N°. 57. 133® Jaargang. 1890. Zaterdag 8 Maart. Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën20 cent per regel. Bij abonnement lager. Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten benevens alle dankbetuigingen: van 17 regels 7^1.50 iedere regel meer ƒ0.20. Groote letters worden berelqgkd jiaar plaatsruimte. Middelburg 7 Maart. LETTERED EN KUNST. ONDERWIJS. KERKNIEUWS. RECHTSZAKEN. UIT STAD EN PROVINCIE. HllllUiltl li(.S(lli: (1)1111M. w Thermometer. Agenten te Ylissingen: P. G. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. v. d. Peijl, te Zierikzee: A. C. de Moou te TholenW. A. van Advertenttëi Zalig zijn de bezitters Ziedaar een regel die reeds door de Romein- sche rechtsgeleerden werd erkend en aan het bestaan waarvan, sinds het optreden van den heer Domela Nieuwenhuis voor Schoterland, in de Tweede kamer telkens wordt herinnerd. Ook in de correspondentie uit Oostburg, in uwe courant van Maandag, wordt de juistheid van dien regel erkend. Waar door personen van zoo geheel uiteenloopende richting iets als vaststaande wordt aangenomen, zou twijfel moeten zijn uitgesloten. En toch, mijnheer de redacteur, ondanks het eeuwenoude gewicht van de Romeinsche rechtsgeleerden, ondanks de groote zeggingskracht van den heer Nieu- wenhuis en de groote geloofwaardigheid van uwen Oostburgschen correspondent, kan ik aan de zaligheid van mijn bezit maar niet gelooven; en ziehier waarom. Mijne familie was tamelijk wel met bezit gezegend, althans bij de scheiding en deeling der nalatenschap van mijne ouders is mij eene hofstede ten deel gevallen van ongeveer 100 gemeten. De prijs van het land gold toen 1000 gulden per gemet, ik bezat derhalve eene ton gouds, ging bjj een ieder door voor een gefor tuneerd mensch, met welke meening ik mij in die dagen zeer goed kon vereenigen. Bij de scheiding, welke plaats had gehad in de maand Augustus, had men mij de loopende pacht in rekening gebracht, waartegen ik geen bezwaar had, omdat in het pachtcontract vermeld stond dat de pacht telken jare verschuldigd was met het rooven van den oogst, dat is uiterlijk met 1 October. Gedurende de maand October gaf de pachter taal noch teeken. Ik herinnerde mij uit mijn jeugd dat de pachters van mijn vader melssl achtmaand altijd een presentje brachten en ik, die vroeger niet van varkensvleesch hield, verlangde thans naar een stukje worst of naar een coteletje, van het varken, dat op mjjne eigene hofstede was gekweekt. November was reeds voor het grootste gedeelte verdwenen zonder dat ik iets van mijn pachter gewaar werd; en dat verheugde mij. Yan varkensvleesch had ik toch nooit gehouden en er niet van eten als je een presentje krijgt zou onbeleefd zijn. Nu de goede man toch te laat kwam, moest hij liever nog een beetje langer wachten. Hef zou wel zoo aardig zijn om mijne eerste pacht- penningen op St Nicolaasavond te ontvangen en ik maakte tevens mjjne rekening. Honderd gemeten tegen 36 gulden van het gemet is 3600 gulden. Eene heele som dacht ik bij mezelf en toch alles wel beschouwd is het slechts eene matige reDte van een kapitaal van 100.000 gulden, maar er staat tegenover dat grondbezit eene soliede geldbelegging is. Aldus redeneerde ik toen. Op St. Nicolaasavond kreeg ik verschillende surprises, hetgeen zeer verklaarbaar is bjj iemand die eene ton bezit; ik werd echter minder aangenaam verrast door het ontbreken van de surprise, waarop ik het meest gesteld was doch er zijn op dien dag ook zooveel pakjes te bezorgen dat het zeer goed te hegrijpen is dat men de aangeteekende brieven, waarmede men niet voorzichtig