M\ 51.
133° Jaargang.
1890.
Zaterdag
i Maart,
Autocratisch gezag in de West.
Middelburg 28 Februari.
Deze courant verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco f 2.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën20 cent per regel. Bij abonnement lager.
Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten benevens alle
danübetuigingenvan 17 regels f 1.50
iedere regel meer f 0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
RECHTSZAKEN.
UIT STAD EN PROVINCIE.
MDDELBl RGSCHE CR! RIM
Thermometet.
ffiddelburg 28 Febr. vm. 8 u 28 gr.
n. 12 35 er. av. 4 a. 34 gr F.
Verwacht N. wind.
I Agenten te VlissingenP. G. de Vet Mbstdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. v.d. Peijl, te ZierikzeeA. C. de Mooij te TholenW. A. van
I Nebuwenhuijzen en te TerneuzenM. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de
j advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmar te Rotterdam, de Gebr. Belineante, te 's Gravenhage, en A. de la Mar Azn, te Amsterdam.
Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G.L. Daübe Cie.. John F. Jones, opvolger.
Advertentlëa
moeten des namiddags te eea nu*
aan het bureau bezorgd zjjn, vrille»
zp des avonds nog worden opgenomen
(Slot.)
Gaat het onzen lezers als ons zeiven dan
heeft zich bij hen, na kennisneming van al
de door ons aangehaalde feiten, die onder
een aanzienlijk deel der bevolking van onze
West-Indische kolonie zooveel beroering te
weeg brachten, de vaste overtuiging gevestigd
dat liet grootste deel der schuld daarvan
komt op de hoofden van den tegenwoordigen
gouverneur en van den gouvernements
secretaris.
Wij hebben teneinde niet van eenzij
digheid beschuldigd te worden ons bij
het aanhalen uit de brochure hoofdzakelijk
op eene enkele uitzondering na
bepaald tot mededeeling van feiten,
daarin gemeld, die door verdere bewijzen,
uit andere aanhalingen geput, te staven
waren. Het ligt voor de hand, dat het voor
ons, die op een afstand staan, zaak is
voorzichtig te zijn met onvoorwaardelijk
geloof te slaan aan de meeningen en
opvattingen van den onbekenden schrijver
van dit vlugschrift en aan allerlei praatjes,
o. a. omtrent intriges van den gouverneur
om een deel der bevolking tegen het andere
op te zetten in zijn belang.
Zoo ergens, dan zijn wel in Suriname
intriges aan de orde van den dagen staat
men daar voor een doolhof van particuliere
veeten, eigenbelangzuchtige oogmerken, tra
dities, lastig te doorgronden, toestanden, niet
gemakkelijk te overzien.
Daarin den weg te vinden is hoogst moeilijk;
en wie dus oordeelen wil van uit de verte
doet het best niet te gaan buiten de
gebeurtenissen, die als vaststaande kunnen
worden aangenomen. Dit achten wij ons
ten minste tot plicht.
Evenzeer dienen bij die beoordeeling bij
zondere sympathieën of antipathieën voor
personen buiten spel te blijven Het geldt
hier niet de positie van een jhr mr M. A.
de Savornin Lobman of een mr W
Tonckens Cz. te handhavenof hun een
gewilden zetel te ontnemen. Uitsluitend het
belang van de koloniehet prestige van
Nederland dienen in de waagschaal gelegd
te worden bij de beoordeeling dezer kw< stie.
In onze West heerscht, dit valt niet te
ontkennen, eene zekere animositeit tegen
het moederland, maar wij zijn daarvan
grootendeels zeiven schuld. Hoe weinig is
er tot heden gedaan tot opheffing van
Suriname uit zijn minder gunstigen toestand
Wij bespreken hier niet de vraag wat er
gedaan had kunnen worden wij consta-
teeren eenvoudig het feit.
En dan is dubbel te betreuren dat hande
lingen als jbr mr De Savornin Lohman en
mr 'ionckens pleegden den tegenzin jegens
Nederland in de hand werken. Zij stooten
afzij bederven zoo ontzaglijk veel.
