RECHTSZAKEN.
De heer J. M. Kakebeeke deelde die vrees
niet, vooral waar het, zooala hierbjj, geldt het
verspreiden van belangrijke en nuttige wenken.
De heer I. G. J. van den Bosch meende dat
het hoofdbestuur vrjjgevig de kas ter beschik
king had gesteld, uithoofde van de groote
waarde, die het aan het boekje hechtte. Op
voorstel van den heer Voorbejjtel werd het
voorstel tot aankoop en verspreiding van het
werkje met instemming aangenomen.
De heer Kakebeeke Btelde voor om op de
eerstvolgende vergadering van het hoofdbestuur
een zachten drang uit te oefenen, opdat het
quotum der te betalen contributie aan het hoofd
bestuur vermindere. Spreker achtte niet noodig
dat de centrale kas zonder noodzaak worde
gestjjfd.
Dit vraagstuk zal dus op de algemeene ver
gadering ter sprake worden gebracht.
Op eene opmerking deelde de voorzitter mede
dat bjj de afdeeling het voornemen bestaat om
ieder jaar een ljjst van de beschikbare en voor
het doel nog goedgekeurde hengsten bekend
te maken.
Yoor merriën kon niet jaarljjks een keuring
worden gevorderd de ingeschrevenen kunnen
moeiljjk worden geroyeerd. De hengaten worden
ieder jaar gekeurd of zjj nog waardig zjjn in
het stamboek te bljjven ingeschreven.
Dit punt zal niet op de algemeene vergade
ring worden ter sprake gebracht maar wel in
de eerst volgende vergadering dezer afdeeling.
Het bestuur der afdeeling stelde voor prijzen
toe te kennen aan tentoongestelde paarden bjj
gelegenheid van het in Juni a. te does te
houden landhuishoudkundig congres.
Aan bekroonde, ingeschreven hengsten zal
50, aan bekroonde ingeschreven merriën ƒ25
werden toegekend, in diervoege dat de prjjs
een verhooging zjj van de uitgeloofde prijzen
van de afdeeling Heinkenszand, ingeval de met
len prjjs bekroonde dieren ingeschreven zjjn in
het paarden-stamboek.'
Yan dit besluit zal op de meest geschikte
wjjze aan de landbouwers worden kennis gege
ven, ook ter aanmoediging van meerdere in
schrijvingen.
Alsnu kwam aan de orde de begrooting der
afdeeling voor het volgend jaar.
De rekening van het vorig jaar sloot met
een batig saldo van 259.83de ontvangsten
bedroegen in het geheel 847.83.
Met betrekking tot eene betere invulling
van de bjj inschrjjving gebezigde boekjes zullen
premiën worden uitgeloofd van 5 en f 3
voor de beste en volledigste invulling.
De post van onvoorzien bedraagt 60.
De begrooting werd bjj acclamatie goedgekeurd.
Ten slotte werd in de datums van inschrij
ving eene wjjziging gebracht.
De volgende vergadering zal, zooals hierboven
reeds is aangegeven, plaats hebben te Zierikzee.
Met een woord van dankzegging sloot hierna
de voorzitter de vergadering.
Arrondissements-Rechtbank te Middelburg.
Heden, Vrjjdag, is ter openbare terechtzitting
dier rechtbank uitspraak gedaan in de, in ons
nommer van 25 dezer, breedvoerig vermelde
strafzaken tegen M. Z., 21 j., arbeider, Nieuw-
dorp ('s Heer Arendskerke), en J. H., 33 j.,
kleermaker, Goes, beiden alhier gedetineerd,
waarbjj zjj ter zake van diefstal zjjn ver
oordeeld de le tot 2 jaar en de 2e tot 5 jaar
en 4 maanden gev. en beiden in de kosten.
Vrjjgesproken werd Ch. L. S., 32 j.,
landbouwer Eede, beklaagd van mishandeling.
Verduistering en valschbeid.
