N°. 1. Woensdag 1 Januari. 133° Jaargang. 1890. BUITENLAND. 1 1889. Deze courant verschijnt dagelijks, naet uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco f 2. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën20 cent per regel. Bij abonnement lager; Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten met de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen: van 1—7 regels 1.50; iedere regel meer ƒ0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Bij deze courant behoort een Bij voegsel. INGEZONDEN STUKKEN. Algemeen Overzicht. niiidhiii lit,sim: courant. V Thermometer. Middelburg 31 Dec. vm. 8 u 29 gr. ai. 12 u 33 gr. av. 4 u. 32 gr. F Verwacht Z. W. wind. Agenten te Vlissingen: P. G. de Vet Mestdagh Zoo», te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. v. d. Peijl, te Zierikzee: A. 0. de Mooij te Tholen: W. A. van Advertentiën Nieuwxnhuijzen en te TerneuzenM. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de j moeten des namiddags te een nu* advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmak te Rotterdam, de Gebk. Belinïante, te 's Gravenhage, en A. de la Mak Azn, te Amsterdam. aan het bureau bezorgd zjjn, willen Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G.L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger. zq des avonds nog worden opgenomen Woensdag Nieuwjaarsdag ver •cliijnt geen nommer van ons Iblad. i. Door een wijsgeer werd liet jaar 1888 een prophetisch jaar genoemd, dat op nade rende stormen voorbereidde, want de pols dezer eeuw klopt koortsachtig, zoowel de politieke als de economische atmospheer was drukkend en zwaar in den aanvang van 1889. Heeft het afgeloopen jaar ons éen schrede nader gebracht aan de verwezen lijking dezer prophetie? Nog éen jaar bleef de vrede voor Europa verzekerd! Ziehier hoe zich de eigenlijke ontwikkeling der staatkundige gebeurtenissen gedurende 1889 in luttele woorden laat karakteriseeren. De naderende stormen men hoorde ze in de verte loeien, maar nog barstten zij niet met geweld boven ons werelddeel los. Geen enkele politieke kwestie van de vele, die onrust baren, hetzij aan geheel Europa, hetzij aan een enkelen zijner staten, vond een oplossing. Niettemin is de politieke atmospheer niet zóó drukkend als in den aanvang des jaars, integendeel trots de altijd en alom zich uitbreidende krijgstoerustingen was de stemming in Europa langen tijd niet zóó algemeen vredelievend als tegenwoordig. Daarentegen bleef de economische atmos pheer zwoel en drukkend. Onheilspellende donkere wolken vertoonen zich aan den horizont. Zullen deze zich boven de strij dende menschheid ontladen Zal de zon zegevieren en dit somber floers met haar stralen doorbreken? In de ontwikkeling van het politieke leven der Europeesche staten zoo zeiden wij werd geen enkele kwestie in het vervlogen jaar opgelost. Oostenrijk ziet den onder- lingen strijd zijner nationaliteiten zich ver scherpen de eenheid der Oostenrijksche monarchie loopt meer dan voorheen gevaar. Engeland loste nog altijd niet het Iersche vraagstuk op, maar het goede einde van deze worsteling tusschen twee volkeren schijnt nabij. Ierland „het land der harts tochten en der armoede" is op het huidige oogeublik rustig, en het is niet de rust der wanhoop die er heerscht, het is de rust die het vertrouwen op een verzekerde zegepraal schenkt. Het Duitsche rijk moet aanschou wen, hoe de sociaal-democratie zich voort durend uitbreidt, trots het staatssocialisme en uitzonderingswetten. Hoewel de berichten uit Rusland over de binnenlandsche politieke toestanden schaars vloeien, blijkt uit ver strooide mededeelingen voldoende, dat de revolutionnaire partij, hoe ook, door de ge strengheid der regeering ingekrompen en tot omzichtigheid gedwongen, nog niet geheel ontmoedigd, nog niet dood is. Italië, dat ten prooi staat aan een crisis op economisch gebied, welke het aan den rand van het staats bankroet dreigt te brengen, reikte noch greep de hand ter verzoening met het Vaticaan. Misschien is het zelfs nimmer verder van een