En nu gaat het niet aan om, zooals dezer
dagen in de pers geschiedde, ter verdediging
van een partijgenoot over dit alles heen te
glijden en te beweren dat andere gouverneurs
ook niet gezien waren dat mr Smidt ook
zijne vijanden had; dat hierbij een kwestie
van geloof in het spel zou zijn.
Dit alles staat buiten de eenvoudige kwestie,
dat door beide genoemde personen tegenover
bestuurslichamen daden gepleegd zijn en eene
houding is aangenomen, die geheel indrui
schen tegen de begrippen van onze heden-
daagsche regeeringskunst. Wij verlangen
niet dat een gouverneur geen vijanden heeft
dan zou hij joist onze man niet zijn. Maar
nog minder is hem, dunkt ons, geoorloofd
om, als vertegenwoordiger van een consiitu
tioneel land als het onze, de hoofdbeginselen
van het stelsel, waarnaar wij het een eer
rekenen onszelven te laten regeeren, met
voeten te treden.
Het stelsel van willekeur is voor eene
kolonie hoogst gevaat lijken vooral voor
koloniën van een klein land, waarop zoo
menig ander rijk naijverig is. Een Neder-
landsch rechtsgeleerde, thans advocaat
in Britsch Guyana, goed bekend met, de
jverking van wetten in onze West en in de
Engelsche kolonie, zeide eens„Britsch-
GnyaDa heeft slechte wetten maar goed recht,
Nederlandsch-Guyana goede wetten en slecht
recht". Die getuigenis zal nog treurig
sprekender worden, wanneer men met het
recht en met de rechten der bevolking
omspringt als de tegenwoordige gouverneur
doet
Hoe dan voor deze netelige kwestie een
oplossing gevonden
Er is, dunkt ons, slechts een weg, nl. die
jhr mr M. A de Savornin Lohman ontheft,
liefst op eene voor hem zooveel mogelijk
eervolle wijze, van eene taak, waartoe hij
nooit had geroepen moeten worden tenminste
wanneer na een onpartijdig en grondig
onderzoek de juistheid der feiten is gebit ken
En wij twijfelen niet of de waarheid daarvan
zal aan het licht komen.
Wij erkennenwij staan hier voor een
hoogst lastig geval, te moeilijker en te pijn
lijker voor den minis'er van koloniën, omdat,
wil hij een eind maken aan het autocratisch
gezag, dat op dit oogenblik in onze West-
Indische kolonie den scepter zwaait, ten
nadeele van ons prestige, hij zal moeten
beginnen met hem te treffen, die niet
alleen partij-genoot is, maar, wat erger is,
een familielid van een collega, wiens stem
in den ministerraad ook niet weinig invloed
hebben zal, al zal hij zich in deze zaak ook
niet rechtstreeks mengen. En toch is, naar
onze meening, geen oplossing denkbaar zon
der den krassen maatregel, welke in de
eerste plaats het gezag ontneemt aan hem,
die op zulk een eigenaardige manier daar
van gebruik maakt.
Er is een onherstelbare breuk ontstaan
tusschen twee machten, die niet meer te
heelen is zonder dat een van beide worde
opgeofferd. Samenwerking tusschen beide
kan onmogelijk meer tot stand komen.
Welnu, de regeering heett slechts de macht
aan een dier twee het gezag te ontnemen;
den kolonialen taad kan zij niet dwingen
te buigen of heen te gaan.
Tusschen den gouverneur en het voor
naamste, het meest invloedrijke deel der
Surinaamsche bevolking heerscht eene span
ning, die onmogelijk (ot bedaren is te
brengen. Daarvoor is meer dan éen gegronde
reden; en wijl nu de grootste schuld schuilt
bij den gouverneur, die het is ons uit de
meegedeelde feiten gebleken zulk een
gebrek toont aan takt, aan begrip van de
eerste beginselen van een goed koloniaal
regeeringsbeleid, kan - zelfs al wordt ook
de breuk oogenschijnlijk geheeld de
verhouding toch nooit meer goed worden
en staat de bevolking van Suriname ieder
oogenblik weer bloot aan de willekeur van
dezen gouverneur, die zich, wat te wachten
was, totaal ongeschikt toonde voor de hooge
betrekking welke hij thans vervult. Daarom
moet, dunkt ons, in het belang van Suriname
in de eerste plaats jhr mr M A. de Savornin
Lohman gelegenheid worden gegeven om
zich terug te trekken. Zijn advocaat, mr
Kalff, thans voor hem bij den minister
pleitend, kan, naar ons inzien, nooit wegre-
deneeren dat er in de kolonie eene bedenkelijke
oppositie bestaat tegen den man, dte een
middelpunt voor allen moest zijn.