genoeg kan zijn, laat liggen tot den volgenden dag en de surprise zou daarom niet minder welkom zijn. Den volgenden dag geen nieuws maar ik troostte mij alweer spoedig en ditmaal met de gedachte aan een geschenk met Kerstmis, latei- met een flinken Nieuwjaar, die alles zou goed maken. Toen ik met Nieuwjaar in plaats van de verwachtte pachtpenningen eene hoop reke ningen thuis kreeg, die dus wel op tijd kwa men, werd ik, ondanks mijn gewoon goed humeur, toch min of meer ontstemd en ontbood mijn pachter. De man was uiterst verbaasd, zeide hij, te moeten hooren dat ik hem om de pachtpen ningen maande hij woonde reeds 20 jaren op de hofstede en nooit had hij vóór Paschen betaald. In den winter werd het graan gedorscht^ in het voorjaar verkocht en met Paschen de pacht betaald. Ziedaar hoe de goede pachters deden, de slechte waren twee, drie jaar ten achter, zeide hij. Indien men mjj in Augustus van het vorig jaar de pacht reeds had doen betalen hij de scheiding was dat zijn schuld niet beweerde hjj, en wat de bepaling in het pachtcontract aanging, die was enkel gemaakt met het oog op de kwade betalers. In elk pachtcontract, vernam ik toen, wordt steeds gesproken van hangen en wurgen, indien men zich daar letterljjk aan hield, zouden de heeren niet lang pachters houden en iedere verande- ing is geene verbetering, betoogde mjjn pachter. Nu is geduld wel eene schoone zaak, maar nog drie maanden te moeten wachten vond ik 'geen groot vern'iaak, doch er zat niets anders op Eindelijk kwamen de zoo vurig verlangde Paascheieren en, om de waarheid te zeggen, ik had ze hoog noodig, al was ik een man die een ton bezat. Volkomen was mijn geluk ook toen niet, want ik kreeg de navolgende afrekening Verschuldigde pacht, vervallen 1 October 11. 100 gemeten a 36 is ƒ3600,00 waaraf lo gewoon dijkgeschot 821.515 2o buitengw" dijkgeschot. 47.995 3o grondbelasting173.645 4o rekening van timmer man enz458.72 1501.87 Saldo ƒ2098.125 Ik vernam bij die gelegenheid van mijn pachter dat bjj op den duur niet zooveel zou kunnen blijven opbrengen, dat er eene belang rijke reparatie aan de schuur noodig was, dat de kribben der koeien waren versleten, dat het dak van het huis slecht werd, terwijl het mij eensklaps te binnen schoot dat ik nog verzuimd bad de assurantie te laten overschrijven, en ik ook moest rekenen op de premie. Sinds dien tijd ben ik begonnen te twijfelen aan de zaligheid van het bezitof men die zaligheid uitlegt op Romeinsche, Schoterland- sche of Oostburgsche manier doet er minder toe, omdat de twijfel geregeld is toegenomen. Een pachtcontract werd vroeger aangegaan voor negen, later voor zeven jaar doch, hetzij de termijn langer of korter werd genomen, noch nimmer is het gebeurd dat, wanneer de markten rezen, de pacht tusschentijds werd verhoogd maar wel heb ik vaak niet enkel gehoord doch ook ondervonden dat, als de prijzen der granen of van het vee gedurende een paar jaar achteruitgingen, afslag van pacht moest worden gegeven vóór het contract ten einde was en dat niettegenstaande anders was overeengekomen geheele of gedeeltelijke kwijtschelding moest worden gegeven wegens hagelslag of ziekte in den stal. De ondervin ding heeft geleerd dat het beter is afslag te geven bjj tijds dan den pachter uit te spannen als het te laat is. Ik heb dan ook, sinds ik de eer geniet als groot ingelande te worden beschouwd, steeds berust en gezwegen, omdat mopperen toch niet helpt en ik zeer wel weet dat het voor de boeren geen gulden tijd is totdat het schrijven van uw correspondent uit Oostburg mjj weer herinnerde aan de zaligheid