N*. 16.
133e Jaargang.
1890.
Maandag
20 Januari.
Brieven uit de Hofstad.
Verspreide Berichten.
Deze courant verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Feestdagen.
Advertentiën20 cent per regel. Bij abonnement lager.
Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten benevens alle
dankbetuigingenvan 17 regels 1.50
iedere regel meer ƒ0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Middelburg 13 Januari.
LETTEREN EN KUNST.
ONDERWIJS.
KERKNIEUWS.
UIT STAD EM PROVINCIE.
Burgerlijke stand.
fllDIIUIillK.MIIi: (ill IMM.
Tb«raiom«ter.
Middelburg 18 Jan. vm. 8 u 37 gr.
m. 12 ti 41 crr. av. 4 u. 45 gr. F
Verwacht Z. W. wind.
Agenten te Vlissingen: P. Gr. de Vet Mestdagh Zoo», te Goes: A. A. W. Bolland, te Krniningen: F. v. d. Peijl, te Zierikzee: A. O. de Mooij te TholenW. A. van Aitver<entlë«
Nieuwenhijijzen en te TerneuzenM. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals d£ j moeten des namiddags te een nuf
advertentie-bureau's van Hugh Van Ditslak te Rotterdam, de Gebr. Belinfante, te 's Gravenhage, en A. de la Mar Azn, te Amsterdam. aan het bureau bezorgd zjjn, willen
Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger. zjj des avonds nog worden opgenomen
17 Januari 1890.
Op gevaar af van daardoor aan mijn brief
het specifiek Haagsche element te onthouden
zal ik toch niet schrjjven over de spuiings-
kwestie. Over de question brülanle wordt in
de kolommen der Haagsche bladen tegenwoordig
zooveel geschreven, dat het zelfs mij, een vol
bloed Hagenaar, niet meer mogelijk is de ont
boezemingen van deskundigen en leeken voor
en tegen het spuien te lezen zonder een soort
gelijke aandoening te ondervinden als de grach
ten zelve nu en dan bij ons plegen op te
wekken. Ik veronderstel dus dat mijne niet-
Haagsche lezers zeker niet gediend zullen zijn
van dat roeren in den modder. Alleen dit wil
ik even mededeelen, dat de anti-spuiingsgezinde
partij, anders gezegd de Kbrftaus-partjj, er
tegenwoordig zoowat een eigen orgaan op na
schijnt te houden en dat wel in het oude
Haagsche Dagblad. De voorstanders van het
Kurhaus zijn van oordeel, dat deze inrichting
staat of valt met de oplossing van de aanhan
gige kwestie. Om zich nu van een krachtig
wapen te verzekeren ter afwering van de
spuiing gedurende het badseizoen hebben zij
zich onlangs den eigendom weten te verschaffen
van een groot getal aandeelen in die courant.
Op zich zelf zon hun dit weinig baten, omdat
natuurlijk de vraag, aan welke zijde een dag
blad zich scharen zal in een gevoerd wordenden
strijd niet afhangt van de wenschen der aan
deelhouders maar van de inzichten der redactie.
De aankoop van een overwegend getal aan
deelen was dan ook slechts een middel om de
hoofdleiding van genoemd blad in handen te
geven van iemand, van wiens overeenstem
mende meening in zake de spuiings-kwestie
de nieuwe aandeelhouders zich vooraf hadden
vergewist. De heer Visser, de vroegere redac
teur van het Dagbladhad zich beslist verklaard
tegen het spuien in den zomer en zich zoodanig
daarover uitgelaten, dat van hem, indien hij
eenmaal hoofdredacteur mocht zijn geworden,
niet anders kon verwacht worden dan een
krachtig strijd voeren in zijn blad tegen dat
spuien en een voortdurend opkomen voor het
geen in dezen het belang van het Kurhaus
wordt geacht.
Vandaar dat de Kurhaus-mannen zich beij
verden zooveel stemmen in het kapittel te
verkrygen, dat zij bij de keuze van een opvol
ger van den heer Van Hogendorp den doorslag
konden geven. Die poging gelukte en zóo werd,
geljjk bekend is, de heer Visser benoemd tot
hoofd-redacteur van het Haagsche Dagblad te
genover den bekwamen en algemeen geachten
majoor de Bas, met wien de heer Visser zich
in bijna geen opzicht meten kan, behalve mis
schien in heltigheid van oppositie tegen het
spuien des zomers en in gehechtheid aan al
wat met het Kurhaus in betrekking staat.
