Jlif!, N°. 8. 133e Jaargang. 1890. Vrijdag 10 Januari. Landbouw bij schoofdeeling. Middelburg 9 Januari, Verspreide Berichten. Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2. Afzonderlijké nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën20 cent per regel. Bij abonnement lager. Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten met de daarop betrekking hebbende dankbetuigingenvan 1—7 regels 1.50; iedere regel meer ƒ0.20. Groote letters wórden berekend naar plaatsruimte. in. UIT STAD EN PROVINCIE. uiDiiriiiiiii.siiir mum. W Tb eraometer. Middelburg 9 Jan. vm. 8 u 38 gr. m. 12 u 46 gr. av. 4 u. 44 gr. F Verwacht Z. W. wind. j Agenten te Vlissingen: P. G. de Vey Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. v. d. Peijl, te Zierikzee: A. O. de Mooij te Tholen: W. A. yan Ailvertentlë» Nieuwen hu ijzen en te TerneuzenM. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekbandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de moeten des namiddags te ee« uuï j advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmak te Rotterdam, de Gebk. Belintante, te 's Gravenbage, en A. de la Mab, Azn, te Amsterdam. aan bet bureau bezorgd zjjn, willen Hoofdagenten voor bet Buitenland: te Parps en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger. 1 zjj des avonds nog worden opgenomen De heer Van den Broek begroot de in komsten van de door hem geschetste bouwerij over hetzelfde vijfjarig tijdvak gemiddeld op 9828.87, nl. aan tarwe 2055.56, gerst 528 02, erwten 256.33, aardappe len f 1829.22, suikerpeeën 1183.06, ajuin 409.70, vlas 870.73, stroo 176.53 veeverkoop 820, varkeosverkoop J 93.38, opbrengst van koeien en huiselijk gebruik 719.48, idem kippen, tuin, zuivel, eigen gebruik boomgaard enz. 260, diverse ver diensten, teelloon ƒ429.86 en verkoop van paarden 87. Volgens de vastgestelde inrichting komt de opbrengst der vier laatstgenoemde posten, tot een totaal bedrag van ƒ1496.34, ten bate van den boer en die van vee- en varkensverkoop ad 1013.38 ten voordeele van den heer. Ten bate van de vennoot schap komt dns een som van 7319.15. Gaat men nu naar het vroeger gemelde verhoudingsgetal van 4476 voor den boer en 3925 voor den heer aan het verdeelen van de totale opbrengst ad 9828.87, dan zou elk deel ongeveer 1.17 bedragen de boer ontvangt 4476 X 1.17 of ƒ5236.76 en de heer 3925 X 'f 1.17 of 4592.11. Bjj de verdeeliDg der eigenlijke schoof moet zoo zegt de schrjjver rekening gehouden worden met hetgeen de firmanten reeds ieder voor bun deel vooraf genoten hebben. JJe vennootschap staat credit voor 7319.15. De boer beeft recht op ƒ5236.76 in 't geheel, heeft reeds vooraf genoten 1496.34 en krjjgt dus nog uit de schoof 3740.42 of 3740 deelen. De heer heeft rechtop 4592.11, heeft leeds genoten j 1013.38 en krjjgt dus nog uit de schoof 3578.73 of 3579 deelen. De totale schoof bedraagt dus f 7319.15. Men ziet dus dat de schoofdeeling niet ver van de juistheid zou afwjjken als ze half om half ging. Yindt men dit echter te grof onjuist en daarentegen weer eene berekening op den grondslag van 3740 tegen 3579 al te minutieus, dan zou men 22 om 21 kunnen aannemen. De schrijver behandelt hierna een zeer belangrijke, ja in deze kwestie de meest ge wichtige vraag, n. 1. of de firmanten redelijke zaken zouden maken, zoodat de voor gestelde deeling niet alleen billijk maar ook loonend voor beide partijen zoude zijn. Om daarop antwoord te geven, volgen wij den schrijver weer op