Ter openbare zitting dezer rechtbank werd
heden ochtend de behandeling aangevangen
van de zaak tegen P. D., 18 jaar, klerk te
Westkapelle, thans alhier gedetineerd, terzake
van verduistering van gelden en gepleegde
valschheden, te zamen tot een bedrag van ruim
f 600, tjjdens hjj als geagreëerd klerk in dieDst
was van den rijksontvanger te Domburg.
In deze zaak waren vanwege het O. M. 53
getuigen gedagvaard, waarvan 50 ter terecht
zitting waren verschenen.
Eene bede om hulp.
Scapin-Kalff (buiten aden). Een boot gemist,
een boot is er dan geen mogeljjkheid om
den Minister te spreken.
Géronte-Keuchenius. Maar ge zjjt waar ge
wezen moetwat is er toch gaande
Scapin-Kalff, Excellentie
Géronte-Keuchenius. Wat dan?
Scapin-Kalff. Mjjnheer.uw gunsteling,Leandre
Lohman
Géronte-Keuc)enius. Welnu, mjjn gunsteling?
Scapin-Kalff. Hjj verkeert in de allertreu
rigste omstandigheden.
Géronte-Keuchenius. Welke dan?
Scapin-Kalff. Hjj was zoo droef te moede;
ik weet niet welke oefeningen gjj met hem
hebt gehouden en welke bevindingen gjj samen
gehad hebt, maar hjj was zoo neerslachtig en
om zich wat afleiding te bezorgen heeft hjj de
Koloniale Staten bjj zich laten komen. Deze
heeft hjj allerhupst ontvangen en zjj hem. Hjj
heeft gezegd dat hij de West zou besturen met
hen, en de Staten hebben geantwoord dat zjj
de West zouden besturen met hem. O, mjjnheer
Géronte, wp hebben een dag gehad, zoo prettig
en gezellig, dat de West een Paradjjs scheen;
kregen de heerljjkste cacao, de beste die
Yan Houten geven kan.
Geronte-Keuchemus. W at is daar nu voor
treurigs in
Scapin-Kalff. Heb maar een oogenblik ge
duld, excellentie; ik ben er dadeljjk. Terwijl
wjj zoo gezellig met elkander omgingen, heb
ben zjj een voorstel in orde gebracht om in
lichtingen te vragen omtrent de gebeurtenissen
Na voorlezing van de akte van verwjjzing, van
de aanstelling van bek en van verschillende
belastingkohieren van onderscheiden gemeenten,
verklaarde bekl. 1 Febr. 1889 op het kantoor
van den rijksontvanger gekomen te zjjn als
klerk en den 7en Juli te zjjn geagreëerd.
Hjj erkende verder zich schuldig gemaakt te
hebben aan de hem ten laste gelegde verduiste
ringen en valschheden en een en ander gepleegd
te hebben bjj de betaling der belastingschul
digen. De ontvanger teekenae dan de biljetten
voor voldaan en bekl. ontving het geld en boekte
de posten in het journaal. Hjj boekte nu en
dan een minder bedrag dan ontvangen was en
verduisterde het meerder geïncasseerde.
Daarop werd met het getuigenverhoor aan
gevangen.
De eerste getuige, de heer M. Schujjlenburg,
controleur van 's rijks belastingen, verklaarde
bekl. op 7 Juli te hebben beëedigd als geagre-
eerd klerk en deelde mede dat vóór dien
tijd bekl. als klerk bjj den ontvaDger werkzaam
was. Bekl. ontving als salaris 5 's maands,
welke som naar getuiges meening in evenre
digheid was met het gepresteerde werk.
Uit de mededeelingen van dezen getuige
bleek verder dat bekl. exact werkte, doch steeds
mank ging aan de kwaal om voortdurend cjjfers
over te schrjjvendit is een van de redenen
waarom de valschheden niet vroeger door den
ontvanger zjjn ontdekt.
Getuige gaf verder inlichtingen omtrent de
administratie der belastingen en omtrent de
wjjze, waarop de valschheden geschied zjjn.
Bovendien verklaarde de heer Schujjlenburg dat
hem bjj het onderzoek der verschillende kohieren
en journalen gebleken is dat, behalve de aan
bekl. ten laste gelegde feiten, door hem nog meer
valschheden in authentieke stukken gepleegd
zjjn.
