N*. 16. 133e Jaargang. 1890. Maandag 20 Januari. Brieven uit de Hofstad. Verspreide Berichten. Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent. Feestdagen. Advertentiën20 cent per regel. Bij abonnement lager. Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten benevens alle dankbetuigingenvan 17 regels 1.50 iedere regel meer ƒ0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Middelburg 13 Januari. LETTEREN EN KUNST. ONDERWIJS. KERKNIEUWS. UIT STAD EM PROVINCIE. Burgerlijke stand. fllDIIUIillK.MIIi: (ill IMM. Tb«raiom«ter. Middelburg 18 Jan. vm. 8 u 37 gr. m. 12 ti 41 crr. av. 4 u. 45 gr. F Verwacht Z. W. wind. Agenten te Vlissingen: P. Gr. de Vet Mestdagh Zoo», te Goes: A. A. W. Bolland, te Krniningen: F. v. d. Peijl, te Zierikzee: A. O. de Mooij te TholenW. A. van Aitver<entlë« Nieuwenhijijzen en te TerneuzenM. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals d£ j moeten des namiddags te een nuf advertentie-bureau's van Hugh Van Ditslak te Rotterdam, de Gebr. Belinfante, te 's Gravenhage, en A. de la Mar Azn, te Amsterdam. aan het bureau bezorgd zjjn, willen Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger. zjj des avonds nog worden opgenomen 17 Januari 1890. Op gevaar af van daardoor aan mijn brief het specifiek Haagsche element te onthouden zal ik toch niet schrjjven over de spuiings- kwestie. Over de question brülanle wordt in de kolommen der Haagsche bladen tegenwoordig zooveel geschreven, dat het zelfs mij, een vol bloed Hagenaar, niet meer mogelijk is de ont boezemingen van deskundigen en leeken voor en tegen het spuien te lezen zonder een soort gelijke aandoening te ondervinden als de grach ten zelve nu en dan bij ons plegen op te wekken. Ik veronderstel dus dat mijne niet- Haagsche lezers zeker niet gediend zullen zijn van dat roeren in den modder. Alleen dit wil ik even mededeelen, dat de anti-spuiingsgezinde partij, anders gezegd de Kbrftaus-partjj, er tegenwoordig zoowat een eigen orgaan op na schijnt te houden en dat wel in het oude Haagsche Dagblad. De voorstanders van het Kurhaus zijn van oordeel, dat deze inrichting staat of valt met de oplossing van de aanhan gige kwestie. Om zich nu van een krachtig wapen te verzekeren ter afwering van de spuiing gedurende het badseizoen hebben zij zich onlangs den eigendom weten te verschaffen van een groot getal aandeelen in die courant. Op zich zelf zon hun dit weinig baten, omdat natuurlijk de vraag, aan welke zijde een dag blad zich scharen zal in een gevoerd wordenden strijd niet afhangt van de wenschen der aan deelhouders maar van de inzichten der redactie. De aankoop van een overwegend getal aan deelen was dan ook slechts een middel om de hoofdleiding van genoemd blad in handen te geven van iemand, van wiens overeenstem mende meening in zake de spuiings-kwestie de nieuwe aandeelhouders zich vooraf hadden vergewist. De heer Visser, de vroegere redac teur van het Dagbladhad zich beslist verklaard tegen het spuien in den zomer en zich zoodanig daarover uitgelaten, dat van hem, indien hij eenmaal hoofdredacteur mocht zijn geworden, niet anders kon verwacht worden dan een krachtig strijd voeren in zijn blad tegen dat spuien en een voortdurend opkomen voor het geen in dezen het belang van het Kurhaus wordt geacht. Vandaar dat de Kurhaus-mannen zich beij verden zooveel stemmen in het kapittel te verkrygen, dat zij bij de keuze van een opvol ger van den heer Van Hogendorp den doorslag konden geven. Die poging gelukte en zóo werd, geljjk bekend is, de heer Visser benoemd tot hoofd-redacteur van het Haagsche Dagblad te genover den bekwamen en algemeen geachten majoor de Bas, met wien de heer Visser zich in bijna geen