den weg van eenige berekeningen en nemen wij de totaal-cijfers weer ter hand. De bruto opbrengst der boerderij bedroeg 9828.87, terwijl zij, behalve de renten van het bedrijfskapitaal, die nergens gere kend zijn, heeft gekost 7901,67. Er is dus een bate van 1927.20. De boer had ontvangen 5236.76 en, volgens eene berekening van den schrijver, uitgegeven 3976.42ergo verdiend 1260.34. De heer ontving 4592.11 en gaf uit 3925.25, zoodat hij verdiende ƒ666.86. Trekt men daarvan nu af de renten van hun bedrijfskapitaal, dan blijft er als winst over voor den boer 960.34 en voor den heer 366.86. »De boer heeft dus zoo zegt de heer Van den Broek een deel van de winst, die hjj als pachtboer genoten zou hebben, ingebrokt, maar de helft van zijn bedrijfskapitaal vrjjgekregen en moet de rente van dat vrijgekomen deel bjj zjjne bate van 1260 voegen voor zuivere rekening. De heer heeft gehad ten eerste eene groote pacht de schrijver voegt aan de meegedeelde onvervalschte cijfers der werke lijkheid nog de opmerkirig toe, dat de als aan deel van den heer hierbjj aangenomen pacht al zeer hoog was, daar die bij raming anders niet meer dan 2560 zou zjjn gesteld en maakt voorts, boven de rente van zjjn bedrjjfkapitaal, een netto-winst van 366.86, die hjj beschouwen mag als loon voor de door hem geoefende contröle en medewerking of kan besteden tot bezoldiging van een deskun dige, aan wien hp misschien liever de leiding zal overlaten. In elk geval kan hp er aan leiding uit nemen om in de richting van het gronddenkbeeld dezer coöperatie, dat is ruime verschaffing van zijn aandeel in ve6 en mest op onbekrompen wj ze voort te gaan. »Immers die voordeelen komen alle aan zjjn kant »al wat hij door vermeerdering van den vee stapel en aanbreng van mest toevoegt komt in zjjn land. Bevoordeelt hij zijn firmant, de meest blijvende voordeelen komen aan hem hij kan nimmer meer een uitgemergelde hofstee te zjjnen laste krijgen; »hij is mede-eigenaar van schoof- en veestapel en neemt dus eene stelling in, die nog zeker der is dan die van preferent schuldeischer, als de boel nog eens in 't honderd loopen mocht, wat niet waarschijnlijk is. »In een heel booze periode, als er van de boven berekende voordeelen niets «verblijft, zal de last gemakkelijk gedragen worden door den boer, slechts voor de helft van 't geen hjj anders ljjden zou, en zal de eigenaar toch al licht zijne pacht binnenbrengen. Maar omdat het klaar is als de dag, dat de booze tijden het best worden verdragen door kloek land, zal de eigenaar dan met te meer energie door aanwending van straatmest, compost, beer of kunstmeststoffen aan het land de vruchten trachten af te dwingen. En dat hjj daarbij wel zal varen, mag haast niet betwjjfeld wor den. Geloof gerust dat zjjn firmant, de boer, hem niet zal tegenhouden op dien weg. Niet alleen deelt hjj in de te verwachten bate, maar ook zjjne arbeidsloonen, bjjzonder voor het wieden, dalen naarmate de geteelde schoof krachtiger aanslaat. Het onkruid wordt dan te gereeder door het opkomende gewas onder gehouden, want slechts op de magere en uit geputte landen krijgt dit eene goede levenskans, en er is geen beter middel om het land schoon te houden dan het teelen van zware gewassen. In een tjjd dus, waar een gewone pachter van middelen ontbloot raakt om aan het land het zjjne te geven en waar hjj in de verleiding komt om te zien wat het »nuchter gehouden" nog doen wiljuist als zjjne dringende levens belangen in strjjd