N°.
133° Jaargang.
1890.
W oensdag
29 Januari,
Het conflict te Suriname
Deze courant verschijnt dagelijks,
met uitzondering vaji Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal in Mid elburg en per post franco 2.
Afzond^ lijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën20 cent per regel. Bij abonnement lager.
Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten benevens alle
dankbetuigingenvan 17 regels 1.50;
iedere regel meer ƒ0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Middelburg 23 Januari,
LETTEREN EN KUNST,
ONDERWIJS.
KERKNIEUWS.
Hiiiiiniiiiii.s'iii
Tb ermomettr.
Middelburg 28 Jan. vm. 8 u 39 gr.
m. 12 n 43 gr. av. 4 u. 47 gr. F
Verwacht Z. wind.
Agenten te Vlissingen: P. Gr. de Vet Mestdagf "ook, te oes: A. A. W. Bollahd, te Kniiningen: P. v. b. Peijb, te Zierikzee: A. O. de Moonte Tholen"W. A. vas i Ailvertentiöai
Nebtj wenhuijzen en te Terneuzen: m. de i Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de i moeten des namiddags te eei nn*
advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditma Hi^dam, de Gebb. Belineante, te 's Gravenhage, en A. de la Mar Azn, te Amsterdam, j aan het bureau bezorgd zpn, willen
Hoofdagenten voor het Buitenland: te ParxA v&onden, de Compagnie générale de Publioité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger. zjj des avonds nog worden opgenomen
De Surinaamsche bladen bevatten een uit
voerig verslag van de zitting der Koloniale
staten van West-I n d i den 27 Decem
ber 11. gehouden, waarin de bekende missive
van den gouverneur, jhr De Savornin Lohman,
besproken werd. Daaruit blijkt hoe ernstig
karakter het incident heeft verkregen.
De sprekers lieten zich over de houding van
den gouverneur in sterk afkeurenden geest uit.
Het eerst was aan het woord de heer Heylidy,
het oudste lid van de staten.
Hjj betoogde uitvoerig dat de weigering tot
het geven van inlichtingen door den gouverneur
was in strjjd met de grondwet; dat omtrent
het in het district Para voorgevallene en
omtrent de houding, door de regeering ten
opzichte der wederspannige belastingbetalers
aangenomen, nauwkeurige inlichtingen dringend
noodig waren en eiqdeljjk dat de verwijten,
door den gouverneur aan de Staten gericht,
volstrekt onverdiend waren. Het was ongehoord
te beweren, zooals jhr Lohman deed, dat de Staten
de regeering van het moederland wilden smaden,
verguizen. De heer Heylidy wenschte na het
voorgevallene geen lid van Koloniale staten te
bljjven en verliet, na het uitspreken van zijn
redevoering, de vergadering.
In denzelfden geest spraken achtereenvolgens
Je heeren Barnet Lyon, De Granada, Salomons
en Muller. Laatstgenoemde protesteerde boven
dien tegen een ongrondwettige pressie, welke
de gouverneur sou hebben uitgeoefend op vier
leden der vergadering, teneinde zich van hun
stem te verzekeren. Om deze leden niet te
stellen voor de keuze tusschen hun geweten en
het brood van hun gezin, wilde hij geen motie
voorstellen.
Ten slotte werd ook het woord gevoerd door
den voorzitter, den heer Juda, na vooraf het
presidium te hebben overgegeven aan het in
jaren oudste aanwezige lid, den heer Cateau
van Rosevelt.
De heer Juda zeide dat sedert de invoering
van het thans vigeerend regeerings-reglement
zeven gouverneurs aan het bestuur heeft
gezien.
»Jhr. mr. A. M. de Savornin Lohman is niet
de eerste gouverneur, wiens bestuurshandelin
gen aan de Staten aanleiding hebben gegeven
inlichtingen te vragen. Hij is ook niet de eerste
gouverneur, die op een in het belang der kolo
nie gestelde vraag een onverdiend of ontwij
kend antwoord beeft gegeven. Ware er ook
thans niets anders gebeurd, spreker zou den
voorzittershamer niet voor een oogenblik hebben
overgegeven.
»Dit is evenwel het geval niet. Wjj staan
voor een hoogst ernstige, laat spreker liever
zeggen voor een hoogst treurige gebeurtenis.
»De vertegenwoordiger des konings heeft
gemeend, vier leden van deze vergadering, die
tevens afzetbare ambtenaren zjjn, voor de door
hen in de Staten uitgebrachte stem in ver
hoor te moeten nemen en, om er niets ander»
en niets meer van te zeggen, om hun voor te
houden hoe zij, naar des gouverneurs meening,
zich bjj de behandeling der motie hadden
moeten gedragen en in het vervolg zullen
hebben te handelen als leden der vertegen
woordiging.
