N°. 20.
133e Jaargang.
1890.
Y rijdag
24 Januari.
Deze courant verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën20 cent per regel. Bij abonnement lager.
Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten benevens alle
dankbetuigingen: van 17 regels 1.50;
iedere regel meer ƒ0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Middelburg 23 Januari.
Een Zeeuwsch tafelhoek.**
MIDIF1BIRGSM1E MOUNT.
y
'rl'e,u,0,ne,ei. Agenten te Vlissingen: P. G.dbVbtMestdagh Zoon, te Goes: A.A. W. Bolland, te Eruiningen: F. v.d.Peijl, te Zierikzee: A. c. de Moon, te Tholen: W. A. van AdvertenMë*
Middelburg 2b Jan. vm. 8 u 43 gr. i Niettsyenhuijzen en te TerneuzenM. de Jonge. Yerder nemen aile postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de j moeten des namiddags te eea trai
m. 12 n -12 gr. av. 4 il 47 gr. F j advertentie-bureau's van Nijgh Yan Ditmar te Rotterdam, de Gebr. Belinfante, te 's Gravenhage, en A. de la Mae Azn, te Amsterdam. i aan het bureau bezorgd zjjn, willen
Verwacht Z. W. wind. Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Datjbe Cie., John F. Jones, opvolger. zjj dee avonds nog worden opgenomen
Er is op dit oogenblik in onze provincie eene
beweging gaande, waarop wij even willen wijzen
om te waarschuwen tegen overdrijving.
Vanwege den Neder landschen vrouwenbond tot
verhooging van het zedelijk bewustzijn is te Goes
een voordracht gehouden en zjjn te Middelburg
waarschijnlijk ook in andere gemeenten, circu
laires verspreid om op to wekken tot deelneming
aan een nationaal petitionnement.
Het betreft hierbij de prostitutie-kwestie
waarop men thans weer, evenals indertijd de
heer Pierson o. a. te Middelburg deed, de
aandacht wil vestigen.
Wij waardeeren de goede bedoeling der ver-
eenigingwij erkennen dat op dit gebied nog
ontzaglijk veel te doen is, wil men verbeteren
en genezing brengen aan een ernstige wondeplek
in ons maatschappelijk leven.
Maar men zy voorzichtig in deze zich niet
louter door het gevoel te laten meesleepen
en kieze niet lichtvaardig partij in een kwestie,
waarover mannen van kennis, van ervaring
zelfs nog huiveren een oordeel uit te sprekea
terwjjl daarover onder tal van gezaghebbenden
een aanmerkeljjk verschil van meening bestaat.
Wjj zouden hierop niet gewezen hebben
wanneer niet, na een voordracht te Goes door
freule Van Hogendorp, door een der sprekers,
die haar dankte voor haar pogen en haar jjver
in waardeering der goede bedoeling dier dame
willen wjj niet te kort doen bij wijze van
vuurwerk gewezen werd op hetgeen de groot
vader van de spreekster voor ons land had
gedaan en de hoop uitgedrukt dat zjjne klein
dochter niet minder succes mocht hebben dan hjj.
Dergelijke tiraden zijn voor een publiek, dat
zich zoo gemakkelijk laat meesleepen, hoogst
gevaarlijk.
Wil men alle mogeljjke maatregelen vragen
om den handel in blanke slavinnen tegen te
gaanom den slachtoffers der prostitutie hare
vrjjheid te waarborgen en haar te beschermen;
wil men verzoeken om bekende instellingen
onder zeer streng toezicht te houden,
wjj vragen dit alles mee.
Wil men zedelijke middelen aanwenden tot
bestrjjding van het kwaad, dan is er, dunkt
ons, nog genoeg werk te vinden.
Maar wat men nu de regeering verzoekt is
weer het oude, bekende, dat al zoo menigmaal
besproken isafschaffing van sommige maat
regelen, welke thans tegenover die ongelukkige
vrouwen worden genomen, en strafbaarstelling
van het houden van zekere inrichtingen.