En dan zende men daarheen iemand, des
roods zonder klinkenden naam, maar die
door woorden en daden getoond heeft zelf
standig te zijn en ook anderer zelfstandigheid
te willen eerbiedigen.
Een man die overtuigd is dat hij, te
Paramaribo als 's konings vertegenwoordiger
optredend, in de eerste plaats zorgen moet
voor eerbiediging van zijn gezag, maar in
de tweede plaats dat hij dit moet doen met
kalmte, met beleid, met eerbiediging van
anderer rechten.
Het is een even eervolle als lastige be
trekking, die van gouverneur van Suriname
en helaas! de kolonie is waarlijk op het
punt van die titularissen niet verwend. Maar
iemand die zoo zonderling omspringt met de
rechten van anderen, en zoo autocratisch
handelt als mr M. A. de Savornin Lohman
zal ten onzent wel tot de zeldzaamheden
behooren.
Een gouverneur mag niet, zooals hij deed,
mannen van gezag en goeden naam noodeloos
voor het hoofd stooten hij mag niet recht
en vrijheid met voeten treden hij moet, zij
het ook dat hij gebonden is aan een gebrekkig
regeeringsregiement, er naar streven alle
krachten, die in het belang van Suriname
kuQtien samenwerken, tot elkaar te brengen
en rond zich te verzamelenopdat onder
zijne leiding, door zijne steeds bezielende
kracht, zijne takt, zijn juist begrip van „elk
het zijne te geven", er goede dingen ten
nutte der kolonie tot stand komen.
Is er dan in plaats van jhr mr De Savornin
Lohman op den zetel te Paramaribo een
wijs en voorzichtig man geplaatst, een man
die eerbied heeft voor de wetten, den gods
dienst, de zeden en de rechten der inwoners,
dat hij dan in de eerste plaats den tegen
woordigen gouvernements-secretaris terug
brenge binnen de grenzen van zijne macht.
De dwaze verhoudingen, welke thans
ontstaan zijn, omdat mr Tonckens zich
rechten toeeigent die hem niet toekomen,
dienen te eindigen. Ook hem is onwettig
en eigendunkelijk handelen niet vreemd en
hij schijnt meer dan gewenscht is en nuttig
voor onze kolonie het idee in de hand te
werken dat het Nederlandsch gezag zich
pl. atst tegenover de invloedrijke personen in
de kolonie; hij wil blijkbaar de scherpe
afscheiding bevorderen, die er bestaat tusschen
Surinamers en Nederlanders.
Die invloed is verderfelijk.
Moet een gouverneur boven uie kleingeestige
begrippen verheven zijn en, zonder de be
langen van het moederland te schaden, die
beide elementen tot heil der kolonie tot.
elkaar trachten te brengeneen gouver
nements-secretaris, die zich een gezag aan
matigt als mr Tonckens schijnt te doen,
dient herinnerd te worden aan zijne plichten
of eveneens te wijken. Men is in zulk eene
positie daar niet geplaatst voor eigen roem
of om als autoriteit te spelen maar om de
belangen van de kolonie in de eerste plaats
te bevorderen, want daardoor bevordert men
tevens die van het moederland.
Mr Tonckens schijnt uit het Noorden van
ons land, waar toch anders een vr,,e, ver
standige geest heerscht omtrent het recht
van beoordeeling van het gezagwaar men
waarlijk niet aan buigen gewoon is en van
autocratisch handelen afkeerig, in West-Indië
andere begtippen te hebben meegebracht.