gaan raken met de rechten van zjjn landheer; op het punt waar hunne wegen uiteen dreigen te gaan, düar gaan ze bij dit stelsel samen. Wantbi hoef ik het nog te zeggen, dat een boer niets liever ziet dan schoone gewassen op zjjne akkers Hjj weet het best, wanneer zjjne kluiten hem verwjjtend aanzien, waarom Hij kent geen grievender hartzeer dan düt zoo wèl te weten, maar te vergeefs te moeten rondtasten op den bodem van een leegen geldbuidel. »Het is mogelijk, zelfs waarschijnljjk, dat de medegedeelde cjjfers, omdat zjj aan een puike bouwerjj ontleend zijn, een ietwat gunstig ge kleurd beeld geren. Maar er mag met grond worden verwacht dat eene nog meer intensieve cultuur ook betere uitkomsten zou hebben getoond. En ten slotte deelt de schrjjver mede de meening van den heer Yan Schouwen, die de cjjfera verschafte, dat, ingeval hij schoof- deelboer in plaats van patroon ware geweest in die jaren, hjj de zaken nog wel forscher zou hebben aangepakt en betere zaken zou hebben gemaakt." De schrijver herinnert er uitdrukkelijk aan> hoe de gegeven berekening slechts beschouwd moet worden als voorbeeld, niet als model In andere streken zijn natuurlijk andere verhoudingen, maar mogelijk zal het, vol gens hem, altijd blijven eene verdeeling der baten en lasten van de landbou w onderneming zóo te splitsen, dat ieder der firmanten zijn gerechte deel bekome als de verdeeling der schoof half om half vaststaat. Hierna bespreekt de schrijver de moeilijk heden, die bij het opmaken van zulk een contract voor een volledig boeren-beslag zich zullen voordoen, en die, volgens hem, niet van landbouwkundigen aard zullen zijn maar meer liggen op het gebied dor menschkunde. Zal de boer het vertrouwen waardig blijken Zal hij met gelijke energie en gelijke zui nigheid het beheer voeren, nu hij maar voor de helft in de baten deelt Zal hij niet zijne melkkoeien voederen ten koste van de mestkalvers, die den heer aangaan Zal hij niet schriel worden op arbeid en royaal in beweiding Ziedaar vragen, die men beantwoorden kan met de tegenvraag: Zal de heer het besef toonen van zijne verplichting tot ruime verschaffing van kapitaal Het is zoo verleidelijk de zekerheid van het niet-uitgeven te stellen tegenover het wisselvallige der inkomst Daarop past slechts éen antwoordwaar vertrouwen en waar ^overtuiging ontbreken, deugt het stelsel niet. Voor eene algemeene toepassing zet het veel te veel deuren open voor misbruiken. Zoolang men te rekenen heeft met heeren en landbouwers, die ge leerd hebben hunne wederzijdsche belangen nooit anders dan als vijandig te beschouwen, zullen de partijen elkaar vliegen trachten af te vangen. Tot wederzijdsche schade natuurlijk. Er zullen echter wel gevallen voorkomen, waarin samenwerking mogelijk en vruchtbaar is. Het is bespottelijk elkaar uit puur wantrouwen te benadeelen. Hier en daar zou men toch wel eens de proef kunnen nemen met iets meer zedelijks en de heer Van den Broek houdt zich voor de mede- deeliDg dier eventueele proeven aanbevolen. In een slotartikel stippen wij aan de hand van den schrijver nog eenige moeilijkheden aan, die de praclijk oplevert, om te eindigen met de moreele zijde van het vraagstuk. De Wageninger bespreekt de circulaire der anti-revolutionnaire kamerleden in zake de schoolwet en is daarmee al even weinig inge nomen als dr Bronsveld, 't Blad wjjst er op dat de beide leden, die 't s uk teekenden, beide doleeren, en dat de vooraittei der Chr. N. S. O., die wordt