verzoening met den Heiligen Stoel ge weest dan onder de leiding van zijn tegen woordige» eersten staatsman. In de Ooster- sche kwestie doet de beslissing nog steeds op zich wachten. Oostenrijk en Rusland blijven elkanders heerschappij op het Bal kanschiereiland onvermoeid bestrijden. De op Kreta heerschende gisting verscherpt bet conflict. Voor Frankrijk was 1889 een hoogst be langrijkjaar. Het ware vermetel te beweren, dat het Boulangisme opgehouden heeft te leven, maar de man, aan wien het zijn naam ontleent, zag zijn gelukster tanen wij willen hopen voor altijd. De ongediscipli neerde soldaat verkoos het brood der balling schap boven het martelaarschap voor zijn idealen, als men althans bij den eerzuchtige» maar beginselloozen Boulanger van idealen spreken mag. Half vergeten, na geruimen tijd het middelpunt van verschillende partijen geweest te zijn, moest de uitverkorene der vijanden van de republiek het beleven, dat Frankrijk aan het huidige regime de voor keur gaf boven de dictatuur, die zich omringd had van een bende, welke de macht liever was dan het vaderland. La Gueuse, aldus werd de republiek met minachting door den Bonapartist Paul de Cassagnac genoemd, weerstond schitterend de aanvallen harer belagers en zegevierde den 22 September en 6 October 11. luisterrijk over haar vijanden het troepje afgedwaalde republikeinen die zich ontevreden afwendden van de bestaande orde van zaken en zich verbonden met de royalisten en Bonapartisten en de avontuurlijke aanhangers van den door het hooggerechtshof veroordeelden generaal Boulanger. Twee regeerende vorsten legden in het afgeloopen jaar hun scepter neer. Koning Milan van Servië, nog jong en krachtig, deed dit schijnbaar vrijwillig, edoch het was de wil des volks, dat hem dwong heen te gaan. Teneinde nog iets van den hoogen iuzet, die hij op het spel gezet had, te win nen deed hij afstand van zijn troon en gunste van zijn veertienjarigen zoon: de dynastie der Obrenovitch is nog gered doch voor hoe lang De grijze dom Pedro van Brazilië, meer nog voor de gebreken der zijnen dan voor eigen feilen boetend, is uit zijn rijk verdreven, dat daarna tot republiek geproclameerd is en daarmede heeft de laatste monarchie in de nieuwe wereld opgehouden te bestaan, een mogelijkheid waarmede men reeds lang begonnen was rekening te houden doch welke men nooit, nog tijdens het leven van den, naar men in Europa geloofde, algemeen beminden en geachten keizer had voorzien. Een jonge vorst, die geroepen was een maal een der oudste tronen van Europa te beklimmen, maakte in den aanvang dezes jaars op gewelddadige wijze een einde aan zijn leven. Aartshertog Rudolf van Oosten rijk, die door geboorte, rang, fortuin er< talent een uitverkorene boven velen scheen, deinsde terug voor de zware verantwoorde lijkheid, welke hem, den eenigen zoon van den keizer der Oostenrijksch Hongaarsche monarchie, na korter of langer tijd op de schouders zou worden gelegd. Les rois s'en vont. In de onderlinge betrekkingen tusschen de groote mogendheden bracht het afgeloopen jaar weinig verandering, zoodat ook in den algemeenen toestand van Europa zoo goed als niets gewijzigd is. Tegenover de triple alliantie met het bevriende Engeland en een paar der kleinere staten staan nog altijd Rusland en Frankrijk. In de betrekkingen tusschen het Duitsche rijk en de Fransche republiek moge op heden minder spanning zijn waar te nemen, een nieuwe Fransch- Duitsche oorlog blijft niettemin de groote factor, welke onvermijdelijk schijnt in de toekomstige ontwikkeling der wereldgeschie denis. Voor Frankrijk was 1889 een buitenge woon jaar. Niet alleen wijl de republiek, gelijk hier boven gezegd, over haar vijanden zegevierde, maar Frankrijk vierde feesthet herdacht het eeuwfeest der groote revolutie, die daad eenig in de geschiedenis der vol keren. Het Europa onzer dagen had grond met de Fransche natie vol blijdschap zich te herinneren, hoe honderd jaar geleden het licht van een nieuwen dag te Versailles verrees, dat ook in de overige Europeesche staten nieuw