Heltorrte Courant
Middelburg 29 Maart.
Brieven uit de Hofstad.
4 FEUILLETON*
BIJVOEGSEL
NOVELLE
van Henri Gaullieur.
YAK DE
YAK
Maandag 51 Maart 1890, n°. 76.
28 Maart 1890.
Wjj herinneren ons nog zeer goed den tijd,
dat in Nederland veelvuldig kruisen der orde
van de Eikenkroon en later ook van die van
den Gouden Leeuw van Nassau werden uitge
deeld. Het had er toen veel van of Nederland
als civiele orde niet enkel den Nederlandschen
Leeuw bezat, maar of daarnevens nog de twee
genoemde orden bestonden en bestemd waren
om ook verdiensten van Nederlanders te erken
nen en te beloonen. Tal van onze ambtenaren
ontvingen het ridderlint van de Eikenkroon,
ofschoon zij zelfs nooit hadden gedacht aan
eenige verdienste jegens Luxemburg, waarvoor
de orde dan toch bestaat. De zeer toevallige
omstandigheid, dat de koning van Nederland
tevens Groot-Hertog van Luxemburg is, werd
oorzaak van deze verwarring van de twee
staten, van hunne ingezetenen en van hunne
ridderorden. Waren beide kronen niet door
éen hoofd gedragen, honderden Nederlanders
zouden het lintje missen, dat zij thans in het
knoopsgat hebben.
Later is een tijd gevolgd, waarin slechts
zelden aan Nederlanders een Luxemburgsche
orde werd geschonkenhet moet zelfs meer
malen zijn voorgekomen, dat een minister op
de wekeljjksche audientie's, die toen nog werden
gehouden, den Koning-Groot-Hertog vruchteloos
in overweging gaf dezen of genen te decoreeren,
die wel een onderscheiding verdiende doch niet
voor den Nederlandschen Leeuw in aanmerking
kon komen. De vorst nam toen zeker het juiste
standpunt in om geen vreemde orden te ge
bruiken tot belooning van Nederlandsche ver
diensten, en de ministers, die daarvan wilden
doen afwijken, handelden zeker verkeerd.
In den laatsten tijd schijnt zijne majesteit
weder tot de oude gewoonte terug te keeren
en daarover moet mij een enkel woord van het
hart, al geldt het hier ook een zeer kiesche
zaak, èn om den hoogen schenker èn om de
begiftigden. Omtrent gewone besluiten des
konings zijne meening zeggende, critiseert men
niet een daad des konings maar de handeling
van den minister, die dat besluit contrasig
neerde benoemingen in de Eikenkroon gaan
echter buiten onze ministers om en zjjn dus
geheel zelfstandige daden van den Koning-
Groot-Hertog. Daarom is het misschien wat
gewaagd hierover ronduit zijn gevoelen te zeg
gen, maar daarom ook zijn zoodanige benoe
mingen van soms zeer groote beteekenis en
gevolgen. Zijne majesteit volgt daarbij vaak
de eerste opwelling van zijn hart, en geen
raadslieden vermogen dan te wijzen op de
schaduwzijden, verbonden aan onderscheidingen
zooals ik thans op het oog heb.
Het is bekend, dat sedert eenigen tjjd werk
staking heerscht te Enschedé, en dat daar een
vergadering is gehouden van fabrikanten, bij
gewoond door den commissaris des konings in
Overijssel en door den burgemeester, waarin
de tegenover de werkstakers te volgen gedrags
lijn is vastgesteld. De fabrikanten besloten
onder meer geen werklieden van elkaar in
dienst te nemen en de eischen der arbeiders
niet in te willigen. Het spreekt van zelf, dat
zjj daartoe gerechtigd zijn, maar het is tevens
aan ernstigen twijfel onderhevig of de inge
slagen weg wel van wijsheid en voorzichtig
heid getuigt. Men gevoelt zich sterk door
aaneensluiting, doch neemt het den werklieden
kwalijk, wanneer deze door zich te vereenigen
de behartiging van hunne gemeenschappelijke
belangen trachten af te dwingen. Men handelt
alzoo op een wijze, die men in anderen afkeurt,
en dat nog wel terwijl men weet het langer
OANADA-JAOK.
Daar knalde plotseling een geweerschot hoven
van de rotsen en kaatste terug tegen de wan
den van het ravijn het paard viel dood neer.