Of heeft zijne hooge positie hem veranderd
zooals met zoovelen vaak het geval is? Wij
zouden dit vermoeden, want in de brochure,
door ons tot grondslag van deze beschouwing
gekozen wordt van mr Tonckens gesproken
als van den tijdens het gouvernementschap
van mr Smidt „zoo vrijzinnigen secretaris''
en gezegd, dat eerst na diens vertrek, en
vooral na de komst van mr Lohman, de
bezwaarlijk met juistheid af te bakenen positie
van den gouvernements secretaris een bron
van moeilijkheden werd.
Hoe het ook zij, zoowel de gouverneur De
Savornin Lohman als mr. Tonckens volgen
een verkeerd regeeringssysteem- Zij oefenen
een autocratisch gezag uit, waardoor ernstige
verwikkeling ontstaan is, en waaraan dus
hoe eer hoe beter een eind gemaakt moet
worden. In die meening zijn wij vooral
versterkt na de lezing van de belingwek
kende brochure, waaruit wij onzen lezers een
en ander hebben meegedeeld, vooral om aan
te toonen, hoe een vertegenwoordiger van
het geslacht Lohman, dat thans Nederland
regeert, zijn taak opvat.
Wij zijn overtuigd dat na dit kijkje in
West-Indië wij niet alleen staan in onze
meening dat het een gevaarlijke weg is,
waarop wij door dien vertegenwoordiger van
het Nederlandsche gezag worden gevoerd.
Bij kon. besluit is benoemd tot bewaarder van
de hypotheken, het kadaster en de scheepsbe-
wijzen te Alkmaar J. W. Keiser, thans be
waarder van de hypotheken, het kadaster en
de scheepsbewjjzen te Winschoten j en tot ont
vanger der registratie en domeinen te IJssel-
stein, A. Helderman, thans ontvanger der re
gistratie en domeinen te Onderdendam.
Voorts is benoemd tot notarig binnen het
arr. 's Gravenhage, ter standplaats 's Graven
hage, mr G. van Rossem, cand.-notaris, adv.,
proc. en rechter plaatsverv. aldaar.
Voor den tijd van vijf jaren is gedetacheerd
bjj het leger in Ned. Indie, de le-lnit. L. W
C. Defize, van het 7e reg. int. en hij het leger
hier te lande, en wel bij het 7e reg. inf., de
2e-lnit. G. Cariët, van het wapen der inf. van
het leger in Ned. Indie, thans met verlof hier
te lande.
Nog is benoemd bij het wapen der art., hij
het 4e reg. vesting-art., tot kapitein, de le
luit. C. H. A. R. Schuurman, van het 2e reg.
vesting-art.
De minister van marine brengt ter kennis
van belanghebbenden, dat in de maand Mei
a. s bij de directie der marine te Hellevoetsluis
een vergelijkend examen zal plaats hebben van
jongelingen, die als machinistleerling der 2e
klasse wenscben te worden aangenomen. Het
getal der als zoodanig te plaatsen jongelingen
zal zich tot twintig bepalen. Aanmelding vóór
den 15en April a. s. bij een op zegel geschre
ven verzoekschrift aan het departement van
marine. (Men zie verder de Staatscourant van
28 Febr.)
Bij ministrieel besluit is bepaald, dat zal
bevoegd zijn in de eerste arbeids-inspectie de
inspecteur van den arbeid dr. H. F. Kuyper,
Btandplaats Breda;
in de tweede arbeids-inspectie id. A. D. P. V.
van Löben Seis, standplaats Zwolle
in de derde arbeids-inspectie id. H. W. E.
Sti uve, standplaats Haarlem.
Ingevolge machtiging des konings is de
heer J. van Boven erkend en toegelaten als
vice-consul van Portugal te Vlissingen.
feit, vrijgesproken, met veroordeeling van den
staat in de kosten op die vrijspraak gevallen.
Kantongerecht te Goes.
