lobman naar den minister van koloniën, en van depêches van den gouverneur, geen brieven van ingezetenen mede te nemen zonder des gouverneurs speciale toestemming. Dat het met dit ongehoorde verbod ernst was, had de heer Van Praag per- soonljjk ondervonden. Daar er van twee of drie aangekomen mails brieven te beantwoorden waren, stelde hjj er niet weinig prjjs op van deze onverwachte gelegenheid om nog per Royal Mail brieven naar Europa te zenden, te kunnen gebruik maken, doch dit mocht nu niet. Dezelfde teleurstelling ondervonden verscheidene ingezetenen, waaronder de Engelsche consul, die van de gelegenheid wenschte gebruik te maken om depêches aan zjjne regeering te zenden. Zou de heer Lohman soms bevreesd zjjn ge weest dat men geheel andere berichten naar het moederland zond, die zjjn houding in een juister, zjj het voor hem ook minder vleiend, licht zouden hebben gesteld? De le luitenant A W. S. Schut, bevelheb ber van het detachement infanterie dat ge zonden werd naar Boven-Para, komt op tegen eene onjuiste voorstelling, die gegeven is van die expeditie, waardoor de indruk is ontstaan, dat de commandant, voor de overmacht beducht, het noodig achtte terug te trekken zonder iets te verrichten. Hjj verklaart 1 Dat de expeditie zelve van geheel civielen aard was en slechts door militairen werd ver gezeld om haar meer kracht bjj te zetten. 2 Dat hjj met zjjn detachement geheel ter beschikking was gesteld van den civielen amb tenaar J. Lionarons, districts-commissaris van Boven- en Beneden-Para, en hjj uit Kracht van de bestaande wetteljjk geregelde dienstverhou ding ljjdeljjk moest bljjven, tot hjj tot handelen werd geroepen door den boven hem geplaatsten burger ambtenaar. 3 Dat die uitnoodiging niet heeft plaats gehad, het advies van den commandant van het detachement niet werd gevraagd, en het terugtrekken der militairen dus geheel komt voor rekening van voornoemden districts-com missaris. In zake het verschil van gevoelen tusschen den gouverneur en de koloniale staten van Suriname merkt de minister van koloniën in zjjn antwoord op het voorloopig verslag der Tweede kamer over zjjne begrooting het vol gende op De aanteekeningen van het onderhoud tus schen den gouverneur en vier leden der staten, tevens ambtenaren, zjjn ter inzage voor de leden. Het adres, naar aanleiding van het bedoelde onderhoud door ingezetenen van Suriname in gediend, is 22 Februari jl. door den vorigen minister van koloniën beantwoord met de op merking o. a. dat voor inbreuken van bestuurs- wege op de rechten van Suriname's ingezetenen, te minder behoeft te worden gevreesd, naarmate, zoowel hunnerzjjds als door alle landsdienaren, meer burgerljjke zin, vaderlandsliefde en eer bied voor het gezag wordt betoond, en mede gewerkt wordt om het bestuur tegemoet te komen in zjjn moeiljjke taakbevordering van het welzjjn der kolonie en handhaving van gezag en orde. En ook omtrent de wjjziging van het Surinaamsche regeeringsreglement wenscht de minister zich zjjn oordeel voor te behouden. Omtrent het verleenen van vergunningen tot onderzoek naar goud in groote rivieren ontving koloniën geen bericht. Nopens de grensscheiding tusschen Nederl. en Fransch Guyana worden nog onderhandelingen met de Fransche regeering gevoerd. Bjj kon. besluit van 27 Maart is aan J. Altena op zjjn verzoek, eervol ontslag verleend als ontvanger der dir. bel. en acc. te Spanbroek c. a. Nog is benoemd tot ingenieur 2e kl. voor even stil om adem te scheppen, eer zjj zich in de open vlakte, die hen van hunne mak kers scheidde, waagden. Het kind was stil geworden en had haar armpjes om den hals van Jack geslagen. »Ik zal haar oprapen, Jack, als gjj ge troffen wordt", zei Bill Nichols. Eenige Roodhuiden daalden de helling af om hen den pas af te snjjdenmaar gelukkig stonden de paarden op den heuvel, die de troepen bezet hielden, nog gezadeld. Dit had de luitenant uit voorzichtigheid gelast, en voordat de vjjand den tijd had hen te bereiken, keerden de tweo mannen, onder het geleide der ruiters, die in galop over de vlakte waren komen aanrennen, naar het kamp terug. De Indianen trokken terstond af', daar zjj te weinig talrijk waren. Dat was de geschiedenis van de ramp, die thans bjjna vergeten is. De pers beschuldigde natuurljjk luitenant Wilcox dat hjj de land verhuizers aan de woede der Cheyennes had overgeleverd: er werd een onderzoek ingesteld, dat natuurljjk niets anders uitwees dan dat de Roodhuiden in opstand waren gekomen, omdat zjj honger leden; sedert twee jaar onderschepten de agenten al de levensmiddelen, waarop de wilde volksstam recht had men stal hun vee, hun tabak en de wollen dekens, die hun bij verdrag waren toegewezen maar daarentegen verschafte men hun bjjbels en stelde te Boston voor een tempel op hun gebied te bouwen om het geloof onder hen te verspreiden Den dag na het gevecht verdwenen de het stoomwezen, de adsp.-ingenieur voor het stoomwezen A. B. Hesselink. Ten slotte zjjn, voor den tjjd van vjjf jaren, gedetacheerd bjj het wapen der inf. van het leger in Nederlandsch-Indië, de tweede luitenants H. J. L. Muskeun van het 2e en J. Wolft', van het 3e reg. inf. en zjjn de met verlof hier te lande aanwezige le luit. der cavalerie van het leger in Ned.