N°. 64
133e Jaargang.
1390.
Maandag
17 Maart.
DINSDAG TER STERRllS!
Deze courant verschijnt dagelijks;
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën20 cent per regel. Bij abonnement lager.
Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten benevens alle
dankbetuigingen: van 1—7 regels 1.50;
iedere regel meer ƒ0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Bij deze courant behoort een Bijvoegsel.
Middelburg 15 Maart,
LETTEREN EN KUNST.
Rlusicalia.
ONDERWIJS.
MIDDELBIRGSCHE KI l!ü VI.
v
Thermometer.
Middelburg 15 Maart vm. 8 u 45 gr.
m. 12 u 54 gr. ay. 4 u. 56 gr. F.
Verwacht Z. wind.
Agenten te Vlissingen: P. G. de Vet Hestdagh Zoom, te Goes: A. A. W. Bolland, te Krainingen: F. y. d. Pbijl, te Zierikzee: A. O. de Mooij te Tholen: W. A. van
Nibuwenhuijzen en te TerneuzenM. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de
advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmab te Rotterdam, de Gebb. Belintante, te "s Gravenhage, en A. de la Mab Azn, te Amsterdam.
Hoofdagenten voor het Buitenland: te Pargs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daubs Cie., John F. Jokes, opvolger.
Wat zouden de liberalen in het district
Goes bij de aanstaande verkiezing voor een
lid der Tweede kamer doen
Ziedaar de vraag welke in den laatsten
tijd opkwam bij velen, die in de politieke
zaak belangstellen.
Zouden zij,' gedachtig aan de nederlaag
van 1888, zich onthouden
Of zouden de leiders der liberale partij
in de jongste politieke gebeurtenissen aan
leiding vinden om een poging te wagen tot
aaneensluiting van allo gelijkdenkenden, ten
einde, evenals vroeger, een krachtig protest
te doen hooren
En het schijnt dat geen lang beraad noo-
dig is geweest om tot het laatste te be
sluiten dat, toen men eenmaal tot overleg
kwam, weldra de beslissing viel in een zin,
die niet getuigde van moedeloosheid maar
van opgewektheid om ten minste te doen
wat men kan.
Er werd een candidaat gesteld.
De heer J. H. C. Heijse was de aangewezen
man; en hij liet zich de candidatuur wel
gevallen.
Deze keuze noemen wij een zeer gelukkige.
De heer Heijse is een liberaal man.
De heer Heijse is een man van kennis.
De heer Heijse is een man van het woord,
maar vooral ook van de daad.
Met zulk een candidaat maakt de liberale
party een goed figuur en kan een neerlaag
haar nooit tot schande worden gerekend.
Elke stem, die op hem wordt uitgebracht,
legt gewicht in de schaal, omdat hij geldt
een persoon, die aan wezenlijke vrijzinnigheid
paart de ervaring van de praktijk.
De staatkundige gebeurtenissen, die deze
verkiezing noodzakelijk maakten, liggen ons
versch in het geheugen.
Nadat jaren lang de heer Keuchenius tal
van ministers van koloniën had achtervolgd
met zijne scherpe, eentonige en langdradige
philippica's; waaraan echter deze goede zijde
was verbonden dat zij getuigden van zijn
kennis van Indië en de behoeften onzer
koloniën brachten de verkiezingen van
1888 een anti-liberaal kabinet aan het bewind,
waarin hij een plaats innam als minister
van koloniën.
Er werd mr. Keuchenius daardoor gele
genheid gegeven eens te toonen, wat hij
konte bewijzen dat hij niet alleen verstond
de kunst van critiseeren maar ook die van
te verbeteren.
En het scheen dat hij die richting zou
inslaan.