opzicht meten kan, behalve mis schien in heltigheid van oppositie tegen het spuien des zomers en in gehechtheid aan al wat met het Kurhaus in betrekking staat. Ook zelfs zonder een eigen orgaan was de KurAaus partij reeds machtig genoeg. Dit be wijst de zonderlinge regeling van den politie dienst te Scbeveningen, zooals die ten believe van de Kurhaus-directie is ingevoerd. Wat ware natuurlijker, dan dat bet politie toezicht over die inrichting en over hetgeen daarmede in verband staat, m. a. w. over de badplaats Scheveningen zoowel als over het visschersdorp van dien naam, werd toevertrouwd aan den te Scheveningen resideerenden commissaris van politie Maar hierover denken de heeren van het Kurhaus andeis, en de burgemeester van 's Gravenhage heeft zich beijverd hunne wen schen in dezen te bevredigen. Het toezicht over het luxe-Scheveningen is aan den com missaris Vernée onttrokken en opgedragen aan de rechtstreekscbe zorgen van den te 's Gra venhage wonenden hoofd-commissaris Van Schermbeek, die het door een in de badplaats gestationneerden onder-inspecteur van politie doet uitoefenen. Uit den aard der z; ak is de heer Van Schermbeek als hoofd der centrale afdeeling in de residentie en als belast met de opperste leiding van alle politie-zaken en in zonderheid met het administratieve gedeelte der gemeente-politie, overladen met werk, ter- wjjl de heer Vernée, nu enkel met het toezicht over de visschersbevolking en met de werk zaamheden als waterschout belast, tijd in over vloed beschikbaar heeft, want de verhouding van dien ambtenaar tot de reeders en visschers is van zóo uitnemenden aard, dat de handha ving van orde en gezag hem schier geen moeite fcosti Maar toch moest hem een groot en belang- rjjk deel van zjjn ambtsgebied worden ontnomen om het te brengen onder het toezicht van den met werkzaamheden reeds overstelpten hoofd commissaris, die op 3/4 uur afstands woont. De hoofdreden voor die zonderlinge indeeling schjjnt te moeten gezocht worden in de om standigheid, dat de directie van het Kurhaus het met den Scheveningschen commissaris minder goed vinden kan. Laatstgenoemde ambtenaar tracht nu zjjn tjjd te dooden met het schrjjven van allerlei populaire werkjes over onderwerpen van wetge ving, waarmede het groote publiek meer of minder in aanraking komt. Zoo verliet dezer dagen een boekje van zjjn hand over het dienstbodenrecht de pers. Of hjj daarmede aan de maatschappjj een grooten dienst heeft bewezen is aan twijfel onderhevig. Onze dienst boden weten tegenwoordig waarlijk genoeg van de hun toekomende rechten, en niet weinig slechts vermeende rechten doen zjj in onzen tjjd tegenover hunne meesters gelden, zoodat het geheel overbodig schijnt hun nog eens haarfijn uit te leggen wat zjj zich zooal niet behoeven te laten welgevallen. In theorie is op de regeling van het Nederlandsche dienst boden recht zeker heel wat aan te merken, maar de praktjjk leert toch, dat het overwicht des meesters inderdaad niet zoo groot is, dat integendeel de .mevrouwen" vaak machteloos staan tegenover de meiden. Om deze laatsten nu te wjjzen op al de kwetsbare plaatsen der .mevrouwen", geljjk de heer Vernée met zekere voorliefde schjjnt te doen, strekt waarljjk niet ter bevoordeeling van eene goede verstand houding tusschen beide partjjen. Een versvjj- zing bjjv. naar den kantonrechter met eene actie tot schadevergoeding wegens het .eeuwige breken," waaraan vele onzer dienstboden zich schuldig maken, moge in overeenstemming zijn met de letter der wet, in de praktjjk baat dat middel den meester weinig, en wel zoo eenvoudig en doeltreffend is de bestaande ge woonte, die de heer Vernée als onrechtmatig brandmerkt, om