uitgenuodigd de andere vereenigin- gen samen te roepen, mede doleert. »Wij wantrouwen de goede bedoelingen der kamerleden niet, schrjjft het blad, in zoover zij werkelijk meenen, dat, in weerwil van de be staande kerkeljjke spanning, werkelijk een ver- eeniging van een christelijk schoolwezen in het leven te roepen zij. Men vorme zich deswegen evenwel geene illusieën. De misleiding en heerschzucht, evenals zoo vele andere verkeerd heden, waardoor zich de doleantie heeft geken merkt, heeft het vertrouwen in al wat van die kringen uitgaat, al waarin deze den boven toon voeren, zoo volkomen verwoest, dat ieder, die eigen zelfstandigheid liefheeft, zich niet dan met groote voorzichtigheid wagen kan aan samenwerking met hen, die uit alles voor eigen partijbelang munt trachten te slaan en toonen slechts aan een van elders gegeven consigne te gehoorzamen. »De vooropstelling van het streng gerefor meerd element in het wezenljjk christeljjk onderwijs, om daardoor de kinderen tot kleine anti-revolutionairtjes te vormen, is niet geschikt om de vrees weg te nemen, dat ook ket te stichten school wezenen schoolverband aan dieu exclusieven geest bevorderlijk zal moeten worden, die tevens de politiek van het hoofd kwartier zal moeten steunen. Het slaafsch karakter der onbepaalde gehoorzaamheid, daar geëischi, werd nog voor kort in de Christel. Schoolbode treffend geschilderd. Zulk een volgen van elkander op goed geloof gaat alleen daar, waar men elkander volkomen kent en vertrouwen kan ten opzichte van beginsel en wjjze van uitvoering. Waar dit ontbreekt, is het onmogeljjk. Een ieder wachte zich voor schade." De National Zeitung bespreekt het bekende geschrift van den gewezen officier Tindal en vindt daarin aanleiding tot de volgende op merking Onze naburen in Holland winden zich weer geheel noodeloos op. Geljjk steeds heet het>Duitschland staat voor de poort," en dit beneemt onzen gindschen vrienden den slaaphoewel Duitschlands vriendschappelijke en loyale houding dergelijke dwaze bekomme ring onmogelijk moest maken. Bij kon. besl. is benoemd tot onderdirecteur bjj de rijkstelegraaf G. C. J. Yerkerk, thans telegrafist 1ste kl. bjj de rjjkstelegraaf- De audiëntie van den minister van water staat, zal aanstaanden Zaterdag niet plaats hebben. Het hof heeft voor den tjjd van vier weken den rouw aangenomen, waarvan twee weken halven en twee weken lichten rouw, wegens bet overljjden van hare majesteit Augusta, weduwe van Z. M. Wilhelm I, keizer van Duitschland, koning van Pruisen. In onze stad is een algemeen geacht man gestorven. Het jongere geslacht kent hem als een be- minneljjk, eerwaardig oud man, die, vriende lijke, goedhartige persoonljjkheid als hjj was, de harten won van allen, die met hem in aanraking kwamen. Ouderen in jaren hebben beter gelegenheid gehad de werkzaamheid van den heer Jan Jacob Iman Sprenger te leeren kennen. De overledene was het oudste lid der bekende handelsfirma Spoors en Sprenger. Bovendien was hjj commissaris van het pol derbestuur van Walcheren. In dat bestuur is de heer Sprenger ruim een halve eeuw werk zaam geweest, eerst gedurende vele jaren als griffier en later, van 1854 tot 1886, als raad. Met 1 Nov. 1886 werd hjj op zjjn verzoek door Z. M. den koning uit die betrekking ontslagen doch weldra, immers 9 Jan. 1886, ter vervul ling der vacature, ontstaan door het vertrek van den heer jhr mr D. G. van Tejjlingen, als commissaris gekozen. Den 14 Januari d. a. v. nam hjj als