N°. 19. 133® Jaargang. 1890* Donderdag 23 Januari. Middelburg 22 Januari, Gemeenteraad van Middelburg. Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco f 2.- Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën20 cent per regel. Bij abonnement lager. Geboorte-, Trouw-,Dood-, en andere familieberichten benevens alle dankbetuigingen: van 17 regels f 1.50; iedere regel meer ƒ0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. LETTEREN EN KUNST. KERKNIEUWS. RECHTSZAKEN. UIT STAD EN PROVINCIE. MIDDELBIIGSCHE OIRIVT. Thermometer. Middelburg 22 Jan. vm. 8 u 37 gr. m. 12 n 43 gr. av. 4 tl. 44 gr. F Verwacht Z. W. wind. Agenten te VlisBingen: P. G. de Vet Mebtdagh Zoo», te Goes: A. A. W. Bolland, te Krniningen: F. v. d. Peijl, te Zierikzee: A. O. de Mooij te TholenW. A. van Ndbuwenhtjijzbn en te TerneuzenM. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekbandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmab te Rotterdam, de Gebb. Belinfante, te 's Gravenhage, en A. de la Mab Azn, te Amsterdam. Hoofdagenten voor bet Buitenlandte Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger. Jriïvertentlëa moeten des namiddags te eea uur aan het bureau bezorgd zjjn, willen zjj des avonds nog worden opgenomen Naar aanleiding van onze opmerking in ver band met bet Noord-Brabantsch moedertje dat de volkstelling niet vertrouwde, omdat >er dur beel die tellery'n liberalen trek deurleupt", vereert de Tijd ons met de volgende weder vraag: »Hoeveel liberalen, dus leden der den kende party het Noord-Brabantsch moe dertje was natuuiljjk hersenloos, zegt het blad, gelooven niet, op gezag van de liberale bladen, dat in alles, wat er gebeurt in de wereld, de Jesuïeten de hand hebben Als het de bedoeling van de Tijd is om den nadruk te leggen op de woorden: »o p gezag van de liberale blade n", dan durven wjj wel antwoordenzeer weinig. De leden dier denkende party gelooven niet zoo grif op gezag en dat verlangen de liberale bladen ook volstrekt niet. Maar zjj gelooven aan het feit zelf op grond van de historie en zjj staan daarin geljjk met tal van Roomsch katholieken zeiven, die even goed als wjj weten dat er in den boezem hun ner kerk voortdurend strijd is geweest, en zal blyven heerschen, om het gezag tusschen de verschillende orden. Reeds spoedig na hare stichting (1523) verkreeg de orde der Jesuïeten zeer grooten invloed en zij behaalde sedert dan ook meestal in bedoelden strijd de overwinning. En na het laatste concilie in 1870, zyn de macht en de invloed der orde zeker niet achteruitgegaan. Waar nu de kerk eeuwen lang een machtigen invloed op de wereldgeschiedenis heeft uitge oefend, op vorsten en gezaghebbenden, wat zy trouwens nog altyd tracht te doen de Tijd zal die bewering liefst wel als een compliment aan het adres dier kerk aanvaarden ligt het voor de hand dat de Jesuïeten in zeer vele, zoo niet in bjjna alle gewichtige gebeur tenissen uit de Nieuwe ot Nieuwste Geschie denis de hand hebben gehad. En dat zouden zy niet gaarne ontkennen. Goed geloovig zooals menig eenvoudige wien men alles kan wijs maken zonder dat hjj of zy daarom hersenloos behoeft te zyn zyn gelukkig de liberalen niet. Het onder scheid tusschen beide kent de redactie van de Tijd zelve zeer goedwy zouden haar voor al te onnoozel houden, nog onnoozeler dan het Noord-Brabantsch moedertje, wanneer wy de moeite deden om nader onze bedoeling met onze opmerking haar te ontvouwen. En wy hebben nog te veel vertrouwen in het begripsvermogen onzer lezers om nog verder op de onnoozele vraag van de Tyd in te gaan. Het Handelsblad het tusschen den gou verneur en den kolonialen raad van Suriname