de meid, als zij het wat al te bont maakt, voor den aankoop van een nieuw voorwerp ter vervanging van het ge- brokene te doen zorgen, met inhouding van de kosten op het loon. In zulk een .eigen rechtertje spelen", zooals de schrjjver het noemt, is toch niets onbillijks gelegen. Het ware te wenschen, dat de Scheveningsche commissaris wat meer ambtsbezigheden had, dan zou hjj niet tot dergeljjk geschrjjf vervallen. Volgens geruchten zou hjj zich geheel aan het politie-wezen gaan onttrekken als gevolg van de miskenning, waaraan hjj van de zijde der hoogere autoriteiten bloot staat. Dat verhaal omtrent door hem gevraagd ontslag behoeft intusschen nog bevestigingik geloof niet, dat »de schout van Scheveningen" daartoe licht zal overgaan, al is het voor hem niet aangenaam zoo stelselmatig verwjjderd te wor den gehouden van al de hooge bezoekers onzer badplaats, waaronder er wel zjjn, die zoo nu en dan eens een kruisje en een lintje achter laten. Buitenlandsche vorsten zjjn daarmede nog al gul, ten minste in vergeljjking met de Nederlandsche regeering. Die vergeljjking kon men dezer dagen weer voor de zooveelste maal maken, toen het be richt de ronde deed, dat de Fransche republiek het Legioen van Eer zou schenken aan den flinken kapitein Basroger van het schip Emma, die de opvarenden van de Leerdam en van het daarmede in aanvaring geweest zijnde schip met zooveel beleid en kalmte heeft gered. Ligt het niet allereerst op den weg van ons Nederlanders om dat verdiensteljjk werk te beloonen Moet de Fransche regeering hul digen wat een Franschman voor zooveel hon derden Nederlanders deed, of is hier de Neder landsche de eerst geroepene Mjj dunkt, dat een Nederlandsche Leiuw hier beter op zjjn plaats zou zjjn dan het Legioen van Eer. En vooral de maatschappjj van het veronge lukte stoomschip Leerdam heeft hier een schoone taak te vervullen door hetzij rechtstreeks, hetzij langs een omweg een bljjk van dank baarheid aan den Franschen scheepsgezagvoerder te doen uitreikenzjj vooral moest bjj den betrokken minister aandringen op de benoeming van den heer Basroger tot ridder van den Nederlandschen Leeuw, maar daarnevens behoorde zjj ook zelve flink voor den dag te komen en den verdiensteljjken man een huldebljjk aan ta bieden voor hetgeen hjj deed ten behoeve van hare passagiers. Zeker mag ook de kapitein van de Leerdam niet vergeten worden, aan wien allereerst te danken is, dat geen men- schenlevens bjj het ontschepen verloren gingen, maar ook jegens den Franschen kapitein heeft Nederland een plicht te vervullen. Laat de vreemdeling, die de oud-Hollandsche gastvrij heid zoo schitterend in toepassing bracht, ons Nederlanders toch niet van ondankbaarheid kunnen beschuldigen. Och, misschien zal er eindeljjk wel eens iets in die richting geschieden, maar is er dan niet een minder mooi tintje aan bet lintje gekomen door het lang liggen en door het telkens en telkens opnemen en beduimelen nu eens door dezen, dan eens door genen Waarom komt men in ons land toch nooit goed op tjjd Waarom moet er eerst op eenzelfde aanbeeld gedurende eenigen tijd gehamerd worden vóór de tot handelen be voegden de zaak aanvatten Asjeblieft heeren, haast u nu toch eindeljjk eens een beetjehet heeft al veel te lang geduurd. Dat er geld genoeg in ons land is voor een huldebljjk heeft dezer dagen de inschrjjving voor de leening van de Witte sociëteit bewezen, maar het is de vraag of men zjjn geld met evenveel genoegen weggeeft als soliede belegt. Nu, van de 101 milliard, waarvoor werd ingeschreven, zjjn toch licht eenige duizenden guldens bjjeen te krijgen voor een geschenk aan kapitein Basroger. Zjj, die zooveel geld te beleggen hebben, kunnen