»Niet slecht gemikt," merkte de verkenner
aan»ik schat den afstand toch wel op drie
honderd meter".
»Het eenige schepsel dat nog in leven
was 1" hernam Canada-Jack »verder is alles
doodZij gingen voort in de schaduw, en
toen zij bij de karren kwamen, die het hoofd
van den trein gevormd hadden, Btond Nicholls
stil. Hij gaf zijn makker een wenk en kroop
alleen, als een slang over den grond, in den
maneschjjn voortde geelachtige tint van zijn
gemslederen buis vermengde zich met de kleur
van den grond. Even daarna keerde hij terug
en richtte zich op zoodra hij weer in de scha
duw was.
»A1 die lieden zjjn morsdood. Niets dan
lijken eenigen zjjn gescalpeerd."
.Verder 1 fluisterde Jack.
.Waarom Er is geen levende ziel
van de heele karavaan aan het bloedbad ont
snapt
.Wie weet? Vooruit!" hernam Jack.
Zjj begaven zich weer op weg.
Honderd pas verder op begon Jack ook over
te kunnen volhouden dan de werklieden. Dezen
bevinden zich zoo ongeveer in den toestand
van hen, die in eene belegerde en van weinig
proviand voorziene vesting zjjn ingeslotenzjj
hebben slechts de keuze tusschen overgave en
onderwerping of den hongerdood. Het is in
het oorlogsrecht geoorloofd van dat middel
gebruik te maken, maar dat de eene van twee,
bjj een arbeidscontract verbonden, partijen op
een zelfde wjjze misbruik maakt van hare
overmacht is niet fair. En het innemen van
zulk een hoog en onverzoenlijk standpunt ge
tuigt ook niet van voorzichtigheid noch van
den wil om rekening te houden met het alge
meen belang. Onmacht maakt soms sterk, en
men vergete niet dat de uitgehongerde inwoners
van een belegerde vesting soms overgaan tot
een wanhopigen maar verwoeden uitval. Het
heeft dan ook zeer de aandacht getrokken, dat
bjj het nemen van de bedoelde besluiten de
genoemde autoriteiten, staatsambtenaren, tegen
woordig waren, misschien wel daartoe hebben
medegewerkt, althans geen bljjk hebben ge
geven de vastgestelde maatregelen af te keuren.
En wat geschiedt nu Die beide autoriteiten
worden door den koning-groot-hertog onmid-
delljjk daarna begiftigd met eene Luxemburg
sche orde, die geen andere beteekenis kan
hebben dan de goedkeuring van hun optreden
ten aanzien van de werkstakingen. Het is zeer
te vreezen, dat dientengevolge de werkstakers
nog meer dan te voren hoog zullen opgeven
van het onrecht, hun thans niet slechts aange
daan door de patroons maar naar het schjjnt
goedgekeurd door de regeering, want zjj weten
natuurljjk niet te onderscheiden tusschen daden
van den koning, onder verantwoordeljjkheid
van een minister verricht, en zelfstandige per-
soonljjte handelingen van den groot-hertog van
Luxemburg.
Al neemt men volkomen aan, dat de werk
stakers onbilljjke eischen stellen, dan nog moet
men in onzen tjjd trachten door wat te geven
en te nemen tot overeenstemming te geraken;
door uit de hoogte alle onderhandeling en
toenadering af te snjjden zal men waarljjk de
sociale kwestie niet oplossenIntegendeel
wekt men steeds meer verbittering en bereidt
slechts nieuwe werkstakingen, ook elders, voor.
En beide partjjen zjjn daarvan de dupes. Werk
stakingen te vermjjden is vooral tegenwoordig
een werkelijke noodzakelijkheid waar die meer
en meer toenemen kon voor verscheidene fabri
kanten het oogenblik wel eens gekomen zjjn
om hunne zaken voor goed aan kant te doen,
teneinde zich niet telkens aan de wisselvallige
uitkomsten van grèves bloot te stellen bjj de
in vele fabrieken toch al niet groote verdiensten-
Hier te 's Gravenhage moeten de eigenaars eener
groote fabriek reeds vast besloten zjjn om bjj de
eerste werkstaking onder hunne arbeiders onmid-
delljjk de fabriek voor goed te sluiten en op
te heffen. De werklieden mogen aan die moge-
ljjkheid ook wel eens denken, maar daarbjj is
het ook de plicht der werkgevers om zooveel
mogeljjk de verhouding tusschen hen en de
arbeiders te verbeteren, niet om de kloof steeds
wjjder te maken door elke onderhandeling,
zelfs met het doel om de werklieden van hun
onrecht te overtuigen, hooghartig te weigeren,
en door hun de gelegenheid te benemen elders
hun brood te verdienen.