Herinneren wij ons slechts even wat bij de
eerste openingsrede, door het pas opgetreden
kabinet uitgesproken, door mr. Keuchenius
in zijn nieuwe, lang door hem begeerde
betrekking werd beloofd
„Met betrekking tot Nederlandsch Oost
en West Indië verlangt" zoo heette het
in die rede „'s konings regeering ernstig
dat de heerschappij van Nederland aan die
bezittingen tot zegen en dat verlevendiging
van landbouw, handel en nijverheid tot
verhoogde algemeene welvaart, zoowel onder
de volken van Indië als onder de ingezete
nen van het rijk zelf, bijdrage.
„De nood, door geringe koffieoogsten en
andere oorzaken ontstaan, zal zooveel moge
lijk worden gelenigd door matiging bij het
invorderen van belastingen, door de bevol
king te ontheffen van onbetaalde diensten
en door het aanleggen van haar te nutte
komende openbare werken.
„Naar verbetering van den toestand op
Sumatra, waardoor eene vreedzame oplos
sing der geschillen met Atjeh mogelijk worde,
wordt gestreefd.
„De herziening der wet op het beheer en de
verantwoording van de Indische geldmid
delen, alsmede eene algemeene verordening
op het mijnwezen worden voorbereid.
AdverieatlëH
moeten des namiddags te eeai m r
aan het bureau bezorgd zjjn, willen
zjj des avonds nogworden opgenon.en
„In verband hiermede zal ook de door
den tijd noodzakelijk geworden herziening
van enkele bepalingen van het Indische
regeerings-reglement aan de orde worden
gesteld."
Dit programma, geheel geschoeid op den
grondslag eener liberale politiek, was in
ieder geval een rijk program. En opge
wonden riep de Standaard destijds uitKo
loniën neemt voor het eerst na lange jaren
weêr een plaats met eere op het ministe-
rieele program in". En het voorzichtige,
gematigd liberale Utrechtsch Dagblad schreef:
„De paragraaf omtrent het koloniaal beleid
is de eenige, die wat belooft. Zij is blijk
baar door iemand geschreven, die op kolo
niaal gebied iets meer kan geven dan schoone
phrasesde heer Keuchenius is dan ook in
dezen de vrijzinnige beginselen toegedaan".
Juist: de heer Keuchenius kon, neen dat
niet alleen, krachtens zijn verleden moest
hij meer geven dan schoone phrases, vooral
na de verzekeringen waarmee hij als mi
nister optrad.
Hij getuigde dat er werk was aan den
politieken winkel, veel en noodzakelijk, vooral
na de laatste jaren van stilstand onder mi
nisteries van halfslachtige kleur.
En wat heeft hij gedaan
In een volgende openingsrede nam de
paragraaf voor Indië een bescheiden plaats
inen dit was goed ook, want de lange
lijst van beloften bleef nog onuitgevoerd en
getuigde voortdurend van de werkeloosheid
eens ministers, die zijn tijd verbeuzelde met
allerlei nietigheden en aanschrijvingen over
zaken, die zijn godsdienst raakten, maar
Indië's welvaart achter in plaats van vooruit
voerden, omdat zij het gevaarlijkste gifdat
van den godsdiensthaat strooiden in een
kring, waar enkele vonken voldoende zijn
om een hevigen en gevaarlijken brand te
veroorzaken.
En in de Tweede kamer gingen zelfs
stem nen op onder bondgenooten om te waar
schuwen tegen de heillooze politiek van mr
Keuchenius, dien men in dat college echter
niet dorst te doen vallenmaar de Eerste,
niet gebonden aan dezen „christenstaatsman",
meende en terecht dat Indië's belang
meebracht een einde te maken aan zijn
ministerieel leven.
De kracht van dat votum, vooral onder
bet licht van al hetgeen daaraan vooraf ging,
hebben wij indertijd onzen lezers blootgelegd.
En zoo viel mr Keuchenius, en hij kon
zijn val aan niets anders wijten dan aan
zich zeiven. Keuchenius heeft als staatsman
schandelijk fiasco gemaakt.