gerezen geschil besprekend keurt de houding van eerstgenoemde, en naar ons inzien terecht, zeer af. Jhr De Savornin Lohman is begonnen met twist te zoeken over de motiveering van het door de staten genomen besluit, waarbij zy verklaren dat zy het verstrekken van de ge vraagde inlichtingen »alleszins noodig", en de door hen reeds vroeger verzochte versterking der militaire macht in Para snoodzakelyk1 achten. De gouverneur werpt hun legen, dat de staten niet hebben te beslissen of het verstrekken der gevraagde inlichtingen, >alleszins noodig" is, en zy niet hebben te oordeelen over de noodzakelijkheid van een maatregel, waarvoor de gouverneur alleen aan den koning verant woordelijk is. Een allerzonderlingste opvatting voorwaar van de rechten der koloniale vertegenwoordi ging Zoude ooit een parlementaire vergade ring aan een minister een inlichting vragen, welke zij niet »alleszins noodig" acht Wordt de regeering daardoor verkort in haar recht om die inlichting niet noodig te achten en dus eeD antwoord te weigeren En heeft zulk een vergadering niet het recht zich over de noodzakelykheid van een maatregel uit te spreken, ook al hangt de uitvoering alleen van de regeering af? Had een der ministers in Nederland zulk een antwoord aan een der kamers gegeven, hij zou ongetwijfeld terstond met een motie van wan trouwen zyn begroet. Het antwoord des gouverneurs bevat nog meer fraais. Hy acht het geven van de ge vraagde inlichtingen niet noodig. Dat heeft hij echter niette beoordeelen. Hetregeerings- reglement schrijft voor (art. 106): *De gouver neur voldoet aan deze uitnoodiging om inlichtin gen), wanneer hij vermeent dat het geschieden kan zonder schade voor de hem toevertrouwde belangen, en geeft de gevraagde inlichtingen mondeling of schriftelijkhetzij in persoon of bij gemachtigde." Dê gouverneur moet dus de inlichtingen ver schaffen onverschillig of hy ze al dan niet noodig acht. Alleen als hy het schadeljjk acht voor de hem toevertrouwde belangen, mag hy weigeren. Dat is de eenige reden van weigering die de wet kent. Wat zegt jhr. Lohman echter in zyn ant woord »Wat zou kunnen worden meegedeeld zou moeten bestaan in eene mededeeling van feiten, sinds lang aan ieder bekend. Van een derge lijke mededeeling wordt het belang noch door de staten aangetoond, noch, waar het op aan komt, door den ondergeteekende erkend. Veeleer acht hy haar voor de hem toevertrouwde be langen schadelyk." Wat hier het laatst wordt aangevoerd, steunt alleen op de wethet beroep op de schade lijkheid. De gouverneur beschouwt dit echter als bijzaak. Op den voorgrond stelt hy, dat hij, gouverneur, het belang niet erkent, en daarop zegt hij, »komt het aan". Een over schrijding dus van zijn bevoegdheidimmers het belang der inlichtingen heeft hij niet te be oordeelen hy moet die verschaffen als zy wor den gevraagd. Alleen op grond van schadelijk heid mag hij weigeren, niet om het meer of minder belang der zaak. En het zonderlingste is wel, dat hy het schadelyk acht inlichtingen te geven over feiten, die hy zelf zegt, dat reeds lang aan ieder bekend" zyn Welk gevaar of schade kan er dan in zijn gelegen, de juiste lezing der feiten officieel aan de staten mede te deelen En is het niet juist van belang, dat bevestiging dier feiten van regeeringswege wordt gegeven Eindelijk volgt nog een uitval tegen de s+a- schouwde men als een miskenning zijner taak. De minister mocht zyn parlementair verleden, kiem en oorzaak van het heden, niet verlooche nen. Hij was gehouden onze verouderde belas ting-wetgeving met rasti hand aan te vatten, wat reeds een dringende eisch van jaren was. De minister betoonde