Ook zelfs zonder een eigen orgaan was de
KurAaus partij reeds machtig genoeg. Dit be
wijst de zonderlinge regeling van den politie
dienst te Scbeveningen, zooals die ten believe
van de Kurhaus-directie is ingevoerd. Wat
ware natuurlijker, dan dat bet politie toezicht
over die inrichting en over hetgeen daarmede
in verband staat, m. a. w. over de badplaats
Scheveningen zoowel als over het visschersdorp
van dien naam, werd toevertrouwd aan den
te Scheveningen resideerenden commissaris van
politie Maar hierover denken de heeren van
het Kurhaus andeis, en de burgemeester van
's Gravenhage heeft zich beijverd hunne wen
schen in dezen te bevredigen. Het toezicht
over het luxe-Scheveningen is aan den com
missaris Vernée onttrokken en opgedragen aan
de rechtstreekscbe zorgen van den te 's Gra
venhage wonenden hoofd-commissaris Van
Schermbeek, die het door een in de badplaats
gestationneerden onder-inspecteur van politie
doet uitoefenen. Uit den aard der z; ak is de
heer Van Schermbeek als hoofd der centrale
afdeeling in de residentie en als belast met de
opperste leiding van alle politie-zaken en in
zonderheid met het administratieve gedeelte
der gemeente-politie, overladen met werk, ter-
wjjl de heer Vernée, nu enkel met het toezicht
over de visschersbevolking en met de werk
zaamheden als waterschout belast, tijd in over
vloed beschikbaar heeft, want de verhouding
van dien ambtenaar tot de reeders en visschers
is van zóo uitnemenden aard, dat de handha
ving van orde en gezag hem schier geen moeite
fcosti
Maar toch moest hem een groot en belang-
rjjk deel van zjjn ambtsgebied worden ontnomen
om het te brengen onder het toezicht van den
met werkzaamheden reeds overstelpten hoofd
commissaris, die op 3/4 uur afstands woont.
De hoofdreden voor die zonderlinge indeeling
schjjnt te moeten gezocht worden in de om
standigheid, dat de directie van het Kurhaus
het met den Scheveningschen commissaris
minder goed vinden kan.
Laatstgenoemde ambtenaar tracht nu zjjn
tjjd te dooden met het schrjjven van allerlei
populaire werkjes over onderwerpen van wetge
ving, waarmede het groote publiek meer of
minder in aanraking komt. Zoo verliet dezer
dagen een boekje van zjjn hand over het
dienstbodenrecht de pers. Of hjj daarmede
aan de maatschappjj een grooten dienst heeft
bewezen is aan twijfel onderhevig. Onze dienst
boden weten tegenwoordig waarlijk genoeg
van de hun toekomende rechten, en niet weinig
slechts vermeende rechten doen zjj in onzen
tjjd tegenover hunne meesters gelden, zoodat
het geheel overbodig schijnt hun nog eens
haarfijn uit te leggen wat zjj zich zooal niet
behoeven te laten welgevallen. In theorie is
op de regeling van het Nederlandsche dienst
boden recht zeker heel wat aan te merken,
maar de praktjjk leert toch, dat het overwicht
des meesters inderdaad niet zoo groot is, dat
integendeel de .mevrouwen" vaak machteloos
staan tegenover de meiden. Om deze laatsten
nu te wjjzen op al de kwetsbare plaatsen der
.mevrouwen", geljjk de heer Vernée met zekere
voorliefde schjjnt te doen, strekt waarljjk niet
ter bevoordeeling van eene goede verstand
houding tusschen beide partjjen. Een versvjj-
zing bjjv. naar den kantonrechter met eene
actie tot schadevergoeding wegens het .eeuwige
breken," waaraan vele onzer dienstboden zich
schuldig maken, moge in overeenstemming zijn
met de letter der wet, in de praktjjk baat
dat middel den meester weinig, en wel zoo
eenvoudig en doeltreffend is de bestaande ge
woonte, die de heer Vernée als onrechtmatig
brandmerkt, om de meid, als zij het wat al
te bont maakt, voor den aankoop van een
nieuw voorwerp ter vervanging van het ge-
brokene te doen zorgen, met inhouding van
de kosten op het loon. In zulk een .eigen
rechtertje spelen", zooals de schrjjver het noemt,
is toch niets onbillijks gelegen.