Bekl., hierop gehoord, verklaarde een en ander
juist en zeide op een desbetreffende vraag nooit
verhooging van loon gevraagd te hebben, hoewel
het hem beloofd was. Trouwens betgeen hij
ontving diende alleen als zakgeld, omdat hjj
bjj zjjne ouders gratis kost en inwoning ontving.
De getuige Schujjlenburg deelde verder nog
enkele staatjes mede van de verregaande bru
taliteit, waarop bekl. zjjne knoeierjjen pleegdé,
eene brutaliteit waarvan getuige in zjjn lang
jarigen dienst bij de belastingen geen voorbeeld
bekend is. Hjj knoeide zelfs onder de oogen
van den controleur.
Bekl. had ook hierop niets te antwoorden
dan eene erkenning van schuld. Op eene vraag
of hjj bjj vroegere ontvangers fraude pleegde
gaf bekl. toestemmend antwoord. Het gestolen
geld diende om aan de zucht tot verteren te
voldoen.
De verdediger van bekl., de heer mr A. C. A.
Jacobse Boudewjjnse, die in plaats van den
heer mr M. J. de Witt Hamer, door ongesteld
heid verhinderd, optrad, vroeg aan getuige of
de jaarwedde van den ontvanger niet onzuiver
ongeveer f 2200 a f 2300 beliep.
Het antwoord luidde bevestigend.
Verder vroeg de verdediger of bjj betere con
trole van het journaal met het kohier van de
zjjde van den ontvanger niet vele feiten zou
den zjjn voorkomen. Dit ontkende getuige
controle waarbjj het journaal met het ko
hier wordt vergeleken is in de praktijk,
terwjjl men een voor zjjn taak geschikten
klerk heeft, niet noodig en wordt, zoo ooit,
zeer zelden, uitgeoefend. De wjjze, waarop
bekl.' fraudeerde, maakte verder controle hoogst
moeiljjk.
De verdediger vroeg aan getuige nog of hjj
niet zelf, voordat D. nog als geagreëerde was
beëedigd en voor deze dus recht had voor
ontvangst te teekenen, een door hem getee-
kende kwjjting vi>or betaalde belastingen had
in ontvangst genomen.
Getuige verklaarde dat dit best mogeljjk
kan zjjn, daar hjj, als hjj op een zitting vele
kwitantiën ontvangt, niet steeds alle handtee-
keningen beziet.
Als tweede getuige werd gehoord de rijksont
vanger te Domburg, O. Verhage, bjj wien bekl.
als klerk werkzaam is geweest.
Uit zjjne verklaring bleek dat bekl. hem was
gerecommandeerd door zjjn voorganger en hjj in
D. volkomen vertrouwen Btelde.
Getuige gaf verder inlichting omtrent de
werkzaamheden, die door hem aan bekl. waren
in Para, en toen heeft uw gunsteling mjj op
de mailboot gezet, om u te verzoeken, mjj
onmiddelljjk een besluit mede te geven, waarbjj
de koloniale staten worden opgeheven. Vier
heeft bjj er zelf al onder handen genomen,
maar dat heeft niet gebaat.
Géronte-Keuchenius. Wat duiwat hemel-
sche genade een besluit om de koloniale staten
op te heflen 1
Scapin-Kalff. Ja, excellentie, en ik moet met
de volgende m-dlboot terug.
Géronte-Keuchenius. O die verdie las
tige koloniale statenMjj op die manier in
moeilijkheden te brengen
Scapin-Kalff. moet dadeljjk beslissen,
excellentie, om uw gunsteling, die een naam
draagt welke u zoo dierbaar is, van zjjn on
dergang te redden.
Geronte-Keuchenius, Maar wat drommel had
hjj ook ruzie te maken met die koloniale staten
Scapin-Kalff. Hjj dacht niet, dat zoo iets ge
beuren zou.
Géronte-Keuchenius. Ga dadeljjk aan die kolo
niale staten zeggen, dat ze moeten doen wat
hjj beveelt.
Scapin-Kalff., Maar excellentie, hoe kan dat
met eene vertegenwoordiging Houdt ge de lui
voor den gek.