zoodanig zitting. De overledene heeft verder de betrekking bekleed van voorzitter van het bestuur der godshuizen en was ook geruimen tjjd burge meester van de gemeente Domburg. Overigens had hjj zitting als notabele der N. H. gemeente, was hij voorzitter van de afdee- ling Middelburg van het Bjjbelgenootschap, terwjjl hij verder deel uitmaakte van onder scheidene vereenigingen van godsdienstige strekking. Deze eenvoudige, dorre opsomming bewjjst echter reeds voldoende dat met den dood van den heer J. J. I. Sprenger een werkzaam leven is heengegaanen dat in de geschiedenis van Middelburg de naam van den overledene eene eervolle plaats zal innemen. De St. Ct. bevat de door den koning goed gekeurde statuten van de naamlooze vennoot schap Eigen Haard te Middelburg. Deze vereeniging heeft haren zetel te Mid delburg en wordt aangegaan voor den tjjd van dertig jaren. Zjj stelt zich ten doel a. het aankoopen van terreinen in Middelburg en het daarop doen bouwen van goede ar beiderswoningen b. het verhuren dier woningen op zoodanige wjjze, dat de bewoner door het betalen der huur langzamerhand eigenaar wordt van het perceel c. bjj gebreke aan bewoners, die eigenaars wenschen te worden, het eenvoudig verhuren. Het maatschappeljjk kapitaal bedraagt 10.000, verdeeld in honderd aandeelen, ieder groot f 100. 40 aandeelen zjjn volgestortde overige moeten vóór 31 December 1894 geno men zjjn. Het bestuur bestaat uit zeven leden, waar onder een voorzitter, een penningmeester en een secretaris. Zjj worden gekozen door de algemeene ver gadering uit de deelgenooten of anderen. Drie hunner worden zoo mogeljjk uit de huurders of eigenaais der te bouwen huizen gekozen. De bevolking van Goes verminderde in 1889 met 160 m. en 107 vr., totaal 267 en bedroeg op 31 Dec. van dat jaar 3074 m. en 3491 vr., totaal 6565 personen. Te Coljjnsplaat ia eene mannen-zangver- eeniging onder de zinspreuk Excelsior opgericht. 't Is te hopen, zegt onze correspondent - dat deze vereeniging een langer leven hebbe dan hare beide voorgangsters. Het getal gerechtigden tot het dragen van het Metalen Kruis is weder met een ver minderd, daar te Axel in 78jarigen ouderdom is overleden de heer P. Berend Reumer. 't Was éen uur in den nacht van Dinsdag op Woensdag, toen de landbouwer J. R.. te Zaamslag, over zjjn erf loopende, stuitte op een zak vol levende kippen. Vóór hjj zich verder rekenschap kon geven van deze vondst, zag hjj over zijne weidevan het erf zjjns buurmans A. D., een kerel aansluipen, wien het stellig om den zak te doen was, doch die, J. R. ziende, snel op de vlucht ging. J. R. nam alvast den zak mee, wekte bedoelden buurman benevens een derden, den heer J. G,, en daarop constateerde het drietal, dat zich in den zak bevonden zeven kippen, éen haan, drie luiers en éen gehaakte wollen muts. Dat hier aan diefstal te denken viel was zoo goed als zeker. Geen der drie heeren was evenwel de eigenaar van het gestolenewie dit wel is, zal zeker spoedig genoeg bljjken, terwjjl de politie den dief tracht uit te vinden. Te Borssele vergaderden Woensdag de leden van het musschengilde om de rekening over 1889 aantehooren en mededeeling te ont vangen van het verrichte dcor de leden, eene vacature van commissaris, door gewone aftreding ontstaan, te vervullen en een nieuwen boek houder te benoemen door het bedanken van den verleden jaar aangestelden. Uit de rekening bleek dat een goed slot aanwezig was 3.914 en uit het verslag dat 424472 