Het ware te wenschen, dat de Scheveningsche
commissaris wat meer ambtsbezigheden had, dan
zou hjj niet tot dergeljjk geschrjjf vervallen.
Volgens geruchten zou hjj zich geheel aan het
politie-wezen gaan onttrekken als gevolg van
de miskenning, waaraan hjj van de zijde der
hoogere autoriteiten bloot staat. Dat verhaal
omtrent door hem gevraagd ontslag behoeft
intusschen nog bevestigingik geloof niet,
dat »de schout van Scheveningen" daartoe
licht zal overgaan, al is het voor hem niet
aangenaam zoo stelselmatig verwjjderd te wor
den gehouden van al de hooge bezoekers onzer
badplaats, waaronder er wel zjjn, die zoo nu
en dan eens een kruisje en een lintje achter
laten. Buitenlandsche vorsten zjjn daarmede
nog al gul, ten minste in vergeljjking met de
Nederlandsche regeering.
Die vergeljjking kon men dezer dagen weer
voor de zooveelste maal maken, toen het be
richt de ronde deed, dat de Fransche republiek
het Legioen van Eer zou schenken aan den
flinken kapitein Basroger van het schip Emma,
die de opvarenden van de Leerdam en van het
daarmede in aanvaring geweest zijnde schip
met zooveel beleid en kalmte heeft gered.
Ligt het niet allereerst op den weg van ons
Nederlanders om dat verdiensteljjk werk te
beloonen Moet de Fransche regeering hul
digen wat een Franschman voor zooveel hon
derden Nederlanders deed, of is hier de Neder
landsche de eerst geroepene Mjj dunkt, dat
een Nederlandsche Leiuw hier beter op zjjn
plaats zou zjjn dan het Legioen van Eer.
En vooral de maatschappjj van het veronge
lukte stoomschip Leerdam heeft hier een schoone
taak te vervullen door hetzij rechtstreeks,
hetzij langs een omweg een bljjk van dank
baarheid aan den Franschen scheepsgezagvoerder
te doen uitreikenzjj vooral moest bjj den
betrokken minister aandringen op de benoeming
van den heer Basroger tot ridder van den
Nederlandschen Leeuw, maar daarnevens behoorde
zjj ook zelve flink voor den dag te komen en
den verdiensteljjken man een huldebljjk aan
ta bieden voor hetgeen hjj deed ten behoeve
van hare passagiers. Zeker mag ook de kapitein
van de Leerdam niet vergeten worden, aan
wien allereerst te danken is, dat geen men-
schenlevens bjj het ontschepen verloren gingen,
maar ook jegens den Franschen kapitein heeft
Nederland een plicht te vervullen. Laat de
vreemdeling, die de oud-Hollandsche gastvrij
heid zoo schitterend in toepassing bracht, ons
Nederlanders toch niet van ondankbaarheid
kunnen beschuldigen. Och, misschien zal er
eindeljjk wel eens iets in die richting geschieden,
maar is er dan niet een minder mooi tintje
aan bet lintje gekomen door het lang liggen
en door het telkens en telkens opnemen en
beduimelen nu eens door dezen, dan eens door
genen Waarom komt men in ons land toch
nooit goed op tjjd Waarom moet er eerst
op eenzelfde aanbeeld gedurende eenigen tijd
gehamerd worden vóór de tot handelen be
voegden de zaak aanvatten Asjeblieft heeren,
haast u nu toch eindeljjk eens een beetjehet
heeft al veel te lang geduurd.
Dat er geld genoeg in ons land is voor een
huldebljjk heeft dezer dagen de inschrjjving voor
de leening van de Witte sociëteit bewezen, maar
het is de vraag of men zjjn geld met evenveel
genoegen weggeeft als soliede belegt. Nu, van
de 101 milliard, waarvoor werd ingeschreven,
zjjn toch licht eenige duizenden guldens bjjeen
te krijgen voor een geschenk aan kapitein
Basroger. Zjj, die zooveel geld te beleggen hebben,
kunnen wel een klein sommetje missen. Dat
evenwel niet alle leden zoo goed in hun duiten
zitten bewjjst een voorval, dat eenigen tjjd ge
leden daar plaats had. Een van de leden miste
op zekeren dag zjjn nieuwe overjas uit de jas-
senkamer en vond een oude in de plaats hangen.