Géronte-Keuchenius. Maar wat had hjj ook
ruzie te maken met die koloniale staten 1
Scapin-Kalff. Men kan er soms zoo ongeluk
kig inloopen.
Geronte-Keuchenius. Kalff, je moet nu eens
toonen dat je een trouw ambtenaar zjjt
Scapin-Kalff. Hoe zal ik dat doen, excellentie
Géronte-Keuchenius. Ge moet aan de kolo-
opgedragen, en deelde uitvoerig mede, hoe de
bekl. de verduisteringen en valschheden pleegde
Bjj het aanzuiveren van den dienst, het journaal
met het betrokken kohier vergelijkende, werden,
enkele abuizen ontdekt, wat, in verband ook
met eene ontdekking dat een der belasting
schuldigen volle kwjjting bezat, zonder dat dit
uit de boeken bleek, aanleiding tot een onder
zoek en ontdekking van de feiten gaf.
Ondervraagd naar de belooning van bekl.,
deelde getuige mede, dat bekl. 5 's maands ge
noot en daarvoor dagelijks te zjjnen kantore te
Westkapelle werkzaam was.
Hjj ontdekte nooit aan bekl. gevolgen van
uitspattingen en wist ook niet dat deze zich
buitengewone uitgaven veroorloofde.
De verdediger vroeg aan dezen getuige of
bekl. niet belast was met het bjjbouden van
de journalen van zeven gemeenten, het opmaken
van de kohieren, het nagaan van den achter
stand elke maand, het schrjjven van aanslag
biljetten enz. en of het werk van getuige niet
alleen bestond in het innen van gelden, het
opmaken van maandstaten en het voeren van
de correspondentie.
Getuige beaamde dit als in hoofdzaak juist
te zjjn. Ook verklaarde hjj dat zjjn eigen jaar
wedde 1700 zuiver bedroeg.
Ondervraagd over het niet zeer groote salaris
en over de vooruitzichten van bekl. gaf de
getuige toe dat.rbet loon niet groot was, terwjjl
de betrekking van geagreëerde klerk op een groo-
ter kantoor voor bekl. de b&ton de maréchal was.
Achtereenvolgens werden nu gehoord een
dertigtal getuigen, die verklaarden op verschil
lende tjjdstippen onderscheiden bedragen ter
voldoening hunner belasting te hebben gestort,
welke bedragen in het journaal bleken vervalscht
te zjjn.
Bekl., telkens hierop gehoord, erkende de
gelden ontvangen, de vervalschingen in het
kohier te hebben gepleegd en het meer ont
vangen dan geboekte bedrag ten eigen bate
aangewend te hebben.
Hierna werd de zitting gedurende korten
tjjd geschorst.
De zitting heropend zijnde werden nog een
twintigtal getuigen verhoord omtrent gedane
betalingen.
Hierna werd de bekl. nogmaals gehoordhjj
verklaarde daarbjj sommige valschheden niet
gepleegd te hebben om het geld te verduisteren
maar om andere verduisteringen te bedekken,
wat hjj trachtte te doen door somwjjlen hoo-
gere posten te boeken dan door hem waren
ontvangen.
Tusschen 1 Februari en het begin van Au
gustus heeft bekl. f 550 verduisterd, waarschijn
lijk nog meer, doch hoeveel kan hjj zich niet
herinneren. Op de vraag waar hjj met dat
geld gebleven is, verklaarde hjj het met rjjden
en rossen en brassen, ook door veel drank enz
weg te geven, opgemaakt te hebben. EenB
heeft hjj ook vier bankjes van 25 verloren.
Van al het verduisterde heeft hjj niets over
gehouden.
De ambtenaar van het openbaar ministerie,
de heer jhr mr J. Schuurbeque Boejje, alsnu
het woord verkregen hebbende, begon met te
herinneren dat bp een vroegere zaak van de
zjjde van het O. M. gewezen was op de zeer
slechte controle. Dit is ook hier het geval.