Hij wilde in Indië wel getuigen van zijn
geloofmaar Indië redden en opbeuren wilde
hij niet.
En dat is te meer af te keuren, omdat
hij, de
man, volkomen
op de hoogte van
Indische toestanden, en daarom zelfs door
liberalen op dit punt als een medestander
tegroet, wist wat er gedaan moest worden
om den toestand in Indië te verbeteren.
Hij pleegde dus verzuim willens en weteDS.
En zulk een man wil men Goes d win jen
als zijn afgevaardigde in de kamer te brengen.
De tegenpartij heeft ons, liberalen, meer
malen verweten dat wij den godsdienst in
den politieken strijd mengden; en daarbij de
heide bondgenooten tegen elkaar in het
harnas joegen.
En dit deed zij vooral, wanneer het gold
mr Keuchenius, aan wiens bekende antipathie
jegens de katholieken het noodig was telkens
eens te herinneren.
Maar wij vragen: welk karakter draagt
ditmaal vooral die strijd in het Goesche
district
Wordt Keuchenius op den voorgrond ge
steld als staatsman, als politicus
Zijn eigen vrienden stellen dit liefst terzij.
En als er sprake is van zijn val als minister,
dan heet het dat die „geliefde broeder"
smaad leed om der geloofswille. Hij was
christenhelyder en daarom was en is hij dr
Kuyper vooral zoo dierbaar. Daarom moest
hij met hand en tand vaslgeklonken blijven
aan het kabinet; en perst toen jhr De Savor-
nin Lobman een plaats werd gegeven in het
ministerie kon men en toen nog noode
er toe overgaan Keuchenius los te laten.
En ook bij deze verkiezing geldt het
parool: véor of tegen den godsdienst. Men
leze slechts de aanbevelingen voor dezen
candidaat. Maar wij haasten ons er bij
te voegen den godsdienst, zooals dr Kuijper
en de heer Keuchenius dien opvatten.
En dan vragen wij kan die steun vinden
bij den bezadigden, kalmen geloovige, die
in zijn geloof iets heiliger, iets beters ziet
dan een middel om te agiteerenom in de
staatkunde een groote rol te spelenom
kerken te scheuren, koloniën te verwoesten
door godsdiensthaat te strooien
Een antwoord op die vraag geve ieder
rechtschapen, eerlijk kiezer.
Tegenover mr Keuchenius nu staat een
man van zooals wij schreven liberale,
echt vrij zinnige beginselen.
Want dat is de heer J. H. C. Heyse.
Een ieder, die in onze provincie geen
vreemdeling is, weet dit, want nooit schroomde
dit lid van Gedeputeerde staten van ons
gewest om, waar dit noodig was, van zijn
beginselen te doen blijken. In dagen van
politieken strijd stond hij vooraan in de ge
lederen om getuigenis af te leggen van wat
hij nuttig en noodig achtte in 's lands be
lang. Het district Zierikzee droeg hem
daarom herhaaldelijk een mandaat op als
lid van de Provinciale staten, een mandaat
dat hij met eere vervult, zoo zelfs dat zijn
medeleden hem als Gedeputeerde aanwezen.
Aan zijn vrijzinnige beginselen paarde
hij eene uitgebreide kennis op velerlei ge
bied. Maar wat hem vooral uit dat oogpunt
zoo geschikt maakt voor lid van de Tweede
kamer is zijn kennis van onze provincie,
welke hij opdeed door zijne ervaring als
Gedeputeerde. Terwijl men nu en vroeger
bij de tegenpartij slechts iemand van buiten
Zeeland aanwijst als candidaat louter om
dien iemand een zetel in de
Tweede kamer te verschaffen,
zonder dus zelfs te vragen naar de belangen
van liet district, dat vertegenwoordigd moet
worden, heeft de liberale partij, evenals in
1888, de gelukkige gedachte gehad een man
aan te bevelen, die Zeeland door en door
kent.