musschen en hetgeen daarvoor gerekend werd waren inge leverd, uitmakende 212072 stuks boven het verplichte getal. Aangezien F. van Dujjne 501 stuks had ingeleverd werd deze als het ijverigste lid tot koning uitgeroepen en vrijstelling ver leend van contributie. Tot commissaris werd herbenoemd de heer G. Minderhoud en tot boekhouder de heer F. van Dujjne, op eene jaarwedde van 2.50. Nadat het reglement was herzien en verbe terd o. a. tot toelating van ratten, ging de vergadering uiteen. In het door de heeren M. en R. de Monchy te Rotterdam aan hunne handelsvrienden toe gezonden overzicht der uitkomsten van hetjaar 1889 wordt aangaande de scheepvaart-beweging op Rotterdam medegedeeld, dal van 1 Jan. tot 27 Dec. (de visschersvloot buiten rekening ge laten) uit zee zjjn ingeklaard in 18894432 schepen met 3.973.200 reg. ton of 11.244.000 M3in 1888 4380 schepen met 3.784.500 reg. ton of 10.810.000 MJ; in 18874100 schepen met 3.509.292 reg. ton of 9.931.297 M3; in 18863715 schepen met 3.077.400 reg. ton of 8.709.054 M3. Vergeleken met het vorige jaar, bedroeg voor 1889 de vermeerdering wat het aantal schepen betreft 1 pet. en wat de tonnemaat aangaat 4j pet. Voor 1888 in vergelijking met 1887 was de vermeerdering 7 pet. en 8 pet. en voor 1887, vergeleken met 188610 pet. en 14 pet. Dat de tonnemaat in sterker verhouding stijgt dan het getal der schepen, vindt zjjne verklaring in het toenemend gebruik van stoomschepen, gepaard met het inkrimpen der zeilvloot. De gemeenteraad van Roermond besloot het gebouw, waarin thans 't bisschoppeljjk college, zoowel het internaat als het externaat is gevestigd, voor onbepaalden tjjd, en wel voor zoolang als daarin hooger onderwijs zal gegeven worden, aan den bisschop af te staan en hem tevens toe te zeggen een jaarljjksche subsidie van 1000 en bovendien vergoeding voor grondbelasting en onderhoud van boven gemeld gebouw. Deze subsidie werd toegezegd voor den tjjd van 20 jaren. Ged. staten van Limburg hebben bezwaar tegen den afstand van bedoeld gebouw en hebben het desbetref fende besluit niet goedgekeurd. Te Grave wist bjj de volkstelling een persoon niet met juistheid op te geven, wanileer en waar hjj geboren was. »Daor deeën ze b'ons thuis nie aon 1" gaf hjj ten antwoord. De man is nog wel de zoon van een oud-burgemeester. Van dien oud-burgemeester weet men te ver tellen, dat hjj, toen koning Willem II indertjjd zjjne gemeente bezocht, den vorst een request zou overhandigen, maar in plaats daarvan den koning bjj vergissing eene rekening van zjjn schoenmaker overhandigde, die hjj met het request in denzelfden zak geborgen had. De koning keek het briefje in, en gaf ten antwoord: »Hm, ik vind het niet te veel; f 14 voor een paar waterlaarzen 1" De invoering van de arbeidswet op 1 Jan J schjjnt niet te zjjn voorbereid geljjk behoorde. In de N. Gr. C'rt wordt daaromtrent een voor beeld medegedeeld. Een industrieel begaf zich de vorige week naar de secretarie der gemeente zjjner inwoning en vroeg de voor zjjn werkpersoneel gevorderde kaartenmen stelde ze hem ter hand en te huis komende zag hjj, dat de werktjjd daarop voor jongens is beperkt tot des avonds 7 uur. Aan gezien echter zjjn onderneming behoorde tot die, onder de bekende uitzonderingen van 't bekende koninkljjk besluit opgenomen, ging hjj terug naar het stadhuis en verzocht verandering van het uur van werken, »Dat kan niet, meneer''/

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1890 | | pagina 1