Ook om andere reden wordt tegenwoordig
de orde der Eikenkroon geschonken, zonder dat
het wel mogeljjk is de verdiensten van den
daarmede begiftigde op te sporen. Het schjjnt
bjjv. genoeg, dat er in een plaatsje kleine op
stootjes plaats hebben, om den burgemeester
het ordelint waardig te keuren. Nog zeer on
langs ontving een burgemeester van een der-
geljjke kleine gemeente zoodanige onderschei
ding, terwjjl het bjj alle autoriteiten bekend
is, dat zjjne houding ten opzichte van de
ongeregeldheden ter plaatse weinig stof tot
prijzen, eerder tot laken gaf. Of daardoor nu
de waarde van de vorsteljjke onderscheiding
wordt verhoogd en de hoogheid van het gezag
wordt gediend, wie zal bevestigend ant
woorden
Om nog even op de sociale kwestie terug-
te komen. Enschedé schjjnt ver van Berljjn
te liggen, althans de werklieden in eerstge
noemde plaats schjjnen zich weinig te laten
gelegen liggen aan de edele bedoeling, die men
den grond te kruipen, even als zjjn makker
gedaan had. Zoo sleepte hjj zich tot bjj het
eerste ljjk, dat van een grijsaard, naar zijn
baard te oordeelen, want hjj was gescalpeerd.
Hjj was afzichtelijk met zjjn bebloeden schedel
en die groote, verglaasde oogen, ten hemel
gericht. Ylak daarbjj lag een wagen met ge
broken asde twee paarden, die er voorgespan
nen waren geweest, lagen in een bloedplas en
waren waarschjjnljjk gedurende den aanval op
hol gegaan, zoodat zjj, véor zjj neervielen, den
wagen verbrijzeld hadden.
Achter in de kar lag het ljjk eener jonge
vrouw. Een kogel had het zeil dat haar be
schutte doorboord en haar vlak in de borst
getroffen. Het stroo op den bodera van de
kar was met bloed doorweekt.
Jack strekte de hand uit naar een hoop
dekens, die naast haar lag, en onderscheidde
in de duisternis het lichaam van een kind,
dat bjj de aanraking zjjner vingers een bewe
ging maaktehet was een meisje van vier
jaar ongeveer, dat een oude pop in de armen
hield en begon te schreien. Jack had haar
bljjkbaar wakker gemaakt.
»Drommelsmompelde hjj, »gjj ziet er
niet ziek uitDat geschreeuw zal alles nog
bederven."
Hjj wierp een blik op den rotstop, aarzelde
een oogenblik, nam het kind op en droeg het
in zjjne armen weg.
Daar knalden weer twee schoten door de
kloof en er floten twee kogels langs zjjne
ooren. De kruipende houding, die hjj tot nog
toe bewaard had versmadende, richtte Jack
zich te Berljjn voor oogen houdtde verbete
ring van het lot der arbeidersklasse. Vreemd
toch mag het heeten, dat men, bljjkbaar on
gevoelig voor alle lofwaardige pogingen die
allerwege in het werk worden gesteld tot ver
betering van den toestand van den fabrieks
werkman, eenvoudig voortgaat met den uitslag
dier pogingen vooruit te loopen en het werk
te staken. Juist op het oogenblik dat de keizer
van Duitschland zich aan het hoofd stelt der
groote sociale beweging en de Nederlandsche
regeering van hare hooge belangstelling in die
gewichtige zaak doet bljjken door hare gede
legeerden te zenden naar de internationale
conferentie te Berljjn, werkt men in Nederland
zelf mede tot uitbreiding der werkstakers
epidemie, bljjkbaar een volksziekte die meer
en meer dreigt in eene besmetteljjke ziekte te
ontaarden.
Misschien indien de werkstakers te Enschedé
wisten, wat al woorden te Berljjn zijn gespro
ken ten hunnen behoeve, zij onverwjjld met
van schaamte neergeslagen oogen aan het werk
zouden gaan. Jammer daarom dat de werk
zaamheden der afgevaardigden tot hiertoe met
den sluier der geheimhouding zjjn bedekt en
de uitslag der conferentie eerst later zal wor
den bekend gemaakt.