leven wekte, maar de monar chieën waren bekrompen genoeg zich verre te houden van de republiek en haar feest viering, zeer tot eigen schade. Wie opgegaan zijn naar de Parijsche internationale tentoonstelling van 1889 moest rechtmatige hulde brengen aan de onmiskenbare goede eigenschappen en talen I en van de Fransche natie. De tentoonstelling, door Carnot „een feest van vrede en beschaving" genoemd, heeft bewezen, dat Frankrijk, het moge in 1870-71 op het veld van oorlog de nederlaag geleden hebben, op het gebied van nijverheid, wetenschappen en kunsten niet door het "uitsch.o volk, niet door een ander verslagen werd. Glansrijk heeft het Fransche volk de nederlaag van Sedan gewroken, op een wijze, weldadiger voor de wereldbeschaving, eervoller voor de mensch heid dan de schitterendste wapenfeiten en krijgsroem. Frankrijks innerlijke kracht, zijn zin voor het schoone, de bloei dei- kunsten en wetenschappen op zijn gebied, de hooge vlucht zijner industrie, de door de geheele wereld geroemde bekwaamheid zijner technici dit alles is op bet Champ de Mars opnieuw heerlijk aan den dag getreden en heeft Frankrijk een nieuwe eervolle plaats in de rij der moderne staten heroverd. Meer dan alle andere kwestiën heeft die, welke de sociale heet, in bet verstreken jaar de aandacht der wereld gevorderd. Valt hier en daar ook eenige vooruitgang in de denkbeelden, meerdere goede wil en een ijveriger streven om de diepe klove te dempen, welke de vermogenden en misdeel den onder de menschen scheidt, waar te nemen, zoo zijn de vorderingen op dit ge bied toch zóo luttel in het algemeen, dat deze beweging kortweg de arbeiders beweging genoemd haar dreigend karak ter blijft behouden. Ja, gedurende het laatste jaar weerklonk de eiseh naar soci ale rechtvaardigheid aan de zijde der onderdrukten herhaaldelijk zóo luide, dat ook de ïeactionnaire machten tegen wil eu dank met kracht voortgestuwd worden in de richting, welke tot de oplossing van het maatschappeiyK v.aagstuk moet leiden. Een hooge muur van starre vooroordeelen en hebzuchtige drijfveeren moet omverge worpen worden op dezen weg. Een zware taak! Geen lapmiddeltjes zijn langer toe reikend de kwaal te genezen, waaraan onze moderne maatschappij lijdt. Een tijd van grootsche hervormingen gaan wij tegemoet wie nog zou willen trachten een dam op te werpen tegen dezen stroom, loopt slechts gevaar zich zelf een graf te bereiden. Luider en luider, hier, elders, overal wordt de eisch herhaald naar een krachtige wet geving ter bescherming van den arbeider, die thans onderwezen en nadenkend weigert langer een willooze machine inde hand van zijn werkgever te zijn. Zijn geest is wak ker geschud en stelt hooger eischen voor zijn levensbehoeften. In den eenen staat, bij ons en in België gaat deze organisatie in de maatschappelijke betrekkingen een slakkengang. Engeland en Duitschland is tot heden op dit veld het krachtigst aan den arbeid geweest, ook Frankrijk heeft de hand aan den ploeg geslagen. Dit ver hindert evenwel niet, dat men juist in En geland, Duitschland en Frankrijk aanschouw de, hoe de ontevredenheid der arbeiders zich het levendigst in daden uitte. In de maand Mei brak de groote werk staking onder de mijnwerkers in de West- faalsche kolendistricten uit, een beweging onder de arbeiders op zulk een uitgebreide schaal als sedert 1872, de Gründerzeit, geene in die streken plaats vond. De beweging sloeg ove? naar de overige steenkolendistricten in het Duitsche rijk. Schijnbaar kwam het ten slotte onder medewerking der regeering tot een schikking tusschen de mijnbesturen en hun arbeiders, doch dat de verzoening geen duurzaam ka rakter droeg blijkt uit de gisting, gedurende de jongst verloopen weken onder de mijn werkers in de Westfaalsche districten, het Saargebied en Silezië opnieuw ontstaan. Aanleiding daartoe schonk de onvergeefelijke misslag der mijnbesturen om in kleinzielige wraakgierigheid op de voornaamste leiders der werkstaking van Mei de Sperre toe te passen. Sedert de laatste dagen dreigen ook weder de mijnwerkers