van mijn bezit. Dat onze arbeiders en helaas dikwijls de beste naar Amerika trekken omdat zij hier wel geen broodsgebrek lijden maar toch een onzeker en armzalig bestaan hebben, betreur ik ten zeerste, alhoewel ik overtuigd ben dat de toestand van de arbeiders op het platteland tegenwoordig veel beter is dan 30 jaar geleden. Toen uw correspondent besloot met de ver klaring dat er ontevredenen zijn van af de laagste tot de hoogste sport van de maat- chappelijke ladder (arbeiders, pachters, land- heeren) en er bjjvoegde: ofschoon de laatsten wel het minst redenen hebben, kon ik niet nalaten opnieuw de zaligheid van mijn bezit te onderzoeken en ik vond dat wel de pacht prijs gedaald is van 36 tot 25 gulden (men beweert dat dit een hooge pacht is en ik hen het er volkomen mee eens) maar dat de lasten dezelfde zijn gebleven. Het zal wel onnoodig zijn te zeggen dat mijne hofstede in een cala- mitensen polder ligt. Zie hier nu de laatste afrekening met mijn pachter 100 gemeten a 25 2500.00 waaraf wegens lasten en onder houdskosten 1500.00 saldo 1000.00 Duizend gulden, derhalve de opbrengst van een pand dat mij is toebedeeld als waard zijnde honderd duizend gulden, dat is juist Óen pro cent. Wil ik mijn hofstede verkoopen dan zal ik tevreden mogen zijn als ik 500 van het gemet maak, maar daarover mag ik mij niet beklagenik wilde slechts doen uitkomen dat de woorden zekere geldbelegging, zooals men het grondbezit noemt, zeer betrek kelijk zijn en in de tweede plaats dat ik van de halve ton, welke ik thans nog rijk hen, slechts twee procent trek, wanneer ik niet gedwongen wordt om op nieuw afslag te geven, geen hagelslag tref noch sterfte in den stal, en ik derhalve van al die zaligheid bitter weinig kan bespeuren als mijn pachter mij zalig Paschen wenscht. In den laatsten tijd is herhaaldelijk in corres- pondentiën en ingezonden stukken in dit blad zoowel de toestand der arbeiders als die der landbouwers behandeld. Ik geloof dat daarmede J een nuttig werk wordt verricht, doch ik meen tevens dat de toestand der grondeigenaren ook niet langer onbesp'roken^mg blijven. Men loopt anders gevaar het lot van de arbeiders en van de landbouwers te verbeteren ten koste van dat der grondeigenaren diezooals ik geloof te hebben aangetoond, even goed als de vorigen zwaar zijn getroffen maar dan zal ook het gevolg zijn dat de kapitalisten hun geld aan den nationalen landbouw znlleD ont trekken en, terwijl onze akkers bij gebreke aan voldoend kapitaal, braak zullen moeten liggen, zullen Amerika eD Rusland, Britsch- Indië en Australië nog meer spoorwegen en kanalen maken met ons geldin streken, welke slechts op middelen van vervoer wachten om, nog meer dan tot dusverre het geval was, ons met hunne landbouwproducten te over- stroomen. Wat mij betreft ik geloof niet dat redding of totale ondergang afhankelijk zijn van be schermende rechten of van het vrijhandelstelsel, alhoewel ik wel van meening ben dat voor grensbewoners niet alleen de rechten maar ook en vooral de formaliteiten der douane hoogst schadelijk zijn, doch afgescheiden van de middelen, welke moeten worden aangew- nd, is het mijne vaste overtuiging dat afdoende verbetering alleen dan zal worden verkregen, wanneer men den toestand van alle zijden gron dig zal hebben bestudeerd. Een grondbezitter uit Zeeuwse h-Vlaanderen. Onder het opschrift>De Uiterwaardenin gevaar schrijft het Hbld: Toen de heer Keuchenius in November 1886 tot de orde geroepen was wegens beleediging van den voorzitter der kamer, stelde De Stand. hem in het gelijk, maar -voegde er den wensch en de bede