»Naar sprekers innige overtuiging is dit in
strjjd met letter en geest van het regeerings-
reglement, en hij twijfelt er geen oogenblik
aan, dat, wanneer deze hoogst treurige gebeur
tenis volkomen naar waarheid ter kennis van
de Nederlandsche regeering wordt gebracht,
deze op de meest ondubbelzinnige wjjze zal
doen bljjken dat zjj niet gediend is van der
gelijke handelingen."
Ten slotte werd, na sluiting der beraadsla
gingen, de missive van den gouverneur, zonder
hoofdeljjke stemming, voor kennisgeving aan
genomen.
Aan het particulier schrijven uit Suriname
over de pressie, die de gouverneur zou hebben uit
geoefend op die vier leden der Koloniale staten,
die tevens landsambtenaren zijn, een schrij
ven, waarop gisteren in een telegram werd
gedoeld is voorts nog het volgende ontleend
»Het feit van die pressie is waar. De heer
Lohman schijnt pressie te hebben willen uit
oefenen op de navolgende heeren, tevens leden
der Koloniale statenCateau van Rozevelt,
agent-generaal der immigratiedr A. Salomon,
inspecteur van den geneeskundigen dienst
mr G. Barnet Lyon, advocaat-generaal bij het
hof van justitie en Da Costa, ommegaand
rechter. De gouverneur wil naar men in
Suriname algemeen zegt deze vier heeren,
die alle afzetbare ambtenaren zijn, ontslaan
wegens hun deel in de stemming der Staten
over het bekende voorstel. De gouverneur moet
den 2en Januari jl. den heer mr J. Kalff, lid
van het hof, naar Demerary gedépêcheerd heb
ben met last, zoo men zegt, den minister van
koloniën over het gebeurde te gaan spreken.
De stoomboot, waarmede hij vertrok, keerde
terug, door een gebrek aan de machine. Hjj
zou zich nu per Fransche mail naar het moe
derland begeven.
»De kolonie is zeer ingenomen tegen den
gouverneur. Iedereen keurt zjjne houding ten
strengste af en in dit opzicht kunnen de kolo
niale staten op den meest volkomen steun
van de Surinaamsche bevolking rekenen. Men
gelooft in Suriname dat de positie van den
gouverneur onhoudbaar is geworden en dat hij
spoedig vervangen zal worden. Van eene ont
binding van de koloniale staten is voor het
gouvernement hoegenaamd geen heil te wach
ten, daar men bjj de eventueel nieuwe verkie
zingen ongetwijfeld de oude staten terugkrijgt.
Vooral het feit, dat die vier genoemde
heeren met ontslag bedreigd zjjn, heeft hevige
verbittering verwekt. Zjj allen zjjn mannen,
die doorkneed zjjn in de koloniale politiek, en
hebben de sympathie van tal van ingezetenen
der kolonie.
»Eene vergadering van burgers te Parama
ribo heeft besloten den kolonialen staten hare
volkomen adhaesie te betuigen en een request
aan de regeering in het moederland te zenden."
Verder vermeldt de sckrjjver
»Er ligt meer in deze zaak dan zich op de
oppervlakte laat zien. In waarheid is zjj de
uitbarsting van reeds lang bestaande oneenig-
heid tusschen de bevolking en den gouverneur,
die nu aansprakeljjk wil stellen de vier ge
noemde heeren, die onschuldig zjjn aan het
conflict en slechts van hun recht als lid der
staten gebruik gemaakt hebben. Zooveel is ze
ker, dat het Nederlandsch prestige door het
voorgevallene met de Paranegers en het conflict
met de staten ernstig geknakt is, dat verdere
samenwerking tusschen vertegenwoordiging en
gouvernement tot de hersenschimmen behoort,
en dat de Surinaamsche bevolking beslotenis
tot bet uiterste voor baar recht te strjjden."
Nu zich dit incident voordoet sta men ons
toe hieronder te herhalen wat wjj in ons nom-
mer van 3 October 1888 schreven na de benoe
ming van jhr mr M. A. de Savornin Lohman.
Toen reeds opperden wjj onze ernstige beden
kingen tegen die benoeming, en uitten wjj onze
vrees, dat hjj niet zou zijn de geschikte man
voor die hooge betrekking, in de volgende
woorden
»Of echter de thans gedane benoeming van
een hoofd onzer West-Indische bezittingen niet
hare bedenkeljjke zjjde heeft, zullen wjj niet
zoo grif ontkennen.