De bekl., ofschoon niet eerljjk, was door den
voorganger van den ontvanger als eerljjk aan
bevolen. Bekl. heeft een treurig misbruik ge
maakt van het hem geschonken vertrouwen en
dat met een slimheid en overleg, die verre boven
zijn jeugdigen leeftijd staan. Toch ware hij
waarschjjnljjk niet zoo diep gevallen, indien
men in den beginne zjjne misstappen had aan
het licht gebracht. De ontvanger, afgaande
op de getuigenis van zijn voorganger, vermoedde
een trouwen, eerljjken klerk te hebben en stelde
in hem te veel vertrouwen.
Ook hier is het ce Kest que le pre nier pas
qui coüte van toepassing eerst nam bekl. enkele
guldens weg, later werden de bedragen groo-
ter en eindeljjk weraen het belangrjjke sommen.
De ambtenaar wees er verder op dat bekl.
niet ontvreemd heeft uit behoefte zjjne ouders
zjjn welgesteld en voorzien in zjjne behoeften.
Weliswaar erkende hjj dat het salaris, door
bekl. genoten, niet groot is, 17 cents per dag,
maar dat is geen reden om verduistering te
plegen
niale staten zeggen, dat ze mijn gunsteling,
den man met den dieibaren naam, vooreerst
met rust moeten laten tot zjj iets naders van
mjj hooren.
Scapin-Kalff. Maar excellentie, begrjjp toch
dat die koloniale staten zoo koppig zjjn, en
dat zjj daarmede geen vrede zullen hebben.
Géronte-Keuchenius. Maar wat drommel had
hjj ook ruzie te maken met die koloniale staten
Scapin-Kalff. Hjj dacht niet dat zoo iets ge
beuren zou. Maar bedenk excellentie, dat de
zaak haast heeft.
Géronte-Keuchenius. En hjj verlangt, zegt ge.
Scapin-Kalff. Opheffing van de koloniale
staten.
Géronte-Keuchenius. Opheffing van de koloniale
staten. Wat brengt hem op dat idee
Scapin-Kalff. De omgang met de koloniale
staten.
Géronte-Keuchenius. Weet hjj wel wat de op
heffing van de koloniale staten beteekent
Scapin-Kalff. Jawel excellentiedat wil zeg
gen, dat zjj worden afgeschaft.
Géronte-Keuchenius. Maar begrjjpt hjj dan
niet dat dit een inbreuk is op het regeerings-
reglement
Scapin-Kalff. Het zjjn lui, die geen reden
verstaan.
Géronte-Keuchenius. Maar wat drommel had hjj
ook ruzie te maken met de Koloniale Staten
Scapin-Kalff. Volkomen waar, maar men kan
niet alle dingen voorzien. Ik bid u, excellentie,
zet er wat spoed bjj.
Géronte-Keuchenius. Ik zal je briefjes geven
voor den ouden Savornin en voor de redacties
van de Standaard, de Heraut, de Bazuin en de
Wat is de drjjfveer geweest, die bekl. tot de
misdaad bracht Op die vraag antwoordde
de ambtenaarhoogmoed. Bekl. was klerk
bjj den ontvanger en achtte zich iets meer
dan de gewone arbeider; hjj moest rijker leven
dan zjjne bekenden; maakte rjjtoertjesont
haalde zjjne vrienden, die thans, nu hjj in het
ongeluk is, zeker wel het meeBt in hem te
laken zullen vinden. Waar het zoo groote
bedrag echter gebleven is, bljjft een raadsel.
De bekl. heeft eene volledige bekentenis afge
legd en, waar hij al zjjne verduisteringen en
valschheden erkent, dient ook aangenomen te
worden, dat zjjne verklaring omtrent het ver
liezen van de som van 100 juist is. Toch
bljjft het verwonderljjk, hoe bekl. op een dorp
als Westkapelle in zoo korten tjjd zooveel geld
heeft kunnen zoek maken.
Daarna ging de ambtenaar de gepleegde valsch
heden en verduisteringen na en achtte die èn
uit de bekentenis van bekl. èn uit de verkla
ringen van de getuigen voor het grootste deel
wettig en overtuigend bewezen.