in de Belgische kolendis tricten met een algemeene staking van den arbeid. Niet minder merkwaardig dan de werk staking der Duitsche mijnwerkers was die der Londensche dokwerkers in Augustus en September. Te Londen bovenal is bewezen, wat eendrachtige samenwerking onder de arbeiders vermag, want de werkstakingen ontleenen haar grootste, zoo niet haar eenige kracht aan de zich voortdurend uitbreidende arbeider s-vereenigingen. Onder de arbeiders is meer en meer het bewustzijn voor de noodzakelijkheid hunner aaneen sluiting ontwaakthun solidariteitsgevoel is hun scherpste wapen tegen het kapitaal. Aan het hoofd der werkstakende arbeiders te Londen stonden een paar mannen, in de eerste plaats John Burns, die dit gevoel van eenheid bij de arbeiders naar beste ver mogen aanwakkerden, die tegelijker tijd bij de hongerende werkeloozen het gevoel van verantwoordelijkheid voor het bewaren der openbare orde levendig hielden, mei het gevolg dat niet alleen ten slotte de halsstarrige dokbesturen de rechtmatige eischen moesten inwilligen, maar boven dien de sympathie der publieke opinie tot het einde der worsteling toe zich schaar de aan de zijde der arbeiders. Weken lang liepen 180,000 arbeiders zonder werk in een stad als Londen, waar het contrast tusschen rijkdom en armoede in de schrilste kleuren is afgemaald, rond zonder een oogenblik de rust der burgers te verstoren. Een ongehoord maar roemrijk verschijnsel in de arbeidersbeweging onzer dagen. Werkstakingen van minder omvang kwa men in bijna alle Europeesche staten in schier alle takken van nijverheid voor. Te Weenen waren het de tramkoetsiers, die door dit hun eenig wapen de patroons tot menschelijker behandeling noopten. Elders weer waren het de kleermakers, de bakkers, de timmerlieden, de metselaars,, de drukkers, die hun eisch om loonsverhooging en ver mindering van arbeidsuren lieten hooren. Dit opgewekte leven onder de arbeiders, hun drang tot onderlinge samenwerking, een der merkwaardigste verschijnselen van onzen tijd, wijst ons den weg, waarop het groote raadsel onzer beschavingde grootste ar moede naast den grootsten rijkdom, een oplossing zal vinden. Aan de democratie behoort de toekomst. Met de tegenwoordige scherpe tegenstelling tusschen het Huis van Hebben en het Huis van Ontbeeren" is alle waarachtige vooruitgang onmogelijk. Men schen op te voeden om hen later tot de ergste armoede te veroordeelen het staat gelijk met de wreedheid van een Calligula. En deze wreedheid is te onmenschelijker wanneer men in theorie alle menschen gelijk stelt en in werkelijkheid de schrilste maat schappelijke ongelijkheid als een noodzake lijkheid verdedigt en handhaaft. Of de onvermijdelijke reorganisatie in onze maatschappelijke orde langs geleide, lijken weg zal tot stand komen, of geweldige schokken en vreeselijke botsingen haar zullen voorafgaan de toekomst voor ons het gesluierde beeld van Sais alleen kan hierop het antwoord geven. Langzaam, zeer langzaam schrijdt de menschheid op de baan der beschaving voort In de geschiedenis der ontwikkeling van het sociale vraagstuk echter zal het jaar 1889 ongetwijfeld een belangrijke, hoewel korte periode invullen. Heeft alzoo het verstreken eeuwjaar der groote Fransche revolutie niets buitengewoons gebracht, wat de gebeurtenissen op algemeen staatkundig gebied betreft, heeft het in dit opzicht de profetieën van het jaar 1888 niet verwezen lijkt, ten opzichte van het machtige inter nationale vraagstuk, dat alle beschaafde volkeren bezighoudt, dat voor alle volke ren een levenskwestie is, dat de pols onzer eeuw zoo koortsachtig doet kloppen, voerde 1889 de menschheid weder nader tot de oplossing van het raadsel der moderne Sfinks. den plotselingen dood van de ex-keizerin van Brazilië. Alles vond volgens programma plaats. Na de inzegening in de kathedraal te Lissabon begaf de koniDg zich, vergezeld door de koningin, nauweljjks hersteld van de influenza, zich naar het raadhuis. Van af het balkon verkondigde de voorzitter van den ge meenteraad aan de voor het stadhmis