wel een klein sommetje missen. Dat evenwel niet alle leden zoo goed in hun duiten zitten bewjjst een voorval, dat eenigen tjjd ge leden daar plaats had. Een van de leden miste op zekeren dag zjjn nieuwe overjas uit de jas- senkamer en vond een oude in de plaats hangen. De met een uitgebreide jaBsenkennis begaafde jassenknecht lette weken achtereen op of de verlorene niet weder eens aan een kapstok kwam hangen, doch steeds te vergeefs, tot na verloop van twee maanden de gestolen jas werd herkend. De knecht waarschuwde den eigenaar, en toen de gebruiker zich weder met zjjn nieuwe jas wilde verwjjderen, stond hjj eensklaps tegenover iemand .van den gerechte", die zjjn eigendom opeischte. De man, nog wel een ambtenaar aan een der ministeriën, was niet zoo goed of hij moest zjjn jas weer uittrekken, en ging met beschaamde kaken heen. Dat hjj nu ook juist het kleedingstuk van een lid van de staande magistratuur had uitgekozen Yan de magistratuur gesproken, de keuze van een nieuwen raadsheer in het hof alhier zal ook velen Zeeuwen belang inboezemen, deels omdat het ook hun hof ia, deels omdat ook een Zeeuwsche rechter op de voordracht staat. Er zal hier een stryd moeten gestreden worden tusschen provincialisme en geloof. Oorspronkelijk waren twee zetels in het hof door Zeeuwen bezet thans heeft slechts één Zeeuw meer daarin zitting, zoodat er alle reden zou zjjn om den rechter uit Zeeland tot raadsheer te bevorderen. Aan den anderen kant echter ia de thans be staande vacature ontstaan door het vertrek van een katholieken raadsheer, zoodat er ook ge wichtige reden zjjn om weder een katholiek, dus niet de Zeeuw, te benoemen. Zoo zal er stryd zjjn tusschen geloof en provincialisme. Welk van beide de overwinning zal behalen is voor de ingewyden niet twijfelachtig. Naar men on3 uit 's Gravenhage meldt wordt binnenkort eene niet onbelangrijke bevordering in de hoogere rangen der marine verwacht. De jongste berichten uit Surin ime melden dat een conflict is ontstaan tusschen de kolo niale staten en den gouverneur. Eerstgenoemden achtten inlichtingen noodig over de kwestie in Para, waar de ingezetenen zich verzetten tegen de betaling der personeele belasting en wenschen eene militaire bezetting. De gouverneur op sjjn beurt weigert aan dit besluit te voldoen en beweert dat de staten hunne bevoegdheid overschrijden. Hjj acht inlichtingen onnoodig en het doel van het besluit alleen om de regeering te smaden en te verguizen. De heer A. A. Bekaar, aan wien met den heer Struve het onderzoek naar het fabrieks wezen hier te lande was opgedragen, beeft ver zocht van die opdracht te worden ontheven en weder als ingenieur bjj den waterstaat te worden ingedeeld. Op een te Amsterdam gehouden ver gadering van organisten is met algemeene stemmen besloten tot de oprichting der Neder landsche Organisten-Vereeniging, waaruit een voorloopig bestuur is gekozen, zjjnde de heeren Jos. A. Verheijen, Martin Boltes, M. M. van 't Kruys en A. Pompende beide eersten en de laatste, organisten te Amsterdam, en de derde, organist te Rotterdam, Het nommer van den Indépendant littéraire van 15 Jan. bevat, behalve de gewone rubrie ken en een vervolg van Les indiscretions d'un interviewer anglais, een onuitgegeven gedicht van Alfred de Musset. In de kroniek over de theatres wordt de .ware" reden gegeven, waarom het Théatre- Libre geen gevolg gaf aan zjjn eerste plan om Le Pater van Coppée op te voeren. Den 7 Januari jl. ging het ontslag in van den heer S. de Back, vroeger hoofd der school te Zuidzande. Tot tjjdeljjk hoofd der school is benoemd de heer Van Aartsen en tot tjjdeljjk onderwjj- zer de heer J. Verhage, beiden aldaar. Het salaris