Driehonderd en zelfs nog minder jaren ge
leden, ging de Hollander door voor goedig en
onnoozel of, zooals het heette, bot. De Zeeuw
wordt dan uitgeteekend als bjj de hand en slim,
op bedriegen af. Die botticheyt, welke Levinus
Lemnius van Zierikzee aan de Hollanders toe
dicht, verdween spoedig met de voorouderlijke
eenvoudigheid. Ook die van Zeeland verander
den, want die sluw geweest waren, onderscheid
den zich door het tegendeel en zy getuigden
van zich zeiven, dat zjj rond waren. Inderdaad
misten zij de deugden en gebreken niet der
inwoners van de overige gewesten der Unie.
Zoo Zeeland niet met Holland te zamen de
eerste provincie van het vaderland vormde,
was het onbetwistbaar de tweede in aanzien
en macht. Helden te water en te land, regen
ten en leeraren des Tolks, wijzen en geleerden,
beoefenaars van wetenschap en kunst vestigden
en handhaafden den roem van den kleinen
archipel in de monden der Schelde, waarop
zij de nauwste persoonlijke betrekking hadden,
door geboorte, afkomst of inwoning. Eens
Levensberichten van Zeeuwen, zijnde een vervolg
op P. de la Rue, Geletterd, staatkundig en Heldhaftig
Zeeland, Voor het Zeeuwsch Qenoo schap der We
tenschappen uitgsgeven door F. Nagtglas, afl. 1 en 2,
bl. 1—«584, Middelburg, J. C. W. Altorffer, druk
kers van het Genootschap, X888, 1889,
Dit zjjn eischen, die men niet zoo lichtvaardig
kan stellen, en waarmee men eene regeering
zelfs de tegenwoordige, in een zeer moeilijk
parket kan brengen. Zy toch zal nooit aan in
williging van zulke verzoeken kunnen denken
zonder eerst het advies van de mannen van
bekwaamheid en kennis op dit gebied te hooren,
en dezen zullen wel hunne ernstige bedenkingen
hebben tegen de voldoening daaraan, omdat
menig hunner overtuigd is, dat men door die
inwilliging van kwaad tot erger zou vervallen
en de toestand nog veel verschrikkelijker worden
zou dan hp thans is.
Het is onze bedoeling niet om over dit
vraagstuk eene polemiek in ons blad te openen.
Integendeel wij verklaren bij voorbaat daarvoor
geen gelegenheid in onze kolommen te zullen
geven. Wjj hebben slechts onze stem verheven
om tot voorzichtigheid in deze aan te manen
de kwestie eischt eene studie en eene kennis
van feitelijke toestanden, die bet gros van hen,
op wier medewerking men thans een beroep
doet, totaal mist; vooral omdat bun gezichts
kring beperkt is tot eene kleine omgeving;
en zjj niet weten wat er in groote steden
omgaat, evenmin als wat daar voor den alge-
meenen gezondheidstoestand geëischt wordt.
Thans gaan zjj louter af op voorstellingen en
woorden van op dit punt zeer eenzjjdigen
en al klinkt het zeer mooi te hooren spreken
over een gelukkig verschjjnsel dat »eene
jonge dame van booge geboorte den moed had
over de zaak als de prostitutie in het openbaar
te komen spreken" bij dergeljjke vraagstuk
ken hooren wjj liever het gevoelen van meer
deskundigen, die in de behandeling daarvan
dieper kunnen doordringen en mqer kennis
opdeden.
Evenzoo gelooven wjj dat waar feiten
moeten spreken aan het geloof al staat
het nog zoo pal in de laatste plaats het
woord mag gegeven worden.
Wjj waardeeren de liefde, de toewjjding, het
humane beginsel, dat aan de beweging ten
grondslag ligt, maar wjj moeten toch tot slot
van onze waarschuwing zeggenoordeel in
deze niet te lichtvaardig. Wie aan die bewe
ging haar of zjjn steun wil verleenen, spreke
vooraf ook eens met anderen daarover, liefst
met bevoegde beoordeelaars, die een tegenover
gesteld gevoelen zjjn toegedaan dan zjj van wie
het voorgenomen nationaal petitionnement uit
gaat.
Wat het antirevolutionaire blad in onze pro
vincie aan zjjne lezers durft opdisschen bljjkt
wel uit het volgende.