aan toe «dat de heer Keuchenius den stroom zijner denkbeelden meer altoos in de gegraven bedding liet vloeien, en niet zoo gedurig ook de uiterwaarden deed onderloopen." Toch wil men in Goes de dijken weer door steken en deze Calvinistische overstrooming loslaten Over het veel besproken Suriname bevat de Gids van Maart een artikel van den heer S. Muller van Voorst, waarin deze opnieuw hij deed vroeger reeds hetzelfde -wijst op den treurigen toestand van die kolonie, die vooral zoo ongunstig afsteekt bij dien van Demerary. Noch vermeerdering van suikerplantages noch uitbreiding van de cacaocultuur verwacht de heer Muller om verschillende redenen. Een andere cultuur, welke de zoo wenschelijke uit breiding aan Suriname's landbouw geven kan, ia intusschen sedert de laatste jaren wellicht gevonden in die van de Liberiakoffie. Het zal evenwel nog praetisch moeten blijken, of de cultuur van dit product in Suriname voordeel kan geven. Voor de toekomst van Suriname zou het ongetwijfeld van overwegend belang zijn, indien op deze wijze de vraag van een nieuwe cultuur voor den grooten landbouw werd opgelost, van welke de wederophefling der kolonie uit haar staat van verval voornamelijk afhankelijk is te achten. Omtrent de vraag van de vestiging eener blijvende bevolking in Suriname, die, naar aanleiding der plannen voor een immigratie van Javanen, in den laatsten tijd weder ter sprake is gekomen, zegt de schr., dat het daar voor een bepaald vereischte zou zijn, dat het gouvernement voortging met het in orde bren gen en onderhouden van de inpolderingen van vroegere plantages ten behoeve der bevolking zonder dat is het land niet bewoonbaar en be houwbaar. De wen schel jjkheid van zulke po gingen tot het verkrijgen van eene blijvende bevolking komt den schr. echter tamelijk twijfel achtig voor, daar de plantages slechts op den arbeid eener zeer groote vrije bevolking, over de verschillende districten verspreid, veel zou den kunnen rekenen, en zelfs in dat geval niet zonder een vaste kern van gecontracteerde ar beiders zonden kunnen werken. Bepaald nadee- lig voor de kolonie zouden die pogingen zijn indien de thans bestaande immigratie van ge contracteerde arbeiders er in het minst onder moest ljjden. Is de toestand van Suriname uit een eco nomisch oogpunt beschouwd in vergelijking met dien van onze vroegere bezitting Deme rary treurig te noemen, niet minder is dat in bijna elk ander opzicht het geval met den staat, waarin de kolonie zich bevindtvooral wat de middelen van gemeenschap betreft. De verwaarloosde staat der kolonie is intusschen niet uitsluitend aan het moederland te wijten, zooals men in Suriname gewoon is te beweren. De bevolking toch heeft haar eigen vertegen- woordiging in de koloniale staten. Indien deze zich minder als volksvertegenwoordiging beschouwden eu meer als deel van het plaat selijk bestuur, zich minder begaven in een steeds gelijkluidende critiek van het beleid der re geering, en meer feitelijk de taak van de ver betering der koloniale toestanden ter hand namen, behoefden dezen laatsten niet zóó bui- tengtwoon treurig te zijn als thans het geval is. Het blijft echter onverminderd de taak van de regeering, zorg te drsgen dat slechts toe standen, die een ontwikkeling der kolonie in den weg staan, worden verbeterd, op welk ge bied de geheele afschaffing der invoerrechten op suiker en andere artikelen, behalve goud, en geleidelijke vermindering van die op cacao) door den vorigen gouverneur, als een belang rijke maatregel van den laatsten tijd valt te constateeren. Natuurlijk moet tevens getracht