van het nieuw te benoemen hoofd is bepaald op f 850. Kerkvoogden der Nederd. hervormde ge meente te Bruinisse zijn voornemens eene nieuwe pastorie te houwen, waarvoor eene geldleening is uitgeschreven ad 4000, die ruim tweemaal vol teekend is. Vrij dagavond is het afbreken der bestaande pastorie aanbesteed en daarvoor in geschreven door de heeren: P. Brouwer ƒ255, J. Visser Jz. ƒ245 en A. Zoeter Jz. ƒ217, allen te Bruinisse. Genoemd werk is aan den laagsten inschrjjver gegund. Door het bestuur van de vereenigde sociëteiten der schutterjj en infanterie te Mid delburg is besloten om op den 19 Februari a. s., bjj gelegenheid van 's konings verjaardag, gebruikeljjkerwjjze eene soirée te geven in het Schuttershofgevolgd door een bal. Aan de gewone bezoekers zal de gelegenheid worden gegeven deze Boirée by te wonen. Zr Ms stoouikanonneerboot Vos, verwapend op 's rjjks werf te Amsterdam, zal weldra weder in dienst worden gesteld, ter vervanging van de tjjdeljjk te Vlissingen gestationeerde kanonneer boot Geep, Welke tegeljjk buiten dienst zal worden gesteld. De Geep wordt tot dat einde te Amsterdam verwacht, alwaar hare geheele bemanning op de Vos zal overgaan. De garnalen visscherjj werd in 1889 uit Arnemuiden uitgeoefend door 40 hoogaartsen. Over het algemeen was naar men ons sehrijlt de vangst voordeeliger dan in 1888, terwjjl over de kooppryzen ook niet werd ge klaagd. Vooral niet op het laatst van het jaar toen de prijzen dezer viseh vaak stegen tot 10 a 12 per mand van 25 kilo. In het geheel werd naar het buitenland ver voerd ruim 664.000 kilo, zijnde 150.000 meer dan 1888. Men achryit ons uit Hoedekenskerke Naar aanleiding der mededeeling dat bjj het musschengilde te Borssele ook ratten in betaling worden aangenomen verdient wel opmerking dat dit voor ons geene nieu wigheid is, daar ons musschengilde reeds in 1874 is opgericht en reeds dadeljjk in 't reglement werd bepaald, dat in voldoening der door ieder verschuldigde musschen ook ratten en muizen konden aangeboden worden. Geen wonder dus dat een ware slachting dier diertjes volgde. De zucht naar landverhuizing naar de Vereenigde staten van Noord-Amerika schjjnt zich in den omtrek van Aardenburg weder te openbaren. Vrijdag vertrok met dat doel uit Eede naar Antwerpen een huisgezin, bestaande uit man, vrouw en zeven kinderen. Het hoofd des gezins, een timmerman, werd bovendien vergezeld door een metselaar, een smid en een kuiper. In het laatst der maand December vertrok uit de gemeente St. Kruis eveneens naar Noord- Amerika een gezin, uit acht personen bestaande. Uit Sas van Gent schrjjft men aan de Tem. Ct. In de laatste jaren deed zich opdeljjnGent Terneuzen, een zonderling verschijnsel voor. Men moest meer betalen voor een reis van Nederland naar België als van België naar Nederland, vooral in deze gemeente was dat verschil zeer in het oog loopend. Zoo kostte een kaartje van Sas van Gent naar Selzaete 3e klasse 15 cent, 2e klasse 22 cent en le klasse 27 cent; terwjjl men voor een kaartje van Selzaete naar Sas van Gent slechts be taalde 3e klasse 20 centimen, 2e klasse 30 centimen en le klasse 40 centimen. Reecjs lang was men daarover ontevreden, doch het bleef daarbij, totdat eindeljjk het gemeentebestuur zich de zaak aantrok en een klacht indiende hjj den raad van toezicht. Het bestuur was van gevoelen dat een dergelijke tariefregeling in strjjd was met de voorschrif ten van het tractaat op 9 November 1869 te 's Gravenhage gesloten tusschen België en Nederland, waarin o. a. bepaald is, dat de regeeringen der beide landen zorg zouden dragen dat ook op den spoorweg Gent-Ter- neuzen een tarief werd aangenomen zoo ma tig en zoo eenvoudig