Uit Amsterdam liet bet zich schrijven .Alhier
heeft men zich niet ontzien, om met de influenza
den spot te drjjven. Er werd namelijk een co-
mediestuk opgevoerd*Het geneesmiddel tegen
werd de eer van land en volk onbedacht, on
gegrond en ongemotiveerd aangevallen bjj de
viering van het academie-feest van Leiden in
1725, toen prof. Burman de Oude, als eene
kleine wraakneming, een dichterljjken uitval
deed tegen zijn ambtgenoot Melchior Leidek
ker, die te Middelburg geboren was en zich
tot bestrjjder gesteld had van het tooneel,
waarvan Burman een voorvechter was. Zjjne
bewering dat de Zeeuwen niet konden geteld
worden onder degenen, die eenigen naam ver
dienden in het gebied der beschaving, onder
vond eene schitterende wederlegging uit de
pen van een dertigjarig rechtsgeleerde, mr Pieter
de la Rue, die in een gedicht, even waar van
inhoud, als waardig van vorm, den Leidschen
hoogleeraar elk antwoord onmogeljjk maakte,
dat geene herroeping of verontschuldiging be
helsde, en hiertoe is de groote Burman nooit
gekomen.
De la Rue schreef daarop zjjn Geletterd Zee
land, eerst verschenen in 1734, in verbeterden
druk zeven jaar later uitgegeven, en zjjn Staat
kundig en Heldhaftig Zeeland, 1736. Na een
bjjna dertigjarige verstandsverbijstering, over
leed de bekwame man in 1770.
Kort vóór zjjn dood werd het Zeeuwsch Ge
nootschap opgericht, en dit nam in zjjn veel
omvattend programma ook de historie van
Zeeland op. Hieruit ontstonden als van zelf
de verbeteringen en aanvullingen van de la
Rue, afgewerkte nieuwe levensberichten, schet
sen en aanteekeningen voor nog onbeschreven
personen, bouwstoffen dus voor een nieuw
de influenza''' en dat nog wel in den vorm van
een bljjspel. 't Is verschrik' elyk te spotten met
eene bezoeking des Heer.- w
»Moge daarom ook .--ral, vist welk den
schrijver van, tevens tooneèlspeler in dat stuk,
overkwam, anderen tot ernstig nadenken bren
gen. Tijdens de opvoering van het stuk is de man
namelijk door een beroerte getroffen en kort daarna
overleden
En wat is nu waarheid
Niet dat de schrjjver van, of een t o o-
neelspeler in het stuk overleden is, maar
de tooneelmeester, de heer Klejjn, een
man die met het stuk zelf niets te maken
heeft, werd, terwjjl hjj in zjjn kamertje zat,
door een beroerte getroffen en overleed dien
tengevolge, een ongeval dat ieder mensch kan
overkomen.
Dit staaltje van .boeren bedrog" bewjjsl
voor de zooveelste maal, hoe men al tooit
men zich ook met den titel van christeljjk-
historisch, het met de waarheid niet zoo nauw
neemt; en de historie op eigenaardige manier
schrijft.
Na het bovenstaand staaltje van waarheid
lievendheid en overdrjjving van de Zeeuw wekte
het bjj ons geen verwondering in hetzelfde
blad van heden te lezen dat het grootste ge
deelte der liberale party in de Tweede kamer
onlangs, terwijl de minister van financiën aan
het woord was, tegenover den heer Godin de
Beaufort eene houding aannam, die men zelfs
aan kwajongens kwaljjk nemen zon. .Sarrend,
zoo heet het, beleedigend was hunne houding,
toen zij zich vóór den minister plaatsten en
hem somwjjlen door hun hoonend gelach be
letten zijne rede voort te zetten. De liberale
partjj heeft bjj het jongste debat over de be
grooting van financiën in de Tweede kamer
den minister opzetteljjk, vierkant in het aan
gezicht uitgelachen."
Dergeljjke mededeelingen te wederleggen zou
werkelijk ïe veel ee; w-m~. *oor lssm, die ze
nederschreef. Wjj halen haar alleen aan als
staaltje, hoever men het brengen kan, wanneer
men de eenvoudigste zaak plaatst onder het
licht van eigen phantasie.
Dat menig lid wel eens gelachen zal hebben
over sommige beweringen van den minister
van financiën, toen hjj zjjne houding trachtte
te verdedigen, die zelfs bjj zjjne vrienden geen
goedkeuring kan verwerven, wie zal het ver
wonderen? Mag men dan zelfs in de kamer
niet van zjjne verwondering getuigenis afleggen?