-Indië J. J. A. van Geen, ter zake van lichaamsgebreken, en de met verlof hier te lande aanwezige magazjjnmeester der 3e kl. (2e luit.) van het leger in Ned.- Indië A. Keim, eervol uit Zjjner Majesteits militairen dienst ontslagen, met toekenning van pensioen. Thans wordt weer uit Berljjn gemeld dat nog niet beslist is of Rotterdam dan wel Amster dam door de booten der Oost-Afrikaansche ljjn zullen worden aangedaan. Weliswaar jjveren de Zuid-Duitsche belanghebbenden zeer voor Rotterdam, maar de Hamburgsche reederkrin- gen schjjnen aan Amsterdam de voorkeur te geven, en de ljjn zelve is aan de Hamburgsche groep van Woermann toegezegd. Djjkgraaf en hoogheemraden van Schieland hebben bjj de Tweede kamer het volgend adres ingezonden, waarvan de kennisname door be sturen van polders in Zeeland ook zjjn nut kan hebben. Dit adres luidt Geven met verschuldigden eerbied te kennen djjkgraaf en hoogheemraden van Schieland, dat zjj kennis genomen hebben van het nader gewjjzigd wetsontwerp ter vaststelling van bepa lingen betreffende 's rjjks waterstaatswerken dat hun daaruit bljjkt, dat de regeering in art. 1 no 4 voorstelt aan den koning de bevoegd heid te verleenen, bjj algemeenen maatregel van inwendig bestuur (alzoo met voorbjjgang van artt. 188 en 190 der grondwet), bepalingen vast te stellen en door straffen te handhaven, be treffende het afleiden van water uit, en het afvoeren van water in openbare wateren onder beheer van het rjjk, en in de territoriale wateren; dat uit die bevoegdheid voortvloeit de macht om voor langeren of korteren tjjd het af- en aan voeren van water te verbieden of te beperken dat zjj hierdoor de belangen van het hoogheem raadschap van Schieland en van de daaronder ressorteerende polders ernstig bedreigd achten, daar het voor een waterschap een levensvoor waarde is, binnen de grenzen, door de wet of de provinciale verordeningen gesteld, vrijelijk een waterstand op zjjnen boezem en alles wat daar mede in verband staat te kunnen regelen, en dat zelfs eene tijdeljjke belemmering daarin onberekenbare schade zou toebrengen dat immers, wordt plotseling verboden, water in te laten, de landerjjen moeten verdrogen, terwjjl door het verbod om het overtollige water te loozen deze zullen overstroomen, eene ramp in geen jaren te herstellen, en waartegen steeds met groote geldeljjke opofferingen, door het maken en in werking houden van kostbare bemalingswerktuigen (die alsdan doelloos zou den zjjn) gewaakt wordt. dat het hun mogeljjk voorkomt dat voor enkele deelen des lands eene bepaling als de onderwerpeljjke noodzakeljjk kan zjjn, doch dat zjj op grond van het bovenstaande meenen te mogen beweren, dat althans zeker voor de pro vinciën Noord- en Zuid-Holland, Zeeland en een gedeelte van Utrecht (tjjden van oorlog uitgezonderd), het rjjksbelang nimmer het toe brengen van zoo groot nadeel kan eischen dat in het bjjzonder voor Schieland, waarvan de polders nagenoeg uitsluitend op de rivieren de Maas en den Hollandschen IJsel water af voeren of daaruit inlaten, de noodzakeljjkheid om, zjj het ook voor korten tjjd dit te kunnen verbieden, moet worden ontkend dat zjj daarom meenen verplicht te zjjn, zoo veel in hun vermogen is te waken, dat het voor hun hoogheemraadschap sinds eeuwen bestaande recht om vrjjeljjk water in en uit te laten, ongeschonden bewaard bljjve. Redenen waarom zjj uwe vergadering eerbiedig verzoeken het daarheen te willen leiden, dat de in art. 1 sub 4 van het bedoelde wetsontwerp voorkomende bepaling nooit van toepassing kan worden verklaard op waterschappen, die steeds vrjj en onbelemmerd op zee, rivier of kanalen water hebben geloosd of daaruit ingelaten. Roodhuidenzjj hadden te veel volk verloren om den aanval te herhalen. De soldaten moesten de doodën begraven en togen aan het werk. Men doorzocht zorgvuldig de kar, waar Jack het kind gevonden had, en vond een koffer vlak bjj het ljjk der moederop het deksel stond het volgende adres: Emma Dodge, Albany (New-York). Eenige passen verderop vond men het lijk van een jongen man, wiens verstijfde vingers nog een oud geweer omklemden. Op de kast van zjjn zilveren horloge was gegraveerd Frank Dodgedie man was dus waarschjjnljjk de echtgenoot van Emma Dodge en de vader van het kind, dat Jack gered had. Zonder verdere bewjjzen af te wachten werden zjj dus samen begraven Dank zjj de voortvarendheid en den jjver der militaire autoriteiten werd de ljjst der slachtoffers van den moord tusschen de Roode Bergen overal bekend gemaakt. Zjj was zoo nauwkeurig mogeljjk opgemaakt, zoodat bjjna allen, die in de kloof omkwamen, bekend zjjn geworden. Wat Frank en Emma Dodge betreft, die waren echter volgens den prefect van politie te Albany onbekend in die stad. Al de Dodges, die daar bekend waren, bevonden zich in goeden welstand en het kind, dat aan de ramp ont komen was, boezemde niemand belang in. {Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1890 | | pagina 5