De heer Schuurbeque Boejje wees er op dat
bekl. eerst als loontrekkend bediende en later,
toen hjj geagreëerd was als ambtenaar, de feiten
gepleegd heeft.
Bjj de bespreking der op te leggen straf
toonde de ambtenaar aan dat bekl. geruimen
tijd in preventieve hechtenis doorbracht, wat
hem, in verband met eenige verzachtende om
standigheden en het door bekl. getoond berouw,
aanleiding gaf om te vorderen dat bekl. zal
worden veroordeeld wegens verduistering en
vahchheid door een loontrekkend dienaar en
ambtenaar tot twee jaren gevangenisstraf met
bepaling dat de tjjd, dien hjj in voorloopige
hechtenis doorbracht, geheel in mindering van
die straf zal komen.
De verdediger van beklaagde, de heer mr
Jacobse Boudewjjnse, zeide met een gevoel van
weemoed voor bekl., met wien hjj innig deer
nis heeft, op te treden, en het in zjjn belang
te betreuren dat mr De Witt Hamer door
ongesteldheid verhinderd is den bekl. met zjjn
zooveel grootere gaven als raadsman ter zjjde
te staan.
Pleiter schetste het verleden van bekl. om
aan te toonen hoe weinigen, in de plaats van
bekl. zjjnde, staande zouden zjjn gebleven.
Tot Februari 1889 heeft bekl., op eene
enkele uitzondering na, zich aan geene straf
schuldige handelingen schuldig gemaakt, of
schoon hjj sedert 1886 als klerk bjj verschil
lende rijksontvangers werkzaam was.
Wat is de oorzaak dat bekl. met het optre
den van den tegenwoordigen ontvanger bjjna
dageljjks zich vergreep aan het hem niet toe-
behoorend geld?
Bekl. was wat pleiter in het breede aan
toont om zoo te zeggen de hand, die het
mei ate werk verrichtte. Voor de weinige werk
zaamheden, die de ontvanger deed, genoot
deze 1700 's jaars, terwjjl bekl. voor zjjne
vele verrichtingen niet meer dan 60 ontving.
Hoe moeten dergeljjke toestanden op het
gemoed van bekl. gewerkt hebben Hjj ziet
in dat hjj eigenlijk de ontvanger is, en voelt
zich daardoor gevleid, terwjjl hjj aan den an
deren kant voor het karig loon zich groveljjk
miskend acht.
Dat gevoel van miskenning brengt bekl. er
toe zich zelf recht te verschaffen en, waar men
nalaat hem datgene te geven, waarop zjjne ver
diensten hem recht zouden doen hebben, het
te nemen.
De ontvanger heeft bekl. in het begin van
het jaar 1889 eene verhooging van jaarwedde
tot ƒ10 's maands beloofd, doch is die belofte
niet nagekomen.
Pleiter meent dat dit een en ander den ont
vanger niet het recht geeft zooveel vertrouwen
te stellen in bekl. als hij deed. Bovendien is
er aan de zjjde van den ontvangir plichtver
zuim niet alleen dat hjj niet zjjn werk zelf
deed maar ook controleerde hjj niet hetgeen
bekl. deed, want ware dit geschied zeker zou
vroeger aan het licht gekomen zjjn dat de
bekl. oneerljjkheid pleegde en nimmer zou bekl.
voor de feiten terecht kunnen staan als thans
het geval is.
Zal bjj de rechtbank de meening overheer-
schen, dat bekl. straf verdient? Pleiter weet
het niet, maar daarop vertrouwt hjj dat zjj,
zoo zjj bekl. meent te moeten veroordeelen, in
Oranjevaan, opdat die de zaak in orde schrjjven.
Scapin-Kalff. Maar excellentie, waar denkt
gjj aanU weet toch, dat ik maar éen mail
tjjd heb.
Géronte-Keuchenius. Wat drommel had hij
ook ruzie te maken met de Koloniale Staten.
Scapin-Kalff. Allemaal woorden verspild.