mogeljjk, terwjjl uitdruk- keljjk overeengekomen werd dat ten aanzien van den prijs van het vervoer geen onder scheid zou worden gemaakt tusschen de onder danen der beide staten. Die klacht schijnt te hebben geholpen, althans sinds 1 Januari zjjn de tarieven ge- wjjzigd en zjjn de oude prijzen weer ingevoerd, Van 11 tot 18 Januari. Vlissingen. Gehuwd T. J. van der Burgh, jm. 28 j. met M. van Huizen, jd. 26 j. J. L. Schappert, jm. 27 j. met H. Vogelvanger, jd- 24 j. BevallenM. Alleda, geb. Selie, d. A. E. Smit, geb. Struikman, z. V. M. Struijk, geb. Barbé, d. A. C. de Back, geb. Bos, z. M. Lute, geb. De Smit, d. M. Baljé, geb. Arendse, z. D. H. Verhoef, geb. Gillissen, z. A. van den Boogaart, geb. Leer z. Oveileden A. J. Smits, wed' van E. Daens, 88 j. J. S. Timmerman, d. 4 j. M. C. Keijn, d. 10 m. H. Antheunissen, wed0 van P. Lems, 81 j. M. A. van der Eijk, ongh. d. 21 j. C. A. M. Parras, vrouw van C. van Boekhout, 65 j, J. M. Koppejan, d. 3 m. A. J. Jobse, d. 14 m. De bevolking van Amsterdam bedroeg op uit. December 1889 406.617 (191.847 m. en 214.770 vr.) tegen 399.424 (188.409 m. en 211.015 vr.) op 31 Dec. 1888. - De moeder van Hendricus Verwaajjen, den dader van den diefstal der medailles van den heer Krelage, heeft gratie van zjjn gevangenis straf voor hem verzocht, op gronddat hjj den koBfc voor haar verdient. Er bestaat voor zeker weinig reden om op dien grond het ver zoek in te willigen. Het verschuiven der ladders, hetwelk dik- wjjls oorzaak van ongelukken is, wordt volgens de Bergwerk's BI. verhinderd door onder de platte pooten kleine platen van caoutchouc vast te hechten. Dit eenvoudige middel is voortreffeljjk bjj de meest verschillende grondlagensteen, asphalt, cement, glas of jjzer. Bjj bout wordt daardoor ook het lastige insteken van jjzeren punten aan de ladders geheel vermeden. Omtrent de arrestatie van zekeren Jan sen, die vermoed wordt te zjjn de moordenaar van de schippers vrouw, weduwe Bal, en haren zoon, beiden varende op het schip Constance Marie, verneemt de Schiffahrt-Zeitung het volgende Jansen is te Antwerpen opgespoord en achter slot gezet. Hjj was vroeger schippersknecht en nu onlangs milicien-infanterist te Bergen op Zoom, vanwaar hjj in November gedeser teerd en over de Belgische grenzen gevlucht was. Te Rupelmonde is hjj 's nachtB op het hem wellicht bekende schip der weduwe Bal geslopen om van kleeding te verwisselen. Daarna heeft hy de vrouw en haren zoon ver moord, en zieh meester gemaakt van de in kas zijnde gelden en de voorhanden zjjnde kleeding. Als schippersknecht gekleed, pakte hjj zjjne uniform in een bundel bjjeen en wierp deze in de Rupel, waaruit zjj later, met bloed bevlekt, is opgehaald. Eenige weken later nam hjj dienst op het Ri]nscbip Bertha dat naar de Ruhr moest vertrekken. Hjj werd echter te Antwerpen door de politie opgespoord en achter slot en grendel gebracht. Een neef van de vermoorde weduwe, die eerst als verdacht gearresteerd was, is weder losgelaten. Aan de N. R. Crt. wordt uit Berljjn gé schreven Dezer dagen heeft uw alhier hooggeachtp landgenoot, de heer J. H. Schorer, een aardig feest gevierd, ter herinnering aan het tienjarig bestaan van zjjn Familienblatt. Hiertoe had hjj zjjne onderhoorigen genoodigd en hun een prach tig feestmaal aangeboden, waarby het ook zeer genoegelijk is toegegaan. Uit de verschillende loosten bleek inzonderheid op welk een voor- treffelyken voet hjj metzjjn talrijk personeel staat. Eerstdaags geeft hjj eene tweede feestelijke bjjeenkomst, waarin hjj de medewerkers uit de kunstenaars en schrjjvers tot eene luiBterrjjkg viering wil vereenigen,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1890 | | pagina 1