Heden, Vrijdng, zijn veroordeeld, wegens:
het bevisschen der Schelde zonder consent:
M. V., J. V., K. H., P. H., C. de V., Camper-
land, iefer tot 1 b. s. 1 d. h.het aanwen
den van pogingen om wild te bemachtigen
door middel van een wildstrik J. v. D., Goes
tot 3 b. s. 3 d. h.J. C. S., J. C. v. d. V.,
Wissekerke, J. S., Colijnsplaat, F. de P., Baar
land, ieder tot 5 b. s. 4 d. h.het zich be
vinden in het veld, buiten openbare wegen en
voetpaden met een wildstrikJ. F., Wemel-
dinge. tot f 5 b. s. 4 d. h.het als voren met
schietgeweer zonder akte: J. B., Wemeldinge,
tot f 5 b. s. 4 d. h.het bejagen van eens
anders jachtveld zonder akte of' vergunning
W. M Ovtzande. J. C. S., J. C. v. d. V., Wis
sekerke, J. H., Vlake, M. P. Verseke, ieder tot
2 maal f 5 b. s. 4 d. h.strooperijC. G.,
Camperland, tot ƒ5 b. s. 3 d. h.straatschen
derij J- B.. F. v. d. B., M. B., C. M. O., J. O.,
M. S., Baarland, ieder tot ƒ0.50 b. s. 1 d. h.,
W. N., Biezelinge, tot ƒ1 b. s. 1 d. h. en A.
R., Goes, tot ƒ3 b. s. 3 d. h.
Verder wegens het zich in den trein bevinden
zonder plaatsbewijsL. v. V., Kruiningen,
C. v. d. D., A. G-, Krabbendijke, ieder tot 3
b. s. 2 d. h.openbare dronkenschap G. v. d.
H., Ellewoutsdjjk, tot 1 b. s. 1 d. h., A. T.,
Goes, tot 2 b. s. 2 d. h., P. V., Goes, tot 2 x
2 b. s. 2 d. h.het berijden van een rijksweg
bij dooiweer met te zware vracht: J. M„
's Heer-Arenkskerke, A. v. Z., Heinkenszana,
ieder tot 1 b. s. 1 d. h., alsvoren van een
provincialen weg M. de R., Coljjnsplaat, tot
ƒ3 b. s. 3 d. h.; het beloopen van eens anders
grond, waartoe de toegang bljjkbaar verboden
wasW. P., Krabbendqke, tot 0.50 b. s. 1
d. h.P. de W., Colijnsplaat, tot ƒ1 b. s. 1
d. h. het te Goes op de openbare straat buiten
de daartoe bestemde bakken, datgene verrichten
waartoe die bakken bestemd zijnF. v. H.,
Goes, tot j 1 b. s. 1 d. h.bet, niet toegelaten
zijnde tot de uitoefening van een beroep waartoe
de wet eene toelating vordert, buiten noodzaak
dat beroep uitoefenenCh. de W., Yerseke,
tot 3 b. s. 3 d. h., en het te Yerseke zonder
vergunning van den burgemeester uitoefenen
van het bedrjjf van muziekantA. V., Goes,
tot 0.50 b. s. 1 d. h.
Allen tevens in de kosten.
J. J. K-, Wissekerke, beklaagd van overtre
dingen der jachtwet, werd voor een der hem
te laste gelegde feiten veroordeeld tot ƒ5 b
s. 3 d. h. en in de kosten te dien opzichte ge
vallen, en voor het andere hem te laste gelegde
Op zekeren dag trad een koopman binnen
bij een eenvoudig landbouwer onder Brouwers
haven en liet daar verschillende «talen zien
van linnen goederen, die alle zeer goedkoop
waren.
Het echtpaar bestelde verschillende goederen,
die later zouden volgen. Tegelijkertijd verteld»
de koopman dat hjj in dienst was van eene
doove Duitsche dame, vroeger eigenares van
eene linnenfabriek in Duitschlanddat deze
nog goederen bezat, die zij spoedig van de hand
wilde doen, teneinde naar Amerika te kunnen
vertrekken. Hij Btelde het echtpaar voor hem
136 te leenen om de geheele partjj te kunnen
koopenzij zouden dan het goed ontvangen en
hij gaf hun de verzekering dat hij er iemand
voir wist, aan wien hij het goed voor een veel
hoogeren prijs zou kunnen overdoen.