Maar het getuigt van totaal gebrek aan be
kendheid met hetgeen in de kamer voorvalt
of van boos opzet, wanneer men zijne lezers
zulke leugens op de mouw wil spellen, als in
het bovenstaande voorkomen.
De kamer van koophandel te Apeldoorn dringt
in een adres bjj de Tweede kamer aan op
verwerping van het voorstel-Bahlmann, en
wel op de volgende grondendat de geheele
Veluwe eene graan invoerende streek is, waar
men de opbrengst van den bodem het voor-
deeligst kan verkrijgen door indirecten koren-
werk, waaraan men het denkbeeld verbond van
een vervolg op den schrjjver van hetgeen dan
welverdiend het hoofdwerk zou bljjven. De
oorspronkeljjke bewerker had zich opgelegd
niemand afzonderljjk te beschrjjven, die buiten
Zeeland geboren was, en hjj leefde in den tijd
dat die van Staats-Vlaanderen hunne overbu
ren aan den rechteroever der Schelde als vreem
delingen beschouwden, en «an Zeeland spraken
als van een Overjordaansch land. Verder ont
brak hem en zjjne tjjdgenooten de kennis der
geboorteplaatsen van personen, die niet on ver
maard waren; omgekeerd was het toen ondoen-
ljjk plaatseljjk te gaan onderzoeken, of uit de
tallooze doopelingen in steden en dorpen, de
geborenen binnen de muren en daarbuiten, niet
iemand zich kon bevinden, die tot zjjn onder
werp behoorde. Eens zelf betrapt hjj zich op
een misdrjjf. Mr. Dirk Buisero, vriend van
Antonides en secretaris van Vlisaingen, had
hjj in den druk van 1734 als van die stad ge
boortig opgenomenlater leerde bjj hem als
een Hagenaar kennen, want hjj was 8 Mei 1644 in
de hofplaats gedoopt, en schrapte hem dus een
voudig uit de tweede editie. Maar de dichte
res Johanna Coomans, die ook een Haagsche
was en eerst na haar huweljjk in 1611 te
Middelburg optrad in den kring van Cats,
laat hjj bljjven. Van elders geborenen, schoon
met al hunne verdiensten de eer of het belang
van Zeeland betreffende, maakt hjj geen gewag.
Deze uitsluiting is een gebrek in zjjn arbeid,
die niettemin meer dan twee en een halve
eeuw volkomen gewaardeerd werd.
verkoop, nl. door vleescbproductie in den vorm
van vette varkens enz.
Voor de arbeidende klasse is, volgens die
kamer, deze graanbeïasting eere brojdbelasting
te noemen beter zou men doen, door net eerste
levensonderhoud, het brood, zoo goedkoop
mogeljjk te maken.
In zjjne memorie van antwoord op het afdee-
lingsverslag der Eerste kamer over de Suri-
naamsche begrooting geeft demin. van koloniën
aannemende dat inde dagbladen met juistheid
is medegedeeld het antwoord van den gouverneur
op het besluit der koloniale staten betreffende
de Para aangelegenheden, waaromtrent de
minister van den gouverneur nog geen mede-
deeling ontving als zijn oordeel te kennen,
dat de gouverneur ingevolge bet regeerings-
reglement bevoegd was om zich van het geven
van inlichtingen aan de koloniale staten te
onthouden, waar hjj meende dat de beantwoor
ding der hem gestelde vragen zou schaden aan
de hem toevertrouwde belangen.
Verder deelt de minister mee dat de Indische
autoriteiten tegen werving van Javaansche ge
zinnen voor Suriname geen bezwaar hebben,
maar dat er reden bestond dat die gezinnen
niet zouden willen emigreeren. Een proef met
werving zal daarvan al of niet doen bljjken.
Dat de gouverneur-generaal daartegen zou zjjn
kan de minister niet gelooven.
Ten aanzien van de Surinaamsche bank geeft
de minister te kennen dat het er niet toe af
doet of die in Nederland is gevestigd, daar
haar werkkring tot de kolonie is bepaald,
zoodat zjj wel degeljjk valt onder art. 164 re-
geeringsreglement en dus de bepalingen van
de werking dier circulatie-bank bjj koloniale
verordening moeten worden vastgesteld.