De dagbladen doen alleen ons watertanden
van de vele festiviteiten waartoe de gedelegeer
den worden uitgenoodigd. Blijkbaar heeft de
keizer daardoor hun zooveel mogeljjk willen
vergoeden de opofferingen, die zjj zich getroos
ten door uit verre landen bjjeen te komen,
uitsluitend ten behoeve van de arbeidersklasse.
Maar tevens ook geeft de keizer daardoor bljjk
van zjjn hooge belangstelling in de groote
sociale kwestie door de bjjwoning der confe
rentie met opoffering van groote kosten zoo
aannemeljjk mogeljjk te maken. Ook in de
bereiking van dit doel is Z. M. volkomen ge
slaagd, want inderdaad, terwjjl ik deze in mjjne
stille studeerkamer zit te schrijven, bekruipt
mjj meer dan eens de wenschbehoorde ik
ook maar tot een der gedelegeerden, want be
helzen de dagbladen waarheid, dan, wel is
waar, moeten die heeren daar hard werken
van den morgen tot den avond, maar gedu
rende den avond met inbegrip van een beschei
den deel van den nacht, hebben ze er een
leventje als een bruinvisch.
Een "katholiek-Gelderschman" betuigt in
het N. v. d. D zjjne instemming met het, door ons
meegedeelde protest van een katholiek, inzake
den algemeenen dienstplicht en voegt daaraan
nog het volgende toe »Naar de ervaringen, die
ik hier en daarbjj de katholieke bevolking heb
opgedaan, zjjn er ook onder de zoogenaaamde
bemiddelde katholieken, wier financieele positie
het toelaat een plaatsvervanger voor hunne
dienstplichtige zonen te stellen, nog velen,
die volstrekt niet tegen den persoonlijken
dienstplicht gekant zjjn. Toen er in de laatste
dagen gesproken werd van een petitionnement
tot de regeering te richten en haar te verzoeken
den persoonlijken dienstplicht niet in te voeren,
heb ik meer dan éen bemiddeld katholiek
hooren zeggenik doe niet meê. Schrjjver
dezes gaat daarom nog wat verder dan de ge
achte schrjjver van een protest, door te beweren,
dat slechts een klein gedeelte van de katholieken
het behoud der plaatsvervanging wenscht.
»Dat kleine gedeelte bestaat uit fabrikanten,
die hunne zonen onmogeljjk uit de zaak missen
kunnen, uit landbouwers, die meenen, dat het
schande is een soldatenjas te dragen, en ein-
deljjk uit dorpspastoors en kapelaans, die hèt
kippevel krijgen, als ze maar van een kazerne
hooren spreken."
Die Gelderschman is overtuigd, dat, als er
op het oogenblik onder Nederlands katho
lieken, zonder eenige pressie op de onder
teekenaars uit te oefenen, twee petitionne
menten aan de regeering circuleerden, het een
om behoud, het ander om afschaffing der
plaatsvervanging, op het laatste verzoekschrift
meer namen zouden prjjken dan op het eerste,
en onder deze laatste zou men de handteeke-
ningen vinden van vele brave en aanzienljjke
katholieken, die het wel meenen met hun kerk,
maar ook met hun vaderland en zjjn bewoners.
zich met een ongeduldig gebaar op, en schudde
zjjne lange haren, als een leeuw, zjjne
manen. Het kind schreide een kogel streek
langs zjjn arm.
»Ik zal u een andere pop geven, kindje
lief!" zei hjj, alsof die belofte hare tranen
kon stuiten, en was met een paar sprongen bjj
Nichols, in de schaduw van een rotsblok.
»Kjjk eens, Billzei hjj. »Is zjj niet
om te stelen en hjj streek met zjjne groote
vingers door de blonde lokken der kleine.
»Ja, maar zjj gilt als een bezetene
en wjj zjjn verraden."
»Had ik haar dan moeten laten om
komen
Nicholls antwoordde niet en beschouwde de
hellingen, van waar de Indiaansche schild
wachten hen gade sloegen.