zich ongevoelig voor den vollen wensch naar betere verdeeling van lasten. Dat opheffing van accijnzen op zeep en zout worden voorbereid, bleek uit niets. Zelfs hetgeen de minister beloofd hadnadere regeling der verhouding tusschen rijk- en gemeentefinanciën, uitbreiding van het belastinggebied der gemeente, bleef tot veler ontevredenheid uit. Andere leden weerspraken deze beschouwin gen. Eenige leden, voorop stellende dat de ver- eenigde kerkelijke partyen meerderheid zyn in de Tweede kamer, vonden dat de houding van het tegenwoordig kabinet niet was tegenge vallen en zij meenden dat men kalm den tijd moest afwachten, die leeren zou of het land een andere richting wenscht te zien ingeslagen. Een aantal leden deelden de klacht over wer keloosheid der ministers niet. Het nieuwe re- geeringsprogramma gold niet voor twintig maanden, maar voor den duur van het ministerie. Behalve de ministers van justitie en waterstaat kon men redelijkerwijs den minister van binnen- landsche zaken geen gebrek aan werkkracht verwjjtende herziening der schoolwet was hoe men over den inhoud ook denke een belangrijk werk. De minister van oorlog had de legerwetten zeer spoedig toegezegd. En wat financiën betreft, de taak van den minister tot verbetering der verhouding tusschen rijks- en gemeente-financiën was zoo zwaar en eischte zooveel voorbereiding, dat elk verwijt van werkeloosheid ongegrond moest heeten. Vooral de herziening van -de belastbaarheid der on gebouwde eigendommen, grondslag van alle gewichtige voorstellen, eischte uit den aard der zaak langdurige voorbereiding. Ook waren ten, die ongehoord is in eenige parlementaire -r leden, die geen opheffing van accijnzen wil- vergadering. De gouverneur verwijt den staten, dat »zjj eenstemmig meegaan, als de regeering van het moederland, dat jaar op jaar tonnen gouds bjjdraagt om de koloniale huishouding gaande te houden, in haar middon wordt ge smaad en verguisd." En hij zegt dan, dat niet hij »de behulpzame hand zal bieden om in dien trant voort te gaan". Wat heeft dit te maken met de inlichtingen, die de gouverneur verplicht is te geven Meent men niet, dat hier nog de oud-advo- caat-generaal De Savornin Lohman aan het woord is, tegen een beklaagde zyn requisitoir nemende Door zulk een houding maakt de gouverneur zich onmogelijk. Mag de minister van koloniën »hem de behulpzame hand bieden om in dien trant voort te gaan" Als 'twaar is dat de Gouverneur bovendien den ambtenaren, die tot de leden der staten behooren, een vermaning heeft toegevoegd, heeft hij zich nog in een ander opzicht vergrepen. De eerste kamer heeft reeds in haar afdee- lingsverslag de aandacht der regeering op dit zonderlinge, ongepaste antwoord gevestigd. Weldra zal men dus vernemen, hoe de minister Keuchenius denkt over de wijze, waarop de on der hem benoemde gouverneur van Suriname het regeeringsgezag in de kolonie meent te moeten handhaven. Aan de nagedachtenis van mr. S. Katz, die te Amsterdam het slachtoffer der heer- scbende ziekte werd, wordt door de Aroster- damsche bladen eene welgemeende hulde ge bracht. Hij was een der welsprekendste leden van de balie en muntte uit door kennis en geest.' Terwijl hij een onvermoeiden ijver aan den dag legde voor de zaken, die hem werden opgedragen, wijdde hjj ook zijne krachten aan de voorlich ting en opwekking van hen, die de belangen des volks voorstonden. Hij was democraat, een man des volks, in de beste beteekenis. Eerst toen hij reeds den mannelijken leeftijd bereikt had legde hij zich op de rechtstudie toe en promo veerde met een dissertatie, die een standaard werk is geworden. Hij bezweek in de kracht