De met een uitgebreide jaBsenkennis begaafde
jassenknecht lette weken achtereen op of de
verlorene niet weder eens aan een kapstok kwam
hangen, doch steeds te vergeefs, tot na verloop
van twee maanden de gestolen jas werd herkend.
De knecht waarschuwde den eigenaar, en toen
de gebruiker zich weder met zjjn nieuwe jas
wilde verwjjderen, stond hjj eensklaps tegenover
iemand .van den gerechte", die zjjn eigendom
opeischte. De man, nog wel een ambtenaar aan
een der ministeriën, was niet zoo goed of hij
moest zjjn jas weer uittrekken, en ging met
beschaamde kaken heen. Dat hjj nu ook juist
het kleedingstuk van een lid van de staande
magistratuur had uitgekozen
Yan de magistratuur gesproken, de keuze van
een nieuwen raadsheer in het hof alhier zal
ook velen Zeeuwen belang inboezemen, deels
omdat het ook hun hof ia, deels omdat ook een
Zeeuwsche rechter op de voordracht staat. Er zal
hier een stryd moeten gestreden worden tusschen
provincialisme en geloof. Oorspronkelijk waren
twee zetels in het hof door Zeeuwen bezet
thans heeft slechts één Zeeuw meer daarin
zitting, zoodat er alle reden zou zjjn om den
rechter uit Zeeland tot raadsheer te bevorderen.
Aan den anderen kant echter ia de thans be
staande vacature ontstaan door het vertrek van
een katholieken raadsheer, zoodat er ook ge
wichtige reden zjjn om weder een katholiek,
dus niet de Zeeuw, te benoemen. Zoo zal er
stryd zjjn tusschen geloof en provincialisme.
Welk van beide de overwinning zal behalen
is voor de ingewyden niet twijfelachtig.
Naar men on3 uit 's Gravenhage meldt wordt
binnenkort eene niet onbelangrijke bevordering
in de hoogere rangen der marine verwacht.
De jongste berichten uit Surin ime melden
dat een conflict is ontstaan tusschen de kolo
niale staten en den gouverneur.
Eerstgenoemden achtten inlichtingen noodig
over de kwestie in Para, waar de ingezetenen
zich verzetten tegen de betaling der personeele
belasting en wenschen eene militaire bezetting.
De gouverneur op sjjn beurt weigert aan dit
besluit te voldoen en beweert dat de staten
hunne bevoegdheid overschrijden. Hjj acht
inlichtingen onnoodig en het doel van het
besluit alleen om de regeering te smaden en
te verguizen.
De heer A. A. Bekaar, aan wien met den
heer Struve het onderzoek naar het fabrieks
wezen hier te lande was opgedragen, beeft ver
zocht van die opdracht te worden ontheven en
weder als ingenieur bjj den waterstaat te worden
ingedeeld.
Op een te Amsterdam gehouden ver
gadering van organisten is met algemeene
stemmen besloten tot de oprichting der Neder
landsche Organisten-Vereeniging, waaruit een
voorloopig bestuur is gekozen, zjjnde de heeren
Jos. A. Verheijen, Martin Boltes, M. M. van
't Kruys en A. Pompende beide eersten en
de laatste, organisten te Amsterdam, en de
derde, organist te Rotterdam,
Het nommer van den Indépendant littéraire
van 15 Jan. bevat, behalve de gewone rubrie
ken en een vervolg van Les indiscretions d'un
interviewer anglais, een onuitgegeven gedicht
van Alfred de Musset.
In de kroniek over de theatres wordt de
.ware" reden gegeven, waarom het Théatre-
Libre geen gevolg gaf aan zjjn eerste plan om
Le Pater van Coppée op te voeren.
Den 7 Januari jl. ging het ontslag in
van den heer S. de Back, vroeger hoofd der
school te Zuidzande.
Tot tjjdeljjk hoofd der school is benoemd
de heer Van Aartsen en tot tjjdeljjk onderwjj-
zer de heer J. Verhage, beiden aldaar.
Het salaris van het nieuw te benoemen hoofd
is bepaald op f 850.
Kerkvoogden der Nederd. hervormde ge
meente te Bruinisse zijn voornemens eene nieuwe
pastorie te houwen, waarvoor eene geldleening
is uitgeschreven ad 4000, die ruim tweemaal
vol teekend is. Vrij dagavond is het afbreken der
bestaande pastorie aanbesteed en daarvoor in
geschreven door de heeren: P. Brouwer ƒ255,
J. Visser Jz. ƒ245 en A. Zoeter Jz. ƒ217,
allen te Bruinisse. Genoemd werk is aan den
laagsten inschrjjver gegund.