verza melde menigte de proclamatie van Carlos I tot koning van Portugal. In een boodschap aan de Cortes brengt de koning hulde aan de goede hoedanigheden van het Portugeesche volk, dat zich steeds roem verworven heeft, trouw bleef aan zijn geloof, volhardde in de verdediging zijner onafhanke lijkheid, zijn veroveringen handhaafde, groot was in zijn beschaving en »zich eervol onder scheidde door d« loyale gezindheid jegens zijn monarchen en zjjn liberale instellingen, die het behoud der monarchie en de waarborg voor de vrede en de openbare welvaart zijn.' Meesmuilend zullen voorzeker de Portugee sche republikeinen van deze laatste verzeke ring in de koninklijke boodschap kennisnemen. Wat overigens de hun toegeschreven plannen betrekkelijk antimonarchale manifestaties bij de kroning betreftniets bijzonders viel voor. Zoo althans melden de officieeie berichten, maar men weet hoe die juist niet altijd de waarheid zeggen. Toch zou het ons niet verwonderen of de republikeinsche partijen zullen thans, uit juist begrip van vaderlandsliefde, zich onthouden van demonstraties, met het oog op het conflict, waarin het land met Engeland is gewikkeld. De Standard wjjdt daaraan eene beschouwing en doet een beroep op den jongen koning, die zoo hij wel gezind is volgens het En- gelsch blad niet trachten moet in de oogen van zijn volk zich populair te maken door zich in deze bij zijn ministers met hun ongehoorde eischen aan te sluiten. Beide volkeren betreuren diep het ontstane geschilmaar lord Salisbury behoeft geen duim breed at te wijken van de gedragslijn, in deze aangenomen. De wettigheid der aan spraken van Engeland is onaantastbaaren de Standard heeft geen ooren ernaar om de kwestie aan een scheidsgerecht te onderwerpen. Tus- schenkomst van een derde in een zaak, waarbij slechts direct twee natieën zijn betrokken, is onnoodig en in geen geval zou Engeland toch kunnen toestaan dat Portugal in het bezit bleef van nederzettingen, door Britsche onder danen na veel moeite verkregen. Tot zoover het Engelsche blad. Of het eene verstandige daad is den jongen koning den raad te geven zich dadelijk van zijn ministers af te scheiden valt te betwijfelen. In ieder geval zal hij wel zich wachten de publieke opinie te tarten die zich van zelf in zijn land tegen En geland keert. Yan gansch anderen en minder ernstigen aard was het geschil tusschen de Servische regeering en de vertegenwoordigers der ADglo- OostenrijkBche bank betrekkelijk het zoutmono polie. Daaromtrent is, naar men meldt, een schikking tot stand gekomen. Volgens deze rege ling ontvangt de bank in het geheel 5.740.000 frcs en doet afstand van de lj millioen frcs, waarop zij als schadevergoeding aanspraak maakte. De som, ter voldoening benoodigd, leent de Servi sche nationale bank. De overeenkomst behoeft nog slechts de bekrachtiging der Skoepschtina. Naar men verzekert drong de regeering op een regeling dezer zaak aan wegens de aan staande gemeenteraadsverkiezingen, waarbjj de oppositie krachtig zal optreden, daar zij zich vleit, dat de beraadslagingen over het budget en het handhaven van bijna alle uitgaven in het land een slechten indruk hebben gemaakt. In de politiek is het altjjd: in troebel water visschen. Handenarbeid als opvoedingsmiddel. Met een enkel woord maakten wjj gisteren melding van de kroning van den koning van Portugal. De plechtigheid viel samen met Mijnheer de Redacteur t Onder bovenstaand opschrift las ik in een der schoolbladen een uit uw blad overgenomen verslag eener lezing van den heer Hondius in de najaarsvergadering van het onderw. genoot schap, afdeeling Middelburg. Als beoefenaar en groot voorstander van den handenarbeid kon het mij niet anders dan aan genaam zijn, dat wederom van geheel onver- wachte zijde een stem zich heeft doen hooren ten gunste van een zaak, die zeer zeker de volle belangstelling verdient van allen, die prjjs stellen op practische volksontwikkeling; en waren de door den spreker aangevoerd?

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1890 | | pagina 1