des levens. Bij het Ned. Tooneel is in studie genomen Eene crisis, oorspronkelijk tooneelspel in vier bedrjjven, door J. Bernow, eene eerstelinge van eene Haagsche sehryfster. Men maakt ons opmerkzaam dat het Zuiderzendingsfeest wel gehouden zal worden op bet landgoed de Hondsberq, maar dat daar bij noodig gevoegd moet worden>tusschen de vennen." Grenzen van het feestterrein zynhet Yan Esschen ven, de weg genaamd Oirschotsche Dijk, het Witte Ven en de Waterloop, welke het laatste ven met het eerste verbindt. Dit terrein ligt hemelsbreed twintig minuten, langs den weg een half uur van den Honds- berg, doch evenver van het station als deze uitspanning. Blijkens het voorloopig verslag der Eerste kamer over de staatsbegrooting, waaruit wij gisteren een en ander in 't kort meedeel den, konden in de afdeelingen onderschei dene leden zich niet ontveinzen dat van de beloften, door de regeering hij haar optreden en later bij de openingsrede afgelegd, nog slechts uiterst weinig was vervuld. Behalve de schoolwetherziening waren nagenoeg alle behandelde ontwerpen van eenige beteekenis grootendeels door vroegere regeeringen voor bereid. Behalve de ministers van justitie en waterstaat hadden de tegenwoordige ministers over 't algemeen geen groote, althans geen vruchtbare werkkracht geopenbaard. Men wees op den tragen gang van zaken. Een nieuwe kieswet moet wachten op herziening van de peison. belasting, maar wanneer zal die het Staatsblad hebben bereikt De wijziging der grondwet diende vooral om den wetgever vrijer hand te geven in de regeling der militaire aangelegenheden en nog is de legerwet niet ingediend. Toont de minister van marine voldoende regeerkracht en geeft hij blijken van organiseerend talent Twijfelden vele leden dus of de regeering, niet voldoende aan hetgeen men van haar mocht verwach ten, wel eene nationale kracht was, die ver trouwen wekte, die twyfel gold niet het minst den minister van financiën. Diens opvatting dat hy niet als een hervormer was opgetreden, be den, daar zij den zwaren druk er niet van konden erkennen en een equivalent niet ge makkelijk aan te wijzen achtten. Verscheidene leden, die teleurgesteld waren over het weinige uitzicht op betere verdeeling van lasten, waren bereid mede te werken tot een betere regeling van de verhouding tusschen rijks- en gemeentebesturen, vooral met het oog op den toestand van het platteland. Eenige leden wilden een evenredig deel der accynzen aan de gemeenten toegekend zien in verhou ding tot het zielenaantal van ieders bevolking, met terugneming van de uitkeering van het personeel. Wordt b. v. de helft van den accyns op het gedistilleerd en de wijn aan de gemeenten uit gekeerd dan moeten de bestaande misstanden grootendeels uit den weg worden geruimd. De vermindering der rjjksinkomsten zou kunnen gevonden worden door een belasting op het inkomen op het roerend goed. Verhooging van opcenten op de grondbelasting, het hoofdbe standdeel der ministerieele regeling, was slechts een onvoldoend palliatief. Kan de minister thans het tijdstip bepalen van de indiening der toegezegde regeling Sommige leden constateerden dat de regee ring nog niet tot definitieve regeling van het kiesrecht wenscht over te gaan. Zal zij dit onderwerp dan laten rusten totdat de ver kiezingen in 1891 zijn afgeloopen en men tegen verrassingen op het laatste oogenblik gevrij waard zal zyn Andere leden zouden in be stendiging der nood-regeling alleen kunnen berusten als andere gewichtige zaken, b. v. de deiensieregeling, moesten worden afgedaan. Zonder aandrang op de regeering ter zake van de kieswet te willen uitoefenen, moest men ernstig