Daarop streelde hjj het kind, dat een weinig
tot bedaren kwam, en mompelde:
»Zjj zal in die kar in slaap gevallen zjjn
zjj heeft niet het minste letsel Zjj ziet
er engelachtig uit, JackIk zal uw
geweer dragen want nu komt het op vlugheid
aan, wjj moeten beenen maken. De knapen,
die daar boven in hinderlaag liggen, zjjn God
dank geen eerste schutters
En de twee mannen vloden als ganzen,
met groote sprongen, zonder het hoofd om te
wendennu en dan viel er uit de hoogte een
schot en floot er een kogel door de duisternis
en ketste vlak bjj hen tegen de rotsen. Alles
ging goed tot aan den uitgang van hetravjjn;
daar hield de schaduw van den rotswand
eensklaps op hen te beschermen. Zjj stonden
De ljjst van autocratische daden, door den
gouverneur van Suriname, jhr mr M. A. de
Savornin Lohman verricht, kan weêr met een
worden vermeerderd.
In de zitting der koloniale staten aldaar van
3 Maart deelde de heer Van Praag mee dat
aan den beheerder der koloniale vaartuigen
last gegeven wa3 om per de Curasao, die op
den 2 Januari d.j. naar Demerary gezonden
werd ter overbrenging van den heer Kalff, den
gezant van jhr De Savornin Lobman naar den
minister van koloniën, en van depêches van
den gouverneur, geen brieven van ingezetenen
mede te nemen zonder des gouverneurs speciale
toestemming. Dat het met dit ongehoorde
verbod ernst was, had de heer Van Praag per-
soonljjk ondervonden. Daar er van twee of
drie aangekomen mails brieven te beantwoorden
waren, stelde hjj er niet weinig prjjs op van
deze onverwachte gelegenheid om nog per
Royal Mail brieven naar Europa te zenden, te
kunnen gebruik maken, doch dit mocht nu niet.
Dezelfde teleurstelling ondervonden verscheidene
ingezetenen, waaronder de Engelsche consul,
die van de gelegenheid wenschte gebruik te
maken om depêches aan zjjne regeering te zenden.
Zou de heer Lohman soms bevreesd zjjn ge
weest dat men geheel andere berichten naar
het moederland zond, die zjjn houding in een
juister, zjj het voor hem ook minder vleiend,
licht zouden hebben gesteld?
De le luitenant A W. S. Schut, bevelheb
ber van het detachement infanterie dat ge
zonden werd naar Boven-Para, komt op tegen
eene onjuiste voorstelling, die gegeven is van
die expeditie, waardoor de indruk is ontstaan,
dat de commandant, voor de overmacht beducht,
het noodig achtte terug te trekken zonder iets
te verrichten. Hjj verklaart
1 Dat de expeditie zelve van geheel civielen
aard was en slechts door militairen werd ver
gezeld om haar meer kracht bjj te zetten.
2 Dat hjj met zjjn detachement geheel ter
beschikking was gesteld van den civielen amb
tenaar J. Lionarons, districts-commissaris van
Boven- en Beneden-Para, en hjj uit Kracht van
de bestaande wetteljjk geregelde dienstverhou
ding ljjdeljjk moest bljjven, tot hjj tot handelen
werd geroepen door den boven hem geplaatsten
burger ambtenaar.
3 Dat die uitnoodiging niet heeft plaats
gehad, het advies van den commandant van
het detachement niet werd gevraagd, en het
terugtrekken der militairen dus geheel komt
voor rekening van voornoemden districts-com
missaris.
In zake het verschil van gevoelen tusschen
den gouverneur en de koloniale staten van
Suriname merkt de minister van koloniën in
zjjn antwoord op het voorloopig verslag der
Tweede kamer over zjjne begrooting het vol
gende op
De aanteekeningen van het onderhoud tus
schen den gouverneur en vier leden der staten,
tevens ambtenaren, zjjn ter inzage voor de leden.
Het adres, naar aanleiding van het bedoelde
onderhoud door ingezetenen van Suriname in
gediend, is 22 Februari jl. door den vorigen
minister van koloniën beantwoord met de op
merking o. a. dat voor inbreuken van bestuurs-
wege op de rechten van Suriname's ingezetenen,
te minder behoeft te worden gevreesd, naarmate,
zoowel hunnerzjjds als door alle landsdienaren,
meer burgerljjke zin, vaderlandsliefde en eer
bied voor het gezag wordt betoond, en mede
gewerkt wordt om het bestuur tegemoet te
komen in zjjn moeiljjke taakbevordering van
het welzjjn der kolonie en handhaving van gezag
en orde. En ook omtrent de wjjziging van het
Surinaamsche regeeringsreglement wenscht de
minister zich zjjn oordeel voor te behouden.