Door het bestuur van de vereenigde
sociëteiten der schutterjj en infanterie te Mid
delburg is besloten om op den 19 Februari a. s.,
bjj gelegenheid van 's konings verjaardag,
gebruikeljjkerwjjze eene soirée te geven in het
Schuttershofgevolgd door een bal.
Aan de gewone bezoekers zal de gelegenheid
worden gegeven deze Boirée by te wonen.
Zr Ms stoouikanonneerboot Vos, verwapend
op 's rjjks werf te Amsterdam, zal weldra weder
in dienst worden gesteld, ter vervanging van de
tjjdeljjk te Vlissingen gestationeerde kanonneer
boot Geep, Welke tegeljjk buiten dienst zal
worden gesteld. De Geep wordt tot dat einde
te Amsterdam verwacht, alwaar hare geheele
bemanning op de Vos zal overgaan.
De garnalen visscherjj werd in 1889 uit
Arnemuiden uitgeoefend door 40 hoogaartsen.
Over het algemeen was naar men ons
sehrijlt de vangst voordeeliger dan in 1888,
terwjjl over de kooppryzen ook niet werd ge
klaagd. Vooral niet op het laatst van het
jaar toen de prijzen dezer viseh vaak stegen
tot 10 a 12 per mand van 25 kilo.
In het geheel werd naar het buitenland ver
voerd ruim 664.000 kilo, zijnde 150.000 meer
dan 1888.
Men achryit ons uit Hoedekenskerke
Naar aanleiding der mededeeling dat bjj
het musschengilde te Borssele ook ratten in
betaling worden aangenomen verdient wel
opmerking dat dit voor ons geene nieu
wigheid is, daar ons musschengilde reeds in 1874
is opgericht en reeds dadeljjk in 't reglement
werd bepaald, dat in voldoening der door ieder
verschuldigde musschen ook ratten en muizen
konden aangeboden worden. Geen wonder dus
dat een ware slachting dier diertjes volgde.
De zucht naar landverhuizing naar de
Vereenigde staten van Noord-Amerika schjjnt
zich in den omtrek van Aardenburg weder te
openbaren. Vrijdag vertrok met dat doel uit
Eede naar Antwerpen een huisgezin, bestaande
uit man, vrouw en zeven kinderen. Het hoofd
des gezins, een timmerman, werd bovendien
vergezeld door een metselaar, een smid en een
kuiper.
In het laatst der maand December vertrok
uit de gemeente St. Kruis eveneens naar Noord-
Amerika een gezin, uit acht personen bestaande.
Uit Sas van Gent schrjjft men aan de
Tem. Ct.
In de laatste jaren deed zich opdeljjnGent
Terneuzen, een zonderling verschijnsel voor.
Men moest meer betalen voor een reis van
Nederland naar België als van België naar
Nederland, vooral in deze gemeente was dat
verschil zeer in het oog loopend. Zoo kostte
een kaartje van Sas van Gent naar Selzaete
3e klasse 15 cent, 2e klasse 22 cent en le
klasse 27 cent; terwjjl men voor een kaartje
van Selzaete naar Sas van Gent slechts be
taalde 3e klasse 20 centimen, 2e klasse 30
centimen en le klasse 40 centimen.
Reecjs lang was men daarover ontevreden,
doch het bleef daarbij, totdat eindeljjk het
gemeentebestuur zich de zaak aantrok en een
klacht indiende hjj den raad van toezicht.
Het bestuur was van gevoelen dat een dergelijke
tariefregeling in strjjd was met de voorschrif
ten van het tractaat op 9 November 1869 te
's Gravenhage gesloten tusschen België en
Nederland, waarin o. a. bepaald is, dat de
regeeringen der beide landen zorg zouden
dragen dat ook op den spoorweg Gent-Ter-
neuzen een tarief werd aangenomen zoo ma
tig en zoo eenvoudig mogeljjk, terwjjl uitdruk-
keljjk overeengekomen werd dat ten aanzien
van den prijs van het vervoer geen onder
scheid zou worden gemaakt tusschen de onder
danen der beide staten.
Die klacht schijnt te hebben geholpen,
althans sinds 1 Januari zjjn de tarieven ge-
wjjzigd en zjjn de oude prijzen weer ingevoerd,
Van 11 tot 18 Januari.