Al erkennen wij gaarne dat uit algemeen
oogpunt provincialisme in de Tweede kamer
niet thuis behoort en een lid van dat college
het gansche Nederlandsche volk vertegen
woordigt in meer dan een geval is het
toch gewenscht, vooral voor Zeeland, dat
men iemand afvaardigt, die zijn collega's
omtrent de eigenaardige toestanden en be
hoeften van ons gewest kan voorlichten.
De heer Heijse bezit daartoe bovendien
de gave des woords, maar is niet minder een
man van de daad. Moet er voor iets nut
tigs het initiatief genomen worden, hij steekt
daartoe de handen uit den mouw. Van zijne
werkzaamheid kan het coilege vau Gedepu
teerde staten, van zijn daadwerkelijke kracht
de gemeente Zierikzee zeker wel getuigen.
In meer dan één opzicht is de keuze van
den heer J. H. C. Heyse tot candidaat dus
een zeer gelukkige te noemen.
In 1888 werd jhr mr A. F. de SavorniD
Lobman met 2199 stemmen verkozenterwijl
jhr mr W. Six, destijds liberaal candidaat,
er 1321 verkreeg. Eene meerderheid van
878 stemmen dus, die zeer aanzienlijk mag
heeten.
Maar behoeft zulk een uitslag de vrienden
van den vooruitgang te ontmoedigen
In geenen deele dunkt ons.
Sedert de twee jaren, die tusschen dat
verleden en het heden liggen, is de toestand
veel gewijzigd.
Toen werd een deel der, ook nieuwe,
kiezers meegesleept zonder recht den toestand
te kennen. Toen streed men voor een man,
die hoofdleider was in de schoolbeweging,
welke thans, dank zij der liberalen mede
werking, is opgelost. Toen ging men op
ten strijde met schoone verwachtingen, waar
aan het ministerie der rechterzijde in de
verste verte niet voldeed.
En thans zijn de gevoelens gewijzigd, is
de hartstocht der schoolwet-agitatie bedaard.
Thans paart zich bij velen teleurstelling aan
ergernis over het spel, dat men met de
kiezers speelt, die men een Keuchenius op
dringt, niettegenstaande hij medestanders
zelfs teleurstelde en er geen enkele daad
valt aan te wijzen, die getuigen kan van
zijn kracht en zijne macht als politiek persoon.
Nu geen punt van aanraking meer, waar
door mannen van verschillend geloof bewogen
worden gezamenlijk op te trekken ter stem
bus, maar wel vraagpunten, o. a. over den
persoonlijken dienstplicht, die hen van elkaar
verwijderen.
Voor wanhoop bestaat dus geen grond
voor hoop is wel reden.
En zij het ook dat geen overwinning de
moeite loone, welke ijverige liberale mannen
zullen aanwenden in het belang van de can
didatuur Heijse het zou voor hen reeds
eene schoone voldoening zijn, wanneer bij de
verkiezing op 18 Maart bleek, hoe de meer
derheid, twee jaren geleden behaald, was
ingekrompen en het district Goes, beschouwd
als een hecht bolwerk der Kuijperiaansche
partij, niet zoo sterk meer bleek voor de
partij der doleantie en niet zoo onoverwin-
baar voor de vrijzinnigen.
Daarom met moed ter stembus gij allen,
die het met ons een voorrecht zouden achten,
wanneer een zeer aanzienlijk aantal stemmen
werden uitgebracht op den heer
J. H. C. HEIJSE,
Lid van Gedeputeerde Staten van Zeeland.
»Ons is mr Keuchenius volstrekt niet sym
pathiek hij behoort tot de gauche zijner partij;
zijn candidaatstelling draagt in de gegeven
omstandigheden zelfs eenigszins het karakter
van een uittarting."
Aldus het Haagsche Dagblad.