Omtrent het verleenen van vergunningen
tot onderzoek naar goud in groote rivieren
ontving koloniën geen bericht. Nopens de
grensscheiding tusschen Nederl. en Fransch
Guyana worden nog onderhandelingen met de
Fransche regeering gevoerd.
Bjj kon. besluit van 27 Maart is aan J. Altena
op zjjn verzoek, eervol ontslag verleend als
ontvanger der dir. bel. en acc. te Spanbroek c. a.
Nog is benoemd tot ingenieur 2e kl. voor
even stil om adem te scheppen, eer zjj zich
in de open vlakte, die hen van hunne mak
kers scheidde, waagden. Het kind was stil
geworden en had haar armpjes om den hals
van Jack geslagen.
»Ik zal haar oprapen, Jack, als gjj ge
troffen wordt", zei Bill Nichols.
Eenige Roodhuiden daalden de helling af
om hen den pas af te snjjdenmaar gelukkig
stonden de paarden op den heuvel, die de
troepen bezet hielden, nog gezadeld. Dit had
de luitenant uit voorzichtigheid gelast, en
voordat de vjjand den tijd had hen te bereiken,
keerden de tweo mannen, onder het geleide der
ruiters, die in galop over de vlakte waren
komen aanrennen, naar het kamp terug.
De Indianen trokken terstond af', daar zjj te
weinig talrijk waren.
Dat was de geschiedenis van de ramp, die
thans bjjna vergeten is. De pers beschuldigde
natuurljjk luitenant Wilcox dat hjj de land
verhuizers aan de woede der Cheyennes had
overgeleverd: er werd een onderzoek ingesteld,
dat natuurljjk niets anders uitwees dan dat
de Roodhuiden in opstand waren gekomen,
omdat zjj honger leden; sedert twee jaar
onderschepten de agenten al de levensmiddelen,
waarop de wilde volksstam recht had men
stal hun vee, hun tabak en de wollen dekens,
die hun bij verdrag waren toegewezen maar
daarentegen verschafte men hun bjjbels en
stelde te Boston voor een tempel op hun
gebied te bouwen om het geloof onder hen te
verspreiden
Den dag na het gevecht verdwenen de
het stoomwezen, de adsp.-ingenieur voor het
stoomwezen A. B. Hesselink.
Ten slotte zjjn, voor den tjjd van vjjf jaren,
gedetacheerd bjj het wapen der inf. van het
leger in Nederlandsch-Indië, de tweede luitenants
H. J. L. Muskeun van het 2e en J. Wolft', van
het 3e reg. inf. en zjjn de met verlof hier te
lande aanwezige le luit. der cavalerie van
het leger in Ned.-Indië J. J. A. van Geen,
ter zake van lichaamsgebreken, en de met
verlof hier te lande aanwezige magazjjnmeester
der 3e kl. (2e luit.) van het leger in Ned.-
Indië A. Keim, eervol uit Zjjner Majesteits
militairen dienst ontslagen, met toekenning van
pensioen.
Thans wordt weer uit Berljjn gemeld dat
nog niet beslist is of Rotterdam dan wel Amster
dam door de booten der Oost-Afrikaansche ljjn
zullen worden aangedaan. Weliswaar jjveren
de Zuid-Duitsche belanghebbenden zeer voor
Rotterdam, maar de Hamburgsche reederkrin-
gen schjjnen aan Amsterdam de voorkeur te
geven, en de ljjn zelve is aan de Hamburgsche
groep van Woermann toegezegd.