Bedenk dat er haast is, en dat gij gevaar loopt
den gunsteling met den dierbaren naam in het
verderf te storten. O, mjjn arme Gouverneur
Misschien zie ik hem slechts als demissionaris
terug en pakt hjj zjjn koffers al, om naar het
vaderland weer te keeren. Maar de hemel is
mjjn getuige, dat ik alles gedaan heb, wat in
mjjn macht was om hem te redden en als hjj
niet gered wordt, dan is het de schuld van de
weinige genegenheid van zjjn minister.
Géronte Keuchenius. Een oogenblik geduld, ik
zal het besluit laten redigeeren.
Scapin-Kalff. Haast u, excellentie, anders is
de mail vertrokken.
Géronte-Keuchenius. Wat wilde hg ook weer?
ontbinding van koloniale staten
Scapin-Kalff. Neen, excellentie, opheffing.
Géronte-Keuchenius. Opheffing.
Scapin-Kalff. Ja, excellentie.
Géronte-Keuchenius. Wat had hjj ook ruzie
te maken met de koloniale staten 1
Scapin-Kalff. U hebt groot gelijk. Maar
haast u.
Géronte-Keuchenius. Die verwenschte koloniale
staten
[Hij zet zich aan zijn schrijftafel).
Daar, ga aan mjjn Leandre zeggen, dat ik
hem machtig
Scapin-Kalff. Ja zeker, excellentie.
ruime mate verzachtende omstandigheden toe
passen zal.
Bekl. toch kon gemakkeljjk fraude plegen,
ondervond miskenning van zjjne verdiensten,
werd slecht gecontroleerd, is op jeugdigen leef-
tjjd gevallen en toonde, van den beginne af dat
zjjne zaak in handen der justitie is, eene be
rouwvolle houding.
Daarop ging de verdediger de juridische
zjjde der kwestie na en betoogde daarbjj dat
bekl. zich niet schuldig heeft gemaakt aan
verduistering van geld ten nadeele van den
heer Yerhage, omdat het geld, door de be
lastingschuldigen gestort, niet is geld van den
ontvanger maar wjjl het aan den staat behoort,
tegenover wien bekl. volstrekt geene verant
woording heeft.
Waar het bjj dagvaardiging aan bekl. ten
laste gelegde feit alzoo niet juist is, conclu
deerde de verdediger tot vrijspraak van zjjn
cliënt en vroeg hij diens onmiddellijke invrij
heidstelling.
Na repliek, waarbjj de ambtenaar zjjn inge
nomen standpunt handhaafde en daarbjj tevens
de door pleiter afgekeurde handelingen van
den ontvanger verdedigde, werd door den pre
sident nog eene inlichting gevraagd aan den
controleur omtrent de vraag, aan wie de kas
van den ontvanger behoort. Het antwoord
luidde daarophet rjjk.
In zjjne dupliek persisteerde de verdediger
bjj zijne genomen conclusie, tevens zjjne ver
wondering uitsprekende dat de ambt. van het
O. M. de verdediging van den ontvanger op
zich heeft genomen.
Hierna werd de zitting geschorst en ging
de rechtbank in raadkamer om te beslissen
over de vraag tot dadelijke invrijheidstelling
van bekl.
Na heropening der zitting deed de president
mededeeling dat de rechtbank geen termen
heeft gevonden om het verzoek tot in vrjjheid
stelling in te willigen.
Het onderzoek werd hierop gesloten en de
uitspraak bepaald op heden over 14 dagen.
Kantongerecht te Goes.
Heden, Vrjjdag, zjjn veroordeeld wegens
openbare dronkenschap: H. F., 's Heerenhoek,
A. H., Wemeldinge, W. v. S., Wolfaartsdjjk,
J. V., Heinkenszand, J. M., Baarland, ieder tot
2 b. s. 2 d. h.H. S., Wolfaartsdjjk, tot
3 b. b. 3 d. h.K. K., Camperland en A. B.,
's Heer Arendskerke, ieder tot 1 b. s. 1 d. h.