Na die stelling vooropgeplaatst te hebben
zou er, dunkt ons, moeten volgen stemt den
heer Keuchenius dus niet.
Neen het Dagblad raadt aan hem toch te
stemmenalleen om een liberaal te weren.
Hier is, dunkt ons, met recht het middel
erger dan de kwaal.
Het oordeel van het Dagblad is juistwij
nemen het over maar roepen daarom juist den
kiezers in het district Goes toesteunt die
uittartende candidatuur niet maar stemt op
den heer JT. H. C. HEIJSE.
De R. K. kiesvereeniging te Goes heeft na
ontvangst van de antwoorden der heeren mr.
L. W. C. Keuchenius en J. H. C. Heyse op
haar vraag omtrent hun meening over den per
soonlijken dienstplicht besloten zich bjj de ver
kiezing op 13 Maart a. te onthouden en noodigt
in een circulaire haar R. K. medekiezers in
het kiesdistrict Goes dringend uit, Dinsdag a.s.
evenzoo te handelen en dus, als protest tegen het
streven naar invoering van verplichten persoonlij
ken dienstplicht, zich van stemming te onthouden.
Verder is de gezantschapsattaché jhr. mr
R. de Marees van Swinderen, bevorderd tot
gezantschapssecretaris der tweede klasse, van
laatstgenoemde dagteekening geplaatst bij Zr
Ms. gezantschap te Rome.
Bij kon. besluit is mr. J. D. C. baron van
Heeckeren van Keil, gezantscbapsraad bjj Zr,
Ms. gezantschap te Parijs, benoemd tot zaak
gelastigde, met den persoonlijken titel van
minister-resident, te Lissabon.
Voorts zijn bjj dat besluit, verplaatst:
lo. jhr. mr. H. van "Weede, gezantschaps
secretaris der eerste klasse bjj Zr. Ms. gezant
schap te Brussel, naar dat te Parjjs, in Btede
van naar dat te Berljjn;
2o. jhr. mr. J. 0. N. van Eys, gezantschaps
secretaris der eerste klasse bjj Zr. Ms. gezant
schap te St. Petersburg, naar dat te Berljjn
en 3o. dr. A. W. baron Schimmelpenninck
van der Oye, gezantschapssecretaris der tweede
klasse bjj Zr. Ms. gezantschap te Rome, met
bevordering tot gezantschapssecretaris der
eerste klasse, naar dat te St. Petersburg.
Naar bericht wordt heeft mevrouw Sophie
de Vries Woensdag in de ziekenverpleging te
Amsterdam een zeer gevaarlijke operatie onder
gaan, die door dr. Barnow met succes is ver
richt. De nacht was vrjj rustig voorbjjgegaan,
zoodat Donderdag haar toestand vrjj bevredi
gend was en geen ernstige vrees voor gevaar
bestaat.
Door den prins-regent van Beieren zijn
benoemd in de orde van verdienste van den Heiligen
Michael tot officier de neer Jacob Maris, tot
ridders de heeren A. Artz, Louis Apol en K.
Klinkenberg.
De bekende Fransche beeldhouwer Leofanti
heeft zich in een trein doodgeschoten.
Wat Mozart, die zeker het grootste muzikale
genie was, in zjjn tjjd voor de ontwikkeling van
de toonkunst gedaan heeft, zal de geschiedenis
ten eeuwigen dage vermelden. Wat Mozart
in onzen tjjd weder en nog altijd voor ons is,
nu velen onzer tegenwoordige componisten ons
compositiën doen genieten, zoogenaamde toe
komstmuziek, vermoeiend om aan te hooren,voor
velen verward en onbegrijpelijk, overvloeiende
van dissonnanten, ondervonden wjj gisteren
avond op het concert van de Vereeniging voor
instrumentale muziek.