Bjj kon. besluit is benoemd tot griffier bjj
het kantongeiëlbt te Goor., jht mr T. J. de
Marees van Swinderen, advocaat en procureur
te Zwolle.
Verder zjjn lo. de adjudant des konings in
buitengewonen dienst, de vice-admiraal J. W.
Binkes, op verzoek, ter zake van langdurigen
dienst, op pensioen gesteld, onder dankbetui
ging en toekenninga. van een pensioen van
f 3000 en 6. van eene verbooging van dat
pensioen met f 900, 2o. bevorderd tot schout
bij-nacht, de kapitein ter zee E. L. baron Van
Heeckeren van Waliën, en op zijn verzoek, ter
zake van langdurigen dienst, op pensioen gesteld,
onder toekenning: a. van een pensioen van
f 2100, en b. van eene verbooging van pensioen
met f 13503o. bepaald dat de vice-admiraal
I. B. A. de Joselin de Jong, met ingang van
1 Maart, zal treden in het genot der inkom
sten, verbonden aan zjjn tegenwoordigen rang
4o, bevorderd tot schout-bjj-nacht, de kapt. t/z.
C. H. Bogaerttot kapt. t/z. de kapt.-luits. t/z.
H. Quispel en M. A. Medenbach tot kapt.-luit.
t/z. de luits. t/z. Ie kl. D. L. M. E. Keus en
P. M. W. T. Krajjenhoff van de Leurtot luit-
t/z. Ie kl., de luits. t/z. 2e kl. W. J. Cohen
Stuart en P. C. Swaan.
De eischen, die gesteld behooren te worden
aan den opvolger van de la Rue, zjjn niet
gering. Wie een boek samenstelt als dat, het
welk wjj de eer hebben aan te bevelen met al
de kracht, die de bescheidenheid veroorlooft,
moet een man zjjn van veelzjjdige en grondige
kennis, van nauwgezetheid en waarheidszin en
hjj moet ook geduld hebben met de mensche-
Ijjke loomheid en veel geestkracht tegen dage-
ljjks wederkeerende teleurstellingen. Dat is al
heel wat, maar niet alles. In ons land is de
piëteit een artikel, waarvan we niet veel
te doen hebbeD; en menigeen, die daarvan den
schjjn aanneemt, verliest nooit een oogenblik
uit bet oog de openbare vermelding, eene
decoratie, zelfs eene honorifieke schadeloosstel
ling. Eenige levensjaren arbeids, kosten en
moeite, dag op dag bewegingloos aan een
werktafel zitten, uren lang loopen en draven
om het onbekende op de plaats zelve te zien
of er onderzoekingen naar te doenin een
kille, donkere, of ook een brandendheete, muffe
bewaarplaats bescheiden te raadplegen, ook
dat hoort er toe, en toch zou menigeen dat
kunnen nadoen. Maar het volstrekt plaatseljjke
eischt iets anders en dit was hier het geval
De heer Nagtglas was dertig jaar jjter te
Zierikzee en te Middelburg, alzoo in alle
plaatsen der provincie. Hjj heeft duB heel
Zeeland gejjkt in meer dan één zin en deed
dat elk jaar. En als dan alles »geajusteerd"
was, zoo in 't water als 't luchtledige, schroom
vallig gemeten, op de hand wikken van de
heel kleine gewichtjes doet men in langen
Nog is lo. aan den officier van gezondheid
der 2e kl. dr C. J. A. Krol, van het pers. van
den geneest, dienst der landmacht, op verzoek,
een eervol ontslag nit den mil. dienst verleend
2ó. die ol: van ijezondh benoemd j*ii reserve-
officier van gezondh. 2e kl. bjj de'landmacht.