bezwaar maken om aan de bestaande regeling door het aanbrengen van niet door de noodzakelykheid geboden wyzigingen een eenigermate blijvend karakter te helpen ver zekeren. Men vertrouwde dan ook dat de re geering haar voornemen te dien aanzien in nadere overweging zou nemen. Eenige leden wilden de voorbereiding der regeling van de administratieve rechtsspraak aan een staatscommissie zien opgedragen. Bij Kon. besl. is, te rekenen van 1 Januari 1890, ingetrokken de benoeming van A. E. Lubach, tot leeraar aan de R. H. B. S. te Tilburg. en met ingang van 1 April 1890, benoemd tot leeraar aan de R. H. B. S. te Tilburg, B. Dijksterhuis, thans leeraar aan het gymnasium te Maastricht. Wegens het overlijden van Z. K. H. prins Amedeus, hertog van Aosta, zal ons hof voor acht dagen den lichten rouw aannemen. Tegen J. W. D., lid der Prov. staten van Limburg, te Sittard, aangeklaagd lo van valscheid in geschriften en het gebruik maken daarvan en 2o van meineed bij de aangifte eener memorie van successie, is door het O. M. bij de arrondissements-rechtbank te Maas tricht een gevangenisstraf van 2 jaren en ontzetting van burgerschapsrechten aange vraagd. De uitspraak is bepaald op 3 Februari e. k. De directe gemeenschap met de telegraaf kantoren in Staats-Vlaanderen, die sedert eenigen tijd gestoord was, is, naar wij vernemen, heden hersteld. De berichten worden dus weder tegen gewoon binnenlandsch tarief verzonden- De tweede-luitenant De Vries, van het 4e bataljon 3e regiment-infanterie te Vlissingen, wordt op den 1 Februari a. s. belast met het bevel over het detachement infanterie, dat op genoemden datum naar Terneuzen vertrekt, om aldaar gedurende drie maanden garnizoen te houden. Te Borasele viel Dinsdag een hoog opge schoten volwassen ypenboom, terwjjl deze ge veld werd, in verkeerde richting, op de Her vormde kerk. De schade bestond in vernie ling van raamglazen en dakpannen, die de werkman tot zjjn nadeel zal moeten ver goeden. In de Maandagavond gehouden vergade ring der te Bruinisse bestaande afdeeling van de Vereeniging tot bevordering der Nederl. Vis- scherij is, onder meer, de rekening en verant woording gedaan over 1889 en gebleken dat, met inbegrip van 't batig saldo over 1888, de ontvangsten bedragen f 70 30, de uitgaven 51.13, het goed slot f 19.17. Vervolgens is het periodiek aftredend be stuurslid P. Ockerse Cz. herkozenen zijn de volgende voorstellen ter tafel gebracht, die na rijp beraad allen zyn aangenomen, teneinde daar waar het behoort te verzoeken lo om vermindering der kosten van de visch-consenten, die voor Zeeland 5 en voor de Zuiderzee slechts f 1.50 bedragen 2o om rijkspolitie op de Zuid-Hollandsche oester- en mosselbanken, die door of vanwege 't domeinbestuur, voor hooge sommen, verpacht worden 3o om een blauwe streep in het licht van den Galgepolder bij Zierikzee, teneinde als verklikker te dienen voor het, des nachts, bevaren van 't Brabandsch vaarwater; 4o om opheffing van de moeielykheid, zoo niet onmogelijkheid, om uit de buitenhaven te Hans- weert te kunnen jagen, wanneer een stoomboot gemeerd ligt aan den ponton of steiger aldaar, doordien de jaagljjn niet over den mast der stoomboot heengaat en los laten, vooral by Westeri of Zuidwesten wind, niet geraden is, in verband met het bestaande gevaar om tegen de overzijde dier haven te verlageren. Het hooger bestuur zal vermoedelijk wel een middel weten om de visschersvloot, die over 't algemeen zeer gepresseerd en verplicht is met den tijd te woekeren, ook hierin te hulp te komen. Met het oog op de billijkheid van bovenstaande eischen, vooral in verband met algemeen bekende en gevoelde