worden, door een zuinige koloniale huishouding de geldelijke bijdrage, die Suriname jaarlijks aan het moederland kost, zoo weinig mogelijk te laten loopen. Het te ver drijven van be zuiniging is evenwel steeds ten sterkste te ver- oordeelen. Niet alleen wreekt het zich zelf veelal toch in noodzakelijk hoogere uitgaven voor volgende jaren, zooals de laatste begroo tingen hebben bewezen, docb wat de gevolgen van een dergelijk bekrompen regeeringsbeleid zijn, daarvan levert de tegenwoordige staat der kolonie ongelukkig reeds een te duideljjk en voor Nederland te beschamend voorbeeld. De minister van buitenlandsche zaken brengt ter kennis van belanghebbenden, dat de heer P. S. Hamel, benoemd tot consul van Neder land te Amoy (Zuid-China), vóór zijn vertrek naar zijne standplaats aan 's ministers depar tement te spreken zal zijn op Woensdag en Donderdag den 12en en 13en Maart e. k., tel kens van des voormiddags elf tot des namid dags twee uren. De heer mr. C. D. Asser heeft thans zijn ontslag gevraagd als lid van den hoogen raad. Toen dit voor eenigen tijd door een der bladen werd gemeld, had de heer Asser aan zijn voor nemen nog geen gevolg gegeven. In Augustus a. wordt te Antwerpen het nieuwe, in het Zuidelijk deel der stad gelegen Paleis van schoone kunsten geopend. Het oude museum wordt den 15en a. gesloten, ten einde alle kunstwerken tijdig over te kunnen brengen. Behalve de gewone rubrieken bevat de laatste aflevering van den Indépendant littéraire een vervolg van les Indiscretions diun interviewer anglais, F. Rabbe en een artikel over la Situation politique intèrieure en Russie door Gregoire Liwoff. Door het departement Nijmegen der Maatschappij tot Nut van I Algemeen is beslo ten om, ingevolge de bepaling der nieuwe wet op het lager onderwijs, voor de scholen van het departement aldaar, bij de regeering Bub- sidie aan te vragen. Aangenomen het beroep bjj de Ned. Herv' gemeente te Heinkenszand door ds. J. D. vi Spankeren te Vollenhoven. Arrondissements-Rechthank te Middelburg. Heden, Vrijdag, zijn veroordeeld wegens: mishandeling: F. J. Th', 25 j arbeider Goes, J. d. J., 21 j., schippersknecht, Hansweert en C. J. B.. 15 j., zonder beroep, Middelburg, ieder tot 7 d. gev.A. W. 16 j., Goes, tot t 5. b s. 5 d. h., en F. v. H., 19 j., arbeid-.r, Goes, en M. H. H., 29 j., hvr. van M. S., zonder beroep, Middelburg, beiden tot 3 b. s. 3d. h. vernieling: A. H., 39 j., werkman, Mid delburg, tot 5 b. s. 5 d. h., en diefstal J. J. C. v. d. B., 12 j., en K. L. C., 13 j., beiden Kruiningen, ieder tot 14 d., en D. B. 68 j.,arbeiderEllewoutsdjjk, tot 7 d. gev. Allen in de kosten. Vrijgesproken zijn A. D., 23 j., slager, en A. S., 22 j., metselaar, beiden Goes, beklaagd van mishandeling. Wjj vestigen de aandacht onzer lezers op de morgen, Zaterdag, 's avonds te 8 uren, door den h er F. W. Westerouen van Meeteren van Amsterdam te houden lezing over voorkoming van ongelukken in fabrieken en werkplaatsen. Voor deze lezing, die uitgaat van de afd. Middelburg van de Vereen, t. b. v. fabrieks- en handwerksn. in Nederland en zeer interessant belooft te zijn, zijn bij de bestuursleden dier afdeeling gratis toegangkaarten verkrijgbaar. Aan het zevende verslag van de Inrich ting voor ziekenverpleging te Middelburg, loo pende over het jaar 1889, is hel volgende ontleend In aansluiting met het vermelde in een vorig verslag wat betreft de gunstige hervormingen in het gasthuis door den invloed der verpleeg sters teweeg gebracht, wordt nu medegedeeld dat het werk, door mej». Vos en Van Os zoo flink begonnen, op dezelfde wijze