De ecntelieden werden door deze opgaven
overtuigd en gaven het gevraagde bedrag,
ontvingen het goed, doch bemerkten later dat
dit goed lang de waarde van het geld niet
vertegenwoordigde.
De rechtbank te Zierikzee veroordeelde ter
zake van dit feit den koopman tot eene ge
vangenisstraf van éen jaar.
Van dit vonnis kwam de veroordeelde in
hooger beroep, 't welk Donderdag voor het ge
rechtshof te 'e Gravenhage behandeld werd.
Mr Slotemaker, toegevoegd verdediger, be
twistte het samenweetsel van verdichtsels dat
moest bestaan om beklaagde wegens oplichting
te veroordeelenz. i. was hier sprake vat het
gewone aanprijzen door een koopman van zjjn
koopwaar en het was toch zeer moeilijk om
de juiste grens te trekken, waar het aanprijzen
ophoudt en het oplichten begint.
Verder moesten de listige kunstgrepen ingang
vinden bij den bedrogene, hetgeen pleiter
evenzeer betwistte.
Op deze gronden concludeerde hjj tot vrjj-
spraak.
Advocaat-generaal mr Telders achtte het ten
laste gelegde overtuigend bewezen en requireerde
bevestiging van het vonnis.
Verder stonden terecht twee schaapherders
uit Scherpenisse, die door de Zierikzeesche recht
bank veroordeeld waren, de eerste tot 6 en de
tweede tot 5 maanden gevangenisstrafde
eerste wegens diefstal van een jachtgeweer en
de tweede wegens heling daarvan.
Het O. M. requireerde bevestiging van het
vonnis a quo.
De eerste beklaagde ontkende den diefstal,
terwjjl de tweede eene zeer onvolledige be
kentenis aflegde.
De verdediger van den tweeden beklaagde,
mr. Slotemaker, voerde aan dat het diens be
doeling was te bekennen, doch dat hjj het ta
lent van spreken miste, waardoor zjjn bekentenis
zoo onvolledig was.
Pleiter vroeg voor dezen beklaagde vrjjspraak,
op grond dat de bekentenis alleen stond en er
volstrekt geene aanwjjzingen bestonden, waaruit
zou zjjn af te leiden dat beklaagde geweten
heeft dat het geweer van diefstal afkomstig was.
De uitspraak in deze zaken is bepaald op
Donderdag 13 Maart a. s. (Dagblad.)
Naar aanleiding van hetgeen onlangs in dit
blad betreffende den toestand van den boeren
arbeider in deze provincie werd medegedeeld,
achrjjft een onzer correspondenten in Zuid-
Beveland ons het volgende
Ik heb eens bij dezen en genen arbeider
onderzocht naar hunne verdiensten, doch slechts
éen hunner kon een bepaald antwoord geven.
De meesten leven van de hand in den tand,
zeggen zjj.
Verdienen zjj veel, zjj betalen oude schuld
of koopeD dringend noodige kteedingstukken;
verdienen zjj weinig of niets, zjj ljjden ar
moede, leven op crediet of kloppen bjj een
der armbesturen aan. Genoemde arbeider had
in 'tjaar 1888 alles opgeschreven, wat hij en
zijne vrouw verdiend hadden, hjj 136 en zjj
45, samen de totale som van 181, waarvan
zjj een huisje moesten huren en van de rest
met éen kind leven. Dat er bjj zulk een
schraal inkomen van de minste weelde geen
sprake is, laat zich denken. Vele stedelingen
meenen dat bjjna ieder boerenarbeider eene
geit of koe houdt, een varken mest en een
stukje land bebouwt, doch zjj vergissen zich
zeer; slechts een kleine minderheid verheugt
zich in die voorrechten.
Nu is 't waar dat arbeiders, die een vasten
boer en dus altjjd werk hebben, veel meer
verdienen, doch even waar is't, dat een aantaj