»In de West als konings vertegenwoordiger
op te treden is een even vereerende als moeiljjke
taak, waarvan men zich met beleid en kalmte,
met kracht maar tegeljjkertjjd op menig oogen
blik ook met gematigdheid moet kwijten.
»Wat wjj van den heer Lohman weten, heeft
ons van zjjn gematigdheid geen hoogen dunk
gegeven. De herinnering aan zjjn optreden in
verkiezingsdagen, toen hjj f», ons district can-
didaat was gesteld, ligt menigeen nog versch
in het geheugen en wjj weten maar al te goed,
hoe hjj destijds tegenover de liberalen het
noblesse oblige allerminst zich bewust toonde.
»Nu kan men in zulke dagen^veel door de
vingers zien, maar er is toch een grens ook
in dezeen wjj weten bovendien dat bezadigd
heid en zelfbeheersching niet behooren tot de
deugden der heeren Lohman, die tot de cory-
pheeën der anti-revolutionnaire partjj kunnen
gerekend worden. Integendeelzjj zjjn meestal
zeer scherp en heftig.
»Met zulke eigenschappen op den hoogen
zetel te Paramaribo plaats nemend, loopt men
gevaar velen at te stootenterwjjl in eene
kolonie als onze West men juist behoefte beeft
aan een gouverneur, die, met waardigheid en
ernst optredende om te verbeteren wat hjj
noodig en in het belang van het gewest acht,
toch een middelpunt moet vormen voor zoo-
velen, wier belangen zoo zeer uiteenloopen, en
wier onderlinge veten den bloei der kolonie
in den weg staan.
»Wjj betwjjfelen daarom of de heer Lohman
in die hooge positie wel op zjjn plaats zal
zjjnen betreuren die benoeming te meer om
dat ons West-Indië nog steeds in eene moeilpke
periode verkeert, waarin bet behoette heeft
aan een leidend hoofd met een krachtige hand,
met een bezadigd gemoed niet aan een partij
man met geprononceerde beginselen maar aan
een staatsman, die de wjjsheid bezit om practisch
werkzaam te zjjn en het in zelfverloochening
ver heeft gebracht."
Wat wjj toen wjj dit schreven zeker
niet gedacht hebben is dat reeds zoo spoe
dig sa zijn optreden onze profetie zou worden
vervuld; maar dit feit is tevens het krachtigst
dementi aan sommige anti-re volutionnairen, die
destjjds beweerden dat ons oordeel slechts inge
geven werd door de grootste partjjdigheid.
Zjj schenen hun eigen Lohman niet zoo goed
te kennen als wjj, ot hielden de waarheid om
trent hem met opzet verborgen.
De Zeeuw bljjft met eene waanwjjsheid, die
aan bet ongelooflijke grenst, maar voortbor
duren op het eens aangenomen standpunt.
Zonder dat men iets van tooneelzaken behoeft
af te weten, kan ieder kind toch begrijpen dat
een tooneelmees<«r geen tooneelspe/er is.
Niet alzoo de redactie van genoemd blad
die, op zulk eene verwarde manier voortrede-
neerend, alle polemiek onmogelijk maakt.
Onze lezers zullen wjj maar verdere weer
legging van de praatjes dier redactie sparen
en haar vooral niet volgen op het gebied der
z. g. straffende gerechtigheid, die iemand laat
boeten voor anderer zonden.
Wjj kunnen dit niet begrijpen, volgens het blad.
Best mogeljjk en wjj willen liefst niet meedoen
aan een geloof, zooals zijn redactie ons dit
voorspiegelt als iets verhevens en verheffends
Naar aanleiding der circulaire van den mi
nister van koloniën, die den godsdienst der
Javaansche bevolking aanraakt, schrijft de
Haagsche correspondent der IV. Gr. Ct. het
volgende ernstige woord van waarschuwing
»A1 heeft de minister van koloniën zich thans
weer voor een oogenblikje heel kalm gehouden
en de onschuldigste woorden gekozen om zjjn
beleid te verdedigen, de laatstelijk in de Tweede
kamer gevoerde discussie en het toen door den
heer Keuchenius ingenomen standpunt, leggen
m. i. aan de Eerste kamer den duren en heili
gen plicht op om ons vaderland en Nederl.-
Indië voor de grootste rampen te behoeden.