door eerst genoemde werd voortgezet, terwijl mej. Van Os, gedurende de afwezigheid van mej. Vos, biar plaats vol- ijver vervulde. Wie zoo luidt het verder in het verslag hekend is met de ziekenzalen van het stedelijk gasthuis, zal opgemerkt hebben, hoe haar ijverig streven tot gunstige gevolgen leidden, en hoe de hoofd verpleegster er Bteeds op bedacht is, om den zieke, door de eene of andere aangename af leiding, zijn eentonig ljjden te doen vergeten. Enkele ingezetenen onzer stad hielpen, door het zenden van geschikte lectuur of op andere wijze, hare goede bedoelingen ten uitvoer te brengen. Meer ingrijpende verbeteringen, die zjj in billijkheid mocht wenschen, werden haar van de zijde van het bestuur der Godshuizen, welwillend verschaft. Het contract met het zoo even genoemd bestuur werd in Juni 1889 voor een onbepaalden tjjd vastgesteld, evenwel met die wijzigmg, dat de hoofdverpleegster zich niet meer zal beschikbaar stellen voor den tijd van drie maanden, maar voor een geheel jaar. Voor het herstellingsoord Westhove is de medewerking van de inrichting gevraagd en verleend. Een der verpleegsters stond meer dan drie maanden de directrice van dat herstel lingsoord voor kinderen terzijde. De verpleegsters verleenden op vele plaatsen hulp; aan hare nauwgezetheid en opgewekt heid wordt alle hulde gebracht. De rekening der inrichting bedraagt in ontvang 4491.36^ en in uitgaaf gelijke som met een goed saldo van 1096.39 ruim tweehonderd galden meer dan een vorig jaar. Het bestuur acht het zeer wensehelijk steeds een ruime kas beschikbaar te hebben, om in geval van epidemieën buitengewone hulp te verleenen door uitbreiding van personeel. Het geheele getal verleende diensten bedroeg 1 nachtdiensten 394, dagdiensten 9, doorloopende diensten (van 7 dagen) 88, tusschendiensten 287 en gratisdiensten 669. Van de laatste werden er 247 door de ver pleegsters vervuld, terwijl voor de overige, evenals in het jaar te voren, vrouwen werden aangewezen, die het bestuur hiertoe geschikt achtte. Deze diensten werden grootendeels waargenomen in de stad onzer inwoning, de overige te Colijnsplaat, Tholen, Oost-Souburg, Vlissingen en Domburg. Er werd dit jaar veel verricht, zoodat de vraag rees, of eene zesde verpleegster niet gewenacht zou zijn. Het be stuur nam hieromtrent geen besluit, maar verzocht in den druksten tjjd om eene tjjdeljjke plaatsvervangster van elders. Bij gelegenheid der verkooping van den kapitalen boeren inspan van den eerzamen J. de Jager onder 's Heerenhoek op Donderdag brachten de tien paarden te zamen 3401 op de negen koeien, waaronder 2 vare, 1784; de twintig runders en kalveren 1745 en twaalf varkens 722. Een paard met veulen van 14 dagen werd verkocht voor ^90. Twee andere paarden respectievelijk voor 400 en f 405. De beste koe gold f237 en vier daaropvolgende van 202 tot f 226. Vier tweejarige vaarzen vonden koopers voor 150, f 152, 158 en f 167. De totale opbrengst van het vee beliep 7652. Met 1 April wordt de commies der poste rijen C. G C. F. Greiner werkzaam gesteld ten postkantore te Goes. In de Donderdag avond te Colijnsplaat gehouden raadsvergadering werd, op voorstel van den voorzitter, besloten om, in 't belang der Noord-Bevelanders, zich per request te wenden tot den minister van justitie met verzoek min stens éénmaal per maand het kantongerecht zitting te laten houden in dat eiland ter be handeling der civiele en ciimineele zaken. Voorts kwam aan de orde wjjziging der ver ordening op het lager onderwjjs met het oog

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1890 | | pagina 1