Djjkgraaf en hoogheemraden van Schieland
hebben bjj de Tweede kamer het volgend adres
ingezonden, waarvan de kennisname door be
sturen van polders in Zeeland ook zjjn nut kan
hebben. Dit adres luidt
Geven met verschuldigden eerbied te kennen
djjkgraaf en hoogheemraden van Schieland,
dat zjj kennis genomen hebben van het nader
gewjjzigd wetsontwerp ter vaststelling van bepa
lingen betreffende 's rjjks waterstaatswerken
dat hun daaruit bljjkt, dat de regeering in
art. 1 no 4 voorstelt aan den koning de bevoegd
heid te verleenen, bjj algemeenen maatregel van
inwendig bestuur (alzoo met voorbjjgang van
artt. 188 en 190 der grondwet), bepalingen vast
te stellen en door straffen te handhaven, be
treffende het afleiden van water uit, en het
afvoeren van water in openbare wateren onder
beheer van het rjjk, en in de territoriale wateren;
dat uit die bevoegdheid voortvloeit de macht
om voor langeren of korteren tjjd het af- en aan
voeren van water te verbieden of te beperken
dat zjj hierdoor de belangen van het hoogheem
raadschap van Schieland en van de daaronder
ressorteerende polders ernstig bedreigd achten,
daar het voor een waterschap een levensvoor
waarde is, binnen de grenzen, door de wet of de
provinciale verordeningen gesteld, vrijelijk een
waterstand op zjjnen boezem en alles wat daar
mede in verband staat te kunnen regelen, en
dat zelfs eene tijdeljjke belemmering daarin
onberekenbare schade zou toebrengen
dat immers, wordt plotseling verboden, water
in te laten, de landerjjen moeten verdrogen,
terwjjl door het verbod om het overtollige water
te loozen deze zullen overstroomen, eene ramp
in geen jaren te herstellen, en waartegen steeds
met groote geldeljjke opofferingen, door het
maken en in werking houden van kostbare
bemalingswerktuigen (die alsdan doelloos zou
den zjjn) gewaakt wordt.
dat het hun mogeljjk voorkomt dat voor
enkele deelen des lands eene bepaling als de
onderwerpeljjke noodzakeljjk kan zjjn, doch dat
zjj op grond van het bovenstaande meenen te
mogen beweren, dat althans zeker voor de pro
vinciën Noord- en Zuid-Holland, Zeeland en
een gedeelte van Utrecht (tjjden van oorlog
uitgezonderd), het rjjksbelang nimmer het toe
brengen van zoo groot nadeel kan eischen
dat in het bjjzonder voor Schieland, waarvan
de polders nagenoeg uitsluitend op de rivieren
de Maas en den Hollandschen IJsel water af
voeren of daaruit inlaten, de noodzakeljjkheid
om, zjj het ook voor korten tjjd dit te kunnen
verbieden, moet worden ontkend
dat zjj daarom meenen verplicht te zjjn, zoo
veel in hun vermogen is te waken, dat het voor
hun hoogheemraadschap sinds eeuwen bestaande
recht om vrjjeljjk water in en uit te laten,
ongeschonden bewaard bljjve.
Redenen waarom zjj uwe vergadering eerbiedig
verzoeken het daarheen te willen leiden, dat de
in art. 1 sub 4 van het bedoelde wetsontwerp
voorkomende bepaling nooit van toepassing kan
worden verklaard op waterschappen, die steeds
vrjj en onbelemmerd op zee, rivier of kanalen
water hebben geloosd of daaruit ingelaten.
Roodhuidenzjj hadden te veel volk verloren
om den aanval te herhalen. De soldaten
moesten de doodën begraven en togen aan het
werk.
Men doorzocht zorgvuldig de kar, waar Jack
het kind gevonden had, en vond een koffer
vlak bjj het ljjk der moederop het deksel
stond het volgende adres: Emma Dodge,
Albany (New-York).
Eenige passen verderop vond men het lijk
van een jongen man, wiens verstijfde vingers
nog een oud geweer omklemden. Op de kast
van zjjn zilveren horloge was gegraveerd
Frank Dodgedie man was dus waarschjjnljjk
de echtgenoot van Emma Dodge en de vader
van het kind, dat Jack gered had. Zonder
verdere bewjjzen af te wachten werden zjj dus
samen begraven
Dank zjj de voortvarendheid en den jjver
der militaire autoriteiten werd de ljjst der
slachtoffers van den moord tusschen de Roode
Bergen overal bekend gemaakt. Zjj was zoo
nauwkeurig mogeljjk opgemaakt, zoodat bjjna
allen, die in de kloof omkwamen, bekend zjjn
geworden.
Wat Frank en Emma Dodge betreft, die
waren echter volgens den prefect van politie
te Albany onbekend in die stad. Al de Dodges,
die daar bekend waren, bevonden zich in goeden
welstand en het kind, dat aan de ramp ont
komen was, boezemde niemand belang in.
{Wordt vervolgd.)