Het is thans bovendien uit de in Indië uitge
vaardigde circulaires gebleken, dat de inmenging
van de godsdienstige twistvragen in het kolo
niaal bestuur als het ware bet doel van de
regeering is de poging om, onder den schjjn
van zorg voor de schatkist met 't oog op de
vrijstellingen van betaling van hoofdgeld den
Mohammedaanschen priesterstand te doen
beperken, in verband met de uitingen van
den heer Keuchenius Christus bovenMohamrued
enz., ze kan zeer licht het sein worden voor
een godsdienstoorlog, die, wat God verhoede i
in Indië uitbrekende, met een verdelging van
den laatsten Christen in 't rjjk van Inaulinde
zou eindigen. Welnu, ik ontveins 't mij niet
en ik weet dat zeer vele in onze koloniën
bekende mannen, ook niet-liberalen dit
gevoelen zijn toegedaan en met doodsangst op
dit punt vervuld zjjn, als de minister van
koloniën op den tot hiertoe gevolgden weg
voortgaat, voorzie ik binnen enkele jaren, wel
licht reeds spoediger, dat de oorlog tegen het
Europeesch element zal uitbarsten en dat bet
voorgoed met »de Compagnie" gedaan zal zjjn.
Aan de Eerste kamer om die ramp af te wen
den. Doch dat kan niet met 't uitlokken van
verzekeringen geschieden, die morgen weer ver
geten zullen zjjndat kan alleen geschieden
door hem, die het gevaar doet ontstaan, te ver-
wjjderen van de plaats waar hij, geroepen zijn
vaderland te dienen, alleen tracht te arbeiden
voor het koninkrjjk Gods."
Het Centrum weet ons het anders te vertel
len. Dit blad vindt de houding van den
minister natuurljjk kostelijk en beweert dat in
de wereld, zooals de liberalen zich die droomen,
»men allen godsdienst behoort te ontzien be
halve het Christendom 1"
Het zou van de redactie van dit katholiek
orgaan verstandig en waardig zjjn als zij die
bewering eens door bewjjzen waar maakte.
Zij toch vertelt eene onwaarheid en zjj doet
dit tegen beter weten in.
Het standpunt, door eene regeeriog in te
nemen, is eenvoudigniet alleen den christe-
ljjken maar alle godsdiensten te ontzienvoor
niet een zooals de heer Keuchenius doet
met voorliefde partjj te trekken.
Dat is de plicht van een staatsman, die het
welzijn van zjj a land beoogten dit is ook
hetgeen de liberalen verlangen.
Maar de mannen van het Centrum c.s. vragen
alleen slechts voor zichzelven steun en recht
van propagandaschreeuwen eeuwig en. altijd
over miskenning maar zjjn zelve het onver
draagzaamst tegen andersdenkenden, b.v. tegen
Mohamedanen wien zij het recht misgunnen op
hun manier zalig te worden.
Het Haagsche Dagbl. meldt dat de heer
A. A. Beekaar, vroeger ingenieur in Limburg
en tijdelijk: belast geweest met een statistisch
onderzoek naar het fabriekswezen, is benoemd bjj
den algemeenen dienst van 's rijks waterstaat
te 's Gravenhage, ter vervanging van den heer
H. E. de Pruyn, die benoemd werd tot chef
van weg en werken bjj de Hollandsche IJzeren
Spoorwegmaatschappij.
Bjj beschikking van den minister van water
staat is thans eene commissie ingesteld tot het
ontwerpen van eene regeling betreffende de
brandweer voor de rjjksgebouwen.
Zij is samengesteld uit de heeren jhr mr V.
de Stuers, referendaris bjj het departement van
binnenl. zaken, voorzitter A. Boraboom, hoofd
commies bij het ministerie van waterstaat
G. J. Zwierzma, idem idem financiënG. F,
Gravelotte, commies bjj het ministerie van
marineA. Moerel, idem idem oorlogG. de
Wjjs, kommandant der Haagsche brandweer,
C. H. Peters, jhr J. P. E. Hoeufft, rijksbouw
meesters, en K. G. van der Mandele, le luitenant
bij het reg. grenadiers en jagers, belast met het
toezicht op de brandweer in de kazerne, leden.
Als secretaris is aan de commissie toegevoegd
de heer J. K. M. Lindhout, tjjdeljjk ambtenaar
aan het departement van waterstaat.
Thans zijn naar men ons uit 's Graven
hage seint bjj de kamer ingediend de
bekende overeenkomsten met de Rjjn- en de
Hollandscbe spoorwegmaatschappjj en de Maat
schappij tot exploitatie van staatsspoorwegen.
De Rijnspoor wordt genaast en de staat ver
deelt al de lijnen over de Hollandsche en de
Exploitatie-maatschappij, in het belang eener
betere exploitatie, zoowel van internationale
als binnenlandscbe verbindingen.