het zonder vergunning bevisschen van een aan
een ander in uitsluitend gebruik gegeven per
ceel in de Ooster-ScheldeD. Z., Yerseke, tot
ƒ1 b. s. 1 d. h.M. P. en C. v. d. B., Yerseke,
ieder tot 2 b. s. 2 d. h.het zich als ge
zagvoerder van een vaartnig, in een sluis van
een rijkskanaal niet gedragen naar de bevelen
van een kanaal-beambte B. v. ORotterdam,
tot f 15 b. s. 5 d. h.het als gezagvoerder
van een vaartnig hiermede niet tjjdig stoppen
voor een brug in een rjjkskanaal, hoewel daartoe
het sein gegeven was: M. v. O., Rotterdam,
tot f 15 b. s. 5 d. h.het loopen over eens
anders grond, waartoe de toegang op een blik
bare wjjze was verboden: J. V., J. P., A. de D.,
J. de K., J. de J., M. v. S., T. G., allen Yerseke,
en W. V., Borssele, ieder tot 0.50 b. s. 1 d. h.
Verder wegens het in een voor het publiek
toegankeljjk localiteit toedienen van sterken
drank in het klein zonder vergunning C. L.,
Ovezande tot 8 b. s. 4 d. h 1° het aanwen
den van pogingen om wild te bemachtigen door
middel van een wildstrik, 2° het zich met wild
strikken in het veld bevinden buiten openbare
wegen en voetpadenJ. H., Baarland tot 5
b. s. 3 d. h.het zich met wildstrikken in het
veld bevinden buiten openbare wegen en voet
paden: A. G., 's Heer Arendskerke tot /3 b.
s. 3 d. h.het bejagen van eens anders jacht
veld zonder acte of vergunning A. de M., Ove
zande tot 2 maal 3 b. s. 3 d. h. voor iedere
boeteP. K. M. v. d. H., te Cortgene
ieder tot 2 maal 5 b. s. 4 d. h het
zich met geladen schietgeweer in het veld
bevinden zonder acte: A. B., Camp rland, tot
5 b. s. 3 d. h.; het jagen op een Zondag:
E. 'd. H., Doel (België), tot 3 b. s. 3d. h.
het bevisschen der Schelde, zonder het ver-
eischte consent te kunnen vertoonenP. F. N.
R., Bouchaute (België) en F. R., Sas van Gent,
ieder tot ƒ2 b. s. 2 d. h.het in het openbaar
houden van een voor de eerbaarheid aanstoo-
teljjke toespraak J. L. D., Yerseke, tot 15
b. s. 3. d. h.
Allen tevens in de kosten.
Vrjjgesproken werd: M. v. S., Yerseke, be
klaagd van het loopen over eens anders grond,
waartoe de toegang op een bljjkbare wjjze
verboden was.
(Hij steekt zijn hand uit).
Géronte-Keuchenius zijn brief terughoudende
dien hij aan Scapin-Kalff schijnt te willen geven).
Maar zeg aan de koloniale staten, dat zjj nare
kerels zjjn.
Scapin-Kalff [de hand uitstekend.) Zeker excel
lentie.
G'ronte-Keuchenius (als voren). Dat zjj zich
schandelijk gedragen hebben.
Scapin-Kalff [steeds de hand uitstekende). Zeker,
excellentie.
Géronte-Keuchenius [als voren). Dat zjj geen
eergevoel hebben, geen vaderlandsliefde.
Scapin-Kalff. Laat het maar aan mjj over,
excellentie.
Géronte-Keuchenius als voren). Dat sjj mjj een
besluit afdwingen in strijd met alle recht.
Scapin-Kalff [als voren). Zeker zal ik bet zeg
gen, excellentie.
Géronte Keuchenius. En dat ik hen wel zal
vinden, in de west en in het land.
Scapin-Kalff. Zeker, excellentie.
Géronte-Keuchenius. En als ik er ooit een on
derhanden krjjg, zal hjj er van lusten.
Scapin-Kalff. Het zal gebeuren, excellentie.
Géronte-Keuchenius (het besluit in zijn zak
stekende). Breng mjjn broederlijken zegen en de
groetenissen van mjjne hand aan den gouver
neur Léandre.
Scapin-Kalff. Maar excellentie.
Géronte-Keuchenius. Wat had hjj ook ruzie te
maken met de koloniale staten 1
(Arnhemsche courant.)