Dit programma bood ons twee heerljjke
werken van Mozart, eene symphonic uit zjjn
jongelings- en een Clavier-concert uit zjjn
lateren tjjd. Aan de muziekuitgevers, de firma
Breitkopfen Hartel te Leipzig hebben wjj het
te danken door nieuwe uitgaven in mooien
druk vele nog onbekende juweeltjes van Mozart
aan de vergetelheid te zien ontrukkenen
daaronder behoort ook de gisterenavond ten
gehoore gebrachte A dur symphonie, door Mozart
op 17-jarigen leeftjjd gecomponeerd en nog
slechts kortelings in druk verschenen.
De eerste uitvoeringen vonden eerst het vorig
jaar plaats in Leipzig en Munchen en werden nu
in het begin van dit jaar te Rotterdam onder
leiding van den heer Gernsheim, met veel
succes ten gehoore gebracht.
Men mag die symphonie dus hier ook als
eene noviteit beschouwen.
Eene tweede noviteit, als men het zoo noemen
mag, was eene compositie van den heer Cleuver,
herinnering aan Verdi, naar motieven uit diens
Requiem, met kundige hand op talentvolle wjjze
door den heer Cleuver geïnstrumenteerd.
Die verschillende melodieën zjjn door den heer
Cleuver, met zooveel instrumentale kennis, zoo
klankvol voor orkest bewerkt, dat de uitvoering
een hoogst gunstigen indruk zal achterlaten. De
heer Cleuver ontving dan ook een zeer verdiend
en warm applaus.
De uitvoering van beide orkestwerken mag
geroemd worden; het is bljjkbaar dat de oikest-
leden zich, onder de uitmuntende leiding van
hun directeur, vlijtig oefenen; dit werd ook
door het talrjjke publiek (de concertzaal was
eivol) gewaardeerd.
De kennismaking met de zoo verdiensteljjk
saamgestelden melodieën uit Verdi's Requiem
deed bij ons de vraag opkomen of de zangver-
eeniging Tot Oefening en Uitspanning dit hoogst-
beduidende werk van den Italiaanschen meester
niet eens ter uitvoering zou bestemmen
Mejuffrouw Eberlé, die hier voor het eerst
als zangeres optrad, bezit eere zeer mooie en
welluidende altstembjj voortdurende studiën
gaat die dame zeker eene goede toekomst
tegemoet. Hare keus van de aria uit Achilleus
van Max Bruch vonden wjj niet gelukkig
deze is naar onze meening ongeschikt voor
concert-aria en vooral zonder orkestbegeleiding;
met piano-begeleiding, hoe goed en verdien
steljjk de pianopartij door de geachte dillettante
gespeeld werd, voldeed het ons weinig. Met
de liederen had mejuffrouw Eberlé veel meer
succes, vooral met die van Hildach en Schnitzler
en die hebben misschien nog de minste muzi
kale waarde.
Het was reeds lang een algemeen gekoesterde
wensch den heer Cleuver, na verscheidene jaren
rust, weder als solist te zien optreden, en
daaraan werd gisteren avond voldaan.
Het prachtige Es dur concert van Mozart,
dat steeds tut het repertoire behoort van alle
ernstige en klassieke clavierspelers, werd, wjj
mogen het zeggen, onberispelijk door den heer
Cleuver vertolktde edele compositie van
Mozart gaf hjj ons weder, zooals de componist
het bedoeld had, met nauwgezetheid, Bmaakvol
en met virtuositeit; ook met zjjne andere gekosen
stukken had hij veel succes. Zpn prachtige
concertvleugel van Bechstein klonk uitmuntend.
Op drievoudig gebied heeft de heer Cleuver
aanspraak op onzen lof; als dirigent, als com
ponist en als solist, en mogen wjj ook den
orkestleden, die hun dikwjjls moeieljjke taak
zoo goed hebben volbracht, onzen dank niet
onthouden voor den genotvollen avond.
De gemeenteraad van Haamstede heeft
besloten, aan den koning dispensatie aan te
vragen van het invoeren van schoolgeldheffing)