Op de agenda voor de algemeene vergadering
der schippersvereeniging Schuttevaer, Dinsdag
28 Jan. a. te Rotterdam te houden, komen de
volgende onderwerpen voor, ingezonden door de
afd. St Annaland. 1. Het plaatsen van meer
palen aan den wal bjj de spoorbrug te Oud-
Delfshaven. 2. Nogmaals aan te dringen om
de ondoelmatige belboei in het Hellegat te
doen vervangen door eene lichtboei. 3. Te
verzoeken een verkenningslicbt te plaatsen aan
de Klundert, omdat zich daar verleden jaar
het vaarwater zoodanig heeft verplaatst, dat
het bedoelde nieuwe vaarwater bjj nacht
raoeieljjk te bevaren is. 4. Nogmaals te ver
zoeken, de zoogenaamde wintertonnetjes op het
Krammer te doen vervangen door gewone
tonnen.
Door andere afdeelingen wordt nog verzocht
om het licht op den hoek van Sjjpe (Bruinisse)
zoo te brengen dat bet licht het vaarwater
aanwjjst naar het Krammer.
De heer Verniers van der Loeff, lid der
Tweede kamer, bljjft nog ernstig ziek. Eveneens
verkeert in zorgwekkenden toestand de heer
Van der Goes van Dirxland, lid der Eerste
kamer.
In] het overzicht van het belangrjjk verslag
over de koepokinenting is zegt het Hbld
een drukfout geslopen, die verbetering eischt.
Zooals uit het geheele verslag bljjkt, neemt
het verzet tegen de inenting niet toe, maar
worden integendeel hier en daar meer kinderen
beneden den driejarigen leeftjjd ingeënt dan
vroeger.
Waar dus in het overzicht er van sprake is;
dat »het verzet der ouders tegen de inenting
hunner kinderen toeneemt", moet gelezen
worden, zooals in het rapport staat, »het verzet
tegen de u i tentingd. i. het overenten van den
arm van het eene kind op dien van het andere.
Het verslag wjjst er op, dat die tegenstand
vermeerdert, naarmate de gelegenheid om stof
van het kalf te bezigen zich uitbreidt. Het
voegt er echter bjj, dat in de mededeelingen,
van een zoo groot getal geneeskundigen inge
komen, geen nadeelige gevolgen worden vermeld
van de uitenling en van het gebruik van ge
humaniseerde vaccine.
Bljjkens een telegram van den gouverneur-
generaal van Nederl.-Indië van 20 Januari wordt
de gouvernements-koffieoogst op Java voor dit
jaar geraamd op 583,458 pikols.
Men verzoekt ons mee te deelen dat de
heer Arthur R. Sawyer, thans mjjninspecteur
der Engelsche regeering, door de directie van
tjjd niet meer dan vingen de plaatseljjke
Btudiën aan. Onder geleerden gaat dat ge-
makkeljjker. Iemand, die veel weet, is behulp
zaam dienstvaardigheid is het jjkmerk van
bekwaamheid. Buiten dien kring hangt dat
mededeelen van iets, dat kennis aanbrengt, af
van de wjjze, waarop men dat vraagt, maar heeft
men dat goed gedaan, dan komt eerst het ver
trouwen bij eenvoudige menschen op, daarna
de jjdelheid om ook iets uit eigen beweging ta
zeggen, dat mjjnheer wel heel merkwaardig zal
vinden, en deze doet by alles de hoogste be
langstelling bljjken. Komt men het volgend
jaar terug, dan is men als een oud vriend
aangenaam en voortaan gaat alles gemakkelyk.
Zoo ontdekte men het classieke echtpaar Phile
mon en Baucis, een dweper op een schoenma
kers-driestal orakelen sprekende, wordt ingewjjd
in de zaken der Schoringers, Butendikers en He
breeërs en in de duistere kwestiën der Cocceanen
en Voetianen, semi-Pelagianen en crypto-Socinia-
nen. Hier wordt u een gebroken pop vertoond,
zjjnde het grafbeeld van een edelman van ridder-
ijjke daad, of een steen met >Fransche" woorden,
zijnde een Epitaphium, D. O. M. (den aller-
besten en allergrootsten God) en een lang
vergeten ambachtsheer toegewjjd. Is men als
dan, geljjk onze schrjjver, toegerust met de
vruchten eener langjarige studie in het kabinet
van het Zeeuwsch Genootschap, 't zjj als mede-
beschrjjver der Zelandia illustrata, of als bibli
othecaris belast met de regeling der boekerjj,
dan ontbreekt er weinig aan om aan een
nieuwen de la Rue te beginnen. Toch toont
e