Amsterdam en Rotterdam krjjgen hunne ver
bindingen met het buitenland in éen hand.
Deze regeling zal aan den staat 45 millioen
kosten, waarvoor eene geldleening ad 3 pet.,
uit te geven voor 95 pet., noodig zal zjjn. Zjj
wordt berekend ten slotte aan den staat een
jaarlijksch voordeel van 38.000 te geven.
Bij kon. besluit is, zooals nog in een deel
der oplaag van ons vorig nommer werd mede
gedeeld, benoemd tot raadsheer in het gerechts
hof te 's Gravenhage mr J. B. J. N. ridder
De van der Schueren, thans rechter in de arr.
rechtbank te Rotterdam.
Nog zjjn benoemd
tot hoofdcommies bjj het dep. van justitie,
L. E. T. Anderegg en G. A. N. T. Jansen van
Afferden, beiden thans commies
tot adjunct-commies bjj het dep. J. Crèvecoeur,
thans eerste klerk.
Verder is benoemd tot adjunct-commies bjj
de directie der marine te Amsterdam de klerk
bjj die directie J. F. Kloprogge.
Eindeljjk zjjn benoemd
tot bewaarder van de hypotheken, bet ka
daster en de scheepsbewjjzen te Leiden H. L.
de Grave, thans bewaarder te Alkmaar
tot ontvanger der registratie en domeinen
te Enkhuizen H. Burger, thans ontvanger te
Oirschot
te Gennep E. de Lange, thans surnumerair;
te Oirschot H. J. van Lis, thans surnumerair.
Donderdag verleent de minister van financiën
geen audiëntie.
Aan de Tweede kamer zjjn toegezonden af
schriften van de navolgende contracten met
inlandsche vorsten in den OoBt-lndischen Archi
pel of daarmede geljjk te stellen stukken
le de suppletoire overeenkomst met Djokjo-
karta dd. 14 Juli 1888, tot vaststelling van
eenige bepalingen betreffende mjjnontginning
2e de akten van verband en van bevestiging,
dd. 29 Januari 1889, afgelegd door en uitge
reikt aan den tegenwoordige sultan van Setdang;
3e de akten van verband en van bevestiging
dd. 19 Juni 1888, gewisseld naar aanleiding
van de optreding van den tegenwoordigen be
stuurder van Silat
4e de akten van verband en van bevestiging,
dd. 14 Februari 1888, gewisseld bjj de installatie
van den nieuwen sultan van Pasir
5e bet nieuwe contract met Loehoe, dd. 15
September 1887 en de akte, dd. 4 October 1887,
waarbjj de tegenwoordige bestuurder van het
landschap in zjjne waardigheid is bevestigd
6e de nieuwe overeenkomsten met Palos en
Domggala, dd. 1 en 2 Mei 1888, en de akten
van gelijke dagteekening, waarbjj de tegenwoor
dige bestuurders vaD die landschappen in hunne
waardigheid zjjn bevestigd
7e bet contract met Wadjo, dd. 8 Nov, 1888;
8e de nieuwe contracten met Siauw, dd. II
Dec. 1884, en met Taroena, Kandhar en Tag06-
landang alle van 24 Nov. 1885, met de daarbjj
behoorende suppletoire contracten, betreffende
de omschrijving van het gebied van die land
schappen, en de akten van verband en van
bevestiging, gewisseld bjj de installatie van
den tegenwoordigen bestuurder van Tagoelanda,
9e de contrakten met Poso en Saoesoe, dd. 4
en 17 Aug. 1888.
Het Nederlandsch Museum te Amsterdani
heeft van den heer jhr W. M. H. do Jonge; te
Zierikzee, ten geschenke ontvangen een Zwaard
van Gerechtigheid van mr Joh. de Jonghe of
De Jonge, ambachtsheer van Oosterland, Sir
Jansland en Oostersteyn, een jjzeren helm met
beweegbaar vizier, le helft der 17e eeuw en
twee kogelvormen voor 10 kogels. Lang 48 cM.
Aan den schenker is de dank der regeering
betuigd.
Te Parijs is overleden de schilder Alexandre
Protais, 64 jaar oud.
De heer M. H. P. M. de Graaf, pastoor te
Vlissingen, is door den bisschop van Haarlem
benoemd tot inspecteur der R. K. scholen in
het dekenaat Middelburg.
Te Zierikzee is eene afdeeling van den
Nederlandschen protestantenbond opgericht. Een
negentigtal personen traden als lid toe.