Vlissingen. Gehuwd T. J. van der Burgh,
jm. 28 j. met M. van Huizen, jd. 26 j. J. L.
Schappert, jm. 27 j. met H. Vogelvanger,
jd- 24 j.
BevallenM. Alleda, geb. Selie, d. A. E.
Smit, geb. Struikman, z. V. M. Struijk, geb.
Barbé, d. A. C. de Back, geb. Bos, z. M. Lute,
geb. De Smit, d. M. Baljé, geb. Arendse, z.
D. H. Verhoef, geb. Gillissen, z. A. van den
Boogaart, geb. Leer z.
Oveileden A. J. Smits, wed' van E. Daens,
88 j. J. S. Timmerman, d. 4 j. M. C. Keijn, d.
10 m. H. Antheunissen, wed0 van P. Lems, 81 j.
M. A. van der Eijk, ongh. d. 21 j. C. A. M.
Parras, vrouw van C. van Boekhout, 65 j,
J. M. Koppejan, d. 3 m. A. J. Jobse, d. 14 m.
De bevolking van Amsterdam bedroeg op
uit. December 1889 406.617 (191.847 m. en
214.770 vr.) tegen 399.424 (188.409 m. en
211.015 vr.) op 31 Dec. 1888.
- De moeder van Hendricus Verwaajjen, den
dader van den diefstal der medailles van den
heer Krelage, heeft gratie van zjjn gevangenis
straf voor hem verzocht, op gronddat hjj
den koBfc voor haar verdient. Er bestaat voor
zeker weinig reden om op dien grond het ver
zoek in te willigen.
Het verschuiven der ladders, hetwelk dik-
wjjls oorzaak van ongelukken is, wordt volgens
de Bergwerk's BI. verhinderd door onder de platte
pooten kleine platen van caoutchouc vast te
hechten. Dit eenvoudige middel is voortreffeljjk
bjj de meest verschillende grondlagensteen,
asphalt, cement, glas of jjzer. Bjj bout wordt
daardoor ook het lastige insteken van jjzeren
punten aan de ladders geheel vermeden.
Omtrent de arrestatie van zekeren Jan
sen, die vermoed wordt te zjjn de moordenaar
van de schippers vrouw, weduwe Bal, en haren
zoon, beiden varende op het schip Constance
Marie, verneemt de Schiffahrt-Zeitung het
volgende
Jansen is te Antwerpen opgespoord en achter
slot gezet. Hjj was vroeger schippersknecht
en nu onlangs milicien-infanterist te Bergen
op Zoom, vanwaar hjj in November gedeser
teerd en over de Belgische grenzen gevlucht
was. Te Rupelmonde is hjj 's nachtB op het
hem wellicht bekende schip der weduwe Bal
geslopen om van kleeding te verwisselen.
Daarna heeft hy de vrouw en haren zoon ver
moord, en zieh meester gemaakt van de in
kas zijnde gelden en de voorhanden zjjnde
kleeding. Als schippersknecht gekleed, pakte
hjj zjjne uniform in een bundel bjjeen en
wierp deze in de Rupel, waaruit zjj later, met
bloed bevlekt, is opgehaald. Eenige weken
later nam hjj dienst op het Ri]nscbip Bertha
dat naar de Ruhr moest vertrekken. Hjj werd
echter te Antwerpen door de politie opgespoord
en achter slot en grendel gebracht.
Een neef van de vermoorde weduwe, die
eerst als verdacht gearresteerd was, is weder
losgelaten.
Aan de N. R. Crt. wordt uit Berljjn gé
schreven
Dezer dagen heeft uw alhier hooggeachtp
landgenoot, de heer J. H. Schorer, een aardig
feest gevierd, ter herinnering aan het tienjarig
bestaan van zjjn Familienblatt. Hiertoe had hjj
zjjne onderhoorigen genoodigd en hun een prach
tig feestmaal aangeboden, waarby het ook zeer
genoegelijk is toegegaan. Uit de verschillende
loosten bleek inzonderheid op welk een voor-
treffelyken voet hjj metzjjn talrijk personeel staat.
Eerstdaags geeft hjj eene tweede feestelijke
bjjeenkomst, waarin hjj de medewerkers uit de
kunstenaars en schrjjvers tot eene luiBterrjjkg
viering wil vereenigen,