behoeften, hoopt men dat aan die verzoeken zal worden voldaan. Men schrijft ons Daalden voor ettelijke jaren de prijzen der landerijen van 1000 gulden en hooger per Brugsch gemet (1 B. gemet ruim 44 are) tot 400 gulden en lager, thans valt weer eene sterke ryzing waar te nemen. Dit bleek op de Maandag te Zuidzande ge houden veiling eener hofstede met bouw- en weiland, ter grootte van 48 gemeten 47 roeden. In gedeelten verkocht, bracht zjj niet minder op dan 23481 gulden, waarbij nog komt 4100 voor de gebouwen en nog 12 procent verhooging. Het land zal dus den koopers gemiddeld byna 650 gulden per gemet kosten, vóór zy het hun eigendom kunnen noemen. Vergadering van heden, Woensdag, middag te 1 uur. Voorzitter de heer jhr mr L. Schorer. Afwezig de heeren De Ligny en dr Berdenis van Berlekom met en de heeren Tak, Van Hoek en E. P. Schorer zonder kennisgeving. De voorzitter opent de vergadering met do volgende toespraak »Myne heeren Het zjj mjj vergund in deze eerste vergade ring van het jaar 1890 een blik te werpen op het afgeloopen jaar 1889. Allereerst dan wordt onze aandacht gevestigd op het verlies, hetwelk deze vergadering heeft geleden door het overlijden van twee harer leden, de heeren Marinus Volkrijk Liebert en Francois Ermerins. Beiden, ons plotseling ont vallen, muntten uit door eenvoud en waarheid en waren bezield met liefde voor Middelburg, De gemeente leed een zwaar verlies door het afsterven van deze waardige burgers. Steeds zal hunne nagedachtenis bij het nageslacht in eere blyven voortleven. De ledige plaatsen werden ingenomen door de heeren Johannes Franciscus van Dunné en dr Abraham van der Swalme. Moge het dezen gegeven zijn de vergadering niet te doen gevoelen, wat zy in de overledenen heeft verloren. De vacante wethouderzetel werd den heer Dirk Jeras toevertrouwd, die dit ambt aan vaardde. Onze dank zjj hem nogmaals voor dit besluit gebracht. Stemde ons de her denking aan hetgeen wij verloren droevig, met recht mogen we ons verheugen dat de vraag, die ik de eer had te stellen in de eerste vergadering van 1889, in bevestigenden zin kan beantwoord wordende vraag namely k of het jaar 1889 de -vervulling onzer wenschen zal brengen op het gebied van verlevendiging van handel en nijverheid. Waar wy toch de vestiging eener nijverheidsonderneming alhier als van de firma Kakebeeke in het af geloopen jaar een voldongen feit hebben zien worden, mogen wij wel degelijk onze verwach ting uitspreken, dat deze vestiging der gemeente Middelburg ten goede zal komen en ons er in verheugen, dat het prachtig gelegen handels terrein aan zjjne bestemming begint te beant woorden. Waar wjj dus met vreugde het totstandkomen der fabriek zagen plaats grijpen, niet minder verbljjdde ons het bericht dat eene onderneming, gevestigd in Engeland, zoude overgebracht wor den naar Nederland en dat wel binnen Mid delburg. In korten tjjd was, evenals het vestigen der fabriek van de firma Kakebeeke, ook deze zaak beslist en met vreugde zien wjj een deel der gebouwen der voormalige Commercie-compagnie ingericht voor eene fabriek van vitrite, toebe- hoorende aan den heer Theodoor Mace, wonende te New-Tork. Wij wenschen zoowel deze fabriek, nauw verwant aan die van de Gebr. Boudewijnse voor electriscbe gloeilampen, als de zoo groot- sche onderneming der firma Kakebeeke eenen grooten bloei. Waar ik het in gebruik nemen van één deel der voormalige Commercie-compagnie vermeldde, dient niet over het hoofd te worden gezien dat op een ander deel van dat terrein eene fabriek in werking werd gebracht voor bat

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1890 | | pagina 1